Stadswerk MAGAZINE VOOR PROFESSIONALS OP HET GEBIED VAN DE LEEFOMGEVING
10| 2016
E XTRA SPECIAL
WAT BRENGT 2017 O NS?
Bodem en ondergrond Een wereld te winnen
3D-ordening in 08 Zuid-Holland
Vernatten van 10 veengebieden
Een nieuw centrum 28 voor Emmen
Stadswerk bij VN 32 Habitat III
STICHTING OPENBARE VERLICHTING NEDERLAND BUNDELT KRACHTEN. OVLNL geeft impulsen, denkt mee en deelt. Om de sector openbare verlichting verder te laten ontwikkelen en in de spotlights te houden.
OVERHEDEN
COMMUNICATIE
MARKTPARTIJEN
NETWERK
NETWERK
‘EVENEMENTEN’
‘MAATSCHAPPIJ’
NETWERK
NETWERK
‘LICHT EN OMGEVING’
‘KENNIS’
Een organisatie van en voor de openbare verlichting. Die midden in de samenleving staat, gevoel heeft voor ontwikkelingen en veranderingen, daarop anticipeert en ontwikkelingen initieert. Brengt overheid, ondernemers, onderwijs, onderzoek en omgeving samen.
Meedoen? Schijf in op www.ovlnl.nl
Alle vragen beantwoord
INHOUD
t
20 SPECIAL ADVIES
THEMA: BODEM EN ONDERGROND
• Wat brengt 2017 ons? • Groeiend vertrouwen
06 08 10 13
Bodem en ondergrond
14
Lappendeken van afspraken
16
Thermische bodemsanering
16
27
• Een vernieuwde kijk op onkruidbeheersing in de openbare ruimte
Van de bestuurstafel - Jos Penninx
• ROM SmartTrailer PRO: Slimme oplossing voor 2017 • Beheerders openbare ruimte, let op de
D-ordening in de 3 Zuid-Hollandse praktijk
Omgevingswet! • Veiligheid en comfort op de openbare wegen
Werncke Husslage en Rogier Pronk
Vernatten van veengebieden Natte teelt kansrijk voor agrariërs - Roel van Gerwen
Beleidsregie in de ondergrond PKL pleit voor meer coördinatie G Steven Adriaansen en Enrico van den Bogaard
Afspraken over verlegging kabels en leidingen Enrico van den Bogaard
ieuwe techniek kookt verontreiniging uit de bodem N Marco van den Brand
ARTIKELEN 25 Bij outletcentra in de leer Column - Gert-Jan Hospers 27
Special ‘De Gezonde Stad’
28
Een nieuw centrum voor Emmen
32
VN Habitat III: leefbaarheid op wereldniveau
34
10 jaar Nederlandse koudenetten
Leendert van Bree
Michiel G.J. Smit
Stadswerk internationaal - Eveline Kokx en Jeroen Rodenburg
Rendement valt tegen maar gaat wel stijgen - Lynsey Dubbeld
EN VERDER 04 Nieuws et cetera 36
Recensies • Apeldoornse ‘kookboeken’ • Bouwfonds • Ruimtelijke identiteit
38 Stadswerk.nieuws
30
10/2016 Stadswerk magazine 3
NIEUWS
Nieuwe N366 behoudt ruimte voor bomen De provincie Groningen, gemeenten Pekela,
en komen ze verder van de weg af te staan
Stadskanaal, Veendam en Vlagtwedde, Poli-
om de verkeersveiligheid te vergroten. De
tie Noord-Nederland en het Openbaar Minis-
bomen worden waar mogelijk aan- of ver-
terie willen gezamenlijk de verkeersveiligheid
plant. Het behoud van de bomen langs de
in Groningen verbeteren met het project
weg heeft nog een positief effect: door de
N366 veilig - Vaart met veiligheid. De provin-
bomen kunnen weggebruikers het verloop
ciale weg tussen Veendam en Ter Apel wordt
van een weg beter inschatten en hebben zij
vanaf 2018 een volwaardige autoweg waarbij
de neiging om minder hard te rijden. Om te
rekening is gehouden met onder meer de
garanderen dat de bomen na de verplanting
impact op cultuurhistorie, ecologie en land-
een optimale vitaliteit behouden, is de exper-
schap. Op verschillende trajecten moeten de
tise van BTL Bomendienst ingeschakeld.
bomen ruimte maken voor de wegverbreding
Bron: www.btl.nl
Steden nemen voortouw in circulaire economie
Schultz tekent aanvalsplan Waterkwaliteit
Nieuwe huizen bouwen met materialen uit afgebroken
De kwaliteit van grond- en oppervlaktewater in Nederland
huizen. Fosfaat onttrekken uit rioolwater. Of een papier
moet beter. Daarom heeft minister Melanie Schultz van Hae-
fabriek draaien met bermgras. Dat is de gedachte achter
gen (Infrastructuur en Milieu) samen met betrokken overhe-
de circulaire economie. Om die verder op weg te helpen
den en maatschappelijke partners een ambitieuze verklaring
en meer initiatieven mogelijk te maken heeft een aantal
getekend om de waterkwaliteit in Nederland te verbeteren. De
steden, ministeries, kennisinstellingen en bedrijven een
Delta-aanpak pakt de waterkwaliteit over de volle breedte aan.
zogenoemde City Deal ondertekend waarin het voor-
Het gaat om meststoffen (nutriënten), gewasbeschermings-
touw wordt genomen om de transitie naar een circulaire
middelen, waterkwaliteit bij drinkwaterbronnen en de wa-
economie te versnellen. Het helpt in het zorgvuldig om-
terkwaliteit van onze grote wateren. Het gaat ook over nieuwe
gaan met schaarse grondstoffen en beperkt de uitstoot
stoffen in het water zoals medicijnresten en microplastics
van broeikasgassen. Juist in stedelijke regio’s komen
(kleine bolletjes in tandpasta en gezichtsscrubs) die een
vraag en aanbod van grondstoffen samen. Amsterdam
steeds groter probleem vormen. Daarom wordt samenwerking
heeft als eerste gemeente en regio ter wereld anderhalf
gezocht met de zorgsector en worden concrete maatregelen
jaar geleden onderzoek gedaan naar kansen voor een
getroffen om de hoeveelheid medicijnresten in ons water te
circulaire economie. Zo worden in het gebied Buiksloter-
beperken. Ook zijn waterschappen, drinkwaterbedrijven en
ham dit jaar bouwkavels verkocht waarop circulair en
het Ministerie van IenM gestart met een onderzoek naar effici-
duurzaam zal worden gebouwd door zowel bouwgroepen
ënte zuiveringsmethoden, Het Planbureau voor de Leefomge-
als individuele zelfbouwers. De City Deal ‘Circulaire Stad’
ving heeft aangegeven dat met deze impuls voor de water
geeft invulling aan het Rijksbrede programma
kwaliteit de Europees gestelde doelen voor 2027 gehaald
Circulaire Economie.
kunnen worden.
Bron:www.rijksoverheid.nl
Bron: www.rijksoverheid.nl
4 Stadswerk magazine 10/2016
Monumentenaftrek blijft vooralsnog Minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap-
Omgevingsvisie met smartphone
pen (OCW) schrapt de monumentenaftrek toch niet. In een
De omgevingsvisie voor gemeenten is verplicht maar vormvrij,
brief aan de Tweede Kamer heeft de PvdA-bewindsvrouw
zo staat het vooralsnog in de Omgevingswet. Gemeenten gaan
laten weten dat zij het voorstel om de fiscale aftrek op uitga-
op eigen wijze aan de slag met hun visie op de leefomgeving.
ven voor monumentenpanden af te schaffen met één jaar
In Capelle aan den IJssel lees je de visie met een QR-code, ter
uitstelt. Bussemaker komt daarmee tegemoet aan de wens
plekke op straat. Het team van wethouder Dick van Sluis
van de Kamer en de monumentensector die druk heeft gelob-
(Leefbaar Capelle, ruimtelijke ordening) bedenkt geen visies
byd om de voorgenomen bezuiniging op de monumentenzorg
vanachter het bureau; ze gaan de straat op, handen uit de
(met de afschaf van de fiscale regeling als gevolg) van tafel te
mouwen, ideeën opgraven uit de stad. Onlangs lanceerde de
krijgen in afwachting van de algehele stelselherziening van de
gemeente de, in eigen woorden, eerste beleefbare gebiedsvi-
monumentenzorg in 2018. De bezuiniging van 25 miljoen euro
sie van Nederland ofwel een wandelroute door de stad met je
is echter nog niet van de baan en moet volgend jaar op de
smartphone waarbij de plannen voor het nieuwe centrum,
begroting van OCW
duurzame woonwijken en groene infrastructuur op het
worden gevonden.
schermpje aan je voorbij komen. Sinds de lancering is de
De komende tijd zal
CentrumExpeditie al 3.000 keer bezocht; nog eens 2.500
over een mogelijke
mensen haalden een papieren routebeschrijving op. Wethou-
vervangingsregeling
der Van Sluis is content met de interactieve presentatie van de
met de Kamer en
Capelse toekomstplannen.
het erfgoedveld
Bron: Binnenlands Bestuur
verder worden gesproken. Bron: Binnenlands Bestuur
Landelijk Zwerfafvalcongres Tijdens het Landelijk Zwerfafvalcongres ‘Het Rendement van
Benchmark Gemeentelijk Groen
Schoon’ in Media Plaza te Utrecht vond recentelijk de uitrei-
Op 15 november jongstleden op de jaarlijkse klantendag in het stad-
king plaats van ‘Gemeente met de Schoonste Winkelgebieden
huis van Almere, zijn de resultaten van de benchmark gemeentelijk
2016’. De gemeente Haarlemmermeer werd door Stichting
groen gepresenteerd en is ook de nieuwe naam van de Databank
Nederland Schoon bekroond tot de winnaar in de categorie
Gemeentelijk Groenbeheer onthuld. De nieuwe naam, Benchmark
‘grote gemeenten’. De gemeente Kampen werd winnaar in de
Gemeentelijk Groen, doet meer recht aan het actieve karakter van het
categorie ‘middelgrote gemeenten’. De Grootste Stijger 2016
project waarin benchlearning centraal staat. De uitwisseling met en
was Winkelgebied Stevensbloem in Leiden. Tijdens het con-
tussen gemeenten vormt een belangrijk onderdeel van de
gres, een initiatief van Gemeente Schoon in samenwerking
benchlearning op de Klantendag. Het helpt gemeenten van elkaar te
met NederlandSchoon, werd het motto ‘Praktisch Schoon’
leren en goed onderbouwde beleidskeuzes over het gemeentelijk
vanuit verschillende perspectieven bekeken. Met name hoe
groen te maken. Gedurende afgelopen jaren is zeer veel cijfermatige
samenwerking kan bijdragen aan het succes van zwerfafval-
informatie verzameld over het groen in de Benchmark Gemeentelijk
preventie. Zo waren recreatie en zwerfafval, centrumgebieden,
Groen. Om de gemeenten te helpen nog meer te leren uit de landelijke
afval langs de weg, gedragsbeïnvloeding en de Zwerfafvalver-
data en de beheerprestaties van de eigen gemeente wordt de
goeding belangrijke punten op de agenda. Ook de voordelen
benchmarktool Diagnose ontwikkeld. De tool wordt ontwikkeld om
van schoon kwamen uitgebreid aan bod.
processen binnen het beheer te verbeteren.
Informatie: www.nederlandschoon.nl
Info: www.benchmarkgroen.nl
10/2016 Stadswerk magazine 5
t
VAN DE BESTUURSTAFEL
COLOFON TEKST JOS PENNINX / Voorzitter Vereniging Stadswerk Nederland Stadwerk magazine wordt tien keer per jaar uitgegeven door de Vereniging Stadswerk Nederland, de beroepsvereniging voor professionals die werkzaam zijn in de fysieke leefomgeving, in samenwerking met Virtùmedia. Stadswerk is aangesloten bij IFME (International Federation Municipal Engineers) CEBC (Consortium of European Building Control) IFPRA ( International Federation of Park and Recreation Administration) Secretariaat Vereniging Stadswerk Nederland Bezoekadres Kantorencomplex Bouwstede Galvanistraat 1 6716 AE Ede (Gelderland) Postadres Postbus 416 6710 BK Ede T 0318 69 27 21 F 0318 43 76 53 E info@stadswerk.nl www.stadswerk.nl Leden ontvangen het tijdschrift gratis. Aanmeldingen, wijzigingen en opzeggingen van het lidmaatschap dienen schriftelijk te geschieden bij het secretariaat van de vereniging. Redactie Stadswerk magazine Michiel Smit, hoofdredacteur (michiel.smit@stadswerk.nl) Inge Dekker (Nieuws et cetera) Philip Fokker (Product & Materiaal) Marc de Jong (Antea Group) Marika Kerstens (gemeente Waddinxveen) Louise Kok (Stadswerk) Nico op de Laak Ingrid Nauta (Schoemaker advocaten) Pim Quist (gemeente Den Haag) Uitgever Virtùmedia Pepijn Dobbelaer Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 06 77 E pdobbelaer@virtumedia.nl Losse abonnementen Deze kunnen schriftelijk tot uiterlijk 30 november van het lopende abonnementsjaar worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch een jaar velengd. Abonnementsprijs €92,50 ex. btw. Losse nummers € 9,25 Basisontwerp en vormgeving Twin Media bv Druk Veldhuis Media, Raalte Advertenties Virtùmedia Ewout van Haaften, Albert Van Kuik en Robert Verheij Postbus 595 3700 AN Zeist T 030 692 0677 F 030 691 3312 E evanhaaften@virtumedia.nl avankuijk@virtumedia.nl rverheij@virtumedia.nl www.virtumedia.nl Coverfoto Lex Broere
© Copyright 2016 Niets uit deze uitgave mag woden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 0927-7641
6 Stadswerk magazine 04/2013
Bodem en ondergrond
B
odem en ondergrond vormen letterlijk en figuurlijk het fundament onder onze openbare ruimte. Of het nu gaat om kabels en leidingen, energiewinning, groeiplaatsen voor bomen: een doordacht gebruik van de bodem is cruciaal voor een goed resultaat ‘daarboven’. En het wordt steeds drukker. Dat leidt de laatste jaren tot toenemende aandacht voor onze bodem. Zo heeft het Rijk het voortouw genomen bij het Convenant bodem en ondergrond 2016-2020. Samen met gemeenten, provincies en waterschappen wordt vorm gegeven aan de ontwikkeling naar een duurzaam en efficiënt gebruik en beheer. Daarnaast werkt het Rijk aan een Structuurvisie Ontwerp Structuurvisie Ondergrond (STRONG) Ook andere partijen ontplooien acties voor een beter doordacht en afgestemd gebruik. De provincie Zuid-Holland is druk bezig om bodem en ondergrond een volwaardige plek te geven in alle ruimtelijke besluitvorming op provinciaal niveau maar ook bij gemeenten en omgevingsdiensten. Daarbij wordt aangehaakt op de systematiek van Omgevingswet en omgevingsvisie waarbij ‘vroegtijdig meepraten’ vanuit verschillende invalshoeken een speerpunt is. Het Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen (GPKL) signaleert versnipperde beleidsregie en roept op tot meer coördinatie.
Ook op praktisch niveau wordt er nadrukkelijk naar beneden gekeken. Landschap Noord-Holland wil wat doen aan de bodemdaling van het veenweidegebied (en bijbehorende veenoxidatie ofwel CO2-uitstoot) die al eeuwenlang sluipenderwijs doorgaat, vooral veroorzaakt door het laag houden van het waterpeil. Er worden concrete voorstellen gedaan om het waterpeil te verhogen én een reëel, duurzaam bedrijfseconomisch perspectief te bieden voor agrariërs in het gebied. En laten we bodemverontreiniging niet vergeten. Dankzij de nieuwe techniek van ‘thermische bodemsanering’ kan het in sommige gevallen sneller en goedkoper dan bij traditionele technieken. We kijken, ook bij Vereniging Stadswerk, graag omhoog en naar de horizon. Dat is prima, want we hebben visie en inspiratie nodig, en zichtbare resultaten. Maar laten we niet vergeten dat die resultaten stoelen op een goed gebruikte en beheerde bodem. Dat gebeurt op meer manieren dan we in dit themanummer kunnen behandelen. Draagt u gerust nieuwe onderwerpen bij ons aan, we bieden u graag een podium. Denkt u er nog eens over na rond de kerstboom of bij een oliebol. Prettige feestdagen!
Samen regenwater zorgzaam afvoeren Bij het klimaatbestendig maken van de stedelijke omgeving zijn er diverse oplossingen om regenwater te verwerken op plekken met weinig ruimte en meerdere functies. In aanvulling op ondergrondse voorzieningen biedt bovengronds afvoeren kansen om water beter zichtbaar te maken en meer groen in te passen. Het getoonde aanbod in de brochure ‘Samen regenwater zorgzaam afvoeren’ kan leiden tot interessante combinaties. Vraag deze aan via telefoon: 0800 – 555 55 54 of online via www.struykverwo.nl/regenwater
organisatie beleid & beheer geld & kwaliteit
Planuitwerking, beheer en beleid, informatisering en automatisering
Cyber Adviseurs voor buitenruimte maakt zichtbaar hoe uw organisatie ervoor staat en ondersteunt met glasheldere instrumenten. Benieuwd hoe? Bel (0172) 63 17 20 of mail naar info@cyber-adviseurs.nl
www.cyber-adviseurs.nl adv_cyber_stadswerk_100x143.indd 1
14-03-12 12:01
www.dggroep.nl
3D-ordening in de Zuid-Hollandse praktijk Bodem en ondergrond spelen een cruciale rol bij maatschappelijke opgaven in de bovengrond. Maar hoe integreren we deze twee werelden? In de provincie Zuid-Holland wordt momenteel veel kennis en ervaring opgedaan met duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van bodem en ondergrond, aangeduid als ‘3D-ordening.' Van theorie naar praktijk.
D
e Omgevingswet biedt mogelijkheden om kwaliteiten van bodem en ondergrond vroegtijdig en in onderlinge samenhang mee te laten wegen in omgevingsvisies en -plannen. Niet (meer) alleen gericht op het vermijden van risico’s, maar vooral gericht op waarde creëren in de vorm van leefomgevingskwaliteit. Die boodschap klinkt niet alleen door in het landelijke Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020 en de Ontwerp Structuurvisie Ondergrond (STRONG). Ook bij provincies, omgevingsdiensten en gemeenten groeit het inzicht dat ondergrondkwaliteiten de fysieke leefomgeving mooier, duurzamer en leefbaarder maken. Op alle schaalniveaus liggen uitdagingen om bodem en ondergrond in al zijn facetten vroegtijdig in de planvorming mee te nemen, zodat kansen worden benut en belemmeringen worden weggenomen. De provincie Zuid-Holland heeft de afgelopen jaren invulling gegeven aan een 3D-instrumentarium: de Ondergrondwijzer, Bodematlas en Bodemladder. Zij vinden in samenhang met regionale Handreikingen Ondergrond, steeds bredere toepassing in de Zuid-Hollandse praktijk. Er ontstaan regionale 3D-netwerken van overheidspartners 3D-ordening in samenwerking met kennisinstituten, onderwijsinstel-
8 Stadswerk magazine 10/2016
lingen en bedrijfsleven. Met elkaar leren we hoe te verwoorden en verbeelden dat boven- en ondergrond samen één geheel vormen bij ruimtelijke planvorming en gebiedsontwikkeling.
3D-instrumentarium De provincie wil dat duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van bodem en ondergrond in de komende jaren standaard en structureel onderdeel wordt van alle relevante ruimtelijke planprocessen in Zuid-Holland. Idealiter zoeken zogenoemde ‘ondergrondcoördinatoren’ telkens opnieuw, in nauwe samenwerking met ‘projectleiders ruimtelijke ordening’, naar een balans tussen duurzaam benutten en beschermen van de kwaliteiten van bodem en ondergrond. Hiervoor heeft de provincie de proceshandreiking Concept Ondergrondwijzer1 opgesteld. Daarin worden verbindingen gelegd tussen de verschillende spelers binnen de werkvelden ‘fysieke leefomgeving’ (ruimte) en ‘bodem en ondergrond'. Hierbij heeft de ondergrondcoördinator de spannende taak om ondergrondkwaliteiten te vertalen naar ruimtelijke c.q. maatschappelijke opgaven, zoals ‘versterken indentiteit’, ‘energietransitie’ en ‘klimaatbestendigheid’. In samenhang met de Ondergrondwijzer voorziet de Zuid-Hollandse Bodematlas2 in het bijbehorende (regionale) kaartmateriaal over ondergrondkwaliteiten,
TEKST WERNCKE HUSSLAGE & ROGIER PRONK, Provincie Zuid-Holland
inclusief toelichting op eventuele kansen en bedreigingen. De Bodemladder3 is een handelingsperspectief en afwegingssystematiek bij keuzes rond gebruik van bodem en ondergrond in gebiedsopgaven en in situaties met conflicterende claims of functies. De provincie probeert daarbij om zo hoog mogelijk op de ladder te komen. Zij streeft naar een hernieuwbaar gebruik van bodem en ondergrond (planet), dat maatschappelijk aanvaardbaar is (people) en economische kansen (profit) op toekomstvaste wijze benut.
FEEDBACK GEVRAAGD Met het 3D-instrumentarium zoekt de provincie systematisch naar synergie tussen ruimte en ondergrond: het opstellen van een ondergrondagenda in de startfase, een ondergrondverkenning in de verkenningsfase, een ondergrondadvies in de planvormingsfase en ondergrondtoelichtingen in de besluitvormingsfasen. De provincie is geïnteresseerd in feedback van betrokkenen op de Ondergrondwijzer, Bodematlas, Bodemladder en daarmee samenhangende regionale handreikingen ondergrond.
Ook in verschillende regio’s zijn of worden handreikingen ondergrond opgesteld, gericht op verbreed bodembeleid. De Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid (OZHZ) heeft bijvoorbeeld onlangs de boekwerkjes Gegronde Alblasserwaard - Vijfheerenlanden, Gegronde Drechtsteden en Gegronde Hoeksche-Waard uitgebracht. De Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) werkt aan een handreiking ondergrond per gemeente. Gemeenten als Katwijk (Bodemboek) en Dordrecht (Denken zonder maaiveld) hebben al een afgeronde visie op bodem en ondergrond.
3D-netwerkvorming In samenwerking met de vijf Zuid-Hollandse omgevingsdiensten en enkele gemeenten is afgelopen jaar kennis en ervaring opgedaan met het opstellen van ondergrondagenda’s, -verkenningen, -adviezen en -toelichtingen. Er ontstaan regionale 3D-netwerken van ondergrondcoördinatoren, waarbinnen - op verschillende manieren - wordt verwoord en/of verbeeld hoe de kwaliteiten van bodem en ondergrond kunnen worden meegewogen in ruimtelijke planvorming. De koplopers van de regionale 3D-netwerken (in oprichting) delen elkaars kennis en ervaringen sinds kort in het netwerk ‘3D-ordening in de Zuid-Hollandse praktijk’. Voor het oplossen van vraagstukken en lastige kwesties kunnen zij ook gebruik maken van een ‘Expertiseteam Ruimte, Water en Ondergrond’ (in oprichting), waarin de verbinding met kennisinstituten, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven wordt gelegd. De 3D-netwerkvorming wordt uiteraard ook gekoppeld aan de landelijke en regionale netwerken rond implementatie van de Omgevingswet. De provincie stimuleert daarnaast de ontwikkeling van DGBOhandreikingen (duurzaam gebruik van bodem en ondergrond).
Er zijn in Zuid-Holland al met al heel wat initiatieven ontstaan om bodem en ondergrond daadwerkelijk te integreren in ruimtelijke planvorming en gebiedsontwikkeling. Van Regionale Agenda Omgevingsvisie Hart van Holland 2040, Werkboek Westland (Ruimtelijk economische strategie Greenport 3.0) en Omgevingsvisie Giessenlanden tot Bestemmingsplan Glasparel+ te Waddinxveen, Omgevingsplan Rijnhaven-Oost te Alpen aan den Rijn en Uitwerkingsplan Den Horn te Katwijk. Goed voorbeeld doet goed volgen, zodat 3D-ordening in Zuid-Holland gemeengoed zal zijn op het moment dat de Omgevingswet wordt ingevoerd.
Noten 1.
Zie www.zuid-holland.nl/onderwerpen/ruimte/ bodem-ondergrond
2.
Zie pzh.b3p.nl/viewer/app/Bodematlas
3.
Zie noot 1
10/2016 Stadswerk magazine 9
Lisdodde vormt een goed alternatief voor glaswol-isolatieplaten.
Natte teelt kansrijk voor agrariërs
Vernatten van veengebieden Al eeuwen daalt de veenbodem in Laag Holland door een relatief laag waterpeil en dat wordt een groeiend probleem. Hoe kun je veengebieden vernatten en toch een economische basis verschaffen voor de reeds aanwezige agrariërs? Het Innovatie Programma Veen biedt concrete, kansrijke oplossingen.
L
aag Holland is een gebied met veenweiden en droogmakerijen tussen Amsterdam, Alkmaar en Purmerend. De veenbodem van Laag Holland zakt. Dat doet het al vanaf de eerste veenontginningen in de middeleeuwen. Het gaat zo langzaam, dat het nooit echt als probleem is ervaren: door het waterpeil in de sloot te verdiepen, kon steeds voldoende drooglegging worden gerealiseerd. Maar de bodemdaling wordt juist versneld door diezelfde drooglegging. Zuurstof dringt door in de veenbodem, met verbranding van veen tot gevolg. De kooldioxide die hierbij vrij komt, draagt bij aan de opwarming van de aarde. Resultaat: de zeespiegel stijgt en het veen zakt. Voor het tegengaan van bodemdaling van veen is maar één remedie: vernatten.
Systeemomslag Hiervoor is een systeemomslag nodig: van ‘peil volgt grondgebruik’ naar ‘grondgebruik volgt peil’. De zoek-
10 Stadswerk magazine 10/2016
Bodemdaling wordt versneld door drooglegging tocht is dus naar een landbouwkundig gebruik, waarbij onder natte omstandigheden agrarische bedrijfsvoering mogelijk is. De veenweiden in Laag Holland zijn het domein van de melkveehouderij. Stopzetten of remmen van bodemdaling moet dan ook gezocht worden in een oplossing die perspectiefrijk is voor melkveehouders. En waarbij uitstoot van broeikasgassen en de uitspoeling van meststoffen in het oppervlaktewater wordt verminderd en de biodiversiteit verbeterd.
TEKST ROEL VAN GERWEN, Stichting Landschap Noord-Holland
ILLUSTRATIE: ROEL VAN GERWEN
HET INNOVATIEPROGRAMMA VEEN
reststromen: veevoer voor boeren in Laag Holland
prodcutie: boeren in Laag Holland
productieketen: markt en consument
veenvorming plaatsvinden. In het geval van natte veehouderij wordt gestreefd naar een reductie van de bodemdaling van 90 procent. In de zomerperiode zakt het grondwaterpeil door ontwatering en verdamping meer dan een halve meter uit, waardoor de bodemdaling wordt versneld. Met behulp van drukdrains worden veenweiden actief vernat in de zomerperiode, waardoor het waterpeil niet uitzakt.
Interessant voor de markt
maaiveld
peil = -10/+40 cm peil = -60 cm
paludicultuur in onderbemalingen
nu: veenoxidatie en bodemdaling
peil = -30/-10 cm veeteelt met veranderend peil 2017-2021: IPV
Infographic van het Innovatieprogramma Veen
Het Innovatie Programma Veen Landschap Noord-Holland en agrarische natuurvereniging Water Land en Dijken hebben elkaar bewust opgezocht om te experimenteren met een nieuw type agrarisch bedrijf in Laag Holland. In dit bedrijf gaan agrarisch ondernemen en tegengaan van bodemdaling samen. Om agrariërs goed te betrekken wordt een ‘pilot-boerderij’ ingericht met een bedrijfsvoering door een boer uit de regio en een begeleidingsgroep van boeren uit Laag Holland. Het Innovatie Programma Veen (IPV), zoals het initiatief is genoemd, wordt mogelijk gemaakt met financiële steun van de Provincie Noord-Holland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Het IPV heeft een marktverkenning uitgevoerd naar natte teelten. De resultaten van de marktverkenning bieden interessante aanknopingspunten om te gaan experimenteren in een pilot. In de marktverkenning is goed gekeken hoe natte teelten aansluiten op markttrends en in hoeverre deze teelten concurrerend zijn met andere teelten op de wereldmarkt. Er is ook een dialoog met het bedrijfsleven opgestart, waarin wordt verkend hoe productketens tussen agrariër en consument kunnen worden ontwikkeld. Als resultaat hiervan heeft een groot aantal bedrijven een intentieverklaring getekend voor het testen en ontwikkelen van nieuwe producten en opzetten van ketens. Paliducultuurgewassen bieden ook een duurzaam alternatief voor bestaande producten: bijvoorbeeld veenmos als vervanger voor tuinturf dat nu vooral wordt afgegraven in de Baltische staten, lisdodde als alternatief voor glaswol-isolatieplaten of Azolla in de toekomst mogelijk zelfs als vleesvervanger voor menselijk consumptie. Natte teelten kunnen ook bijdragen aan de verduurzaming van de bedrijfsvoering van bestaande melkveehouders. De agrariër kan natte teelten benutten als krachtvoer voor het eigen vee. Dit biedt een duurzaam alternatief voor bijvoorbeeld import-soja geteeld in gebieden waar regenwoud wordt gekapt. Doel is een gezonde basis voor de agrariër, die zelf kiest hoe hij in de toekomst zijn bedrijf inricht: met natte teelten als aanvulling op de bedrijfsvoering of als alternatief. Hierbij speelt de prijsvorming van zowel melk en vlees als oogst van natte teelten een belangrijke rol.
Natte teelten en natte veehouderij Er wordt geëxperimenteerd met twee onderdelen: natte teelten ofwel paludicultuur en natte veehouderij. Bij natte teelten worden door onderbemaling verdiept gelegen percelen benut voor teelten die onder zeer natte omstandigheden kunnen groeien. Hierdoor kan bodemdaling worden stopgezet en zelfs weer
@
WEBSITES www.landschapnoordholland.nl
10/2016 Stadswerk magazine 11
De vraag naar lisdodde is groter dan het aanbod Geschikte gewassen
Met drukdrains worden veenweiden actief vernat in de zomer.
LISDODDE, VEENMOS EN AZOLLA KANSRIJK
In het IPV zijn drie gewassen benoemd die commerciële potentie hebben: lisdodde, veenmos en Azolla of kroosvaren. De vraag naar lisdodde is groter dan het aanbod, er zijn fabrieken die de lisdodde kunnen verwerken tot onder andere isolatiemateriaal bij bouwprojecten, maar er is te weinig aanbod. Ook de vraag naar alternatieve eiwitten is groeiende in de markt van dierlijke en humane voeding. Azolla heeft serieuze kansen om een schaalbaar alternatief te worden voor de veevoerindustrie. Bedrijven zijn geïnteresseerd om Azolla te testen en verder te ontwikkelen.
Lisdodde kent veel toepassingen, vooral in de sector van duurzame (bio) bouwmaterialen zoals
Onderzoek, markt en kennisdelen
isolatie- en plaatmateriaal, bio-laminaat, lijmen
Het IPV is ook een onderzoeksprogramma, bedoeld om kennis te vergaren die in andere veengebieden in Nederland en daarbuiten kan worden toegepast. Er zijn drie onderzoeksprogramma’s gedefinieerd: • Bedrijfstechnisch en bedrijfseconomisch onderzoek, waarin het gaat optimaliseren van de bedrijfsvoering onder natte omstandigheden • Biochemisch onderzoek, waarin de effecten op bodemdaling, broeikasgasuitstoot en waterkwaliteit worden onderzocht en effecten op het bodemleven • Onderzoek natuur en landschap, waarin de effecten op de biodiversiteit worden onderzocht en de effecten voor de ruimtelijke kwaliteit van het veenweidegebied
en vloerdelen. Ook is lisdodde geschikt voor veevoer en zelfs humane consumptie. Veenmos is goed te vermarkten als decoratiemateriaal, orchideeënsubstraat en turfvrije potgrond, een duurzaam alternatief voor het afgraven van veengebieden in Duitsland en de Baltische Staten. Azolla of kroosvaren wordt in Azië en Afrika al op grote schaal toegepast voor veevoeder en groenbemester. Bij verfijning van het raffinageproces kan het op de middellange termijn ook worden omgezet tot bio-ethanol en eiwitrijke veevoeders. Nog wat verder in de tijd kan het eiwitrijke plantje zelfs worden toegepast als vleesvervanger voor humane consumptie.
12 Stadswerk magazine 10/2016
Verder wordt actief gewerkt aan het bouwen van ketens van boer naar consument voor producten van natte teelten. Hiervoor is het bedrijfsleven actief aangehaakt. Onderzoeksresultaten en kennis uit het IPV zullen actief worden gedeeld met andere programma’s in Nederland, om zo actief bij te dragen aan oplossingen voor de bodemdaling in veenweide gebieden.
TEKST STEVEN ADRIAANSEN, Voorzitter GPKL, burgemeester Woensdrecht & ENRICO VAN DEN BOGAARD, Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen (GPKL)
GPKL pleit voor meer beleidscoördinatie
Kabels en leidingen voor drinkwater, gas, elektriciteit, stadsverwarming en dergelijke, zijn onontbeerlijk voor een moderne samenleving, maar zijn slecht ingebed in het lokale ruimtelijke beheer. Niet alleen gemeenten maar ook het Rijk vervult zeer zeker een rol. Dit kan beter!
G
raafwerk leidt tot planningsbehoefte, vergunningenwerk, overlast, verkeershinder, slechte bereikbaarheid, schades, kwaliteitsverlies van wegen en openbaar groen voor gemeenten. En dat kost geld, dat eigenlijk niet uit lokale algemene middelen gedekt zou behoren te worden. Er is van rijkswege geen sprake van een evenwichtig stelsel van rechten en plichten van gemeenten en nutsbedrijven. Gemeenten trekken vaak aan het kortste eind. Voor telecomkabels is een en ander redelijk in balans, op het terrein van water- en energienetbeheer duidelijk nog niet. Gemeenten zijn al jaren druk bezig om ‘grip’ te houden op graaf-, leg- en lig-activiteiten van de netbeheerders van nutsbedrijven. En zij zullen dat blijven doen, ook met nieuwe instrumenten die de Omgevingswet gaat bieden. Het GPKL blijft zich hier op inzetten. Maar dat is niet voldoende.
Juist de verschillende wetgevingstrajecten die raken aan afstemming tussen boven- en ondergrond vragen om meer samenhang en visie vanuit het Rijk. Denk daarbij aan de Omgevingswet, de herziening van de WION en het voorgenomen verbod op precarioheffing voor ondergrondse netten. Het GPKL heeft de minister van I&M gevraagd om de beleidsmatige coördinatie rond kabels en leidingen op zich te nemen. Vanuit I&M wordt de Omgevingswet al geëntameerd. Doel daarvan is een betere balans tussen (economisch) noodzakelijke activiteiten en een goede fysieke leefomgeving. Een betere balans zou tevens nagestreefd moeten worden tussen activiteiten zoals kabels en leidingen leggen en te beschermen belangen van de openbare ruimte. Het GPKL-pleidooi is te vinden op www.gpkl.nl
Snelle ontwikkelingen Het tegengaan van graafschades en leveringsonderbrekingen, de opgaven voor smart cities, duurzame gebiedsontwikkeling, energietransitie en klimaatadaptatie, kennen allemaal ondergrond-componenten. De maatschappelijke impact van de inrichting van de ondiepe ondergrondse ruimte is enorm. Echter, omdat het ‘ondergrond-dossier’ bij verschillende ministeries is ondergebracht, is daar vanuit het Rijk nauwelijks coördinatie en regie op; een inefficiënte situatie. Door de ontbrekende samenhang is het voor gemeenten lastig de noodzakelijke stappen te implementeren.
RIJKSAANDACHT VOOR ONDIEPE ONDERGROND IS VERSNIPPERD • Energie, telecom, WION vallen onder EZ • Big (Structuurvisie) Ondergrond en Omgevingswet worden vanuit I&M geëntameerd • Precario is een bevoegdheid via de Gemeentewet; hoort bij BZK • Nadeelcompensatie kabels en leidingen ligt op het bordje van V&J
10/2016 Stadswerk magazine 13
FOTO: LEX BROERE
Beleidsregie in de ondergrond
Afspraken over verlegging kabels en leidingen
Lappendeken van afspraken Het GPKL heeft landsbreed nadeelcompensatieregelingen in kaart laten brengen die gemeenten hanteren bij het verleggen van kabels en leidingen van nutsbedrijven. Uit het COELO-onderzoek komt naar voren dat er sprake is van een lappendeken van afspraken en werkwijzen. Met de nieuwe informatie kan het rijksoverleg hierover worden heropend.
N
utsbedrijven hebben kabels en leidingen in de grond liggen om energie (elektriciteit en gas) en water te transporteren. Het kan soms nodig zijn deze op aanwijzing van de gemeente te verplaatsen. Met dat ‘verleggen’ zijn grote (maatschappelijke) kosten gemoeid, die al jarenlang tot veel discussies leiden tussen gemeenten en beheerders van netwerken van nutsbedrijven. Gemeenten gaan verschillend om met dergelijke verleggingen en nadeelcompensatieregelingen (die nog niet eens op inhoud zijn vergeleken; dan zouden
WAT DOET HET GPKL? Het Gemeentelijk Platform Kabels & Leidingen (GPKL) behartigt de gemeentelijke belangen bij de totstandkoming van wetgeving, regelgeving, beleidsregels en technische, financiële en juridische afspraken ter zake van de ondergrondse infrastructuur van kabels en leidingen en draagt zorg voor het uitwisselen van kennis en ervaring en informatie tussen de leden, en partijen buiten de vereniging.
14 Stadswerk magazine 10/2016
de verschillen nog veel groter zijn). Dit is verwarrend en leidt daarom regelmatig tot ‘gedoe’ tussen nutsbedrijven en gemeenten. Voor telecomkabels bestaat overigens wél duidelijkheid, als gevolg van de Telecomwet. Koepelorganisaties van zowel gemeenten als netbeheerders ervaren de huidige situatie veelal als onbevredigend, maar kwamen tot dusver niet tot concrete aanpassingen. Een meer uniform toegepaste regeling kan veel discussies besparen. Omdat er tot nu toe geen landelijk beeld was over de bestaande regelingen, strandde het landelijk overleg hierover. Gemeenten kunnen formeel vastleggen welke regels gelden als nutsbedrijven kabels en leidingen moeten verleggen, maar dat hoeven zij niet te doen. Een meerderheid van de gemeenten blijkt wel een formele regeling te kennen (verordening). In andere gemeenten zijn geen formele regels, maar bestaan afspraken tussen de gemeenten en de nutsbedrijven. In een klein deel van de gemeenten is niets geregeld. Dit zijn vooral gemeenten uit het noorden van het land, gemeenten met een klein aantal inwoners, en met een niet-stedelijk karakter.
TEKST ENRICO VAN DEN BOGAARD, Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen (GPKL)
komen (die vaak al tientallen jaren oud zijn, en zeer nadelig voor de gemeente). Publiekrechtelijke regeling Privaatrechtelijke afspraak Zowel publiek- als privaatrechtelijk Geen regeling Geen gegevens ontvangen
Uit het onderzoek, uitgevoerd door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) komt tevens naar voren dat er bij gemeenten met private regelingen behoefte bestaat om deze om te zetten naar publieke regelingen. Het GPKL is van mening dat het Rijk hierbij een rol zou moeten en kunnen spelen. Overleg hierover tussen partijen in de afgelopen jaren heeft namelijk niet kunnen leiden tot concrete afspraken, terwijl de behoefte daaraan bij de meeste partijen aanwezig blijft.
Precariobelasting
Soorten regelingen voor nadeel compensatie bij Nederlandse gemeenten.
Compensatie Er zijn kosten gemoeid met het verleggen van kabels en leidingen. Het kan zijn dat het nutsbedrijf hier compensatie voor kan krijgen van de gemeente. Dit kan formeel zijn vastgelegd door de gemeente. De regeling is dan vaak gebaseerd op de regels die worden gebruikt door het Rijk. Uit het onderzoek blijkt echter dat dit zelden het geval is en dat compensatie vaak wordt gegeven op basis van afspraken tussen het nutsbedrijf en de gemeente onderling. De regelingen verschillen sterk. De meeste gemeenten in de steekproef geven aan dat hier alleen privaatrechtelijke afspraken over bestaan. Een iets kleiner deel heeft compensatie helemaal geregeld via een publiekrechtelijke regeling.
In het onderzoek zijn tevens gegevens verzameld over het aantal gemeenten dat precariobelasting heft voor het hebben van kabels en leidingen in gemeentegrond, en de tarieven daarbij. Een kleine 40 procent van de gemeenten heeft een tarief in de verordening dat opgelegd kan worden aan nutsbedrijven. De verzamelde gegevens bieden waardevolle inzichten. Het onderzoek is in overleg met de VNG tot stand gekomen. Het COELO-rapport is te vinden op www.gpkl.nl.
‘HAAGSE’ CONTEXT De Minister van Veiligheid & Justitie had in 2013 de Eerste Kamer toegezegd om een commissie van deskundigen in het leven te roepen, vanwege een geconstateerde ‘weeffout’ in het wetsvoorstel Nadeelcompensatie (32.621) waardoor voorlopig geen sprake zal zijn van rechtszekerheid. De Commissie Scheltema kreeg de opdracht om binnen een jaar
Er kan zijn afgesproken dat de gemeente altijd alle kosten vergoedt, ongeacht de leeftijd van buizen of leidingen. Helemaal geen vergoeding komt ook voor. Of een gemeente heeft met ieder nutsbedrijf andere afspraken. Kortom, er is sprake van een bonte lappendeken. Zeker voor de bovengemeentelijk opererende netbeheerders is dit een hoogst inefficiënte situatie, die per saldo de samenleving en de gemeenten geld kost, en tot onnodige rechtszaken leidt, zeker nu gemeenten ieder voor zich beginnen en al begonnen zijn onder bestaande privaatrechtelijke regelingen uit te
in overleg met de betrokken koepelorganisaties een handleiding omtrent nadeelcompensatie op te stellen - samen met de minister van BZK - die gemeenten dan in een eigen beleidsregel kunnen overnemen. Er bestond op dat moment echter nog geen systematisch overzicht van de ‘lappendeken’ van werkwijzen en afspraken. Mede door het ontbreken van dit gegevensoverzicht kwam het landelijk overleg hierover niet verder, terwijl daar wel behoefte aan blijft bestaan.
10/2016 Stadswerk magazine 15
TEKST MARCO VAN DEN BRAND, HMTV
Nieuwe techniek kookt verontreiniging uit de bodem
Thermische bodemsanering
De techniek voor bodemsanering is in de afgelopen vijf jaar sterk veranderd. Belangrijkste verandering is dat de saneringstijd sterk verkort kan worden. Een korte uiteenzetting over de innovatieve techniek van thermische bodemsanering.
B
ij thermische bodemsanering koken we de verontreiniging uit de bodem. Met elektrodes verwarmen we de vervuilde grond inclusief grondwater tot ruim 100˚C. Dan borrelt de verontreiniging vanzelf naar boven. De stoom met vervuilde gassen zuigen we hierbij volledig af. Dit koelen we vervolgens met een stoomcondensator. Het water en de gassen die overblijven, saneren we. De schone lucht gaat terug in de atmosfeer en het water voeren we af via het riool. Het resultaat is een schone bodem.
Techniek Het opwarmen van de grond is een zeer nauwkeurig proces, omdat een optimale mix tussen energie gebruik en resultaat cruciaal is. Dit vraagt om een goede berekening van zaken zoals de plaatselijke geleiding in de bodem, het type zand en de hoeveelheid water. Op basis van deze berekening bepalen we de afstand tussen de elektroden. Bij grote dieptes gebruiken we hier damwandprofielen voor. Bij sanering van een grondlaag op een gespecificeerde diepte
WEBSITES www.hmvt.nl
16 Stadswerk magazine 10/2016
@
maken we gebruik van kokers in de grond. Hierin laten we koperelementen afzakken tot de gewenste saneringsdiepte. Door stroom door deze elektrodes te sturen, ontstaat inductiespanning die zorgt voor de opwarming van de grond tot aan het kookpunt.
Monitoring Om het gewenste resultaat te behalen is constante monitoring van groot belang. Daarom zijn alle saneringslocaties uitgerust met telemetrie. Dit biedt de mogelijkheid om op afstand zaken als lucht- en waterdoorstroming, temperaturen, ph-waardes en uptime te meten en zo nodig bij te sturen. Hierdoor verlopen projecten efficiënt en ligt de focus continu op het resultaat. Bijkomend voordeel is dat er bij storingen direct een melding komt, zodat we snel kunnen reageren. We zoeken altijd naar de optimale saneringsvorm. Uit onderzoek blijkt dat de klassieke saneringsmethodes met name geschikt zijn voor kleinere saneringen. Bij grote saneringen is thermisch saneren al snel een interessant alternatief. Zowel qua tijds- als budgetinvestering. Wij zoeken voor ieder traject naar het omslagpunt om een optimaal saneringsrendement te garanderen.
FOTO: VALERIE EVERETT
SPECIAL
Wat brengt 2017 ons? Op het moment van schrijven weten we een ding zeker voor 2017: In de VS geen eerste vrouwelijke president maar een ondernemer die vier jaar aan de touwtjes trekt... In de laatste special van dit jaar hebben wij wederom een aantal partijen die dagelijks in de openbare ruimte werkzaam zijn gevraagd hun licht te werpen op het komende jaar. Waar liggen de uitdagingen, zijn er nieuwe technische ontwikkelingen te verwachten? Zo brengt ROM bv een slimme, efficiënte rioolreinigingsaanhanger op de markt die echter veel meer kan dan zijn naam doet vermoeden. Ook VHG directeur Egbert Roozen spreekt over multifunctionaliteit, en wel van het publieke groen, dat meer is dan alleen decoratie in onze openbare ruimte, terwijl de
mensen van Antea uw aandacht vragen voor de omgevingswet in 2017. Bij Wave weedcontrol is men al sinds 2004 bezig met de toekomst: het met heet water bestrijden van onkruid. Volgens hen ligt de nieuwste uitdaging op dit moment in hun vakgebied op de juiste planning en het opstellen van het juiste beleid voor de implementatie van chemie vrij onkruidbeheer. Bij Eijkelboom kijkt men uit naar een groeiend economisch perspectief, na de magere jaren die achter ons lijken. En als u in de komende donkere dagen langs een e-Sense Motion verlichting van Fagerhult rijdt, kijk dan even achterom. Want deze slimme lampen van de toekomst knippen wellicht weer netjes achter u uit. 10/2016 Stadswerk magazine 17
SPECIAL TEKST ERIK PUNT, directeur Eijkelboom
Groeiend vertrouwen Z
oals elk nieuw jaar zal 2017 ook met verrassingen komen. Wij kijken met een zekere verwachting uit naar het komende jaar. De Brexit en Amerikaanse presidentsverkiezingen ten spijt verwachten wij een groeiend economisch perspectief. Het geeft de ruimte om weer te investeren nadat de overheid langdurig en diep gesneden heeft in de budgetten.
Meerwaarde Opdrachtgevers sturen op interne en externe doelmatigheid en koppelen dit aan verdere automatisering, informatisering en meer toezicht op afstand. Dit heeft gevolgen voor de manier waarop we in dit speelveld met elkaar omgaan. De opdrachtgevers worden groter (met relatief minder medewerkers) en daarmee neemt de contractomvang en verantwoordelijkheid toe. Wij zien daarbij een groeiende kloof ontstaan tussen traditionele aannemers met concurrentie op prijs en bedrijven die in staat zijn om meerwaarde te scheppen. Dit kan door meer maatschappelijke betrokkenheid (SROI en burgerparticipatie), door verantwoording te nemen op een hoger abstractieniveau (UAV-gc) of door langdurige en vergaande prestatieafspraken te maken over de levenscyclus van openbaar bezit (zogenaamde assets). Betrouwbaarheid, veiligheid, duurzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid groeien aan gewicht.
Omgaan met het klimaat Er ontstaat meer ruimte voor debat over de klimatologische veranderingen. Opdrachtnemers zijn niet meer in staat om al deze risico’s in een meerjarige overeen-
18 Stadswerk magazine 10/2016
komst te verdisconteren in een gedekte prijs. Zoals je feitelijk niet kunt garanderen dat het niet glad wordt in de winter, kunnen opdrachtnemers ook niet meer garanderen op elk moment aan een beeldkwaliteit te voldoen. De discussie loopt en daaruit zal een voor alle partijen een redelijke en billijke oplossing komen. Het verschil van de rekening boeken we maatschappelijk af. Gelijk aan de miljarden voor maatregelen voor de stijgende zeespiegel.
Duurzaamheid Zo zal ook meer aandacht zijn voor de verdere verduurzaming van ons werk. De ratificatie van het Verdrag van Parijs zal hier een versnelling aan geven. Wij geloven in een energie neutrale ketenaanpak. Dit helpt bij de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte. Maar de grote klappers worden gemaakt in de inrichting zelf, met een betrokkenheid van beheer en onderhoud als voorwaarde. In onze optiek staan hier de ontwerpers, de inrichters en de beheerders van de buitenruimte gezamenlijk voor aan de lat. Meer info: www.eijkelboom.nl
Een vernieuwde kijk op onkruidbeheersing in de openbare ruimte
E
en betere wereld begint bij jezelf. Dit is niet alleen een mooie slogan, maar ook een must. De overtuiging van de burger zal zich meer en meer gaan toespitsen op een betere en schonere leefomgeving. Er wordt continue gezocht naar duurzame oplossingen om zo de noodzakelijke verbeterslagen te kunnen maken. WAVE Weed Control is in 2004 opgericht met als enige uitdaging: Het effectief en duurzaam bestrijden van onkruid met aandacht voor mens, dier en omgeving. Wave verbetert daarbij voortdurend de methode voor onkruidbestrijding. Methodes die voor iedereen werken en waardoor de wereld kan blijven bloeien. Een andere aanpak is gewenst, waarbij het omdenken heel belangrijk is. Dit kan beginnen in een andere aanleg van verhardingen, of soms het weghalen of weglaten hiervan. Eerder beginnen met onkruidbeheer, met een slimmere aanpak. Het wordt voor de groensector weer een vakgebied, waar kennis van zaken gevraagd wordt. Zo helpen automatiseringsprogramma’s bij het optimaliseren en plannen van onkruidbeheer. Hiervoor wordt periodiek de hoeveelheid onkruid geschouwd. De resultaten van deze inspecties kunnen direct inge-
lezen worden in applicaties die hiervoor beschikbaar zijn. Daarmee kan de optimale rijroute afgewerkt worden, waarbij rekening wordt gehouden met startlocatie, obstakels, eenrichtingsverkeer, eindlocatie, etc. Met als resultaat meer efficiency, minder kilometers en minder CO2-uitstoot. Zo zijn er nog veel meer zaken waar we constant blijven zoeken naar slimmere manieren van onkruidbestrijding. Constante verrijking van kennis is nodig om optimaal te blijven presteren. Uit de praktijk blijkt dat verschijnselen in de buitenruimte niet meer op routine uit te voeren of vooraf te plannen zijn. Het is dus van groot belang dat opdrachtgevers goed onderbouwd beleid opstellen met behulp van deskundig advies, gebaseerd op uitkomsten van praktijkgericht onderzoek en jarenlange beleidservaring. De huidige ontwikkelingen verplichten gemeenten, bedrijven, instellingen en scholen voor een verbeterde en niet-chemische aanpak. De WAVE methode voorziet in deze ontwikkeling en behoefte. Onkruid bestrijden is met de WAVE methode de perfecte oplossing. De beste oplossing bieden is voor ons het ultieme doel! Zodat u goed en duurzaam aan het werk kunt.
10/2016 Stadswerk magazine 19
SPECIAL
ROM SmartTrailer PRO:
Slimme oplossing voor 2017 Minder bijvullen
D
uurzaamheid en efficiency. Het zijn thema’s die waarschijnlijk ook voor uw gemeente hoog op de agenda staan voor 2017. En dat geldt voor ROM, fabrikant van rioolreinigingsmachines niet anders.
Doorontwikkelen Het komende jaar staat voor hen in het teken van het verder doorontwikkelen van rioolreinigingstechnieken op het gebied van deze onderwerpen. In 2016 hebben de mensen bij ROM hier al een start mee gemaakt met de introductie van de SmartTrailer PRO rioolreinigingsaanhanger die geschikt is voor het reinigen en ontstoppen van leidingen tot Ø400 mm, gevel-, oppervlakte- en afvoerreiniging en het verwijderen van lichte graffiti. Deze rioolreinigingsaanhanger kan worden uitgerust met een elektrisch aangedreven hogedruk haspel. Dit maakt het werken makkelijker en is bovendien duurzaam. Er is namelijk geen hydrauliek olie meer nodig en de haspel kan ook worden gebruikt zonder dat de motor hoeft te draaien. Het gestroomlijnde ontwerp zorgt voor maximale brandstofbesparing dankzij de lage luchtweerstand.
20 Stadswerk magazine 10/2016
Voor optimale efficiency is er de mogelijkheid om een spuitlans voor bijvoorbeeld het reinigen van verkeersborden of het verwijderen van graffiti achterop te plaatsen. Spuitlans pakken, reinigen en op naar de volgende schoonmaakklus. Ook is het niet meer nodig om eerst de motorkap te openen voordat er met de rioolreinigingsaanhanger kan worden gewerkt. Via de grille wordt de warmte afgevoerd. Daarnaast is de hoge druk aanhanger voorzien van een ruime 650 liter watertank waarmee langer kan worden doorgewerkt zonder dat er hoeft te worden bijgevuld.
Slimme oplossingen De SmartTrailer PRO heeft nog meer slimme oplossingen. Zo heeft de hoge druk aanhanger een handige doorvoerruimte in de watertank. Ideaal voor lang gereedschap. Het stabiliseert tevens het water in de tank voor een veilige wegligging. En dankzij de twee standaard ruime gereedschapsbakken zijn altijd de juiste tools binnen handbereik. De bakken zijn voorzien van geïntegreerde houders om makkelijk spuitkoppenkoffers en pionnen op te bergen. Dankzij ergonomisch geplaatste haspels, een elektrisch startsysteem, volledige bediening aan de achterzijde en een makkelijk te bereiken noodstop is ook aan het comfort en de veiligheid van de gebruiker gedacht. Kortom: de nieuwe ROM SmartTrailer PRO rioolreinigingsaanhanger zit boordevol slimme oplossingen gebaseerd op 35 jaar ervaring. Een machine gericht op efficiency, duurzaamheid en comfort. Meer info: www.rombv.com
Beheerders openbare ruimte, let op de Omgevingswet!
W
ellicht heeft u al eens iets gehoord over de Omgevingswet. Dit betreft een stelselherziening van de wet- en regelgeving voor wat betreft de leefomgeving. We noemen dit nu ook wel het omgevingsrecht. Er worden vele wetten, algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen geïntegreerd tot een integraal wetgevingsstelsel. Daarnaast komen er een zestal instrumenten die de Omgevingswet vorm geven.
Interessant? Ik hoor u al denken, interessant, maar ik werk niet bij de afdeling Ruimtelijke ontwikkeling of Vergunningverlening Toezicht en Handhaving. Dat hoeft ook niet, want ook u krijgt te maken met deze Omgevingswet en wel heel specifiek met de omgevingsvisie. Deze omgevingsvisie is een strategische nota waarin de gemeente over haar grondgebied op hoofdlijnen de visie beschrijft. Dit bij voorkeur, op basis van gemeenschappelijke kernwaarden en –doelen, vanuit
centrale problemen (en niet zoals nu gebruikelijk is om dit sectoraal te beschrijven). Maar ook het denken vanuit kwaliteitsdoelen en geïntegreerde thema’s (bereikbaarheid, duurzaamheid etc.). Daarna moet deze omgevingsvisie worden verankerd in (sectorale) beleidsprogramma’s.
Feestje Ruimtelijk domein Momenteel is deze omgevingsvisie (en de Omgevingswet als zodanig) vooral het feestje vanuit het Ruimtelijke domein en bent u waarschijnlijk (nog) niet aangesloten. En ik begrijp goed dat het vervelend is om uzelf uit te nodigen voor een feestje, maar ik denk dat het toch raadzaam is om te doen. Vanuit de beheerrol van de openbare ruimte bent u immers veelal gewend om te denken in het denkkader van de omgevingsvisie, zoals kwaliteitsdoelen, geïntegreerde thema’s, doorbetaling daarvan naar sectoraal beleid? Misschien bent u wel verder daarin dan u gemeentelijke collega’s en kunt u naast de inhoud ook proceservaring inbrengen? Dus als ik u mag adviseren, neem het initiatief en zoek aansluiting bij de projectgroep Omgevingswet in uw organisatie. Misschien bent u wel de stuwende kracht! Robert Forkink werkt als senior adviseur Beleid & Organisatie bij Antea Group
10/2016 Stadswerk magazine 21
zonder problemen aanplanten in de bebouwde kom? de bodem in de bebouwde kom verdient meer aandacht De juiste bodemgesteldheid is van cruciaal belang om een goede basis te creĂŤren voor de aanplant van bomen, heesters en vaste planten. De bodem is een complexe materie en wordt vaak onderschat. In de 1-daagse cursus Bodem in de bebouwde kom leggen we je alles uit over inventariseren, bodemanalyses, interpretatie en geven we inzicht in de situatie en knelpunten en bieden we de oplossing.
Start: 26 januari 2017 meld je aan via www.ipcgroen.nl Voor meer informatie over de cursus Bodem in de bebouwde kom kan je contact opnemen met Johan van Apeldoorn: T 026-3550100 of info@ipcgroen.nl
De totaaloplossing voor uw riool! REMONDIS Dusseldorp Rioolservice is een solide bedrijf met ruim 30 jaar ervaring op het gebied van het engineeren, installeren, renoveren en onderhouden van gemalen, vrijvervalstelsels en drukrioolnetwerken. Vanuit onze vestigingen in Lichtenvoorde, Midwolde, Ermelo, Holten en Hardenberg staan onze professionals 24 uur per dag, 365 dagen per jaar voor u klaar! Neem vrijblijvend contact met ons op via 0900-0955 of remondisnederland.nl REMONDIS Dusseldorp Rioolservice B.V. // 0544 39 55 55 // Postbus 31 // 7130 AA Lichtenvoorde // remondisnederland.nl // info@remondis.nl
Veiligheid en comfort op de openbare wegen
D
onkere stegen, slecht verlichte paden of wegen die, ook bij lage gebruiksintensiteit, toch honderd procent verlicht zijn… Het komt helaas nog te vaak voor maar is tegelijkertijd niet meer van deze tijd. Fagerhult legt daarom volgend jaar de focus op smart lighting. Innovatieve detectieen lichtsturingssystemen zijn hiervoor de aangewezen duurzame oplossing. Later op de avond en ’s nachts neemt de behoefte om voetgangers- en fietspaden, straten en andere buitenomgevingen volledig te verlichten vaak af. Maar mensen voelen zich onveilig als de verlichting volledig uit is. Met behulp van geavanceerde lichtsturing is het echter mogelijk om het veiligheidsgevoel van de inwoners te verhogen en tegelijkertijd energie te besparen. Fagerhult heeft veel ervaring met het verlichten van buitenruimtes - van woongebieden, schoolpleinen en parken tot pure straatverlichting. Op basis van de nieuwste onderzoeksresultaten gebruiken zij deze kennis om armaturen te ontwerpen die geoptimaliseerd zijn voor zowel visueel comfort als energieverbruik. Lichtsturing zorgt voor het juiste licht op de juiste plaats, op het juiste moment en in de juiste hoeveelheid. Het nieuwe systeem e-Sense Motion is een draadloos en energie-efficiënt programma dat ervoor zorgt dat de openbare verlichting precies doet wat het moet doen, namelijk licht geven waar en wanneer het nodig is.
Wanneer er een aanwezigheid wordt gedetecteerd, lichten een bepaald aantal armaturen ervoor op.
Diverse OV armaturen van Fagerhult, zoals de Vialume en Evolume, kunnen worden uitgerust met dit systeem. Er zijn drie mogelijke uitvoeringen: een stand alone uitvoering zonder communicatie tussen de masten; de Linked versie waarbij het licht als het ware met je mee loopt of rijdt; en als laatste de Connected versie waarbij ook op afstand via een App of GPRS module ingegrepen kan worden. Als toepassing kan worden gedacht aan wegen of paden met een lage gebruiksintensiteit maar ook gebieden met bushaltes en/of parkeerplaatsen. In eerste instantie is de e-Sense Motion een ingebouwde oplossing, maar later zal het ook mogelijk zijn om dit lichtsturingssysteem op de lichtmasten te monteren. Dit betekent dat eerder geplaatste armaturen van Fagerhult met DALI drivers ook in een later stadium geüpgraded kunnen worden met de e-Sense Motion. Meer info: www.fagerhult.nl
10/2016 Stadswerk magazine 23
SPECIAL TEKST ED ZEELT
De toekomst is groen ‘D
e tijd dat groen vooral als decoratie werd gezien is voorbij.’ Dat zegt Egbert Roozen, directeur van Branchevereniging VHG. ‘Groen wordt steeds belangrijker als het gaat om de kwaliteit van onze leefomgeving. De gezondheid van mensen, biodiversiteit en een economie gebaseerd op een gezonde leefomgeving spelen daarbij een grote rol. Branchevereniging VHG neemt het voortouw. We sluiten als vertegenwoordiger van de groene sector aan bij de maatschappelijke ontwikkelingen en benaderen actief de politiek. Want we hebben iets moois te bieden!’
Deltaplan Groen ‘Op nationaal niveau missen we beleidskaders en raamwerken waarbinnen alles samenvalt. Daarom zijn we zo ambitieus geweest om samen met NVTL alvast een groene paragraaf te schrijven voor het Regeerakkoord van het volgende Kabinet. We pleiten daarin voor een ‘Deltaplan Groen’ met een nieuwe minister van Groen die verantwoordelijk is voor de realisatie. Het plan bevat concrete suggesties voor meer groen in tuinen, de openbare ruimte en in, op en rond gebouwen. Financiële prikkels kunnen hel-
pen om meer levende tuinen aan te leggen. Het Deltaplan moet de milieudoelstellingen van het klimaatakkoord realiseren en de biobased economie stimuleren.’
Gemeenten leefbaarder maken ‘Ook gemeenten staan voor grote uitdagingen. Hoe maken ze hun omgeving leefbaarder? En hoe regelen ze in het kader van milieu het water en de luchtverontreiniging? Bomen leveren daarin een grote bijdrage. Er bestaat een softwareprogramma i-Tree waarmee de waarde van bomen in cijfers en euro’s kan worden bepaald. Dan blijkt wat bomen echt betekenen voor de stad. In de VS heeft i-Tree al aangetoond dat het rendement van de bomen vijf keer hoger is dan de investering. Bij zes Nederlandse gemeenten loopt nu een proef met i-Tree. In een wijk in Oisterwijk doen we jaarlijkse metingen naar de betekenis van een groene woon- en leefomgeving voor de kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen. Levert méér groen een concrete besparing op, bijvoorbeeld voor zorg, doktersbezoek en medicijnen?’
Partners gezocht ‘We willen en kunnen het niet alleen. Op veel fronten werkt Branchevereniging VHG samen met andere partners. Recent hebben wij ons aangesloten bij de Citydeal Klimaatadaptatie. Een netwerkorganisatie waarin we samen met enkele gemeenten, waterschappen, hogescholen en andere organisaties onze kennis en resultaten met andere steden en kennisinstellingen delen. Alles voor een gezamenlijke groene toekomst.’
24 Stadswerk magazine 10/2016
COLUMN TEKST GERT-JAN HOSPERS, Universiteit Twente & Radboud Universiteit
Bij outletcentra in de leer Ochtrup, een Duits stadje op twintig minuten rijden van Enschede, heeft twee gezichten. Op een willekeurige zaterdagmiddag zie je dat meteen. De hoofdwinkelstraat: vrijwel uitgestorven, op enkele inwoners na die een stuk gebak halen, iets kopen bij de één euro-shop of kijken of de drogisterij nog aanbiedingen heeft. Iets verderop in Ochtrup, bij het Factory Outlet Center, is het echter een drukte van belang. Als je goed luistert, kun je horen dat zich onder de bezoekers opvallend veel Nederlanders bevinden. Bij de winkels van Jack & Jones, Desigual, Fossil en Nike staan ze in de rij. Je hoeft geen expert te zijn om te zien dat ‘merkendorpen’ zoals Ochtrups outletcentrum een ramp zijn voor de lokale middenstand. Wat gemeentebestuurders ook zeggen over de waarde van een outlet voor de binnenstad, in de praktijk valt dat vrijwel altijd tegen. Wat is de reden dat outletcentra zoveel bezoekers trekken? Een groot aanbod merkartikelen tegen lage prijzen, zult u zeggen. Dat klopt: een Factory Outlet Center (FOC), zoals de officiële term luidt, is een concentratie winkels waar fabrikanten en handelaren merkproducten met korting (tussen de dertig en zeventig procent) aan de consument verkopen. Meestal gaat het om kleding en schoenen, maar in sommige outlets kun je ook koffers en tassen, keukengerei en speelgoed krijgen. Maar dat is niet het hele verhaal. De kracht van outlets is dat ze zich volledig inleven in de bezoeker, vanaf het moment van aankomst tot het punt van vertrek. Om te beginnen: je kunt er meestal gratis parkeren. Het lijkt simpel, maar het scheelt bezoekers een hoop geld en irritatie. Wie zijn auto heeft weggezet, hoeft niet lang te zoeken naar de ingang van het outletcenter. Daar aangekomen merk je direct dat er meer is dan winkels en horeca alleen. Zo vind je er volop groen, speelvoorzieningen voor kinderen, sfeerverlichting om de boel op te fleuren en comfortabele bankjes om even uit te rusten. Dankzij variatie in
de bebouwing, historiserende architectuur en smalle straatjes komt de omgeving op de meeste mensen prettig over. Leegstand is er nauwelijks. Mocht een winkel tijdelijk niet gevuld zijn, dan zorgen kleurenstickers op de ruiten ervoor dat het pand niet detoneert in het straatbeeld. Op een centrale plek in het merkendorp vind je verder gratis wc’s, lockers om je aankopen op te bergen en rolstoelen voor mensen die minder goed ter been zijn.
De kracht van outlets is dat ze zich volledig inleven in de bezoeker Kortom: een outletcenter heeft de uitstraling van een oud stadje, maar is van alle gemakken voorzien. Geen wonder dat shoppers na hun bezoek tevreden huiswaarts keren en weer terugkomen. Het geheim van een outletcenter zou je kunnen omschrijven als het geheim van de sportvisser: het gaat er niet om dat de visser het aas lekker vindt, maar de vis. Bij alle keuzes die outleteigenaren maken staan niet de eigen wensen en behoeften centraal, maar die van het winkelend publiek. En daarbij gaat het echt niet alleen om beleving en gezelligheid. Gemak en comfort, zoals gratis parkeren, voldoende zitbankjes en handige kluisjes, zijn zeker zo belangrijk. Daarom raad ik gemeentebesturen, vastgoedeigenaren en winkeliersverenigingen aan om eens een bezoek te brengen aan een Factory Outlet Center in de buurt - natuurlijk niet om er wat te kopen, maar om inspiratie op te doen. Want in een tijd waarin binnensteden en dorpscentra zichzelf opnieuw moeten uitvinden, is het credo ‘ken uw klant’ relevanter dan ooit.
10/2016 Stadswerk magazine 25
Advies • Ontwerp • Realisatie l www.speelprojecten.nl
Naamloos-3 1
25-01-16
Verbaasd dat uw advertentie hier niet staat? ALBERT VAN KUIJK OF ROBERT VERHEIJ: GER ANA TM OUN ACC UW MET OP T TAC NEEM CON L OF RVERHEIJ@VIRTUMEDIA.NL 030-6933822 / AVANKUIJK@VIRTUMEDIA.N
02/2016 Stadswerk magazin
.indb 27
Verbaasd dat uw advertentie hier niet staat?
HAAFTEN: NAGER ALBERT VAN KUIJK OF EWOUT VAN NEEM CONTACT OP MET UW ACCOUNTMA .NL OF EVANHAAFTEN@VIRTUMEDIA.NL 030-6933822 / AVANKUIJK@VIRTUMEDIA
TEKST LEENDER VAN BREE,Universiteit Utrecht en vicevoorzitter VVM
Special ‘De Gezonde Stad’ Steden hebben de toekomst, mits men de vele uitdagingen op het gebied van groen en gezondheid serieus oppakt. Reden voor de VVM netwerk van milieuprofessionals om in samenwerking met Universiteit Utrecht een speciale editie over dit onderwerp van Tijdschrift Milieu uit te brengen.
G
ezond gedrag in relatie tot een hiertoe uitnodigende omgeving komt steeds meer op het netvlies van onze steden. Een fantastische ontwikkeling. De special van Tijdschrift Milieu belicht de perspectieven op duurzaam gezonde en zorgzame steden.
Nieuwe tak van sport Uit de special blijkt dat gezondheid een belangrijk integratiekader vormt voor een vitale stedelijke gebiedsontwikkeling. Voor veel bestuurders - en zeker die met klassiek milieubeleid in hun portefeuille - is deze insteek nieuw. Als gezondheid de opgaven uit de diverse domeinen kan verbinden, is er een nieuw type bestuurder nodig. Transformatiemanagement wordt voor hen de grote uitdaging. Deze nieuwe tak van sport voor sturing richt zich op het bevorderen van actief burgerschap en sociaal ondernemerschap. De recent gesloten Brabantse Health Deal van vijf gemeenten, provincie, drie GGD-en en drie waterschappen reikt hiervoor een basis aan. Met ondersteuning van kennisinstellingen nemen deze partijen voortaan gezondheid en welzijn als uitgangspunt voor hun stedelijk ontwikkelingsbeleid. De overeenkomst vormt het startpunt om deze ambitie in icoonprojecten te gaan uitwerken, waardoor ook anderen geïnspireerd zullen raken.
Stenen woestenij Eindhoven is niet alleen ondertekenaar van de Health Deal, maar behoort ook tot de koplopers op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling. ‘Voorop staat bij ons het creëren van een omgeving die uitnodigt om gezond te kunnen zijn’, laat de Eindhovense wethouder Mary-Ann Schreurs in een interview in de special weten. De huidige inrichting van grote steden is haar een doorn in het oog. ‘Die gaat ten koste van de kwaliteit van leven.’ Dat geldt ook voor haar gemeente. ‘Onze binnenstad is een stenen woestenij. De intimiteit van de openbare ruimte is verloren gegaan. Dat moet om puur fysieke redenen anders. Doen we het niet, dan wordt het letterlijk onleefbaar. Door het toevoegen van groen en blauw creëer je niet alleen een omgeving die aangenamer is, maar die daadwerkelijk uitnodigt om er te zijn.’
Gratis bij Stadswerk De speciale editie van Tijdschrift Milieu belicht vanuit alle denkbare invalshoeken de mogelijkheden om te werken aan de gezonde stad van de toekomst. Dat gebeurt door middel van artikelen, columns en interviews. Abonnees op het Stadswerk Magazine ontvangen dit nummer gratis als bijlage bij de komende editie. Universiteit Utrecht en VVM wensen u veel leesplezier. 10/2016 Stadswerk magazine 27
FOTO: THEO BERENDS
Het nieuwe Raadhuisplein.
Een nieuw centrum voor Emmen De centrumvernieuwing van Emmen is de grootste ruimtelijke ingreep die de plaats ooit heeft gekend. Diverse deelprojecten dragen bij aan een veelzijdiger en aantrekkelijker centrum. En bij de Emmenaren ontwaakt een gevoel van trots. Dave van Alebeek, operationeel directeur van het programma Centrum vernieuwing Emmen, vertelt over het hoe en waarom.
‘É
én mooi, uitnodigend, goed bereikbaar centrum, dat is kortgezegd de doelstelling van het centrumplan’, zegt Van Alebeek. ‘Achter ieder woord gaan ambities schuil. Met “één” geven we aan dat we een eenheid van het centrum willen maken en barrières willen wegnemen, “mooi” gaat over het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit, onder meer met iconische architectuur, met “uitnodigend” bedoelen we dat er reuring moet zijn en dat we culturele faciliteiten willen toevoegen en “goed bereikbaar” spreekt voor zich.’ Emmen, een plaats die vooral in de decennia na de Tweede Wereldoorlog onstuimig is gegroeid, had een tamelijk groot, langgerekt centrum met een wat eenzijdige winkelfunctie. Het gemeentebestuur wilde
28 Stadswerk magazine 10/2016
daar wat aan doen en zag bovendien andere opgaven die hiermee samenhangen. Zoals het realiseren van een theater in het centrum dat helemaal up-to-date is. Daarnaast zat Dierenpark Emmen ingeklemd tussen spoor en centrum en wilde verhuizen om te kunnen groeien. Van Alebeek: ‘Het Masterplan Emmen centrum 2020 was al in 2003 vastgesteld door de gemeenteraad, maar zo rond 2006 kwam er een aantal dingen bij elkaar en konden we er een samenhangend werk van maken. We hebben mede door die samenhang diverse subsidies ontvangen, onder meer van de zogeheten RSP-gelden (Regiospecifiek Pakket, compensatie voor het niet doorgaan van de hogesnelheidslijn naar het Noorden, red.) en EFRO-subsidie (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, red.). Ook de provincie Drenthe heeft substantieel bijgedra-
TEKST Michiel G.J. SMIT REDACTIE, Stadswerk magazine
gen. We hadden het verhaal eind 2009 grotendeels financieel afgedekt. Net voordat de economische crisis echt voelbaar werd.’ Van Alebeek vervolgt: ‘We hebben daarna door de crisis in de bouw scherpe prijzen kunnen bedingen in de aanbestedingen en nu de exploitatiefase is aangebroken, leeft de economie weer op. We hebben het tij telkens mee gehad. En de gemeenteraad heeft de moed gehad om de plannen te steunen.’
Emmen en Wildlands De uitvoering van de centrumplannen was in hoge mate afhankelijk van de toekomst van Dierenpark Emmen, dat nu als ‘Wildands Adventure Zoo Emmen’ door het leven gaat. Het aantal bezoekers kalfde af van 1,6 miljoen in de jaren ‘90 naar circa 700.000 per jaar. In 2010 ging het park technisch failliet en stond de gemeenteraad voor de moeilijke keuze om het park op de been te houden of niet. Van Alebeek: ‘Zonder nieuw dierenpark zouden de centrumplannen ook niet doorgaan. En Emmen en het dierenpark horen bij elkaar. Maar hoe ver kan je gaan? In maart 2012 heeft de gemeenteraad definitief besloten om in te stemmen met de plannen voor het nieuwe “BeLEVENspark”. Vanaf toen konden we pas vol aan de slag met de projecten want alles hangt met alles samen. Het moest allemaal erg snel en het vroeg om veel afstemming tussen aannemers en binnen de gemeente, maar ook met bewoners en centrumondernemers over onder meer de bereikbaarheid. Het ATLAS theater bijvoorbeeld is tevens de entree van Wildlands en dat moest aan het begin van dit seizoen (maart 2016) open. Dat is gelukt en inmiddels is het aantal bezoekers het miljoen al gepasseerd.’
Het ATLAS theater en Wildlands in vogelvlucht.
Best Value Procurement Het theatergebouw is iets waar Van Alebeek in het bijzonder trots op is, zowel qua resultaat als hoe het tot stand is gekomen. ‘We hebben, in samenspraak met externe deskundigen, gekozen voor de systematiek van Best Value Procurement. Het komt er bij deze vorm op neer dat de aannemer meer vrijheid dan bij een traditioneel proces krijgt om zelf met ideeën en oplossingen te komen. Het iconische ontwerp - een grote boog in het dak en grote raampartijen aan beide lange kanten - van het architectenbureau Henning Larsen uit Kopenhagen en Van den Berg Architecten uit Nederland was al gemaakt, maar op praktisch niveau is aannemer DuraVermeer met tal van alternatieve voorstellen gekomen. Zo is de vloer overal op hetzelfde peil gekomen, waar we eerst een niveauverschil hadden. Het bleek handiger en ook uitvoerbaar om voor één niveau te kiezen. Best Value Procurement bij dit bijzondere gebouw is ons prima bevallen.’ Het gebouw is gefaseerd opgeleverd; eerst in januari 2016 het deel dat Dave van Alebeek: ‘We hebben het tij telkens mee gehad.’ nodig was voor Wildlands; in juni het volledige theater. Alles netjes op tijd. Vermeldenswaard is ook het Raadhuisplein, ontworpen door Latz + Partner uit Duitsland, met een oppervlak van 26.000 vierkante meter. Van Alebeek: ‘We moesten ruimte hebben om plek te bieden aan evenementen, maar het moest ook geen vlakte worden die de verschillende delen van het centrum scheidt in plaats van verbindt. Met specifieke oplossingen komen beide belangen tot hun recht. Er is bijvoorbeeld een 150 meter lang lint van banken - een zogeheten sundeck - door het plein getrokken. Dat breekt de vlakte maar houdt wel zichtlijnen open. Ook is er een waterpartij waar bij wijze van spreken de stop uit wordt getrokken bij evenementen zodat het droog valt. En er is slim aangesloten met groen in een van de hoeken op groen dat al de stad in liep. Hier zijn ook speelvoorzieningen en een skatebaan gekomen, in samenspraak met de doelgroep. Niet alleen bij de gemeente heerst een zekere trots op het bereikte resultaat. Ook bij de Emmenaren is een groeiend gevoel van trots te bemerken op hun centrum, na aanvankelijke scepsis - is dit niet te megalomaan voor onze plaats? Van Alebeek: ‘Je merkte het al aan de reacties op de Hondsrugtunnel met zijn bijzondere lichtkunst van
10/2016 Stadswerk magazine 29
FOTO: THEO BERENDS
Lichtkunst van Titia Ex in de Hondsrugwegtunnel.
ontwerpster Titia Ex. En bij de oplevering van het Raadhuisplein waren er duizenden mensen op de been. De avond voor de officiële opening was het plein zelfs al overgenomen door de Emmenaren. En er is, los van de gemeente, een Facebook-pagina voor het plein gemaakt, met ongeveer 3.000 leden.’ Binnen alle projecten is bijzondere aandacht geweest voor de toepassing van licht. Naast de lichtkunst in de Hondsrugtunnel van Titia Ex is door Studio DL een integraal plan gemaakt voor de toepassing van verlichting binnen diverse centrumprojecten. Emmen heeft inmiddels al enkele prestigieuze internationale prijzen in de wacht gesleept met de innovatieve en bijzondere lichttoepassingen.
ingevuld als centraal openbaar park. Voor de drie villa’s op het terrein zoeken we een passende bestemming met behoud van het karakter. In andere gebouwen zijn nu al tijdelijke creatieve en bijzondere bedrijven gevestigd. En in het voormalige haaienbassin komt een duikschool. In de eerste helft van 2017 willen we het kwaliteitsplan voor dit park vaststellen, eind 2017 gevolgd door het inrichtingsplan en de uitwerking van het creatieve concept. In 2018 kunnen we dan beginnen met de aanleg. We weten nu al dat beleving en meedoen een belangrijke rol gaat spelen in het concept. Zodat we ook met deze plek echt weer iets toevoegen aan het centrum en iets maken wat de bewoners in het hart sluiten.’
Creatief kwartier De meest bepalende deelprojecten zijn voltooid, maar er lopen ook nog projecten door. Zoals het realiseren van een wand met attractieve functies aan de zuidkant van het Raadhuisplein. En niet te vergeten: het herontwikkelen van het oude terrein van het dierenpark. Van Alebeek: ‘We willen hier echt iets bijzonders van maken en nemen hier dan ook zoveel tijd voor als nodig. Met conceptontwikkelaar Fresh Forward ontwikkelen we een concept voor een ‘creatief kwartier’. Het groene karakter blijft behouden - de voormalige savanne en het olifantenverblijf worden
Raadhuisplein met het 150 meter lange sundeck.
CENTRUMVERNIEUWING EMMEN IN CIJFERS
BELANGRIJKSTE PROJECTEN
• Totale investeringssom circa 0,5 miljard euro • 820 structurele arbeidsplaatsen erbij • 4.700 manjaren aan arbeid tijdens de uitvoering • 92 miljoen euro extra bestedingen per jaar
•H ondsrugwegtunnel opgeleverd in december 2014 • Raadhuisplein opgeleverd in juni 2015 •W ildlands Adventure Zoo Emmen geopend in maart 2016 • ATLAS theater opgeleverd in juni 2016
(bron: MKBA en economische effectstudie van Ecorys, 2011)
30 Stadswerk magazine 10/2016
Stadswerk is hĂŠt magazine voor professionals op het gebied van de leefomgeving. Houdt u zich bezig met ontwikkeling, inrichting of beheer van de openbare ruimte? Dan is Stadswerk magazine uw lijfblad.
DSWERKMAGAZINE.NL
W.STA NEEM NU EEN ABONNEMENT: WW
Stadswerk internationaal
VN Habitat III: leefbaarheid op wereldniveau Eveline Kokx en Jeroen Rodenburg, beiden actief voor Vereniging Stadswerk Nederland, woonden de VN Habitat Conferentie in Quito, Equador bij. Hoe wordt er op wereldniveau over leefbaarheid in steden gedacht, en wat kunnen Nederlandse professionals daaraan bijdragen? Een impressie.
I
n 1800 leefde slechts twee procent van de wereldbevolking in steden, in 2007 woonde de helft van de wereldbevolking in een stad. De trek naar de stad gaat nog steeds onverminderd door, niet alleen in Nederland maar ook in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Waar in Europa de totale bevolking krimpt, neemt die in andere werelddelen nog steeds toe, De verwachting is dat er in 2050 zo’n 9 miljard mensen op aarde zijn (tegen nu 7,4 miljard). En die mensen zullen voor het overgrote deel in steden wonen. Reden voor de Verenigde Naties om de Habitat Conferentie helemaal in het teken van de stad te laten staan. UN Habitat is de afdeling van de VN die zich oorspronkelijk vooral bezig hield met huisvesting en basisvoorzieningen zoals drinkwater, riolering en
WEBSITES www.urbanos.nl www.humancities.co liftcities.com/?page_id=152 (fotoverslag) habitat3.org
32 Stadswerk magazine 10/2016
@
afvalverwerking. Zij ondersteunt landen met beperkte mogelijkheden op het gebied van stedenbouw, volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. De conferentie, die één keer in de twintig jaar wordt gehouden, had dit keer tot doel om de Nieuwe Agenda van de Stad aan te nemen, de New Urban Agenda. Vereniging Stadswerk was aanwezig bij de conferentie in Quito, Ecuador, van 17 t/m 20 oktober dit jaar.
New Urban Agenda In de New Urban Agenda spreken meer dan 140 landen naar elkaar uit dat zij zullen werken aan steden waar iedereen mag en kan wonen, die veilig, gezond, toegankelijk, groen, duurzaam en veerkrachtig zijn. Om dit te bereiken zullen landen kennis delen op velerlei terreinen. Niet alleen nationale overheden onderschrijven de noodzaak tot samenwerking, ook wordt erkend en beschreven dat de lokale overheden, gemeenten en regio’s een sleutelrol hebben in het realiseren van die gewilde stad. Als Vereniging Stadswerk ondersteunen wij de boodschap van de New Urban Agenda van harte. Wij weten als geen ander hoe belangrijk een netwerk is van professionals, waarmee je kennis kunt delen en waar je te rade kunt
TEKST EVELINE KOKX, Gemeente Den Haag en Stadswerk-bestuurslid & JEROEN RODENBURG, Gemeente Noordwijkerhout en bestuurslid Stadswerk-regio Randstad
De ingrepen in de openbare ruimte bestonden uit het toevoegen van voetgangersgebied door het afsluiten van een straat en het schilderen van deze straat, het plaatsen van banken, prullenbakken, led-straatverlichting, fietsbeugels, het aanleggen van een muur met beplanting en het vervangen van beton door bomen, gras en vaste planten. In een verlaten hoekje is ruimte gemaakt voor een kleine speelplek met twee doeltjes/ duikelrekjes. Deze speelelementen zijn een gift van Stadswerk. (foto’s: liftcities.com)
gaan als je voor een nieuwe uitdaging staat. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in de voorbereiding van de Habitat-conferentie een ‘stakeholdersplatform’ gefaciliteerd, waaraan Stadswerk heeft bijgedragen. Binnen het platform is het voorstel gelanceerd om in de aanloop naar en tijdens de conferentie een aantal straten in Quito te adopteren en daar voorbeelden te laten zien hoe de openbare ruimte opgeknapt kan worden samen met bewoners. Dit voorstel is met open armen ontvangen door UN Habitat en werd de Ruta de la Experiencia gedoopt.
samen met de bewoners, om de Ruta tot een succes te maken. Pakhuis De Zwijger vulde het project mooi aan door in het Centro Cultural een aantrekkelijk lezingenprogramma te organiseren. Stadswerk heeft in dit cultureel centrum een workshop gegeven over de beeldkwaliteit van de openbare ruimte en het (gezamenlijk met bewoners) beheren daarvan. Eén van de deelnemers, afkomstig uit Quito, vertelde dat hij nu goede voorbeelden had gezien hoe hij samen met zijn club- en buurtgenoten zelf het initiatief kan nemen om zijn eigen buurt mooier, groener en socialer te maken.
Ruta de la Experiencia Het project moest geen tentoonstelling worden, maar op straat in de stad worden uitgevoerd, zodat conferentiebezoekers in de stad kunnen zien wat je zelfs met beperkte middelen kunt veranderen. Naast de fysieke ingrepen in de openbare ruimte was het bouwen van het sociale netwerk van stadsmakers en bewoners minstens zo belangrijk. Zo is er iets blijvends in Quito gemaakt. De Ruta de la Experiencia liep vanaf het conferentiecentrum door een deel van de wijk Mariscal. Halverwege ligt het Centro Cultural Benjamin Carrion (het cultureel centrum), tijdens de conferentieweek omgedoopt tot Fabrica Ciudad (‘Stad Maken’). Het bureau Urbanos Duurzame Stedelijke Ontwikkeling heeft vanaf het voorjaar 2016 in opdracht van de Human Cities Coalition hard gewerkt,
De doelstelling van de New Urban Agenda en de Habitat Conferentie is precies datgene wat de Nederlandse delegatie in Quito heeft laten zien: kennis delen en elkaar inspireren.
GLOBAL PUBLIC SPACE TOOLKIT Op de website van Stadswerk kun je de global public space toolkit downloaden, met voorbeelden en studiemateriaal over het belang van openbare ruimte voor het goed functioneren van een stad. Kijk bijvoorbeeld hoe je het computerspel Minecraft kan inzetten als instrument om jongeren te betrekken bij de inrichting van de openbare ruimte.
10/2016 Stadswerk magazine 33
Rendement valt tegen maar gaat wel stijgen
10 jaar Nederlandse koudenetten Tien jaar geleden opende in Amsterdam de allereerste koudecentrale van Nederland. Daarmee worden kantoren aan de Zuidas van duurzame koeling voorzien, met koude afkomstig uit de nabijgelegen Nieuwe Meer. Kort daarna werd bij de Ouderkerkerplas een tweede centrale in gebruik genomen. Wat zijn de ervaringen tot nu toe?
I
n augustus 2006 opende de toenmalige Amsterdamse burgemeester Cohen de eerste koudecentrale van Nederland. Met het koudenet worden de kantoren in en rond de Amsterdamse Zuidas van koeling voorzien. Dat gebeurt met water uit de nabijgelegen Nieuwe Meer. Sinds 2010 is nog een tweede koudenet in Amsterdam in bedrijf: in Zuidoost. Hiervoor wordt koude gewonnen uit de Ouderkerkerplas. Met koudenetten, die parallel liggen aan de ondergrondse pijpleidingen van stadswarmte, kunnen kantoren beschikken over een duurzaam airconditioningen klimaatbeheersysteem. Daarmee past de koudewinning bij de Nieuwe Meer naadloos bij de milieu- en klimaatdoelstellingen van de gemeente Amsterdam. Ook het netwerk bij de Ouderkerkerplas is geënt op de vraag naar duurzame koude. De gemeente verwachtte een toename van de bedrijvigheid rond de Zuidas en de Amsterdam ArenA - en daarmee
34 Stadswerk magazine 10/2016
een groeiende behoefte aan koeling, die nodig is voor bijvoorbeeld serverruimten. ‘Voor een rendabel koudenetwerk moet worden voldaan aan twee voorwaarden. Er moet een diep meer aanwezig zijn, met een minimale diepte van dertig meter. En er moet voldoende (potentiële) afname van koude zijn’, vertelt Raymond van Bulderen, business manager bij Nuon, dat de twee koudecentrales in Amsterdam in handen heeft. Het afgelopen decennium heeft het energiebedrijf unieke leerervaringen opgedaan met koudenetten.
Bellenscherm op de Nieuwe Meer Daniël Awater, senior consultant bij Nuon, vertelt over de complexe situatie bij de Nieuwe Meer. ‘De vrije koeling, die we onttrekken aan het meer, bevindt zich in de diepste waterlaag, die aanzienlijk kouder is dan het water aan het oppervlak. In een ideale situatie blijven die lagen dan ook gescheiden.’ Maar in de
TEKST LYNSEY DUBBELD, Leene Communicatie
zijn twee grote koelinstallaties geplaatst.’ Die omvangrijke installaties zijn in de huidige praktijk eerder een nadeel dan een voordeel. De koudevraag vanuit het AMC blijkt sterk te wisselen, en de bouw en bezetting van kantoorgebouwen in het gebied rond de Amsterdam ArenA blijven achter bij de prognoses. Van Bulderen: ‘Met de grote machines kunnen we niet voldoende flexibel inspelen op een kleine koudevraag. Omdat we altijd aan de klantvraag willen voldoen, betekent dat dat we eigenlijk te veel koude produceren op momenten dat er maar een klein beetje nodig is. Die overdimensionering van de centrale is nadelig voor het rendement.’ De koudecentrale bij Amsterdam Zuidoost. (foto: Niek Stam)
Nieuwe Meer is een zogenoemd bellenscherm aangebracht om te voorkomen dat zich tijdens de zomermaanden blauwalg ontwikkelt. Het fijnmazige buizenstelsel dat met luchtbellen de groei van blauwalg tegengaat, zorgt er ook voor dat de waterlagen in het meer worden gemengd. ‘Zodra het bellenscherm in april in werking treedt, schiet de temperatuur van de koudste laag - normaal ongeveer vier graden Celsius - omhoog’, vertelt Awater. Dat betekent dat een compressiekoelmachine het warmere water - van ongeveer acht graden - extra moet koelen om aan de koudevraag te voldoen. ‘In de winter realiseren we makkelijk een COP (Coefficient of Performance) van twintig tot 25, omdat we alleen maar water uit het meer naar onze klanten hoeven te pompen. Maar die waarde keldert direct als de temperatuur van het meer in de zomermaanden stijgt door de werking van het bellenscherm.’
Tegenvallende koudevraag bij Ouderkerkerplas Ook bij de centrale bij de Ouderkerkerplas is het rendement lager dan verwacht. Van Bulderen: ‘Dat heeft te maken met de tegenvallende koudevraag in het gebied. Bij het ontwerp van de centrale zijn we uitgegaan van een grote, constante behoefte aan koel- en klimaatbeheersingssystemen, onder meer vanuit het AMC en de kantoorbouw die destijds in de planning stond. Om aan die verwachte grote vraag te voldoen,
Plannen voor de toekomst Omdat de vraag naar koeling van gebouwen over het algemeen achterblijft bij de verwachtingen, bekijkt Nuon of de duurzame koude een functie kan krijgen in de woningbouw. ‘Vooral rond de Zuidas krijgen veel plekken een nieuwe bestemming. Daarop proberen we in te spelen’, aldus Awater. ‘Zo is het water uit de Nieuwe Meer, als gevolg van het bellenscherm, in de zomermaanden eigenlijk te hoog voor de koeling van kantoren, maar voor comfortkoeling in woningen uitermate geschikt.’ In de toekomst is het misschien zelfs mogelijk om het retourwater uit de kantoren te hergebruiken voor de koeling van woningen.
Koudecentrale van binnen. (foto: Bert Smit)
‘Om duurzame koude te leveren met een maximaal rendement moet de hele keten in orde zijn. Van de bron tot aan de afname’, vat Awater de leerervaringen tot nu toe samen. ‘De afgelopen tien jaar hebben ons duidelijk gemaakt dat we de complexe aaneenschakeling van factoren - waaronder de koudevraag vanuit kantoren en bedrijventerreinen - niet allemaal in de hand hebben. Dat zie je onder meer terug in de COP van de twee centrales. We verwachten uiteindelijk toch hoge rendementen te halen. Het kost alleen meer tijd dan we hadden voorzien om álle factoren in dit complexe systeem te optimaliseren.’ 10/2016 Stadswerk magazine 35
RECENSIES
Tussen ideaal en kapitaal, Bouwfonds 1946-2006 Het schrijnend tekort aan betaalbare woningen voor de man met de kleine beurs inspireerde Jacob Wiersema vlak na de Tweede Wereldoorlog tot de oprichting van Bouwfonds. Het bedrijf groeide binnen enkele decennia uit tot een belangrijke nationale woningbouwer en hypotheekverstrekker. De economische crisis van de jaren tachtig betekende een keerpunt: na een bijna-faillissement werd de koers verlegd naar vastgoed, met internationalisatie, groei en rendement als de ultieme doelen. Bouwfonds groeide weer, maar vervreemdde van de oorspronkelijke doelstelling én van zijn gemeentelijke aandeelhouders. Het resulteerde uiteindelijk in de verkoop aan ABN AMRO, dat Bouwfonds op het hoogtepunt opsplitste en in onderdelen aan andere banken verkocht. Weerspiegelt deze koerswijziging de economische ontwikkelingen en managementopvattingen van het neoliberale tijdperk? Of was in de jaren negentig een andere, minder ambitieuze route mogelijk geweest, waardoor Bouwfonds de woningbouwer en financier voor de middenklasse had kunnen blijven?
Tussen ideaal en kapitaal is een sociale geschiedenis van Bouwfonds. De persoonlijke observaties van directeuren en adviseurs tonen de wereld achter de schermen van de beslissers in de top. Hun ambities en dilemma’s, successen en (dwaal-)wegen worden invoelbaar en inzichtelijk. Daarmee is dit boek interessant voor iedereen die geïnteresseerd is in de bankencrisis en de vastgoedfraude, maar ook voor professionals uit de volkshuisvesting, (steden) bouw en projectontwikkeling. Titel: Tussen ideaal en kapitaal, Bouwfonds 1946-2006 Auteur: Joost Kingma Uitgave van: Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, november 2016, 200 pag., € 24,50 ISBN: 9789460043055
Naar een eigen ruimtelijke identiteit Het aanzien van ons land wordt steeds mooier, maar wat is nog het onderscheidende vermogen tussen de verschillende gebieden? Waarom zou ik naar deze stad willen gaan als de binnenstad min of meer biedt en is vormgegeven gelijk andere steden? Waar staat die stad voor, qua ruimtelijke beleving? Veel gemeenten worstelen met hun eigen ‘ruimtelijke kwaliteit’. Om de ruimtelijke kwaliteit binnen de gemeente goed te houden heeft men welstandsbeleid opgesteld. Dit beleid is veelal verworden tot regelgeving. Vaak wordt er nagedacht over minder regels of welstandsvrij. Mag iedereen overal elke typologie bouwen? Architecten en ontwikkelaars hebben eigen doelen,
36 Stadswerk magazine 10/2016
zien vaak niet het grotere geheel. Men gaat aan de specifieke ruimtelijke identiteit van de omgeving voorbij. Dit boek is bedoeld om de discussie over het onderscheidende vermogen van gebieden binnen of buiten de stad op gang te brengen. Veel gemeenten of provincies hebben binnen hun werkgebied meerdere kernen. Het is goed indien deze kernen meer specifiek worden. Niet alle gelijk behandelen, zoals nu veelal het gebruik. Men zou met ‘eigenheid’ meer kunnen bereiken. Bewoners en ondernemers in de gebieden zijn aan zet. Net als de politiek en de architecten. Zij kunnen meer bijdragen aan het plaatselijke onderscheidende ruimtelijke en sociale belang. Titel: Naar een eigen ruimtelijke identiteit Auteur: Herman Dekkers Uitgave van: Sdu Uitgevers, Den Haag, 2016, 88 pag. € 24,95 ISBN: 9789012398275
RECENSIES
Apeldoornse ‘kookboeken’ voor stad en dorpen De gemeente Apeldoorn is de laatste jaren bezig om het ruimtelijk beleid klaar te stomen voor de Omgevingswet. Zo valt althans het fraaie drieluik op te vatten dat alweer enige tijd voltooid is: het Groot Apeldoorns landschapskookboek (2011), het Klein Apeldoorns dorpenkookboek (2012) en het Dik Apeldoorns stadskookboek (2014). De in 2013 verschenen ‘Structuurvisie Buitenstad Apeldoorn’ is nauw verweven met dit drieluik. In deze recensie laten we het landschapskookboek en de Structuurvisie om praktische redenen verder buiten beschouwing. Het stadskookboek en dorpenkookboek vertonen grote overeenkomst qua opzet en doel. Het is, zoals de titels al een beetje verraden, vooral bedoeld om praktisch aan de slag te gaan met ruimtelijke ingrepen die zich goed verhouden tot de reeds aanwezige karakteristieken. Dat is zeker geen pleidooi om alles bij het oude te laten, maar vraagt vaak juist een zekere vernieuwingsdrang die voortborduurt op reeds aanwezige elementen. Het is daarbij verrassend én indrukwekkend hoeveel er te vertellen valt over karakteristieken in zowel dorpen als stadswijken, en hoeveel concrete aanknopingspunten dat biedt voor locatiespecifiek ontwerp. Zo zijn er van oudsher grindbermen in sommige Apeldoornse wijken die zijn geëvolueerd tot grindpaden langs de wegen. Deze geven de wijken iets eigens, iets herkenbaar, en ook iets ingetogen chics. In de dorpen zijn de verschillen zo mogelijk nog sterker uitgewerkt. In een dorp als Uddel domineren sobere huizen zonder aanbouwen en dergelijke op aparte kavels, organisch gegroeid. Het dorp Kootwijk is juist planmatig ontwikkeld en helemaal afgestemd op de werknemers van het voormalige radiostation. Bij elk dorp en elke wijk wordt dit vertaald naar praktische tips. Zoals: ‘Zet de oorspronkelijke opzet van groepjes losse gebouwen in het bosgebied door’ (Hoenderloo), of ‘Zet woningen altijd in de al aanwezige rooilijn. Plaats bergingen juist naar achter’ (Indische buurt, Apeldoorn). Naast de gedetailleerde analyse van
dorpen en wijken is er aandacht voor algemene karakteristieken (basisingrediënten in de terminologie van het kookboek) van Apeldoorn en van de dorpen. Apeldoorn wordt als ‘Buitenstad’ neergezet: een ruim opgezette stad met dorpse trekjes. Verder zaken als: ‘Iedereen een eigen tuin’ en ‘Contrasten maken het spannend’, waarbij uitgebreid wordt uitgewerkt hoe je op een verantwoorde manier contrasten maakt. In het dorpenkookboek gaat het om zaken als ‘Een argeloos en “niet-ontworpen” gevoel’ of ‘Een voelbare relatie methet landschap’. De kookboeken bieden een schat aan informatie en inspiratie voor iedereen - professionals maar zeker ook particulieren met bouwplannen - die wil aansluiten op en een bijdrage wil leveren aan het eigene van de plek. De boeken bieden ook een prima basis om het gesprek aan te gaan met bewoners om de karakteristieken te koppelen aan concrete ingrepen (of het afzien daarvan). Het zal ongetwijfeld een juridische basis verschaffen bij welstandstoetsing, al is dat niet de primaire insteek van het boek. Het moet vooral inspireren en handvatten bieden, in de geest van de Omgevingswet. Niet voor niets zijn de kookboeken een voorbeeldproject voor deze wet en heeft Apeldoorn er het eervolle predicaat ‘nu al eenvoudig beter’ mee verkregen. Een aanpak die navolging verdient! (Michiel G.J. Smit, redactie Stadswerk magazine)
Titels: Klein Apeldoorns dorpenkookboek en het Dik Apeldoorns stadskookboek Auteurs: resp. Petra Kuijlaars en Gerrit van Oosterom; Doesjka Majdandžiç en Gerrit van Oosterom (beide gemeente Apeldoorn) Uitgave van: Uitgeverij Blauwdruk, resp. 2012 en 2014, resp. €19,90 en €27,50. ISBN: resp. 978-90-75271-55-3 en 978-90-75271-84-3
10/2016 Stadswerk magazine 37
STADSWERK.NIEUWS
Klimaatadaptatie en Smart Cities De laatste maanden zijn we intensief bezig geweest met onze focus voor 2017. In diverse brainstormsessies hebben we de regiobesturen en het algemeen bestuur daarbij nauw betrokken. Tijdens de Algemene Leden Vergadering van 30 november jongstleden hebben we het werkplan en de begroting 2017 aan alle leden voorgelegd. In 2017 stelt Stadswerk vijf thema’s centraal: Groen werkt, Overheidsparticipatie, Circulaire economie in de fysieke leefomgeving, Klimaatadaptatie en Smart cities. Binnen alle thema’s zal specifiek aandacht worden gegeven aan de Omgevingswet, assetmanagement
contributietarief voor een aantal
(CMEA) zich bij de IFME aangesloten.
en de daarbij behorende
gemeenten daalt. Het basistarief
De vijf Chinese deelnemers en twee
organisatieontwikkeling. Doel is
2017 handhaven we op het niveau
toezichthouders kwamen niet met lege
om ook dit jaar weer minimaal drie
2016. Voor de niet-gemeentelijke
handen. Directeur Maarten Loeffen
bijeenkomsten per thema te beleggen.
organisaties vereenvoudigen we de
ontving uit handen van Sanne Hieltjes
Uiteraard houden we u, via allerlei
contributiesystematiek. Met deze
van de Werkgroep Internationaal
kanalen, op de hoogte van het aanbod.
aantrekkelijke en vereenvoudigde
van Stadswerk een plaquette voor
Op onze website www.stadswerk.nl
contributiesystematiek werken we
het Stadswerkkantoor, waar IFME
vindt u ons jaarplan in een filmpje van
verder aan de groei van het aantal
sinds vorig jaar statutair is gevestigd.
1 minuut!
leden.
Stadswerk verzorgt de administratieve support voor deze koepelorganisatie. Met het aansluiten van China en nieuwe toezichthouders uit Slowakije
Meer waarde voor
China nieuwste lid
uw lidmaatschap
van de IFME
Op dit moment kennen we, naast een
Tijdens de bestuursvergadering van de
gewoon lidmaatschap, een excellent
International Federation of Municipal
lidmaatschap voor gemeenten en
Engineering (IFME), 10 november
bedrijven. Met ingang van 1 januari
jongstleden in het Zweedse Kiruna,
Lidmaatschap-partnership
2017 willen we zoveel mogelijk
heeft een delegatie van de Chinese
ledenvoordeel bieden binnen het
Municipal Engineering Association
onderwijsinstellingen
en Tjechië, zijn inmiddels ruim 20 landen lid van de IFME. www.ifmeworld.org.
basislidmaatschap. We verbinden
Tijdens de Algemene Leden
bijvoorbeeld geen restricties
Vergadering van 16 juni 2016
meer aan het toezenden van het
is de wens geuit om voor
aantal magazines of deelname
onderwijsinstellingen een ‘status
aan andere bijeenkomsten. Het
aparte’ te creëren. De leden hechten
excellent lidmaatschap komt
veel belang aan de betrokkenheid
daarom te vervallen, waardoor het
van deze instellingen. Vanaf 1 januari
38 Stadswerk magazine 10/2016
STADSWERK.NIEUWS
2017 krijgen onderwijsinstellingen
in inkoop en aanbestedingen? En
De bijeenkomsten zijn ‘s middags, van
daarom de mogelijkheid lid te
laat je het aansluiten bij reguliere
13:30 tot 16:30 uur, met aansluitend
worden van onze vereniging op
taken, zoals de inrichting en het
een borrel. De eerste datum is
basis van ‘het ruillidmaatschap’
beheer van de openbare ruimte?
inmiddels bekend: 25 januari in
dat we ook hanteren voor andere
De bijeenkomsten zijn bedoeld voor
Apeldoorn. U kunt zich aanmelden via
koepelorganisaties. Dat betekent dat
gemeenteambtenaren betrokken bij
www.stadswerk.nl
er geen contributie is verschuldigd.
openbare ruimte, afval, duurzaamheid
‘In ruil’ voor het lidmaatschap
en inkoop, aannemers die werk
Wilt u bijdragen aan een van de
vragen wij actieve betrokkenheid
uitvoeren in opdracht van gemeenten
volgende bijeenkomsten door een
van de onderwijsinstellingen bij
en afvalbedrijven. We organiseren vijf
inhoudelijk bijdrage of door als gastheer
onze activiteiten, publiciteit voor
bijeenkomsten verspreid door het
op te treden? Dan horen we dat graag!
Stadswerk onder medewerkers en
land, zodat u in uw eigen regio naar
Meld u dan bij Anneloes Voorberg:
studenten en korting op het post-hbo
een bijeenkomst kan en we kunnen
anneloes.voorberg@stadswerk.nl.
onderwijsaanbod voor onze leden.
bijdragen aan een regionaal netwerk
Wilt u zich als onderwijsonderstelling
van gemeenten en bedrijven dat écht
aanmelden, gaat u dan naar www.
werk wil maken van circulair.
stadswerk.nl. Daar klikt u op de button
Een gezond 2017!
‘lidmaatschap’. 2016 was een mooi jaar. We zagen dat er écht werk werd gemaakt van groen in de stad en overheidsparticipatie.
Werk maken werk
Thema’s als circulaire economie
van circulair!
en klimaatadaptatie zijn bij veel
Stadswerk en de Koninklijke Vereniging
definitief in beeld gekomen. Dat
voor Afval- en Reinigingsmanagement
belooft veel voor 2017! Namens alle
(NVRD) hebben het onderwerp
bestuursleden, werkgroepleden en alle
circulaire economie en de openbare
medewerkers wensen we u een gezond
ruimte benoemd als gezamenlijk
2017, in een fysieke leefomgeving die
thema. U ontving al de Special
daaraan bijdraagt.
gemeenten, bedrijven en professionals
‘Circulaire economie’ en via ‘wij maken werk van circulair!’ werken we aan de rol van gemeente en afvalbedrijf als inkoper van circulaire producten. In 2017 organiseren we samen regionale werkbijeenkomsten waarbij we concrete stappen willen zetten als het gaat om circulaire economie en de inrichting en beheer van de openbare ruimte. Regionaal netwerken: eerste bijeenkomst 25 januari Apeldoorn
AGENDA December/Januari 24|01 Bijeenkomst ‘Wij maken werk van circulair’, Apeldoorn 26|01 Chemievrij Onkruid beheer, Lelystad (tot 1 januari exclusief aanmelden voor mensen op wachtlijst van vorige bijeenkomsten, daarna aanmelding open voor anderen) 26|01 Bijeenkomst Nieuwe Energie, Meppel
Met deze bijeenkomsten willen wij inspireren, laten zien welke
Bekijk de meest actuele agenda op www.stadswerk.nl/agenda
voorbeelden er al zijn en samen
of volg ons op Twitter en/of LinkedIn voor het laatste nieuws.
op zoek gaan naar kansen. Voor gemeenten: hoe geef je het een plek
10/2016 Stadswerk magazine 39
Minder wateroverlast zonder concessies aan het straatbeeld?
–
Drainflow maakt het mogelijk.
®
Waterpasserende straatbaksteen In samenwerking met gemeente Apeldoorn hebben wij Drainflow® ontwikkeld. Langs deze gebakken steen passeert maar liefst 40% meer water dan bij het normale Keiformaat. Het straatbeeld blijft daarentegen net zo fraai. Drainflow® is een uitstekende oplossing voor het infiltreren en ter plekke afkoppelen van regenwater, ook op de lange termijn. De waterpasserende steen is ideaal bij gebrek aan ruimte in de ondergrond of in de bebouwde omgeving. Bovendien bepaalt u zelf de fundering, straatlaag en partners zodat u maximale ontwerpvrijheid heeft. De duurzame Drainflow® wordt op dit moment al toegepast in Rotterdam, Urk, Zevenbergen, Egmond aan Zee, Amersfoort en Zeist.
Meer weten? Ga naar bylandt.com/drainflow