2012-10-01 Pakara viegbewegingen

Page 1

‘Vliegbewegingen’ Een vogel vliegt eigenlijk met zijn borstspieren. De grote borstspier zorgt voor de neerwaartse vleugelslag. Omdat een vogel zich hiermee als het ware tegen de lucht afzet, moet de slag en daarmee de spier heel krachtig zijn. De kleine borstspier trekt de vleugel weer omhoog. De staart is onmisbaar bij de landing. Door deze te spreiden en naar beneden te klappen kan de vogel afremmen. De vleugels worden bol getrokken als extra parachute. Vliegen is spelen met de luchtdruk. De bovenkant van de vogelvleugel is boller dan de onderzijde, waardoor de lucht boven sneller stroomt dan onder. Dat geeft een opwaartse kracht. Vogels hebben vier soorten veren, elk met een eigen functie. Donsveren zorgen voor de isolatie en hebben een veel lossere structuur dan de andere veren. De dekveren geven warmte en stroomlijning. Voor het vliegen zijn de grote slagpennen en de straatpennen onmisbaar. De slagpennen zorgen voor de opwaartse beweging en stabiliteit, met de staartpennen stuurt en remt de vogel.

Met dank aan ‘Pakara Nieuwsbrief’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.