Jaarverslag Platform Verantwoord Huisdierenbezit 2001.
2001 kende voor het PVH een moeizame start. Werkelijk alles dat verkeerd kon lopen liep verkeerd. Ten eerste zat de organisatie met het probleem van de actie die door enkelingen uit de achterban gestart werd eind 2000 met het uitdrukkelijke doel om het Platform op te blazen. Een lading suggestieve beschuldigingen kwam over ons. In de loop van 2001 is overigens ook bij de meerderheid van de achterban gebleken dat niets op feiten berustte en is wat dit punt betreft de rust weergekeerd. Ten tweede drukte het zwaar op de organisatie dat de pas ingewerkte secretaris om perikelen die geheel buiten het PVH omgingen, er onverwachts vandoor ging (met man en paard). Hierdoor konden begin 2001 een aantal zaken niet correct worden afgewerkt. Gelukkig trad per 1 mei 2001 Karin Schipper als ambtelijk secretaris in dienst van de organisatie. Er kan gesteld worden dat zij zich zeer snel heeft ingewerkt en haar taken tot volle tevredenheid uitvoert, snel en accuraat. Wel moeten we oppassen dat wij haar niet overbelasten. Zij is voor 20 uur per week in dienst, maar reeds na enkele maanden bleek dat feitelijk niet voldoende te zijn om alle taken uit te voeren. Een derde tegenslag was het overlijden van de secretaris van de Raad voor dieren Aangelegenheden, de heer drs.van Waveren. Niet alleen verloren we daarbij een bijzonder mens, maar het legde ook vrijwel alle activiteiten plat binnen de RDA. Het op non actief gaan van de RDA had overigens meerdere oorzaken; zoals een evaluatie van het Bureau Berenschot, die door de minister anders werd ge誰nterpreteerd dan door de Raad zelf en haar leden; het aftreden van de voorzitter wegens leeftijd en het niet tijdig benoemen van een nieuwe secretaris door de minister. Een volgende tegenslag, waar we allemaal mee te maken hebben gehad, was natuurlijk de MKZ crisis. Ook dit werkte verlammend op een aantal zaken, met name wat betreft de diverse overlegcircuits. Een behoorlijk aantal vergaderingen moest worden afgezegd of uitgesteld. Al deze tegenslagen werkten niet positief op het humeur van de meeste betrokkenen. Daarbij kwamen nog minder ingrijpende, maar wel lastige probleempjes zoals het wisselen van de wacht bij LNV. Soms wordt een mens er moedeloos van om
weer opnieuw een aantal zaken te bespreken met weer een nieuwe beleidsambtenaar. Zo is in de afgelopen jaren artikel 33 van de Gezondheid en Welzijnswet voor dieren onder de hoede geweest van ten minste 4 beleidsambtenaren. Hoewel we ons ervan bewust zijn dat deze de inleiding, op het aantreden van Karin Schipper na, niet juichend over komt, zijn het wel de feiten. Gelukkig ging er ook erg veel wel goed. In het verleden heeft het Platform altijd verreweg de meeste energie gestoken in het adviseren van de overheid. Dit was een bewuste keuze. Doordat het Platform niet voldoende kader heeft is het niet mogelijk om al die zaken aan te pakken die noodzakelijk zouden zijn. Het bestuur heeft begin 2001 het belangrijke besluit genomen om wat accenten te verleggen. Besloten is om structureel meer aandacht te geven aan voorlichting in de richting van de niet georganiseerde houder van hobbydieren. Dit overigens zonder de overheid te verwaarlozen. Dit heeft er tot op heden toe geleid dat een eerste aanzet van een website gereed is. Als alle inzet in de toekomst de resultaten op gaat leveren waarop wij hopen, dan heeft Nederland binnen enkele jaren een centraal adres (en misschien een bemenste telefoon) waar men met alle vragen betreffende het correct houden en verzorgen van dieren terecht kan. De website Na een eerste mislukte poging hebben we Dhr. dr. A. Ploeg bereid gevonden om als webmaster / manager op te treden. Binnen enkele maanden is een structuur opgezet die het goed functioneren van een site moet garanderen. Genoemd moet worden dat bij de start dankbaar gebruik is gemaakt van de resultaten van een onderzoek dat is uitgevoerd als afstudeerproject door 2 studenten van het Van Hall Instituut. De nieuwsbrief De nieuwsbrief waarmee we in 2001 zijn gestart blijkt een succes. Hoewel het moeilijk blijkt om regelmatig weer op tijd klaar te zijn, werd er redelijk op schema gewerkt. Het is een geslaagde poging gebleken om de communicatie met de achterban te verbeteren. De werkgroepen Er is constant aan gewerkt om de werkgroepen weer volledig actief te krijgen. De werkgroep Kleine Zoogdieren en de werkgroep Vogels zijn altijd actief gebleven.
Na een inzinking bij de start, mede als gevolg van alle eerder genoemde perikelen, is de werkgroep Vissen en ongewervelden op een perfecte wijze doorgegaan. Dit heeft al tot verschillende resultaten geleid. De werkgroep blijft zich zeer positief ontwikkelen. De werkgroep Honden en de werkgroep Reptielen hebben een goede start gemaakt. Voor de nabije toekomst staat op het prioriteitenlijstje van het Platform nog om de werkgroep katten weer op gang te brengen. Dit is tot op heden mede mislukt doordat de kattenwereld moeilijk tot samenwerking komt, maar we gaan serieus werken aan een nieuwe poging. De diverse werkgroepen zijn momenteel alle actief om invulling te geven aan de website. Daarnaast wordt hard gewerkt aan de serie voorlichtingsfolders die geproduceerd worden i.s.m. de Stichting Dierbaar. De resultaten hiervan zijn uitstekend te noemen. Verder ligt bij alle werkgroepen het verzoek om door te werken aan huisvestings en verzorgingsvoorwaarden die in de toekomst gehanteerd kunnen worden voor de diverse diersoorten. Als basis hierbij wordt gebruik gemaakt van de Duitse “Mindestanforderungen” die voor een groot deel al door de werkgroepen vertaald zijn. Naast deze activiteiten worden per werkgroep nog verschillende projecten uitgewerkt. Voorbeelden zijn een protocol voor kleine opvangcentra (wg kleine Zoogdieren), bijsluiters bij verzorgingsproducten (wg. Vissen), medewerking aan een gecertificeerde opleiding voor honden(en bazen) opvoeders (wg Honden), een protocol voor verkoop van dieren op specialistenbeurzen (wg Reptielen), etc. De projectgroepen art. 33 (GWWD) en art 13 (F&Fwet) zijn in 2001 niet bij elkaar geweest. De ontwikkelingen op dit moment zijn zodanig dat met name de Projectgroep art. 33 binnenkort weer bijeen wordt geroepen. De projectgroep PR heeft éénmaal vergaderd. Hierbij moesten we Wim Bosboom missen wegens een ernstige ziekte. Hij is inmiddels overleden. Wim Bosboom heeft jarenlang zowel de SATO als het PVH uitgebreid van adviezen voorzien betreffende de PR. In de loop van het jaar zijn alle contacten in de diverse circuits weer op gang gekomen. Er is intensief overlegd op diverse fronten. Het ministerie van LNV neemt de draad weer op. Er is intensief overlegd naar aanleiding van een beleidsnotitie die inmiddels is gevolgd door een nota en die het idee rechtvaardigt dat er binnenkort weer veel werk op ons afkomt. De contacten met LNV zijn, evenals die met Dibevo, de Stichting Dierbaar en de Dierenbescherming uitstekend te noemen. Zowel formeel als informeel vindt veel overleg plaats, vooral met betrekking tot de GWWD.
De adviseurs In 2001 hebben we wegens het aannemen van een andere functie, van 3 adviseurs/waarnemer afscheid genomen. Bij de Dierenbescherming is Mevr. drs. C. Torenbeek vertrokken. Voor haar is als waarnemer nog geen vervanger aangewezen. Bij De KNMvD is Dhr. drs. J. L. M. Vaarten inmiddels vervangen door Dhr. drs. F.J.W.C. van Herten. Bij de Faculteit voor Diergeneeskunde heeft Dhr. prof. dr. F .J. van Sluijs inmiddels de plaats overgenomen van de heer prof. Hellebrekers in ons adviescollege. De eerste gesprekken met beide heren waren bijzonder positief en opbouwend. In het verleden zijn de adviseurs door ons regelmatig verwaarloosd waar het gaat om informatievoorziening. Vanaf heden is afgesproken dat zij alle agenda’s en relevante stukken van de bestuursvergaderingen krijgen toegezonden, zodat zij tijdig kunnen reageren. De adviseursfunctie kan dan wat zinvoller worden ingevuld. Verder zijn zij welkom indien zij een vergadering of een deel ervan wensen bij te wonen. De Raad voor DierenAangelegenheden. De RDA is eind 2001 weer van start gegaan met zowel een nieuwe voorzitter, Dhr. prof. dr. C. J. G. Wensing, als een nieuwe secretaris, Mevr. dr. drs. I. D. de Wolf. Hoewel op dit moment slechts één inventariserende vergadering heeft plaatsgevonden, lijken de plannen die deze mensen naar voren hebben gebracht, bijzonder veelbelovend. Één van de zaken die voor ons van belang is, is dat in de toekomst meer tijd wordt besteed aan zaken de hobbydieren houderij betreffende. Het ligt in de bedoeling om binnenkort een aantal werkgroepen weer op gang te brengen. In de Raad hebben zitting Dhr. A. Achterkamp en als vervanger deskundige Mevr. drs. J. H.C. Brooijmans-Schallenberg speciaal voor zaken honden en katten betreffende en Dhr. prof. dr. P. Zwart voor zaken de gezondheid van dieren betreffende. De toekomst Na een depressief gestemde inleiding en een positief gestemde opsomming van wapenfeiten moeten we nog even kijken naar de toekomst. Voor 2002 ligt het beslist in de bedoeling om een aantal voorlichtingsavonden, c.q. fora, c.q. discussieavonden te plannen. We hebben hiervoor Dhr. B. Smoors (vice-voorzitter Lacerta) bereid gevonden om deze zaken uit te werken en te coördineren.
Zodra onze juridisch adviseur Jur Deckers de tijd er voor vrij kan maken, zal hij de cursus voor bestuurders gaan coachen die al enige tijd op uitvoering wacht. Toch ook hier wat kanttekeningen: We lijken er met ons allen niet in te slagen om bij onze eigen achterban voldoende draagvak te vinden om voor onze activiteiten voldoende hulp aangeboden te krijgen. De organisatie wordt langzaam volwassen, vinden we zelf, maar als we niet komen tot een uitgebreide samenwerking met de organisaties uit onze achterban, en gestoeld op het algemeen belang van de dierenhouder, lopen we vast in een gebrek aan mankracht en financiën. Voor de eerstkomende bijeenkomsten, zowel van bestuur, als met adviseurs, met werkgroepvoorzitters en met koepels, zal het een hot item zijn om een oplossing te vinden voor dit probleem. Het Platform kan veel meer doen dan ze tot op heden doet, wanneer we echt uitgroeien tot één organisatie met een eensgezind doel waarin het vaak doorschemerende egoïsme van de diverse partijen een minder grote rol gaat spelen. Te vaak horen we nog:” Wat worden wij er beter van?” Te weinig wordt gehoord: “ Wat is in het algemene belang van onze dieren en hun houders?”
A. Achterkamp. voorzitter