Escher Tentoonstellingsboek (Paleis Soestdijk)

Page 1




Colofon Uitgever: Cultureel Organisatiebureau Artifex Onderzoek: Ars Longa Auteur: Ellen Toonen (Ars Longa) Correcties: Stella Toonen Vormgeving: Ars Longa i.s.m. Studio Misc. Vormgeving en productie tentoonstelling: Ars Longa ISBN: 978-90-9027011-1 Alle werken en tekst van M.C. Escher © M.C. Escher Company B.V. Baarn - Nederland M.C. Escher® is een geregistreerd merk. www.mcescher.nl Alle Italiaanse foto’s © Mark Veldhuijsen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een (geautomatiseerd) gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digital, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende. Organisatie: Cultuur Organisatiebureau Artifex Rapenburgerstraat 123 1011 VL Amsterdam Telefoon: 020 – 620 81 12 Rijksgebouwendienst

www.paleissoestdijk.nl www.artifex.nu

Volg ons op: facebook en twitter

www.arslonga.nl


voorwoord

Voorwoord Augustus 2012

Eind 2010 is besloten - nadat vanaf 2007 ca. 650.000 mensen een bezoek aan Paleis Soestdijk hadden gebracht - om naast de beperkte openstelling van het paleis (3 dagen/week) op het landgoed Soestdijk ook culturele evenementen en andere passende activiteiten te organiseren: “Soestdijk in transit”. De Rijksgebouwendienst/Paleis Soestdijk en de partners Cultureel Organisatiebureau Artifex en cateraar Albron hebben vanaf maart 2011 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten om deze vernieuwde openstelling te realiseren. Er is op Soestdijk vanaf die datum al het nodige te doen geweest, met als hoogtepunt de succesvolle openluchtopera ‘Orfeo ed Euridice’. Paleis Soestdijk en Baarn horen bij elkaar, maar er is nog een andere relatie tussen Baarn en een inmiddels wereldberoemde kunstenaar, die gedurende ca. 30 jaar inwoner van Baarn is geweest. Dat waren ook zijn meest productieve jaren. Als we die kunstenaar nu ook eens met Soestdijk zouden kunnen verbinden! Met enige trots kunnen we melden dat we er in zijn geslaagd, om in nauwe samenwerking met de heer W.F. Veldhuysen van de M.C. Escher Foundation en met de vakkundige hulp van Bureau Ars Longa, een unieke expositie van ruim 80 werken van Maurits Escher tot stand te brengen. Dit bleek eigenlijk ook een lang gekoesterde wens van de familie Veldhuysen, die naast -eveneensinwoner van Baarn, verzamelaar/eigenaar is van het werk van Escher. De M.C. Escher Foundation bezit wereldwijd het copyright op alle werken en teksten van M.C. Escher Wij wensen u zeer veel plezier en inspiratie bij uw bezoek aan deze tentoonstelling. Naast de werken van Escher is er ook een aantal persoonlijke attributen en privéfoto’s te zien, die de bezoeker een kijkje achter de schermen van de kunstenaar geeft. Wij hopen van harte dat deze catalogus de herinnering aan uw bezoek aan de expositie op Paleis Soestdijk van deze unieke kunstenaar levend houdt!

W.F. Veldhuysen - Chairman M.C. Escher Foundation J.A.M. Altenburg - Directeur Paleis Soestdijk R. Borsboom - Directeur Cultureel Organisatiebureau Artifex

003


inleiding

Wandelingen in de tijd Van Italië naar Baarn

Expositie M.C. Escher 17 augustus - 18 november 2012 in Paleis Soestdijk, Baarn

“Je ziet alleen maar wat je ziet ... maar wat zien we eigenlijk?”

Citaat M.C. Escher.

M.C. Escher is een wereldwijd beroemde graficus. Het werk van deze Nederlandse kunstenaar weet een miljoenenpubliek te boeien. Het bekendst is hij geworden met werk waarin hij speelt met wiskundige principes: grafiek waarin naadloos aansluitende patronen geleidelijk veranderen in herkenbare figuren of prenten waarin onmogelijke constructies zijn verbeeld. Deze expositie voert u mee naar de twee meest vruchtbare periodes uit Eschers leven. Escher heeft dertien jaar in Italië gewoond en maar liefst dertig jaar in Baarn. Hier beleeft hij zijn meest succesvolle periode. De expositie toont veel hoogtepunten uit het werk. Naast de originele grafiek zorgt een grote collectie privéfoto’s voor extra persoonlijke informatie. Bovendien zijn er artefacten, archiefstukken en brieven te zien; zo krijgen bezoekers een intiem kijkje achter de schermen. Locatiefoto’s tonen de huidige omgeving van plekken, de bron van inspiratie voor een aantal van Eschers landschapsprenten. Aan de hand van zijn werk en persoonlijke citaten krijgt u een beeld van Eschers belevingswereld. De waarneming is Eschers belangrijkste bron van inspiratie. Uit prenten en persoonlijke citaten blijkt dat hij het kijken vaak ervaart als een ‘openbaring’, waarbij hij plotseling geraakt wordt door een onverwachte schoonheid of een bijzondere eigenschap. Escher is een knap observator van zijn omgeving, waarbij hem significante details in het oog springen die een ander niet zou opmerken. Zijn nauwkeurige observaties en belangstelling voor perspectief en optische illusie vormen ook de basis voor de creatie van zijn ‘beeldpuzzels’ waarmee hij het oog van de toeschouwer op een geraffineerde manier weet te bespelen. Paleis Soestdijk als decor voor deze ‘wandelingen in de tijd’ geeft een bijzonder stijlvol accent aan deze expositie. We nodigen u graag uit tot kijken en beleven!

Jeugdjaren Maurits Escher, zijn ouders noemen hem Mauk, wordt op 17 juni 1898 geboren in Leeuwarden. Zijn vader is waterbouwkundig ingenieur en wordt Hoofdingenieur- Rijkswaterstaat Groningen en Friesland. Van zijn vier zoons is Maurits de jongste. Het gezin woont in de kapitale woning “Princessehof”, dat inmiddels een museum is geworden.

004


inleiding

1903 -1918 In 1903 wordt vader Escher benoemd tot Hoofdingenieur - Directeur Rijkswaterstaat te Arnhem. Maurits brengt zijn jeugd in Arnhem door. Zijn schoolprestaties zijn matig, maar hij blinkt uit in tekenen. Tijdens zijn middelbare schoolperiode maakt hij al linoleumsneden en fraaie tekeningen met pen en inkt.

1918 Maurits krijgt extra privéles en studeert vervolgens enige tijd architectuur aan de Technische Hogeschool in Delft. Hij moet er echter mee stoppen als blijkt dat hij het examen van de HBS toch niet heeft gehaald.

1919 Na zijn onafgemaakte studie in Delft gaat Maurits naar de School voor Bouwkunde en Sierende kunsten in Haarlem. De bedoeling is, overigens met een duidelijke sturing van zijn vader, om architect te worden. Zijn tekenleraar Samuel Jessurun de Mesquita heeft oog voor Maurits’ grote interesse voor grafische technieken en stimuleert hem om errmee door te gaan. Na het overtuigend gesprek dat De Mesquita met zijn ouders voert, krijgt Maurits toestemming om zich volledig met grafisch werk bezig te houden.

Italiaanse periode 1922-1935 De periode dat Escher in Italië leeft is wellicht de gelukkigste in zijn leven. Hij leert er zijn vrouw kennen en twee van zijn drie zonen zijn er geboren. Tijdens de vele Italiaanse voettochten maakt hij een enorme hoeveelheid schetsen en tekeningen. Ze worden later in het atelier vertaald naar realistische houtsneden, houtgravures en litho’s. Ook in latere, meer abstracte periodes maakt hij nog regelmatig gebruik van deze schetsen.

Baarnse periode Tijdens zijn Baarnse periode wandelt Escher gedisciplineerd elke dag na het avondeten door de Baarnse en Vuursche bossen. Onder meer deze “draaiommetjes in het bos” vormen een aanleiding om tot nieuwe thema’s en ideeën te komen. In deze periode realiseert Escher zijn meest beroemde werken, waaronder vooral prenten die een visueel conflict aangaan tussen twee- en drie dimensies en die elke perspectivische mogelijkheid aftasten. Eenmaal in de ban van zulke geometrische perfectie kan het oog van de toeschouwer zich bijna niet meer losrukken. Ellen Toonen Ars Longa, Amsterdam 005


Op r e i s n a a r It a l i ë

Op reis naar Italië “Mijn kronkelende wegen voeren mij over de kammen der heuvels. Ver zie ik uit over het Toscaanse landschap, ver, tot aan den golvenden horizon der Apennijnen Ik ga zitten op een steen – want ik kan niet beschrijven het wonderlijke gevoel dat mij de liefelijke schoonheid geeft van alles wat rondom mij in de stille avond is. En mijn arme oogen staren en mijn arme hersens pogen het onbevattelijke te bevatten.”

Citaat M.C. Escher.

boven

Escher schetsend op zijn reisschildersezeltje.

006

Zijn eerste zelfstandige reis naar Italië maakt Maurits in 1922. Samen met een stel vrienden keert hij terug naar Florence, waar hij al eerder met zijn ouders is geweest, om daar alle kunstschatten te bekijken. Uit geldgebrek breken een aantal vrienden de reis voortijdig af en trekt Maurits samen met een overgebleven vriend langs het Italiaanse platteland. Ze wandelen, tekenen en genieten van de kunst uit de renaissance. Het stel bezoekt onder meer San Gimignano, Volterra en belandt in Siena, een stad die volgens Maurits “rust en inspiratie” afdwingt – in tegenstelling tot een stad als Florence waar hij zich vooral “opgejaagd voelt om toch vooral niets te missen”. Minutieus houdt hij zijn reisdagboek bij. Daarin noteert hij bijvoorbeeld wat een overnachting of maaltijd kost of welke plekken en kunstwerken indruk op hem maken. Veel van deze inspirerende plekken zijn nog steeds herkenbaar terug te vinden, zoals te zien is op


O p reis naa r I t a l i ë

de locatiefoto’s bij het werk. Na Assisi zet Maurits zijn tocht voort. In Ravenna raakt hij verslingerd aan de mozaïeken uit de zesde en zevende eeuw. De herhaling van motieven, zal later een van de bouwstenen gaan vormen van zijn eigen oeuvre. Via Ravenna belandt hij in Venetië waar hij de Biënnale bezoekt en kennis neemt van de kunst van dat moment. Ook in Milaan gunt hij zich geen rust. Na een lange tocht van twee en een halve maand keert hij terug naar Nederland om, zoals hij zijn vader schrijft “niet teveel te verwerken te hebben”. Daar werkt hij opgedane impressies, schetsen en tekeningen verder uit.

Met de klok mee

In Corte, Corsica / Op weg van Scanno naar Viletta Barrea, Calabrië. mei 1929 / Etna, 1924.

007


Op r e i s n a a r It a l i ë

Straatje in Scanno, Abruzzi Litho jan. 1930

“Voor zover ik heb kunnen nagaan, blijken weinig of geen van mijn medemensen op dezelfde manier als ik getroffen te worden door wat zij om zich heen aanschouwen.”

008


O p reis naa r I t a l i ë

Scilla, Calabria Litho jan. 1931 Escher beschrijft de sfeer in Calabria:

“Op onze vriendelijke vragen kwamen slechts morrende antwoorden; onze blonde haren, vreemde kleeding, en rare bagage wekten blijkbaar groote argwaan.” Eschers vriend, de Zwitserse schilder en citerspeler Roberto Schiess begint te spelen.

“Het was een ontroerend wonder dat zich voltrok. Toen eindelijk de snaren zwegen en de rappe handen stil werden, keek de citerspeler op, glimlachend, zeker van zijn macht, en om hem heen stond een dichte haag van toehoorders die losbarstten in applaus en riepen: bravo! bravo! bis! bis!”

009


Op r e i s n a a r It a l i ë

Tropea, Calabria Litho jan. 1931

“En mocht ik ooit met mijn prentjes en houtsneden een enkel menschje een moment gelukkig maken – zo deed ik dat niet uit altruïsme of optimisme; ik maakte ze slechts voor mijn eigen plezier.”

010


O p reis naa r I t a l i ë

Atrani, Amalfitaanse kunst Litho aug. 1931

“De bokkesprongen die ik op lithografisch gebied bega, kosten mijn arme drukker dikwijls hoofdbrekens en bezorgen zowel hem als mij hartkloppingen als wij de steen prepareren.”

Landschap nabij Siena Tekening

“Zoveele malen liep ik uren lang door de landen rondom Siena , en ik liet mij willoos leiden door de kronkelende wegen over heuvels en door dalen.”

011


Op r e i s n a a r It a l i ë

Gemummificeerde priesters in Gangi, Sicilië Litho aug. 1931

“toen een aantal straatjongens op het plein voor de kerk vroegen of we soms de ‘doode priesters’ wilden zien, wisten wij niet wat ons te wachten stond (…). Bijna alle wanden waren voorzien van lange rijen nissen, waarin zich de bewuste “doode priesters” bevonden. Ik schat het totaal

012

aantal op een honderd stuks. Het waren gemummificeerde lijken. (…) De ons begeleidende jeugd, die geen blijk gaf van grooten eerbied jegens dit bataljon van dooden en zich vermaakte met elkaar om de ooren smijten van de priestermutsjes, die zij dikwijls van de fraai behaarde schedels nam, toonde ons o.a. een der mummies, wiens schedel door een bijlslag gekloofd was: wraakneming der mafia.”


O p reis naa r I t a l i ë

Overdekt steegje in Atrani Houtgravure nov. 1931

“Ook de grafiek is zulk een eerlijk handwerk en ik beschouw het als een voorrecht om lid van het gilde der grafici te zijn. Het snijden met een guts en het graveren met een burijn in een spiegelglad gepolijst houtblok, is niet iets waarop je prat hoeft te gaan; het is gewoon een prettig werk.”

013


Op r e i s n a a r It a l i ë

Rotswoningen (bij Sperlinga), Sicilie Houtsnede jan. 1933

“Een klein stukje rots b.v.: het is prachtig, - maar er is niets waaraan je houvast hebt, er is geen te omvatten vorm, het gaat zoo door naar alle kanten en je weet niet waar je begint en waar je ophoudt. Er komt dan ook niets van terecht natuurlijk. Het gekste is dat, wanneer je zoowat geteekend hebt, dat je dan ziet hoe belachelijk onzeker of al je lijntjes zijn, en hoe gecompliceerd of je tekening eruit ziet - terwijl hetgeen je nateekent zoo allereenvoudigst is.”

014


O p reis naa r I t a l i ë

Tempel van Segeste, Sicilië Houtgravure dec. 1932

“Ik zou een tweede leven lang kunnen vullen met het werken aan mijn prenten.”

015


Op r e i s n a a r It a l i ë

Porte Maria dell’ Ospidale, Ravello Houtsnede feb. 1932

“Ik geloof dat het maken van prenten zoals ik dat doe, bijna alleen een kwestie is van het zo verschrikkelijk graag goed willen doen.”

016


O p reis naa r I t a l i ë

Landschap nabij Siena Tekening

“De voor mij absoluut nieuwe sfeer waarin ik leef, de verrassende onverwachtheden en ongekende stemmingen die mij in deze gezegende woonplaats iederen dag opnieuw geboden worden, zouden niet met voldoende dankbaarheid door mijn hart en met voldoende opnemingsvatbaarheid door mijn hersens verwerkt kunnen worden (…) zoo ik niet poogde met teekenstift en houtsnee-guts de overdaad waaraan ik hier blootsta vast te leggen en voor een wijle aan de vervloekte vergetelheid te ontrukken.”

017


Op r e i s n a a r It a l i ë

Ravello Tekening

“God, god ik wou dat ik eens een beetje beter leerde tekenen! Wat kost het toch een inspanning en volharding om het goed te trachten te doen. Zo nu en dan ben ik het delirium tremens nabij van louter zenuwen. Het is eigenlijk al-

018

leen een kwestie van taai volhouden, met voortdurende, zo mogelijk onbarmhartige, zelfkritiek.”


O p reis naa r I t a l i ĂŤ

Opi, Abruzzen Krabtekening

“ik ken geen grooter genot dan zwervende door dalen en door heuvels, van dorp tot dorp, de ongekunstelde natuur op mij te voelen inwerken en het onverwachte en nooit gedachte te genieten, de grootst denkbare tegenstelling met het dagelijks leven thuis. Dikwijls denk

ik eraan zulke tochten later in gezelschap van mijn zoon of zonen te kunnen ondernemen: dat moet wel voor kinderen het grootst denkbare genot zijn.�

019


De It a l i a a n s e p e r i o d e

De Italiaanse periode “Ik wil mijn vreugde hebben aan de allerkleinste kleinigheidjes ... en ik wil hier proberen om deze allerkleinste nietigheidjes zoo natuurlijk na te teekenen om te beseffen hoe groot ze zijn … Je ziet, met je neus er vlak op, hoe mooi of dat alles is en hoe eenvoudig, maar als je begint te teekenen, dan besef je pas hoe ontzettend gecompliceerd en hoe vormeloos die schoonheid is.”

Citaat M.C. Escher.

boven

Jetta, met op de achtergrond Atrani en de Amalfitaanse kust.

020

Maurits beseft dat de omgeving thuis hem minder tot werken inspireert. Na een reis door Spanje keert hij voor de derde keer terug naar Italië. Opnieuw zwerft hij door Toscane en bezoekt stadjes als Pisa en Siena. Soms lukt het hem de ‘overdaad’ aan schoonheid in een tekening te verwerken. Hij schrijft veelvuldig naar het thuisfront. Soms in jubelstemming: “Ik maak een zoo mooie houtsnee en dat maakt mij zoo blij”, soms somber, wanneer hij bijvoorbeeld schrijft over het schrikbewind van de fascistische regering. Zijn beheersing van de Italiaanse taal vordert maar moeizaam. Ook mist hij het contact met het nieuwe dadaïsme, een kunststroming die op dat moment in Nederland in opkomst is. Hij verkoopt ondertussen af en toe eens wat werk. In 1922 verschijnt het boekje ‘Scholastia’ met daarin Maurits’ illustraties, maar hij kan er niet van leven. Tijdens zijn Italiaanse periode ontvangt hij kredietbrieven van zijn vader die hem financieel volledig ondersteunt. Vanuit Siena reist Maurits naar Rome en Napels en later naar Ravello. In deze periode probeert hij zijn tekenvaardigheid te bevorderen. Hij wil beter leren kijken en gebruikt zijn tekeningen als dagboek. Het werk uit deze periode blijft hij levenslang gebruiken, als hij op zoek is naar onderwerpen voor houtsneden of litho’s. Het tekenen vanuit een hoog standpunt is typerend voor Eschers werk. Vanuit dit blikveld is het mogelijk de omgeving soms wat anders te rangschikken en op een ruimtelijke manier in kaart te brengen. Hij is altijd op zoek naar structuur; het pittoreske aspect is voor hem minder van belang. Daarbij is hij zich bewust van het spanningsveld tussen het beperkte formaat van een stuk papier en de volledige onbegrensdheid van de natuur. Hij creëert dikwijls een extra ruimtelijk effect door het contrast tussen zwart en wit te versterken


D e I taliaan s e p e r i o d e

links Huwelijksfoto. Links van het bruidspaar de ouders van de bruid,de heer en mevrouw UmikerCattaneo en rechts de ouders van Mauk, de heer en mevrouw EscherGleichmann. 16 juni 1924.

of door conflicterende standpunten te gebruiken, waarbij het lijkt alsof je zowel naar boven als beneden kijkt. Aanvankelijk neemt het maken van een tekening Escher twee dagen in beslag, maar hij voert het tempo steeds meer op. In het hotel in Ravello ontmoet hij Jetta Umiker, dochter van een Zwitserse zijdefabrikant. De Umikers hebben lange tijd in de buurt van Moskou gewoond, maar moesten vluchten voor de revolutie in Rusland. Luisterend naar de gruwelverhalen van haar vader neemt Maurits terloops de ingetogen Jetta met steeds meer belangstelling op. ’s Winters verblijven de Umikers in Italië en voordat ze weer naar Zwitserland vertrekken is Maurits tot over zijn oren verliefd. “Ik voelde zo sterk dat de twee afzonderlijke klanken onzer zielen tesamen een mooi accoord zouden kunnen vormen.” Hij schrijft zijn vader dat hij Jetta ten huwelijk heeft gevraagd en laat weten dat hij in Italië wil blijven. Het stel trouwt in 1923 in Viareggio. Al worden Eschers eerste tentoonstellingen in Italië en Nederland goed ontvangen, voorlopig moeten ze blijven leven van de toelage van hun beide ouders.

links

Jetta in via di Citta, Siena. november 1924.

021


De It a l i a a n s e p e r i o d e

Portret G. Escher-Umiker (Jetta) Houtsnede feb. 1925 “Handen kunnen niet liegen Vaak zijn de ogen en de mond mooi Maar vals wanneer ze lachen. Handen kunnen niet bedriegen. Het ontroerendste van het menselijk lichaam zijn nog voor het hart de handen: Zij dragen in zich het gevoel. Men beroert het leven met de vingertoppen. Het beweeglijkste van het menselijk lichaam Zijn na de mond de handen: Zij voeren de ideeën uit. Het mooiste en zachtste van jouw lichaam Zijn na jouw hart je handen. Zij hebben mij ontroerd. Je vingers, lang als die van een dief, Hebben zachtjes mijn hart gestolen. Waarom hebben ze het uitverkoren?”

Maurits schrijft dit gedicht voor Jetta. Ook op deze houtsnede krijgt haar hand een centrale plaats.

022


D e I taliaan s e p e r i o d e

San Cosimo, Ravello Litho jan. 1932

“Ik wil mijn vreugde hebben aan de allerkleinste kleinigheidjes, aan een mosplantje van 2 cm diameter op een stukje rots, en ik wil hier proberen, wat ik al zo lang wenste, nl. om deze nietigheidjes zo nauwkeurig mogelijk na te tekenen, en om te beseffen hoe groot ze zijn.�

023


De It a l i a a n s e p e r i o d e

Castrovalva (Abruzzi) Litho feb. 1933

“Ik heb bijna een hele dag op dit smalle bergpaadje zitten tekenen. Boven mij was een school en ik genoot van heldere kinderstemmen die liedjes zongen.�

024


D e I taliaan s e p e r i o d e

(Klooster bij) Rocca Imperiale, Calabria Litho feb. 1931

“Des middags wandelde ik naar Rocca Riperelna langs prachtige kleine weggetjes, over beekjes met donkere olmen en lichte populieren er langs. De Rocca zelf is klein en zeer steil, ongeveer 41 cm hoog. Aan de eene zijde ligt een zeer schilder achtig klein dorpje.

Van de rots maakte ik een schets. Deze natuur is de mooiste die ik tot dusver zag. Het groote contrast tusschen de kale steile rotsen, en de grijze vulkanische heuvels waarop niets groeit en de prachtige groene akkers en zware loofbomen boeit mij zeer.� 025


De It a l i a a n s e p e r i o d e

Amalfitaanse kust Houtsnede in zwart en verschillende tinten grijs, gedrukt in zes blokken dec. 1931

“In mijn prenten ben ik, wat de architectuur betreft, sterk beïnvloed door Zuid-Italiaanse bouwwerken, waar dikwijls Noormanse, Romaanse, Saraceense en Moorse invloeden in zijn te onderkennen. O.a. ben ik verzot op ‘broodjes’(kadetjes-) overkoepelingen en platte, witgekalkte daken en gepleisterde muren. Bijna al deze elementen zag ik aan de Amalfitaanse kust. Het is een vorm van nostalgie naar het zonnige zuiden die uit mijn prenten spreekt.”

026


D e I taliaan s e p e r i o d e

Palm Houtgravure in zwart en grijsgroen, gedrukt van twee blokken feb. 1933

“De dingen die ik wil uiten zijn zo prachtig en zuiver.”

Pineta van Calvi, Corsica Houtsnede in lichtgrijs, donkergrijs en zwart, gedrukt van drie blokken jun. 1933

“Gedurende de omzwervingen lijkt dat (wat je ziet) alles werkelijkheid, maar later in de herinnering erkent men dat het was als een droom; denk ik nu terug aan wat ik het voorjaar in Corsica doorleefde, herinner ik mij een geluid, een geur, een stemming, dan wordt mij de ontroering te machtig.”

027


verblijf in rome

Verblijf in Rome “Des avonds na 8 uur tot 11 uur of 12 uur ‘s nachts, schetste ik in Rome, in dat verwonderlijke prachtige nachtelijk Rome, waarvan ik zooveel meer houd dan van dezelfde architectuur overdag. Alle overmatige Baroktierelantijnen waarmee Rome vervuld is (Rome is toch bij uitstek een Barok-stad, ondanks de Romeinsche en Middeleeuwsche resten) vervagen des nachts. Daarbij helpt de moderne indirekte verlichting met groote schijnwerpers, die de ouderwetse straatlantaarns op de belangrijkste punten hebben vervangen, er aan mee werkt om het fantastische effect te verhoogen.”

Citaat M.C. Escher.

Trotse vader Escher met oudste zoon George ( Giorgio).

028

Na een verblijf van drie maanden in Nederland keren Maurits en Jetta naar Italië terug en vinden een huis in Rome. Ze ontmoeten veel nieuwe vrienden en reizen in de lente en zomermaanden vaak door Italië om te tekenen. Ondertussen gaat Maurits steeds meer exposeren in Italië, Nederlanden en Zwitserland. Hij verkoopt in deze hele periode zo’n 350 prenten maar de totale opbrengst is nog geen zevenduizend gulden. Escher blijft experimenteren en maakt zich veel nieuwe technieken eigen. Zo experimenteert hij met lithografisch krijt op perkament. Met behulp van een bepaalde krabtechniek leert hij zichzelf het werken op steen aan. Het is een goede voorbereiding op het beoefenen van de lithografie, waar hij iets later mee start. In Italië wordt deze techniek zelden beoefend. Aanvankelijk werkt Escher, net als bij de houtsnede, van zwart naar wit toe. De gebruikelijke methode is echter om met zwart te tekenen op een witte steen. Maurits’ ouders en zijn broer Nol maken in 1925 een reis door het Italiaanse deel van Tirol. Bij het beklimmen van de Wildspitze maakt Nol een noodlottige val. Hij wordt begraven op het kerkhof in Murano. Het is een traumatische gebeurtenis die, uiteraard ook op Maurits, een grote impact heeft.


verblijf in r o m e

links Maurits met Jetta in Rome, via Nicotera 5. januari 1924.

Dan is er gezinsuitbreiding op komst. Op 25 juli 1926 krijgen Jetta en Maurits hun eerste kind: George. Twee jaar later, op 8 december, wordt de tweede zoon, Arthur, geboren. Vader Escher stelt zijn zoon in staat een groter huis te kopen, schitterend gelegen op een helling van de Monte Verde met uitzicht op de Tiber. Deze woning wordt origineel ingericht en heeft zelfs een ruim en licht atelier. De werktafel, de eetkamer en een paar dressoirs worden door Escher zelf ontworpen. Maar de levensomstandigheden in Rome gaan sterk achteruit. Er heerst tyfus en de staatsinvloed van Mussolini neemt steeds meer toe. De kinderen moeten een uniform gaan dragen en er worden fascistische liederen gezongen op school. Familie Escher besluit ItaliĂŤ de rug toe te keren en kijkt uit naar een nieuwe verblijfplaats.

links

Woonkamer huis in Rome; via Alessandro Poerio 122. januari 1926.

029


verblijf in rome

Nachtelijk Rome: Colosseum Houtsnede apr. 1934

“Is het mogelijk dat een mens ze kan navoelen. sterveling, nee, ik bedoel Zoiets kan ik me helemaal de mens, tot zulke, bijna niet meer indenken.� eindeloos en tijdloos grote gedachten komt? Dat kan ik me nog niet indenken. Goed; maar hoe is hij dan Gods-ter-wereld in staat ze vorm te geven, ze te zeggen, zodat een ander

030


verblijf in r o m e

Nachtelijk Rome: de “Dioscuro” Pollux (Piazza del Campidoglio) Houtgravure apr. 1934 Escher werkt aan de map “Nachtelijk Rome”, met twaalf houtsneden. Als experiment maakt hij de ene prent in horizontale, de andere juist in verticale lijnen. Hij beschrijft de reacties van de omstanders tijdens het schetsen.

“Zoo heb ik ook meenige bewonderende uitingen opgewekt door ‘mijn linksheid’. Dat een linkerhand kon teekenen, dat interesseerde hun (de omstanders) meer dan de vraag of het resultaat goed was of niet. Zoo teekende ik dus elke avond en werkte de schets ’s daags daarna uit op hout.”

031


verblijf in rome

Nachtelijk Rome: Zuilengalerij (Colonnade) van Sint Pieter (Portico van Bernini) Houtsnede mrt. 1934

“Begin 1935 verschafte ik mij met behulp van een “hooge” Hollandsche priester, toegang tot den St. Pieter, d.w.z. ik kreeg verlof om te teekenen bijna overal waar ik wilde, en wel voornamelijk op het dak van de kerk en van den koepel, in de kerk en in de ondergrondse gewelven. Ik werkte er twee weken, vooral op het dak, en teekende een tiental schetsen.”

032


verblijf in r o m e

San Michele dei Frisoni, Rome (tiende eeuw) Litho jun. 1932

“Een graficus heeft in zijn wezen iets van een troubadour; hij zingt en herhaalt in iedere afdruk steeds hetzelfde lied.”

Senglea, Malta Houtsnede in zwart, grijs en grijsgroen, gedrukt van drie blokken okt. 1935

“Wat een fantastische gewaarwording is het op zo’n vrachtboot, als je, ’s nachts wakker wordend in je hut, opeens rekenschap kunt geven van dat contrast met je onwrikbare bed op het land, waarin je gewend bent om stil en horizontaal te liggen, terwijl je bed op zee voortdurend om die horizontaliteit heen schommelt.”

033


verblijf in rome

Sint Pieter (gezien) vanaf de Gianicolo (Rome) Houtsnede feb. 1935

“Als wij ooit samen naar Rome gaan, dan zal ik je rond leiden in dat Rome waar ik van houd; dan gaan wij loopen in de van menschen gezuiverde fantastische decors, als in een prachtige droom en dan eindigen wij in een van die onnoemelijke vele kleine volkskroegjes en drinken een glas Frascati

034

om wat bij te komen, of, als je wilt, om verder te dromen in die onwerkelijke wereld, zoals ik dat alleen deed na mijn tekenseances.�


verblijf in r o m e

Hand met spiegelende bol (zelfportret in bolspiegel) Litho jan. 1935 Escher beschrijft zijn eigen waarneming bij het kijken in de spiegelende bol:

“…van de omgeving kan hij, via een spiegel, een veel vollediger afbeelding maken dan door directe waarneming, want hij ziet in de weerkaatsing nagenoeg de hele ruimte om zich heen; (…) zij het verwrongen, in een kleine cirkel gecomprimeerd. Zijn eigen hoofd, exacter uitgedrukt het punt midden tussen zijn ogen, ziet hij precies in het centrum van de cirkel weerspiegeld. Hoe hij zich ook wendt of draait, het gelukt hem niet uit dat middelpunt te komen: het ego blijft onwrikbaar de kern van zijn wereld.”

035


eschers meest bekende werken

Eschers meest bekende werken “In Zwitserland, België en Nederland, waar ik mij achtereenvolgens vestigde, treffen de uiterlijke verschijningsvormen van landschap en architectuur mij minder dan met name het zuidelijk deel van Italië. Noodgedwongen moest ik mij dus wel verwijderen van een min of meer directe en natuurgetrouwe weergave van mijn omgeving. Deze omstandigheden stimuleerden ongetwijfeld in hoge mate het ontstaan van innerlijke beelden.”

Citaat M.C. Escher.

In 1935 vertrekt Maurits naar Zwitserland en vestigt zich met zijn gezin in het plaatsje Château-d’Oex, de plek waar ook Jetta’s ouders wonen. Ze ervaren het verblijf als saai. Ze missen de Italiaanse cultuur, de aanloop van vrienden, het klimaat, maar bovenal de fraaie Italiaanse omgeving. Maurits en Jetta besluiten in 1936 een tocht langs de kusten van Italië, Frankrijk en Spanje te maken. Ze bezoeken voor de tweede keer het Alhambra in Granada, een beroemd veertiende-eeuws Moors paleis. Ze maken er talloze schetsen van de mozaïeken. Maurits raakt gefascineerd door de orde en symmetrie die er heerst, iets dat uiteindelijk een keerpunt in zijn oeuvre veroorzaakt. Thuis zet hij zijn zoektocht naar de systematiek van deze ‘regelmatige vlakverdeling’ voort. Hij bekijkt vooral mozaïeken die bestaan uit patronen van gesloten vormen en zonder overlapping het gehele oppervlak bestrijken. Hij onderzoekt de verhouding tussen deze vormen en bouwt een praktisch systeem op waarbij hij de patronen laat verschuiven, spiegelen en draaien. Het valt hem op dat in Moorse mozaïeken alleen abstracte patronen voorkomen, wat samenhangt met de Moorse religie waarin het afbeelden van mens- en dierfiguren verboden is. Later zal Escher de abstracte vormen door herkenbare figuren gaan vervangen. Het vertrek uit Italië legt de grondslag voor een totaal nieuwe manier van werken. De nadruk in Eschers werk ligt nu steeds minder op wat hij waarneemt in zijn omgeving, want steeds vaker construeert hij beelden die ontstaan uit zijn gedachten en persoonlijke interesses. Halverwege 1937 raakt Jetta in verwachting van haar derde kind en familie verhuist het gezin naar een voorstad van Brussel. Er breekt een succesvolle periode aan voor Escher, want zijn nieuwe stijl waarin hij ‘beeldgedachten’ uitwerkt wordt enthousiast ontvangen. En uiteraard is ook de geboorte van zijn zoon Jan een feestelijke gebeurtenis. Maar dan sterft in 1939 Eschers vader. Niet lang daarna, in mei 1940, wordt Brussel door de Duitsers bezet. Vlak daarop sterft ook Eschers moeder. Maurits en Jetta besluiten te verhuizen naar het 036


eschers mee s t b e k e n d e w e r k e n

Escher in zijn atelier in Baarn. Voor zich een van de houtblokken en afdruk van de houtsnede “Ruiter�.

landelijke Baarn. In 1941 huren ze een huis aan de Nicolaas Beetslaan. Escher zal dertig jaar lang in Baarn blijven wonen, een periode waarin hij voortdurend werken maakt die succesvol worden ontvangen. Zijn populariteit groeit enorm en rond 1950 breekt de periode aan waarin zijn wereldwijde erkenning volgt. 037


eschers meest bekende werken

Ontwikkeling I Houtsnede nov. 1937

038

“In den aanvang (rand) is alles grijs en ontwikkelt zich tot volkomen zwart en wit in het centrum, terwijl wat de vorm betreft, aan de rand het

vierkant zich gaandeweg naar het centrum ontwikkelt en vervormt tot de gecompliceerde dier–contour.�


eschers mee s t b e k e n d e w e r k e n

Dag en nacht Houtsnede in zwart en grijs, gedrukt van twee blokken feb. 1938

“Er kwamen ideeën bij me op die met het grafische vak niks te maken hebben, denkbeelden die mij zo boeiden, dat ik ze met alle geweld aan anderen duidelijk wilde maken. Dat kon niet met woorden geschieden, het waren geen literaire gedachten, maar typische denk‘beelden’, die voor anderen alleen verstaanbaar worden als men er een af ‘beelding’ van toont.” Lucht en water I Houtsnede jan. 1938

“Het is zeer boeiend voor mij om mijn werk door anderen te horen interpreteren, vooral om dat de zin, of het symbool dat men er soms in ziet bij mij, bewust althans, volkomen afwezig is. Ik geloof dat ik nooit enig werk maakte met als doel om iets bepaalds te symboliseren, maar het feit dat men er soms een symbool in aantreft is voor mij van waarde, want ik aanvaard dan gemakkelijker de onverklaarbaarheid van mijn hobby’s die mij niet met rust laten.”

039


eschers meest bekende werken

Balkon Litho jul. 1945

“Laten we niet vergeten, dat een ruimtelijke weergave van deze huizenblokken waar de zon op schijnt, een fictie is, dat ons papier een plat vlak blijft ook al tekenen wij er lichte en donkere vlekken op. Als een soort van zelfspot is, in het midden van de prent, ten tweede male een poging gedaan om de rust van het papier te verstoren en te doorbreken: wij hebben een buil in het papier geslagen.�

040


eschers mee s t b e k e n d e w e r k e n

Ontmoeting Litho mei 1944

“Er is een circelvormig gat in het midden, opdat nog zo veel mogelijk van de achterwand zichtbaar zou blijven. Zo zijn de mannetjes tevens gedwongen in een circel te lopen. Dat doen zij dan ook braaf en zo moeten zij elkaar op de voorgrond wel tegen komen. De zwarte pessimist blijft tot het einde toe

waarschuwend zijn vinger opsteken, maar de witte optimist komt hem vrolijk tegemoet en zo drukken zij elkaar dan maar de hand.�

041


eschers meest bekende werken

Ruiter Houtsnede in rood, zwart en grijs, gedrukt van drie blokken jul. 1946

“Op ogenblikken van groot enthousiasme, schijnt het mij toe, dat er nooit op de wereld, door niemand, zoiets moois en belangrijks gemaakt is. Kort daarop – een kwestie van uren – zie ik er plotseling niets meer in en treft mij de volkomen nutteloosheid van al dat armzalige gepruts.”

042


eschers mee s t b e k e n d e w e r k e n

Andere wereld Houtgravure en houtsnede in zwart, roodbruin en groen, gedrukt van drie blokken jan. 1947

“De mens schept zich een oppervlakkig beeld. Maar als hij er dan geen diepte aan kan geven, laat zijn voorstelling dan ten minste zo volledig mogelijk zijn. Laat hem trachtten, een beeld te maken min of meer gelijk aan dat wat een vogel ziet, wiens oog bijna de gehele ruimte om hem heen te gelijker tijd aanschouwt. (…) Laat hij proberen die vogelblik te benaderen, want de plaats waar hij zich bevindt wordt niet alleen bepaald door wat hij recht voor zijn neus ziet, maar eveneens door het dak boven zijn hoofd en de grond onder zijn voeten.”van toont.”

043


eschers meest bekende werken

Boven en onder Litho in bruin jul. 1947

“Fundamentele begrippen als boven en onder, binnen en buiten, rechts en links, dichtbij en veraf, blijken relatief te zijn, naar believen inwisselbaar. Geheel nieuwe verbanden tussen, punten, vlakken en ruimten, tussen oorzaak en gevolg vormen hier ruimtestructuren die vreemde en toch volmaakt mogelijke werelden oproepen.�

044


eschers mee s t b e k e n d e w e r k e n

Tekenen Litho jan. 1948

“Mijn werk is een spel, een heel serieus spel.”

045


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Dertigjarig verblijf in Baarn “Wie zich verwondert geeft ook rekenschap van een wonder. Door zintuigelijk open te staan voor raadsels die ons omringen en door mijn gewaarwordingen te overdenken en te analyseren, kom ik in de buurt van het domein van de wiskunde. Hoewel exact-wetenschappelijke training en kennis me ten ene male ontbreekt, voel ik mij dikwijls meer met mathematici verwant dan met mijn eigen beroepsgenoten.”

Citaat M.C. Escher.

Eschers interesse in ‘regelmatige vlakverdeling’ blijft in de periode dat Escher in Baarn woont een belangrijke rol spelen. Het vormt dikwijls de basis voor de ontwikkeling van nieuwe thema’s. Bij werken in de zogenaamde ‘metamorfose’-serie veranderen abstracte patronen steeds in concreet herkenbare beelden en omgekeerd. Soms verbeeldt Escher een kringloopgedachte, waarbij herkenbare figuurtjes laat oplossen in een grillig patroon dat, in een kringloop, steeds weer opnieuw lijkt te transformeren. Eschers broer Beer, hoogleraar in geologie, wijst hem erop dat zijn werk parallellen vertoont met‘kristallografie’ een vakgebied binnen de geochemie. Escher heeft nauwelijks wiskundige kennis maar probeert zich erin te verdiepen en mathematische afbeeldingen te doorgronden. Zo doet hij talrijke kristallografische experimenten en ontwerpt een eigen systematiek. Steeds vaker houdt hij zich 046


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

bezig met abstracte thema’s en experimenteert hij met perspectief, onbegrensde ruimte, spiegelingen, inversie, relativiteit, conflicten tussen platte en ruimtelijke dimensies en onmogelijke figuren. Hij blijkt in staat wiskundige ideeën op een laagdrempelige en uiterst visuele manier te vertalen naar zijn grafiek. Daarbij weet hij basale tegenstellingen, zoals ‘boven’ en ‘beneden’, soms op een verrassende manier met elkaar in evenwicht te brengen. Na 1950 verschijnen artikelen over Eschers werk in buitenlandse kranten. Zijn bekendheid neemt wereldwijd steeds meer toe. Hij krijgt steeds intensiever contact met wiskundigen en kristallografen daardoor neemt zijn belangstelling voor speciale kristalvormen, wiskundige fenomenen en begrippen steeds meer toe. Die contacten zorgen voor inspiratie en leiden vaak tot nieuwe thema’s in zijn werk.

047


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Drie bollen I Litho apr. 1946

“We zijn van kinds af aan gewend tweedimensionale beelden driedimensionaal te interpreteren.�

048


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Oog Mezzotint, zevende en definitieve staat okt. 1946

“Het liefst zou ik mij mij daarin naar behoren gaan uiten in de ‘zwarte zou kunnen uitdrukken?” kunst’-techniek met haar prachtige fluweelen en diepe grijzen en zwarten – maar waar zou ik die techniek kunnen leeren (wie doet daar nog aan tegenwoordig?) en hoe lang zou het duren voor ik

049


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Sterren Houtgravure okt. 1948

“Ik wandel steeds in raadselen. Er komen telkens jongelui die zeggen: u maakt ook OpArt. Ik weet nog steeds niet wat dat is, OpArt. Dit werk maak ik al dertig jaar lang.” “De hippies in San Francisco gaan maar door met het clandestien drukken van mijn werk. Enige gruwelijke resultaten kreeg ik weer in handen door bemiddeling van een vriendelijke klant daar in de buurt.”

050


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Dubbele planetoïde (Dubbele planeet) Houtgravure in groen, donkerblauw, zwart en wit, gedrukt van vier blokken, tweede staat dec. 1949

“Twee onwrikbaar in elkaar vergroeide tetraëders, elk van een andere kleur, de een met driehoekigpiramidale bouwwerken waarin menschachtige wezens wonen; de

andere met rotsen, vreemde plantengroei en voorwereldlijke dieren; het geheel gevat in een circelvormig zeer donkerblauw vlak, hetgeen wel ongeveer de illusie schept dat men

de planeet met een verrekijker waarneemt.”

051


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Wentelteefje Litho nov. 1951

“Het heeft een langgerekt, uit hard-geschubde geledingen gevormd lichaam en drie paar poten, waarvan de voeten gelijkenis vertonen met die van de mens. In het midden van de dikke, ronde kop, die voorzien is van een sterk gebogen papegaaiensnavel, bevinden zich de bolvormige ogen die,

052

op stelen geplaatst, ter weerszijden van de kop, ver uitsteken. In gestrekte toestand kan het dier zich, traag en bedachtzaam, door middel van zijn poten voortbewegen over een willekeurig gevormde grond. (…) Zodra het echter een lange weg moet afleggen en daartoe een betrekkelijke vlakke bodem tot zijn

beschikking heeft, drukt het met zijn kop op de grond en rolt zich bliksemsnel op, waarbij hij zich afduwt met zijn poten, voor zover deze dan nog op de grond staan. (…) Door zich beurtelings af te zetten met een van zijn drie paar poten, kan het een grote snelheid bereiken.”


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Predestinatie (Verkeerde wereld) Litho jan. 1957

“Vissen eten nooit vogels zoals ze in Predistinatie doen, maar vogels houden van vis. Geef uw kanarie Ons Prachtig Vacuumgedroogd Visvoer en u zult horen hoe hij zingt als een nachtegaal!”

Vlakvulling I Mezzotint mrt. 1951

“Een vlak, dat men zich naar alle zijden onbegrensd voortzet moet indenken, kan volgens een beperkt aantal bepaalde systemen tot het oneindige gevuld worden met, of verdeeld worden in gelijkvormige meetkundige figuren, die elkaar aan alle zijden begrenzen zonder dat er ‘lege plekken’ overblijven.”

053


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Sterren Houtgravure okt. 1948

“Ik wandel steeds in raadselen. Er komen telkens jongelui die zeggen: u

054

het clandestien drukken van mijn werk. Enige gruwelijke resultaten kreeg ik weer in handen door bemiddeling van een vriendelijke klant daar in “De hippies in San Francisco gaan maar door met de buurt.” maakt ook OpArt. Ik weet nog steeds niet wat dat is, OpArt. Dit werk maak ik al dertig jaar lang.”


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Relativiteit Litho jul. 1953

“Als zij zich op een trap naast elkaar, in dezelfde richting voortbewegen,

dan klimt de ene naar boven, terwijl de andere naar beneden gaat. Gaan zij in tegengestelde richting, dan kruisen hun wegen elkaar, maar van een ontmoeting kan geen sprake

zijn, want zij weten niets van elkanders bestaan en ieder kent slechts zijn eigen wereld.�

055


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Spiralen Houtgravure in zwart en grijs, gedrukt van twee blokken dec. 1953

“Maar intussen blijft al die techniek slechts een middel en geen doel. Het doel dat hij zich stelt is wat anders dan een technisch volmaakt uitgevoerde prent. Zijn doel is: dromen of gedachten of problemen voor anderen waarneembaar te maken en aan anderen mee te delen.”

Hol en bol Litho mrt. 1955

“Er zijn twee fluitspelende jongens afgebeeld. De linkse kijkt neer op het kruisgewelf van een huisje. Hij zou door het raam waar hij tegen leunt, naar buiten kunnen klimmen, over het dak heenlopen en naar beneden kunnen springen op de donkere vloer voor het huisje. De rechter fluitspeler echter ziet dat zelfde dak, als hij zich naar voren buigt, als een overkoepeling boven zijn hoofd en hij zal het wel laten om naar buiten te klimmen, want voor hem gaapt daar een peilloze afgrond.” 056


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Bevrijding Litho apr. 1955

“Misschien streef ik wel uitsluitend verwondering na en tracht ik dus ook uitsluitend verwondering bij mijn toeschouwers te wekken. Met de ‘schoonheid’ is het soms kwalijk gesteld.”

057


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Omhulsel Houtgravure en houtsnede in zwart, bruin, blauwgrijs en grijs, gedrukt van vier blokken mei 1955 Escher omschrijft deze prent aan zijn zoon Arthur:

“In zekere zin een portret van moeder op jeugdige leeftijd, met een achtergrond van schapewolkjes, in 4 kleuren gedrukt. Mijn naaste huisgenoten vinden het alle drie een, voor mijn doen goed geslaagd, geval hoewel zeer eigendommelijk.�

058


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Diepte Houtgravure en houtsnede in bruinrood, grijsgroen en donkerbruin, gedrukt van drie blokken okt. 1955

“Na schier eindeloze moeite beëindigde ik mijn nieuwe vissenprent. Hoewel ik er absoluut niet over tevreden ben (de eenvoud van de uit te drukken ‘diepte suggestie’, is dan ook wel een van de moeilijkste opgaven die ik mij ooit gesteld heb) kan ik toch ook niet als volkomen mislukt beschouwen. (…) Ter eventuele verzachting van een vernietigend oordeel diene het volgende: als motief kon ik slechts een zeer vereenvoudigde visvorm gebruiken, meer een symbool dan een echte vis, omdat het ‘ding’ zich circa tachtig maal, telkens uit een iets andere hoek gezien, herhaalt. De beoogde diepte werking tracht ik te suggereren op allerlei manieren; elke manier op zichzelf moet houtsnedevakkundig onderzocht en bereikbaar zijn.”

059


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Zwanen (witte zwanen, zwarte zwanen) Houtgravure feb. 1956

“Niemand kan een lijn tekenen die geen contourlijn is, elke lijn deelt een eenheid in een veelheid. Bovendien roept elke gesloten contour, wat de vorm er ook van is, (…) het gevoel van ‘binnen’ en ‘buiten’ op, snel gevolgd door een suggestie van ‘dichtbij’ en ‘ver weg’ van object en achtergrond.”

Prentententoonstelling Litho mei 1956

“Twee geleerde heren (…) hebben mij indertijd tevergeefs trachtten duidelijk te maken dat ik een ‘Riemann-vlak’ heb afgebeeld. (…) Mij ging het slechts om een gesloten, ringvormige uitdijing, die nergens begint en nergens eindigt. Welbewust koos ik reeksvormige objecten: een rij prenten langs de wand en de huizenblokken van een stad. Zonder die cyclische elementen is de bedoeling nog moeilijker begrijpelijk te maken aan een willekeurige toeschouwer. Ook nu snapt hij er zelden wat van.”

060


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Platwormen Litho jan. 1959 Escher correspondeert met wetenschappers, o.a. met professor Coxeter uit Canada.

“Hoewel Coxeter mij misschien met een enkel woord zou kunnen helpen, probeer ik het vooreerst liever zelf te vinden, ook al, omdat zo’n theoretische mathematicus en ik op vele punten langs elkaar spreken. Ook hem kost het blijkbaar de grootste moeite om in verstaanbare taal voor een leek te schrijven. En tenslotte hoeveel moeite het ook kost, des temeer voldoening geeft het mij om zo’n probleem zelf op te lossen op mijn prutserige manier.” Vissen en schubben Houtsnede jul. 1959

“Maar diep treurig en katerachtig blijft het feit, dat ik tegenwoordig een taal begin te spreken, die door slechts heel weinigen wordt verstaan. Dat maakt mijn eenzaamheid steeds maar groter en groter. Ik hoor tenslotte nergens meer bij. De mathematici kunnen nu wel vriendelijk en belangstellend en vaderlijk knikken – ik blijf toch maar een prutser voor hen. En de kunstzinnigen ergeren zich hoofdzakelijk.”

061


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Kleiner en kleiner Houtgravure en houtsnede in zwart en bruin gedrukt van vier blokken okt. 1956

062

“Wij kunnen ons niet indenken dat zich ergens, achter de verste sterren van de nachtelijke hemel, het einde van de ruimte bevindt, een grens waarachter ‘niets’ meer is. (…)Vandaar dat

wij, sinds er mensen op deze aardbol liggen, zitten en staan, sinds zij erop kruipen en lopen, erover varen, rijden, vliegen en er afvliegen, ons vastklampen aan een hersenschim, aan een

hiernamaals, aan een vagevuur, een hemel, een hel, een wedergeboorte of een nirvana die dan weer eeuwig in de tijd en eindeloos in de ruimte zouden zijn.”


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Vlakvulling II Litho jul. 1957

“Kristallografen (…) hebben onderzocht en vastgesteld welke en hoeveel systemen en

manieren bestaan om een vlak regelmatig te verdelen. Zij hebben daarmee een poort geopend die toegang geeft tot een uitgestrekt domein maar zijn zelf niet naar binnen gegaan. (…) Ik

loop er moederziel alleen rond, in die prachtige tuin, die geenszins mijn eigendom is en waarvan de poort wijd open staat voor iedereen: ik vertoef er in verkwikkende maar ook drukkende

eenzaamheid. (…) want wat mij boeit en wat ik als schoonheid ondervind, achten anderen blijkbaar dikwijls saai en droog.”

063


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Belvedère Litho mei 1958

“Als je de aandacht op iets onbestaanbaars wilt vestigen, moet je eerst proberen jezelf, en daarna je toehoorders te bedotten, door je verhaal zo op te dienen, dat het element van onmogelijkheid versluierd is, zodat een oppervlakkige toehoorder het niet eens opmerkt. Er moet een zekere raadselachtigheid in zitten, die niet onmiddellijk in het oog springt.”

064


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Boloppervlak met vissen Houtsnede in grijs, goud en roodbruin jun. 1958

“Het leven spoedt zich voort als een op hol geslagen veulen en ik loop er hijgend naast om te proberen het bij te houden.� 065


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Cirkellimiet IV (Hemel en Hel) Houtsnede in zwart en oker, gedrukt van twee blokken jul. 1960 Voor het ontwikkelen van de serie Circellimiet maakt Escher gebruik van een afbeelding die gepubliceerd is door de Canadese professor Coxeter.

066

“Aan Coxeters tekst heb ik niets, maar het plaatje helpt mij waarschijnlijk tot het maken van een vlakverdeling, die voor mij een volkomen nieuwe variant belooft te worden van mijn serie vlakverdelingen. Een circelvormige, regelmatige vlakvulling, die aan alle zijden logisch

begrensd wordt door het oneindige kleine, is wel iets wonderschoons, haast even mooi als de regelmatige vlakverdeling van het boloppervlak.�


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Klimmen en dalen Litho mrt. 1960

“Een nieuwe prent, waar een trap op voorkomt, die steeds maar klimt of daalt als je wilt. Rond gaande zou dat normaliter een spiraalvormig geval moeten worden, waarvan het bovenste deel zich in de wolken verliest en het onderste in de hel. Niet aldus bij mij: het is een gesloten ringvormig ding, als een slang die zichzelf in de staart bijt. En toch is het perspectivisch juist te tekenen: elke trede hoger (of lager) dan de voorgaande. Er lopen een groot aantal menselijke figuren op, in twee richtingen. De ene stroom stijgt moeizaam tot in het oneindige omhoog, de andere daalt zonder einde.” “Ja verschrikkelijk vermoeiend en wat schieten wij er mee op? Niets; we komen geen stap verder of hoger. Ook dalen, heerlijk naar beneden hollen, lukt ons niet.”

067


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Band van Möbius I Houtgravure en houtsnede in rood, groen, goud en zwart gedrukt van vier blokken mrt. 1961

068

“Als je nou vraagt: waarom doe je toch zulke gekheden, zulke absolute objectiviteiten, die niets persoonlijks meer hebben? Dan kan ik alleen maar antwoorden: ik kan het niet laten.”


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Waterval Litho okt. 1961

“Soms lijkt het mij, of we allemaal behept zijn met een drang, of wij bezeten zijn met een verlangen naar het onmogelijke. De werkelijkheid om ons heen, de drie-dimensionale wereld die ons omringt, is ons te gewoon, te saai, te alledaags. Wij hunkeren naar het on- of bovennatuurlijke, het onbestaanbare, het wonder.�

069


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Band van Möbius II (Rode mieren) Houtsnede in rood zwart en grijsgroen, gedrukt van drie blokken feb. 1963

“Er zit een Mobiusband te wachten in mijn ziel. Zo nu en dan hoor ik hem schreeuwen: Ik wil eruit! Ik wil eruit!” “maar zo’n nieuwe prent wordt, met het stijgen van mijn leeftijd, hoe langer hoe tijdrovender en mijn ‘vrije tijd’ hoe langer hoe schaarser.”

070


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Vierkantlimiet Houtsnede in rood en grijsgroen, gedrukt van twee blokken apr. 1964

“Ik ben bang dat het thema niet heel interessant zal zijn, gezien vanuit wiskundig oogpunt, want het gaat maar om een simpele

vlakvulling. Desondanks een zo eenvoudig mogewas het hoofdpijnverwek- lijke manier te realiseren.� kend lastig om de meest adequate methode te vinden om dit vierkant op

071


De r t i g j a r i g v e r b l i j f i n Ba a r n

Knopen Houtsnede in zwart, groen en bruin gedrukt in drie blokken aug. 1965

“Een dikke knoop-zondereinde, van kabeltouw bijvoorbeeld, die allerinteressantst de drie coördinaten toont. Daar wil ik beslist een prent van maken.” “Ach die knoop! ’s Avonds ben ik soms duizelig van de inspanning. Kun je je een beetje voorstellen hoe moeilijk of hij is? Ik ben nu eindelijk aan een relatief definitief plan toe: drie afbeeldingen, samen in een kleurenhoutsnede, met een vierkant, een kruisvormig en een circelvormig profiel van de worst. Een perspectivische heksentoer. Ben ik dan zo stom, dat ik het moeilijk vind? Ik lijd misschien wel aan ouderdomsaftandsheid. Gek, dat ‘de mensen’ mij dikwijls voor zo ‘knap’ aanzien.”

072


D ertigjarig v e r b l i j f i n B a a r n

Ringslangen Houtsnede in oranje, groen en zwart, gedrukt van drie blokken jul. 1969

“Het is een maliënkolder met kleine ringen aan de rand en ook in het midden een circel, en daartussen grotere ringen. Door de grootste gaten zouden slangen moeten kronkelen.” “En de volgende dag ga ik er weer mee door, alsof mijn leven ervan af hangt en ben ik bijvoorbeeld doodsbenauwd, dat ik zou kunnen sterven, voordat dit laatste, zogenaamde meesterwerk, klaar zou zijn.”

073


Pe r i o d e Ba a r n

Periode Baarn “Voorwaarde voor een goede prent (en onder ‘goed’ versta ik een prent die weerklank vindt bij een betrekkelijk groot publiek, dat van wiskundige inversie nooit iets zal begrijpen als het niet hoogst simpel en begrijpelijk wordt voorgedragen) is dat er geen hocuspocus bedreven wordt; er moet een zeer degelijke en moeiteloze samenhang met de werkelijkheid zijn. Jij kunt je moeilijk indenken in de luiheid-van-geest van het ‘grote publiek’. Ik wil hun een schok geven; grijp ik iets te hoog dan lukt het niet.”

Citaat M.C. Escher.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog Het gezin Escher woont in 1941 in een huurhuis aan de Nicolaas Beetslaan, waarin het achterdeel van de garage dienst doet als atelier. Ook in het rustige Baarn zijn de landelijke maatregelen van de bezetter van kracht. Zo is de cultuurkamer ingesteld, waarvan Joden worden uitgesloten. Exposerende kunstenaars moeten lid worden, waarbij ze zich akkoord verklaren met de bezetter. Escher weigert het lidmaatschap. Hij stopt met het exposeren van zijn kunst en het geven van voordrachten. Zijn werk wordt in deze periode ‘onder de toonbank’ verkocht in winkels van bevriende boekhandelaren. Ondanks de vele beperkingen ziet Escher kans om nieuwe inspiratiebronnen aan te boren. Hij bezoekt de Vereniging van Weeren Sterrenkunde en de schaakclub, luistert veel naar muziek van Bach en neemt fluitles met zijn zoon George. Hij probeert ondertussen gestaag door te werken, al moet hij soms gebruik maken van geleende lithostenen, waardoor de oplages van het werk uit die tijd vaak zeer beperkt zijn. Naarmate de oorlog vordert, wordt de sfeer steeds grimmiger. Eschers broer Beer, professor in Leiden, wordt afgevoerd naar een gijzelaarskamp wegens verzet tegen het ontslag van Joodse collega’s. In 1943 krijgt Escher bevel van de Wehrmacht zijn huis te ontruimen. Als zijn vriend Patijn een deel van zijn kapitale woning beschikbaar stelt, verhuizen de Eschers naar de Van Heemstralaan. Vanaf 1943 volgen deportaties van Joden en een jaar later wordt Eschers Joodse vriend en oude leermeester Jessurun de Mesquita door de Duitsers afgevoerd. Het verlies van deze vriend maakt diepe indruk op Escher. Tijdens de hongerwinter maakt Escher lange tochten op zoek naar voedsel of sprokkelt hij hout in het Baarnse bos. De Duitsers doen soms onverwacht een inval in verband met de zogenaamde “Arbeitseinsatz”. Om een verplichte tewerkstelling in Duitsland te voorkomen verschuilen Eschers oudste zonen, George en Arthur, zich in een hok onder de muziekkamer. 074


P eriode B aa r n

Naoorlogse periode Baarn Na de oorlog hervat Escher zijn gedisciplineerde werkritme. Hij verdiept zich in de ‘mezzotint’, een grafische techniek die een grote nuancering van licht en donker mogelijk maakt. Met Jetta gaat het minder goed. In anderhalf jaar tijd verliest ze haar moeder, vader, zwager en vervolgens haar zus aan een ongeneeslijke ziekte. Het lukt Escher niet haar te troosten; Jetta wordt zwaarmoedig en zondert zich steeds meer af. Escher blijft vasthouden aan zijn vertrouwde strakke dagindeling. Elke dag na het avondeten wandelt hij door weer en wind door de Baarnse en Vuursche bossen. Ook observeert hij urenlang vogels. Als resultaat van zijn waarnemingen in de bosrijke omgeving ontstaan prenten als Drie werelden, Modderplas en Rimpeling. De dagelijkse wandelingen geven hem ook de inspiratie en rust die hij voor de uitwerking van zijn ‘beeldgedachten’ nodig heeft. Hij onderzoekt de wetten van het perspectief, de relaties tussen de ruimte en het platte vlak. Financieel gaat het steeds beter. Zijn werk verkoopt goed, hij krijgt steeds meer toegepaste opdrachten en maakt veel kunstwerken in gebouwen. Escher krijgt de kans om een kavel grond te kopen van de weduwe van Patijn, waarop hij naar eigen inzicht een nieuw huis laat bouwen door de Baarnse architect Berning. Zijn populariteit groeit enorm en na 1950 krijgt Escher ook internationaal steeds meer erkenning. Een artikel in Time & Life zorgt voor Eschers grote doorbraak, gevolgd door tentoonstellingen en steeds meer publiciteit. Hij ontvangt uitnodigingen om wereldwijd voordrachten te houden en uiteraard wordt ook zijn werk regelmatig internationaal geexposeerd. Als gevolg van het frequente contact met wiskundigen neemt zijn belangstelling voor wiskundige fenomenen toe en ontstaan steeds weer nieuwe thema’s in zijn werk. Al heeft hij door de toenemende werkdruk, ontstaan door de wereldwijde belangstelling voor zijn werk, steeds minder tijd om zijn ideeen voor nieuwe prenten uit te werken. Vanaf 1964 gaat Eschers gezondheid achteruit. Ook met zijn vrouw Jetta gaat het slecht; ze lijdt aan zware depressies. De kinderen zijn het huis uit en Jetta raakt steeds verder in een isolement. In 1970 besluit ze naar Zwitserland te vertrekken, waar ze wordt opgevangen door zoon Jan en zijn vrouw. Escher ondergaat een aantal chirurgische ingrepen. Vanwege zijn slechte gezondheid neemt hij later zijn intrek in het Rosa Spierhuis, een verzorgingstehuis voor kunstenaars op leeftijd. Als Escher op 27 maart 1972 overlijdt, laat hij een enorm oeuvre achter. Hij is dan een van de beroemdste grafische kunstenaars ter wereld. 075


Pe r i o d e Ba a r n

Reptielen Litho mrt. 1943

“Op de bladzijde van een opengeslagen schrift is een mozaïek van reptielen getekend in drie kleuren. Laten ze nu maar eens tonen dat ze levende wezens zijn. Een van

076

hen steekt een plastische poot uit over de rand van het schrift, rukt zich verder los en begint zijn levensweg. Eerst klimt hij op een boek, loopt dan verder naar boven over

een gladde tekendriehoek, en bereikt eindelijk zijn hoogtepunt op het horizontale vlak van een dodecaëder. Even uitblazen moe maar voldaan, en dan maar weer naar bene-

den, terug naar de vlakte naar “platland” waarin hij zijn functie van symmetriefiguur herneemt. Mij werd later verteld dat dit de leer der reïncarnatie treffend weergeeft.”


P eriode B aa r n

Drie bollen II Litho apr. 1946

“Tijdens de mooie wandelingen die ik hier bijna dagelijks maak, zie ik voortdurend die aarde voor mij, wentelend in de ruimte en in de tijd.”

Rimpeling Linoleumsnede in zwart en grijsbruin, gedrukt van twee platen mrt. 1950 Eschers zoon George vertelt dat het idee voor deze prent is ontstaan bij een vijver in de Baarnse bossen. Escher bekijkt de spiegeling op het wateroppervlak en probeert deze waarneming te versterken: hij gaat er met zijn rug naar toe staan, bukt zich voorover en kijkt tussen zijn benen door naar de vijver. Als hij zich in die houding concentreert is het mogelijk om juist de gespiegelde wereld als de echte te gaan ervaren. Maar de spiegelwereld vervormt plotseling als er kringen op het oppervlak ontstaan.

“Twee regendruppels die in een vijver vallen, verstoren met hun concentrisch uitdijende rimpelingen het roerloze spiegelbeeld van een boom met de maan daarachter. De perspectivisch weergegeven cirkels zijn het enige middel waarmee de wijking van het oppervlak is aangeduid.” 077


Pe r i o d e Ba a r n

Modderplas Houtsnede in zwart, groen en bruin, gedrukt van drie blokken feb. 1952

“Bovendien heb ik ook Modderplas afgemaakt (…). Een weliswaar zeer impressionistisch aandoend gegeven voor mijn doen, maar waarvan het symbool mij boeide, op de wijze van Antoine de Saint-Exupery, die ergens zegt: ‘Een plas in relatie tot de maan onthult verborgen verbanden’.”

078


P eriode B aa r n

Band Litho apr. 1956

“Twee in elkaar overvloeiende spiralen, de linkse het hoofd van een vrouw, de rechtse dat van een man weergevende. Als een band zonder einde, hun voorhoofden zelfs met elkaar vervlochten, vormen zij een onverbrekelijk geheel.”

Drie werelden Litho dec. 1955

“Ik liep door het bos in Baarn over een bruggetje en zag het voor me: daar moet ik een prent van maken! De titel ontstond direct bij het zien. Ik ben direct naar huis gegaan en begon meteen te tekenen.”

079


Pe r i o d e Ba a r n

Ekeby Potlood, tekening In 1943 wordt Escher, op bevel van de Wehrmacht, gedwongen zijn huis te ontruimen. Zijn vriend Patijn komt te hulp en stelt een deel van zijn woning “Ekeby�, aan de van Heemstralaan 56, beschikbaar. De huur voor bewoning en extra stookkosten bedraagt maar twintig gulden. In het voorhuis woont Patijn zelf, maar hij is ernstig ziek en komt spoedig te overlijden. Het achterhuis van Villa Ekeby wordt bewoond door jonkheer A.E. Rutgers van Rozenburg met zijn vrouw. Het atelier is alleen bereikbaar via het achterhuis. In ruil voor de overlast schenkt hij de jonkheer onder andere deze tekening van villa Ekeby. De villa is inmiddels afgebroken.

Patijn Potlood, tekening Maart 1943 Portret van Daniel Willem Hendrik Patijn (1865-1944). Eigenaar Huize Ekeby Baarn.

080




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.