Stadswerk magazine 6 Krimp: van probleem naar oplossing

Page 1

Stadswerk MAGAZINE VOOR PROFESSIONALS OP HET GEBIED VAN DE LEEFOMGEVING

06| 2018

E XTRA SPECIAL SPORTEN

!

Krimp: van probleem naar oplossing 10

Krimp, de aanpak van Den Helder

GameChange 14 karavaan Hengelo

Verantwoord 16 straatwerk

Seniorvriendelijke 31 steden


STICHTING STICHTING OPENBARE OPENBARE VERLICHTING VERLICHTING NEDERLAND NEDERLAND BUNDELT BUNDELT KRACHTEN. KRACHTEN. OVLNL OVLNLgeeft geeftimpulsen, impulsen,denkt denktmee meeen endeelt. deelt. Om Omde desector sectoropenbare openbareverlichting verlichtingverder verdertetelaten latenontwikkelen ontwikkelen en enininde despotlights spotlightstetehouden. houden.

OVERHEDEN OVERHEDEN

MARKTPARTIJEN MARKTPARTIJEN

NETWERK NETWERK

NETWERK NETWERK

NETWERK NETWERK

‘SMART ‘SMART LIGHTING’ LIGHTING’

‘EVENEMENTEN’ ‘EVENEMENTEN’

‘MAATSCHAPPIJ’ ‘MAATSCHAPPIJ’

NETWERK NETWERK

NETWERK NETWERK

‘LICHT ‘LICHT ENEN OMGEVING’ OMGEVING’

‘KENNIS’ ‘KENNIS’

Een Eenorganisatie organisatievan vanenenvoor voordedeopenbare openbareverlichting. verlichting.Die Diemidden middeninindede samenleving samenlevingstaat, staat,gevoel gevoelheeft heeftvoor voorontwikkelingen ontwikkelingenenenveranderingen, veranderingen, daarop daaropanticipeert anticipeertenenontwikkelingen ontwikkelingeninitieert. initieert.Brengt Brengtoverheid, overheid, ondernemers, ondernemers,onderwijs, onderwijs,onderzoek onderzoekenenomgeving omgevingsamen. samen.

Meedoen? Meedoen?Schrijf Schrijfininop opwww.ovlnl.nl www.ovlnl.nl Alle Allevragen vragenbeantwoord beantwoord OVL OVL MONITOR MONITOR

HANDBOEK HANDBOEK OPENBARE OPENBARE

VISIE VISIE

VERLICHTING VERLICHTING

OVL OVL 2030 2030


INHOUD

t

THEMA: KANSEN DOOR KRIMP

19 SPECIAL SPORTEN! • Sport in de openbare ruimte

06

• Calisthenics: sociale sport in de buitenlucht

Antwoorden op krimp

• ‘Wat wij willen is een huiskamer, zonder ouders’

Van de bestuurstafel Jos Penninx

08

Oplossingen voor krimp

10

Zeestad: bouwen voor de stad

14

De GameChange karavaan van Hengelo

• Nieuwe kansen voor sport in de openbare ruimte • De actieve stad Groningen

Inzet van sociaal kapitaal speelt sleutelrol Michiel G.J. Smit

Het antwoord van Den Helder op krimp en verloedering Michiel G.J. Smit

De reis naar een toekomstbestendige binnenstad Hans Oude Avenhuis

ARTIKELEN 16 Maatschappelijk verantwoord straatwerk Arbeidsomstandigheden zijn ketenverantwoordelijkheid Peter Ligthart

18

Een stad is geen getal Column - Gert-Jan Hospers

10

26 28

European Rural Town Society (ERTS)

Stadswerk Internationaal - Maarten Loeffen

Variatie met standaardisatie Bruggen bouwen volgens IFD-principes:, circulair, duurzaam én goedkoper - Catelijne van Calsteren

16

31

Welkom in de seniorvriendelijke stad

Kwaliteit, veiligheid, toegankelijkheid - José van Berkum

EN VERDER 04 Nieuws et cetera 27 Wiebe Oosterhof is…

23

Aan het Stadswerk 34 Stadswerk.nieuws

06/2018  Stadswerk magazine 3


NIEUWS

Lancering ontwerpconcept OUR PLACE Veel plekken die zijn ingericht voor jongeren

toe hoe uit de wensen van jongeren en ontwer-

worden niet of ‘vekeerd’ gebruikt. Daarnaast

prichtlijnen op gebied van (sociale) veiligheid,

geven jongeren aan dat zij graag een eigen plek

de ontwerpvisie achter OUR PLACE is ontstaan.

willen, zonder betutteling. Een huiskamer

Het plaats bieden aan verschillende soorten

zonder ouders. Met dit in het achterhoofd

activiteiten in een huiskamerachtige omgeving

heeft inrichtingsexpert BOERplay het ontwerp-

is cruciaal. Jongeren moeten kunnen wegdui-

concept OUR PLACE ontwikkeld. 12 juni vorm-

ken in hun smartphone als ze dat willen, maar

de skatepark PIER15 in Breda het toneel voor

ook kunnen bewegen, competitie aangaan met

de lancering. Onder anderen Paul de Beer

elkaar of gewoon gezellig kletsen. En omwonen-

(wethouder gebiedsontwikkeling Breda) en

den vinden het fijn om een oogje in het zeil te

Aletta Smits (onderzoeker Hogeschool

houden. OUR PLACE vormt een antwoord op al

Utrecht) vertelden over belevingswereld van en

deze wensen en behoeften. Zie ook het artikel

gebiedsinrichting voor jongeren. Industrieel

op pagina 22 van dit tijdschrift.

ontwerper Mark Verhart van BOERplay lichtte

Bron: www.boerplay.com

Van WION naar WIBON De wet die graafschade aan kabels en leidingen moet tegengaan, de WION, is gewijzigd in de WIBON. De nieuwe wet vereist onder meer dat leidinggegevens van netten in

Evaluatie van heringerichte pleinen

overheidsbezit op ieder moment kunnen worden doorgegeven. Die eis vloeit voort uit Europese regelgeving: de

Pleinen zijn belangrijke elementen in de openbare ruimte. Herinrichting van

richtlijn INSPIRE.

een plein wordt dan ook vaak breed opgezet met het oprichten van een projectgroep, inspraakavonden, ateliers met bewoners en een zorgvuldige

Het Kadaster heeft aangeboden dat iedere netbeheerder

selectie van de ontwerper. Daarmee zou het heringerichte plein toekomst-

kosteloos de relevante gegevens centraal bij hen kan

bestendig moeten zijn en tevredener gebruikers moeten opleveren.

opslaan. Gemeenten wordt geadviseerd om hiervan gebruik te maken. Uiterlijk 1 juli 2019 moet de nieuwe wijze

Ondanks een zorgvuldig planproces blijkt dat een plein soms al binnen tien

van gegevensuitwisseling operationeel zijn. Naar ver-

jaar opnieuw moet worden heringericht. Hoe komt dit? Met het project ‘En

wachting zal het Agentschap Telecom hierop toezien, net

plein public’ wil Bureau op het Plein een antwoord krijgen op deze vraag.

als eerder in 2008 bij de inwerkingtreding van de toen-

Voor het onderzoek is een groslijst gemaakt van pleinen die sinds begin

malige WION.

jaren ‘90 één of meerdere keren zijn heringericht. Naast een stedenbouwkundige analyse worden enquetes en interviews gehouden en vindt ste-

Het Kadaster zoekt nog enkele gemeenten die meteen al

denbouwkundig-historisch onderzoek plaats. Het onderzoek moet inzicht

mee willen doen, zodat kan worden getest of de nieuwe

bieden in alle facetten van herinrichting en zaken waar rekening mee moet

opslagfaciliteit doet wat hij moet doen. U kunt hiervoor

worden gehouden om te kunnen voldoen aan de verwachtingen van de

contact opnemen met Henk Geurts ( henk.geurts@

gebruikers.

kadaster.nl). Wilt u als gemeente een plein aanmelden voor onderzoek? Dat kan door Voor aanvullende informatie, zie www.gpkl.nl/action/news/ item/5018/zorg-dat-u-klaar-bent-de-nieuwe-wibon-geldtvanaf-1-juli-2018.html.

4  Stadswerk magazine 06/2018

een mail te sturen naar Els Bakker: els@ophetplein.com.


Pioniers gezocht voor Groene Brug

Kaarten met beelden MOOR, een platform voor het beheer van kabels en leidingen, heeft samen met WoW (Werkplein ondergronds Werken) het Werkplein ontwikkeld. Dit

Ontwerp- en ingenieursbureau ipv Delft zoekt opdracht-

zorgt ervoor dat meldingen, vergunningen en projecten in hun geografische

gevers voor een begroeide brug. In samenwerking met

context worden geplaatst en

Composite Structures ontwikkelt het bureau een compo-

toegankelijk zijn vanuit een

sieten brug waarop groenzones gewoon kunnen doorlo-

hoogwaardige en betrouw-

pen. Ideaal voor natuurgebieden, parken en landelijk

bare digitale kaart. Sinds

gebied.

kort is het landsdekkende beeldmateriaal van Cyclo-

De Groene Brug is een verzorgd alternatief voor kleine

Media een standaard on-

houten bruggen of vlonders. Bovenop het composieten

derdeel geworden van het

dek komt een laag aarde die naar wens kan worden afge-

Werkplein. Hiermee wordt

werkt, bijvoorbeeld met gras of een schelpenpad. Een

de geografie in de werkelij-

park waarin het gras doorloopt over de bruggen of een

ke wereld geprojecteerd,

groenzone met schelpenpaden over het water worden zo

waardoor (graaf)meldin-

reële mogelijkheden.

gen en vergunningaanvragen beter kunnen worden

Vanwege de toepassing van composiet is de brug niet

beoordeeld in relatie tot

alleen bijzonder onderhoudsarm - alleen het gras hoeft

hun daadwerkelijke con-

gemaaid - maar heeft hij ook een zeer lange levensduur

text.

van naar verwachting honderd jaar. Het ontwerp van de brug is schaalbaar in zowel lengte als breedte en leent

Zo kan een aangevraagd tracé van de

zich zodoende voor bruggen in allerlei afmetingen. Kort,

melding en/of vergunning nauwkeurig worden geprojecteerd in een

lang, breed of smal: alles kan.

360-gradenfoto foto en is de situatie snel inzichtelijk. Vanuit hier is het ook mogelijk de lengte en oppervlakte op te meten van bijvoorbeeld straatwerk.

Opdrachtgevers die geïnteresseerd zijn in de Groene

Street Smart biedt daarnaast de optie om te ‘tijdreizen’. Hiermee kan het

Brug kunnen contact opnemen met projectleider Johan

beeldmateriaal van eerdere opnames getoond worden en zijn er veranderin-

Büdgen van ipv Delft op 015 750 25 74.

gen door de tijd heen te zien.

Bron: www.ipvdelft.nl

Bron: www.psms.nl

EFFICIËNTE VERWIJDERING VAN GRAFFITI

Vraag nu een demonstratie aan! 030 327 021 56

en andere hardnekkige vervulling • zonder chemicaliën • in overeenstemming met alle richtlijnen voor milieubescherming

• zonder water • zacht voor het oppervlak • voor gebruik binnen- en buitenshuis

systeco Tel: +49 30-32 70 11 84 info@sys-teco.de www.sys-teco.com

cleaning technology

06/2018  Stadswerk magazine 5


t

VAN DE BESTUURSTAFEL

Colofon TEKST JOS PENNINX / Voorzitter Vereniging Stadswerk Nederland Stadwerk magazine wordt tien keer per jaar uitgegeven door de Vereniging Stadswerk Nederland, de beroepsvereniging voor professionals die werkzaam zijn in de fysieke leefomgeving, in samenwerking met Virtùmedia. Stadswerk is aangesloten bij IFME (International Federation Municipal Engineers) CEBC (Consortium of European Building Control) IFPRA (International Federation of Park and Recreation Administration) Secretariaat Vereniging Stadswerk Nederland Bezoekadres Kantorencomplex Bouwstede Galvanistraat 1 6716 AE Ede (Gelderland) Postadres Postbus 416 6710 BK Ede T 0318 69 27 21 F 0318 43 76 53 E info@stadswerk.nl www.stadswerk.nl Leden ontvangen het tijdschrift gratis. Aanmeldingen, wijzigingen en opzeggingen van het lidmaatschap dienen schriftelijk te geschieden bij het secretariaat van de vereniging. Redactie Stadswerk magazine Michiel Smit, hoofdredacteur (michiel.smit@stadswerk.nl) Philip Fokker (Product & Materiaal) Marc de Jong (Antea Group) Marika Kerstens (gemeente Waddinxveen) Louise Kok (Stadswerk) Pim Quist (gemeente Den Haag) Gert Visser (Movares) Uitgever Virtùmedia Pepijn Dobbelaer Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 06 77 E pdobbelaer@virtumedia.nl Losse abonnementen Deze kunnen schriftelijk tot uiterlijk 30 november van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch een jaar velengd. Abonnementsprijs €92,50 ex. btw. Losse nummers € 9,25 Basisontwerp en vormgeving Twin Media bv Druk Veldhuis Media, Raalte Advertenties Virtùmedia Mirjam Cornelis en Albert van Kuijk Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 0677 F 030 691 3312 E mcornelis@virtumedia.nl avankuijk@virtumedia.nl www.virtumedia.nl Coverfoto De Beatrixstraat in Den Helder. Michiel G.J. Smit © Copyright 2018 Niets uit deze uitgave mag woden verveelvoudigd en/ of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 0927-7641

Antwoorden op krimp

H

oe mooi we onze gemeenten ook maken voor de bewoners, om allerlei redenen worden grote delen van het land leger. Vooral kleinere kernen aan de rand van Nederland hebben te maken met wegtrekkende bewoners, voorzieningen die onder druk staan, leegstand en bijbehorende leefbaarheidsproblemen. Krimp is al jaren een belangrijk thema, ook nu de economie goed draait. Omdat krimp voor sommige gebieden al langer speelt, zijn er inmiddels interessante praktijken ontwikkeld die laten zien dat het geen probleem hoeft te zijn als je het goed aanpakt. Daar zijn diverse ingangen voor. Eén ervan is het mobiliseren van lokale netwerken en initiatieven. Ook, of misschien wel juist, in krimpgebieden zijn allerlei informele initiatieven die ingezet kunnen worden om de negatieve gevolgen van krimp tegen te gaan of dat vanzelf al doen. Denk bijvoorbeeld aan carpoolnetwerken die via sociale media ontstaan als antwoord op verschralend openbaar vervoer. Om op deze initiatieven in te haken, is het belangrijk dat professionals uit de beleidskoker komen, weten wat er speelt en initiatieven niet overnemen maar stimuleren en faciliteren. Ook Den Helder lijkt een goede manier te hebben gevonden om de stad vitaler en aantrekkelijker voor bewoners te maken. Met een slagvaardige organisatie (Zeestad) die op afstand van de gemeente staat, wordt consequent geïnvesteerd in de kwaliteit van de openbare ruimte. Er wordt innig samengewerkt met Woningstichting Den Helder en uiteraard de gemeente, en dat heeft na ruim tien jaar heel wat zichtbare resultaten opgeleverd. Mensen die voor een werkbezoek naar Den Helder komen, zijn steevast een stuk positiever over de plaats dan voor het bezoek.

In Hengelo wordt nadrukkelijk ingezet op een andere mindset. Zo moeten we af van het idee dat een toekomstbestendige binnenstad een maakbaar project is. Het is eerder een voortdurende zoektocht, met ruimte voor verfrissende en creatieve perspectieven, ook wel een GameChange karavaan genoemd. Krimp is daarmee ook niet per se een negatief verschijnsel, maar een transformatie die, mits goed waargenomen en mits er passende acties aan worden verbonden, kan leiden tot meer leefbaarheid, tevredener bewoners en een toekomstbestendige openbare ruimte. Laat u inspireren door dit themanummer en deel uw ervaringen en meningen bij een van de vele bijeenkomsten die wij als Vereniging Stadswerk organiseren!


Tel: 0578 - 615940 info@groen-uitzendburo.nl

Personeel met groene vingers nodig? Of zoek je een groene baan?

Bel ons nu!

Groen Uitzendburo, dat werkt! WWW.GROEN-UITZENDBURO.NL

organisatie beleid & beheer geld & kwaliteit

Cyber Adviseurs voor buitenruimte maakt zichtbaar hoe uw organisatie ervoor staat en ondersteunt met glasheldere instrumenten. Benieuwd hoe? Bel (0172) 63 17 20 of mail naar info@cyber-adviseurs.nl

Stadswerk is hĂŠt magazine voor professionals op het gebied van de leefomgeving. Houdt u zich bezig met ontwikkeling, inrichting of beheer van de openbare ruimte? Dan is Stadswerk magazine uw lijfblad.

.STADSWERKMAGAZINE.NL NEEM NU EEN ABONNEMENT: WWW

www.cyber-adviseurs.nl 15_SW_0418_ADV.indd 15

adv_cyber_stadswerk_100x143.indd 1

14-03-12 12:01

22-05-18 14:32


FOTO: CAROLA BREUKELMAN, WORDPRESS

Inzet van sociaal kapitaal speelt sleutelrol

Oplossingen voor krimp Hantum, Noord-Friesland.

Grote delen van ons land hebben te maken met krimp: de bevolking trekt weg en vergrijst, voorzieningen en leefbaarheid komen onder druk te staan en er is leegstand. Hoewel de problemen zich dikwijls fysiek manifesteren, zitten de oplossingen vaak op het sociale vlak. Hoe werkt dat precies?

D

e winkel moet sluiten wegens gebrek aan klandizie, jongeren klagen dat er niks te beleven is, panden komen leeg te staan - het is niet moeilijk om krimp als een probleem te zien. En toch ziet Rijk Willemse van Rijk Willemse beleid en advies het genuanceerder. ‘Krimp komt in bijna alle landelijke gebieden voor, maar de reactie erop verschilt sterk. Het ene dorp komt in een collectieve dip te zitten, in het andere dorp ziet men het juist als een kans om allerlei nieuwe initiatieven op te starten.’ Willemse deed samen met Roel During van Wageningen University and Research onderzoek naar de rol van sociale media bij lokale initiatieven in krimpgebieden. ‘Veel van die initiatieven spelen zich buiten het blikveld van de overheid af’, zegt During. ‘Dat is jammer, want dit sociale kapitaal kan, als je het slim doet, goed worden ingezet om de negatieve gevolgen van krimp tegen te gaan.’

8  Stadswerk magazine 06/2018

Nog een slag te maken Het onderzoek is inmiddels vijf jaar oud en er is veel veranderd in de inzet van sociale media door gemeenten. Toch is er nog een slag te maken om goed aan te takken op relevante netwerken die voor een groot deel via sociale media communiceren. Dat komt deels door de taal, denkt Willemse. ‘Als je gaat googlen op “krimp” stuit je meestal op beleidsdocumenten, maar zoek je bijvoorbeeld op “pinautomaat verdwijnt” of “carpoolen voor studenten Achterhoek” dan komen sociale netwerken in beeld die oplossingen bieden voor krimpproblemen of die zelf al gevonden hebben.’ Willemse vervolgt: ‘Veel mensen, vooral jongeren, voelen zich niet zo thuis in de wereld van overheidscommunicatie en gaan hun eigen gang. Neem de Zwarte Cross, dat inmiddels is uitgegroeid tot een toonaangevend evenement in de Achterhoek. Het is ooit opgestart door een actief groepje jongeren. In de


TEKST MICHIEL G.J. SMIT, Redactie Stadswerk magazine

De juiste houding Voor een deel gaan mensen hun eigen gang, maar soms is hulp van de gemeente nodig. Het is daarbij van groot belang dat de gemeente de juiste houding aanneemt, benadrukt During. ‘Het is op de eerste plaats belangrijk dat je constructief meedenkt, want als je botweg nee verkoopt, ontstaat al snel een defaitistische stemming - “zie je wel, het mag weer niet van de overheid” - en ben je het sociale kapitaal kwijt. Daarnaast is het belangrijk dat je het initiatief niet overneemt maar faciliteert, ofwel overheidsparticipatie in de geest van de Omgevingswet. En het is belangrijk dat je experimenteerruimte biedt door bijvoorbeeld een situatie tijdelijk te gedogen. Overigens wel met nadruk op tijdelijk, anders trek je voor je het weet bepaalde groepen categorisch voor.’

ontraden of zelfs verboden op het werk gebruik te maken van e-mail of internet. En ook nu is het gebruik van blogs, vlogs en sociale media een gevoelig onderwerp. Je uit je namelijk niet alleen als persoon maar ook namens de organisatie.’ Niettemin is intensiever gebruik van sociale media door overheidsdienaren slim, vindt During. ‘Sociale media onthullen de informele netwerken en daar is veel bruikbare kennis en kunde aanwezig.’ Willemse: ‘Zo kom je bijvoorbeeld te weten waar actief gecarpoold wordt of dat de voetbalclub op zoek is naar een nieuw clubhuis. Die informatie kan van pas komen als je krimp wilt veranderen van probleem naar oplossing.’  Wageningen University and Research is recentelijk gestart met een onderzoek naar eigenheid en eigenaarschap in leefbaarheidsinitiatieven. Een belangrijke vraag daarbij is in hoe-

Willemse beaamt dat faciliteren in principe op tijdelijke basis moet zijn. ‘Uiteindelijk moet iedereen zijn eigen rekeningen en een marktconforme huur betalen. Overigens niet alleen om budgettaire redenen, maar ook om het gemeentelijk vastgoed op orde te kunnen houden. In Lochem zie je bijvoorbeeld dat het stadhuis in het centrum, bepaald geen architectonische parel uit de jaren ‘70, leeg kwam te staan. Het werd beschikbaar gesteld voor allerlei clubjes. Natuurlijk is dat sympathiek, maar als je dat gebouw wilt vervangen door architectuur die beter past in het historische centrum, dan wordt dat bemoeilijkt vanwege al die gezelschappen die hun plek niet willen opgeven. In de gemeente Oude IJsselstreek hebben ze die les opgepikt en behouden ze met name de karaktervolle gebouwen.’

verre alledaagse ontmoetingen, vertrouwen, het doen van dingen voor elkaar, maken dat mensen initiatie-

FOTO: MICHIEL G.J. SMIT

dorpsraad lieten ze zich niet zien en ook bij de gemeente klopten ze pas aan toen ze een vergunning nodig hadden.’

ven ontplooien. Het onderzoek wordt

Klazienaveen, Zuidoost-Drenthe.

uitgevoerd in opdracht van het samenwerkingsverband van grote plattelandsgemeenten P10. In de volgende acht gemeenten wordt gesproken met bewoners: Aa en Hunze, Berkelland, Borger-Odoorn, Goeree-Overflakkee, Hof van Twente, Opsterland, Peel en Maas en Schouwen-Duiveland. Meer informatie kunt u inwinnen via roel.during@wur.nl .

LITERATUUR Krimpbeleid met sociale media; Sturen met sociaal kapitaal op maatschappelijke energie. Roel During en Rijk Willemse. Deel vijf in de reeks ‘Zo doen wij dat

Beleidsbril af

hier!’; 2013. Te raadplegen via:

Volgens During en Willemse is een gemeente die de negatieve gevolgen van krimp beperkt of zelfs ombuigt in positieve gevolgen, goed in staat om de beleidsbril af te zetten en waar te nemen wat er buiten het formele circuit gebeurt. Communiceren met bewoners in hun eigen taal en in hun eigen communicatielandschap is daarvoor nodig. Willemse: ‘Dat gaat de laatste jaren steeds beter maar we komen van ver. Nog niet eens zo lang geleden werd het ambtenaren

www.rijkwillemse.nl/562-beleid-met-sociale-media.

@

WEBSITES www.rijkwillemse.nl

06/2018  Stadswerk magazine 9


Het antwoord van Den Helder op krimp en verloedering

Zeestad: bouwen voor de stad Inertie, een negatieve spiraal van krimp en verloedering; soms komt een stad er op een gewone manier niet meer uit. In Den Helder werd ruim tien jaar geleden Zeestad opgericht om het centrum te revitaliseren. Met een sterke focus op de kwaliteit van de openbare ruimte is inmiddels al veel bereikt. Ferdinand Vreugdenhil, directeur-bestuurder van Zeestad, vertelt erover.

R

uim tien jaar geleden stond Den Helder er niet al te best voor. De voormalige rijkswerf was weliswaar helemaal gerenoveerd, maar meer dan de helft van de gebouwen stond er leeg. In de naoorlogse wijk Nieuw Den Helder was sprake van een hardnekkige sociaal-economische problematiek. De kwaliteit van de openbare ruimte in het centrum liet te wensen over, met een ratjetoe aan straatmeubilair, en ook de architectonische kwaliteit van diverse panden was onder de maat.

10  Stadswerk magazine 06/2018

Toen ook nog het college viel, vond de provincie Noord-Holland het tijd om in te grijpen. Samen met het Ministerie van Defensie (een belangrijke speler in deze marinestad) en het toenmalige Ministerie van VROM werd een stuurgroep stedelijke vernieuwing opgericht. ‘Deze stuurgroep had een werkorganisatie nodig en dat werd Zeestad’, vertelt Ferdinand Vreugdenhil, directeur-bestuurder van Zeestad. ‘We zijn een CV/BV-constructie met twee aandeelhouders: de gemeente Den Helder en de provincie Noord-Hol-


TEKST MICHIEL G.J. SMIT, Redactie Stadswerk magazine

land. Al het geld voor stedelijke vernieuwing is bij ons ondergebracht en we hebben de ruimte om bedrijfsmatig en slagvaardig te opereren. We hebben geen gedwongen winkelnering, we kunnen samenwerkingspartners kiezen die we het meest geschikt achten om onze doelen te realiseren.’

Uitwerkingsplan Stadshart Zeestad is begonnen met het ontwikkelen van een visie, vervat in het Uitwerkingsplan Stadshart, in samenwerking met Edzo Bindels van West8. Dit plan is nog steeds de drager van alle projecten. Daarbij wordt niet alleen het vastgoed, maar de hele openbare ruimte bij de ontwikkeling betrokken. ‘Kwaliteit is voor ons belangrijker dan kwantiteit’, zegt Vreugdenhil. ‘Of het nu om het stationsgebied gaat of de nieuwe schouwburg: de gebiedskwaliteit moet tip top in orde zijn. We kiezen bijvoorbeeld consequent voor Hollandse gebakken rode steen waardoor het effect van een rode loper door het centrum ontstaat. Door gericht ingrijpen en telkens hoge ruimtelijke kwaliteit te leveren, wordt de rest van het centrum, en daarmee de rest van de stad, omhoog getrokken.’

Ferdinand Vreugdenhil: ‘Kwaliteit is voor ons belangrijker dan kwantiteit.’

Om zijn werk goed te kunnen doen, is het belangrijk dat Zeestad goede contacten onderhoudt met de

ENKELE MAJEURE PROJECTEN VAN ZEESTAD 1. Nieuwe locatie voor theater De Kampanje op de Oude Rijkswerf Willemsoord. Dit opent de deur naar verdere ontwikkeling en toevoegingen van dit monumentale gebied. 2. Een compacter en aantrekkelijker stadscentrum met diverse nieuwe en opgeknapte panden. 3. Metamorfose van de Beatrixstraat. Deze as van het station naar Willemsoord is nu een voetgangersgebied waar de auto te gast is. In het midden van de straat is een dubbele bomenrij. 4. Herstel en herbestemming van de Forten Kijkduin en Westoever, onderdeel van de Stelling van Den Helder. 5. Een nieuw stadspark, dat uiteindelijk het station met de Zeedijk zal verbinden. 6. Herinrichting van het Stationsplein, met schaalverkleining en de menselijke maat als principe.

diverse partners in het gebied, niet in de laatste plaats de gemeente. Vreugdenhil: ‘De gemeente is naast financieel partner de partij die onze projecten democratische legitimiteit verleent. Zonder meerderheid in de gemeenteraad kunnen we onze plannen niet uitvoeren. Om draagvlak te krijgen en te houden, moet je keer op keer bewijzen dat je betrouwbaar bent en goede resultaten boekt. We leveren twee keer per jaar uitgebreide management­ rapportages en ieder jaar wordt de planexploitatie compleet herzien aan de hand van de nieuwste ontwikkelingen. Mede daardoor hebben we ons huishoudboekje goed op orde en hoeven we geen onverwachte tegenvallers te melden.’ Met de Woningstichting Den Helder wordt eveneens innig samengewerkt (zie ook de kadertekst). ‘Om hun bezit goed te kunnen exploiteren, hebben ze alle belang bij een goed functionerend centrum’, zegt Vreugdenhil. ‘We werken dan ook actief samen. Ook bij hen wordt volop geïnvesteerd in de kwaliteit van de architectuur en de directe omgeving.’

06/2018  Stadswerk magazine 11


Robbert Waltmann: ‘Den Helder heeft in het verleden al genoeg zesjes behaald, wij gaan voor een acht of hoger.’

WONINGSTICHTING DEN HELDER, EEN ZEER ACTIEVE PARTNER Woningstichting Den Helder, eigenaar van 40 procent van de woningen in Den Helder, is een belangrijke partner voor Zeestad. ‘Om onze kerntaak goed uit te kunnen voeren, hebben wij alle belang bij een vitale en aantrekkelijke binnenstad’, zegt algemeen directeur Robbert Waltmann. ‘Het vormt een belangrijke reden voor mensen om in een bepaalde plaats te gaan wonen. Den Helder had wat dat betreft nog stappen te maken.’ De woningcorporatie is vanaf het begin betrokken geweest bij de plannen voor het stadshart. Toch is niet direct vol ingezet op investeren en actieve deelname, zegt Waltmann. ‘We wilden eerst de kat uit de boom kijken, want om verantwoord te investeren heb je stabiliteit in het beleid nodig; een gezamenlijke visie is daarvoor niet genoeg. Maar al binnen enkele jaren is er genoeg vertrouwen opgebouwd om er vol voor te gaan.’ Er is inmiddels een beproefde manier van samenwerken ontstaan, zegt Waltmann. ‘Zeestad doet het horizontale vlak, wij het verticale. Ofwel: Zeestad saneert plekken en levert de kavels op, wij kopen die op en ontwikkelen het verder. Net als bij Zeestad is de kwaliteit van de architectuur daarbij voor ons cruciaal; we investeren daar ook extra in. Den Helder heeft in het verleden al genoeg zesjes behaald, wij gaan voor een acht of hoger en krijgen daar ook erkenning voor. Zo is de nieuwe bibliotheek vorig jaar uitgeroepen tot de beste bibliotheek van Nederland en dingt het momenteel zelfs mee naar de beste bibliotheek ter wereld.’ Een andere effectieve manier om een kwaliteitsimpuls aan het stadshart te geven, is het vernieuwen van winkelgevels. Zeestad stimuleert dit door middel van een subsidie. Waltmann: ‘Het aanpakken van deze jaren ‘60-gevels, die al jaren niet of slecht onderhouden zijn, zorgt voor een grote kwaliteitsimpuls. Je komt als het ware van de hel in de hemel. Als corporatie kunnen wij daar ons steentje aan bijdragen voor zover het panden betreft die in ons bezit zijn en waar boven de winkel wordt gewoond. Het wonen boven winkels stimuleert de levendigheid en sociale veiligheid van het stadshart, dus wij zijn daar groot voorstander van.’ Waltmann heeft ook hoge verwachtingen van het recent door Helder Vastgoed BV, dochter van Woningstichting Den Helder, aangekochte pand van de voormalige V&D, dat nu samen met Zeestad wordt herontwikkeld. ‘Je hebt het over een pand van 6.000 vierkante meter op de meest prominente plek in het centrum. We gaan hier een mooi multifunctioneel pand van maken, met winkels maar ook sociale ruimtes.’

12  Stadswerk magazine 06/2018


In de ruim tien jaar van zijn bestaan heeft Zeestad al heel wat positieve resultaten laten zien. Dat begint nu zijn uitwerking te hebben, merkt Vreugdenhil. ‘Mensen uit andere gemeenten die hier op werkbezoek komen, keren steevast terug met een veel positiever beeld van Den Helder dan ze daarvoor hadden.’ Vreugdenhil raadt andere gemeenten met grote opgaven die in een impasse verkeren aan om het ‘model-Zeestad’ te kiezen. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van dit model? ‘Houdt de opgave zoveel mogelijk in één “container” qua financiën en risico’s, met één budget en één organisatie. Zorg voor continuïteit van de organisatie en de partners. Wij werken bijvoorbeeld al sinds het begin samen met West8 en Woningstichting Den Helder, en al die tijd zitten we op één lijn, met het Uitwerkingsplan als basis. Daarnaast is het belangrijk om veel te investeren in het contact met de gemeente. Dat zorgt, samen met een huishoudboekje dat altijd goed op orde is, voor vertrouwen. En, ook heel belangrijk: denk niet in kwantitatieve maar in kwalitatieve termen.’ Zeestad zal op enig moment Vreugdenhil schat over vijf jaar ophouden te bestaan. ‘Dan zijn

alle majeure opgaven voltooid en hebben wij gedaan waarvoor we in het leven zijn geroepen: met gerichte acties en projecten de stad vitaler en aantrekkelijker maken.’

@

WEBSITES www.zeestad.nl www.woningstichtingdenhelder.nl

De Beatrixstraat na de metamorfose.

De nieuwe locatie van Theater De Kampanje op Willemsoord.

FOTO: ZEESTAD

Positieve resultaten

06/2018  Stadswerk magazine 13


De reis naar een toekomstbestendige binnenstad

De GameChange karavaan van Hengelo Hengelo heeft, zoals vele Nederlandse steden, te kampen met veel leegstand in haar binnenstad. En net als de andere steden probeert ook Hengelo zich te ontworstelen aan het negatieve sentiment. Met inzet van een zogeheten GameChange karavaan zijn de eerste stappen gezet. Het GameChangecafé.

D

e nieuwe weg die Hengelo is ingeslagen, begint met de pilot ‘Spontane Binnenstad’, opgestart door Netwerk Twente¹ en de provincie Overijssel. In deze pilot worden partijen uitgenodigd om initiatieven in te dienen die de binnensteden aantrekkelijker maken. TriMotion meldt zich met de ‘GameChange karavaan’, ofwel een initiatief om in samenwerking met de binnenstadspartijen de stad een positieve impuls te geven door nieuwe concepten te ontwikkelen. Dit plan is in 2015 omarmd door de gemeente Hengelo vanwege het verwachte grote multiplier-effect. Nu, inmiddels drie jaar verder, is de neerwaartse spiraal, mede dankzij de impulsen van ‘de karavaan', omgebogen. Dat ging niet zonder hobbels op de weg maar zorgde uiteindelijk wel voor een omslag in denk- en werkwijze. Inmiddels ligt er een gedragen integraal actieplan en krijgt de binnenstad een forse investeringsimpuls. We nemen u mee op reis met de karavaan.

Het reisplan Het reisplan van de GameChange Karavaan is het visiedocument ‘Toekomstbestendige Binnenstad Hengelo’ (TBH) dat is opgesteld in samenwerking met

14  Stadswerk magazine 06/2018

Stichting Centrummanagement Hengelo, de Rabobank, woningcorporatie Welbions, vastgoedeigenaren en binnenstadondernemers. In de visie zijn de contouren geschetst voor een compacter kernwinkelgebied, herkenbare aanloopstraten, meer wonen en nieuw ondernemerschap in de binnenstad. De gemeente heeft deze visie omarmd zonder extra financiële toezeggingen. Dat was een teleurstelling voor de initiatiefnemers maar paste wel in onze overtuiging dat niet de gemeente maar de gemeenschap aan zet is, met de gemeente in een faciliterende rol. Deze radicale denkomslag is nodig om een gevoel van eigenaarschap te krijgen. Eerste prioriteit is dan ook gedreven reisgenoten te vinden die het stadsbelang boven persoonlijke of zakelijke belangen durven te stellen. Mensen die willen werken aan uitwerkingen van de visie door het vormen van een kern- en klankbordteam. De volgende stap is de verwachtingen weg te nemen dat een toekomstbestendige binnenstad een maakbaar project is. Het is een continu programma waarin partijen samenwerken om een onderscheidende servicebeleving te ontwikkelen die ondersteuning en gastvrijheid biedt aan nieuwe ondernemers en een variëteit van winkel- en horeca-aanbod oplevert. Dat


TEKST HANS OUDE AVENHUIS, Trimotion  BEELD Trimotion

moet zichtbaar zijn in de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte. Servicebeleving zorgt op die manier voor reuring en gezelligheid, en daarmee voor een positief imago van de binnenstad. De piramide van Maslow² is dus voorafgaand aan de reis op de kop gezet: eerst zorgen voor een gedeelde visie op eigenaarschap, daarna betrokkenheid en samenwerking organiseren en pas dan bouwen aan een hernieuwd vertrouwen tussen de stadspartijen. Hengelo beschikt inmiddels over een helder geformuleerde identiteit waar beleid, marketing, promotie en acquisitie aan gekoppeld worden.

Op reis Als je op reis gaat, ben je alert, je observeert beter en je staat open voor nieuwe culturen. Je wilt veilig reizen, maar ook nieuwe dingen ontdekken, ervan leren en eventueel gebruiken. De metafoor van het reizen kan goed worden gebruikt voor zogeheten ‘wicked’ problemen: holistische, alomvattende zaken vanwege de vele actoren en variabelen die van invloed zijn. Die zijn niet op te lossen met lineaire acties zoals herinrichting van de openbare ruimte of een marketing- en acquisitieplan. Cross-overs in de vorm van Stadscafé074, ondersteund met ‘stadscheques’, zijn wel het juiste antwoord. Hierbij bespreken partijen van diverse pluimage relevante zaken, wat uiteindelijk zorgt voor onderling begrip, waardering en een andere mindset, of liever gezegd mindreset.

Studenten zijn vaak nieuwsgierig, onafhankelijk en oordeelvrij. Dat leidt vaak tot onorthodoxe oplossingsrichtingen. Het zorgt daarnaast voor kennisdeling en valorisatie. Er zijn vijf onderzoeksresultaten gepresenteerd aan de gemeente en andere betrokken partijen. Ook dit heeft bijgedragen aan een andere mindset. Er is bovendien unaniem politiek draagvlak ontstaan voor het integraal actieplan voor de binnenstad.

De volgende reis Een toekomstbestendige (binnen)stad is niet te koop en nooit af. De wereld verandert voortdurend en daarmee ook behoeften en mogelijkheden. Daarbij geven economische en statistische modellen slechts een deel van de informatie. Veel meer en bruikbaarder informatie is op te halen bij belanghebbenden en gebruikers. Omarm de initiatieven die hieruit voortvloeien, geef ruimte aan experimenten en sta open voor flexibel gebruik van de openbare ruimte. En blijf vooral ver weg van de illusie van maakbaarheid.  Noten 1. Netwerkstad Twente bestaat uit de gemeenten Almelo, Borne, Oldenzaal , Hengelo en Enschede. 2. De piramide van Maslow is een ordening van behoeften van basaal en concreet naar abstract en verheven. 3. Bij winjewinkel krijgen ondernemers die de stad een eigen cachet geven een half jaar lang gratis huur.

Geen veranderingen maar verbeteringen Veranderingen maken mensen vaak bang en onzeker. De GameChange karavaan brengt daarom geen veranderingen maar verbeteringen mee. Wie kan daar nu tegen zijn? Vooral niet als deze verbeteringen van onderop worden geïnitieerd en klein genoeg zijn om ze te kunnen realiseren zonder grote weerstanden op te roepen. Dit kan alleen als er lef is en vrijheid om te experimenteren. Door gewoon dingen te dóen en fouten te maken om van te leren. Projecten als Winjewinkel³, OmWonen, het GameChangecafé en de Nacht van de korte film hebben hierbij geholpen. Sommige ‘etappes’ van de karavaan zijn ondersteund met praktijkgericht onderzoek door hbo-studenten.

Bijeenkomst van Omwonen om een nieuwe invulling aan leegstaande panden in de binnenstad te geven.

@

WEBSITES www.trimotion.nl www.omwonen.com

06/2018  Stadswerk magazine 15


FOTO: VMR

Maatschappelijk verantwoord straatwerk Arbeidsomstandigheden zijn ketenverantwoordelijkheid Bij de uitvoering van straatwerk worden nog steeds de eisen die de Arbeidsomstandighedenwet daaraan stelt, overtreden. Uit onderzoek door de Inspectie SZW blijkt dat de opdrachtgevers daarbij een belangrijke rol spelen. De Vereniging Modern Straatwerk (VMS) pleit voor het nemen van verantwoordelijkheid door opdrachtgevers en hun adviseurs.

D

e Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW, voorheen onder andere Arbeidsinspectie) voerde in 2017 een inspectieprogramma uit in de bestratingsbranche. Het richtte zich op de arbeidsomstandigheden, met name de fysieke belasting. In het voorjaar van 2017 heeft de ISZW de branche mondeling geïnformeerd over de bevindingen tot dan toe. Het bleek dat, ondanks alle goedbedoelde inspanningen, nog steeds veel overtredingen worden geconstateerd. De Vereniging Modern Straatwerk (VMS) heeft naar aanleiding daarvan het initiatief genomen om dit probleem zo breed mogelijk onder de aandacht te brengen en voorstellen te doen om tot een structurele

16  Stadswerk magazine 06/2018

verbetering van de arbeidsomstandigheden te komen. Straatwerk moet op een gezonde manier kunnen worden uitgevoerd en aantrekkelijk zijn voor jongeren. Slechte arbeidsomstandigheden kosten de samenleving uiteindelijk veel geld. Mechanisch straatwerk is daarom ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Ketenvereniging Voorheen richtte de VMS zich uitsluitend op mechanisatie van het straatwerk, maar we zien mechanisatie niet als doel op zich. Mechanisatie is een middel om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en zo vakkrachten voor de branche te behouden en een aantrekkelijke branche te zijn voor jonge vaklieden. Verantwoord straat-


TEKST PETER LIGTHART, Vereniging Modern Straatwerk

OVER VMS De VMS is hét platform voor alle partners in de keten en staat voor maatschappelijk verantwoord straatwerk. De VMS werkt aan een moderne, gezonde en duurzame bestratingsbranche, op basis van wederzijds respect en verantwoordelijkheid. De VMS zet zich in voor kwaliteitsverbetering van

Uit deze onderzoeken blijkt dat opdrachtgevers in hun bestekken in veel gevallen aannemers te veel ruimte te geven om af te wijken van de wetgeving ten aanzien van arbeidsomstandigheden. Soms kiezen opdrachtgevers, veelal gemeenten, zelfs openlijk voor handmatige verwerking, terwijl het mechanisch aanbrengen mogelijk is, of staan zij handmatige verwerking oogluikend toe in situaties waarin dat op grond van de Arbeidsomstandighedenwet verboden is.

straattechnieken met aandacht voor gezondheid en welzijn van mens en werk met respect voor de

Actieplan VMS

omgeving.

werk betekent echter ook dat de kwaliteit moet worden geborgd en dat er aandacht is voor de omgeving. De VMS is een actieve en bloeiende vereniging met op dit moment 58 leden, waaronder gemeenten, bestratingsbedrijven, fabrikanten en leveranciers van elementen en bestratingsmachines. De vereniging is onder andere initiatiefnemer van de ontwikkeling van beoordelingsrichtlijn BRL 9334 Straatwerk, als basis voor de certificering van uitvoering van straatwerk.

De VMS heeft een discussiebijeenkomst georganiseerd waarin alle ketenpartijen waren vertegenwoordigd. Aan de verschillende ketenpartners is de vraag voorgelegd welke bijdrage zij zouden kunnen leveren aan verbetering van de arbeidsomstandigheden en welke maatregelen zij van andere ketenpartners nodig hebben, of verwachten, om dat te realiseren. Dat heeft een breed scala aan ideeën en acties opgeleverd, die zijn verwerkt in een actieplan. Als belangrijkste knelpunten kwamen onder andere naar voren: gebrek aan kennis bij opdrachtgevers, ontwerpen die geen rekening houden met mechanische verwerking, onderaanneming en gebrekkig toezicht. In dat kader zou ook CROW-publicatie 324 moeten worden herzien aan de hand van de nieuwste inzichten.

Bevindingen van de inspectie

Rol van de opdrachtgever

De ISZW constateert dat veel bedrijven aangeven niet op de hoogte te zijn van het direct beboetbaar zijn van het handmatig verwerken van bepaalde gewichten stenen en opsluitbanden. De inspectiedienst stelt verder vast dat het voor de bedrijven verwarrend is dat de CROW-publicatie 324 (Verantwoord aanbrengen elementenverharding, 2013) niet de stand der techniek en professionele dienstverlening weergeeft. De CROW-publicatie wordt volgens de dienst te veel gebruikt als alibi om toch handmatig te kunnen bestraten, terwijl mechanisch straten de (wettelijke) norm is.

Afgezien van particuliere terrassen en opritten is het grootste deel van de opdrachtgevers voor straatwerk een lokale overheid. Juist deze opdrachtgevers hebben een voorbeeldfunctie en de (morele) verplichting om toe te zien op het voldoen aan wetgeving. Het zorgen voor goede arbeidsomstandigheden van de mensen die werk in opdracht van een gemeente uitvoeren, is een maatschappelijke verantwoordelijkheid, zoals ook duurzaam inkopen dat is. De VMS wil graag in gesprek met opdrachtgevers om te bekijken hoe aan deze maatschappelijke verantwoordelijkheid op een effectieve manier invulling kan worden gegeven; met borging van kwaliteit, aandacht voor gezondheid en welzijn van mens en werk met respect voor de omgeving. Beoordelingsrichtlijn (BRL) 9334 Straatwerk kan daarbij een effectief hulpmiddel zijn.

Meer info: www.modernstraatwerk.nl

Naar aanleiding van eerdere bevindingen legt de ISZW de focus op de keten. Het beheersen van risico’s begint bij de opdrachtgever en de ontwerper, en de hoofdaannemer is vanwege zijn coördinatieplicht medeverantwoordelijk. In dat kader onderzoekt de ISZW ook de rol van de opdrachtgever (en zijn adviseurs) bij de keuze voor de uitvoeringswijze bij de opdrachtverstrekking.

06/2018  Stadswerk magazine 17


COLUMN TEKST GERT-JAN HOSPERS, Universiteit Twente & Radboud TEKSTUniversiteit 12_auteur

Een stad is geen getal Eind mei kwam de Atlas voor gemeenten 2018 uit, het periodieke onderzoek dat het woonklimaat van de vijftig grootste gemeenten in ons land in kaart brengt. Net zoals de afgelopen jaren wordt de lijst aangevoerd door Amsterdam, Utrecht en Amstelveen. Qua woonaantrekkelijkheid staat Den Haag op de vijfde positie, Eindhoven op de vijftiende plaats en Groningen op de 24e plek. Traditiegetrouw bungelen steden als Almere, Spijkenisse (sinds 2015 deel van de gemeente Nissewaard) en Emmen onderaan de lijst. Volgens de Atlas-onderzoekers kun je daar maar beter niet wonen. We leven in een tijd van tellen, turven en toetsen. Dat we de prijs van een mand boodschappen bij de Albert Heijn, Jumbo en Dirk met elkaar vergelijken is nog tot daaraan toe. En ook economische cijfers van gemeenten (denk aan het aantal werklozen en bedrijfsvestigingen) zijn enigszins vergelijkbaar. Maar het is wonderlijk dat onderzoekers een uitspraak doen over zoiets relatiefs en subjectiefs als het woonklimaat. Woonaantrekkelijkheid laat zich niet in indicatoren, statistieken en cijfers vangen. Voor een gezin is Amstelveen misschien een eldorado, maar een beetje student vindt het er maar saai. Het probleem van de meeste woonlijstjes is dat ze niet naar leeftijd, levensstijl of beroepsgroep specificeren. Ze zijn het resultaat van gemiddelden, een maat waarover Godfried Bomans eens opmerkte: ‘Een statisticus waadde vol vertrouwen door een rivier die gemiddeld één meter diep was. Hij verdronk.’ Bovendien is de keuze van indicatoren bepalend voor de uitkomst: in het onderzoek krijg je eruit wat je erin stopt. Zo dragen volgens de Atlas-onderzoekers onder meer het aantal uitvoeringen in de podiumkunsten en de kwaliteit van de restaurants binnen de gemeente bij aan de lokale woonaantrekkelijkheid. Goed, het is leuk als je kunt kiezen uit tientallen theatervoorstellingen om de hoek en een naburig restaurant met een Bib Gourmand-notering. Maar hoe belangrijk is dat nu echt voor ons woongenot? De meeste mensen wonen gewoon ergens, hebben hun vaste adresjes om uit eten te gaan en zitten thuis net zo lief eens een keer op de bank.

18  Stadswerk magazine 06/2018

Woon­ aantrekkelijkheid laat zich niet in indicatoren, statistieken en cijfers vangen Gelukkig heeft de Atlas voor gemeenten concurrentie. Elk jaar verschijnt namelijk het Elsevier-onderzoek ‘De beste gemeenten’ dat de woonaantrekkelijkheid van alle gemeenten in ons land met elkaar vergelijkt en daarbij z’n eigen indicatoren hanteert. Op het moment dat ik deze column schrijf, is de uitslag daarvan nog niet bekend. Maar ik voorzie nu al dat de relatieve score van de steden in de Elsevier-lijst er anders uitziet dan in de Atlas voor gemeenten 2018. Dat geeft meteen aan dat de ranglijsten zijn gebaseerd op statistische voodoo. En ook al zou het zo zijn dat Amsterdam objectief gezien aantrekkelijker is dan Emmen, dan nog verhuizen Emmenaren niet massaal naar onze hoofdstad. Er zijn veel ‘plakfactoren’ van mensen aan hun woonomgeving, zoals de nabijheid van familie, vrienden, werk en vrijetijdsbesteding. En menigeen heeft ook warme gevoelens bij zijn woonplaats, al dan niet gekleurd door mooie gebeurtenissen in het persoonlijke leven. Dat in de Atlas voor gemeenten Emmen dit jaar opnieuw de hekkensluiter is, zal veel inwoners een zorg zijn, zeker na de goede prestaties van ‘hun’ FC Emmen. Laten we ons daarom niets aantrekken van al die stedenlijstjes. Echt: wat onderzoekers ook beweren, een stad is geen getal.


FOTOGRAFIE: COREY CLASSIC

SPECIAL

Sport in de openbare ruimte De populariteit van sportscholen is in de jaren 1990 tot 2005 (cijfers ObiN) verdubbeld, waardoor ons land nu zo’n twee miljoen sportschoolgebruikers kent. Daarnaast is er ook een grotere diversiteit van sporten in de openbare ruimte zichtbaar, met nieuwe vormen van buitensport, zoals Calisthenics. Nijha is al jaren werkzaam in deze branche en houdt de wisselende trends goed in de gaten zoals u verderop kunt lezen. Kennis Centrum Sport spreekt een woordje mee met een uitgebreid verhaal over de inspanningen van de Gemeente Groningen om nog meer bewoners te laten bewegen. Voor het gezond oud worden van haar bewoners ontwikkelde de gemeente zelfs een strategische visie.

Burgerparticipatie is tegenwoordig bij de inrichting van de openbare ruimte een belangrijke factor. En helemaal als het om de aanleg van plaatsen gaat waar bewoners van alle leeftijden actief een sport kunnen beoefenen. In alle artikelen is dit een terugkerend thema, waarbij de mensen van IJslander gemeenten de mogelijkheid bieden om eens een Calisthenics installatie uit te proberen. Voor een dergelijke proefopstelling hebben ze een mobiele oplossing bedacht die het mogelijk maakt om een buurt te laten ervaren wat de voordelen van deze bijzondere buitensport zijn. Ten slotte het nieuwste initiatief van BOERplay: een huiskamer in de openbare ruimte voor jongeren. Zonder ouders, uiteraard.

06/2018  Stadswerk magazine 19


SPECIAL

Calisthenics: sociale sport in de buitenlucht W

anneer je Calisthenics beoefent, dan wil je dat goed doen. Doordat IJslander samenwerkt met Calisthenics-groepen, weten zij als geen ander hoe zij BarForz optimaal op een terrein kan plaatsen, in de meest ideale combinatie van toestellen voor de optimale tevredenheid onder gebruikers. In de zomer van 2017 opende de gemeente Den Haag samen met initiatiefnemer Project Limitless een van de meest veelzijdige Calisthenics parken in de lage landen in park Madestein, Den Haag Loosduinen. IJslander tekende voor de ontwikkeling, productie en installatie van de BarForz beweegtoestellen. De BarForz-toestellen van IJslander zijn gemaakt van herbruikbaar RVS.

Nauwe samenwerking Project Limitless is een Haags sportinitiatief, opgericht door twee jongeren uit Den Haag. Beiden hebben een sportopleiding genoten en trainen dagelijks.

Hun voorliefde: buiten trainen met het eigen lichaamsgewicht voor een fitter en sterker lichaam. Omdat zij graag anderen willen inspireren om gezonder te leven, richtte Project Limitless onder meer een platform op voor (Haagse) jongeren tussen de 15 en 23 jaar met overgewicht. Via dit platform kunnen buitensportliefhebbers, zoals Calisthenics- en Bootcampbeoefenaars, informatie uitwisselen en afspreken om in groepsverband te trainen. Als locatie om gezamenlijk te trainen, maakt Project Limitless al gebruik van de BarForz beweegtoestellen in het Zuiderpark in Den Haag. Echter, om nog meer jongeren te enthousiasmeren waren ze op zoek naar nog een plek voor een zeer uitgebreid Calisthenics parcours met reguliere en op maat gemaakte beweegtoestellen. Ze dienden een aanvraag in bij de gemeente Den Haag, die het initiatief toejuichte en een plek toewees in Park Madestein, Den Haag Loosduinen.

Expertise en maatwerk IJslander werd benaderd om mee te denken over de inrichting en opstelling van het Calisthenics parcours. In nauw overleg met de gemeente Den Haag en Project Limitless ontwierp IJslander een veelzijdig Calisthenics parcours. Het parcours is inmiddels in gebruik en Calisthenics-, Bootcamp- en andere buitensportliefhebbers kunnen in een groep (of solo) tegelijk trainen. Er zijn circa vijftien trainingsmogelijkheden, waarvan een aantal op maat zijn ontworpen voor de groep. Ook de opstelling is maatwerk: de toestellen zijn dusdanig opgesteld dat deze vanuit de lucht gezien het logo van Project Limitless vormen. Hierdoor

20  Stadswerk magazine 06/2018


is er, een van de wensen van de opdrachtgever, ook veel ruimte in het midden en tussen de toestellen om te kunnen verzamelen en/of in een groep grondoefeningen te doen.

Onderzoek IJslander heeft al haar toestellen bedacht, ontwikkeld en geproduceerd in nauwe en langdurige samenwerking met erkende Calisthenics experts. En uit onafhankelijk onderzoek door Kennispraktijk blijkt 82 procent van de ondervraagde gebruikers erg tevreden te zijn over het gebruik, de functies en de uitstraling van BarForz. Omdat het beweegtoestel altijd bereikbaar is, wordt er zowel overdag als ’s avonds getraind. Uit het onderzoek blijkt verder nog dat 59 procent van de ondervraagden minimaal één keer per week gemiddeld een half uur traint op de BarForz beweegtoestellen met een gemiddelde of hoge intensiteit. Ook omwonenden zijn gevraagd naar hun ervaring met het sporttoestel in de wijk. Hun reactie is positief: BarForz vervult een sociale functie, want sinds de beweegtoestellen er staan, is die locatie een ontmoetingsplek waar jongeren elkaar stimuleren om te sporten en juist niet om te gaan ‘hangen’. Buurt­bewoners ervaren de BarForz beweegtoestellen dan ook als toegevoegde waarde voor hun wijk.

Uittesten De gemeente Breda was in 2016 de eerste gemeente met een ‘mobiel’ BarForzveld. Op deze wijze kunnen de jongeren uit de buurt een tijdje het veld uitproberen en maken andere buurbewoners kennis met de sport en haar beoefenaars. Het veld zat verankerd, zodat het net zo stevig is als het ‘normale’ veld. Anton Lips, elementmanager Groen, Reiniging, Spelen en Recreatievoorzieningen bij de gemeente Breda, over het mobiele veld: ‘Eerder moesten Calisthenics-beoefenaars naar een andere stad om te trainen. Van de wijkbeheerder hoorde ik positieve geluiden. En als ik er ’s avonds langs rijd, zijn er altijd jongeren aan het sporten. Het is een ontzettend fanatieke, maar ook sociale doelgroep.’ Het plaatsen van een demomodel is in iedere gemeente mogelijk. IJslander plaatst als pilot twee maanden lang gratis een model in de gemeente. Dit toestel is mobiel en gemakkelijk verplaatsbaar, maar geheel verankerd. Alle Calisthenics oefeningen kunnen daarom net zo als normaal beoefend worden. Na twee maanden toch uitgekeken? Dan haalt IJslander het toestel gewoon weer op. Meer info: www.ijslander.com/calisthenics-bootcamp

06/2018  Stadswerk magazine 21


SPECIAL

'Wat wij willen is een huiskamer, zonder ouders' H

et liefst sluiten jongeren zich, al dan niet samen met vrienden, op in een ruimte thuis. Zónder ouders wel te verstaan. Om daar hun ‘ding’ te kunnen doen, te gamen en gewoon wat te hangen. Maarten (15) vatte het pakkend samen tijdens onderzoek naar de beleving van jongeren in de buitenruimte. 'Wij willen een huiskamer, maar dan zonder ouders.'

Jongeren in de buurt Uit recent onderzoek blijkt tevens dat er een daling is in buurtoverlast door jongeren. Vandaag de dag zijn er immers buiten steeds minder aantrekkelijke plekken waar de jeugd graag verblijft. Want wie wil er nu worden verbannen naar de rafelranden van de buurt? Daar zijn momenteel de meeste plekken ingericht die voor jongeren zijn bedoeld.

Beweging en sociale ontwikkeling Wat als je tot die gemeenten behoort waar nog wel overmatig veel buurtoverlast door jongeren wordt ervaren? Of als je wilt stimuleren dat jongeren niet alleen in huis hangen achter een beeldscherm, maar naar buiten gaan, sporten, bewegen en zich sociaal verder ontwikkelen? OUR PLACE, het nieuwe ontwerpconcept van inrichtings­ expert BOERplay, biedt alle elementen om de omgeving voor jongeren in de buitenruimte op passende en aansprekende wijze in te richten.

22  Stadswerk magazine 06/2018

Draagvlak De ontwerpvisie achter OUR PLACE maakt onder andere gebruik van CPTED richtlijnen. CPTED staat voor Crime Prevention Through Environmental Design en is erop gericht om de (sociale) veiligheid van de gebouwde omgeving te waarborgen. Ook wordt gekeken naar de verschillende typen jongeren en de samenhang met andere ruimtegebruikers. Het beste draagvlak ontstaat wanneer de buurt, ook de jongeren, wordt betrokken bij het ontwerp van de buitenruimte. Door de interactie tussen alle partijen op een sympathieke manier te faciliteren, creëer je begrip en acceptatie tussen de verschillende groepen.

Een eigen plek Jongeren verdienen een eigen plek, een eigen huis­ kamer in de openbare ruimte. En ja, ze kunnen daar wegduiken in hun smartphone als ze dat willen, maar óók sporten, bewegen, competitie aangaan met elkaar of gewoon gezellig kletsen en anderen ontmoeten. Jongeren vinden het maar wat fijn om een eigen plek te hebben en gezien te worden. En de omgeving vindt het fijn als ze een oogje op de jongeren kunnen houden. Slim design in de buitenruimte maakt het voor de jeugd interessant om naar buiten te gaan, in beweging te komen. En slimme inrichting van de ruimte bevordert tevens de sociale cohesie en onderlinge acceptatie in de buurt. Meer informatie: www.boerplay.com


Nieuwe kansen voor sport in de openbare ruimte M

eer dan veertig procent van de Nederlandse bevolking sport en beweegt in de openbare ruimte. Dat wordt de komende jaren alleen nog maar meer. Dit vraagt om een andere visie en inrichting van deze ruimtes en om ontwerpen die aansluiten bij de ongeorganiseerde sporters in de wijk.

Van spelen naar bewegen Obesitas, gezondheid, voldoende beweging en andere sportbehoeftes. Een aantal voorbeelden die ten grondslag liggen aan de trend dat er steeds meer aandacht is voor bewegen en sport in de wijk voor alle leeftijden, naast het ‘traditionele’ spelen voor jonge kinderen. En de beweegruimtes die worden gebouwd, worden ook beter gemonitord wat betreft gebruikersintensiteit. Met als positieve ontwikkeling dat hierdoor enkel nog beweegruimtes gerealiseerd worden die intensiever en beter gebruikt kunnen worden.

Urban Sports timmert aan de weg De urban sporten Skaten, BMX-en en Streetbasketball kennen we al weer wat jaartjes, maar we zien ook een nieuwe trend in urban sports in de wijk opkomen. Wat te denken van freerunning? Of van het steeds populairder wordende Bootcamp of Calisthenics? En het superhippe Obstacle Run, dat massaal wordt beoefend door dertigers. De openbare ruimte is - de naam zegt het al - van iedereen. De Urban Sporten zijn een oplossing die aansluit bij de behoeftes van deze ‘nieuwe beweeggroep’ in de openbare ruimte.

plekken in de wijk. Dit zorgt niet alleen voor meer inspraak, maar ook tot hoger gebruik en meer ‘ownership’ na de bouw. Het in een vroeg stadium betrekken van (ongeorganiseerde) sporters bij bijvoorbeeld ontwerpprocessen is belangrijk voor de slagingskans van een locatie.

Voor iedere ruimte een beweegoplossing Nijha heeft als ambitie om voor iedere openbare ruimte een beweegoplossing te bieden, met het oog op de wensen van de buurt. Enkele concrete voorbeelden zijn een 3x3 Streetball Court, dat voldoet aan de wensen van deze kersverse Olympische Sport. En voor Calisthenics en Bootcamp is er een lijn die samen met kenners uit deze wereld is ontwikkeld. Voor de ‘upcoming’ Urban Sporten heeft Nijha samen met urban sporters oplossingen op maat gecreëerd, zoals de SportContrainer. Zodat, afhankelijk van welke urban sporten populair zijn in een bepaalde wijk, er altijd een oplossing is. Meer info: www.nijha.nl/urban-sports

Burgerparticipatie Steeds vaker mogen kinderen – maar ook volwassen buurtbewoners – meepraten over nieuwe beweeg06/2018  Stadswerk magazine 23


SPECIAL

De actieve stad Groningen H

oe richt je een stad zo in dat inwoners zich sportief uitgedaagd voelen? De gemeente Groningen legde als een van de eersten in Nederland een sterke basis voor meer vitaliteit, met de nota ‘De Bewegende Stad’. Doel was de beschikbare ruimte in de stad effectiever en efficiënter te benutten, en om daarbij ruimte te geven aan sport en spel. Er gaat niets boven Groningen als het aankomt op actief transport. Groningen is een compacte stad waarbij de meeste voorzieningen op loop- of fietsafstand liggen. Al sinds decennia krijgen voetgangers en fietsers er volop de ruimte. Niet voor niets scoort Groningen hoog in onderzoeken naar het bewegen van haar inwoners: 71,5 procent van de Groningers voldoet aan Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Dat is 12 procent boven het landelijk gemiddelde.

Veel te winnen Tegelijkertijd valt er in de stad Groningen nog veel te winnen. De levensverwachting ligt bijvoorbeeld lager dan het landelijke gemiddelde. Ook kampt Groningen met grote gezondheidsverschillen tussen groepen inwoners en tussen wijken. Naast preventieve gezondheidsmaatregelen wil Groningen door middel van de inrichting van de stedelijke omgeving - zoals infrastructuur en openbare ruimte - bijdragen aan de verbetering van gezondheid van haar inwoners. De gemeente ontwikkelde een strategische visie op Healthy Ageing, waar sport- en beweegbeleid integraal onderdeel van uitmaken.

Groot lokaal netwerk Samenwerking met lokale en regionale partners is een belangrijke voorwaarde om van visie naar werkelijkheid te komen. Om het aantal gezonde levensjaren

24  Stadswerk magazine 06/2018

van de inwoners van stad en regio te vergroten, werken de stad Groningen, kennisinstellingen en het Healthy Ageing Network Northern Netherlands samen met vele partners, zoals het bedrijfsleven en bewonersgroepen. Net zo belangrijk is het betrekken van diverse disciplines bij de ambities van de stad. Architecten, stedenbouwers, landschapsarchitecten, demografen, gezondheidswetenschappers en vertegenwoordigers van sport- en beweegsector, leveren ieder vanuit hun eigen vakgebied relevante bouw­ stenen.

Gebruikers betrekken is succesfactor Voor het succesvol gebruik van de sportieve openbare ruimte is het vooraf betrekken van potentiële gebruikers heel belangrijk. Plekken die op initiatief van burgers tot stand zijn gekomen, of waarbij burgers betrokken zijn bij de inrichting, blijken een groot succes in Groningen. Het betrekken van al die inwoners, ondernemers, scholen, verenigingen en initiatiefnemers is een intensief proces, maar wel één van de succesfactoren. Niet alleen voor het creëren van draagvlak, maar ook om cofinanciering te verkrijgen.


Projecten worden in Groningen veelal met cofinanciering van andere partijen gerealiseerd, het is nooit enkel de gemeente die betaalt.

Realisatie projecten De Bewegende Stad heeft al diverse successen geboekt. In samenspraak met omwonenden en ondernemers zijn er multifunctionele sport- en speelplekken gerealiseerd. Op initiatief van een aantal jongeren is er een freerunninglocatie aan de Vrydemalaan tot stand gekomen. Op verschillende plekken in de stad legde de gemeente watertappunten aan en in het Stadspark is een discgolf-course aangelegd. En de stroom met ideeën houdt aan. Hieronder volgen enkele aansprekende voorbeelden.

Diamantpark Vinkhuizen In Vinkhuizen moest een skatebaan vervangen worden. Sportverenigingen, scholen en organisaties in de wijk werkten nauw samen, in co-creatie met de omgeving en cofinanciering met lokale ondernemers. Door de grote diversiteit aan bewoners in Vinkhuizen was intensief overleg met de omwonenden belangrijk. Het resultaat mag er zijn: drie cirkels met daarin fitnesstoestellen, een pannakooi en freerunning. Ook het bestaande basketbalveld krijgt een upgrade.

te, met mogelijkheden tot fitness, voetbal en basketbal. Het Noorderpoortcollege zit aan het roer van dit project en betaalt mee. In een speciale bijeenkomst konden studenten en medewerkers hun ideale sportplek tekenen. Dat werd besproken met alle betrokkenen voor een breed gedragen ontwerp. De gemeente participeert financieel en met kennis en helpt de verbinding met de omgeving te leggen.

SC Stadspark en The Bootcampclub Groningen Voetbalvereniging SC Stadspark wil haar ruimte openbaar toegankelijk maken. Zij wil sportgelegenheden rond het veld aanleggen die het publiek kan gebruiken. Dit als reactie op de vele hardlopers en bootcampers die al in het Stadspark actief zijn. Bootcampclubs mogen voortaan hun materialen opslaan in de ruimtes van de voetbalclub en hun douches gebruiken. De vrijwilligersmakelaar draagt bij aan het betrekken van de wijk.

Handreiking sport, bewegen en de omgevingswet

Beweegplek Laanhuizen

Vereniging Sport en Gemeenten heeft een Handreiking Sport, bewegen en de Omgevingswet geschreven. Een praktisch hulpmiddel voor beleidsmedewerkers om aan de slag te gaan, zodat sport en bewegen de plek binnen de openbare ruimte krijgt die het verdient.

Laanhuizen is door de ligging interessant voor veel doelgroepen: de gebruikers van het stadspark, bewoners uit de omgeving en leerlingen van diverse scholen. Er komt een sportieve plek in de openbare ruim-

Meer informatie: www.allesoversport.nl www.kenniscentrumsport.nl

06/2018  Stadswerk magazine 25


TEKST MAARTEN LOEFFEN, Vereniging Stadswerk Nederland

Stadswerk Internationaal

European Rural Town Society (ERTS) China wil de migratie naar de miljoenensteden afremmen en mensen ertoe bewegen terug te keren naar plattelandssteden (circa 75.000 inwoners). Om te ontdekken welke Europese voorbeelden navolging verdienen, is de European Rural Town Society (ERTS) opgericht.

U

rbanisatie, de trek naar de stad, is een wereldwijde trend. Daarbij ontstaan steden die qua bevolkingsaantal ons voorstellingsvermogen ver te boven gaan. Guangzhou in China telt bijvoorbeeld maar liefst 48,6 miljoen inwoners. Verkeerscongestie, milieuverontreiniging en bijkomende gezondheidsproblemen zetten de leefbaarheid in deze steden zwaar onder druk. Oplossingen worden gezocht door de groen-blauwe infrastructuur te verbeteren. Landschapsarchitecten zoals Niek Roozen ontwerpen daarvoor spectaculaire oplossingen, die worden gerealiseerd met een onvoorstelbaar korte doorlooptijd. Natuurlijk wel met de kanttekening dat in China het individueel belang sneller dan wij gewend zijn moet wijken voor het algemeen belang.

Terugkeer naar plattelandssteden Door de klimaatverandering worden deze megasteden nog kwetsbaarder dan ze al waren. Daarom ontwikkelt de Chinese regering een strategie om de terugkeer naar plattelandssteden te bevorderen. Hoe kan er ook daar worden gezorgd voor voldoende economische activiteiten, een aantrekkelijke leefomgeving met voldoende huisvesting en een goed ontworpen groen-blauwe infrastructuur? Voor ideeën en inspiratie kijken de Chinese gemeenten naar Europa en als groene metropool Nederland hebben we daarbij ook een verhaal te vertellen. In Nederland zien we

26  Stadswerk magazine 06/2018

CONGRES IN MARSEILLE Van 28 juni tot 1 juli 2018 vond een eerste congres plaats in Marseille. Vertegenwoordigers uit acht Europese landen gingen in gesprek met een Chinese delegatie. Stadswerk belichtte daarbij de Nederlandse situatie.

immers ook de grote steden in de Randstad groeien maar kennen we ook succesvolle kleinere steden en dorpen. Zowel het Sociaal en Cultureel Planbureau als RUIMTEVOLK publiceerden de afgelopen jaren over de achterliggende succes- en faalfactoren. Bij het verschijnen van dit magazine is het eerste congres in Marseille achter de rug en is onze Nederlandse praktijk besproken en vergeleken met de situatie in andere Europese landen. Dat helpt China verder en is ook heel nuttig voor een reflectie op (en relativering van) onze eigen sores. En wie weet leidt dit alles ertoe dat ook andere Nederlandse gemeenten kunnen rekenen op Chinees bezoek, zodat het wat rustiger wordt in Giethoorn.  Voor meer informatie over de European Rural Town Society en de uitkomsten van het congres in Marseille kunt u contact opnemen met maarten.loeffen@stadswerk.nl


TEKST EELCO VISSER, Vereniging Stadswerk Nederland

Wiebe Oosterhoff is… Aan het Stadswerk Wiebe Oosterhoff is van origine landschapsarchitect. Vier jaar geleden maakte hij de overstap van de wereld van Stedelijke ontwikkeling naar Stadsbeheer. ‘In deze tijd staan we vooral voor transformatie- en vervangings­ opgaven. Daar moeten we slim mee omgaan.’

W

iebe maakte een rondje door Nederland en sprak met veertig mensen van binnen en buiten de sector over beheer. ‘Mijn conclusie is dat het een introverte, sectoraal gerichte uitvoeringswereld is. Het ontbreekt aan echte goeroes en breed georiënteerde kennisclubs, die er in de wereld van de ruimtelijke ordening wel zijn. Maar de grote opgaven in steden gaan over transformatie en dat is bij uitstek het domein van beheerorganisaties.’

Veel kennis Wiebe: ‘Er gaan astronomische bedragen om in de beheerwereld. Er wordt jaarlijks in Nederland 15 miljard euro overheidsgeld in de beheerwereld gestopt en ook bij gemeenten gaat het om substantiële bedragen. Dat biedt ruimte om slimme veranderingen te realiseren die antwoorden geven op grote maatschappelijke opgaven als klimaatverandering en de energietransitie. Ik zou graag zien dat we als beheerwereld uit onze schulp kruipen en samen nadenken over de toekomst. We hebben veel kennis, maar die blijft vaak in de koker hangen. Daarnaast ontbreekt het aan strategische denkkracht. Terwijl strategisch en politiek bewuste professionals nodig zijn om kennis te ontsluiten, bijvoorbeeld richting Rijk en Rijksadviseurs.’

Wiebe Oosterhoff: ‘We hebben veel kennis, maar die blijft vaak in de koker hangen.’

Missionaris Wiebe ziet aanknopingspunten in het hoger onderwijs. Deze deelde hij tijdens een Stadswerk-bijeenkomst over arbeidsmarktkrapte in Soest. ‘Beheerorganisaties verliezen op korte termijn veel kennis en kwaliteit door vergrijzing en hebben veel moeite goede jonge mensen binnen te halen. Op hbo-niveau zijn er managementopleidingen voor de leefomgeving. Die zijn populair, maar leveren nog te weinig mensen af om aan de vraag te voldoen. Op universitair niveau is er helemaal niets. Terwijl de uitdagingen in beheer om hoogwaardige kennis vragen. Met iAM Pro en vijf koplopergemeenten (Rotterdam, Zoetermeer, Leiden, Zwolle en Leiden) zijn we bezig een Leerstoel Stedelijk Beheer in te richten. Die beweging is belangrijk, maar het is nog geen brede stroming. Mijn hoop is dat bepalende mensen binnen koepelorganisaties als Stadswerk, CROW, RIONED en iAM Pro gezamenlijk gaan optrekken richting onderwijs om beheer beter verankerd te krijgen. En tot die tijd trek ik als een soort missionaris door Nederland om dat te prediken.’  06/2018  Stadswerk magazine 27


Bruggen bouwen volgens IFD-principes: circulair, duurzaam én goedkoper

Variatie met standaardisatie IFD is een vorm van bouwen waarbij verbindingen tussen elementen van een brug (interfaces) gestandaardiseerd worden. De bouw van vaste en beweegbare bruggen kan hiermee goedkoper, circulair én duurzamer. Om dit mogelijk te maken, ontwikkelt NEN samen met andere partijen een norm voor verschillende interfaces.

I

n Nederland zijn de komende decennia tienduizenden bruggen toe aan vervanging of renovatie. Veel bruggen zijn gebouwd in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ze zijn verouderd, in slechte staat of voldoen niet meer aan de technische en functionele eisen van nu. De komende jaren zal het

verkeer alleen maar toenemen en de belasting op bruggen ook. Vanwege de vaak strategische ligging van bruggen zijn de maatschappelijke en economische gevolgen groot als een brug tijdelijk niet beschikbaar is. Het vervangen en renoveren van deze bruggen is een gigantische operatie die de beschik-

De in ontwikkeling zijnde NTA (Nederlandse Technische Afspraak) is in eerste instantie gericht op beweegbare bruggen, maar wordt doorontwikkeld voor vaste bruggen. De NTA behelst drie categorieën: staal, beton en beweegbare delen. Inmiddels is gestart met een extra categorie ‘aansturing/bediening’.

28  Stadswerk magazine 06/2018


TEKST CATELIJNE VAN CALSTEREN, Provincie Noord-Holland

baarheid en de bereikbaarheid onder druk zet én om forse investeringen vraagt. Omdat alle wegbeheerders in Nederland hiermee te maken krijgen, staat deze opgave hoog op de Bouwagenda. De opgave biedt kansen voor verduurzaming, circulair bouwen en kostenreductie. Standaardisering van interfaces, ook wel IFD genoemd, is één van de oplossingen.

IFD-principe IFD staat voor Industrieel, Flexibel, Demontabel. Ofwel werken met gestandaardiseerde interfaces die fabrieksmatig zijn geproduceerd, precies in elkaar passen, snel aangebracht kunnen worden en geschikt zijn voor hergebruik. Door het definiëren en standaardiseren van de verbindingen tussen elementen van een brug kunnen we bruggen beter, sneller, efficiënter en circulair ontwerpen, bouwen en onderhouden met veel minder hinder voor de omgeving. Zie het principe een beetje als bouwen met Lego, waar alles altijd mooi op en in elkaar past. Voor beweegbare bruggen is de grootste winst te behalen bij elementen die gedurende de levensduur van een brug veel onderhoud vragen of vaker vervangen worden. Maar ook van andere elementen, zoals de betonnen fundering, kunnen de interfaces gestandaardiseerd worden. Het idee om de interfaces van bruggen te standaardiseren, is ontstaan bij de provincie Noord-Holland. Paul Waarts, senior adviseur bij de provincie NoordHolland: ‘In veel industrieën is standaardisatie al decennia lang de norm. Denk aan de auto- en computerindustrie, maar ook de scheepsbouw en de burgerlijke en utiliteitsbouw. Dat dit bij bruggen nog niet het geval is, heeft mij altijd verbaasd.’

Winst op meerdere vlakken In opdracht van de provincie Noord-Holland deed het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) onderzoek naar de kansen met IFD. Het onderzoek wijst uit dat er omvangrijke maatschappelijke voordelen te behalen zijn als op grotere schaal prefabricage, standaardisatie en aanpasbaar bouwen wordt toegepast. Niet alleen kan tot 15 procent worden bespaard op de bouw- en onderhoudskosten van bruggen, ook de bouwtijd en de verkeershinder kunnen sterk worden beperkt. Bovendien vallen de CO2-emissies lager uit in vergelijking met de bestaande werkwijzen. Dit alles

staat beschreven in het EIB-rapport ‘Bouwstenen voor beweegbare bruggen; verkenning maatschappelijke kosten en baten’1. Om IFD mogelijk te maken, zijn landelijke normen noodzakelijk.

Elke brug uniek Op dit moment bouwen wegbeheerders voor iedere situatie een unieke brug. In het verleden ontwierp een opdrachtgever de brug zelf. Nu ligt deze rol vaak bij de opdrachtnemers. In alle gevallen is de brug helemaal van de grond af aan ‘geëngineerd’. Niet alleen op architectonisch vlak, maar elk klein element is uniek, terwijl de functie voor alle bruggen nagenoeg gelijk is. Een van de grote voordelen van IFD is dat veel voorkomende elementen in serie en fabrieksmatig geproduceerd kunnen worden. Maar wordt elke brug dan hetzelfde? Wat betreft Gerhard Nijenhuis, ontwerper en directeur bij ipv Delft creatieve ingenieurs, niet. Nijenhuis heeft veel ervaring in het ontwerpen van bruggen. Nijenhuis: ‘IFD is gericht op de verbindingen tussen elementen van een brug. Zo kunnen we met IFD gewoon bruggen ontwerpen met een unieke architectuur en functionaliteit, passend bij de locatie. Ik ben dus niet bang dat bruggen allemaal hetzelfde worden. De angst voor eenheidsworst is wat mij betreft onterecht.’

‘De angst voor eenheidsworst is wat mij betreft onterecht’ Ontwikkelen van standaard interfaces Onder leiding van NEN wordt momenteel gewerkt aan een Nederlandse Technische Afspraak (NTA) voor verschillende interfaces die voorgeschreven kunnen worden bij het aanbesteden en bouwen van beweegbare bruggen. Kennis uit de praktijk en samenwerking met alle betrokkenen is hierbij onontbeerlijk. Daarom werkt een flink aantal wegbeheerders, ingenieurs­ bureaus, bruggenbouwers en bouwbedrijven nauw 06/2018  Stadswerk magazine 29


samen. Herman van der Horst, divisiedirecteur ruimte, mobiliteit en infra bij Movares: ‘Wij werken ook mee aan de ontwikkeling van de NTA. Innovatie is, belangrijk, ook in bruggenbouw. Het proces vraagt om een lange adem, maar als deze norm er straks is, wordt niet alleen de bouw van bruggen goedkoper, het optimaliseert ook het beheer en onderhoud.’ Het streven is om de NTA in 2018 gereed te hebben en in 2020 de eerste bruggen, op basis van de NTA, aan te besteden.

Stolperophaalbrug in Noord-Holland. (foto: Merlin Daleman)

Kritische succesfactoren Cruciaal voor het slagen van het IFD-principe is bouwvolume. De vervangingsopgave is groot, dus er is voldoende potentieel. Maar alleen als deze aanpak in de hele keten wordt omarmd, is het mogelijk om elementen in grotere series te vervaardigen. Daarnaast moeten wegbeheerders de schotten tussen aanleg- en beheerbudgetten neerhalen. Door het samenvoegen van budgetten kunnen beslissingen worden genomen op basis van de totale levensduur van een brug. Nijenhuis ziet nog een uitdaging: ‘Naast het volume is het van belang dat we de juiste elementen standaardiseren. Een kansenanalyse is een belangrijk onderdeel van het proces; welke elementen worden veel vervangen, tegen welke kosten. Door dat scherp te krijgen, maak je kansrijke keuzes.’

Rol voor de markt De toepassing van IFD-principes vraagt niet alleen inspanning en commitment van wegbeheerders. Ook voor de markt is een rol weggelegd. Investeringen zijn noodzakelijk in de aanpassing van productie- en logistieke processen. Het EIB verwacht hierin geen grote belemmeringen. Harm Wattel, business unit directeur bij het staalbouwbedrijf Hillebrand, kan dit beamen: ‘Bruggen zijn onze core business. Het initiatief om op brede schaal aan de slag te gaan met IFD juichen wij toe. Dat is ook de reden dat wij vanaf het begin al betrokken zijn bij deze ontwikkeling. Als we dit breed toepassen, kunnen wij als bruggenbouwer veel

WEBSITES www.nen.nl www.noord-holland.nl

@

efficiënter werken. Ons productieproces wordt meer gecontroleerd omdat we onderdelen in serie kunnen produceren en op voorraad leggen. Ik verwacht dat we daardoor veel sneller kunnen schakelen.’

Plannen voor de eerste IFD-bruggen De provincie Noord-Holland is op dit moment aan het verkennen of de nieuwe Cruquiusbrug over de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder volgens IFDprincipes gebouwd kan worden. De provincie heeft de ambitie om van de Cruquiusbrug een circulaire, energiezuinige en onderhoudsarme brug te maken. Ook de provincie Overijssel zet zich volop in om de vervanging van bruggen op een slimme en doelmatige manier op te pakken. Eef Uiterwijk, programmamanager eenheid Wegen en Kanalen: ‘Het IFD-principe spreekt ons enorm aan, mede gelet op de toekomstige arbeidskrapte van deskundigen op dit gebied. In nieuwe contracten voor vervangingen én reconstructies gaan wij ons op het IFD-principe richten. Ook zijn wij van plan om samen met andere wegbeheerders tot schaalvergroting te komen om IFD tot een succes te maken. Als we er met alle betrokken partijen op een constructieve wijze de schouders onder zetten, dan moet dat lukken.’  Partijen die geïnteresseerd zijn in bouwen volgens IFD- principes kunnen zich melden bij Arnoud Muizer van NEN.

Noot 1.

Het EIB-rapport kan worden gedownload via www.eib.nl/ publicaties/infrastructuur-pdf/bouwstenen-voor-beweegbare-bruggen-verkenning-maatschappelijke-kosten-en-baten

30  Stadswerk magazine 06/2018


TEKST JOSÉ VAN BERKUM, Van Berkum communicatie

Kwaliteit, veiligheid, toegankelijkheid

Welkom in de seniorvriendelijke stad

Den Haag was recent gastheer van de Age-friendly Cities Conference en liet zien wat ‘seniorvriendelijk beleid’ concreet betekent. In totaal telt het netwerk 500 steden, waaronder Frankfurt, New York, Manchester, Berlijn en Oslo. ‘Met de bus reizen is voor de meeste ouderen geen feest.’

E

ven een stukje voorgeschiedenis. Dat begint in 2005 in Rio de Janeiro, tijdens een congres van gerontologen en geriaters. Alle windstreken zijn vertegenwoordigd en iedereen constateert hetzelfde: er komen steeds meer zestigplussers en ze wonen vooral in de stad. Het idee van ‘age-friendly cities’ ontstaat, steden die rekening houden met oudere inwoners die zo hun specifieke behoeften hebben: ze hechten aan veiligheid, goed transport, goede gezondheidszorg en goede huisvesting. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) omarmt het idee meteen en begint met de uitwerking. Focusgroepen van ouderen uit alle werelddelen kijken naar hun eigen stad en wat daar lastig, moeilijk, belangrijk of juist prima is. Zo vertelt een oudere uit Nairobi dat hij zo min mogelijk in het centrum komt omdat er nauwelijks bankjes zijn. En toiletten. En goede trottoirs. In Halifax (Canada) en Jamaica klagen ouderen dat stoplichten lijken te zijn gemaakt voor Olympische hardlopers: ze verschieten veel te snel van kleur. En

met de bus reizen is voor de meeste ouderen ook geen feest: ‘Ben ik net ingestapt, trekt de chauffeur al op en val ik op mijn gezicht.’ De inventarisatie leidt tot acht domeinen die belangrijk zijn: gebouwen en openbare ruimtes, vervoer, maatschappelijke zorg, huisvesting, participatie, respect en communicatie. Opvallend detail: waar je

Waar je ook oud(er) bent, veiligheid, kwaliteit van leven en toegankelijkheid komen overal terug 06/2018  Stadswerk magazine 31


New York. In deze metropool wonen inmiddels meer ouderen dan kinderen. Van de 8,5 miljoen inwoners is 1,5 miljoen 65 jaar en ouder. Er zijn 6.500 openbare toiletten, er is een netwerk van 270 servicecentra, informatie wordt gegeven in zes talen, en het transport is toegankelijk. De burgemeester roept ouderen op om mede de agenda te bepalen. Dat gebeurt in ‘town hall meetings’, hoorzittingen, en via Twitter en Facebook. Bangalore werkt met e-healthtoepassingen om ouderen in landelijke gebieden te bereiken. Ook spreken ze niet van ‘care’ (de term ‘zorg’ houdt afhankelijkheid in), maar van ‘welfare’. Yoga en meditatie voor ouderen is heel normaal in de parken. En wie wel eens in Berlijn is geweest, weet dat er veel openbare toiletten zijn. Plus op iedere hoek een wegwijzer erheen. En dat is fijn voor ouderen, omdat ze anders liever thuis blijven. Want geen toilet is geen autonomie.

Digitale deurspion

Acht aspecten van ‘age-friendly communities’ volgens de Wereldgezondheidsorganisatie. (bron: National Seniors Strategy)

ook oud(er) bent - in Kenia, India, Rusland of Australië - veiligheid, kwaliteit van leven en toegankelijkheid komen overal terug. Inmiddels zijn er 500 steden aangesloten bij de groeiende groep age-friendly cities; Parijs was in juli 2017 de 500e stad. Ook Amsterdam en Den Haag zijn lid van de club.

6.500 openbare toiletten Terug naar het heden. Den Haag was recentelijk gastheer van ‘The Age-friendly Cities Conference - on innovation, health & active aging’ en liet in woord en daad zien op welke manier ze ouderen betrekt en wat ‘seniorvriendelijk beleid’ concreet betekent. Ook vertegenwoordigers uit de collega‘age-friendly cities’ Frankfurt, New York, Manchester, Suzhou, Berlijn, Oslo en Bangalore (India) waren aanwezig en vertelden hoe zij invulling geven aan prettig oud worden in hun stad. Toegankelijkheid voor ouderen, ook minder valide ouderen, is bijvoorbeeld een belangrijk speerpunt in

32  Stadswerk magazine 06/2018

Den Haag is sinds 2015 lid van het netwerk en ziet ouderen graag als vitale partners. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw was Den Haag vergrijsd. Daarna verjongde de stad, maar het aantal vijfenzestigplussers neemt nu weer toe. Technologie kan dan bijdragen om ouderen langer veilig en comfortabel thuis te laten wonen. Om dat te laten zien en ervaren, is de gemeente gestart met de iZi Ervaarwoning: een voorbeeldwoning in een (senioren)flat van HaagWonen in het Haagse stadsdeel Escamp die is uitgerust met de nieuwste technologische snufjes. ‘In dit complex wonen 281 oudere bewoners. Tachtig van hen maken gebruik van technologie,’ zegt Loes Hulzebos, projectleider iZi Community. ‘Het appartement en de technologie zijn van de gehele community en zij leiden bezoekers rond en vertellen over hun eigen ervaringen.’ Bewoonster Ans Vogelaar is enthousiast over de digitale deurspion. ‘Ik vind het videosysteem om beneden de deur open te doen heel fijn. Ik kan dan boven zien wie er beneden voor de deur staat en dan zelf besluiten of ik open doe. En de extra vasthoudrand om de wasbak van de badkamer is ook een succes.’ De robotstofzuiger valt wat tegen, maar de badbeugel en het douchezitje in de douche zijn uitgegroeid tot onmisbare hulpmiddelen.


POSITIEF VERGRIJZEN IN HET NOORDEN Ook in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe groeit het aantal senioren. Hoe daarmee rekening te houden? Wat kunnen kunst en cultuur bijdragen aan de gezondheid van senioren? En hoe kunnen bijvoorbeeld schouwburgen en culturele centra inspelen op de groeiende groep senioren? Enkele organisaties in het noorden van het land houden zich bezig met deze vragen en ontplooien initiatieven. Provinciebestuur, provinciehoofdsteden en Emmen (qua oppervlakte de vierde gemeente van Nederland) hebben zich verenigd in het cultureel samenwerkingsverband We The North. Met een aantal experimenten willen zij bereiken dat Noord-Nederland vanaf 2021 erkend wordt als een volwaardige stedelijke regio. Doel daarvan is onder meer de erkenning dat Noord-Nederland een ‘kwalitatief culturele infrastructuur’ heeft die ‘tot in de haarvaten van de regio’ doordringt en die door cultuur ‘een bijdrage levert aan maatschappelijke uitdagingen’. En dat dus - in Emmen door middel van een op ouderen gericht experiment dat ART 66 heet - ook betrekking heeft op culturele deelname van ouderen. Healthy Ageing Network Northern Netherlands (HANNN) is

Foto: Michiel G.J. Smit

het portaal voor activiteiten in Noord-Nederland die bijdragen aan gezond en actief ouder worden. HANNN verbindt bedrijven, kennisinstellingen, zorgpartijen en overheden. Van MedTech, Life Sciences en Food, tot Care & Cure, Healthy Lifestyle en Serious Gaming. Het Zorg Innovatie Forum is een initiatief van 37 zorgaanbieders, verzekeraars, instellingen uit het sociale domein, woningcorporaties, kennisinstellingen en burgerinitiatieven. Ze maken zich sterk voor structurele vernieuwingen op het gebied van gezondheid. De nadruk ligt daarbij op ontwikkelingen die ervoor zorgen dat mensen langer zelfstandig thuis kunnen wonen en op effectieve

ouderen te zien zijn dan de onvermijdelijke gerimpelde handen. Wat daarbij enorm kan helpen, is het organiseren van ontmoetingen tussen oud en jong, zo is de ervaring van veel steden. In Manchester werken culturele organisaties samen met oudere vrijwilligers en dat levert veel wederzijds respect op. Ouderen hebben ook hun eigen radiostation en een nachtclub. ‘You have to build your own family’ is het credo, met vrienden, jongeren, en bij voorkeur zo divers mogelijk.

ouderenzorg.

Ontmoeting tussen oud en jong Tijdens de conferentie kwam ook het imago van ouderen aan bod. Dat imago wordt voor een belangrijk deel bepaald door termen als ‘kwetsbaar’, ‘eenzaam’ en ‘uitgerangeerd’. Geen enkele stad associeert zich met ouderen als boegbeeld. Het wordt hoog tijd dat er - met name in de media - positievere beelden van

Niet alleen gemeenten kunnen senioren faciliteren bij gezond en actief ouder worden. Iedereen kan het. Heb gewoon eens aandacht voor ouderen in je omgeving. Maak een praatje, ga mee boodschappen doen, bel een keer op. Zo simpel kan het ook zijn.

@

WEBSITE www.vbcom.nl

06/2018  Stadswerk magazine 33


STADSWERK.NIEUWS

Tourschema Future Green City Collegetour bekend

• 08-11 Hanze Hogeschool Groningen energietransitie • 15-11 Saxion Deventer klimaatadaptatie

Samen met branchevereniging VHG gaan we najaar 2018 en begin 2019 het land door met de Future Green City

• nnb Hogeschool Zuyd Heerlen doe-democratie • 17-01 Hogeschool van Rotterdam

Jonge mensen bereiken Tijdens de Infratech willen we jonge mensen bereiken om ze te interesseren voor een baan bij de gemeente. Hoe? Door ‘open sessies’ waarin we het gesprek met het publiek organiseren. Dat doen we door het

Collegetour. Hoe denken studenten

vrijetijdsbesteding versus

Gemeenteplein thematisch in te

- de bewoners van deze groene, gezon-

leefbaarheid

richten rond grote vraagstukken en als

de, duurzame stad - over de plannen die we moeten ontwikkelen?

• 29-01 Hogeschool van

‘groene oase op de Infratech’ aan te

Amsterdam/Aeres Almere

kleden. De komende maanden willen

groen en gezondheid

we de plannen verder uitwerken.

Voor meer informatie kunt u

Breed gedragen

contact opnemen met Louise Kok:

Graag zien we dat het Gemeenteplein

0318-692721.

wordt gedragen door zoveel mogelijk gemeenten. Gemeenten die inhoude-

Doet uw gemeente mee

lijk betrokken zijn en hun naam (en

met de Infratech?

Doet uw gemeente mee? Geef zo snel

logo) aan het plein verbinden. mogelijk, maar uiterlijk 1 september,

Programmaonderdelen

We staan er niet altijd bij stil dat de

door of we op u kunnen rekenen. Voor

Het programma is opgebouwd uit

gezamenlijke gemeenten een op-

meer informatie kunt u bellen met

een collegetour-interview, workshops

drachtgever van formaat zijn in de

Maarten Loeffen: 0318-692721. Dan

en een ontwerpatelier. Tijdens het

GWW-sector. Ze besteden jaarlijks niet

laten we ons samen zien tijdens de In-

collegetour-interview staat steeds één

alleen een formidabel budget maar

fratech. Want gemeenten zijn vernieu-

inspirerende professional centraal.

manifesteren zich ook nog eens als

wende opdrachtgevers van formaat!

In de workshops én het afsluitend

een opdrachtgever die open staat voor

ontwerpatelier gaan we op zoek naar

nieuwe ideeën, innovatieve technieken

de verdieping. Daarbij maken we ge-

en nadrukkelijk op zoek is naar samen-

bruik van kennis en kunde vanuit het

werking met andere partijen. Dat alles

bedrijfsleven en ingenieursbureaus. In

willen we laten zien op het gemeente-

het ontwerpatelier willen we een casus

plein tijdens de

Met gepaste trots melden we dat we

uit de omgeving centraal stellen.

Infratech van

de gemeenten Vlissingen, Haarlem,

15 t/m 18 janu-

Nuenen, Schagen en Goeree-

Tourschema

ari 2019 in Ahoy,

Overflakkee als nieuwe leden mogen

Onderstaand vindt u het tourschema.

Rotterdam.

verwelkomen. In de komende edities

Half augustus verschijnt een Future

De gemeente

van Stadwerk magazine stellen we ze

Green City special magazine waarin

Rotterdam,

uitgebreid voor.

de collegetourgasten bekend worden

Stadswerk en

gemaakt.

een aantal andere gemeenten ontwikkelen deze zomer een aantrekkelijk

• 20-09 HAS Den Bosch circulaire economie • 04-10 Van Hall Larenstein Velp

programma voor een ‘Gemeenteplein’.

Nieuwe gemeentelijke Stadswerk-leden

Stadswerk op de Vakbeurs Openbare Ruimte

Doet u ook mee? Ook dit jaar geeft Stadswerk met twee

klimaatverandering en

activiteiten acte de présence op de

veiligheid

Vakbeurs Openbare Ruimte.

34  Stadswerk magazine 06/2018


STADSWERK.NIEUWS

26 september Stadswerklezing: Eamon Caniffe, director Manchester

AGENDA

School of Architecture ‘On the development of public space in Manchester’ Eamon Caniff is directeur van de Manchester School of architecture. Hij is auteur van ‘Urban Ethic: Design in the Contemporary City’ (Routledge 2006) en ‘The Politics of the Piazza: the history and meaning of the Italian square’ (Ashgate 2008). Met een kritisch oog volgt Caniff de stedelijke ontwikkelingen in Manchester, de stad die na de ineenstorting van de textielindustrie een opmerkelijke revival doormaakt.

27 september: Werkcollege De Wilde Bij - bijvriendelijke gemeente Vereniging Stadswerk Nederland, VHG, brancheorganisatie voor groen ondernemers en Vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling (GDO) zijn alle drie partner in het project Nederland Zoemt. De wilde bij is gebaat bij een

29|08 ‘Meet in Green’ Groene Cirkel Bijenlandschap, Zoeterwoude Fietst u mee door het eerste Bijenlandschap van Nederland? Overheden, onderzoekinstellingen en bedrijfsleven vertellen onderweg hoe ze samenwerken aan bijvriendelijke inrichting en beheer. 12|09 Studiereis Klimaatverandering Nantes Nantes kent het klimaat dat ons weerbeeld in 2050 bepaalt. Van 12-14 september gaat u bekijken welke ‘alledaagse’ maatregelen en oplossingen in Nantes zijn toegepast waarmee u morgen in Nederland aan de slag kunt gaan. 20|09 Nationale Groendag Den Haag Verkiezing Groenste stad en dorp van jaar. Workshop groeiplaatsverbetering 20|09 Bijeenkomst ‘Met de BGT je beheerkaart(en) beter op orde’, Bergen op Zoom Leer hoe u de informatie-uitwisseling tussen de Basis­ registratie Grootschalige Topografie (BGT) en de BOR (Beheer Openbare Ruimte) kunt optimaliseren.

inrichting en beheer van de openbare ruimte gericht op de bevordering van biodiversiteit. Wat werkt wel en wat niet? Neem van 12:00-13:30 deel aan dit werkcollege (inclusief lunch) waarin we de werkzame bestanddelen doornemen met deskundigen uit het project Nederland Zoemt en waaraan Bart Vandepoele, projectleider Campagne Week van de Bij van het departement omgeving van de Vlaamse overheid, een speciale bijdrage levert.

Studiereis bestuurders Kopenhagen verplaatst De studiereis naar Kopenhagen

20|09 Future Green City collegetour, HAS Den Bosch Eerste bijeenkomst Future Green City Collegetour, thema circulaire economie 26|09 Stadswerk-lezing: Manchester stad in transitie Eamon Caniffe, director Manchester School of Architecture ‘On the development of public space in Manchester’ 27|09 Werkcollege De Wilde Bij De wilde bij is gebaat bij een inrichting en beheer van de openbare ruimte gericht op de bevordering van biodiversiteit. Tijdens de vakbeurs Openbare Ruimte leert u wat wel en wat niet werkt. Bekijk de meest actuele agenda op www.stadswerk.nl/agenda of volg ons op Twitter en/of LinkedIn voor het laatste nieuws.

voor bestuurders is verplaatst naar april 2019. Als data en programma definitief zijn, laten we u dat uiteraard weten.

06/2018  Stadswerk magazine 35


STINTABONNEMENT Actieradius 25 km à € 225,- of actieradius 50 km à € 250,- excl. btw per maand. Per maand opzegbaar Iedere 5 jaar verversen we de gehele Stint. Het Stintabonnement is een samenwerking met Friesland Lease. www.stintum.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.