Waardestelling station Delft

Page 1

Delft Station

Delft

Cultuurhistorische waardestelling TAK Architecten


Delft Station Delft

Redactie Miguel Loos - Bureau Spoorbouwmeester Noor Scheltema - NS Stations Roderick Jacobs - NS Stations

Cultuurhistorische waardestelling TAK Architecten 16 oktober 2013


Stations in een wereld van verandering Het is meer dan 175 jaar geleden dat de eerste trein ging rijden in Nederland. In al die jaren is een unieke verzameling van stationsgebouwen ontstaan met een veelheid aan afmetingen, stijlen en materialen. De historische ontwikkeling van de spoorwegen en stationsgebouwen is in deze diversiteit terug te zien. De stations zijn ongeacht hun bouwperiode continu aan veranderingen onderhevig: Van het verdwijnen van aparte bagage afhandeling tot het inpassen van OV-chipkaart poortjes. Het is bijzonder dat ondanks deze grote veranderingen, de stationsgebouwen uit de 19e eeuw dagelijks nog tienduizenden mensen bedienen met uiteenlopende voorzieningen. Dit oude en jongere stationserfgoed verdient dan ook speciale aandacht. Het stationserfgoed is een enorme kans om reizigers en betrokkenen mee te nemen in het verhaal van de spoorwegen in Nederland door de tijd heen. Door het bewaken, herstellen en ‘oppoetsen’ van de unieke kwaliteiten van het stationserfgoed blijven stations bijzondere en aansprekende plekken.

Stationserfgoed en De Collectie ProRail en NS Stations voelen zich als gezamenlijk eigenaar van alle stations in Nederland verantwoordelijk voor dit vastgoed met maatschappelijke waarde. Daarom is samen met Bureau Spoorbouwmeester door Crimson Architectural Historians, Urban Fabric en SteenhuisMeurs onderzoek gedaan naar de cultuurhistorische waarde van voor- en naoorlogse stations. Aan de hand van inventarisaties zijn vijftig stations geselecteerd met de hoogste cultuurhistorische waarde die zijn omgedoopt tot De Collectie. Daarbij is uit ieder cluster van gelijksoortige stations telkens het gaafste, beste exemplaar, qua interieur en exterieur, toegevoegd. NS Stations en ProRail hebben De Collectie sindsdien omarmd en de verantwoorde omgang met deze waardevolle stations als belangrijk thema aangemerkt.

Waardestellingen Na vaststelling van De Collectie bleek diepgaand onderzoek nodig om bij het plannen van stationsverbouwingen gerichte aanpassingen te kunnen doen om de cultuurhistorische waarde te herstellen en te bewaken. In 2012 is besloten om voor alle stations uit De Collectie een Cultuurhistorisch Onderzoek en Waardestelling, kortweg Waardestelling, uit te laten voeren door gespecialiseerde onderzoeksbureaus. De mate waarin een stationsgebouw kan functioneren als station blijkt essentieel voor de cultuurhistorische waarde. Daarom zijn door Bureau SteenhuisMeurs speciale richtlijnen opgesteld, waardoor het functioneren van het station als rode draad door iedere Waardestelling loopt.

Kaders van aanbevelingen ProRail en NS Stations zijn zich bewust van de kracht en waarde van het stationserfgoed. Vanuit dit perspectief zijn onafhankelijk experts gevraagd om de Waardestellingen op te stellen. Vooropgesteld, NS Stations en ProRail hebben de intentie om de conclusies en aanbevelingen uit de Waardestellingen te volgen. Echter, functionele eisen of financiële en juridische kaders kunnen maken dat sommige aanbevelingen niet, niet geheel of niet direct haalbaar zijn. Desondanks nemen NS Stations en ProRail alle aanbevelingen serieus omdat hiermee de juiste discussies gevoerd kunnen worden. We willen graag met de belanghebbenden in gesprek gaan over hoe we gezamenlijk de cultuurhistorische waarde van het stationserfgoed kunnen borgen. Met als doel om de reizigers goed functionerende en aangename stations te bieden.

De Waardestellingen geven waardevolle inzichten voor het ontwikkelen van een visie en ontwerp bij stationsverbouwingen en worden zodoende al vanaf de eerste fase van ieder project geraadpleegd. De meerwaarde van deze rapportages heeft ProRail en NS Stations doen besluiten om ook voor monumentale stations buiten De Collectie een waardestellend onderzoek op te laten stellen. ProRail, NS Stations en Bureau Spoorbouwmeester zijn trots op de reeks Waardestellingen die door jaren van succesvolle en nauwe samenwerking tot stand zijn gekomen. Met de kennis die door de Waardestellingen aanwezig is zal de cultuurhistorische waarde van de Nederlandse stations de aandacht krijgen die het verdient. Veel leesplezier met de beschrijving van de rijke cultuurhistorie en architectonische kwaliteiten van de stations. April 2016 NS Stations ProRail Bureau Spoorbouwmeester

Contact: waardestellingen@nsstations.nl



delft

s t a t i o n d e lf t

c ult u u rhi s t ori s ch o n d e r z o e k e n wa a r d e st e l l i n g

T AK a rch it e ct e n


station delft

gegev ens

c ul t u urh i st or i sch o n d e r z o e k e n wa a r d e st e l l i n g

T AK archi t ect en

2

project Naam:

opdrachtgever / eigenaar Stationsgebouw Delft

Naam:

NS Stations Exploitatiebedrijf

Adres:

Van Leeuwenhoeksingel 41 t/m 43 2611 AC Delft

Adres:

Katreinetoren Stationshal 17

Monumentnr.:

525335

Postbus 2534 3500 GM Utrecht

Kadastraal:

Gemeente Delft, sectie 0, nummers 2716 en 2717

Contactpersoon: Joop Buisman joop.buisman@nsstations.nl

Doel:

cultuurhistorisch onderzoek en waardestelling t.b.v. herontwikkeling van het

Erik Meijer

stationsgebouw

erik.meijer@nsstations.nl

Projectnummer: 13-31 Auteur:

V. (Vera) Franken

Datum:

16 oktober 2013

Revisie:

-

Formaat:

A4 liggend

foto’s voorpagina (v.l.n.r., v.b.n.o.) 1. stationsplein 2009 (Delft Archief) 2. achterzijde constructiewerkplaatsen vanaf wesrvest 1905 (Delft Archief) 3. anzichtkaart voorzijde station Delft 1910 (Delft Archief) 4. foto jaren ‘50 zicht op het station (bron onbekend, via stationsweb) 5. straat voor het station 1940 (Delft Archief)


adviseur / architect Naam:

TAK architecten

Adres Delft:

Zocherweg 2A 2613 ZV Delft

Tel:

015 212 59 03

Fax:

015 212 56 64

Adres Arnhem:

i nhoud

3

voorwoord

4

1. oorspronkelijke situatie

6

2. wijzigingen

18

3. conclusie

42

literatuurlijst

63

bijlagen

65

Van Oldenbarneveldtstraat 92-2 6827 AN Arnhem

Tel:

026 442 67 50

Fax:

026 370 24 60

E-mail:

info@takarchitecten.nl

Website:

www.takarchitecten.nl


st a t i o n d e l f t

v oor w oor d

cu l t uur h ist o r isc h on d e r zo e k e n wa a r d e st e l l i n g

TAK archi t ect en

4

In 2015 wordt het nieuwe station van Delft geopend en zal het oude stationsgebouw van Delft zijn functie verliezen. Aan TAK architecten is gevraagd om een cultuurhistorisch onderzoek en waardestelling te verrichten, dat kan dienen als onderlegger voor de herontwikkeling van het stationsgebouw binnen de veranderde stedenbouwkundige context. Anders dan bij vergelijkbare rapporten voor functionerende stations ligt bij dit rapport daardoor de nadruk op het gebouw zelf en minder op de stedenbouwkundige inbedding en de reizigersbeleving. In dit rapport is voor de nieuwe situatie in 2015 uitgegaan van de stedenbouwkundige plannen van Joan Busquets, zoals deze zijn uitgewerkt door PALMBOUT Urban Landscapes in het plan Zicht op Delft van oktober 2012. Dit plan is in februari van dit jaar gekozen door het College van Delft als basis voor de verdere gebiedsontwikkeling van de nieuwe wijk in Spoorzone Delft.(1) In de bijlage is een selectie van tekeningen opgenomen ter toelichting van de plannen voor Spoorzone Delft.

(1) ‘College Delft kiest plan Palmbout voor spoorzonegebied’, www.spoorzonedelft.nl/Actueel/Nieuwsberichten/College_Delft_kiest_plan_Palmbout_ voor_spoorzonegebied, geraadpleegd 7 oktober 2013


5

Geheel links is de oorspronkelijke situatie te zien op de kadasterkaart uit 1890. In het midden is de situatie van 2010 te zijn, voor de aanvang van de werkzaamheden. Rechts is de nieuwe situatie te zien. Bron links: topograďƒžsche militaire kaart nr. 459, Delft 1890, Kadaster Bron midden: google maps 2010 Bron rechts: Palmbout Urban Landscapes; Zicht op Delft; Rotterdam, 2012


1

de oor spr onkelijke sit uat ie

6

In dit hoofdstuk zal aan de hand van de bouwfasen van het

weerszijden een vleugel met eindgebouw. In beide vleugels

station de historische, stedenbouwkundige en architectonische

was, naast de eindgebouwen, een doorgang direct naar het

context van het station worden beschreven.

perron aanwezig. In het gebouw bevond zich in het middendeel de vestibule, in de linkervleugel het goederenkantoor en in de

Delft wordt aangesloten op het spoorwegnetwerk

rechtervleugel de woning van de stationschef.(4)

Het huidige stationsgebouw werd in 1883 gebouwd ter vervanging van het eerste station van Delft uit 1847.

niet genoeg ruimte

Nadat in 1839 de eerste spoorlijn van Nederland tussen

In de periode na de opening van het station maakte zowel de

Amsterdam en Haarlem was geopend, werden plannen

spoorwegen als de stad Delft een belangrijke ontwikkeling door.

gemaakt om het tracĂŠ door te trekken naar Rotterdam.(1) De

De stad groeide steeds verder buiten de stadsmuren aan de

spoorlijn zou ook Delft passeren, maar deed dit in de eerste

westzijde van het spoor en er reden steeds meer treinen. Rond

plannen op enige afstand van de stad, over de gemeentegrond

1880 bleek het stationsgebouw en het emplacement te klein.

van Hof van Delft. Het Delftse gemeentebestuur kon zich niet

De treinen die stopten langs het station waren te lang voor de

vinden in deze plannen en ging in gesprek met het college

perrons en staken uit over de naastgelegen overweg, waardoor

van bestuur van de HIJSM. Om de spoorbaan vlak langs de

de overweg vaak en lang gesloten was. Met het toenemende

rand van de stad te leggen, zou de spoorlijn omgelegd moeten

verkeer tussen oost en west en het ook toenemende

worden. Uiteindelijk wist het gemeentebestuur de HIJSM te

treinverkeer werd dit een steeds groter probleem. Ook in het

overtuigen van de voordelen. Het station zou dan gevestigd

stationsgebouw was te weinig ruimte: men beklaagde zich over

kunnen worden tegenover de Waterslootse poort. De gemeente

een tekort aan wachtruimte, loketten en opslagplaats.

beloofde de benodigde grond van de singel kosteloos af te staan

Het lukte het gemeentebestuur om de HIJSM te overtuigen een

en verdere onteigeningen te vergemakkelijken.(2) Ten zuiden

nieuw station te bouwen ten zuiden van het oude station, dat in

van het station moest de spoorlijn wel een knik maken om de

1885 werd geopend.

verderop liggende Constructiewerkplaatsen te ontwijken.(3) Het eerste station van Delft bestond uit een hoog, iets naar voren gelegen middendeel, voorzien van een zadeldak, en aan

(1) Vermooten (1989); p.114 (2) Vlis (2004); p. 43 (3) Vlis (2004); p. 42

(4) Romers (2000); p. 23-24


7

situatietekening van de geplande spoorlijn vanuit Den Haag ten zuidwesten van Delft, die de Buitenwatersloot doorkruist op ongeveer een halve kilometer afstand van de stad (bron: Delft Archief 2807)

situatieschets van de omgeving van het eerste stationsgebouw tegenover de in 1946 afgebroken Waterslootse Poort, waarop is te zien dat de spoorlijn een knik begint te maken (bron: Delft Archief 1372) het eerste station van Delft, foto 1880 (bron: Archief Delft 1369)

op deze tekening uit 1846 is de projectie van het tracĂŠ van de spoorlijn en de plaats van het station te zien (bron: Archief Delft 1371)

zicht vanaf de singelgracht, foto 1860 (bron: Archief Delft 2245)


8

op deze situatietekening uit 1885 is goed te zien hoe het stationsgebouw zich voegt naar de stedelijke context (bron: Archief Gemeente Delft)


9

de bouw van het huidige station

Dit station markeert een duidelijke omslag in de toegepaste

Het stationsgebouw werd ontwerpen door architect C. B.

bouwstijl. Tot die tijd werden de stations gebouwd in een statige

Posthumus Meyjes, die op dat moment in dienst was bij de

neoclassicistische stijl, maar Margadant introduceerde een

bouwkundige afdeling van de HIJSM.

rijkgedecoreerde neorenaissance stijl. Het einde van de 19e eeuw was een periode van grote groei

het beleid van de HIJSM

en economisch succes voor de Spoorwegmaatschappijen, en

De HIJSM was de enige spoorwegmaatschappij die geen

daarmee ook van grote concurrentie tussen de verschillende

gebruik

standaardstations,

maatschappijen. De particuliere maatschappijen probeerden

maar die het ontwerp van elk stationsgebouw behandelde

zichzelf te onderscheiden door uitgesproken stationsgebouwen

als een afzonderlijke opgave voor een specieke situatie.

te bouwen.

De HIJSM stond, in vergelijking met de andere grote

In 1883 bouwde de HIJSM een nieuwe hoofdkantoor in

spoorwegmaatschappijen zoals de Maatschappij tot Exploitatie

Amsterdam, dit werd het eerste ontwerp dat de jonge Posthumus

van de Staatsspoorwegen (MESS), ook voor een heel andere

Meyjes maakte in dienst van de HIJSM, onder leiding van en

opgave. De MESS stond voor de opgave om in korte tijd een

in samenwerking met Margadant. Dit gebouw, tegenwoordig

dus worden ingepast op een krappe kavel in bebouwd gebied.

landelijk spoorwegnetwerk uit te rollen, terwijl de HIJSM in

bekend als De Droogbak naast het Centraal Station van

Posthumus Meyjes pastte het station in zijn stedenbouwkundige

dezelfde periode werkte aan het uitbreiden van het eigen, al

Amsterdam, ontwierp hij in een uitbundige neorenaissance stijl.

context door een asymmetrisch station te ontwerpen met een

aangelegde netwerk en aan het aanpassen van bestaande

Een jaar later, in1884, kreeg Posthumus Meyjes al de opdracht

torentje, aangepast aan de manier waarop het station werd

stations.

voor het ontwerp van een nieuw station in Delft.

gezien vanaf de twee belangrijkste toegangswegen. Het

maakte

van

ontwerpen

van

In 1870 nam de HIJSM als enige spoorwegmaatschappij een

zicht op station Delft, 1890 (bron: Delft Archief)

torentje verschaf het station een statig karakter en maakte het

eigen architect in dienst als hoofd van de bouwkundige afdeling:

de opgave

ondanks de verscholen ligging zichtbaar vanuit de binnenstad.

D.A.N. Margadant. In 1880 trad de pas aan de polytechnische

Het nieuwe station moest worden ingepast tussen het spoor en

Het stationsgebouw van Delft is het eerste grotere station waar

hogeschool van Delft afgestudeerde Posthumus Meyjes in

de houttuinen aan de ene kant en de Constructiewerkplaatsen

de thema’s van asymmetrie en een torentje zijn toegepast.

dienst bij Margadant als bouwkundig medewerker.

aan de andere kant. De toegang tot het station vanuit de

Asymmetrie werd één keer eerder toegepast bij een station van

In 1880, tien jaar na zijn aanstelling, krijgt Margadant zijn

binnenstad bleef bij de locatie van het oude station en men

de HIJSM, in 1880 bij station Vogelenzang, ontworpen door

eerste grote opdracht: een nieuw hoofdstation voor Leiden.

benaderde het station vanaf de houttuinen. Het station moest

Margadant(1).

(1) Dit station werd in 1944 buiten gebruik gesteld als spoorwegstation, tegenwoordig zijn in dit gebouw onder de noemer ‘het Woonstation’ een aantal interieurgerichte bedrijven in gevestigd.


10

plattegrond begane grond, 1885 station Delft 1885 (bron: Delft Archief)

zicht op het station vanaf perron 2, 1920-1925 (bron: Delft Archief)

plattegrond kelder, 1885


11

plattegrond zolder, 1885

plattegrond woningen verdieping, 1885

anzichtkaart uit 1910 (bron: Delft Archief)


12

tekening van de oorspronkelijke situatie van de gevel en plattegrond, 1915 (bron: Archief Gemeente Delft)


13

het ontwerp

tegeltableaus waren ontworpen door Adolf Le Comte en

Posthumus Meyjes ontwierp het station in de zogenaamde “Oud

vervaardigd in De Porceleyne Fles. Aan de ene zijde waren

Met “Oud Hollandsche stijl” werd de neorenaissance

Hollandsche stijl”. Hij ging uit van een langgerekte rechthoekige

uitgebeeld ‘telegrae’ en ‘de Delftsche stedemaagd’, aan de

stijl bedoeld. In Nederland werd deze stijl zeer

plattegrond van ongeveer 66 m lang en een gemiddelde diepte

andere zijde ‘overvloed’ en ‘stoomkracht’.

populair, omdat hiermee, in een tijd van snelle

van 12 m. Waar in het oude station geen ruimte was voor een

Aan weerszijden van het plaatskaartenkantoor waren boven de

vernieuwingen van de industriële revolutie, werd

restauratie, bood de noordelijke zijvleugel met hoekpaviljoen

toegang tot de chefswoning en het loket voor het bagagebureau

verwezen naar de bloeitijd van Nederland in de 17de

van het nieuwe stationsgebouw ruimte aan drie wachtkamers

ook tegeltableaus opgenomen met de respectievelijke spreuken

eeuw, de Hollandse renaissance.

voorzien van buffetten. De zuidelijke vleugel met eindgebouw

“Tijd is geld” en “Haast u langzaam”.

herbergde het goederen- en bagagebureau.

De 1e klas wachtkamer was voorzien van een houten

Vandaag de dag herinneren alleen nog de rijk gedecoreerde

lambrisering met ‘meerkleurig’ schilderwerk, met daarboven

cassetten plafonds boven de hal en de voormalige 1e klas

behangsel in harmoniërende kleuren. Rond de ruime toegang

wachtkamer aan het oorspronkelijk volgens het stijlbeeld van de

naar het perron waren draperieën aangebracht. Op de vloer lag

neorenaissance zo rijk gedecoreerde interieur. Omdat er geen

tapijt. De ruimte was voorzien van een gestuct casettenplafond.

foto’s beschikbaar zijn uit deze periode, zullen wij proberen een

De wanden in de 2e klas wachtkamer waren voorzien van een

beeld te vormen van dit bijzondere interieur aan de hand van

hoge, houten lambrisering. Tegen de oostwand bevond zich een

de bouwtekeningen en een beschrijving van het station in het

grote schouw en tegen de noordwand bevond zich het buffet,

Bouwkundig Weekblad van 22 augustus 1885 naar aanleiding

voorzien van een omtimmering die ‘eenvoudig maar netjes’

van de opening van het station.(2)

was. Ook hier was een gestuct casettenplafond aangebracht.

Tegen de achterwand van de hal, of vestibule, was een

Op de vloer lag een eikenhouten parket.

plaatskaartenkantoor uitgebouwd voorzien van een oud eiken

De 3e klas wachtkamer was een stuk eenvoudiger uitgevoerd,

houting: in verf nagebootst oud eikenhout.

in plaats van een stucplafond, waren hier de moer- en

De vloer van de hal en de gang naar de wachtkamers was

kinderbalken met consoles in het zicht. De wanden waren

voorzien van een granito afwerking, waarin een rand

voorzien van een hoge lambrisering en doorboven afgewerkt

en

middenveld waren uitgewerkt. De wanden waren rijk gedecoreerd met houten betimmeringen en een aantal tegeltableaus. Deze

(2) Het nieuwe station te Delft, in: Bouwkundig Weekblad 33:1885; p. 204-205

met pleisterwerk. dwarsdoorsnede over de middenbouw met zicht op het plaatskaartenkantoor in de vestubule, tekening 1937 (bron: Archief Gemeente Delft)


14

dwarsdoorsende over de middenbouw met zicht op de zuidwand van de vestibule met de rijk gedecoreerde aankondigingsborden met daarboven de tegeltableaus, tekening 1937 (bron: Archief Gemeente Delft)

‘telegrae’, een vrouwenguur spant telegraafdraden om een wereldbol die naast haar staat (bron tegeltableaus: Verbrugge (2006))

‘de Delftse stedemaagd’, het vrouwenguur heeft in de ene hand een wapenschild vast met het stadswapen van Delft en in de andere hand een lange graanstengel

‘overvloed’, een vrouwguur die een hoorn des overvloeds vasthoudt symboliseerd de zegeningen van het spoorwegverkeer

‘stoomkracht’, een vrouwenguur heeft in de ene hand een ijzeren bol waaruit stoom ontsnapt en in de andere bliksemschichten


15

dwarsdoorsnede over de noordelijke vleugel met zich op de noordwand van de 2e klas wachtkamer met buffet, tekening 1937 (bron: Archief Gemeente Delft)

doorsnede over het noordelijk paviljoen met zicht op de westwand van de 3e klas wachtkamer met de drie toegangsdeuren tot het perron, tekening 1937 (bron: Archief Gemeente Delft)


o v e r z i c h t b o u wf a se : 1 8 8 5

16

D

`D

plattegrond perronniveau

D

`D

plattegrond souterrainniveau


17

D

`D

plattegrond zolder

D

dwarsdoorsnede D-’D

transfergebied

commercie

wachtkamers en stationsrestauratie

ontoegankelijk

dienstruimten en privĂŠ vertrekken

`D

plattegrond 1e verdieping


2

w i jzigingen

18

zIcht op de nieuwe zij-entree, foto 1956 (bron: Delft Archief)

zIcht op noordzijde van het station met kiosk, foto 1963 (bron: Delft Archief)

1937 : de eerste wijzigingen

-ron op de plek van de 1e klas wachtkamer. Recht tegenover

In 1937, twee jaar na het 50 jarig jubileum van het station, vinden

de nieuwe ingang werd een controlepost geplaatst, van

de eerste structurele veranderingen aan het stationsgebouw

waaruit

plaats. In datzelfde jaar vond de voltooiing plaats van de

waardoor vooral abonnementhouders veel sneller het perron

fusie van de HIJSM en de Staats Spoorwegen tot de N.V.

konden bereiken.(2) Hiervoor werden in de voorgevel twee

Nederlandsche Spoorwegen. De daarmee gepaarde totale

vensters aangepast tot deuropeningen en het trappetje naar

reorganisatie van het spoorwegbedrijf was in veel stations

de toegang tot de woning van de stationschef in het torentje

aanleiding voor werkzaamheden.(1)

uitgebreid.

De belangrijkste aanpassing was het aanbrengen van een nieuwe

De 1e klas wachtkamer werd verplaatst naar de ruimte van de

in- en uitgang met een directe verbinding naar het eerste per-

2e klas wachtkamer en de 2e en 3e klas wachtkamer werden

(1) Faber (1989); p. 48-49

(2) Restauratie Stationsgebouw. Een nieuwe in- en uitgang recht tegenover het perron, in: Delftsche Courant, 22 april 1937

aan

twee

kanten

kon

worden

gecontroleerd,


19

plattegrond begane grond, 1937

samengevoegd in de oorspronkelijke 3e klas wachtkamer. De

uitbreiding van de woning van de stationschef met drie

gang naar de wachtkamers vanuit de stationshal werd bij deze

slaapkamers, een privaat en een (berg)zolder.

werkzaamheden afgesloten en bij de nieuwe wachtkamer 1e

Ook werd in deze periode een klein sigarenkioskje geplaatst

klasse getrokken.

tegen het retirade (toilet) gebouwtje aan de noordzijde van het

Op de verdieping werd een deel van de zolderverdieping ter

stationsgebouw.

plaatse van de zuidvleugel ingedeeld ten behoeve van een

doorsnede wachtkamer 2e klas, 1937

doorsnede verlaagde kelder, 1937


o v e r z i c h t b o u wf a se : 1 9 3 7

20

D

`D

plattegrond perronniveau

D

`D

plattegrond souterrainniveau


21

D

`D

plattegrond zolder

D

dwarsdoorsnede D-’D, tot stand gekomen in 1885

transfergebied

commercie

wachtkamers en stationsrestauratie

ontoegankelijk

dienstruimten en privĂŠ vertrekken

`D

plattegrond 1e verdieping


22

1954 – brand

1959 - 1963: de eerste grote verbouwing

In de nacht van 13 op 14 mei 1954 ontstond brand in het

In 1959 en 1962 vond in twee fases een totale modernisering

kantoortje tussen de wachtkamers, waarbij de bewoners van de

van de begane grond en het souterrain van het stationsge-

woningen op de verdiepingen moesten worden geëvacueerd.

bouw plaats onder leiding van Koenraad van der Gaast, de

De schade bleef gelukkig binnen de perken, want de brand

eerste spoorbouwmeester die heel het Nederlandse spoor-

leidde niet tot structurele werkzaamheden van het station.

wegnetwerk onder zijn hoede had.(1) In de eerste fase in 1959 werd de stationshal gemoderniseerd, in de tweede fase in 1964 werden de voormalige wachtkamers omgebouwd tot een tweedelige stationsrestauratie. De restauratie

op

perronniveau

was

bereikbaar

voor

de

treinreizigers vanaf het perron, op souterrain niveau was een ‘stadsrestauratie’ die ook toegankelijk was voor mensen die niet met de trein gingen.

1959 “Behalve de modernisering van het lokettenfront zullen de wanden worden ontdaan van de onesthetische versieringen.” Zo werden de werkzaamheden in de hal omschreven in een artikel in de Delftsche Courant op 22 januari 1959(2), waarbij het plaatskaartenkantoor werd gesloopt en alle oorspronkelijke decoraties behalve het gestucte cassettenplafond uit de hal werden verwijderd. De achterwand van de hal wordt een loketwand, voorzien van Delfts blauwe tegeltjes. De originele stucplafonds in de hal en uitbreiding van de chefswoning, 1937

de achtergevel van het station na de brand in 1954 (bron: Delft Archief)

de voormalige 1e klas wachtkamer blijven in het zicht, maar

(1) Crimson (2009); p. 21 (2) uit: ‘Stationshal wordt groter en moderner. Loketten gaan achteruit; dienstregeling op draaibare cylinders’ in: Delftsche Courant 22 januari 1959


23

Van der Gaast (1)

het nieuwe middel van vervoer, het openbaar vervoer

en verder uit niet-dragende delen van verschillende

Koenraad van der Gaast kwam in 1950 in dienst bij de

moet proberen daaraan gelijkwaardig te zijn.(…)

materialen zoals natuursteen, geglazuurde baksteen en

NS in een tijd waarin de spoorwegen de concurrentieslag

Treinen en gebouwen van de spoorwegen in eenzelfde

tegels, glazen puien, roestvrij staal, hardhout enzovoort.

aan

toenemende

tempo vernieuwen is uiteraard onmogelijk. Het beeld

Deze materialen worden niet gemakkelijk vuil en zijn

autoverkeer. Door treinen veel vaker te laten rijden,

van het openbaar vervoer zal daarom altijd ouderwetser

eenvoudig te reinigen, wat ten goede zal komen aan

kon de groeiende hoeveelheid reizigers en forenzen

ogen dan dat van het particulier vervoer. De architect

het imago van het bedrijf. Bovendien lijken gladde en

worden opgevangen. De wachttijden werden daardoor

zal moeten trachten zijn tijd vooruit te zijn ten einde

glanzende materialen op de materialen die gebruikt

steeds korter en stations werden steeds minder een

op de lange duur de achterstand zo gering mogelijk

worden voor andere moderne transportmiddelen.”(2)

verblijfsruimte en meer een efciënt overstappunt. Door

te doen worden. Hij zal moeten behoren tot de avant-

Het ontwerp voor de modernisering van de stationshal

de voorganger van Van der Gaast, Schelling, was al een

garde die met jne neus speurt naar ideeën die nog

van Delft was één van de eerste opdrachten die Van der

begin gemaakt met het vormgeven van deze nieuwe

gaan komen, en anderzijds moeten trachten modieuze

Gaast kreeg in dienst van de NS.

bedrijfsvisie van de NS met bijvoorbeeld het ontwerp

vormen te voorkomen die snel verouderen. Ten gevolge

van station Amsterdam Amstel.

van de nieuwe functie kan het station in wezen een zeer

De jonge Van der Gaast, die nog voor zijn dertigste hoofd

eenvoudig gebouw zijn: een strakke doelmatige vorm

van het architectenbureau van de NS werd en daarmee

met weinig versieringen en gemaakt van praktische,

eigenlijk de eerste spoorbouwmeester, ontwikkelde

moderne materialen. Kaartverkoop, een bagagedepot

daarna de stationsbouw nog verder op basis van zijn

en enkele kiosken voor de verkoop van kofe en

visie op de opgave van stationsarchitectuur, die hij

kranten zijn de essentiële onderdelen. Een zekere

verwoordde in zijn artikel ‘Overpeinzingen van een

exibiliteit is ook wenselijk om eventuele veranderingen

stationsarchitect’ in het tijdschrift Bouw in 1964: “Om de

in het gebruik snel en zonder al te grote verbouwingen

vernieuwde doelstelling van de NS te verbeelden is het

tot stand te kunnen brengen. De baksteenarchitectuur

essentieel dat spoorwegstations en treinen ‘bij de tijd’

komt daarom niet meer in aanmerking. Het gebouw zou

zijn, geen ouderwetse, statige of verstofte indruk maken,

kunnen bestaan uit een dragend skelet van staal of beton

moesten

gaan

met

het

snel

station Eindhoven ontworpen door Van der Gaast in 1956 (bron: www.eindhovenfotos.nl)

maar het idee geven van een snel en modern alternatief voor het autoverkeer. De eigen auto wordt steeds meer (1) Hurk (2004)

(2) uit: ‘Overpeinzingen van een stationsarchitect’, Bouw 19(1964)18, p. 622-624.


24

de balies van de gemoderniseerde hal, 1960 (bron: Utrechts Archief)

de doorgang naar de perrons, 1960 (bron: Utrechts Archief)

het in 1960 geplaatste kunstwerk van Nico Wijnberg, 1960 (bron: Delft Archief)

worden in een donkere kleur geschilderd om ze in te passen in

plafond te handhaven en de loketten aan te brengen in een

de woning van de stationschef met een gangetje over de zolder.

het nieuwe interieur.

brede wand van Delfts blauwe tegeltjes.�

De gedachten van architect Van der Gaast hierachter werden

De drie toegangsdeuren naar de hal worden vernieuwd

In deze fase wordt ter plaatse van de middenbouw een deel

verwoord in een artikel in de Delftsche Courant: “Het zou,

en de vensters in de middenbouw aan weerszijden van de

van de kelder uitgediept, vermoedelijk om plaats te maken

redeneerde de architect, wat vreemd aandoen als men ineens

toegangsdeuren worden voorzien van nieuwe, stalen ramen.

voor een olie gestookte centrale verwarmingsinstallatie. Deze

in een uiterst moderne omgeving zou komen. Er moest een

De kantoren achter het voormalige plaatskaarten kantoor worden

kelderruimte wordt bereikbaar gemaakt met een trap vanaf

geleidelijke overgang zijn van de hoofdingang in de laat

samengevoegd tot een grotere kantoorruimte, waarbij de trap

begane grond niveau in de noordwesthoek van de middenbouw.

negentiende eeuwse gevel naar het plaatskaartenbureau, dat

die leidde naar de woning boven het plaatskaartenkantoor werd

Ten behoeve van de ontluchting van de nieuwe installatie wordt

geheel en al aan de hedendaagse eisen is aangepast. En hij

verwijderd. Deze woning werd nu ook bereikbaar gemaakt via

ook een nieuwe schoorsteen aangelegd.

vond die overgang door in de hal het oorspronkelijke, bewerkte

het torentje, door een extra deur te maken naast de deur naar

In deze fase wordt ook het tweede perron voorzien van een


25

plattegrond begane grond met nieuwe plaatskaartenbalie en restauratie perronzijde, 1963

nieuwe, en huidige, overkapping. Men vindt daarna de oude

1963

gestript, het souterrain wordt vergroot tot onder het noordelijk

overkapping op het eerste perron zo af steken tegen deze

In 1963 werd het tweede deel van de grote verbouwing

paviljoen en de begane grond vloer ter plaatse van de 2e en

nieuwe overkapping, dat werd besloten om ook de overkapping

uitgevoerd, waarin de 2e en 3e klas wachtkamer verbouwd

3e klas wachtkamers wordt gesloopt en vervangen door een

op het eerste perron te vernieuwen, hoewel dit aanvankelijk

werden tot twee restauraties: een stationsrestauratie en een

ongeveer 80 cm hoger gelegen betonnen vloer.

niet de bedoeling was.

stadsrestauratie.

Ter plaatse van de drie ramen in de voorgevel van het

De 2e en 3e klas wachtkamers worden hiervoor volledig

noordelijk paviljoen wordt een vide gemaakt in de vloer. Het


26

plattegrond kelder met stadsrestauratie, 1963

effect van deze ingreep is drieledig. Ten eerste worden de twee

verdieping gesloopt en vervangen door het huidige trappenhuis

Ook het zuidelijk paviljoen wordt in deze fase aangepast. De

restauraties op deze manier visueel met elkaar verbonden. Ten

langs de voorgevel.

indeling werd ten behoeve van de PTT aangepast om ruimte

tweede wordt de entree tot de stadsrestauratie in het souterrain

Het oorspronkelijke retirade gebouwtje tegen het noordelijk

te maken voor een snelgoederenloods, een instructielokaal,

ruimtelijker gemaakt. En ten derde is hiermee voorkomen dat

paviljoen wordt in deze fase gesloopt, en vervangen door een

een telefooncentrale en een wachtruimte. Deze twee laatsten

de verhoogde vloer aan zou moeten sluiten op de drie ramen in

nieuwe aanbouw waarin naast weer toiletten, ook traforuimtes

werden gescheiden door een wand die aansloot op de gevel

de voorgevel van het noordelijk paviljoen.

en de entree tot de stadsrestauratie worden opgenomen.

ter plaatse van één van de originele loodsdeuren. Deze wordt

nieuwe

Het voorheen losse sigarenkioskje werd ook in de aanbouw

voorzien van een nieuwe indeling.

stationsrestauratie wordt het oorspronkelijke trappenhuis

geïntegreerd. Afgezien van het entreegedeelte is deze

van het souterrain naar de woning van de restaurateur op de

aanbouw in de huidige situatie nog aanwezig.

Om

één

grote

ruimte

te

creëren

voor

de

Op de verdieping werden de keukenfaciliteiten voor de


27

doorsnede E-E met vide, 1963

het entreepaviljoentje voot de stadsrestauratie, 1965 (Delft Archief)

interieur stadsrestauratie, 1965 (Delft Archief)

vernieuwde restauraties geplaatst, deels in de woning van de

die daarlangs liep. De openbare- en reizigerstunneltjes onder

in het geheel te zien zijn. In de achtergevel worden de drie

restaurateur en deels in een aantal nieuwe ruimtes op de zolder,

het spoor door worden vernieuwd en de keerwand onder

toegangen tot het perron in het noordelijk paviljoen dichtgezet

tegen de zuidzijde van het noordelijk paviljoen. Hiertoe wordt

het perron van het stationsgebouw naar de tunneltjes wordt

en vervangen door drie ronde ramen met glas-in-lood. Deze

de erker in het schuine dakvlak van de achtergevel gemaakt.

opnieuw bekleed met metselwerk.

ramen zijn nu nog aanwezig. Ook de twee deuren vanuit de wachtkamer 2e klasse worden

In navolging van de perronkap van het tweede perron, wordt

Deze en de interne wijzigingen hebben ook een aantal

dichtgezet. Vermoedelijk is in deze periode, vanwege de

tijdens deze tweede fase van de werkzaamheden ook de

wijzigingen in de gevel tot gevolg. De nieuwe luifel sluit,

aanpassing van de indeling van de gevel, het deel van de

perronkap van het eerste perron vernieuwd. Samen met het

anders dan de oorspronkelijke overkapping, aan onder de

achtergevel onder de nieuwe luifel gepleisterd.

retirade gebouwtje verdwijnt ook de opgang naar het perron

boogtrommels van de vensters, waardoor deze niet meer

In de voorgevel worden ter plaatse van de vernieuwde


28

plattegrond woningen verdieping: verplaatsing van entree woning boven plaatskaarten kantoor en uitbreiding woning restaurateur, 1963

foto uit 1964 van de sloopwerkzaamheden ter plaatse van voormalige 3e klas wachtkamer, waarop te zien is dat hier de oorspronkelijke interieurafwerking volledig is verwijderd (bron: Archief Delft)

stationsrestauratie, nieuwe stalen ramen geplaatst in de vensters. De deuren uit 1937 worden gehandhaafd. In de natuurstenen basement van het noordelijk paviljoen worden drie langgerekte gevelopeningen gemaakt om de stadsrestauratie ook van daglicht te kunnen voorzien. Het smeedijzeren hekje rond de toegang tot de woning van de restaurateur wordt vervangen voor de huidige bakstenen ombouw. In deze periode is vermoedelijk ook de klok in het medalion aan de voorgevel vervangen voor het huidige exemplaar dat haaks op de gevel staat.

werkzaamheden achterzijde station, 1964 (Delft Archief)

werkzaamheden aanbouw noordelijk paviljoen, 1964 (Delft Archief)


29

fragment van de oorspronkelijke geveltekening uit 1885 (Archief gemeente Delft)

foto uit 1885, waarop de oorspronkelijke klok te zien is (Delft Archief)

foto uit 1960 waarop de huidige klok is te zien (Delft Archief)

foto 1910 waarop een losse klok haaks op de gevel is aangebracht

foto van de klok uit 2002 (Delft Archief)

de stationsklok aan de voorgevel Oospronkelijk was de stationsklok ontworpen in het vlak van de gevel in het medallion boven de ingang de gevel. Deze klok is ook te zien op een foto vlak na de opening van het station in 1885. Op een foto uit 1910 is al voor het eerst een klok te zien die haaks op de gevel is geplaatst. Dit is een vrijhangende klok die door middel van een (gietijzeren) beugel aan de gevel is bevestigd. De huidige klok, die is ingewerkt in een gietijzeren kast, is voor het eerst te zien op een foto uit 1960.


ove r z i c h t b o u wf a se : 1 9 5 9 - 1 9 6 3

30

D

`D

plattegrond perronniveau

D

`D

plattegrond souterrainniveau


31

D

`D

plattegrond zolder

D

dwarsdoorsnede D-‘D

transfergebied

commercie

wachtkamers en stationsrestauratie

ontoegankelijk

dienstruimten en privĂŠ vertrekken

`D

plattegrond 1e verdieping


32

1973 - 1974 meer gemak voor bezoekers stationsrestauratie In de oorspronkelijke situatie in 1963 waren de stationsrestauratie en de toiletten alleen te bereiken via het perron. In 1973 wordt een nieuwe toegang tot de restauratie gemaakt vanuit de stationshal, zodat reizigers niet meer buitenom hoefden te lopen. De nieuwe toegang wordt geĂŻntegreerd ontworpen met een kleine bloemenkiosk. In 1974 werden op het verhoogde gedeelte langs de westgevel in het noordelijk paviljoen twee toiletten gemaakt en wordt de vide boven de entree tot de stadsrestauratie dichtgezet om meer plek te creĂŤren voor tafeltjes. Het dichtzetten van de vide had tot gevolg dat de ramen in de

plattegrond verbouwing dichtzetting vide en plaatsen toiletten, 1974

voorgevel van het noordelijk paviljoen deels moesten worden dichtgezet, zoals dat nu nog in de huidige situatie het geval is.

doorsnede na verbouwing restauratie, dichtzetting vide, 1974

gevel stationszijde na verbouwing restauratie, met dichten deel ramen, 1974


33

1976: stadsrestauratie wordt grenswisselkantoor In 1976 wordt de ruimte van de stadsrestauratie in het souterrain een nieuwe indeling ten behoeve van een grenswisselkantoor. De behoefte hieraan ontstond door het toegenomen aantal internationale treinen dat stopte op Delft.(1) Het vloerniveau ter plaatse van de oostzijde van het noordelijk paviljoen wordt verlaagd, om meer ruimte creëren voor de balie. Het sigarenkioskje en de toiletten in de aanbouw worden respectievelijk wachtruimte en archiefruimte. In de noordwesthoek wordt een kluis gebouwd.

doorsnede gwk met verlaging van de vloer onder de voormalige vide, 1976

foto 1977 tijdens verbouwing

(1) in: ‘Grenswisselkantoor voor station-Delft’, Delftsche Courant 12 februari 1977

plattegrond gwk, 1976


34

1987: wijzigen ingangspartij van de gwk In 1987 wordt het ingangspaviljoentje uit 1963 gesloopt ten behoeve van een nieuwe, moderne entree. Deze is in de huidige situatie nog aanwezig. Ook de indeling in het interieur wordt aangepast waarbij grotendeels de huidige indeling tot stand is gekomen.

gevel stationszijde met vernieuwde entree gwk, 1987

de nieuwe entree voor het grenswisselkanrtoor, foto 1988

verbouwing entree gwk, 1987


35

1992 : herindelen stationshal In 1992 werd een deel van de zuidvleugel betrokken bij de stationshal. De zuidvleugel en het zuidpaviljoen werden verbouwd ten behoeve van een snoep- en bloemenkiosk. De opening in de wand vanuit de hal (middenbouw) naar de zuidvleugel werd hierbij verbreed.

plattegrond verbouwing stationshal: sigarenkiosk en bloemenkiosk verplaatst, 1992

foto 1993 van het vernieuwde interieur van de stationshal (Delft Archief)

foto 1993 van het vernieuwde interieur van de stationshal (Delft Archief)

doorsnede verbouwing stationshal: zicht op sigaren- en bloemenkiosk, 1992


ov e rzi c h t b o u w f a se n : 1 9 7 4 - 1 9 9 2

36

D

`D

plattegrond perronniveau

D

`D

plattegrond souterrainniveau


37

D

`D

plattegrond zolder, tot stand gekomen in 1963

D

dwarsdoorsnede D-‘D

transfergebied

commercie

wachtkamers en stationsrestauratie

ontoegankelijk

dienstruimten en privĂŠ vertrekken

`D

plattegrond 1e verdieping


38

2001: stationshal krijgt huidige indeling

In

een

In het souterrain wordt de voormalige pantry van het GWK

In 2001 wordt de hal weer opnieuw ingericht, als onderdeel

tussenverdieping aangebracht en verder ingedeeld tot een

omgebouwd tot bergruimte voor de AKO. Het voedselliftje uit

van de maatregelen om van station Delft een zogenaamd

bloemenkiosk en een Servex.

de tijd van de stadsrestauratie wordt hierbij verwijderd en er

maximumservicestation te maken.(1)

De ruimte van de

Het zuidelijk paviljoen en een deel van de zuidelijke vleugel

wordt een nieuwe trap aangebracht vanuit de AKO naar het

voormalige stationsrestauratie wordt in tweeën gedeeld om

worden omgebouwd ten behoeve van een Albert Heijn togo.

souterrain.

ruimte te maken voor een AKO-winkel aan de westzijde en een

De telefooncentraleruimte uit 1963 wordt hierbij behouden. Ook

Tickets&Service balie aan de oostzijde. Het noordelijk paviljoen

wordt een verhoogd plateau in het zuidelijk paviljoen geplaatst

wordt ingedeeld als kantoorruimte.

om ruimte te maken voor een kantoortje.

plattegrond begane grond met AH to go, AKO en NS back ofce, 2001

(1) in: ‘Station Delft wordt ingrijpend verbouwd’, Delftsche Courant 7 augustus 2001

het

voormalige

plaatskaartenkantoor

wordt


39

zicht op de klok aan de voorgevel, 2002 (bron: Delft Archief)

achterwand hal, 2002 (bron: Delft Archief)

bloemenkiosk in de hal, 2002 (bron: Delft Archief)

toegang tot de AKO, 2002 (bron: Delft Archief)

toegang tot de Tickets & Service balie, 2002 (bron: Delft Archief)


o v e r z i c h t b o u wf a se : 2 0 0 1

40

D

`D

plattegrond perronniveau

D

`D

plattegrond souterrainniveau


41

D

`D

plattegrond zolder, tot stand gekomen in 1963

D

dwarsdoorsnede D-‘D

transfergebied

commercie

wachtkamers en stationsrestauratie

ontoegankelijk

dienstruimten en privĂŠ vertrekken

`D

plattegrond 1e verdieping, tot stand gekomen tussen 1974 - 1992


3

conclusie

42

In dit laatste hoofdstuk wordt eerst concluderend weergegeven waar de cultuurhistorische waarde van het station in gelegen is, vervolgens worden de kwaliteiten en knelpunten weergegeven en ten slotte zijn een aantal ontwerpthema’s geformluleerd. Het stationsgebouw is aangemerkt als rijksmonument. De redengevende omschrijving is als bijlage opgenomen in dit rapport.

stedenbouwkundige schaal Stedenbouwkundig is de aanleg van de spoorlijn en de bouw van de stationsgebouwen bepalend geweest voor de ontwikkeling en uitbreiding van de stad Delft. Het gebouw vormt een duidelijk herkenningspunt aan de rand van het stadscentrum.

zicht op het station (bron: Archief Delft, 2691)

Het stationsgebouw zal in de nieuwe situatie, samen met de Bagijnetoren en Molen de Roos, de enige historische bebouwing in de spoorzone zijn, en is daarmee een boegbeeld voor de geschiedenis van dit stukje Delft.

exterieur het ontwerp Posthumus Meyjes ontwierp het stationsgebouw in de, voor die tijd karakteristieke, neorenaissance stijl. De kwaliteit van het ontwerp moet degelijk genoemd worden en sloot aan bij de negentiende eeuwse opvattingen, het materiaalgebruik is traditioneel en de detaillering zeer zorgvuldig.

zicht langs het station op constructiewerkplaatsen 1957 (Archief Delft)


43

Het stationsgebouw dat Posthumus Meyjes ontwierp aan het

Een aantal openingen is afgeplakt. Ter plaatse van beide

begin van zijn carrière terwijl hij in dienst was bij de HIJSM, is

eindpaviljoens is de indeling van de ramen aangepast aan later

een bijzonder en representatief voorbeeld van de typologische

ingebouwde verdiepingsvloeren die voor de ramen langslopen.

ontwikkeling van een stationsgebouw.

Juist bij deze vensters, die oorspronkelijke voorzien waren

Het is bijzonder vanwege de toepassing van asymmetrie en het

van een, ten opzichte van de vleugels, bijzondere 6-ruits

torentje. Hiermee is het tegelijk een representatief voorbeeld

indeling met een 4-ruits bovenlicht, doet de huidige indeling

van stationsgebouwen die in opdracht van de HIJSM werden

daarmee sterk afbreuk aan de oorspronkelijke hiërarchie van

gebouwd, welke als enige spoorwegmaatschappij niet werkte

de architectuur.

met standaardstations, maar elk station als een individuele

In de zuidgevel is de linker deuropening nog oorspronkelijk,

ontwerpopgave benaderde.

maar de rechterdeuropening is voorzien van een nieuwe

Het stationsgebouw moest worden ingepast in een krappe

invulling.

stedenbouwkundige context, waar geen ruimte was voor een foto jaren ‘50 zicht op het station (bron: onbekend, via stationsweb)

echt stationsplein en waar geen natuurlijke, directe aansluiting

In de achtergevel zijn alleen de deuren ter plaatse van het

was op de binnenstad. De asymmetrie van het gebouw en

zuidelijk paviljoen nog oorspronkelijk. De overige openingen

het torentje werden door Posthumus Meyjes gebruikt om het

zijn ofwel aangepast, ofwel voorzien van een nieuwe invulling,

stationsgebouw op de omgeving aan te laten sluiten.

ofwel dichtgezet. Met name de dichtgezette vensters doen afbreuk aan de architectuur, omdat hierdoor het contact tussen

zicht op het station vanuit het zuiden (foto 1930-1940, het Utrechts Archief)

de gevels

het in- en exterieur verloren is gegaan.

Het exterieur van het gebouw is in grote mate gaaf bewaard

Het deel van deze gevel onder de overkapping is gepleisterd,

gebleven, maar met name ter plaatse van de begane

waardoor de samenhang met het bovenliggende gevelvlak

grond hebben een aantal wijzigingen ten behoeve van de

verloren is gegaan. Het moderne balkon dat is aangebracht

stationsfunctie plaatsgevonden aan de gevel, die afbreuk doen

ter plaatse van de middenbouw ter hoogte van de verdieping,

aan dit verder gave beeld.

is niet passend bij het representatieve karakter van het

Ter plaatse van de voorgevel zijn alle gevelopeningen ter

stationsgebouw. Dit geldt ook voor de dakkapel die in het

hoogte van de begane grond voorzien van nieuwe invullingen.

dakvlak van de noordelijke vleugel is aangebracht.


44

De noordgevel wordt gedomineerd door de bakstenen aanbouw

interieur

waardoor zowel in het in- als het exterieur veel kwaliteit verloren

uit 1963, en het entreepaviljoentje voor de GWK uit 1987.

begane grond

is gegaan.

Deze vervangen het oorspronkelijke retirade gebouwtje en de

De oorspronkelijke gestucte casettenplafonds in de hal en boven

Bij de nieuwe indeling in 2001 is bovendien op geen enkele

overkapte opgang naar het eerste perron. In tegenstelling tot

de voormalige 1e klas wachtkamer zijn de enige behouden

manier gebruik gemaakt van de kwaliteit van het bestaande

de oorspronkelijke aanbouw, die een eenheid vormde met het

onderdelen van het oorspronkelijk rijk gedecoreerde interieur

gebouw waardoor de structuur van het gebouw in het interieur

hoofdgebouw en de kopgevel een extra accent gaf, leidt de

en zijn daarom van groot belang. Tijdens de verbouwing van

ook niet meer te beleven is.

huidige aanbouw de aandacht af van het hoofdgebouw en doet

het station in 1959/1963 is het interieur van de begane grond,

In de hal is door de nieuwe afwerking het door Van der Gaast

daarmee afbreuk aan het gevelbeeld

met uitzondering van de twee plafonds, volledig gestript, om

zorgvuldig ontworpen evenwicht tussen de oorspronkelijke

plaats te maken voor een nieuw ‘tijdloos’ interieur, ontworpen

stucplafonds en het verder moderne interieur teniet gedaan.

de perronoverkapping en de perrons

door spoorbouwmeester, Koenraad van der Gaast.

De huidige perronoverkapping sluit aan onder de aanzet van de

In de huidige situatie zijn van deze fase nog een aantal

trappenhuizen

rondbogen boven de vensters en snijdt hiermee het zicht op de

elementen aanwezig: de lokettenwand met Delfts blauwe

Het trappenhuis in het torentje is nog volledig in oorspronkelijke

oorspronkelijke vensters af. Daarmee is de perronoverkapping

tegeltjes in hal, de verhoogde vloer in de noordelijke vleugel en

staat, afgezien van de extra doorbraak ten behoeve van de

voor het 1e perron geen waardevolle toevoeging aan het

het noordelijk paviljoen, de ronde gebrandschilderde raampjes

woning boven het plaatskaartenkantoor uit 1959, en zeer

gevelbeeld. Toch is de aanwezigheid van een overkapping

in de achtergevel van het noordelijk paviljoen en het op een

waardevol. Het trappenhuis aan de gevel in de noordvleugel

en de perrons van belangrijke typologische waarde voor het

aantal plekken toegepaste zwarte natuursteen.

dateert uit 1963 en bezit geen belangrijke cultuurhistorische

stationsgebouw.

De uit deze bouwfase overgebleven elementen zijn van belang

waarde.

vanwege de algehele kwaliteit van het ontwerp en als onderdeel van het oeuvre van spoorwegarchitect Van der Gaast. Ook is

souterrain

deze fase van belang omdat het een vroeg voorbeeld is van

De ruimte onder het noordelijk paviljoen is van belang als

het aanpassen van bestaande stationsgebouwen aan de

onderdeel van het ontwerp van Van der Gaast, maar ook hier is

gebruikseisen van het moderne spoorwegbedrijf.

door latere verbouwingen een belangrijk deel van de ruimtelijke

De ruimtelijke kwaliteit van het ontwerp van Van der Gaast

kwaliteit verloren gegaan.

is tijdens latere verbouwingen grotendeels teniet gedaan. In 1973/1974 werd de vide in het noordelijk paviljoen dichtgezet,


45

verdiepingen Op de eerste verdieping en zolder is de oorspronkelijke indeling nog grotendeels aanwezig. Latere aanpassingen betreffen voornamelijk uitbreiding van de bruikbare ruimte onder de kappen van de vleugels. Deze indeling is van waarde als gaaf bewaard onderdeel van het oorspronkelijke gebouw, waarbij vooral de hoofdstructuur, d.w.z. het onderscheid tussen middenbouw, vleugels en paviljoens, van belang is.

foto voorgevel stationsgebouw, 2009 (bron: Gemeente Delft)


46

waardestellingsrepresentatietekeningen In

de

waardestellingsrepresentatietekenigen

• hoge monumentwaarden (blauw) de

Deze zijn van cruciaal belang voor de structuur en/of de be-

Deze zijn van relatief weinig belang voor de structuur en/of

waardering van de verschillende onderdelen van het gebouw

tekenis van het object of gebied; het behoud van deze on-

de betekenis van het object of gebied.

weergegeven. Er wordt gebruik gemaakt van de volgende vier

derdelen is noodzakelijk.

categorieën.

wordt

• indifferente monumentwaarden

• negatieve monumentwaarden (rood)

• positieve monumentwaarden (groen)

Deze onderdelen hebben een negatieve invloed op de mo-

Deze zijn van belang voor de structuur en/of de betekenis

numentwaarde van het object; het verdient de voorkeur

van het object of gebied; het behoud van deze onderdelen is

deze onderdelen te verwijderen.

wenselijk.

plattegrond kelder

hoge monumentwaarde

positieve monumentwaarde

indifferente monumentwaarde

negatieve monumentwaarde


47

plattegrond begane grond

plafond hoge monumentwaarde

plafond positieve monumentwaarde

plafond indifferente monumentwaarde

plafond negatieve monumentwaarde

hoge monumentwaarde

positieve monumentwaarde

indifferente monumentwaarde

negatieve monumentwaarde


48

plattegrond verdieping

hoge monumentwaarde

positieve monumentwaarde

indifferente monumentwaarde

negatieve monumentwaarde


49

plattegrond zolder

hoge monumentwaarde

positieve monumentwaarde

indifferente monumentwaarde

negatieve monumentwaarde


kwa l i t e i t e n

50

het exterieur is grotendeels bewaard gebleven in de oorspronkelijke staat, zoals ontworpen door architect Posthumus Meyjes

ter plaatse van het zuidelijk paviljoen zijn bijna alle oorspronkelijke laaddeuren nog aanwezig

het torentje als herkenningspunt voor het stationsgebouw gericht op de binnenstad

de overkapping van het tweede perron uit 1959 is een belangrijk onderdeel van de modernisering van het station door Van der Gaast

het stationsgebouw met op de achtergrond de toren van de nieuwe kerk

het tunneltje onder het spoor riep in het begin veel ongenoegen op bij de reizigers, maar is in de moderne tijd uitgegroeid tot een begrip in Delft


51

aan de door Van der Gaast ontworpen lokettenwand die nog aanwezig is, is de kwaliteit van zijn ontwerp nog te herkennen

van het oorspronkelijk rijk gedecoreerde interieur zijn alleen de gestucte casettenplafonds van de hal en de voormalige wachtkamer 1e klasse behouden

het gestucte casettenplafond boven de voormalige 1e klas wachtkamer

hoewel niet meer op de oorspronkelijke plek is het, tijdens de verbouwing in 1959-1963 verplaatste, kunstwerk van Nicolaas Wijnberg nog aanwezig; het betreft een voorstelling van de drukte die kan heersen op een perron

een aantal elementen van het interieur zoals ontworpen door Van der Gaast is nog aanwezig, zoals dit borstweringselement, afgewerkt met een zwarte natuurstenen band

door Van der Gaast zijn de drie oorspr. ramen in de westgevel van het noordelijk paviljoen dichtgezet en vervangen door drie ronde glas-in-lood raampjes; onder de huidige tapijttegels is nog de oorspronkelijke vloerafwerking te zien


52

in het zuidelijk paviljoen zijn alle, behalve ĂŠĂŠn, oorspronkelijke gevelopeningen nog aanwezig, waardoor een groot deel van het oorspronkelijke karakter behouden is gebleven

in de kelder onder de noordelijke vleugel is nog de oorspronkelijke vloerafwerking te vinden

ondanks de verromeling is de ruimtelijkheid van het interieur van het zuidelijk paviljoen nog te ervaren

de kelder onder de noordelijke vleugel, de huidige kelder van de AKO, levert veel bruikbare (opslag)ruimte op

de oorspronkelijke toegang tot de woning van de restaurateur is nog aanwezig

dit paviljoentje geeft toegang tot de voormalige ruimte van de stadsrestauratie in het souterrain, die hoewel in de huidige staat niet veel kwaliteit heeft, toch een goed bruikbare ruimte bereikbaar vanaf pleinniveau is

de oorspronkelijke gewelfconstructie van gemetselde troggewelfjes tussen stalen liggers ter plaatse van de kelder onder het voormalig plaatskaartenkantoor is nog aanwezig

de ruimtes voor de oliegestookte centrale verwarmingsinstallatie met een gewelfd plafond


53

op de verdieping is de oorspronkelijke indeling nog aanwezig, evenals de oorspronkelijke invulling van de gevelopeningen

de oospronkelijke paneeldeuren zijn nog aanwezig, alhoewel ze zijn afgetimmerd met een beplating

op de verdieping is veel kwalitatieve ruimte aanwezig, die niet in gebruik is als verblijfsruimte

de ingebouwde kamer ter plaatse van de dakkapel maakt op een kwalitatieve manier gebruik van de aanwezige gevelopeningen

gestucte, getoogde doorgang en het oorspronkelijke stucplafond in de gang van de voormalige woning van de stationschef

de oorspronkelijke trap naar de zolder boven de voormalige woning van de stationschef

ondanks het gebrek aan daglicht zijn de zolderruimtes uitermate geschikt voor bijvoorbeeld het wegwerken van installaties


knelpunten

54

de aanbouw tegen het noordelijk paviljoen uit 1963, met het in 1987 vernieuwde entreepaviljoentje doen afbreuk aan het zicht op de gevel, welke in de nieuwe situatie zichtbaar zal zijn vanuit het nieuwe station

de vensters in de voorgevel van het noordelijk paviljoen zijn deels dichtgezet

de behuizing van de huidige klok dekt het oorspronkelijke medaillon af en doorsnijdt het decoratieve fries, de afstekende kleur benadrukt deze niet passende ingreep nog eens

een groot deel van de oorspronkelijke gevelopeningen in de achtergevel zijn dichtgezet; door het pleisterwerk is de relatie met het deel van de achtergevel boven de luifel verloren gegaan

de moderne invulling van de entreedeuren doen afbreuk aan de oorspronkelijke vormgeving

de doorgang naar het perron vanuit de voormalige eersteklasse is voorzien van een nieuwe invulling

de in 1963 vernieuwde perronoverkapping sluit aan op de gevel onder de rondbogen van de vensters


55

de hal is sterk verrommeld en de koof voor het wegwerken van leidingen zorgt ervoor dat het verband tussen de wanden en het plafond, dat bij de rechterwand nog wel aanwezig is, verloren gaat; de koof is een storend element

de winkelpuien en toegankelijkheidsvoorzieningen zorgen voor een verrommeld beeld

in de winkels is geen relatie met buiten of met de oorspronkelijke structuur van het gebouw

de buiten gebruik gestelde toegang tot AH togo

het interieur van AH togo

de ten behoeve van AH togo ingebouwde tussenvloer en koelcel houden geen rekening met de oorspronkelijke structuur van het gebouw

de in 1963 verhoogde vloer sluit ter plaatse van de noordelijke vleugel aan net onder de kozijnen


56

de kantoren die zijn ingebouwd in het noordelijk paviljoen hebben een hokkerige indeling tot gevolg

interne ruimte zonder daglicht op de verdieping

het verlaagde plafond op de verdieping in het noordelijk paviljoen hangt voor het raam

de indeling in het noordelijk paviljoen

de ruimtes op de verdieping zijn afgetimmerd

de ruimtes op de verdieping, met name die in het noordelijk paviljoen, zijn verwaarloosd

de oorspronkelijke ruimtes zijn voorzien van verlaagde plafonds

de voormalige keuken voor de stationsrestauratie is weggesloopt


57


aan b eve l i n g e n e n o n t we r p t h e m a ´ s

58

Op basis van onderliggend cultuurhistorisch onderzoek kunnen de volgende drie ontwerpthema’s worden gedenieerd: 1. aansluiting op het stedelijk weefsel 2. herstellen van de ruimtelijke kwaliteit van begane grond en souterrain; 3. bruikbaar maken van de beschikbare ruimte op de verdiepingen.

het station tijdens de werkzaamheden aan de spoorzone, 2011 (bron: Delft Archief)

1. aansluiting op het stedelijk weefsel

alleen aan de voorzijde, maar ook aan de achterzijde van het

Door het verlies van de oorspronkelijke stedelijke inbedding

station een plein opgenomen. De achterkant van het station

en, in de nabije toekomst, het verlies van de stationsfunctie,

wordt hiermee een tweede voorkant. Hierbij zijn de perrons en

verliest het gebouw letterlijk en guurlijk de verbinding met de

de perronoverkapping van belang als verbindende structuur

stad zoals die altijd is geweest. De belangrijkste ontwerpopgave

tussen het gebouw en zijn omgeving.(1)

voor het voormalige stationsgebouw wordt dan ook het opnieuw

In de oorspronkelijke situatie kreeg de noordgevel door de

aansluiten van het station op het stedelijk weefsel.

overdekte opgang naar het 1e perron, samen met de dakkapel,

De uitwerking van de gevel ter hoogte van de begane grond

het karakter van een tweede front. De huidige aanbouw mist

is hierin een belangrijk aandachtspunt. Dit deel van de gevel

verwevenheid met de rest van het gebouw, zowel ter plaatse

is het meest verrommeld door aangebrachte wijzigingen zoals

van het in- als het exterieur. De nieuwe situatie kan aanleiding

eerder in dit rapport beschreven, waardoor hier veel kansen

zijn om deze gevel weer iets van het oorspronkelijk karakter

liggen om zowel de oorspronkelijke kwaliteit te herstellen, als

van tweede front van het gebouw terug te geven, zeker gezien

het inpassen van een nieuwe functie.

de plaatsing van het nieuwe stadskantoor ten opzichte van het

In het stedenbouwkundig plan voor de Spoorzone is niet

stationsgebouw.

(1) zie voor meer informatie bijlage 2. De perrons en de huidige overkapping zijn niet opgenomen in deze plannen, waardoor het terugbrengen van een (evt. moderne) overkapping als horizontaal element aan de gevel des te belangrijker wordt.


59

gevel perronzijde, 1937

gevel perronzijde, 2001


60

2. herstellen ruimtelijke kwaliteit begane grond en souterrain Voor de ruimtelijke kwaliteit van het interieur op begane grond en souterrain niveau is het ontwerp van Van der Gaast uitgangspunt. De inpassing van een nieuwe functie in het gebouw geeft de kans om een deel van deze kwaliteit te herstellen. Een van de belangrijkste punten is het herstellen van de eenheid tussen het plafond en de rest van de ruimte in zowel de hal als de voormalige 1e klas wachtkamer. De rijk gedecoreerde plafonds zijn vervreemd ten opzichte van de rest van de ruimte en dienen weer te worden opgenomen in het nieuwe ontwerp. Voor het behoud van de nog aanwezige elementen uit het

de balies van de gemoderniseerde hal, 1960 (bron: Utrechts Archief)

de achterwand van de hal in de huidige situatie, 2013 (bron: TAK architecten)

de doorgang naar de perrons, 1960 (bron: Utrechts Archief)

de achterwand van de hal in de huidige situatie, 2013 (bron: TAK architecten)

ontwerp van Van der Gaast(2) geldt dat dit wenselijk is mits deze op een betekenisvolle manier kunnen worden ingepast in het nieuwe ontwerp. Verder geeft een nieuwe functie aanleiding om de relatie tussen de functie en de bouwkundige structuur van het gebouw weer te herstellen, zodat de kwaliteit van het gebouw weer een meerwaarde kan zijn voor de functie. Het verdient aanbeveling om in de vleugels en paviljoens weer de volledige ruimte beleefbaar te maken. Hierbij is vooral het weer openmaken van de vide in het noordelijk paviljoen van belang, omdat deze dichtgezette vloer in de huidige situatie belangrijk afbreuk doet aan de kwaliteit van zowel in- als exterieur.

(2) zijnde de lokettenwand, de ronde gebrandschilderde raampjes en de verhoogde vloer met de van een natuurstenen afwerking voorziene verhoging aan de westzijde van het noordelijk paviljoen.


61

3. bruikbaar maken van de beschikbare ruimte op

gevelbeeld niet te worden aangetast.

de verdiepingen Op de eerste verdieping en de zolder bevindt zich in de huidige

aanpassing van de ruimtelijke indeling

situatie onder de kappen veel ruimte die niet in gebruik is. Bij de

Voor de ruimtelijke indeling is het van belang dat de

inpassing van een nieuwe functie kan op zoek worden gegaan

hoofdstructuur, d.w.z. het onderscheid tussen middenbouw,

naar mogelijkheden om deze ruimte bruikbaar te maken.

vleugels en paviljoens, beleefbaar blijft. Daarbij zijn op de

Hiertoe zijn hieronder aanbevelingen gedaan rond de thema’s

verdieping nog een aantal waardevolle oorspronkelijke

daglichttoetreding, toegankelijkheid en aanpassing van de

elementen aanwezig zoals de trap van de verdieping naar

ruimtelijke indeling.

de zolder en de oorspronkelijke binnendeuren. Het verdient aanbeveling om te kijken of deze elementen opgenomen

daglichttoetreding

kunnen worden in de nieuwe situatie.

Voor extra daglichttoetreding wordt bij voorkeur gezocht naar

De toepassing van het doos-in-doos principe zoals dat nu is

een eenduidige oplossing voor heel het gebouw, die geen

gedaan op de zolder is een goede manier om meer bruikbare

afbreuk doet aan het gevelbeeld. De daklichten die in de loop

ruimte te creĂŤeren zonder aantasting van de oorspronkelijke

van de tijd zijn aangebracht in het topdak zijn hiervan goede

structuur.

daklicht op de verdieping (foto: TAK architecten)

voorbeelden. De erker die is aangebracht in het achterste dakvlak van de noordvleugel is een rommelige oplossing, zeker in de nieuwe situatie waarbij ook de westgevel een voorgevel wordt, is dit geen wenselijke situatie.

toegankelijkheid Het trappenhuis in het torentje dient in de huidige staat behouden te blijven. Voor het overige is er, mits rekening wordt gehouden met de structuur van het gebouw, veel ruimte voor het inpassen van een extra stijgpunt. Hierbij dient het

toepassing van het doos-in-doos principe op de zolder (foto: TAK architecten)


62


st a t i o n d e l f t

li ter atuur l i j s t

cu l t uur h ist o r isc h on d e r zo e k e n wa a r d e st e l l i n g

TAK archi t ect en

63

Crimson Architectural Historians, Urban Fabric • De Collectie. Bijzondere stationsgebouwen in Nederland • Rotterdam/Utrecht 2009 Vlis, van der, I. • De Delftse stationsbuurt. Wonen, leven en werken naast het spoor • Delft 2004 Palmbout Urban Landscape • Zicht op Delft • Rotterdam 2002 Romers, H. • Spoorwegarchitectuur in Nederland 1841/1939 • Zutphen 2000 TAK architecten • NS Station Van Leeuwenhoeksingel 41 te Delft. De monumentale waarde • Delft/ Arnhem 2002 Verbrugge, B. • Tegeltableaus uit het station Delft naar ontwerp van Adolf Le Comte • in: Tegel 34:2006, p. 22-31 Hurk - van Haagen, van den, T. en Boersma, T. • K. van der Gaast (1923-1993): transparantie en onverhulde constructies • Rotterdam 2004

geraadpleegde archieven Archief Delft • Utrechts archief • Archief H.IJ.S.M. • Archief N.S. Collectie NAi • Archief Posthumus Meyjes jr & sr, C.B. Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed •



bi j l agen

65

1. redengevende omschrijving van het m onument 2. spoorzone delft

1 t/m 2


1

r edengevende omschr ijving

66

Monumentnummer:

inleiding

525335

Stationsgebouw

van

de

Hollandse

IJzeren

Spoorweg

Status:

beschermd

Maatschappij, gebouwd in 1884-1885 door de Haagse

Aanwijzingsbesluit:

08-02-2002

aannemer M.A.J. Taverne, naar een ontwerp van de architect

Inschrijving register:

21-05-2002

C.B. Posthumus Meyes, destijds in dienst van de H.IJ.S. Het

Kadaster deel/nummer:

18207/34

station is gebouwd in de stijl van de Neo-Hollandse Renaissance. Bij de verlenging van het spoorwegtraject Amsterdam-Haarlem

Gemeente:

Delft

richting Rotterdam bouwde de Hollandsche IJzeren Spoorweg

Provincie:

Zuid-Holland

Maatschappij in 1846-1847 een eerste station aan de Delftse Houttuinen. Vanwege de ongunstige infrastructuur rond

Plaatselijke aanduiding:

dit station werd in 1885 ongeveer 400 meter zuidelijker - op

Van Leeuwenhoeksingel 41

2611 AC Delft

een voormalig exercitieterrein - het station Delft II gebouwd.

Van Leeuwenhoeksingel 42

2611 AC Delft

Het nieuwe gebouw voorzag bovendien in meer ruimte

Van Leeuwenhoeksingel 42 A

2611 AC Delft

voor wachtlokalen, opslagplaatsen en emplacementen. De

Van Leeuwenhoeksingel 42 B

2611 AC Delft

inmiddels niet meer aanwezige tegeltableaus in de voormalige

Van Leeuwenhoeksingel 41 A

2611 AC Delft

vestibule waren ontworpen door de kunstenaar A. le Comte,

Van Leeuwenhoeksingel 41 B

2611 AC Delft

met wie Posthumus Meyes ook bij de bouw van het pand Markt

Van Leeuwenhoeksingel 41 C

2611 AC Delft

45 samen zou werken. De tableaus waren vervaardigd door de

Van Leeuwenhoeksingel 41 D

2611 AC Delft

rma Joost Thooft en Labouchère, later De Porceleyne Fles. Ze

Van Leeuwenhoeksingel 43

2611 AC Delft

waren onder meer voorzien van opschriften als “tijd is geld” en “haast u langzaam”.

Kadastrale gemeente: Delft

Het stationsgebouw is uitwendig grotendeels en inwendig voor

Sectie: O

een deel in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. De

Kad.object: 2717, 2716

meeste gevelopeningen hebben nieuwe invullingen.


67

omschrijving

bevindt zich een tweelicht met deelzuiltje. De verdieping staat

De hoeken zijn opgebouwd in zandsteen met diamantkoppen.

Het met de voorgevel op de historische binnenstad georiënteerde

boven een geproleerde cordonlijst, die is doorgetrokken over

Het tweelicht boven de vensters is als dat in het middenrisaliet,

gebouw strekt zich uit over een langgerekte, rechthoekige

de voor- en de zijkanten van de zijtraveeën. De drie getoogde

wat ook geldt voor de verdiepingsvensters en de hoekpilasters.

plattegrond. Het asymmetrische gebouw is samengesteld uit

vensters hierin bevatten T-ramen en staan tussen penanten die

De zijtraveeën worden beëindigd door een ver uitkragende,

een rijzige, centrale hoofdmassa met aan weerszijden vleugels,

worden geaccentueerd door pilasters met bases en kapitelen

geproleerde dakrand, die rust op door een proellijst gedragen,

die worden afgesloten met hoekpaviljoens. Het centrale volume

van zandsteen. Het entablement bestaat uit een geproleerde

gesneden schoren. De andere gevels van dit volume staan

staat vergezeld van een enigszins gedrongen toren. De diverse

architraaf, een fries met tegetableaus en een uitkragende, op

onder een identieke kapuitkraging.

gevels zijn boven de hardstenen plinten opgetrokken in schone

gesneden klampen rustende kroonlijst. De gevel hierboven is

De verdiepingloze, terugliggende linker vleugel bevat drie

baksteen en zijn met name aan de voorzijde rijkelijk voorzien

een rijk versierde topgevel. De brede basis wordt geankeerd

rechtgesloten vensters, die staan onder een rondboogvormige

van in zandsteen uitgevoerde speklagen, details en accenten.

door hoekpilasters met obelisken. In het midden staat een bifora

ontlastingsboog met sluitsteen en een boogtrommel met

De volumes staan onder afgeknotte, met leien en kruispannen

met geprileerde zandstenen rondbogen en aan weerszijden

metselmozaïekjes. Tegen de penanten staan pilasters. De

gedekte zadel- en schilddaken, waarvan een aantal hoeken

twee halfzuilen met kapitelen op een door consoles gedragen

gevel wordt beëindigd door een uit een een proellijst en een

nog wordt bekroond door de originele opengewerkte bronzen

basis en gebeeldhouwde vleugelstukken. De zuilen dragen een

rand van decoratieve metselverbanden onder de geproleerde

pironnen. Het hoog opgaande centrale volume is symmetrisch

entablement die is samengesteld uit een zandstenen architraaf,

gootlijst. Uit het met kruispannen gedekte dakschild hierboven

van opzet en staat onder een met leien in Maasdekking gedekt,

een fries van metselmozaïek en een uitkragende, op consoles

steken drie kleine houten dakkapelletjes (arkeneeltjes) met

afgeknot schilddak. De gevel is een gecombineerde lijst-/

rustende zandstenen kroonlijst met een vaas op de hoeken. Op

driepassen en een pironbekroning. Tegen de rechter zijgevel

topgevel. De boven een niet oorspronkelijke trap met bordes

de kroonlijst staat een aedicula-achtige zandstenen bekroning

van het hoofdvolume staat een toren. Deze heeft een vierkante

staande, uit drie ingangen bestaande entreepartij bevindt

met voluten in de klauwstukken, een reliëf en een geproleerd

schacht met in de onderste geleding aan de voorzijde twee

zich in een middenrisaliet en staat onder een glazen luifel die

fronton met obelisk op de top. De zijgevels van de top zijn blind

kleine vensters en in de rechter zijde de originele negentiende

rust op een constructie van giet- en smeedijzer, die aan de

en steken in het voorste dakschild van de kap. De traveeën

eeuwse

gevel is bevestigd. De drie toegangsopeningen staan onder

aan weerszijden van de risaliet hebben in de eerste bouwlaag

ontlastingsboog en boogtrommelvulling als die in de linker

een rondboog bovenlicht en worden geankeerd door met

een rechtgesloten venster onder latei en segmentboogvormige

vleugel. In de tweede geleding staan twee iets hogere, getoogde

diamantkoppen verlevendigde zandstenen penanten.

ontlastingsboog met sluit- en aanzetstenen. De vensters staan

venstertjes. De torenschacht wordt beëindigd door een houten

In het midden boven de luifel staat tegen een cartouche

boven een geproleerde onderdorpel, die is doorgetrokken

kroonlijstje. Daarboven is de toren overhoeks ingesnoerd naar

geplaatst uurwerk in een gietijzeren kast. Aan weerszijden

over de gehele voorzijde en deze horizontaal geleed.

een achtkante grondslag. De hier met zink beklede toren heeft

deur

onder

bovenlicht

en

rondboogvormige


68

acht rondboogopeningen onder een uitkragende, op gesneden

onder zadaldak staande dakkapellen. Het rechter bouwvolume

ondergaan, maar in de volumes links van het hoofdvolume

schoren rustende proelrand, waarboven een met leien bedekt

heeft een verdieping onder een afgeknot schilddak. De eerste

bevinden zich nog wel de oorspronkelijke negentiende-

helmdak. Hierop staat een in zink uitgevoerde, verkleinde versie

bouwlaag bevat drie korfboogvormige vensters met vierruits

eeuwse deuren. Boven de overkapping zijn de geveldelen

van het voornoemde achtkantige deel van de toren en heeft

bovenramen. Het bovenraam van het middelste venster

vrijwel intact gebleven. De verdieping van het centrale

een uivormige bekroning met spits. Het afsluitende, onder een

staat tussen decoratieve zandstenen elementen, die boven

bouwdeel bevat drie dubbele rondboogvensters met T-ramen,

afgeknot schilddak staande verdiepingloze volume links van de

de cordonlijst overgaan in pilasters met Ionische kapitelen.

waarvan één is vervangen door een op een modern balkon

linkervleugel heeft evenals de andere volumes een symmetrisch

Alleen boven het middenraam van de eerste bouwlaag ligt een

uitkomende deur. De verdieping van het rechter volume bevat

vooraanzicht. Het bevat twee vensters met korfboogvormige

zandstenen lijst. Een vergelijkbare lijst boven het middenraam

drie enkele korfboogvormige vensters met T-ramen als die

bovenramen en een gevelbeëindiging die is te vergelijken met

van de verdieping bevat bovendien een tegeltableau. De

in de andere gevelzijden. Uit de achterste dakschilden van

die van voornoemde vleugel. Uit het met kruispannen gedekte

gevellijst is in het midden uitkragend en rustend op gesneden

beide hoog opgaande volumes steekt een identieke houten

dakschild hierboven steekt een gemetselde dakkapel met

klampen. De gevelbeëindiging aan weerszijden bestaat uit

dakkapel met wangen, uitkragende, op gesneden klampen

een voluut aan weerszijden van een pilaster, waartussen een

een zandstenen en een houten proellijst, waartussen een

liggende dakranden, een spitsje met pironbekroning en een

rondboogvenster met T-raam en sluitsteen staat. Het fronton

fries met decoratieve metselverbanden, die ook de andere

rechtgesloten venster tussen houten kolommen. Uit het

heeft geproleerde randen, een open onderzijde en obelisken

gevels van dit volume beëindigen. De verdiepingsvensters zijn

achterste dakschild van het linker volume steekt een identieke

op de schouders.

korfboogvormig en bevatten

dakkapel. In het achterste dakschild van de linker vleugel staan

De linker zijgevel bevat twee brede deuren onder een

T-ramen. Uit het dakschild hierboven steekt een gemetselde

twee driehoekige dakkapelletjes met driepasraam gelijk aan die

vierdelig, korfboogvormig bovenlicht en staat tussen hoeken

dakkapel, die te vergelijken is met die op het linker volume,

in het voorste dakschild.

van zandsteen en een gevelbeëindiging met decoratief

maar een gebogen fronton heeft boven een uitkragende

Inwendig heeft het gebouw diverse veranderingen ondergaan,

metselverband.

kroonlijst.

maar een aantal belangrijke interieuronderdelen is bewaard

Ook de rechtervleugel is verdiepingloos. Het bevat twee

De oorspronkelijke overkapping aan de rechter zijgevel is

gebleven. Van groot belang zijn de zich in de hal bevindende

vensters in elk van de vier traveeën die staan tussendoor

vervangen door een moderne aanbouw. De gevel heeft op

bijzondere stucplafonds met zwaar geproleerde (eier)lijsten,

pilasters geaccentueerde penanten. De door gemetselde

de verdieping een korfboogvormig venster met T-raam. Uit

cassettes, panelen en diamantkoppen. De met de wanden

tussenstijlen van elkaar gescheiden vensters zijn als die in de

het dakschild hierboven steekt een dakkapel als die boven

verbonden lijsten rusten op kleine consoles met bladmotieven,

linkervleugel. Ook de gevelbeëindiging is identiek. Uit het met

de voorgevel. De achtergevel heeft onder het niveau van de

die ook de verbinding vormen tussen de plafonddelen en de

kruispannen gedekte dakschild hierboven steken vier houten,

niet oorspronkelijke perronoverkapping diverse wijzigingen

moerbalken. De moerbalken rusten op consoles, die zijn


69

versierd met bebaarde koppen en acanthusbladeren. De wand van de loketten is nog voorzien van de oorspronkelijke betegeling.

waardering Het stationsgebouw van Delft is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de stedenbouwkundige en de architectuurhistorische waarde. Het stationsgebouw is van cultuurhistorisch belang als een bijzonder en representatief voorbeeld van een typologische ontwikkeling. Het stationsgebouw heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de bijzondere ligging aan een plein en bij de entree naar de historische binnenstad. Het stationsgebouw heeft architectuurhistorische waarde vanwege het belang voor het oeuvre van een vooraanstaand Nederlands architect, als een goed voorbeeld van een voor de bouwtijd karakteristieke bouwstijl, vanwege de kwaliteit van het ontwerp en vanwege het materiaalgebruik en de detaillering. Het stationsgebouw is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur.


2

spoor zone delf t

70

Hierna volgt een aantal tekeningen ter illustratie van de

Gemeente Delft • IOC-Ambitiedocument Spoorzone Delft •

planvorming rond het voormalige stationsgebouw. Deze

Delft 2012

tekeningen zijn afkomstig uit twee documenten:

Palmbout Urban Landscapes • Zicht op Delft • Rotterdam 2012

uitwerking Masterplan Spoorzone Delft 2009 (IOC-ambitiedocument, p. 18)


71


72

samenhangende hoofdstructuren (IOC-ambitiedocument, p. 38)

inrichting openbare ruimte (IOC-ambitiedocument, p. 38)

sfeergebieden in de de openbare ruimte (IOC-ambitiedocument, p. 40)


73

A. Bereikbaarheid ondergrondse etsparkeerplaats Onder het vervoersknooppunt komt een grote etsenstalling, die ruimte biedt aan ongeveer 5.000 etsen. (...) B. Gereserveerde locatie voor aanvullende opgave ondergronds etsparkeren Ten westen van het bestaande station is een aanvullende etsenstalling voor circa 2.000 plaatsen gereserveerd. Hiervoor zijn nog geen uitgewerkte plannen op dit moment. C. Toekomstige aanvullende etsenstalling(en) (...) Locatie C1 tot en met C4 kunnen ruimte bieden aan de gevraagde extra capaciteit. Waarschijnlijk is één van deze locaties voldoende. ruimtelijk functionele organisatie rond het station (IOC-ambitiedocument, p. 18)

(IOC-ambitiedocument p. 92)


74

plankaart plangebied spoorzone uit schetsontwerp PALMBOUT Urban Landscape (Zicht op Delft, p. 17)


75

fragment plankaart plangebied spoorzone uit schetsontwerp PALMBOUT Urban Landscape (Zicht op Delft, p. 17)


Zocherweg 2A 2613 ZV Delft Tel: 015 212 59 03

arnhem

a r c h i t e c t e n

a d r es d e lft

TAK

Van Oldenbarneveldtstraat 92-2 6827 AN Arnhem Tel: 026 442 67 50 info@takarchitecten.nl www.takarchitecten.nl




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.