‘Iijdschrift Toegelaten gesloten verpakking BC Atgittekantoor Cent 9099 Erkenningnummer P 309560 •
.
.
‘--—
1
p
-
4..
P
SK5212
,&
1 t
‘1IL
You can always rely on Sennheiser wiretess microphone systems, wherever you are in the world, whatever task you face, even under the most hostile conditions. As one of our custo mers puts it, “Sennheiser RF works where others fail”. So calt on Sennheiser for the most comprehensive RF wireless product portfolio worldwide—with microphones of every wide and custom-made “specials”. Get assistance from our global RF sup port team and find complete system solutions for every broadcast, stage or theater production, inciuding the only true solution for multichannel applications. Our equipment is upward and downward compatible, ensuring that Sennheiser always remains a worthwhile investment. For more information please visit www.sennheiser.be. sort, a
range
of accessories
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VOOR THEATERTECHNIEK THEATERARCHITECTUUR SCENOGRAFIE
INHOUD
05
Jaargang 1 1 Nr. 45 december 2007 -
Theaterarchitectuur
Proscenium is een publicatie van BASU Begische Associatie van Scenografen en Iheateftechnici vzw aanges[oten bij OISTAT
DOSSIER: KERKEN EN THEATERS RELIGIE VERSUS PROFAAN TONEEL
Zetel en secretariaat Van Eftbornstraat, 8 2018 Antwerpen TeL: 03 202 10 45 E-mall: bastt@bastt.be website: www.bastt.be
10 Theaterarchitectuur
Redactie Proscenium Azaeataan, 30 1030 Brusse’ TeL: 2 215 08 52 E-mail: proscenium@bastt.b e
DOSSIER: KERKEN EN THEATERS HERBESTEMMING VAN KERKEN VOOR PODIUMKUNSTEN, EEN STAND VAN ZAKEN
Hoofdredactie Rose Werckx Werkten mee aan dit nummer: Yves De Bruyckere Pieter De Kimpe Tanya De Roey Luc Dhooghe Ivo Kersmaekers Sieber Marey Joke Schaey Jorg Sch&iekens Jan Stdckx Katrien Van Driessche Ive Vandefonteyne Rose Werckx
16 ,
Scenografle
.
LOCATIEPROJECTEN IN KERKGEBOUWEN Door de locaties te integreren in het spel, lijkt de ruimte direct te verwijzen naar de plaats van handeling in de tekst, of als meta foor of tegenspeler.
Cover ‘lits jumaux” in de Predikherenkerk 2005 Foto en scenografie: Jan Strobbe Druk Sintjoris
25 Geluid PLEIDOOI VOOR DE GELUIDSONTWERPER
Nevee
-
Vormgeving: www.brussets[of.be Nadenken over elk geluid Prijs per nummer: 12,00 € BASTT LidgeW: 40,00 € BASTT LidgeW studenten: 15,00 € Bank: 402-5525161-38 van BASTT vzw Buitenland Prijs per nummer: 17,00 € BASTT Lidge[d: 50,00 € IBAN: 8E24 4025 5251 6138 BIC: KREDBEBB Teksten, foto’s en illustraties mogen enke’ worden overgenomen mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Adverteerders: AMPCO Betgum AMPTEC Stage Studio Techno[ogy JEZET SEATING PHLIPPO CANDELA EVDV Trade Showhghts RODEN STAAL SENNHEISER Betux SERVIO TTAS VAKBEURS SHOWTEX SLP STAKEBRAND THEATERTECHNIËK VERBIEST -
-
Ongehoord geluid
25 Interview
TWEEBAND Een gesprek omtrent dilemma’s in de theatersector
Verantwoordelijke uitgever Jan Strickx Steenweg op Aatst, 134 c B-9308 Hofstade-Aalst
-
GELUIDSONTWERPER DIEDERIK DE COCK
-
Verder BASTT NIEUWS
—
VARIA
-
TIPS
-
—
—
-
-
-
PROSCENIUM: INHOUD 3
k
L
t%
1 N%J
-
-]
www.dbaudio.com
-
1
ERKEN EN THEATERS RELIGIE VERSUS PROFAAN TONEEL LUC OH000HE Godsdienst en theater hebben het, aLthans in de geschiedenis van West-Europa, ze[den goed met eLkaar kunnen vinden, dit niettegenstaande hun gemeenschappeLijke worteLs. Toch hebben retigieuze ritueLen en ruimteconcepten een grote invLoed gehad op het theater van de twintigste eeuw, voornameLijk op het vLak van de participatie. Genesis
Scheiding van reLigie en theater
Het antieke Griekse theater dankt haar ontstaan aan de reUgieuze ritueen binnen de gemeenschap naar aaneiding van speciaLe Een aantaL van deze gebeurtenissen, zoaLs geboorte, dood, huweLijk ritueLen zijn geLeideLijk vergroeid tot spektakeL, waarbij de deeLnemers zich verkLeden in goden of in bovennatuurLijke krachten. Dat is onder
In de Loop van de eeuwen die hier op volgen, ontwikkelen deze oorden zich tot monumentale burgerlijke amfitheaters voor dramatische kunsten. Bij de Romeinen krijgen tempel en theater een speciale plaats in de stad, aansluitend aan het forum. De open structuren verdwijnen achter monumentale gevels met centrale inkompartij: theater en religie komen als zelfstandige entiteiten rechtstreeks onder het gezag van de keizer te staan.
. . .
(‘“[
.
.
.
.
..
..
..:....
Theater van Dionysos Athene
meer het geval voor de feestelijkheden ter ere van Dionysos, de god van de vruchtbaarheid, de wijngaard, de akkerbouw en de jacht. Ze vinden plaats op het land, buiten de stad, niet in een tempel maar tegen een berghelling ernaast. Tempels zijn immers verblijfplaatsen van
Theater van Marcettus, Rome 15-1 1 vC
Het is pas wanneer het christendom door de keizer erkend wordt dat de eerste kerkgebouwen in de stad verschijnen. En tegelijk ook de spelregels en de misbruiken. Zo krijgt men meerdere malen te lezen1 in verordeningen van concilies en geschriften van kerkvaders, dat bisschoppen of geestelijken geen “feesten mogen arrangeren in de kerk, tenzij het er om gaat aan reizigers gastvrijheid te betonen. Ook zal men zoveel mogelijk verhinderen dat leken hun banketten in de kerk houden.” (Derde conciUe van Carthago, anno 397). Meer dan vierhonderd jaar later acht men het nodig deze verordening’ te herhalen tijdens het concilie van Aken (816), er uitdrukkelijk bij
Griekse tempets
de goden en mogen aLLeen door priesters betreden worden. Rond een geïmproviseerd aLtaar worden met muziek, zang en dans, fragmenten uitgebeeLd uit de mythoLogie en de geschiedenis van het voLk zeLf. Met de tijd krijgen deze plekken een architecturaLe basisuitrusting, zoals speelvlak en zitplaatsen voor publiek, en evolueert het spel tot een dialoog tussen het religieuze en het profane, met betrekking tot de essentiële vragen over de gangbare spelregels in de maatschappij.
Panthean, Rame 125 nC
PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS
5
evoueren de kerkgebouwen geeidelijk van ontmoetingcentrum tot ruimte voor verering, gebed en getoofsverkondiging. Het vroegchristelijke kerkgebouw, de basilica, ontLeent haar naam aan die van de Romeinse woning. De ruimteLijke opbouw met middenschip, apsis en twee zijschepen heeft echter meer overeenkomsten met de paatsen van samenkomst van de mystieke sekten, die massaa uit het Oosten naar Rome komen in de eerste eeuw na Christus. Theater in de kerk Het is wachten tot de tiende eeuw eer er sporadisch, in functie van de ge[oofsoverdracht, passages uit het [even van Christus en uit de bijbe[ uitgebee[d worden.
/
iNJ
r1_
A1 -
J
-
Pantheon interieur, Rome, Schitderij van Panini uit de 1 7de E
vermetdend: ‘voofts za men in het huis Gods niet eten en niet blijven slapen...” Ook het theater blijft niet gespaard van kritiek. De kassieke drama’s met hun mythoogische verhalen over de goden zijn een doorn in het oog van de kerk. De kerkvader Augustinus (354-430) steekt in zijn Confessiones zijn afkeuring niet onder stoeen of banken: “Want de toeschouwers witten smart voeten en die smart is voor hen een bron van vreugde. Hoe komen zij daartoe aR het niet is door een wonderlijke ziekte van de geest.”2 Tijdens het derde concitie van Tours (813) blijft dit een heet hangijzer: “De indecente vertoningen en de obscene speren der tone&speers dient men dan ook te vermijden en de priesters moeten daarop gewezen worden.”3 Naarmate de kerk as insteLling haar structuren verstevigt en uitbreidt,
1
4,.
4.4 CLOITRE
Spet van de pelgrims van Emmaüs, Kathedraat van Rouen 1. attaar 2. kasteel van Emmaüs 8. processie Jezus C. processie pelgrims
,
4
xIfKIxIx1:::T< v151K
iXx \
/
/ \
\V
/f\
\j/J\ N J \ !/‘flN%/ /\\ ./ /;r\1/ \ /‘ ; \
/ /
/
1
..‘
..
•w1
t____
;
fE
1 “‘
Notre Dame, Grondplan structuur, Parijs 1 1 63 (aanvang)
.
5
o
16
5. Apoltinare nuovo, Rame, Basilica uit de 6de E
Ezelfeest in de kerk van Notre-Dame, Foto Vizzavona
?_1.__I.1
1 _
_L
Basilica van Parta Maggiare, Rome, iste E nC
6
PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS
De religieuze spe[en en ritue[en in kerken en kathedra[en worden scenografisch ondersteund door de structuur van de architectuur. De hande[ingen ver[open over een imaginaire centraLe as die het voorportaa[ via het middenschip met de apsis verbindt en de eventue[e astijnen van de zijschepen, a[ dan niet met omgang rond de apsis. Op die assen sftueren zich verschi[[ende [ocaties, zoa[s het oksaa[, de
crypte en het aLtaar op de hoofdas, de tafereen uit de kruisweg en de aftaren voor de heiligen in de zijschepen en de omgang. De viering, op de kruising tussen het middenschip en de dwarsbeuken, vormt een opstaand voume met een vertikae asUjn die de ingang van de crypte verbindt met het centrum van de zodering. IdeaaL dus om heL en hemetscènes te creëren. lot in de zestiende eeuw is het kerkgebouw het centrum van het stedeijke cu[turee gebeuren, dat in hoofdzaak rehgieus is. VoorsteUingen vinden pLaats in en om de kerk4, ter geLegenheid van de kerkeLijke feesten, Profane speren zoas Kerstmis, Pasen, feestdagen van heiligen, vindt men op de markten onder de vorm van kluchten en moraUteiten, opgevoerd door rondtrekkende acteurs. Reizende gez&schappen worden uitgenodigd aan de hoven van de paatsetijke vorsten. . . .
Het Jezuïetentheater Ontstaan en werking Op 15 augustus 1534 verzame’en zich enkeejongeren in de onderaardse kape van de kerk van Montmartre in Parijs, onder wie Ignatius van Loyo[a. Zo begint de geschiedenis van de Orde van ]ezuïeten, die in 1540 officiee door paus Pauus III geïnstitutionaUseerd wordt en zich in een minimum van tijd uitbreidt over het noorden van Frankrijk, de Nededanden en DuitsLand.5 Zo wil de congregatie een barrière vormen
Paleis van Margaretha van York (stadsschouwburg), Mecheten 1 995 Foto Luc Dhooghe
T -
-
—
ktiz
s tz ac t
-
Grondptan Jezuïetentheater, Mecheten 1616
Terentius, Lyon 1 614, Gravures van Geofroy Tory
tegen het opkomende protestantisme. Haar werking situeert zich voornam&ijk op het v’ak van de sociae en maatschappeLijke noden van de bevoking. Het onderwijs vormt hierbij de hoeksteen; via de kennis van het Latijn kan men immers de teer van de kerk bestuderen en verspreiden. Sinds de ideeën van de ItaUaanse renaissance ook in onze gewesten zijn doorgedrongen, genieten de “Comcedies” van Pautus en lerentius veeL bijvaL bij de studenten. “Met een pedagogisch doet, zagen de meesters der Latijnsche Schoten in de opvoering van die werken groot voordeet voor het aanteeren der taat van Cicero. Hiermede deden de docenten ook de Ktassieke Oudheid herteven en navotgen.”6 Naast de komedies tegt men zich ook toe op het drama. Om de stukken voor het gewone votk aantrekketijker te maken, worden er zoats bij de oude mysteriespeten atterhande zinspetingen, attegorieën en anekdotes uit het attedaagse burger- en boerenleven aan toegevoegd. De leerlingen brengen deze stukken in het Latijn voor het publiek. Latijn is in dit ‘tijdperk van de Humanisten’ immers de voeftaal van de wetenschappers en wordt ook door het volk begrepen. In 1611 krijgen de Jezuïeten ook in Mecheten de beschikking over een pand, het leegstaande oude Keizershof, het paleis van Margaretha van York, om er een noviciaat op te richten. De eerste theatervoorstetling vindt er plaats in 1616. Hiervoor ontruimt men de refter en plaatst men er een stelling. Om niet telkens opnieuw te moeten opbouwen, bekomen de paters van de stad de nodige middelen om de scheidingsmuur die de refter in twee verdeelt, weg te nemen. Tegelijkertijd bouwt -
-
men ook een bestendig toneel met aan de overzijde een balkon, dat voorbehouden blijft voor de uitgenodigde kerkelijke en wereldljke overheden. Later komt er nog een dubbele rij loges met verdieping, om de talrijke toeschouwers te kunnen plaatsen. Interessant om weten is dat het theater zich bevindt op dezelfde plek als de huidige stadsschouwburg. De wenteltrap tegen de straatgevel, die naar het balkon leidt, bestaat nog steeds. Behalve vanaf de binnenkoer is de zaal ook rechtstreeks toegankelijk vanaf de straat. Op die manier staat het theater op de grens tussen klooster en stad, tussen het religieuze en het profane, als een doorgangsruimte of ontmoetingsruimte van burgers en geestelijkheid. Een gelijkaardige situatie vinden we terug bij de Academiezaal, die in het midden van de 19 eeuw gebouwd is als deel van de buitenmuur van het seminarie van Sint-Truiden. Flexibiliteit en participatie Omwille van de plaatsruimte die een theaterzaal inneemt en het beperkte aantal publieksvoorstellingen, gaan de paters van een aantal andere vestigingsplaatsen op zoek naar alternatieve mogelijkheden. Idealiter zou de kerk voor theatervoorstellingen in aanmerking kunnen komen, maar de kerkelijke overheid verbiedt dit nog steeds. Een andere mogelijkheid bestaat er in beslag te leggen op de zaal voor bijeenkomsten van de congregaties gewijd aan de H. Maagd. Meestal is deze ruimte tegelijkertijd kapel, waar alle leerlingen van het college samen de mis van de congregatie kunnen bijwonen en religieuze vorming krijgen. Dit blijkt inderdaad te kunnen indien men scène en altaar tegenover elkaar plaatst aan de korte zijden van de zaal. Door een van beide af te schermen voor het zicht, kan men de ruimte naar keuze als kapel of theater gebruiken. Ingenieur Razeaud maakt in 1726 een principetekening voor de verbouwing van de kapel van de congregatie in Perpignan. Om financiële redenen wordt het project pas uitgevoerd in 1746. Hetzelfde principe treffen we ook aan op andere PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS
7
Reserveer uw plaats op de De ontmoetingsplaats L..1eursv10er’ voor iedereen die meer wil weten over alle technische faciliteiten rond podiumkunsten en zakelijke evenementen zoals licht, geluid, audiovisueel, trekkenwanden, tribunes, hïjstechnieken, theatertextiel, meubilair, etc gratis
(andag
10:00-18:00 uur
Dinsdag
10:00-18:00 uur
IL%%
Woensdag
10:00-17:00 uur
Hal 1
uw contact: JEZET SEATING nv Sibeniëstraat 1 0 BË-390D Dverpelt T: Dl 1 64 54 42 F: DII 666464
infotjezet.com wwwjezet corn vertegenwoordiger België: Koen Maesen gsrn: 0477345356
c_wwwvakbeurstheatertechnïek.nl
Saint-Omer, Kapel van de Congregatie van het Jezuïetencollege, 1749
Perpignan, Kapel van de Cangregatie, Grandplan van Razeaud, 1726
‘,_J
L
——
Hesdin, Kapel-theater van het Jezuretencallege, 1729
Bethune, Congregatiezaal van de Jezuïeten, 1699
De opsteUing van het tonee is hier vast, die van de kape tijdeLijk. In Saint-Omer (1733-1749) bevindt het aLtaar zich ook aan dezeLfde kant aLs de scène, centraal tegen de orkestbak aangeschoven. Drie opkLapbare schiLderijen verstoppen het toneeL; centraaL boven het aLtaar hangt er een afbeeLding van het Mysterie van de Incarnatie, Links en rechts de Aanbidding van de Wijzen en de Aanbidding van de Herders. Een geLijkaardig systeem met drie schiLderijen van het passieverhaaL aan de tegenoverLiggende zijde dienen om de zaaL korter te maken. De muurdeLen tussen de ramen zijn eveneens ingevuLd met schiLderijen. Het is in deze kapeL dat ter geLegenheid van het feest van ALLerheiLigen, zoaLs iedere zondag, verschiLLende groeperingen samen met famiLie, vrienden en bewoners uit de omgeving samenkomen. Eens gebeurde het dat het pubLiek, doorheen een gaasdoek dat aangebracht was tussen het aLtaar en het toneeL, schoLieren zag verschijnen die een uitbeeLding maar deze voorsteLLing maakten van Lijdende zieLen in het vagevuur; was aLjaren van het programma geschrapt!7 ...
Rituelen voor het volk Deze beschrijvingen van de zaaLinrichting en het gebruik ervan wijzen op de bewuste keuze van de Jezuïeten om schiLderkunst en theater met eLkaar te verbinden. Door de opsteLLing komen de ‘tabLeaux vivants’ die op het toneeL gecreëerd worden, aLs vanzeLf in reLatie te staan met de geschiLderde beeLden. De theaterruimte krijgt hierdoor een pedagogische functie toebedeeLd. Dit maakt ook meteen duideLijk dat de praktische probLemen, waarmee ontwerpers van kerken geconfronteerd worden, dezeLfde zijn aLs deze van theaters. “Omdat, in deze periode van de Contrareformatie, de godsdienst niet meer mag en kan toLereren dat de ritueLen verLopen zonder de geLovigen er bij te betrekken. Omdat het theater van haar kant inmiddeLs opgehouden heeft met zich te nesteLen aan de hoven van de vorsten, en zich voortaan tot het voLk wiL richten “8 heeft de burger het recht te kunnen participeren aan de voorsteLLing die hij bijwoont. Hij moet kunnen zien, horen en voeLen wat er gebeurt op het toneeL, zoweL bij de kerkeLijke ritueLen aLs het theater! . .
.
(Endnotes) 1 Van Thienen Fr. W. S., Het doek gaat op Vijfentwintig eeuwen in en om het Europese theater deel 1, W. de Haan Bussum 1969, pag. 62 2 Idem, pag. 63 3 Ibidem ELie Konigson, L’espace théâtral médiéval, 4 Zie uitvoerige Literatuur: Editions du CNRS Paris 1975 Jean Jacquot, Le lieu théâtraL â La renaissance, Editions du CNRS Paris 1986 5 Leuven (1562), Brugge (1567) en Antwerpen (1565) zijn de eerste vestigingsplaatsen. Nog voor de eeuwwisseling volgen Kortrijk (1583), Brussel (1584), Gent en leper (1585), Rijsel, Doornik, Luik, Maastricht, Valenciennes, Bergen en Atrecht (alle in 1597). 6 R. Van Aerde, Het schooldrama bij de Jezuïeten. Uitg. H. Dierickx-Beke, pag. 6 7 Pierre Moisy, Eglises et Théâtres, in: Revue de la société d’histoire du théâtre, Ed. Michel Brient, Paris, 1960/2, p. 109 8 Idem p. 110 —
-
Duinkerken, Kapel van de Congregatie van het Jezuïetencollege
pLaatsen, al dan niet in een variante uitwerking. In Hesdin (ca 1729) schermt men het aLtaar af door middeL van een traLiewerk dat tegen de communiebank aanLeunt en de inkijk praktisch onmogeLijk maakt. Maar het kan ook door te werken met een verpLaatsbaar aLtaar dat voor het toneeL of tegen de orkestbak aan gepLaatst wordt. Dat is het geval in Bethune (1699) en in Duiikerken. Achter het aLtaar bevindt zich nog een gordijn of demonteerbare wand.
-
-
PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS
9
ERKENENTHEATERS HERBESTEMMING VAN KERKEN VOOR PODIUMKUNSTEN, EEN STAND VAN ZAKEN LUCOH000HE Reconversie of herbestemming van gebouwen is de actuete benaming voor een economisch principe van recuperatie. Dat is van atte tijden en niet speciaaL beperkt tot een of andere categorie. Na de tweede weretdoorLog heeft men een groot aantaL kerken in de Oost-Europese tanden omgebouwd tot appartementsgebouwen, dit ten koste van de herkenbaarheid, de Leefbaarheid en het architecturaLe patrimonium. GemakshaLve gebruikt men kerken ook vaak aLs opsLagruimte. Het herbestemmen van kerken voor theater, is in hoofdzaak een verschijnseL uit de twintigste eeuw, maar waarvan de aanzet toch gegeven werd door de Jezuïeten in de achttiende eeuw.1 OmwiLLe van de overeenkomsten op het vLak van ritueLen, participatie en ruimtegebruik is het aangewezen dat kerken een cutturete bestemming krijgen. ALLe vormen van podiumkunsten komen hiervoor in aanmerking. Hoe men bij een bestemmingswijziging met het patrimonium moet omgaan, is pas in de toop van de taatste vijfentwintig jaar duideLijk geworden.
Economisch principe en concept Een vroeg voorbeeLd van de verbouwing van een kerk tot theater dateert van 1803 en betreft een fransciskanerkerk uit de l3de eeuw in de stad Amberg (Beieren, DuitsLand)2. Gebouwd aLs deeL van het kooster, wordt het gotische koorgedeefte in 1626 uitgebreid met een haenkerk” in barok, d.w.z. dat het middenschip met de zijbeuken één ruimte vormt zonder koLommen, maar met attaarnissen tegen de zijgev&s. Door het verschil in bouwstijL tussen koor en schip, vaLt het gebouw in twee deren uiteen. Deze tweeedigheid igt aan de oorsprong van het verbouwingsconcept tot theater. Tussen het koor en de kerk wordt een brandmuur opgetrokken: het koor gebruikt men aLs oges voor artiesten en voor de opsLag van accessoires, terwijL men in de kerkruimte een kassiek baroktheatertje bouwt met een zo’n vijfhonderd zitpaatsen. Door het
,
-
“.
h.J:
r:z:
;::;
C!wddthé4t
Stadsschouwburg Amberg, Grondptan en doorsnede van verbouwing
ontbreken van koommen beschikt men immers over een vrije breedte van twaaf meter in paats van negen tussen de koommen van het koorgedeefte. Zo is het mogeUjk om de inrichting in hout uit te voeren, zonder aan de structuur van het gebouw te raken. Of hoe “economisch denken” en “ruimteconcept” kunnen samengaan... In 1952 moet het theater zijn deuren sWiten om veitigheidsredenen. In de jaren zeventig gaat men over tot de restauratie van de structuree eementen van het gebouw, om enkee jaren Later het theater grondig te vernieuwen en te voorzien van technische infrastructuur. De pubLiekstoegang verhuist naar een zij-ingang van het koor en men draait de zaaL 180 graden, om het Laden en Lossen mogeLijk te maken in het kerkportaaL. De Logica van de bestaande vormgeving wordt niet aLLeen confuus, maar de wijziging van de inkom zorgt ook voor een spijtige opdeLing van het koor in diverse LokaLen, trappenpartijen en
Stadsschouwburg Amberg, Buitenzkht
café. Zicht op de oude scène
mi 976
Zicht op de oude zaat
10 PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS: HERBESTEMMING VOOR PODIUMKUNSTEN
Vorm, inhoud en functie Niet akte kerken tenen zich tot een economische invoeging van de schouwburgfunctie. HaLverwege de jaren tachtig besist de gemeente Purmerend (NederLand) om de centraaL geLegen Sint-Nicoaaskerk, die dateert van 1956, om te vormen tot cu[turee centrum met uitgebreide muziek- en toneetfuncties.3 Het bestuur acht het van wezenUjk
Théâtre de Parvis St-Jean in Dijon, Zaatzicht
Theater de Purmaryn in Pummeren, Grondptan 1990
behang dat het theater uitgerust wordt met een toneettoren en een orkestbak. Voorts moet de zaak 500 zitpaatsen hebben en ook nog eens muftifunctioneet zijn, gezien de regionaLe werking. Dit zware bouwprogramma heeft voor gevolg dat men uiteindelijk beslist om de kerk alleen maar te gebruiken als buitenmantel, en binnenin een compleet nieuwe schouwburg te bouwen. Onder de naam Theater de Purmaryn opent het centrum in 1990 haar deuren. Uiteindelijk blijven alleen nog maar enkele delen van de zijgevels overeind om te verwijzen naar de voormalige kerk. Ook de multifunctionaliteit is verdwenen uit het programma, met als resultaat een vrij conventionele zaal met oplopend parterre in amfitheatervorm. Een analoog voorbeeld is het Théâtre de Parvis St-Jean in Dijon (Frankrijk)4. De kerk van St-Jean is gebouwd in het midden van de 15de eeuw en wordt tijdens de Franse Revolutie eigendom van de staat. De idee om er een schouwburg van te maken ontstaat al in 1803, maar is prematuur en de bevolking ervaart dit als heiligschennis. Het zou bijna twee eeuwen duren vooraleer het theater gerealiseerd wordt. Ondertussen gebruikt men de ruimte als opslagplaats voor het leger, als marktplaats en gedurende de laatste honderd jaar opnieuw voor erediensten. Vanaf 1974, ter gelegenheid van de oprichting
I
‘
Théâtre de Parvis 5t-Jean in Dijon, Doorsnede en grondptan 1982
van het “Centre Dramatique National de Bourgogne” krijgt de kerk een theaterfunctie. De technische ploeg van het CDN voert zelf de meest dringende werken uit om de ruimte speelklaar te maken: het uittimmeren van een 50 cm hoog podium over de trappen van het altaar, een regiecabine aan kant jardin en een akoestische zoldering boven de publiekstribune en het speelvlak. Een ontwerp uit 1982 voor het inrichten van een zaal voor 600 toeschouwers blijft om technische en financiële redenen in de lade liggen. De stad voert wel een aantal werken links en rechts in de dwarsbeuken uit voor het inrichten van lokalen voor transformator, dimmers, accessoires, opnamestudio. Deze ingrepen hypothekeren echter het definitieve bouwconcept omdat ze een logisch gebruik van het kruisvormige grondplan van de kerk in de weg staan voor de creatie van zijtonelen.
PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS: HERBESTEMMING VOOR PODIUMKUNSTEN 1 7
E
,:?
1 2;
‘
,iventiveshc Ii fextiIk dra perïes
L
.: •
1 --i
liii t,
r,r
Met Roden Staal komt u optimaal aan uw trekken en aan al uw andere theatertechnische installaties.
41
Heftafets Manteau’s Lichtbruggen Brandschermen Beweegbare podia Vrachtwagen heffers Service en onderhoud Loop en bedieningsbruggen Computer gestuurde trekken bedienbare trekken RODEN
STAAL
producties. Het middenschip vodoet qua breedte om de zaa en het speevak te herbergen. Mieen voor de uitbouw van de zijtoneen is men verplicht twee kolommen weg te nemen. Uiteindelijk is het toch nog een ingrijpende verbouwing. Het bouwconcept voorziet immers ook de bouw van een nieuwe verdiepte vloer, en de ophanging van de trekinstallatie in de toneeltoren. Dit laatste vergt een technische ingreep om de kerkkap niet te beschadigen. Hiervoor worden boven de hoofd- en zijtonelen de oorspronkelijke stenen en houten constructieelementen weggenomen en vervangen door slanke stalen liggers waarop de toneeltechnische voorzieningen hun plaats krijgen. De zaal wordt ingevuld met een open structuur van galerijen, vloeren, balkons en lichtbruggen, zodat er daglicht in de zaal kan doordringen en het zicht op de totale ruimte gevrijwaard blijft. Minimate middeLen voor maximaLe expressie Voor het theatergezelschap De Trust verbouwt het architectenbureau Mecanoo in 1995-96 de Evangelisch Lutherse Kerk aan de Amsterdamse Kloveniersburgwal tot schouwburg. Het gebouw, ontworpen door stadsarchitect Abraham van der Hart dateert van 1793, maar krijgt als gevolg van de strenge wetgeving geen toren5. Opgetrokken in neoclassicistische stijl, lijkt het aan de buitenzijde helemaal niet op een kerk. In 1952 koopt de Nederlandsche Bank het pand en laat het kerkinterieur slopen om ruimte te creëren voor haar archieven. Van 1980 tot de komst van De Trust staat het gebouw leeg. Het kerkvolume bestaat uit een centrale hal met aan drie zijden een dubbele galerij, uitgevoerd in twee boven elkaar liggende bouwlagen en gedragen door Toscaanse zuilen. Omdat de middenruimte te hoog en te lang is om als speelruimte gebruikt te worden, stellen de architecten voor ter hoogte van de eerste verdieping een draagvloer aan te brengen voor speelvlak en tribune. De tribune is inschuifbaar en biedt plaats aan circa driehonderd personen. Als tweede ingreep ontwerpen ze een vertikaal “meubel”, dat van vloer tot zoldering alle niveaus bedient met wisselende functies per niveau. Van onder naar boven gezien, herbergt het volume de trap naar de zaaL de foyerbar, de regiekamer en daarboven op het niveau van de mobiele werkbruggen een ruimte
Theater De Maagd in Bergen-op-Zoom, Zaatzicht
-
-
Theater De Maagd in Bergen-op-Zoom, Doorsnede en grondptan 1988
Structuren zichtbaar maken Bij het ontwerp van Theater de Maagd in Bergen-op-Zoom (1986-88) maakten architecten Greiner en van Goor er een punt van de structuur en de ruimte van de voormaLige kerk maximaa te hergebruiken en hieraan visuee gestafte te geven. Voor de zaatvorm gaat hun voorkeur naar het kassieke tijsttheater en de intieme sfeer van de Rococo. Deze neodassicistische kerk dateert van 1829. Bij het begin van de l9de eeuw kunnen de kathoUeken zich, na 200 jaar, weer in vrijheid manifesteren in Nederand, met een toename aan kerken tot gevog. De Heilige Maagdkerk heeft drie beuken met tongew&f en lonische zuiLen. De afstand tussen de koLommen bedraagt zes meter in de tengterichting, de vrije breedte van het middenschip is twaaf meter. Het bouwprogramma voorziet in een zaak voor 650 toeschouwers en de werking heeft voora betrekking o5 de ontvangst van reizende
Theater de Trust in Amsterdam, Grondptan 1996
Theater de Trust in Amsterdam, Buitenzicht
PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS: HERBESTEMMING VOOR PODIUMKUNSTEN 13
gebLeven symboo is de kokkentoren van de gewezen H. Maagdkerk. “Met Liefst zes kerkfabrieken in een gemeente van minder dan 11 000 inwoners torst Roosdaat aL jaren een zware financiëte Last. De rekening die de gemeente in 2006 moest bijpassen, kwam voor de zes kerken samen uit op 293 000 euro. De begroting voor 2008 werd zo pas vastgesteLd op een bijdrage van 318 883 euro.”8
1
Bij ons heeft men het merendeeL van de bestaande waardevoLLe kerken aL sinds jaren opengesteLd voor muziek en zang. Dat is het gevaL voor de beLangrijkste historische kerken in de grote steden, BrusseL, Antwerpen, Gent en Brugge, maar ook voor kLeinere ruimten zoaLs de KapeL van ELzenhof. VeLe ervan zijn nog in gebruik, intact bewaard of gerestaureerd. Technisch is het natuurLijk niet mogeLijk om zonder ingrepen er doorsnee reizende theaterproducties te ontvangen. Toch bewijzen een aantaL Locatieprojecten uit het verLeden dat theater in een kerk kan, indien de projecten van bij de aanvang hiervoor geconcipieerd zijn.
:P:;;: :ïp : r : \ a
a
j
A
1
1
1
_.a
a
q -
j
,
ô
‘
a
1
i
•
—
Theater De Trust in Amsterdam, Zaatzicht
voor de technici. Door het inbrengen van de verdiepingsvoer is er op de begane grond vodoende paats vrijgekomen voor inkom, foyer, kein zaaL, kantoren, werkplaats en toiLetten. Tussen de zaaL en de gaLerijen op de verdiepingen bLijft het open, zodat er dagLicht vaLt in de zaaL. lechnici hoeven dus niet aLtijd met kunstLicht te werken. Een voorsteLLing kan eventueeL gebruik maken van het dagLicht of de gaLerijen. Maar ook een “bLack box” is reaLiseerbaar door middeL van zwarte gordijnen. ‘Mecanoo heeft de verbouwing opgevat aLs een bijzondere restauratie. Het oude gebouw wordt met rust geLaten, en de nieuwe toevoegingen bLijven waar mogeLijk, Los van de bestaande gemetseLde wanden. De intermediair tussen een oude en een nieuwe constructie bestaat sLechts uit gLas of dun staaL. Verder zijn ingrepen zo uitgevoerd, dat ze aLs een decor betrekkeLijk eenvoudig weer te verwijderen zijn, zodat het rijksmonument te aLLen tijde weer in zijn vroegere staat kan hersteLd worden”6.
Les Bonnes van Jean Genet, Werkvoorstetting in vaormatige Franciskanerkerk in Schaarbeek Door studenten Atetier Scenografle Sint-Lukas Brusset o.t.v. Luc Dhooghe 1992
Theater in beschermde kerkinterieurs Ook in BeLgië is er een sterke terugLoop van het kerkbezoek, met aLs gevoLg definitieve of deeLtijdse Leegstand. Over het aantaL hebben we geen gegevens, maar in 2005 maakte de krant De Morgen7 meLding van drie Leegstaande kerken in Gent, waarvoor geen bestemming werd gevonden. ‘Minder kerkbezoeken’ betekent ook ‘minder inkomsten’ voor de kerkfabrieken en bijkomende financiëLe Lasten voor de gemeenten. De BeLgische wetgeving bepaaLt immers dat de gemeente moet bijpassen aLs de kerkfabriek niet rondkomt. OmwiLLe van het ontbreken van praktische voorzieningen en nevenruimten is het ook niet eenvoudig deze gebouwen een andere functie te geven. Ook de eventueLe aanwezige historische inrichting en reLigieuze symboLen bemoeiLijken dit proces. In de bovenvermeLde voorbeeLden uit NederLand komt het probLeem van symboLen niet voor, omdat deze aL vroeger of bij aanvang der werken overgedragen werden naar een andere pLek. Het enige zichtbaar
Zo maakten in 1992 de studenten van het Sint-LukasateLier voor Scenografie in BrusseL, in het kader van hun opLeiding, een ontwerp voor de scenografie van Les Bonnes van Jean Genet. ALs Locatie opteerde men voor het hoogkoor van de gewezen franciskanerkerk in Schaarbeek, opgetrokken in neogotische stijL in de l9de eeuw. Het interieur is waardevoL en omvat onder meer het koorgestoeLte en het aLtaar, beeLden en gLasramen, De studenten voerden het ontwerp uit op ware grootte en toonden in enkeLe werkvoorsteLLingen het resuLtaat. De vLoer van het hoogkoor is gedeeLteLijk met gips bestrooid en de toeschouwers worden er midden in gepLaatst aLs getuigen, gevangen op een eiLand in deze monumentaLe ruimte, refererend naar Genet zeLf in de gevangenis bij het schrijven van de tekst. De kLeedpartij van CLaire speeLt zich af aLs een groot kLedingsritueeL rond, op, onder en in het zeiLdoek, dat aLs een immens kLeed over het aLtaar en de traptreden gedrapeerd is. De reLatie van het gebouw aLs dominante kerkeLijke structuur en het centraLe zeiLdoek, waar de personages in
-
-
14 PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS: HERBESTEMMING VOOR PODIUMKUNSTEN
. . .
verstrikt geraken, benadrukt de vraagst&iingen in het stuk over de maatschappeijke sp&seg&s. Door de vormgeving os te koppeen van de tekst van Genet en te abstraheren, werkt hij as kataLysator tussen het kerkgebouw met haar symboen en het verhaaL De toeschouwer kan het geheel hersamenstellen volgens zijn eigen ervaringen. Onlangs werd in Antwerpen de Augustinuskerk grondig gerestaureerd en als centrum voor oude muziek gerenoveerd.9 De kerk maakte deel uit van het klooster van de Augustijnen en werd opgetrokken tussen 1615 en 1618. De wettelijke bescherming als monument dateert van 1939 en was in hoofdzaak het gevolg van de aanwezige altaarstukken van de hand van Antwerpen’s grootste schilders, Rubens, Jordaens en van Dyck. Na haar buitengebruikstelling in 1973 was het wachten tot het begin van de jaren negentig voorateer men de ruimte als locatie zou gebruiken voor concerten. De akoestiek was goed, maar de geluidsisolatie liet te wensen over, en er was gebrek aan nevenaccommodatie. In en eerste fase richtte de stad de voormalige pastorie in als kantoorruimte en voorzag de kerkramen van akoestische isolatie. In 2000 beslist de stedelijke overheid om in drie opeenvolgende fases het complex uit te bouwen tot een heus centrum voor oude muziek, ._If .
_2J
-----
o____ •
nfl IH\
cjcI
// Augustinus Muziekcentrum AMUZ in Antwerpen, situatieptan 2006 Oranje: Artiesnac groen: Pubtieksingang, rood: Concertzaal, purper: Foyer
met een concertzaal voor 500 toeschouwers. De herbestemmings- en restauratiewerken gaan gepaard met enkele nieuwbouwprojecten. Een aanpalend pand wordt opgekocht om plaats te maken voor een toegangsgebouw voor het publiek, en achteraan bouwt men loges voor de artiesten. Herbestemmen om experimenten te stimuLeren Het centrum heropent in 2006 haar deuren onder de naam ‘Augustinus Muziekcentrum’ AMUZ presenteert een programma met de oude muziek als basis, gekoppeld aan andere genres, culturen en kunstuitingen. In dat kader brengt de Franse regisseur Jean-Michel Bruyère in september 2007 de creatie van “Enfin inhumains”, een voorstelling die het midden houdt tussen installatie en theater. Zo laat hij zijn publiek “in eigen tempo door zijn mozaïek in de kerk lopen. Ook in de natuur is niemand verplicht om stil te houden voor het geritsel van de blaadjes. Wie stopt, merkt de poëtische kracht van het leven. Wie niet stopt, krijgt niets.”1° Een dergelijk voorbeeld illustreert toch dat een historische restauratie van een interessante ruimte, zich niet alleen leent waarvoor ze ontworpen is, maar openstaat voor iedere vorm van experiment, dat
‘—
Jean-Michet Bruyère, Enfin inhumain, in Amuz 2007, foto W. Witterwutghe
mensen doet observeren en vragen stellen. Door de bestaande toestand intact te conserveren en de toevoegingen hiervan los te koppelen, worden kansen gecreëerd voor de theatermakers om anders om te gaan met ruimte, terwijl het patrimonium gevrijwaard blijft voor de toekomst. Deze werkwijze sluit aan bij de visie van Mecanoo voor de verbouwing van De Trust, en duidelijker nog bij die van Andrea Bruno voor de Brigittinenkapel in Brussel. (Endnotes) 1 Zie: bijgaand artikel: Religie versus profaan toneel. 2 Zie: Actualité de la Scénographie, 1977 nr. 1 p. 12 3 Zie: Podium, Jg. 8/8, 1990-91/december-januari p. 26 en Pl, Projekt & Interieur, 1990/october p. 46 4 Zie: Actualité de la Scénographie, 1984 nrs. 24 en 61 5 Niet-hervormde kerkgenootschappen mochten toen, bij decreet van het stadsbestuur, geen uiterlijke kenmerken van een kerk dragen, ook geen opvallende ornamentiek. 6 In: APlus, nr. 148 p. 41 7 Thomas Dierckens, Geestelijken zoeken nieuwe bestemming voor Gentse kerken. De Morgen, 2005/januari 18 8 In: Roosdaal betaalt zich blauw aan kerken. De Standaard, 2007/ november 5 9 Zie: www.amuz.be 10 Wouter Hillaert, Franse regisseur Bruyère toont creatie in Antwerpse Augustinuskerk. De Morgen, 2007/september 28 11 zie: Proscenium nr. 44
AMUZ concertzaaL: technische uitrusting De concertzaal heeft in haar standaardopstelling een publiekscapaciteit van 383 zitplaatsen: 340 zitplaatsen met optimale zichtbaarheid op het vaste podium (categorie 1-plaatsen), 43 zitplaatsen met beperkte zichtbaarheid op het vaste podium ( categorie 2-plaatsen). De publiekstoelen van de concertzaal zijn niet verankerd in de vloer waardoor een flexibele zaalopstelling mogelijk is. Een flexibel podium van maximaal 5 m x 8 m en een totaal van maximaal 500 stoelen kunnen naar wens op andere plaatsen in de zaal worden opgesteld. Klankversterking blijft beperkt tot twee microfoons voor sprekers. Indien nodig wordt bijkomende apparatuur gehuurd. De verlichting is zodanig aangebracht dat het mogelijk is diverse plekken in de kerk als podium te belichten. Zowel de microfoons als de lichtinstallatie hangt aan dunne kabels. Als er geen technische ondersteuning nodig is, verwijdert men de installatie en worden de kabels opgetrokken door motoren op de kerkzolder. Boven de sacristie, dus op de eerste verdieping achter het altaar, is een opnamestudio ingericht. De opnametechnici kunnen er in een geluidsdichte ruimte werken. Er is een permanente verborgen bekabeling, met input in de zaal en output in de studio. Daardoor zal er tijdens een opname eventueel met publiek geen kabel te zien zijn. Een gedetailleerde technische fiche van de concertzaal, kunt u opvragen via techniek@amuz.be -
-
PROSCENIUM: KERKEN EN THEATERS: HERBESTEMMING VOOR PODIUMKUNSTEN 15
OCATIEPROJECTEN IN KERKGÈBOUWEN
h Locaties hebben hun eigen werketijkheid en geschiedenis. Door ze te integreren in het spet Lijkt de ruimte direct te verwijzen naar de pLaats van handeLing in de tekst, of aLs een metafoor of tegenspeter. Het onderscheid tussen werkeLijkheid en fictie vaLt weg, of wordt in vraag gesteLd. ELke Locatie heeft ook zijn eigen getuid, resonanties die voortkomen uit de ktankkarakters van de materiaLen die in de voorsteLLing gebruikt worden. De manier waarop de acteur deze materiaLen manipuLeert door sLaan, stampen, rennen, drukt zich uit in emotioneLe geLaagdheden, of verworden tot stiLte. “De fractie van een seconde schuiven, streLen, waarop je aLs toeschouwer het gevoeL hebt dat je van je stoet wordt opgetiLd en tot een diep, diep inzicht in jezeLf komt.” kortom een eigen verhaaL. materiaLiteit, en eigen geur, ELke Locatie heeft zo ook zijn natuurLijke Lichtintensiteit, Het Locatietheater van de Laatste 25 jaren van de twintigste eeuw was sterk geïnspireerd door wat zich afspeeLde in de beeL dende kunsten en heeft dan ook een grote invLoed gehad op de theatervormgeving en uiteraard ook op de architectuur. De voLgende seLectie van Locatieprojecten in kerken toont een aantaL mogeLijke opsteLLingen die niet onbeLangrijk zijn bij het herinrichten van kerken voor theaterdoeLeinden. -
. . .
-
KeuLen 1961
CHÂPELLE SÂINT.WUIS
“Het verhaaL van Tobie en Sara”, van Paul CLaudeL Regie: Hanz Lietzan Scenografie: André Acquart In een kerk die nog de sporen draagt van de 2 wereldoorlog pLaatstAcquartin het koorgedeeLte een groot beeLdhouwwerk. Het is opgebouwd uit speeLvLakken op verschiLLende niveaus. De inspiratie voor deze abstracte vormen vond hij in het reliëf van het Algerijnse Landschap. Het geheeL geeft veeL bewegingsruimte aan de acteurs. Uit: ‘André Acquart” Jean ChoLLet
0
:; :
‘\
. . .
. . .
. . .
‘
- ‘
van een 18de eeuwse kerk in een ziekenhuis, dat vroeger dienst deed als gevangenis en kruitmagazijn. Het stuk vangt aan in de cen trae koep&xuimte: de toeschouwers zitten op tribunes opgested in het middenschip en twee zijkapeten. Later hopen ze rond tussen de speLers ‘angs de environments, die opgesteW zijn in de overige ruimtes van de kerk, waar ze pLaats nemen op stapeWedden, op de grond of op waterzakken. In de sobere centraLe oktogoon dwingt Grüber het pubLiek tot observatie van kLeine detaiLs en nuances in het speL. Naarmate de wandeLing door het gebouw vordert, confronteert hij de toeschouwers met surreëLe beeLden, zoaLs wanneer het een haLf uur Lang zand regent en er zich heuveLs vormen, of de “KLassieke WaLpurgisnacht” in een droogstaand zwembad met kiezeLstenen en opstaande zuiLen, of de sLotscène in een zijkapeL met honderden kaarsen en honderden gLazen bLoed symboLiserende rode wijn. Uit:”EduardoArroyo, Theater- Boxen— Figuration” KataLoog van het Museum flir Kunst und KuLturgeschichte der Stadt Dortmund 1987 —
—
Amsterdam 1975
ii
1
Parijs 1975 ChapeLLe Saint-Louis, SaLpêtrière “Faust SaLpêtrière” naar J. W. von Goethe Regie: KLaus Michael Grüber Scenografie: GiLLes AiLlaud en Eduardo Arroyo De vijf en een haLf uur durende voorsteLLing vindt pLaats in de vier schepen, de vier zijkapeLLen en de achthoekige centraaLbouw
16 PROSCENIUM: LOCATIEPROJECTEN IN KERGGEBOUWEN
Oude Kerk BEWTH Fotografie: WiLLem Hekkema Het pubLiek maakt een tocht door de vrijweL donkere kerk. Lopend Langs minuscuLe schemerLampjes komt het bij een man in jacquet die met een vergrootgLas het zand tussen de pLavuizen onderzoekt. Een andere man probeert een stapeL te maken van oude te[efoonboeken. De stapel valt in het niet bij de immense hoogte van de kerk. In het middenschip staan vijftig stoeLen kLaar, eLk met een deken. Als iedereen zit, zakt uit het dak van de donkere kerk een kegeLvormige tent over de aanwezigen. In de tent gaat Licht branden. ALs de tent weer omhoog gaat en het rond het publiek opnieuw donker is,
door de ruimte. Rond de kerkpitaren wordt een lang touw geslingerd. Een metalen plaat wordt met denderend geluid op een kar naar binnen gerold. Aan het slot staan in het middenpad twaalf schemerlampen op een rij. Het publiek krijgt een kopje koffie. Uit: Spelen met ruimte Rome 1978 San Sistro Vecchio “II mito della festa” Regie: Carlo Quartucci Scenografie: Jannis Kounelis
,
wordt pLotseLing een ceUist zichtbaar in de nok van de kerk. Dit herhaaft zich. De tent komt naar beneden, gaat weer omhoog en tekens heeft het publiek uitzicht op weer een nieuw tafereel. Wanneer de tent voor de laatste keer daalt, wordt een blad met koffie de tent binnen geschoven. Het is pauze. Intussen zijn ongemerkt nieuwe toeschouwers binnengelaten. Ook zij krijgen een tent over zich heen. Als beide tenten vervolgens omhoog gaan zitten de twee publieken oog in oog. Uit: Spelen met ruimte Den Haag 1976 Grote- of Sint Jacobskerk BEWIH Fotografie: Willem Hekkema Tweemaal per avond kunnen veertig toeschouwers de voorstelling meemaken. Het publiek krijgt een stoel toegewezen in een hoge, smalle met witte gordijnen afgezette ruimte. Wanneer een gordijn opengaat begint het spel met het gebouw. De spelers steken klein en donker af tegen de hoge witte bogen van de kerk. De belichting zorgt voor een opzienbarende perspectivische werking. Een ander gordijn gaat omhoog. Via trappen van papier beklimmen vier spelers met stormlantarens een soort wachtpost. Het geluid van meeuwen en branding weerklinkt. Uit een hoekje van de kerk vaart een speelgoedbootje af. Het heeft een lange reis voor de boeg. Vtiegervormige objecten bewegen
Arnhem 1983 Eusebiuskerk ‘Yorricks schedel” Regie: Ger Thijs Scenografie: Paul Gallis Hij nam het publiek via verschillende locaties in de kerk mee op de zoektochten van de verschillende personages naar de schedel van Yorrick, de nar uit Hamlet. Dwars door de kerk had hij een snelweg aangelegd, terwijl hij in de zijbeuken onder meer een café (ge suggereerd met e en enorme flessenberg) en een bioscoopzaaltje gestalte gaf. Het koor van de kerk verrijkte hij met een suggestief kerkhof. Uit: Het toneelbeeld en de theatrale ruimte
Utrecht 1986 ]anskerk BEWTH Fotografie: Oscar van Alphen In 1976 speelde BEWTH ‘s avonds in de (toen nog Gotische) Janskerk. Sindsdien is de Janskerk teruggebracht in de oorspronkelijke Romaanse stijl. BEWTH geeft er in 1986 opnieuw een voorstelling, nu bij daglicht. Het motto van de voorstelling is: ‘In veel tinten tonen wij ons grijs gebrek Het licht valt binnen door gekleurde glas-inlood ramen. Er ontstaat een spel van licht en schaduw tussen de zuilen. De lichamen van de spelers benadrukken de grootsheid van de ruimte. In de stilte van de kerk lopen de spelers voorzichtig rond of leunen in gedachten verzonken tegen een zuil. Opeens verandert de sfeer. De deuren worden opengegooid en de geluiden van de drukke stad dringen binnen. Een speler rent naar buiten. Uit het kerkorgel klinkt af en toe een ijle toon. Vijftien mensen op een tribune vormen het publiek. De tribune rijdt: het publiek krijgt steeds een ander deel van de kerk te zien. Uit: Spelen met ruimte Antwerpen 1992 Sint Laurentiuskerk “La musica twee” naar M. Duras Theatergroep Hollandia In de kelder van de Sint-Laurentiuskerk staat een summier decor met stofhoezen overtrokken zetels, een tafel en stoelen. Alles is ontdaan van de mogelijke ballast om door te dringen tot het uiterste kern van Duras’ tekst: de gevoeligheid.
Antwerpen juni 1994 Sint Lambertuskerk op de Dam “Monstrueux” De In het kader van het dansfestival Beweging” Regie: Dirk Opstaele Leporello Muziek: Luc Breways Het leukst is het fragment dat Dirk Opstaele brengt in de Damkerk, waar de mengtafet tussen de biechtstoelen opgesteld staat. Monstrueux is een dichterlijke revue, een herwerkt fragment uit de ‘saterzang’ An tigone. Alles aan dit fragment is ritmiek, van de tegelpatronen op de kerkvloer tot het dijenkletsen waarmee de vier uitvoerders een gedicht van Hötdertin begeleiden. Uit: De Standaard, 1 juni 1994 “
—
PROSCENIUM: LOCATJEPROJECTEN IN KERGGEBOUWEN 17
Brusset november 1995 Kapet Repetitieruimte Bronks “Het ham[etmachien” Regie: Paut Peyskens Scenografie: Michet Van Beirendonck
Leuven maart 2000 Kapet van de Romaanse Poort ‘Bergtocht” Leporetto Regie: Dirk Opstaete Ardooie 2001 Wezekapel De Schaduw S.T.O.U.T. Regie: Pascae Petratia S.T.o.U.T. is een performance die op maat van de tandetijke Wezekapet gesneden is. Kriskras in de ruimte staan een honderdtat stoeten, die hatverwege de voorstetting radiogrammen b[ijken te zijn. Pascate Petratia en haar medespeetster Nathatie Dervaux zitten etk in een metaten koepet die boven de toeschouwers hangt. De twee vrouwen straten een aansteke[ijke rust uit. Uit: De Morgen, 11 juni 2001 —
Avignon 2005 Temp[e St. Martiat “Preparatio mortis” Regie: Jan Eabre Scenografle: Jan Eabre
De centrate ruimte van de Brigittinenkapet is in de ban van ‘n “kwetsbare kracht’ Het zijn vreemde, wonder[ijke bezoekers en toch hetemaat op hun p[aats: ptek en schoentjes vinden etkaar in thema’s ats het heilige, het gewijde, voetsporen. Een krachtig symboot dat ons doet denken aan ons ontstaan, ons tevensbegin. . .
Leuven februari 2005 Predikheren kerk “Lits Jumeaux” naar Paut Mennes Regie: Stefan Percevat Scenografle: Jan Strobbe Het is een voorstetting die vraagtekens ptaatst bij voortptanting en bij communicatie. Vormetijk heb ik hiervoor een gigantische baarmoeder ontworpen, waarin acteurs samen met het pubUek zijn opgenomen. Bij het begin van het stuk is die baarmoeder een transparant vties. Maar naarmate het stuk vordert, ontstaat er door de ademhating van de toeschouwers condensatie. Hierdoor worden de wanden vochtig en vertiezen ze hun doorzichtigheid. Meer en meer neemt die omgeving de vorm aan van een echte baarmoeder. Uit: Proscenium nr. 30
Ardoole mei 1998 Theater De Schaduw “De confrontatie” naar Franz Kafka Eriedrich D[irrenmatt Regie: Michiet Atbers, Gerda Soors Scenografie: Gerda Soors, Kris Van Steenandt —
Brusset november 2005 Brigittinenkapet ‘Eragi[i Eorze” Giuseppe Giunta & Pierre Wachho[der Avignon 2000 Chapette des Pénitents Btancs “My movements are atone [ike streetdogs” Regie: Jan Eabre Scenografle: Jan Eabre Eotograaf: Jean-Michet Ducroux
Antwerpen september 2007 Augustinuskerk ‘Enfln inhumains” Regie: Jean-Michet Bruyère Bruyère verzet zich tegen etk vast kader: noties, toneet in zetettjes, zetfs termen voor zijn werk. Niets is stabiet. Attes wat vaststaat is dood. Wat beweegt, teeft. Zo taat hij zijn pubtiek ook in “Enfin inhumains” in eigen tempo doorzijn open mozaïekin de kerk topen. Ook in de natuur is niemand verphcht om stit te houden voor het geritset van de btaadjes. Wie stopt, merkt de poëtische kracht van het [even. Wie niet stopt, krijgt niets. Ik ben niet de dictator die mensen vast gaat zetten. Uit: De Morgen, 28 september 2007
. (Endnotes) 1 Johan Simons in: M.A. Reuten-Schotte en A.-M. Vos-van de Kaa, Schemergebied tussen reatiteit en kunstmatigheid. Bijdrage in de brochure ‘Theatergroep Hottandia”, TheaterFestivat Nedertand 1993 18 PROSCENIUM: LOCATIEPROJECTEN IN KERGGEBOUWEN
IPS SIEBER MARLEY
The 5-4000 DigitaL Snake en Mixing systeem In het digitae tijdperk van vandaag, verwekomen we aweer een nieuwe toepassing van de ethernetkabet. Deze keer is het een toepassing in de getuidswereW. De zware snake’ die de geuidsmengtafe verbindt met het stagebtock, kan vervangen worden door een Lichte, goedkope kabeL die werkt voLgens de principes van digitaLe puLsen. Hiervoor moet weLiswaar aan beide zijden van de kabeL een overgangsbLok worden gepLaatst dat de digitaLe puLsen weer omvormt tot een kwaLitatief mooi geLuid. Dit systeem het V-Mixing System dat geïntroduceerd werd door RoLand Systems Group (RoLand Corporation) converteert anaLoge inputs aan de podiumkant meteen vanaf de bron naar digitaaL via de hoogkwaLitatieve pre-amps van DigitaL Snake, waardoor het geLuid in zijn puurheid naar de mengtafeL wordt gestuurd. ZoaLs eerder vermeLd kan de verbinding tussen stage units en consoLe geLegd worden met een REAC-verbinding, wat hetzeLfde is aLs een LAN-verbinding. In vergeLijking met een Logge, zware en moeiLijk te hanteren anaLoge muLtikabeL, transformeert REAC digitaLe audio van hoge kwaLiteit door een compacte en Lichtgewicht Cat5e-kabeL die weLbekend is aLs LAN of ethernet kabeL. PLug de Cat5e-kabeL van de stage units in de REAC A & B poorten van de M-400 mixer en de setup is kLaar. SignaaLverLies zoaLs bij traditioneLe muLti-kabeL optreedt, is voLLedig uitgesLoten en resuLteert in uitstekende geLuidskwaLiteit. Waar bij de anaLoge muLti kabeL regeLmatig verveLende storingen ontstaan van eLektriciteitskabeLs of radiofrequenties die de geLuidssignaLen kruisen, krijgen deze bij de digitaLe kabeL geen kans. Daarnaast zijn de aanwezige pre amps remote controLLed en van een dermate hoge kwaLiteit, dat het hele systeem qua klank menig dure mengtafeL ver achter zich laat. Het systeem is daarbij compatibeL met eLke andere digitaLe tafel zoals de L59 van Yamaha, maar kan ook gebruikt worden met de gebruikelijke anaLoge geLuidstafeL. In dat gevaL weL in combinatie met het 5-1608 stagebLock en de S-0816 FOH, (zie foto). Deze digitaL snake zaL gezien zijj gunstige -
-,
-
prijs/kwaLiteitverhouding eveneens zijn nut bewijzen bij concerten waar het moeilijk is om de geLuidskabeL op een veiLige manier te pLaatsen in de publieksruimte, bijvoorbeeLd in tenten, waar hij gemakkeLijk onder de tentvLoer weggewerkt kan worden. -
Tot sLot zijn de Digital Snake systemen inmiddels compatibLe met Cakewalk REAC recording technologie. Hiermee kan de Digital Snake via één REAC-kabel rechtstreeks op een PC worden aangesLoten om zo een multichannel opname te doen van maximaaL 40 kanalen in 24-bit/96kHz. De mixer kan tevens gekoppeld worden met diverse professioneLe videoproducten van EdiroL (by Roland), waardoor dit concept tevens ‘s wereLds eerste geïntegreerde oplossing voor audio en video bij live-events genoemd mag worden. Hiermee wordt het bijvoorbeeLd mogelijk om direct na een event een DVD aan de bezoekers te kunnen aanbieden. Voor meer info hierover check de website www. roLandsystemsgroup.net of beL +31 (40) 22 22 035. Philips PAR64 lampen voor Lage prijs De meest verkochte PAR-Lampen van GE Lighting hebben een nieuwe concurrent. PhiLips heeft nameLijk de serie CP6O, CP61 en CP62 uitgebracht. De Philips PAR lamp is van een uitstekende kwaLiteit maar is aanzienLijk Lager geprijsd. Toch wel opmerkelijk. Nu alLe andere bedrijven de Lamp zo goed als afgeschreven hebben en hun geLoofin de LED onderstrepen, komt een muLtinational als Philips naar buiten met een PAR-lamp, die ze tameLijk goedkoop produceren en verkopen. De GE superstar is de duurste, maar veruit de beste en ook de meest gebruikte. Fabrikanten aLs Osram en SyLvania hebben die Lampen ook, goedkoper maar niet zo goed. De kwaliteit en duurzaamheid van de PAR-lampen vaLt af te wachten. Brutoprjs Euro 25,64 prijzen excL. btw De PhiLips PAR64 Lampen zijn verkrijgbaar in 3 versies . CP6O VNSP 230V 1000W GX16D . CP61 NSP 230V 1000W GX16D . CP62 MFL 230V 1000W GX16D
E24V2 Dimmer De e24 V2 dimmer van LSC, nu voorzien van de HOT POWER, werd ontworpen om te beantwoorden aan de steeds hogere eisen die gesteld worden in de professioneLe wereLd van de podiumkunsten. De e24 V2 beschikt over 24 kanaLen van 13A, en mag continue voor 1OO/ worden beLast. LSC’s unieke PuLse Transformer Fired Dimming (PTFDTM) circuit en zijn Current Control TechnoLogy (CCTTM), geven de gebruiker de mogelijkheid om praktisch aLle inductieve beLastingen aan te sturen. Samen met de optioneLe ‘HOUSTEN” (PC gestuurde controlLe software) is er externe controLe over het dim mersysteem. De e24 V2 beschikt over uiterst uitgebreide patch mogeLijkheden via het aanwezige in een touchscreen, wordt geLeverd professioneLe fLightcase, heeft grote keuze aan uitgangsconnectoren en beschikt over een soLide stroomverdeLing. Kortom, de e24 V2 wordt een must in de wereLd van podiumverLichting. Kort samengevat beschikt de e24 V2 over . 24 kanalen van 13A . 24 mogelijkheden tot Directe voeding
—
Hot
Power (optioneel) . 3 extra 20A aansluitpunten . Diverse Hard patch mogelijkheden . Een DMX512 softpatch . LSC touchscreen . Opslag van 80 scenens . 5-law, Square, Cube, Quad, Non-Dim, Relay,
80V en 120V curves . Mogelijkheid tot externe totale controle d.m.v. de Housen Software . On-board error log . Diverse uitgangsconnectoren mogelijk . Opgebouwd in een stalen chassis, voorzien van heavy duty fLightcase Voor meer info kunt U zich ook informeren bij www.lscUghting.com
PROSCENIUM: TIPS 19
TTAS studïebureau voor theatertechnïeken
Theatertech n ische
Blekerïjstraat 87, 9000 Gent Tel. 32 (0)9 233 79 30 Fax. 32 (0)9 224 15 31 E-maïl info@ttas.be ïnternet www.ttas.be -
3
-
5 5 1 fl Çj
op maat :
bÏ
1
,
1 I
Ontwerp Fabricage Montage volledig Ïnelgenbeheer
zoewel mechanisch als ,
besturlngtechnlsch
STAKEBRAND Rcdenr
83. 3930 harnct-AdeI
Tel: C11-66’8, ax O1661S EmaiI. ln’o(sakebr-d be
Http. ‘www sakebU be
ï!h AMPCO ss•ssii Creative Audio Solutions
. Paskiare oplossingen voor elk project . Advies, ontwikkeling en realisatïe . Technische ondersteuning en opvolgïng . Bekabeling . Akoestische studie
Kuub Turnhout
Hoek 76 Unit 72 2850 Boom Tel: 03/844.67.97 Fax:03/844.67.46 Contact: Steven Kemland e-maîl: steven@ampcobelgium.be UG
Hasselt
AMINA . APHEX • ASL • AUDIO-TECHNICA • BOSCHMA CASES • CREST • DAD • DIGIDESIGN-VENUE • FREEFLOAT FURMAN • MARTIN AUDIO • MOTU • MULTISMART PEAVEY • POWERSOFT • QUESTED • RADIAL RENKUS-HE1NZ • SONIXELL • TRACE ELLIOT • VARIPHONE • WISYCOM • XTA ‘
P
LEI000I VOOR DE GELUIDSONTWERPER NADENKEN OVER ELK GELUID JORG
Iedere theatervoorsteLLing verdient een getuidsontwerper, stett Jorg SchetLekens. ALLeen, wat verstaan we daar eigentijk onder? Wat voor functie heeft die getuidsontwerper? In dit artikeL probeert hij een antwoord te vinden zonder geLuids ontwerpers in aLLerLei hokjes te stoppen. ,Van de ‘ontwerpende’ discipUnes in het theater is geWidsontwerp de meest onduideUjke. Van gevat tot gevat is nog we aan te wijzen wat de taken en verantwoordeLijkheden van de geuidsontwerper zijn. Maar wanneer je producties, ontwerpers en definities met ekaar vergehjkt kom je er niet sne uit wat de kenmerken van het vakgebied precies zijn: hebben we het over componisten, musici, geWidstechnici, gerauschmachers of sound designers zoaLs we die uit de ifimwereW kennen? Misschien mede door die onduidelijkheid lijkt getuidsontwerp in ons tand een ondergeschoven kindje. Nederlandse geluidsontwerpers leveren kwalitatief hoogstaand werk af, maar de betrokkenheid van een getuidsontwerper bij een productie is lang niet zo vanzelfsprekend als een licht-, kostuum-, of decorontwerper. Is het dan nodig om bij elke voorstelling een getuidsontwerper te betrekken? Het korte antwoord is: nee. Schrap de kostuums, het decor en het licht en de acteur staat naakt op een donker en leeg toneel. Er is vast een voorstelling te bedenken waarvoor dit een artistiek verantwoord uitgangspunt is, maar meestal zat er toch iets met licht, kostuums en toneelbeeld moeten gebeuren. Hoewel dit lang niet altijd leidt tot samenwerking met een ontwerper zijn theatermakers zich er terdege van bewust dat dit elementen van een voorstelling zijn waarover moet worden nagedacht. De toeschouwer zoekt nu eenmaal achter alles een betekenis. Een leeg toneel gaat net zo goed wat betekenen als een speelvloer die tot op de laatste centimeter is gevuld met een realistisch decor. Voor geluid ligt dat wat anders. Iedereen schijnt probleemloos te accepteren dat er altijd geluid is. Theater speelt zich nu eenmaal niet in een vacuUm af: er is lucht en die is nogal snel in trilling gebracht. Of dat nu opzettelijk gebeurt door middel van een tuidspreker of dat je alleen (bij)geluiden hoort zoals de acteur die over het toneel loopt en die je hoort ademen: in het theater zijn zelfs de stiltes niet echt stil. Maar het besef dat er altijd geluid is en dat het dus altijd zinvol is om erover na te denken is een stuk minder groot dan wanneer het over het toneelbeeld gaat. Er zijn veel minder geluidsontwerpers betrokken bij veel minder producties dan hun collega-vormgevers op visueel gebied.
Geen hokjesdenken Hier valt tegenin te brengen dat geluidsontwerp misschien niet altijd zo genoemd wordt, maar dat bij de meeste voorstellingen wel degelijk een componist, muzikanten of geluidstechnici betrokken zijn. Dan is dit meteen het punt om duidelijk te maken dat een geluidsontwerper iets anders is dan een componist of een geluidstechnicus. Het is een zelfstandige discipline, geen relatief nieuwe, semi-modieuze term om een componist van toegepaste muziek mee aan te duiden. Geluid kent een spectrum aan verschijningsvormen waarvan muziek er één is. Weliswaar een heel belangrijke, maar het zou een ontkenning van de mogelijkheden van geluid zijn om het gelijk te schakelen met muziek. Ook een geluidstechnicus is iets anders dan een geluidsontwerper, zoals een belichter iets anders is dan een lichtontwerper. In de praktijk kunnen die functies geheel of gedeeltelijk samenvallen. Een geluidsontwerper kan ook de geluidstechniek verzorgen of ook de muziek componeren. Het is echter niet noodzakelijk een deel van zijn functie.
Arnott Bronnen (Maden Jongewaard) en Joseph Goebbets (speaker) in Lautsprecher Arnott, een opera voor 1 zanger en 14 groepen luidsprekers van EHk-Ward Geerlings (libretto), Huba de Graaff (muziek) en Bart Visser (speakerinstaltaties). Productiehuis Rotterdam/Nieuw West 2004, Foto Tom Croes
Kijken we naar de praktijk dan lijkt het of we geluidsontwerpers grofweg in twee categorieën kunnen verdelen: een meer technisch geörienteerde groep die zich vooral met de versterking van geluid en met de akoestiek bezighoudt en een meer muzikaal geïnspireerde groep die gericht is op het maken van muziek, geluidseffecten en andere vormen van geluid. Het is verleidelijk om er verder niet al te moeilijk over te doen en op zijn hoogst voor elk van beide soorten een eigen naam te verzinnen. Toch lijkt me dit weinig zinvol. Indelen in hokjes kan zijn nut hebben maar op zulke ‘harde’ regels duiken altijd weer uitzonderingen op. Een onderverdeling heeft zin bij specialisaties. De functie van ‘operator’ is voortgekomen uit die van belichter, de ‘monitormixer’ is een geluidstechnicus met extra vaardigheden op een specifiek gebied. Maar geluidsontwerpers onderverdelen zonder dat duidelijk is wat de kern van deze functie precies is, schept weinig duidelijkheid. Mijn opvatting is daarom breed: een geluidsontwerper is verantwoordelijk voor al het geluid in een voorstelling, wie of wat dit geluid ook maakt. In eerste instantie lijkt dit in de richting te wijzen van de geluidsontwerper die we kennen van de musical en muziektheater: de ontwerper bedenkt voor de muziek van het orkest en de zangpartijen een artistiek verantwoord klankbeeld dat hij uitwerkt in een concreet technisch plan. Het is een voor de hand liggend en dankbaar voorbeeld van geluidsontwerp omdat deze theatervormen per definitie rijk zijn aan muziek en het gesproken woord vaak wordt versterkt. Dan is het helder hoe de geluidsontwerper zich verhoudt tot de componist en de technicus: de componist componeert de muziek, de ontwerper ontwerpt een artistiek verantwoord klankbeeld, de technicus voert het ontwerp uit. Maar ik denk niet dat de essentie van geluidsontwerp per genre verschilt. Vergelijk het met licht: een lichtontwerper voor een danceparty gaat heel anders te werk als voor een Tsjechov, maar de kern van hun werk blijft gelijk.
PROSCENIUM: PLEIDOOI VOOR DE GELUIDSONTWERPER 21
AchteLoos Tonee heeft een andere verhouding met gehiid dan muziektheater. Van oudsher draait tonee om het speLen van een tekst. ZeLfs bij modern toneeL waarin vaak meer het regieconcept betekenis geeft aan een voorsteUing dan de ettertijke inhoud van het stuk, bUjft het gesproken woord de beangrijkste vorm van geLuid. Maar net zo goed aLs muziek biedt dat gesproken woord mogelijkheden om met geuid meer te verteen dan de inhoud van de tekst atéén. De geuidsontwerper heeft daarvoor aedei middeen en mogeUjkheden. De keuze van microfoons en zendermicrofoons geeft hem controe over de stem, van het simpe verhogen van het volume zodat de muziek onder een stem harder kan, tot het scheppen van extreme intimiteit of afstandelijkheid. Ook luidsprekers bieden een scala aan mogelijkheden. De meeste theaters zijn geluidstechnisch zo ingericht dat wordt voorzien in een mooie, egale dekking van de zaal. Heel nuttig, maar bij de inzet van geluid als theatraal middel wordt nogal eens voorbij gegaan aan wat er nog meer mogelijk is. Zoveel belang als er soms gehecht wordt aan de keuze van precies het juiste geluid of muziekstuk, zo achteloos wordt het afgespeeld over het toevallig voorhanden systeem, met de luidsprekers op plaatsen waar ze nu eenmaal altijd hangen. Terwijl bron en richting in een geluidsontwerp net zulke krachtige instrumenten kunnen zijn als dat stuk van Mozart waar bijna iedereen die ene associatie mee heeft. Geluid dat boven de hoofden van de spelers uit luidsprekers klinkt die op het publiek zijn gericht vertelt iets heel anders dan geluid uit diezelfde luidsprekers als ze in de coulissen staan. Muziek uit een koelkast of uit een abstracte berg oude autospeakers links op de vloer krijgt een andere betekenis dan exact dezelfde muziek uit onzichtbare luidsprekers midden boven de toneelopening, of wanneer die muziek alleen wordt weergegeven via de subwoofer van een surround systeem. Geluid kan klinken als thuis op de stereoset, als een autoradio, een pick-up, als burengerucht of als een schelle mededeling in een lege stationshal.
VerpLicht om na te denken Het lijkt allemaal voor de hand te liggen. Elke genoemde mogelijkheid is al eens gebruikt en ongetwijfeld al meerdere keren ook. Waar het om gaat is dit: de essentie van de discipline van geluidsontwerper is dat hij zich verplicht om bij elk geluid in een voorstelling na te denken, over alle aspecten ervan. De klank, het volume, de richting, de inhoudelijke functie van een geluid, de interactie met andere geluiden en de andere elementen binnen een voorstelling, alles kan ingezet worden om iets te vertellen door middel van geluid. Niet alle geluid laat zich controleren en dat is ook niet nodig. Het zal meestal te ver gaan als een geluidsontwerper zich bemoeit met de klank van de onversterkte stem van een acteur, of het geluid dat de schoenen van een acteur maken als hij over de vloer loopt. Maar ook wanneer een geluid als een gegeven wordt aangenomen blijft het een keuze hoe de ontwerper hierop reageert. Welk geluid hij er tegenover zet, ofjuist niet. Of om het nog breder te maken: eigenlijk dient hij zich van elk element van een voorstelling af te vragen hoe dit zich verhoudt tot geluid. Zodat hij erop kan reageren door het te ondersteunen, er iets aan toe te voegen, er tegenin te gaan, of het te negeren. Dat proces kan resulteren in honderden samples uit tientallen luidsprekers of in één nummer van drie minuten uit een wekkerradio in een drama van drie uur. Voor wie ze wil benutten liggen er oneindig veel mogelijkheden. Jorg Schellekens werkt als zelfstandig theatertechnicus en geluidsontwerper. In 2005 studeerde hij af aan de Universiteit Utrecht met de scriptie Geluidsontwerp in het Theater. Hij is tevens redacteur van Zichtlijnen. uit: “Zichtlijnen” n° 105
22 PROSCENIUM: PLEIDOOI VOOR DE GELUIDSONTWERPER
GELUIDSONTWERPER DIEDERIK DE COCK ONGEHOORD GELUID Diederik de Cock werkte mee aan de Proust cyclus, Bezon ken Rood en Hersenschimmen, aLLen in de regie van Guy Cassiers. Hij is getuidsontwerper, neemt zeLf geLuiden op, bewerkt ze intensief en staat steevast achter de mengtafet bij voorsteLLingen waar hij het ontwerp voor heeft gemaakt. ‘De mix is de heLft van het soundscape De Cock (35) volgde een opleiding in elektronica en speelde als muzikant in bandjes. Zo raakte hij geïnteresseerd in geluidstechniek. Hij ging regelmatig op stap met een PA-bedrijf en werkte zich op van het duwen van kisten tot het mixen van concerten. Naast zijn live werk richtte hij zeven jaar geleden samen met collega Karel de Backer een studio op rond een mobiel ProTools systeem. Daarmee kan hij geluid op vele sporen tegelijk digitaal opnemen, bewerken en afspelen. Door samen te werken konden de twee vrienden dit destijds erg kostbare computersysteem aanschaffen, inclusief de benodigde randapparatuur en microfoons. Nog altijd maken ze beiden gebruik van de Rat & Kabel gedoopte studio. De Backer houdt zich vooral bezig met de productie en mastering van cd’s, terwijl De Cock met name geluid voor theater maakt en bewerkt. Een van de groepen waar hij als live mixer veel mee gewerkt heeft is het BL!NDMAN Kwartet, een saxofoonkwartet rond componist Eric Sleichim. Bij deze formatie kreeg De Cock de ruimte om als technicus te experimenteren met effecten en elektronica. Via deze groep leerde hij ook regisseur Guy Cassiers kennen toen het BL!NDMAN Kwartet medewerking verleende aan de voorstelling La Grande Suite van het ro theater. Sinds De Wespenlabriek uit 2001 werkt De Cock regelmatig samen met Cassiers. Over de overgang van rock & roll via ‘contemporary music’ naar theater zegt hij: ‘Ik heb nu meer vrijheid. Guy heeft een duidelijk beeld van de muziek en de sfeer die hij wil en daar levert hij dikwijls ook materiaal bij zoals een cd of een muziekstuk. Soms is dat meteen goed. Soms haal ik er een geluidsfragment uit. Dat ga ik herhalen, knippen en plakken, ik zet er andere geluiden naast of onder. Soms stel ik iets voor wat in dezelfde sfeer past. Bij die invulling heb ik veel vrijheid Hij koestert die vrijheid maar vindt het tegelijk juist aantrekkelijk dat zijn geluid in het theater in de eerste plaats ondersteunend is. Op dat punt verkiest hij theater boven het mixen van een concert, waar het geluid standaard op de voorgrond staat omdat mensen speciaal voor de muziek komen. Ik vind het spannend om mee de emoties van het publiek te bepalen zonder de muziek of het geluidsdecor té nadrukkelijk aanwezig te maken. Daar kan ik me goed in bewegen Naast dit ene verschil ziet hij vooral overeenkomsten tussen theater en live muziek. Zijn manier van werken voor die twee verschilt niet wezenlijk. ‘Voor mij is een acteur een tead vocat. Zo probeer ik dat ook te mixen In zijn ontwerpen streeft hij naar een zo groot mogelijke dynamiek in klank, volume en afstand. Over het ‘kippenvelmoment’ dat hij probeert te bereiken: ‘Dat moment mag even intens zijn als wat je ervaart bij een rockconcert, een mix van een goede plaat of het beleven van een dansvoorstelling
Piepen van een hek Ook het geluid voor Hersenschimmen noemt hij ondersteunend. Hij wil de tekst letterlijk en figuurlijk versterken. De aandacht van de toeschouwer moet eerder nog meer op het gesproken woord worden gericht dan ervan afgeleid. Een mooi voorbeeld is te horen tegen het einde van de voorstelling. Het hoofdpersonage lijdt aan steeds erger wordende dementie. We horen hem hardop nadenken terwijl zijn vrouw
en een verpeegster in dez&fde ruimte in gesprek zijn. Langzaam maar zeker schuift dit gesprek naar de achtergrond en verschuift de aandacht naar zijn innerLijke monooog, op een manier waarvan je a[een maar kunt vermoeden dat hij veel gelijkenis moet vertonen met de manier waarop een dementerende langzaam de grip op de buitenwereld kwijt raakt. Aan de gesproken tekst voegt hij geluiden toe die het liefst onopgemerkt hun werk doen. Het schoonste vind ik het, als de mensen niet doorhebben dât er iets gebeurt. Dat ze komen zeggen: ‘jer zat niet veel geluid in hé?”, terwijl ik weet dat er heel veel in zat. Dat is een teken dat ze het echt beleefd hebben maar niet gehoord. Dat ze bij de tekst en het spel gebleven zijn Het belang van de voorstelling gaat dus voor, ook al is het leuk als zijn geluid af en toe de aandacht grijpt. ‘Je droomt wel in je achterhoofd ‘dan ga ik nog een keer dit of dat doen” maar op zich hoeft dat niet. Ik probeer daar niet te veel mee bezig te zijn. Dat is beter voor de voorstelling en ook beter voor jezelf. Anders dwaalje te veel af De geluiden die hij toevoegt kunnen alles zijn van muziek tot hele concrete geluidseffecten. ‘Ik maak collages. Soms heel complex, soms heel sober Daarbij maakt hij onderscheid in drie verschillende soorten geluid: muziek, ambiance geluiden en effecten. ‘Dat zijn de ingrediënten. Het vlees, de patatten en de saus. Soms één van drieën, soms alledrie. Zo praten we daar ook over. Hier een effect, daar een sfeergeluid Zijn voorkeur gaat uit naar organische boven mechanische geluiden uit synthesizers. Die organische geluiden ontleent hij aan de natuur en de wereld om ons heen, om ze vervolgens te bewerken. ‘Ik ga daar extreem mee om. Ik neem die geluiden zoveel mogelijk zelf op. Als ik op reis ga heb ik ook altijd opnameapparatuur bij me. En ik laat me dikwijls inspireren door geluid. Het piepen van een metalen hek bijvoorbeeld. Dan sta ik een uur dat hek op te nemen om er zoveel mogelijk toonverschillen uit te krijgen. Dat is van zichzelf al zo rijk aan geluid. Zet daar een effect op of timestretch dat of pitch dat 24 keer naar beneden en je krijgt hele bizarre resultaten Daarnaast speelt hij dingen in op piano of gitaar om dat geluid vervolgens even rigoureus te bewerken. Een voorkeur heeft hij ook voor geluiden die lastig te duiden zijn, geluiden waarvan je niet helemaal zeker bent of ze van buiten het theater komen of uit een luidspreker. Toen de voorstelling Bezonken Rood afgelopen zomer op het theaterfestival van Avignon speelde leverde dat een bijzondere situatie op. De voorstelling was gemonteerd voor in de schouwburg maar speelde nu in de open lucht, met alle omgevingsgeluiden van dien. ‘Op een gegeven moment keek ik zelf naar mijn computer: loopt hij nog? Ik hoorde een trein langskomen, en dat had ik ook ergens in zitten, en ik had krekels en vogels. En al die krekels en vogels zaten daar ook in die bomen. (. . .) Op een bepaald moment moest ik mijn ding gewoon afzetten want het was er al. Dat was vrij extreem. Het is daar wel een hele mooie voorstelling geworden EigenLijk medespeter De Cock heeft een eigen manier om zijn geluidsontwerpen te ontwikkelen en uit te werken. Tijdens een repetitie neemt hij de gesproken tekst op. Vervolgens zet hij daar geluid onder op zijn computer. De methode biedt hem twee grote voordelen. Enerzijds de tijdwinst omdat hij ook buiten de repetitie geluiden kan uitproberen in combinatie met de tekst, anderzijds omdat hij met meer vertrouwen voorstellen kan presenteren. Hij heeft immers zelf al gehoord dat iets gaat werken. ‘ie kunt mensen dan beter warm maken voor speciale dingen. Als je over je grote plannen alleen maar kunt vertellen werkt dat niet altijd. Maar als je direct kunt laten horen: dit en dat wil ik, dan is het makkelijk om de regisseur en acteurs te verleiden Voorafgaand aan een nieuwe productie werkt hij meestal nog geen ideeën uit omdat hij zich niet wil vastpinnen op een bepaalde opzet. Hij laat zich graag inspireren door wat de regisseur en vormgevers aan concepten presenteren. In de loop van een productie verandert dat en vindt hij vooral inspiratie bij de
Hersenschimmen
DiedeHk de Cock: ‘Op vraag van Guy Cassiers ap een instattatie te bedenken voar Proust III die ‘spanning’ weergaf, is mijn idee van de ijsbtok ontstaan. Ik bevroor twee con-
tactmicrofoons in een btok ijs, bracht het nadien in contact met de gloeiend hete grill en registreerde het geluid ook van binnenuit. De microfoons zijn waterdicht verpakt, in condooms. Het organische geluid, van de ‘doodstHjd’, het gekraak en geknetter binnenin het ijs, is fascinerend. uiteindelijk werd het niet gebruikt voor Proust maar wel voor Hersenschimmen. het geluid ondersteunt de aftakeling, het verzet van de hersencellen en de vervreemding ook, bij de laatste monoloog van het hoofdpersonage Joop waarbij hij het contact met de wereld verliest.
acteurs en de manier waarop die met hun tekst omgaan. Diederik de Cock mixt zijn geluidsontwerpen zonder uitzondering zelf. De live mix van een voorstelling beschouwt hij als ‘de helft van een soundscape De dagelijkse aanpassingen die een tournee langs verschillende theaters vereist maakt hij het liefst zelf. Typerend voor zijn manier van werken is ook dat het opgenomen geluid tijdens de voorstelling wordt afgespeeld over een meerkanaals ProTools systeem. Zo kan hij precies reageren op hoe de voorstelling die avond verloopt en zit hij niet vast aan de afgemixte tracks op een cd. Omdat hij zelf mixt is in zijn ontwerpen ook een hoge mate van interactie met de acteurs mogelijk zoals in Bezonken Rood. In de Volkskrant werd die voorstelling geprezen vanwege de ‘meer dan perfecte geluidstechniek Over de samenwerking met acteur Dirk Roofthooft zegt hij: ‘Bij Bezonken Rood is er een aantal scènes waar het geluid direct impact heeft op de intensiteit van het moment. Hoewel de structuur vastligt bepaalt het ritme van het geluid mee hoe de acteur op dat ogenblik speelt, en vice versa. Dat zijn toffe dingen. Dan voel je dat je er volledig in zit. Dan ben je eigenlijk medespeler www. rotenkobet. be
.
Voor het Toneelhuis maakte hij onlangs de geluidsontwerpen voor “Wolfkers” en “De geschiedenis van de wereld in 10 en 1h hoofdstuk’ Binnenkort volgen de ontwerpen voor “De geruchten” en “Atropa’ uit: “Zichtlijnen” n° 109
PROSCENIUM: ONGEHOORD GELUID 23
S LRkV1O!v
SpeciaList in uw votLedïge theateruitrusting, zoweL voor nieuwbouw aLs voor kLeine of grote renovatïes. Wij bieden U geïntegreerd of afzonderLijk: metaLen draagstructuren, toopbruggen, beweegbare podia, eLek trische trekken (van prijsgunstige tot sneLLe computergestuurde systemen), alsook de bijkomende benodigdheden: doeken, horizonts, danstapijten, ...
Aarzel niet voor vrijblijvende inLichtingen en raadgevingen. Brugsesteenweg, 545 B-8800 RoeseLare www.seMo.be
Fax
+
TeL. + 32 (0)51 24 00 96 32 (0)51 21 04 92 servio@skynet.be
A Ii 0 1 0
c
A S E S
S T A G 1 N 0
S 0 U N D
J1iL Antwerpsesteenweg 334 2500 Liet Belgium Tel.: ÷ 32 3 491 91 70 Fax: ÷ 32 3 489 05 62 E-mail: info@phlippo.com URL: www.phlippo.com -
SIES
8
WEEBAND YVES DE BRUYCKERE
Foto: Emma De Kimpe
Onder de titeL “Tweeband” pubLiceren we in dit nummer het vierde in een reeks interviews van Yves De Bruyckere met iemand uit de theatersector. De vragenreeks kan aanLeiding geven tot uitgesproken standpunten. DitmaaL is LUC VAN LOON aan het woord. Hij is adjunct technisch directeur van de Muntschouwburg te BrusseL.
Architectuur of technische ruimte? Beiden. Ik ben een taaggeschooWe technicus, A4 schrijnwerker van opeiding. In de jaren ‘80 was ik zeventien, afgestudeerd en new wave punker op zoek naar werk. Hier in de Munt zochten ze iemand om te heLpen de vrachtwagens Lossen. Zo kwam ik voor het eerst in contact met cuLtuur. In de Munt Leerde ik mijn vak aLs machinist. Na een aantaL jaren werken kwam de interesse. Ik kon me uitLeven in decorbouw, nog niet in muziek of zo. Daarmee groeide de ambitie en het inzicht: aLs ik in deze job ook architect zou kunnen zijn. die kennis. dat interesseert me. Ik heb het niet gedaan, weL omstreeks ‘85-’86 overwogen om een avondopLeiding te voLgen. Studeren Leek toch niet te combineren met ‘voLLe bak” werken in de Munt. Maar architectuur... Ik heb twee jaar in de Opéra Garnier, de “oude” opera van Parijs, gewerkt. Wat die kereL (Garnier) daar gemaakt heeft, is echt fantastisch. Het is beLangrijk dat de pubLieke ruimte en de zaaL, de uitstraLing van het huis ‘iets heeft’ Enerzijds moet de technische ruimte functioneeL zijn, maar toch moet men er ook een maximaaL aantaL zaken kunnen doen. Ze vroegen me ooit bijna consuLent te zijn voor de technische kant van een nieuwe opera in Bahrein. Dat is een droom: ooit een theater mogen bouwen. ALLez: er aan meeheLpen. Zo van: “Dât is de oppervLakte, je krijgt carte bLanche’ . .
. .
knowhow, die heeL veeL met beeLden werkt. Projecties zaten er in ook Tristan und IsoLde, in GurreLieder begin dit seizoen, in Le Roi Arthus, . Ook “onze” ToverfLuit van WiLLiam Kentridge scoort goed, en bLijft de wereLd rondreizen. Die productie komt binnenkort terug van drie maanden Zuid-Afrika, en was daarvoor aL in New York, op een aantaL pLaatsen in Frankrijk en ItaLië, en ze gaat voLgend seizoen naar Aix. Ja, we hebben een paar producties met video die goed geLukt zijn. ALs je de mensen daarvoor hebt, en ook bereid bent daarin te investeren, dan komt dat weL. ...
Videomixer of katrot? Aah: katroL, hé. Geeft een videomixer aan de videast; ik zaL dat scherm weL hangen met m’n katroL. (gLimLacht) Ik bLijf bij de katroL: da’s Liefde uit m’n beginperiode aLs machinist. Ik ben zo’n twaaLf jaar chefmachinist geweest, dus ik heb het grootste stuk van m’n carrière bij de machinerie gesLeten. Ik werk nu acht jaar bij de technische directie. Je moet evoLueren, anders doeje beterje boeken toe, maar de katroL kan rustig bLijven bestaan. Het videoverhaaL is de hype van het moment over de heLe wereLd. Het is een nieuwe manier van spektakeLs creëren. Het is een tendens een modeverschijnseL zoaLs iedereen op een bepaaLd moment mensen wou Laten vLiegen. Of water wiLde gebruiken, 66k een moeiLijke zaak. Vandaag is het video. ProbLeem is dat video onwaarschijnLijk duur is. De meeste theaters hebben nog geen technici die goed met video kunnen werken. HoeweL daar overaL aan gewerkt wordt. Het grote probLeem is het materiaaL: je koopt het en een dag Later is het aL verouderd. Zes maanden Later wiLLen ontwerpers weer het aLLernieuwste. Het is een evoLutie die qua investering haast niet te voLgen is. Je koopt bijvoorbeeLd een Barco R12, 12.000 Lumen, daar kan je aL veeL mee doen. Maar dan hebje nog de verschiLLende Lenzen... Producties met video kosten geLd, tenzij je niet veeL ander decor hebt. GesLaagde producties met video? The Rake’s Progress (apriL 2007). We hadden een wide screen van 18 meter op 4. We zaten daar met 4 projectors op die eLkaar qua beeLd overLapten, met dan nog eçn vijfde projectie. Het beeLdwerk kwam van Robert Lepage, een man met veeL -
-
.
Luc Van Loon
Identieke podia of pièces uniques? Pièces uniques, hé! Ge moet een beetje kunnen aanpassen, dat is voor mij de chaLLenge. De scène van ons operahuis is bijna 20 bij 20. Groot is dat niet, hé? ALs we op reis gaan met een productie vragen ze soms hoe we dat in de Munt opgebouwd hebben. Neem de Aïda van Bob WiLson. We speeLden die hier met “aLLes er tussen gewrongen’ Op tournee in Baden-Baden hadden ze pLateaus, en ging de opbouw twee keer zo vLot Ge kent het stuk natuurLijk aL qua opbouw, het is geen creatie meer. Nu, met Bob was een creatie aLtijd een beetje ‘stressy’ Ander voorbeeLd: in “De Turk in ItaLië” (IL Turco in ItaLia, Rossini) van KarL-Ernst Hermann is er een barmeubeL van 13 meter Lang, die aan de jardinkant op komt rijden, de heLe scènebreedte vuLt, (en dat stopt niet, hé!) en aan de andere kant verdwijnt. In Parijs en in Genève stond die bar gewoon op een wagen kLaar! en schoof er zo in en uit. Bij ons is daar geen pLaats voor. De bar kwam in stukken aLs een rups naar beneden op de jardinkant, schoof stuk per stuk op een roLtapijt de scène op, en ging op de courkant aLs een rups weer de hoogte .
-
-,
PROSCENIUM: TWEEBAND 25
in. Ik heb dat Uever: je roeit met de riemen die je hebt. Dat vraagt voorbereiding om te bedenken: Hoe gaan we zaken opossen?’ Ek operahuis is een pièce unique. De Munt is de Munt. De Opera van Parijs is de Opera van Parijs. De Vaamse is de Vaamse. We verkochten rang gereden onze Don Cados aan de Vtaamse Opera. Vandaag is het in Antwerpen verbouwd, maar toen was het een probLeem om die zuiLen naar binnen te krijgen. Soms moetje stukken uit eLkaar zagen, en daarna weer aan eLkaar zetten. (GLimLacht). In Japan zijn de vrachtwagens geen 12 maar 8 meter Lang, anders kunnen ze niet draaien in de stad. Dat moet je weten en je aanpassen. Het zijn aLLemaaL eLementen die je mee “door de moLen moet haLen’ Het zou niet mogeLijk zijn om aLLe theaters perfect geLijk te hebben, en het zou monotoon zijn. Mochten aLLe theaters hetzeLfde zijn, zou het dan nog weL pLezant zijn? (Lacht). Duurder? Misschien weL, misschien niet, hangt ervan af hoe je het aanpakt. Hoe méérje weet, hoe méérje er rekening kan mee houden. ALsjij weet datje naarJapan gaat, weL, bouw danje stukken maximaaL
The Rake’s Progress
-
1. Stravinsky -2006
Locatie. Anders is het niet in de hand te houden, zeker qua budget. Vandaag wordt meer en meer met coproducties gewerkt. The Rake’s Progress had 5 co-producers. Aan de hand van een maquette starten wij een jaar voor de première met de voorbereidingen van de decoropbouw. We hebben samen met producent Ex Machina uit Québec vergaderd, en workshops gehouden waarop aLLe coproducenten werden uitgenodigd. ALs we dat decor bouwden hieLden we dus rekening met de mogeLijkheden van London, San Francisco, Madrid, Lyon en BrusseL. Die productie is makkeLijker te exporteren: ze is aL voorzien op vijf theaters. MiLaan is nu geïnteresseerd. Coproducties zijn goed om het budget naar beneden te krijgen. Iedereen heeft z’n zangers te betaLen. Dan is het goed aLs je decorkosten aL door vijf gedeeLd worden. Dat is aL gauw honderd è honderd twintigduizend Euro. Dan is het mooi aLs je dat decor kan reaLiseren voor vijftigduizend Euro. We pLannen veeL coproducties; soms met twee, soms met drie theaters. Dat zaL meer en meer gebeuren. Hoe reizen juLLie decors? Vrachtwagens en containers. We stockeerden vroeger in Danckaert, een Loods in de Danckaertstraat. Dat werd te duur qua onderhoud en huur. De Laatste jaren stockeren we in containers. Die containers staan op de dokken in Antwerpen. Gehuurde containers waren aL te vaak echte wrakken die niet zeewaardig waren en dus niet waterdicht. We zijn dan begonnen om eigen containers te kopen, die beter bestand zijn tegen weersinvLoeden. Aan temperatuursschommeLingen, kan je niks doen. Sommige decoreLementen kunnen daar tegen, andere Lijden eronder. We zien nu de gevoLgen en trekken onze concLusies. We zuLLen een betere “triage” moeten doen en we kijken ook uit naar een kLeinere stockeerpLaats. HoeveeL containers? Geen idee. 150? 200? Ik zaL het eens vragen aan onze transporteur. Reken 2 â 4 containers per productie, we hebben 20 â 30 producties in stock, reken maar uit. Vroeger kwam het decor recht uit de container op scène, maar dat riskeren we niet meer. We hebben een paar serieuze “surprises” gehad. Decors worden nu drie è vier maanden voor de herneming teruggehaaLd om gecontroLeerd te worden. Daarna gaan ze hier in stock, of terug in de container. Mortier of CLémeur? Mortier! Ik heb 10 jaar met Mortier gewerkt, nog aLtijd heeL goed contact mee. Ik heb SaLzburg gedaan met Mortier. Mortier is aLs persoon aL heet aparL. Hij zat nooit terugdeinzen, wat er ook tegen hem gezegd wordt. Hij doet zijn eigen ding zoaLs hij het wiL. Hij zat soms ook shockeren, zo van: ‘Hier, zo maken wij opera’ Hij heeft nu ook een nieuw project in de States, waarom niet? Moest hij me vragen, ik zou het toch weL overwegen. Het is hier een tweestrijd geworden voor het directeursschap tussen de Catuwé en Ctémeur. Het is tensLotte de Catuwé geworden. (Lacht tevreden).
De Vuurenget,
-
5.Prokofjev
-
2007
8 meter Lang. Je kan in een theater komen waarje geen center hebt: de L’Archévêché in Aix-en-Provence bijvoorbeeld is 12 meter hoog. Dat is het. Toen we hier Orfeo opbouwden, wisten we dat het naar daar moest, en is daar rekening mee gehouden. Voor de paar zaken die toch naar boven moesten, hebben we in Aix-en-Provence een opLossing gezocht. De decorateur mag dan geen “foert” zeggen; hij moet meewerken. ALs hij er weet van heeft, zâL hij meewerken, want het is in zijn beLang en het maakt deeL uit van z’n opdracht. ALs in een decor aLLes naar boven gaat, en dat gaat in een theater niet, dan zeggen wij nèe tegen die
26 PROSCENIUM: TWEEBAND
GezinsLeven of wereLdtournee? ( Zonder aarzeLen) Weretdtournee. Ik heb een gezin, da’s goed. We zitten beiden in de theaterweretd. De kinderen zijn groot Ik ben aLtijd graag op stap geweest, zeker en vast met een decor, en Liefst nog ‘nen heet dikke decor’ Mortier had ooit een droomproject in de States. Het was een wiLde droom: een reizend opb[aasbaar theater waarje een structuur in bouwt. Ik zie die maquette nog aLtijd voor me. We zouden met meer dan veertig vrachtwagens doorheen Amerika toeren. Ik zag mezeLf aL toeren met “zo’n dikke camion met een Lange snuit”, met twee opteggers erachter. Dertig, veertig, vijftig techniekers, eLk met een vrachtwagen... Aankomen, Lossen,sorteren, en de vrachtwagens worden naast eLkaar gezet aLs een deeL van het podium, waarje structuren inptaatst... Het was nogaL goed uitgedokterd, maar waarschijnLijk te duur. (Lacht). Het ...
was ècht een droom: ge komt toe in pakweg Las Vegas, in “the desert’ Ge bouwt twee, drie weken op. Ge zet ates kaar. Ge speeLt gedurende twee maanden, zo’n vier, vijf operaproducties in “afternance”. Dat waren zware producties, maar waarom ook niet? Ik zag dat in ek gevat we zitten! Hiërarchie of groepswerk? Groepswerk: ge kunt een spektake niet ateen doen. Daar heb je een team voor nodig. 0k, hiërarchie het moet zè en z6 ook dat is nodig. Ge hebt mensen nodig die kunnen dirigeren. Maar, het moet in echt groepsverband kunnen draaien. Ge moet een pLoeg kunnen motiveren. Een spektake is een groepswerk, hé. Dat is niet ateen het orkest, niet ateen de zangers, niet a[een de metteur-en-scène, niet ateen de techniek, Mijn beschrijving van een spektakel is: een piramide. Als die piramide aan de zijden héél schoon vlak is, en heet puntig, dan is het een goede productie. De punt is het spektakel. Staat de punt scheef of hangt die over naar een of andere kant, dan is er wat fout gegaan. Is de piramide stomp, dan is je spektaket van mindere kwaliteit. Uiteindelijk is hiërarchie nodig. De Munt is op dat vtak enorm geëvolueerd. Vroeger waren we een grote familie, werkten we van ‘s morgens tot ‘s avonds, speelden reglementen minder een rol. Mensen zijn nu meer bezig met hun privé-leven. Het gezinsleven is belangrijker dan vroeger. Mensen willen minder tijd geven dan vroeger. De werknemer is geëvotueerd, en de reglementen zijn daaraan aangepast. Het is niet eenvoudig om organisatorisch volgens het reglement te werken. Het is moeilijker werken dan vroeger. Het reglement van de Munt is fantastisch, geeft veel voordelen voor de werknemer, waardoor probtemen op scène vaak maar opgelost geraken met enorm veel geld aan uren, overuren, of extra personeel. Onze ateliers en repetitiezaten zijn nu vlakbij, vroeger waren ze buiten de stad. Dat levert automatisch meer werk op. Op donderdag hangen de uren uit van de twee volgende weken. Een eerste week is definitief, de week daarop provisoir. Dat is nog volgens het oude reglement. We werken aan een werkptanning van vier weken, en een spreiding van de overuren. Mensen gingen vroeger soms twee jaar vroeger op pensioen op basis van overuren. Dat witten we vermijden door een betere planning. Nog een verschil: we draaiden vroeger producties in de Hallen van Schaarbeek of in de Luna met eigen mensen. Nu worden daarvoor externen aangeworven op ons budget. Ik vind dat jammer. Het is voor de mensen leerzaam en ptezant om niet attijd op dezelfde plek te werken, om buiten de eigen muren te werken. Je legt contacten, je ziet hoe het ergens anders loopt. Kortom: je leert bij. We proberen dat terug in gang te zetten. -
-
...
. .
Jan Fabre of Atain Ptatet? Beide. Jan Fabre vind ik een fantastische kerel. We hebben met hem al een paar producties gedaan, maar ook met Atain Platet. Elk met hun eigen manier van werken, hun eigen manier om mensen te shockeren... Ik vind dat oké. Andere culturen? Geen probteem, ze weten goed genoeg waar ze mee bezig zijn. Fabre. Ik herinner me de naakte zwangere madammen op scène, met de radiologie “directement” op scherm. Dat was een Wagner. niet Iristan & Isotde (knipt met z’n vingers) lanhauser! Ik ben al een paar keer naar zijn exposities gaan zien in Antwerpen en zo. Die gast is een beetje geschift, maar ats ge niet zo zijt kunt ge geen goede spektakets maken. (Lachend) Sorry ats hij dat leest! . .
. .
Eer of Loonfiche? De eer eerst, hé. Loon is natuurlijk van belang, maar het is niet mijn eerste... Iemand die zegt: “Ah, bedankt datje het spektaket hier liet functioneren”, is voor mij meer waard dan een loonfiche. Van welke productie ik het meest content was? Achteraf gezierj: de Ioverftuit van de Hermanns. (Bijna treurig). Ze is afgevoerd, ze wordt
Aida
-
Verdi
-
2007
vernietigd, dus. Ge kunt een stuk decor als souvenir pakken, maar waar ga je het zetten. Bon, dat was een productie waarin ik heel veel tijd en werk heb gestoken om ze te laten functioneren. Het decor was niet klaar, .chaos. Ik stond hier dag en nacht. We hebben drie weken lang opgebouwd. Zagen en slijpen, enzovoort. Daarna repeteren. We hadden één act klaar. De tweede act was technisch klaar, maar nog niet gerepeteerd. Dat was een beetje ‘risky business’ We hebben toen beslist om de première concertant te doen. Allez: semi-concertant werd Mortier was daar heel straf in.”Jullie gaan hier iets dat genoemd. zien datje nog nooit gezien hebt! De Toverfluit! Semi-concertant!” Met kostuums en met alles erop en eraan, maar voor het doek. We hebben het decor de dag erna afgebroken, want dat moest onmiddellijk op tournee naar de coproducent in Salzburg. Ik was hoofdmachinist, en had het op mij genomen om productieleider te zijn. Ik heb de zes mensen die meegingen samengeroepen, en gezegd: “Jongens, we hebben dit hier dus niet rond gekregen’ (Ge moet een kat een kat noemen) “We gaan naar ginder om dat daar te realiseren. Zien jullie dat zitten of niet? Als ge dat niet ziet zitten, blijf dan hier, dan neem ik iemand anders mee. Ik heb mensen nodig die bereid zijn om dat te doen werken.” Het was duidelijk dat ‘nine to live” in Salzburg niet zou volstaan. En we hebben het gerealiseerd: opgebouwd, gerepeteerd met de mensen van ginder. We hebben daar een zeer toffe tijd doorgemaakt, niet zonder problemen, maar bon. We hebben het daar op zijn poten getrokken. De productie is daarna terug gekomen, en werd opgevoerd, helemaal af... Ook in het decor van De Cosi” (Cosi Fan lutti) heb ik veel tijd gestoken. Dat was een mise-en-scène van Bondy en een decor van Hermann. Een doek met landschappen van 11 meter hoog, pakweg 380 meter lang, dat over een ketting liep. We waren op tournee in Parijs, en het doek was aan het afscheuren net onder de ‘sangle”, de band. Elke dag stond ik van 9h ‘5 ochtends bovenop een toren dat doek te naaien, met de hand.. Dat was dan goed tot de voorstelling’s avonds, en dan ‘s anderendaags weer naaien. 380 meter, stukske voor stukske, om het doek maar omhoog te houden, want als het zou doorscheuren! Ook Aïda, Bob Wilson, was afzien op toneel om dat in elkaar te krijgen. Ik moet toegeven: ik had het story board niet goed begrepen. Ge moet ook durven zeggen als het een beetje aan ons lag. Toen we de productie hier opnieuw opvoerden, was het al een stuk gemakkelijker. Ge kent het stuk al, maar we hebben de opbouw ook eenvoudiger gemaakt. Het visuele effect bleef hetzelfde: het waren beelden die de mensen “impressioneren’ Daar beleefje plezier aan. Dat is zo met elke productie. Altijd ertegen aan. Vakkennis, mensen, niet altijd makkelijk. Af en toe is het echt moeilijk en moet stress: je terug de draad opnemen. Om op het laatste moment de perfectie eruit te halen. Als je dat niet doet, hoor je niet thuis in de wereld van theater en spektakel. . .
. .
. .
. .
..
. .
...
PROSCENIUM: TWEEBAND 27
f1iÏJ1[,1
--
1;;.
8
ASTT-N
BASTT-nieuws
In deze rubriek vindt u een overzicht van de voor 2008 gep’ande activiteiten van BASTT, die u aL in uw agenda kan noteren.
toneetmeester of productieteider bespreekt men votgende probteem stettingen: Is het ontwerp geconcipieerd om op reis te gaan, zoniet wat zijn mogeUjke aanpassingen? Is het ontwerp reaiseerbaar zoweL in grotere as in keinere zaten? Over wetke betangrijke punten moet, tussen zaat en gezetschap, zeker gecommuniceerd worden? Zijn er goede en stechte manieren van communiceren? -
-
Contactdag 2008: Op vrijdag 8 februari in de gerenoveerde Vtaamse Opera te Antwerpen Onderwerp: Reizen met producties tussen oude en nieuwe theaters
-
-
De Vtaamse Opera vierde feest op 17 november, want dan werd het gebouw op de Frankrijktei te Antwerpen opnieuw geopend na een intensieve renovatie, waarbij ook de theatertechniek gemoderniseerd werd. Tijdens de contactdag hebt u de kans om kennis te maken met de verschifiende disciptines die bij deze verbouwing betrokken waren. De Vaamse Opera speeLt op twee ‘ocaties en reist met zijn producties tussen het gebouw in Antwerpen en het gebouw in Gent. Op het moment van onze studiedag staat het decor een ontwerp van Benoît Dugardyn voor ‘SLa Strada” op de scène. Ook deze productie moet verhuizen naar Gent. Met reisvoorst&iingen hebben we atemaa a te maken gehad, hetzij as reizend ofreceptieftechnicus, hetzij aLs decorof [ichtontwerper, of productieeider. Hoe we daarmee omgaan, en hoe we daarover met eLkaar communiceren, zuen we uitgebreid aan bod aten komen op deze studiedag. —
Prijs deetname €36 met tunch (teden) €46 met tunch (niet teden) . €20 zonder tunch (teden) . €30 zonder tunch (niet teden) . €15 zonder tunch (studenten)
. 1
-
Hoe inschrijven? Het inschrijvingsformutier kan u downtoaden op onze site www.bastt. be. Het ingevutde formuher stuurt u op naar het secretariaat. —
Er is ook at een tweede contactdag geptand, op 20 juni 2008. De tocatie en het thema worden tater bekend gemaakt.
Voodopig programma: 9u30 lOuOO lOuiS iOu4S iiuOO huiS
12u15 12u30
14u00 15u00 16u00 17u00
Ontvangst en koffie Ineiding VoorsteUing van de uitgevoerde verbouwingen VoorsteUing van het decorontwerp VoorsteHing van het ichtontwerp Keuzes gemaaktin de praktische uitvoering van de ontwerpen, weke aanpassingen waren nodig en om we’ke reden? VoorsteUing verder programma Lunch MogeUjkheid tot bezoek aan standjes van de firma’s en boekenstandje van BASTT Workshop A, B, C RondLeiding met kennismaking firma’s Workshop D,E,F Rondeiding met kennismaking firma’s Round up van de verschilLende workshops One for the road Moge’ijkheid tot bezoek aan standjes van de firma’s en boekenstandje van BASTT
Workshops: In de namiddag worden er drie workshops georganiseerd, ek voor 15 personen. Zij vinden paats van 14u tot 15u en worden hernomen van 15u tot 16u. Ms deenemer heeft u dus de mogeLijkheid om een of twee workshops bij te wonen, of een rondeiding te vogen met uifteg van de firma’s. De drie workshops hande’en ek over een productie van een andere grootte. De werkwijze van een workshop ziet er uit aLs voLgt: Een ontwerper steft in ‘t kort zijn productieontwerp voor. Onder de eiding vn de
Ervaringsbewijzen “Assistent podi umtechnicus” Podi umtechnicus” “Toneetmeester”
—
“
—
In 2004 werd het decreet over de Titets van Beroepsbekwaamheid aangenomen. Deze titets van beroepsbekwaamheid worden voortaan ervaringsbewijzen genoemd. De sociate partners kregen de opdracht toegewezen om jaartijks advies uit te brengen over de tijst van ervaringsbewijzen. Samen met de SERV ontwikketen ze ook de standaarden die ats ijkpunt of meetinstrument dienen om de competenties te evatueren van kandidaten die een ervaringsbewijs witten bekomen. Nu is hetookzo verdatde Ervaringsbewijzen “Assistentpodi umtech nicus”, Podiumtechnicus” en “Toneetmeester” ter goedkeuring voortiggen aan een aantat instanties. Toen de SERV (Sociaat-economische Raad van Vtaanderen) de opdracht kreeg de Ervaringsbewijzen uit te werken, werd gestart met het afnemen van een aantat interviews. De geïnterviewden kwamen uit de weretd van theater, musicat, dans, muziek, productie, receptief en opteiding. Aan de hand van de bekomen resuttaten werd een ontwikketingsgroep en een stuurgroep opgericht. Geen gemakketijke opdracht vermits de kandidaten op vrijwittige basis, zonder extra vergoeding, en meestat ats surptus bij hun normate taak, meerdere vergaderingen moesten bijwonen in Brusset. In september 2007 was het dan zover. De ontwikketingsgroep was rond met zijn opdracht. De drie ontwerpstandaarden Ervaringsbewijs waren ktaar. Op 20 september 2007 werden zij goedgekeurd door de stuurgroep en op 10 oktober 2007 werden de standaarden voorgetegd aan de Raad van de SERV. Ook hier werd positief advies uitgebracht. Vanuit de stuurgroep werd door ACV Cuttuur wet votgende opmerking meegegeven:
PROSCENIUM: BASTTT-NIEUWS 29
“Naar aanleiding van de procedure en goedkeuring van de standaarden/ ervaringsbewijzen Podium, kwam aan het licht dat een en ander aan een update toe is. De profielen die als basis dienden, zijn ondertussen toch al flink watjaren oud en volgen niet meer, ofonvoldoende, de ontwikkelingen in het podiumlandschap en de verschillende werknemersfuncties of invullingen enian. Daarom vragen wij om werk te maken van de nodige verfijningen. Wij denken bijvoorbeeld aan een opsplitsing/toevoeging van het proflel Technische leiding Dit zal onvolkomenheden (*) in bijvoorbeeld het proflel ‘Toneelmeester’ hopelijk helpen oplossen. (* Wij denken bijvoorbeeld aan de aan het licht gebrachte vragen omtrent vereiste technische kennis, ofaan de vereiste kennis omtrent veiligheid, verschillende invullingen naargelang de grootte van de instelling, de specificiteit van een muziektheaterinstelling/operahuis, verschillen tussen reizende huizen en andere huizen, verschillen tussen grote en andere instellingen.)” Nu de Raad de standaarden goedkeurde, werden ze as advies doorgegeven aan het kabinet van de Minister van Werk, Frank Vandenbroucke. ALs hij de standaarden goedkeuft, worden ze in het Staatsbtad gepubLiceerd. Vanaf dan kunnen de standaarden opgenomen worden in de oproep voor testcentra van het ESF (Europees SociaaL Fonds). De eerstvoLgende oproep zou normaaL in december of januari moeten pLaats vinden. ALs er dan testcentra hierop reageren en een dossier indienen dat aanvaard wordt door ESF, kunnen in principe medio 200$ de testcentra met hun activiteiten beginnen. De ontwerpstandaarden “Assistent podium-technicus”, “Podiumtechnicus” en “ToneeL-meester” zijn te raadpLegen op onze website. Bij het ter perse gaan vernamen wij ook nog dat de SERV in november, januari en februari start met een reeks interviews in het kader van het opsteLLen van beroepscompetentieprofleLen voor de ‘podiumtechnicus Licht’, ‘podium-technicus geLuid” en ‘podiumtechnicus beeLd Deze profieLen zuLLen uitmonden in drie geLijknamige standaarden. De vergaderingen rond deze profieLen zijn gepLand voor het voorjaar 2008. BASU-cursus STEP BASTT vzw organiseert van 9 tot 13 juni 2008 in het DommeLhof NeerpeLt zijn ondertussen vermaarde “Basiscursus Iheatertechniek” die vanaf nu “STEP” zaL heten. STEP staat voor STandaard Ervaringsbewijs Podiumtechnicus. De cursus is er dan niet aLLeen meer op gericht de deelnemers een basiskennis mee te geven, maar ook kandidaat deeLnemers aan het Ervaringsbewijs een duwtje in de rug te geven door de theorie op te frissen en praktische tips mee te geven. VoorLopig programma: rigging theorie rigging praktijk wetgeving omtrent de veiligheid op het toneeL ontstaan van een theaterproductie mechanische huLpmiddeLen Lichttheorie theatertechniek en internet: een kLeine verkenning kLanktheorie dimmers LichtregeLaars reisvoorsteLLingen en hun probLematiek PA geluid praktijkoefening: decor + Licht + geluid De cursisten moeten bij voorkeurin hettheatertechnische beroep staan. Voor zover er plaatsen beschikbaar zijn, zijn ook amateurs welkom. Cursisten die geen of weinig elementaire kennis omtrent elek-triciteit hebben, raden wij aan zich vooraf te documenteren. Aansluitend bij deze cursus organiseert BASIT in de maançt september -
-
-
-
-
-
-
een examen waaraan de cursisten gratis kunnen deeLnemen. Zij ont vangen hiervan een attest.
Waar en Wanneer? PLaats: PCI-DommeLhof in NeerpeLt. Datum: van maandag 9 tot en met vrijdag 13 juni 2007 Prijs BASIT-Leden betaLen 450 Euro. Niet-Leden betaLen 550 Euro. In de prijs van cursus is begrepen: Het Lessenpakket Vier overnachtingen in PCT DommeLhof te Neerpelt Ontbijt, middagmaaL, avondmaaL -
-
-
Hoe inschrijven? Om je in te schrijven voor deze cursus volstaat het een maiLtje te sturen metje gegevens naar bastt@bastt.be. Let wel je bent pas officieeL ingeschreven nadat er voorschot van 150 euro is gestort, op rekeningnummer 402-5525161-38 van BASTI vzw met vermelding “STEP 2008 voorschot + uw naam’ Het voLledige saldo dient te worden gestort op dezelfde rekening voor 15 apriL 2007 met vermelding “STEP 2008 + uw naam’ De inschrijvingen zijn beperkt tot 36 deeLnemers. BeLangrijk: BASTT tracht het cursusaanbod aan redelijke prijzen te organiseren. Daarom rekenen we er op dat wie inschrijft, ook daadwerkelijk deelneemt. De voorbijejaren hebben we enkele onprettige ervaringen gehad met laattijdige annulaties. Daarom volgende afspraken: wie één maand vooraf annuleert, krijgt alle kosten terugbetaald wie 14 dagen vooraf annuleert, krijgt 5O% terug, wie nog later annuleert betaalt de volledige prijs. Wij hopen dat u begrip hebt voor deze regeling. Indien er tegen eind maart 2008 onvoldoende inschrijvingen zijn, wordt de cursus verplaatst naar 2009. -
-
-
Proscenium
-
-
-
-
-
-
-
-
30 PROSCENIUM: BASTT-TWEEBAND
We hebben Proscenium heeL Lang tegen een uitzonderLijk Lage prijs aangeboden. Nu zijn we evenweL genoodzaakt de formule aan te passen om de kosten te kunnen dekken. Vanaf nu is het niet meer mogeLijk een afzonderLijk abonnement te nemen op Proscenium. Mensen die
ons tijdschrift driemaandeLijks wensen te ontvangen, vragen we ook Lid te worden van BASIT. Het lidgeLd bedraagt 40 euro betaLende jaar ( 15 euro voor studenten, 50 euro voor buitenLandse Leden). Wie graag een afzonderLijk exemplaar van Proscenium koopt, betaalt daarvoor
12 euro (17 euro in het buitenland). Op zoek naar een specifiek artikeL. Oudere nummers van Proscenium zijn nog verkrijgbaar via het
secretariaat. Op de website staat een overzicht van de gepubUceerde artik&s per nummer. Niet in de vuiLbak... Ze zijn aan het verdwijnen. Ze zijn waardeoos, versLeten, niet meer up to date, aan vervanging toe... Als ze a niet weggegooid zijn, staan ze ergens verhoren stof te verzame’en. In vee gevaten is er niemand die nog weet hoe ze werken, gebruiksaanwijzingen zijn aL rang zoek. Reserve-onderdeen? Vergeet het maar! ZeLf de mensen die ze kunnen gebruiken, verdwijnen angzaam maar zeker uit het professionee circuit. Het is een droevig feit: de Levensduur van LichtorgeLs, spots, dimmers, geLuidstafeLs, ja van aLLe theatertechnische apparatuur wordt hoe Langer hoe korter. De technoLogische ontwikkeLing gaat razend sneL. ALLes moet digitaaL, compacter, uitgebreider, en de “verouderde” toesteLLen: hup, weg er mee. Wie kan er nog werken met een D1T2 of met een memoLight? Wie kan er nog monteren op een Revox? Wie heeft er nog pipotjes in gebruik? AL deze toesteLLen en de kennis erover dreigt razendsneL te verdwijnen in de neveLen van de tijd.
Daarom een oproep: Laten we deze kennis verzameLen en bewaren; “tot Lering en vermaak” zeg maar. Misschien ook een beetje uit nostaLgie. ALs we reaListisch zijn, beseffen we dat een echt museum van theatertechniek heLaas niet tot de praktische mogeLijkheden behoort. Wat we weL kunnen verzameLen zijn foto’s, documentatie, foLders en zeer beLangrijk -gebruiksaanwijzingen. Deze documentjes zijn eenvoudig te archiveren en te pubLiceren, bijvoorbeeLd via het internet. Ter inspiratie: kijk eens op www.strandarchive.co.uk En de voLgende keerje een doos oude documenten opruimt: denk dan even aan dit artikeLtje. Gooi niet aLtes in de vuiLbak, maar bezorg het aan BASTT. Dus wanneerje opruimt: -
ET WEI-( ONLØofLjK oE)Efl t1TEQ55r LEL’ENS ODzÇEL%( iRTIEL 2YE.
L2 NU wEER VRI3L’DE..
TflINLi ...
4)
£oB VOL
b. xT.
PROSCENIUM: BASTTT-NIEUWS 31
L:TIr. 1
.
.
a) )
,
.1 1’!
‘
__
.,
:)
1
1 t t 1 1 t II
1 t 11
liii,, ii IHflIHÏIIft 1
••I;ø W:jJTIElL.!
.
t
Ij
[
jZj
r
uIItiiÏIIb1ÏiijInwIu _______Iutll tIL1 AIIII1IIIIIHIIII
ftI’
-—
r\g
0)
0
0
0=
1
ZOO-EOOE