13 minute read

Vertel

Next Article
stelling

stelling

Verhalen over bijvoorbeeld spontane reacties van leerlingen, een gedicht van een collega of een impressie van een gesprek tussen docent en leerling. Betrokken collega’s geven je graag een kijkje in het leven op hun school. Waar lopen zij tegenaan in hun onderwijsbaan of wat maakt ze juist blij? Lees mee!

Vinkjes tellen

Advertisement

Positief zijn

Het stond er echt, in de krant: optimisten leven langer. Dan zal het wel waar zijn. Maar hoe doe je dat dan, positief zijn? Kun je daarvoor leren? Moet je bij een tjakka-goeroe langs? Kun je een boek lezen waar de antwoorden in staan, om je leven om te zetten in iets positiefs? En als je nou heel dikke pech hebt, iets vreselijks mee moet maken, lukt dat dan nog wel?

Ik ben opgegroeid met het credo “wie goed doet, goed ontmoet”. Aardig zijn voor een ander, zoveel moeite kost het niet, zorgt ervoor dat anderen ook aardig zijn voor jou. Een aardig gesprek, al was het maar twee zinnen lang, kan je een goeie bui bezorgen. Dat was een wijze les, maar tegelijkertijd maakten we ook sombere emoties mee in onze jeugd. Het leven was niet altijd gemakkelijk, zeker niet in de puberteit. Ik denk daar nog vaak aan als ik met leerlingen praat, zij zitten in dezelfde positie als wij destijds.

Ongeacht het niveau van het onderwijs maken ze genoeg ellende mee: scheiding, armoede, onzekerheid, prestatiedruk, vriendschappen, verkering aan/uit, lichamelijke en/of geestelijke ‘afwijkingen’ en nog veel meer. Pijnlijk genoeg komt het ene probleem bij een bepaald onderwijsniveau vaker voor dan bij een ander. Maar het kán iedereen overkomen. Het aantal leerlingen, dat écht niets meemaakt in hun jeugd waardoor ze een knauw krijgen, is op één hand te tellen. Blijf in dat geval maar eens positief. Soms heb je schijt aan aardig zijn voor een ander.

Als docent eis ik een proactieve houding in de les. Niet in je bank hangen, als je te moe bent voor de les dan meld je je maar ziek. Ik wens alle leerlingen een goedemorgen of -middag, en ik vind het prettig als ik een aardige opmerking terugkrijg. Voorheen zou ik, in het geval dat ik niets of slechts een grom terugkreeg, de leerling dieper in de ogen kijken en nogmaals, met iets luidere stem, goedemorgen wensen. Hopende dat deze mijn subtiele hint opvat als aanmoediging tot een beetje aardigheid terug. Dat is toch wel het minste dat je als docent mag verwachten?

Gelouterd door 25 jaar werkervaring, weet ik inmiddels wel beter. Die betreffende leerling heeft er geen zin in, snapt de hint niet (duh) en heeft wat anders aan het hoofd. Hoewel hij weet dat het inderdaad zo werkt dat een aardige opmerking meestal iets positiefs tot gevolg heeft, kost het nu simpelweg teveel moeite. Bovendien weet hij dat wij, de volwassenen, toch wel professioneel genoeg zijn om geduld te blijven uitoefenen, niet boos worden en hem opnieuw een kans geven, en nog een, en dat de rest van het schooljaar ook nog wel blijven doen.

Positief leven, hoe doe je dat? Als je ziet dat je leerlingen in de klas, na een aantal hints, soms na járen van hints, doorhebben hoe het werkt, de moeite willen doen om een vriendelijk woord te gebruiken, een glimlach op het gezicht te toveren, je aankijken bij binnenkomst en soms zelfs vragen hoe het met jóu gaat. Dat zijn wel mooie momentjes, hoor. Als je zo’n moment kunt gebruiken om er een leuke dag van te maken, alleen al voor jezelf, dan heb je in ieder geval die dag positief geleefd. Morgen is er weer een dag.

Olaf Koot Docent Engels en mentor op Etty Hillesum Lyceum

Rituelen

Ik schiet in de lach als ik op weg naar de stal, waar ik tot hilariteit van de boer dagelijks koeien knuffel, een aanhangwagen volgepakt met kerstbomen zie staan. Eind van de week gaan mijn buurtjes trouwen en vandaag gaan de mannen “de boog zetten”, zoals dat in Twente gebruikelijk is. Vanuit de stal hoor ik de eerste kettingzaag ratelen en als ik terugloop is het begin van een erehaag ontstaan. Niet alleen de “niendeur” wordt versierd. De hele oprit wordt meegenomen met maar liefst 27 kerstbomen. ‘Als we het doen, dan doen we het goed’, lachen de mannen. De mannen, noabers, hebben er duidelijk schik in. Noabers: een bijzonder begrip hier in Twente. Zeker op het platteland.

Noaberschap

Als ik een uurtje later een kop thee drink bij een vriendin komt het gesprek hierop. Als niet-Twentenaar is het soms lastig om bij dit soort rituelen te weten wat er al dan niet van je verwacht wordt. Dat je buurvrouw bent, betekent niet dat je automatisch noaber bent. Voor noaber word je gevraagd en andersom vraag je ook officieel of iemand jouw noaber wil zijn. En denk daar niet te lichtvoetig over. Als je dit commitment aangaat, wordt er van je verwacht dat je omziet naar elkaar. Dat je hulp verleent op die momenten dat dat door je noaber gevraagd wordt. Zo zorgen de “neugste noabers” bij een huwelijk voor de organisatie van het zetten van de boog en het vouwen van de roosjes.

Noaberschap verbindt. Dat is mooi, en terug te zien in de zorgzaamheid en het plezier van de noabers rondom de aanstaande bruiloft. Naast het werk dat verzet wordt en kosten die ruimhartig met elkaar gedeeld worden, is de nazit minstens zo belangrijk. Er wordt voor eten en drinken gezorgd en niet zelden gaat zo’n nazit door tot in de late uurtjes. In een bont gezelschap vouw en knip ik er twee dagen later lustig op los, 1.200 roosjes te gaan.

‘De rode draad is en blijft die van verbinding’

Verbinding

Tegen de tijd dat dit magazine verschijnt gaan we richting kerst. Ook zo’n feestelijk ritueel. De viering van de geboorte van Jezus. Bijzonder dat deze persoon na ruim 2.000 jaar nog altijd zorgt voor verbinding, omzien naar elkaar. Mensen komen samen, wapens vallen stil, al is het maar voor even. Kerstbomen zorgen voor gezelligheid. Licht van kaarsen verzacht kerken, huiskamers en de soms hardheid van het leven. De gulden regel van hoe, waar en met wie je kerst hoort te vieren, heeft plaatsgemaakt voor meerdere vormen. Men vindt elkaar in gezamenlijk gebed. Aan tafel tijdens het kerstdiner of bij het kijken naar de golden oldies “Home alone” of “Keizerin Sisi”. De rode draad is en blijft echter die van verbinding. Waar, met wie en op welke manier dan ook.

Vanuit die symbolische rode draad wens ik iedereen een warm ritueel van samenkomst, van omzien naar elkaar. Een stukje noaberschap. In iedere kerk, en/of in ieders thuis.

Elies Schledorn Docent levensbeschouwing en mentor op Twents Carmel College

CARMEL SPECIALS carmel.nl/ specials/vertel

Deel ook jouw verhaal! Scan de bovenstaande QR-code en deel jouw ervaring met ons!

» LIGGEN WE OP KOERS?

IN GESPREK MET LEERLINGEN...

‘GEEF ONS MEER KEUZEMOGELIJKHEDEN’

“De leerling ervaart ondersteuning bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen en eigenaarschap”, zegt Koers 2025. Is die wens al werkelijkheid? En wat kan de school nog beter doen? Leerlingen van het Marianum in Groenlo staken de koppen bij elkaar en kwamen met vijf adviezen voor hun school.

Meer lezen? Check koers.carmel.nl of scan de QR-code!

In gesprek bij het Marianum in Groenlo

Leerlingen

• Fie Goossens (2 havo/vwo), Alyssia Vaags (3 havo), Anne Venhoven (3 havo), Veerle

Melchers (3 vwo), Timo Kuipers (5 havo), Menno Huitink (4 havo), Max Heijmer (4 vwo),

Ruben Groot (6 vwo), Eva Weelink (5 vwo)

Gespreksleiders

• Ivar Gierveld (docent Nederlands, dyslexiecoördinator en vertrouwenspersoon),

Frank Harkink (docent geschiedenis), Mandy Stokkers (studie- en talentcoach)

Serie: liggen we op Koers?

In elke editie van Carmel Magazine gaan we op een Carmelschool met leerlingen in gesprek over één van de drie speerpunten uit de paragraaf ‘De Carmelleerling: wereldwijs en klaar voor de toekomst’ in Koers 2025. In dit tweede artikel uit deze serie praten we op het Marianum in Groenlo over het tweede speerpunt: in hoeverre voelen leerlingen zich ondersteund bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen en eigenaarschap? De meeste leerlingen zijn al lang naar huis als Fie, Alyssia, Anne, Veerle, Timo, Menno, Max, Ruben en Eva zich verzamelen in de vrolijk gekleurde studielounge van het Marianum in Groenlo. Ze geven hun vrije middag op om mee te denken over wat de school kan doen om leerlingen nog beter te ondersteunen op hun weg naar het nemen en voelen van verantwoordelijkheid. Als leerling heb je zelfvertrouwen en eigenaarschap (het besef dat je zelf de touwtjes in handen hebt) nodig om verantwoordelijkheid voor je eigen leerproces te kunnen nemen. Maar dat is geen gegeven. Zelfvertrouwen en eigenaarschap groeien door de jaren heen en een leerling mag daarbij ondersteuning verwachten van de school.

Leerlingen verschillen

Eerst maar eens helder krijgen waar we het precies over hebben, vindt studie- en talentcoach Mandy Stokkers, die deze middag heeft voorbereid. Nadat de leerlingen daar individueel 5 minuten hun gedachten over hebben opgeschreven, stuurt Mandy hen in kleine groepjes naar de whiteboards aan de wanden om op te schrijven waar ze aan denken bij “zelfvertrouwen”, “eigenaarschap” en “verantwoordelijkheid”. Docenten Frank Harkink en Ivar Gierveld lopen rond en stellen vragen. Al snel gonst het van de gesprekken. ‘Ik denk dat je als leerling zelf verantwoordelijk bent en dat de docent alleen op hoofdlijnen moet aangeven waar je staat’, zegt Timo (5 havo), whiteboardstift nog in de hand. ‘Maar dat werkt toch niet bij leerlingen die er met de pet naar gooien? En die zijn er ook’, werpt Eva (5 vwo) tegen. Dat is waar: leerlingen verschillen in hun behoefte aan ondersteuning. Het is een constatering die vanmiddag vaker zal terugkomen.

Onderwijscafés

Op het Marianum in Groenlo is het niet ongebruikelijk om leerlingen rechtstreeks te vragen wat zij nodig hebben. Na de eerste coronagolven begon de school met een serie Onderwijscafés om beter zicht te krijgen op de gemoedstoestand en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Daar ontstonden zulke mooie gesprekken dat de cafés een traditie lijken te worden, vertelt docent Ivar Gierveld. Hij is een van de initiatiefnemers en zorgt er onder meer voor dat de uitkomsten van de cafés op tafel komen in de teamvergaderingen van docenten. Ook dit schooljaar worden er weer cafés georganiseerd waar leerlingen een uur lang met elkaar en met medewerkers van gedachten wisselen over onderwerpen die het onderwijs raken. De cafés zijn een leuke manier om te sparren over hoe het op school beter kan, vindt Max. Net als de bijeenkomst van vanmiddag trouwens, zegt Timo. ‘Het is fijn dat iedereen het woord kan krijgen en dat je gewoon echt kunt zeggen wat je vindt.’

Vallen en opstaan

En wat vinden de leerlingen dan van de manier waarop docenten hen helpen om zelf de regie over hun leerproces te pakken? >>

Dat wisselt, zo blijkt als hen wordt gevraagd om goede en minder goede voorbeelden aan te dragen. Wat goed werkt, is als docenten bij een nieuw stuk leerstof bijvoorbeeld eerst voorkennis activeren: “Wat weten jullie zelf al over dit onderwerp?”. Of als leerlingen voor een opdracht of werkstuk zelf een onderwerp mogen kiezen dat hun interesse heeft. Het gaat er vooral om ‘dat je als leerling aan het denken wordt gezet’, zegt Alyssia, en daar is iedereen het wel mee eens. Maar of dat het beste bereikt wordt als docenten leerlingen heel vrij laten, daarover verschillen de meningen. ‘Dat vindt echt niet elke leerling fijn’, zegt Eva, die bij een recente portfolio-opdracht bijvoorbeeld liever meer sturing had gehad. ‘Maar het werkt wel’, vindt Max: ‘van vallen en opstaan leer je het meest'.

‘Vaak weet je het antwoord wel, maar heb je iemand nodig die even wat richting geeft’

Verschillen

Doordenkend constateert Anne dat het eigenlijk vooral belangrijk is dat docenten je in de denkstand zetten. ‘Dat ze je laten nadenken over je eigen vragen bij de stof. Vaak weet je het antwoord wel, maar heb je iemand nodig die even wat richting geeft.’ Veel docenten doen dat, zeggen de leerlingen. Wel denken ze dat docenten nog beter

Ook met leerlingen in gesprek? Bekijk de lesbrief!

Studie- en talentcoach Mandy Stokkers van Marianum Groenlo maakte een handige lesbrief bij dit speerpunt. In zes stappen komen leerlingen tot concrete adviezen voor hun eigen school, waarbij zij zelf zoveel mogelijk eigenaar zijn van het proces. De lesbrief is voor alle Carmelscholen beschikbaar via Carmel Intranet .

Je vindt ‘m via de QR-code!

zouden kunnen inspelen op hun verschillen in behoefte aan ondersteuning. Sommige leerlingen doen hun schoolwerk vol zelfvertrouwen en twijfelen zelden aan hun aanpak of product; anderen hebben meer behoefte aan uitleg, toetsen en feedback om er zeker van te zijn dat ze de stof beheersen en hun werk voldoende kwaliteit heeft. Opdrachten moeten duidelijk zijn, dat vinden ze allemaal. Maar waar Max bij de uitvoering het liefst zo min mogelijk sturing krijgt (‘daarmee word je het beste klaargestoomd voor de universiteit’) vindt Veerle ‘het juist fijn als een docent bij een opdracht tussendoor even meekijkt’ en stuurt ook Alyssia verslagen bij voorkeur even voor feedback naar de docent voordat ze ze definitief inlevert.

Keuzemogelijkheden

Voor die verschillen moet ruimte zijn, constateren de leerlingen als ze aan het eind van de bijeenkomst hun conclusies samenvatten in vijf adviezen aan de school (zie kader pagina 25). Ze zouden graag vaker zelf kunnen kiezen of ze uitleg volgen. Zónder dat de docent daar direct of indirect toch een oordeel over geeft (“Jou zou ik toch wel aanraden te komen…”). Jezelf eigenaar voelen van je eigen leren wordt ook makkelijker als docenten ‘aangeven waarom je bepaalde leerstof moet leren’, vindt Fie. En, constateert de groep, als docenten wat vaker zouden overleggen over de tussentijdse leermomenten die ze inbouwen om te checken of leerlingen bij een vak op koers liggen. “Hoeveel van die momenten moeten er zijn? Moeten het toetsen zijn voor een cijfer of willen jullie liever inhoudelijke feedback?" In de meeste gevallen zal het antwoord luiden: geregeld een tussentijds toetsmoment, maar minder cijfers en meer diepe feedback.

Daar waar wel cijfers worden gegeven, helpt het als ook gedrag en werkhouding meetellen, zegt Eva. ‘Dan voel je je zekerder dat het gaat lukken en ervaar je minder stress.’ Door uitleg en feedback vaker als optie aan te bieden, kunnen docenten beter tegemoetkomen aan de verschillen tussen leerlingen, is de conclusie. ‘Meer keuzemogelijkheden, maar wel onder begeleiding, dat is denk ik wat leerlingen nodig hebben’, vat Ruben samen.

‘Ook een leerling die problemen veroorzaakt wil gezien worden’

Respect

Maar hoe moet het dan met de leerlingen waar Eva het in het begin van de bijeenkomst over had? De leerlingen die – al of niet tijdelijk – in zichzelf nog niet de motivatie kunnen vinden om eigenaar te zijn van hun eigen leren? Voor die leerlingen maakt het een groot verschil als zij zich wel door docenten gerespecteerd voelen, zegt Menno. ‘Ook een leerling die problemen veroorzaakt wil gezien worden.’ Respect werkt motiverend, zegt Anne: ‘Als je uit jezelf niet zo gemotiveerd bent, helpt het als je het voor de leraar kunt doen. En dat ga je alleen doen als je het gevoel hebt dat je als gelijkwaardig wordt gezien. Respect geeft je het zelfvertrouwen dat je nodig hebt om te kunnen leren.’

Eva

5 adviezen aan de school

Dit adviseren leerlingen van Marianum Groenlo:

1. Laat ons vaker zelf kiezen of we uitleg willen volgen…

… zonder dat de docent of medeleerlingen daarover oordelen.

2. Zoek een balans tussen cijfers en werkhouding

Dat motiveert ons meer om bij het leren initiatief en eigenaarschap te tonen.

3. Overleg met ons over het aantal meetmomenten en de vorm daarvan

Sommigen van ons zien toetsen als een welkome stok achter de deur, anderen krijgen er vooral stress van.

4. Wees respectvol

Het geeft ons veel zelfvertrouwen als we ons door docenten gehoord en gezien voelen.

5. Bouw samen aan een feedbackcultuur

Diepere feedback helpt ons om meer eigenaar te worden van ons leerproces.

This article is from: