7 minute read

Ik heb een pompeblêd als voetbalhart

Vervolg van pagina 7

Wederzijds respect

Wat kunnen de supporters straks verwachten van het vlaggenschip? Betekent het hebben van oud-profs voor de selectie, dat de resultaten vanzelfsprekend goed zullen zijn? Zeker niet, legt Kromkamp uit. “Zo’n achtergrond is wel een voordeel. Ik geloof erin dat wij in detail de jongens meer kunnen bijbrengen dan iemand die voornamelijk achter de laptop heeft gezeten. Aan de andere Door: Lex Oosterman

‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ is een veelgebruikt cliché, dat door veel clubs en andere instanties te pas en te onpas gebruikt wordt. Soms terecht maar vaak ook ten onrechte, het gaat er immers om wat je ermee doet. Hoog tijd dus om bij de nieuwbakken voorzitter van de jeugd van csv Apeldoorn, Johan Wind, te informeren hoe het met de veelgeprezen jeugdafdeling van onze club is gesteld en wat de plannen zijn.

Mijn vrouw Mireille is met regelmaat achter de bar in ons clubhuis te vinden. csv is belangrijk voor ons geworden en dat betekent bijna vanzelf dat je wat terug wil doen voor de club. Ik wil dat over 75 jaar de club nog steeds bestaat en in goede doen is en daar werk ik graag aan mee. Heerenveensupporter zal ik altijd blijven want ik heb een pompeblêd in de vorm van een voetbalhart, maar daar stroomt wel roodgeel bloed door! Ik heb gemerkt dat het heel

kant kan zo’n iemand die daar heel goed in is, ons weer dingen bijbrengen. Je moet constant openstaan voor allerlei soorten kennis. Ik blijf zeker niet in mijn veilige cocon zitten met dezelfde oefenstof. Je moet altijd vernieuwen en verbeteren. Uiteindelijk willen we aanvallend en verzorgd voetbal spelen met veel energie, zodat mensen graag naar csv kijken. We hebben een frisse en complete spelersgroep, iedereen wil graag. Wij hebben respect voor de jongens en voor de club, en de jongens weer voor ons en voor de club. Daar begint het allemaal mee. De jongens kunnen heel goed met elkaar. Natuurlijk komen er straks momenten wanneer het gaat om de knikkers, en het is donker, regenachtig en acht graden, dat het minder leuk wordt. Maar dat hoort erbij. We gaan het zien, ik heb er een goed gevoel over. De ambitie is natuurlijk terug te keren naar de hoofdklasse. Wanneer? Geen idee. Hopelijk zo snel mogelijk. Verder heb ik daar nog niet over nagedacht. Het belangrijkste is dat de jongens zich ontwikkelen, dat ze beter worden. Uiteindelijk horen we wel in de hoofdklasse, daar hoort csv.”

Volgens Michels hebben zij de beschikking over spelers waarmee er ook daadwerkelijk verzorgd, aanvallend gevoetbald kan worden. “Maar het moet wel resultaat geven, want we willen wel kampioen worden. Of dat reëel is, gaan we zien. Maar nu wil ik kampioen wor

Johan Wind: “Ik heb een pompeblêd als voetbalhart en daar stroomt roodgeel bloed door!”

in Bedrijf arbo beter, werd geboren in Friesland en voetbalde tot z’n zestiende jaar bij vv Makkum. Daarna kreeg de muziek een steeds grotere plaats in zijn leven. In Friesland ontstond ook zijn bijna passionele liefde voor voetbalclub Heerenveen. Tot op de dag van vandaag heeft Johan, samen met zoon Hidde, een seizoenskaart. Toen hij in 1986 in Apeldoorn terechtkwam, in de zorg bij ’s Heerenloo, ontmoette hij Wim Tamboer, die hem overhaalde bij csv Apeldoorn te komen. “Ik houd van voetbal, en met ons gezin zijn we langzamerhand echte csv-ers geworden.

den en ik denk dat het kan.” goed gaat met de jeugdopleiding, ook als je het met andere verenigingen vergelijkt. Onze jeugdafdeling staat er voortreffelijk voor. De verschillende selectieteams spelen op een hoog niveau en ik wil graag vasthouden wat goed is en waar het nodig is naar een hoger plan brengen. Dat is best een uitdaging. De doorstroming van de jeugd naar het eerste begint weer wat toe te nemen, maar het kan nog veel beter. Over drie jaar wil ik dat ongeveer vijf of zes, door ons zelf opgeleide spelers, bij de selectie van het eerste zitten. Dat is zeker geen utopie want er komen enkele bijzondere talenten aan. Daar

om gaan we de spelers vanaf de JO-15 meer en meer betrekken bij het eerste en spelers van JO-19 moeten vaker een stageplek bij de selectie kunnen veroveren.

Het is ook de bedoeling de trainers van de ongeselecteerde elftallen van meer technische bagage te voorzien. Bijvoorbeeld door het organiseren van interne cursussen. Het instellen van coördinatoren is eveneens een mogelijkheid om de interne organisatie en communicatie te verbeteren, maar dat ga ik eerst rustig inventariseren.

Een veelgehoorde opmerking in het Apeldoornse voetbalwereldje is, als je een beetje kunt voetballen en je hebt ambitie, dan moet je bij csv Apeldoorn zijn, want daar is de opleiding voortreffelijk en komen de scouts van de BVO’s. Nu vind ik overigens dat je als jonge speler je niet blind moet staren op een carrière in het betaalde voetbal. Wanneer je de derde divisie of de hoofdklasse haalt heb je het toch ook prima gedaan en kun je daar ook belangrijk zijn. In veel gevallen pik je er ook nog een paar centjes mee.”

Nieuwe roergangers bij de hoofdsponsors van csv Apeldoorn

Door: Joost Poppe

Kamp Coating en Bouwonderneming Veeneman zijn echte Apeldoornse familiebedrijven. Het gezamenlijke hoofdsponsorschap van csv Apeldoorn is niet de enige overeenkomst. Bij beiden vindt er aflossing van de wacht plaats. John Kamp (68) en Jan Veeneman (60) doen een stapje terug voor hun opvolgers Maarten Waaijenberg (45) en Mark Neuteboom-Spijker (37). Verleden, heden en toekomst rond één tafel doen hun verhaal.

John Kamp

Plaats van handeling is de directietafel van Bouwonderneming Veeneman, waar de bovengenoemde heren samen met de ‘hoffotograaf’ van csv Apeldoorn Wout van Zoeren plaats hebben genomen voor een lunchinterview. Na een moment van stilte worden de Kayersdijk. In 1978, het jaar dat

broodjes uitgedeeld en de koffie ingeschonken. Tijd voor een terugblik. Hoe was de wisseling van de wacht indertijd voor John Kamp en Jan Veeneman?

Van To enst aat naa Cu açao

“Als tiener was ik nogal ondeugend”, begint John Kamp. “Ik werd van school gestuurd en ging als schoenenverkoper aan het werk bij Huf Schoenen, maar na korte tijd had ik die schoenen wel gezien. Ondertussen moest ik in dienst, waarna ik in de autowereld terecht kwam, wat me goed afging. Tijdens de oliecrisis In 1973 werd ik door mijn vader gevraagd om weer in de zaak te komen werken. Ik heb dat gedaan om mijn broer Bep te ontlasten en werd in 1974 medeeigenaar. Van deze stap heb ik nooit spijt gehad”. “Ons bedrijf was sterk onder de drie-éénheid Bep, Frits en mijzelf. Tegelijk voetbalden we met z’n drieën bij csv Apeldoorn in hetzelfde elftal”, vervolgt John. “Frits is in 2004 uit de zaak gegaan, omdat hij het door de groei die we met het bedrijf ten. In 2010 overleed Bep onverwacht tijdens een vakantie in Benidorm”. Dit laatste was een zwaar verlies, dat nog steeds de nodige emoties losmaakt. John gaat verder. “Onze vader was in 1949 in zijn schuur begonnen met een spuitbedrijf in het centrum aan de Torenstraat en verhuisde in 1956 naar de

doormaakten niet meer zag zitonze vader overleed, werden we getroffen door een alles vernietigende brand. Na de herbouw zijn wij als eerste loonbedrijf gestart met poeder-coaten in een volautomatische robotspuitcabine. Wij hadden niet verwacht dat dit zo’n groei van de onderneming als gevolgd zou hebben, zodat we in 1982 moesten verhuizen naar de Curaçao”.

“De groei zette gestaag door en in 1986 verhuisden wij het bedrijf binnen de Kayersmolen-Zuid naar de huidige locatie, eveneens aan de Curaçao. In 1988 hebben wij als drie broers Kamp Coating Emmen gebouwd, omdat de afstanden naar de in het noorden gevestigde klanten een probleem bleek te worden en wij dit een mooie uitdaging vonden om het bedrijf breder in de markt te zetten”, besluit John, die alles alle ontwikkelingen nog helder op het netvlies heeft.

Van de Koolmees eg naa de Zutphense eg

Hoe anders waren de jonge jaren van Jan Veeneman, die eerst voor de zorg had gekozen. Na zijn opleiding werkte hij op Het Hietveld met jongeren met een verstandelijke beperking. “Prachtig werk om te doen, waar ik met veel plezier op terug kijk, maar ik liep toen wel tegen de trage besluitvorming aan en ben daarom in 1988 toch maar aan de slag gegaan bij het familiebedrijf van mijn vader Gerard jr. en oom Gerrit”.

De zwager van Jan, Herman Neuteboom-Spijker, werkte hier ook en samen namen zij in 1994 het bedrijf aan de Koolmeesweg in Apeldoorn Zuid over. In 2005 werd er verhuisd naar de Kayersdijk, waarna Herman in 2006 de leiding van het bedrijf volledig aan Jan overliet, die vervolgens in 2009 het bedrijf weer verplaatste naar de huidige prachtig in het groen gelegen locatie aan de Zutphenseweg, waar het gezelschap nu aan de directietafel zit.

Jan Veeneman

Over de jaren is Bouwonderneming Veeneman enorm gegroeid. “Een belangrijke ontwikkeling” vervolgt Jan, “was voor ons de uitbreiding met projectmatig onderhoud. Naast de Arnhemse wijk Presikhaaf, waar we al het onderhoud verrichten, doen we dit ook voor

UITGEVERIJ

This article is from: