straategie
techniek
Uw eerste technische katern in Straategie, dat u helpt bij de totstandkoming van verantwoorde bestratingen. Goede producten, maar ook nog eens in een goed ontwerp, goed uitgevoerd en goed onderhouden. Dat maakt de kwaliteitscirkel rond. Het technisch katern kan op enkele techniekthema’s ingaan, zoals in deze uitgave, of geheel gewijd zijn aan één onderwerp. Meer informatie over techniek is te vinden op www.straategie.nl.
Techniekthema’s, met in deze uitgave: Ontwerp
Producten
• Dimensioneren van betonstraatsteenverhardingen
• Meerwaarde KOMO ten opzichte van CE
Regelgeving en normering Constructie • Dimensioneren van betonstraatsteenverhardingen • Een verantwoorde bestrating volgens de straatmakersbranche
• Meerwaarde KOMO ten opzichte van CE
Milieu • Meerwaarde KOMO ten opzichte van CE
Uitvoering Opdrachtverlening • Een verantwoorde bestrating volgens de straatmakersbranche • Dimensioneren van betonstraatsteenverhardingen
• Een verantwoorde bestrating volgens de straatmakersbranche
Onderhoud • Kalkuitslag
Software voor ontwerp elementenverhardingen “Het komt van onder”
Spelregels voor goede bestratingen
Fabrikanten hebben gekozen voor standaard topkwaliteit
CE: pas op om appels en peren te gaan vergelijken
Kalkuitslag: altijd tijdelijk
Beton, oneindig veelzijdig!
www.straategie.nl
Software voor ontwerp elementenverhardingen BESCON is een softwareprogramma voor het constructief ontwerpen van verhardingen met kleine elementen, waaronder betonstraatstenen. Het is ontwikkeld voor het ontwerp van normale, gangbaar belaste elementenverhardingen, zonder gebonden lagen. Het programma is getoetst aan gemeten spoorvorming. Met het programma kan de ontwerper derhalve het ontstaan van spoorvorming bij elementenverhardingen berekenen op basis van laagdikten en toegepaste materialen. Voldoet het ontwerp onvoldoende, dan kan het op tijd worden aangepast. Het rekenprogramma beschouwt het mechanisch gedrag van de verharding en vooronderstelt dat het ontwerp voldoet aan de meest essentiële basiseisen: • de elementlaag is voldoende opgesloten door een goede kantopsluiting; • vorstschade wordt voorkomen door voldoende drooglegging; Het rekenprogramma biedt de mogelijkheid om
• elementbreuk wordt voorkomen door toepassing van voldoende dikke elementen;
verschillende variabelen in te vullen, gebruikmakend van
• handhaving van elementverband vindt plaats door een goede relatie tussen voegwijdte, elementdikte en -omvang;
standaard bibliotheken én eigen ervaringscijfers.
• geen element-op-element contact door een minimale voegwijdte van circa 2,5 mm.
Het softwareprogramma werkt via input van gegevens uit bibliotheken met materiaalgegevens, eventueel gecompleteerd met eigen gegevens. Gerekend wordt met de variabelen ‘Voegmaterialen’, ‘Bestratingselementen’ (subbibliotheek betonstraatstenen), ‘Funderingsmaterialen’, ‘Zanden’ en ‘Typen natuurlijke ondergrond’ en ‘Verkeersgegevens’ (voertuigen en verkeerstypen). Via verkeersgegevens worden voertuigspecificaties, aslast-spectrum en contactspanningsverloop meegewogen. Als voorbeeld zijn bijgaand verschillende varianten voor het ontwerpen van een betonstraatsteenverharding uitgewerkt. CROWcd-rom D 935 ‘BESCON 1.0 - Dimensioneringsprogramma voor elementenverhardingen’ kost € 200,-, inclusief BTW en verzendkosten binnen Nederland. Informatie www.crow.nl/shop.
“Het komt van onder” Dr. ir. Huurman, afdeling weg- en spoorwegconstructies TU Delft, is samensteller van BESCON. Hij geeft op basis van wetenschappelijk onderzoek enkele waarschuwingen en tips aan de straatmakerij: • de grootste invloed op de kwaliteit van een elementenverharding komt van onder: van de fundering onder de elementenverharding. Deze is meer bepalend dan de steen of stenenlaag. Daarom kan ondanks een perfecte betonstraatsteen toch een verharding eenvoudig worden verprutst; • voldoende draagkracht wordt bereikt door enerzijds een goede keuze van funderingsconstructie en -materialen en anderzijds door een goede uitvoering, met name goede
2 straategie
verdichting. Met die sterke twee-eenheid is een hoop kwaliteit in straatwerk te winnen; • verdichten moet met geëquipeerd (zwaar) materieel plaatsvinden. Als verdichting niet voldoende in de aanlegfase plaatsvindt, doet het verkeer het later, maar wel met spoorvorming als resultaat; • een elementenverharding is mede dankzij de voegen een relatief sterke constructie. Feitelijk is het een vooraf gescheurde betonplaat, waarbij de betonstraatsteen een stijfheidsmodulus van 40.000 MPa bezit en de laag stenen een equivalente stijfheid van 1.000 tot 4.000 MPa scoort, een factor 10 tot 40 slapper dan de individuele betonstraatsteen. De voeg is daarom cruciaal om de beweging in de laag op te vangen onder invloed van verkeerslasten, waarbij de fundering de laag echt moet dragen; • de dikte van de stenen is gelet op de draagkracht van een verharding van secundair belang. Wel is de dikte van invloed op de breukkans bij kanteling en torsiekrachten door banden/verkeersbelastingen; • fabrikanten van betonnen bestratingsproducten moeten hun inspanningen verder uitbouwen om aan te geven hoe hun producten in het totaal wegontwerp passen. Op die manier wordt voorkomen dat met perfecte producten waardeloze bestratingen worden aangelegd, waarbij de stenen als het meest zichtbare product de schuld krijgen; • de kwaliteit van betonstraatsteenverhardingen kan aanzienlijk omhoog als serieus wordt gekeken naar fundering en verdichting. Het softwareprogramma BESCON is toegespitst op draagkracht en helpt om die essentiële schakel in de keten te versterken. In de drie grafieken is als referentie uitgegaan van een 80 mm dikke betonstraatsteen, onder optimale omstandigheden aangebracht, volgens gemiddelde eisen aan de gradatie van de fundering en met een normaal verdichte fundering (de groene lijn in de drie grafieken). Achtereenvolgens is de invloed van de steen-
dikte, de eisen aan de gradatie en mate van verdichting gevarieerd. Als algemene conclusie kan worden gesteld dat de steendikte minder van invloed is op de draagkracht/spoorvorming en daarmee op de levensduur van de constructie dan de funderingskeuze en verdichting. Investeren in de fundering loont klaarblijkelijk. •
Variatie in funderingskeuze en -uitvoering heeft veel invloed op een verantwoord resultaat. Funderingen bieden daarom dé kans voor een kwaliteitsslag in bestratingen.
straategie 3
Spelregels voor goede bestratingen Een goede bestrating hangt van meer af dan hoogwaardige betonnen bestratingsproducten. De Ondernemersbond Bestratingsbedrijven Nederland (OBN) laat bij monde van bestuurslid Henk Tuenter verschillende disciplines de revue passeren en geeft praktische tips.
kennis. Zij helpen de ontwerper waar nodig bij te sturen.
Ontwerp en materiaalkeuze Architecten moeten naar de mening van de OBN ook zorgvuldiger bekijken of het materiaal geschikt is voor het doel. Eén en ander in samenspel met de fundering. Grote formaten betonnen bestratingsproducten vereisen een bepaalde dikte én een goede fundering om breuk te voorkomen in situaties dat de bestrating zwaar wordt belast. Formaat, dikte, maar ook voegbreedte tussen elementen is belangrijk.
Ontwerp Naar de mening van Henk Tuenter gaan veel ontwerpen de fout in omdat landschapsarchitecten materialen toepassen die minder of niet geschikt zijn voor de beoogde functies. Er wordt tevens in veel gevallen te licht gefundeerd in verhouding tot de verkeersbelasting. Het is een te gemakkelijke gedachte dat een trottoir alleen maar belopen wordt. Ander voorbeeld: als op pleinen ook evenementen plaatsvinden moet rekening worden gehouden met een zware fundering. In het algemeen wordt de verkeersbelasting onderschat in de ontwerpfase, zo constateert de straatmakersbranche, die daar zoveel mogelijk op attendeert als de bestratingsbedrijven daarvoor de ruimte krijgen.
Ontwerphulp
foto links: Het verdichten van fundering c.q. zandbed is van wezenlijke invloed op de kwaliteit van de bestrating. foto rechts: Bij het handmatig vlijen is de voeg van groot belang. Betonnen bestratingsproducten met splintervrije kop en/of afstandhouders voorzien op voorhand in een goede voeg.
4 straategie techniek
Er zijn voldoende publicaties en richtlijnen die de ontwerper hierbij kunnen helpen. Tevens is mede onder regie van de CROW-werkgroep Elementenverhardingen het softwareprogramma BESCON op de markt gekomen, dat ondersteuning biedt bij het dimensioneren van bestratingen. Dergelijke programma’s zijn onontbeerlijk in combinatie met voldoende basis-
Voorbereiding uitvoering Het is de plicht van het bestratingsbedrijf om tekortkomingen in ontwerp en materiaalkeuze kenbaar te maken, alvorens men aan het straten gaat. Hetzelfde geldt voor de mate van verdichting van de fundering. Henk Tuenter ervaart dat veel te weinig aandacht wordt besteed aan het meten van de verdichtinggraad. Beschikbaar is de Proctor proef voor het meten van de verdichting van een puinfundering. Ook een zandpakket kan simpelweg door het prikken met een sondeerapparaat op de mate van verdichting worden gecheckt.
Kwaliteitseisen Aangezien bestratingsbedrijven vaak in onderaanneming van wegenbouwers werken, zou moeten worden toegewerkt naar het verplicht testen van de fundering. Eén en ander analoog aan de situatie in Duitsland waar een ingangscontrole geldt voor het bestratingsbedrijf aan de slag gaat. Gemeentelijke opdrachtgevers in Nederland werken meer en meer met een kwaliteitsplan waarin proefnemingen zijn opgenomen. Dit zal een belangrijke schakel worden in het beoogde eindresultaat van bestratingen.
Uitvoering Cruciaal bij straatwerk is de juiste voeg tussen stenen en tegels. Dit geldt zowel bij straten als bij vlijen. Bij deze laatste methode is het van wezenlijk belang om een voegbreedte aan te houden. De juiste voegbreedte is een kwestie van vakmanschap, van gevoel voor straten. Goede voegen zijn per definitie wat eenvoudiger te maken met maatvast betonnen bestratingsmaterialen, hoewel ook hier door productieverschillen en slijtage van de mal geringe afwijkingen in de maat voorkomen. Andere materialen kennen grotere afwijkingen en vragen om nog meer vakmanschap. Wanneer dit niet voldoende aanwezig is, wordt het lastig om de vereiste kwaliteit bestrating te halen.
Geen rechte zichtlagen Ten onrechte wordt gedacht dat de lagen in een bestrating altijd keurig recht moeten lopen. Dat is echter vooral een esthetische kwestie. Veel belangrijker is het volgens Tuenter om de vereiste voegbreedte aan te houden. Men doet de constructie tekort als de esthetische rechte lagen als uitgangspunt in bestek en uitvoering worden genomen. Ook al zeggen kwaliteitsnormen iets over afwijkingen. De constructie is meer gebaat bij straatwerk met juiste voegen. Bij maatvaste betonnen bestratingsmaterialen is de combinatie van sterke constructie en strakke lagen eenvoudiger te realiseren dan bij gebakken of natuurstenen materiaal.
Nabehandeling Even cruciaal als de juiste voegbreedte is het inzanden. Met een grote bezem invegen, vele malen heen en weer. En vervolgens nóg een keer trillen c.q. verdichten. Het goed, waterrijk inspoelen zodat het zand op die manier in de voeg
wordt verdicht, is een redelijk betrouwbaar alternatief. Helaas is de praktijk dat er zand over de bestrating wordt gegooid maar dat inbezemen en natrillen achterwege blijven. De nabehandeling verdient meer aandacht van bestratingsbedrijf en toezichthouder. In deelhoofdstuk 31.4 ‘straatwerk’ van de RAW 2005 staat onder 31.42.02 par. 06 de bepalingen rond deze bewerking omschreven.
Waarschuwing Verboden zou moeten worden dat veegauto’s in verband met de aanstaande officiële opening een bestrating te snel schoonvegen/zuigen. Mede op verzoek van winkeliers die het zand kwijt willen. Een bestrating is het meest gevoelig in de beginperiode als de voeg nog zwak is. Op het moment dat de voeg niet goed is ingeveegd en de bestrating toch wordt belast, is de kans op opwringen van zand, kruipen van de stenen en spoorvorming in de bestrating groter dan ooit. Wees gewaarschuwd. Wel dient er een compromis te worden gevonden tussen tijdig weghalen, voegen vol en de start van onkruidgroei.
Toekomst De OBN hoopt dat de technische MBO/HBO opleidingen meer aandacht gaan schenken aan bestratingen. Op die manier kan het niveau van toezichthouders in de toekomst op peil worden gehouden. In het verleden kwamen toezichthouders voort uit de straatmakerij, toen de meeste gemeenten nog eigen ploegen hadden. Nu zijn het veel meer theoretisch geschoolde mensen. Prima als er toezicht is, maar graag door mensen die de fijne kneepjes van het straatwerk hebben geleerd. Ook het toezicht is een essentiële schakel in hoogwaardige bestratingen. • Het natrillen van een bestrating is essentieel, voordat én nadat goed is ingebezemd. Het simpelweg afstrooien met straatzand is volstrekt onvoldoende, omdat de bestrating daarmee zwak is gedurende het eerste gebruik.
straategie techniek 5
Fabrikanten hebben gekozen voor standaard topkwaliteit
CE: pas op om appels en peren te gaan vergelijken KOMO-certificatie van betonbanden, betontegels en betonstraatstenen voorkomt chaos in de bestratingsector, stelt Gert Haas, voorzitter van de Technische Commissie van de gezamenlijke fabrikanten van betonnen bestratingsmaterialen en straataankleding.
Betonnen bestratingsproducten vallen onder KOMO en zitten daarmee automatisch op de hoogste kwaliteitsniveaus.
6 straategie techniek
“Juist voor de markt is het belangrijk dat op één bestek niet twintig aannemers met twintig verschillende kwaliteitsniveaus van producten inschrijven. Dat kan de situatie zijn als uitsluitend wordt gewerkt met de verplichte CE-markering. Eén stempel, maar mogelijk twintig verschillende kwaliteitsniveaus. De opdrachtgevers moeten dan maar zien hoe zij deze appels en peren vergelijken. Daarom leveren onze fabrikanten hun producten onder KOMO-keur. Altijd ingezet op
eenduidige hoge kwaliteitsniveaus. Daar is duidelijkheid over, zodat men inschrijvingen op andere gronden zuiver kan vergelijken. Over kwaliteit is geen discussie meer.” Het bijzondere is dat kwaliteitscertificatie volgens KOMO niet alleen te maken heeft met technische eisen. Het is volgens Gert Haas tevens een stuk klantvriendelijkheid en doorzichtigheid voor de markt. Bovendien wordt de kwaliteit beoordeeld door een onafhankelijke partij, door de Raad voor de Accreditatie als zodanig goedgekeurd. Allemaal om discussies over Europese kwaliteitsnormen te voorkomen.
Verschil in CE Want dat gevaar zit er met alleen CE wel in. De voorzitter van de Technische Commissie legt uit: “CE-markering wil niet zeggen dat een product allesomvattend op de Nederlandse kwaliteitsstandaarden wordt beoordeeld. CE bekijkt een aantal essentiële eigenschappen van betonnen bestratingsproducten, uiteenlopend van brandwerendheid tot veiligheid en van milieubelasting tot sterkte. Een fabrikant kan binnen die velden aangeven op welk niveau hij met zijn product wil zitten, want er zijn verschillende niveaus binnen CE. Daarom kunnen twee producten CE-gemarkeerd zijn, maar kan er een groot verschil zijn als de ene de hoogste en de andere de laagste klasse vertegenwoordigt.” Om aan die mate van ondoorzichtigheid een einde te maken, hebben alle BeST-fabrikanten bij de introductie van de Europese normen gekozen voor de hoogste kwaliteitsklassen. Alleen voor de afslijtproef van alle producten en buigtreksterkte van betonbanden wordt de één na hoogste klasse aangehouden als standaard. In de nationale annex van de Europese normen 1338 (betonstraatstenen) 1339 (betontegels) en 1340 (betonbanden) is aangegeven dat dit hoge niveau dé standaard voor Nederland is, op basis waarvan KOMO-certificaten worden afgegeven. En alle BeST-fabrikanten leveren onder KOMO-certificaat en dus onder die hoogste/hoge kwaliteitsklassen per 1 maart 2005.
Alles tussen extremen De ingrijpende overstap van nationale naar Europese normen is vorig jaar praktisch ingevuld door van zowel de oppervlaktefamilies als sterktefamilies de extremen te nemen en die via toelatingsonderzoeken uitvoering te toetsen. Op basis van dit extremenonderzoek kon in 2005 worden gesteld dat aan de hoogste klassen wordt voldaan. Inmiddels zijn ook - zoals de Europese normen vereisen - alle tussenliggende families getoetst en is per 1 juli 2006 100% zeker dat de gekozen hoge klassen gelden. Gert Haas: “Het had in theorie gekund dat bij die extremen een onjuiste keuze was gemaakt. Het aanvankelijk werken met extremen had te maken met de testcapaciteit. Onderzoek naar alle oppervlakte- en sterktefamilies vergt veel capaciteit. Bovendien is de vorst/dooizout proef geheel nieuw. Een gemiddelde fabrikant zit al snel op 50 beproevingen. Vandaar de praktische manier. Er zijn ook na álle keuringen geen veranderingen opgetreden: de gekozen KOMO-kwaliteit is en blijft de top.” Gert Haas geeft aan dat Nederlandse opdrachtgevers niet verplicht zijn KOMO te eisen. CE-marke-
ring is wel verplicht. “Maar dan wordt men direct geconfronteerd met een veelvoud aan kwaliteitsniveaus. Voor elk aspect kan een andere klasse gelden. Probeer daar nog maar eens wijs uit te worden, niet iedere opdrachtgever beschikt over de knowhow op gebied van kwaliteitseisen bij bestratingsproducten. Alleen enkele grote gemeenten hebben bijvoorbeeld een eigen laboratorium.”
Overzichtelijk en objectief “Wij waren in Nederland gewoon om met certificatie te werken en wel op een hoog standaardniveau. Die lijn hebben wij in Europees verband doorgetrokken. In plaats van te moeten kiezen uit een veelheid aan kwaliteitsniveaus en verdwaald te raken in de ondoorzichtigheid van CE, is de keuze via KOMO overzichtelijk en objectief gebleven. Aan de bovenkant van kwaliteit. Maar men mag nog hoger of lager. Hoger prima; dat doen gemeenten nu de verkeersbelasting alsmaar toeneemt. Lager kan, maar vereist zorgvuldigheid. Vergissing hebben de BeST-fabrikanten op voorhand willen uitsluiten met hun keuze voor internationale topkwaliteit.” •
KOMO en CE voor betonnen bestratingsmaterialen Wat zijn de verschillen tussen betonnen bestratingsmaterialen met het KOMO keurmerk en producten met alleen CE markering? De vergelijking betreft betonstraatstenen, betontegels en betonbanden op basis van de Europese normen EN 1338, EN 1339 en EN 1340. In de tabel is in kort bestek aangegeven wat de mate van controle is op het voldoen aan de eigenschappen van de normen en aan welke minimum prestaties moet worden voldaan onder KOMO. Bij CE mag de producent de bepaalde waarde voor de betreffende eigenschap opgeven, de afnemer moet dan zelf beoordelen of het gevraagde niveau wordt behaald.
Eigenschap Externe controle Externe controle door certificatie-instelling Technische prestaties Maatafwijkingen stenen en banden Maatafwijkingen tegels Deklaag en vellingkant Afwijking vlakheid, kromheid Verschil diagonalen (alleen stenen en tegels) Vorstdooizout bestandheid Slijtbestandheid Sterkte stenen Sterkte tegels en banden Breuklast (alleen tegels) Glij- / slipweerstand Bouwstoffenbesluit
Producten met KOMO merk
Producten met CE markering
Ja, KOMO certificaat
Nee, fabrikanten eigen verklaring
Ja, overeenkomstig eis NEN-EN 1338 resp 1340 Ja, voldoet aan aanbevolen prestatieklasse NEN-EN 1339 Ja, overeenkomstig eis NEN-EN normen Ja, overeenkomstig eis NEN-EN normen
Geen eis Geen eis Geen eis Geen eis
Ja, voldoet aan aanbevolen prestatieklasse NEN-EN normen Ja, voldoet aan aanbevolen prestatieklasse NEN-EN normen Ja, voldoet aan aanbevolen prestatieklasse NEN-EN normen Ja, overeenkomstig eis NEN-EN 1338 Ja, voldoet aan aanbevolen prestatieklasse NEN-EN 1339 resp 1340 Ja, voldoet aan aanbevolen prestatieklasse NEN-EN 1339 Ja, wordt geacht te voldoen Ja, voldoet
Geen eis Geen eis Geen eis Ja, opgave niveau door fabrikant Ja, opgave niveau door fabrikant Ja, opgave niveau door fabrikant Ja, wordt geacht te voldoen Geen eis
straategie techniek 7
Kalkuitslag: altijd tijdelijk Het is esthetisch vervelend: bij vocht kan de vrije kalk uit cementgebonden bestratingsproducten aan de oppervlakte komen en kalkuitslag of kalkuitbloei veroorzaken. Dit fenomeen is te verminderen, maar niet te voorkomen. Het treedt echter slechts de eerste paar jaar op en feitelijk alleen in de vochtige perioden in voorjaar en najaar. Kalkuitslag heeft géén negatieve invloed op sterkte of duurzaamheid van betonnen bestratingsproducten.
Vermindering
Het proces van hydratatie en carbonatie
Wanneer water en cement met elkaar in contact komen, reageren ze met elkaar (hydratatie). Er ontstaat cementsteen. Tijdens deze reactie wordt een aanzienlijke hoeveelheid zogenaamde vrije kalk (calciumhydroxide) gevormd. Deze is voor een deel opgelost in het poriewater in het beton. De meegevoerde vrije kalk reageert net onder het betonoppervlak met kooldioxide (CO2) uit de lucht tot calciumcarbonaat, dat zich afzet rond de uitgang van de poriën. Het is wit van kleur en moeilijk oplosbaar in water. Dit proces herhaalt zich totdat de porie verstopt raakt met calciumcarbonaat. Het zogenaamde droogfront bevindt zich hierbij gedurende langere tijd aan het betonoppervlak.
Vocht van buitenaf Als het betonoppervlak nat blijft (bijvoorbeeld door regen of zelfs condensvorming) wordt het calciumcarbonaat niet afgezet in de poriën ónder het betonoppervlak, maar juist óp het betonoppervlak. Door de aanwezigheid van een waterfilm verspreidt de vrije kalk zich via het water over het betonoppervlak. Door de grote buffer vrije kalk in het beton kan zich gedurende enkele jaren vrije kalk over het betonoppervlak verspreiden. Uit het beton komt die vrije kalk naar buiten, totdat het water op het oppervlak zijn verzadigingspunt heeft bereikt. Voortdurend vocht van buitenaf zal dus steeds meer vrije kalk aan het beton kunnen onttrekken. Een toenemende hoeveelheid calciumcarbonaat zal tot zichtbare kalkuitslag leiden.
a Cement wordt omgezet in calciumsilicaathydraten en vrije kalk b Aan de monding van de capillairen zet zich kalk af: beginnende
Droging
carbonatie c De capillairen groeien dicht: gevorderde carbonatatie Ontleend aan ’Uitbloeiing en uitslag’, FEBELCEM
Na de eerste verharding in klimaatkamers blijft het jonge beton gevoelig voor kalkuitslag, omdat het verhardingsproces immers net aan de gang is en de producten op het tasveld verder uitharden. Bij bestratingsproducten kan juist op het tasveld de nodige kalkuitslag ontstaan. De producten worden in pakketten gestapeld en precies op de plaatsen waar de producten tegen elkaar aankomen, bestaat gevaar voor condensvorming. De kalkuitslag manifesteert zich veelal in het midden. Aan de randen, waar het beton verder is uitgedroogd, is geen kalkuitslag zichtbaar. Het is de reden waarom fabrikanten meer aandacht zijn gaan schenken aan het drogingproces om zo kalkuitslag te verminderen. •
a
8 straategie techniek
b
c
Bron: Technische Commissie BeST; informatieblad kalkuitslag op beton(steen), ENCI december 2001
Het vraagstuk van kalkuitslag is de laatste jaren verminderd. Ten eerste kan het verschijnsel worden voorkomen door producten van een coating te voorzien. Hierdoor wordt de vrije kalk opgesloten. Ten tweede blijkt bij beter verdicht beton en toevoegingen van andere hulpstoffen eveneens het vraagstuk te verminderen. Aangezien de betonindustrie steeds vaker met moderne, dichtere betonmengsels werkt, wordt kalkuitbloei ook op die wijze getackeld. Ten derde is er de toenemende keuze voor (gewassen) kleurvaste betonnen bestratingsproducten. Met veel natuursteen toeslagmateriaal in de deklaag wordt kalkuitslag minder, omdat de fabrikant zal pogen zoveel mogelijk natuursteen aan de oppervlakte te hebben en weinig bindmiddel/cement. Het is tevens zo dat met het wegslijten van de cementhuid de natuurstenen toeslag door de jaren heen steeds krachtiger tot uitdrukking komt.
Principe