Lara Barsacq — IDA Don't Cry Me Love

Page 1

LARA BARSACQ

— IDA DON’T CRY ME LOVE

Interview met Lara Barsacq door Wilson Le Personnic (28/11/19, maculture.fr)

Nadat ze in haar vorige solo Lost in ballets russes de figuur van haar overgrootoom Léon Bakst liet herleven, grijpt danseres-choreografe Lara Barsacq opnieuw terug naar haar familiegeschiedenis. Deze keer via de figuur van Ida Rubinstein, de legendarische danseres van de Ballets Russes. Door historische en persoonlijke elementen te combineren, schetst IDA don’t cry me love het revolutionaire karakter van Ida Rubinstein. Lara Barsacq brengt niet alleen een eerbetoon aan deze non-conformistische artieste, maar nodigt ook twee andere dansers uit om in dialoog te treden met dit familie- en transgenerationeel verhaal en toont zo een fascinerend feministisch manifest in drie stemmen.

Je bent de achterkleinnicht van Léon Bakst - schilder, decor- en kostuumontwerper voor de Ballets Russes. Je twee voorstellingen Lost in ballets russes en IDA don’t cry me love zijn gebaseerd op je familiegeschiedenis en jeugdherinneringen. Zijn je werken een manier om je erfenis opnieuw toe te eigenen?

We zitten altijd gevangen in het verleden zonder het te beseffen. De geschiedenis van Léon Bakst en de Ballets Russes is in onze familie altijd aanwezig geweest. Ik had echter nooit gedacht dat ik ooit een voorstelling over hem zou maken. Het is interessant om te zien hoe Léon Bakst ons leven vandaag de dag nog steeds beïnvloedt: sommige mensen hebben over hem geschreven en mijn neef stelde een tentoonstelling samen die aan hem was gewijd in de Opéra national de Paris in 2016. Uiteindelijk raakte ik zelf verstrikt in zijn wereld. Maar in tegenstelling tot mijn neven die bij onze grootmoeder hebben gewoond, werd ik nooit ondergedompeld in die geschiedenis. Dankzij de hulp van Léon Bakst was het voor mijn familie mogelijk om de Russische revolutie te ontvluchten en zich in Parijs te vestigen. Mijn grootmoeder groeide dus op met de Russische balletten en hun artiesten, waaronder Ida Rubinstein. Zelf was ik me vooral bewust van dat erfgoed door het interieur, de voorwerpen en de alledaagse beelden. Ik herinner me nog goed de snuisterijen in het huis van mijn grootmoeder en de schilderijen van Léon Bakst. Ik heb er in mijn jeugd zo vaak naar gekeken dat ik heel gevoelig ben gebleven voor zijn esthetiek. Ik herinner me ook dat ik voor mijn grootmoeder en haar zus danste terwijl zij in het Russisch zongen. Het maken van Lost in ballets russes was een reactie op een persoonlijke behoefte: hoewel ik

aanvankelijk opnieuw contact wou maken met mijn familie-erfenis, zorgde het creatieve proces ervoor dat ik mijn familiegeschiedenis ontdekte en dat ik kon rouwen om het verlies van mijn vader.

Ida Rubinstein was al aanwezig in Lost in ballets russes. Kunnen we deze nieuwe creatie, IDA don’t cry me love, zien als een uitbreiding van het onderzoek dat je begon met je eerste werk? Hoe heeft die vrouw, die artieste, je gemotiveerd om dit tweede stuk te maken?

Ik zie deze twee stukken als een tweeluik. Toen ik voor Lost in ballets russes onderzoek deed in de archieven, vond ik enorm veel interessante informatie over Ida Rubinstein en wilde ik me echt in haar leven verdiepen. Het weinige dat ik over haar gelezen had, intrigeerde me enorm: ze was een soort Lady Gaga van haar tijd: de hele pers had het over haar, haar gezicht stond zelfs op merchandising... Maar vandaag de dag is ze bijna vergeten in de geschiedenis van de dans, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Loïe Fuller of Isadora Duncan. Ze werd door haar eigen familie geïnterneerd vanwege haar excentriciteit, maar dankzij een schijnhuwelijk met haar neef kon ze SintPetersburg verlaten en in Parijs gaan wonen. Ze was biseksueel (ze was de muze van de schilderes Romaine Brooks, nvdr), wilde kunst maken en was een soort feministe van haar tijd. Haar verhaal raakt me enorm. Ze gaf al haar geld en wijdde haar leven aan shows. Ik denk dat ze de vrijheid vond die ze zocht in de groep van de Ballets Russes en later in haar eigen gezelschap: ze zong, sprak, danste, deed aan mime. Tegenwoordig praten we over haar als beschermvrouw van de kunsten of als een extravagante vrouw maar ze was vooral heel avant-gardistisch als performer. Ik denk dat ze te hybride was voor haar tijd. Misschien was haar werk zijn tijd ver vooruit, maar dat zullen we nooit weten.

Terwijl deze twee projecten hun essentie ontlenen aan je familiegenealogie, lijkt IDA don’t cry me love zich los te maken van de persoonlijke emoties die verbonden zijn aan je eigen geschiedenis.

Tijdens het onderzoek voor Lost in ballets russes verzamelde ik een enorme hoeveelheid materiaal, ik las alles wat ik kon vinden. Toen ik alle anekdotes over Ida Rubinstein ontdekte, was ik meteen gefascineerd door die vrouw en haar verhaal. Ik voelde me een detective: ik las alle boeken over haar, ik ging naar de Bibliothèque nationale de France om meer archieven te vinden. Er waren veel teksten maar geen video’s, behalve een stomme

DANS / PERFORMANCE

DO 23 MEI

20:30

STUK SOETEZAAL 65’

HET IS VERBODEN FOTO’S OF VIDEO’S TE MAKEN | TAKING PICTURES OR RECORDING VIDEO IS PROHIBITED

CREATIE & PERFORMANCE

LARA BARSACQ, MARTA CAPACCIOLI, ELISA YVELIN/ MARION SAGE

ARTISTIEK ADVIES GAËL SANTISTEVA DECORONTWERP & KOSTUUMS SOFIE DURNEZ PROP-ASSISTENTIE BEN BERCKMOES LICHTONTWERP KURT LEFEVRE MUZIEK NICOLAI TCHEREPNIN, CLAUDE DEBUSSY, MAURICE RAVEL, SNOW BEARD, TIM COENEN, LARA BARSACQ, GAËL SANTISTEVA TECHNISCH DIRECTEUR EMMA LAROCHE ADMINISTRATIE & PRODUCTIE MYRIAM CHEKHEMANI COMMUNICATIE & DISTRIBUTIE QUENTIN LEGRAND - RUE BRANLY PRODUCTIE

GILBERT & STOCK COPRODUCTIE CHARLEROI DANSE - CENTRE CHORÉGRAPHIQUE DE LA FÉDÉRATION

WALLONIE-BRUXELLES, LES BRIGITTINES (BE) RESIDENTIES LA RAFFINERIE - CENTRE CHORÉGRAPHIQUE DE LA FÉDÉRATION

WALLONIE- BRUXELLES, LES BRIGITTINES, GRAND STUDIO, LE THÉÂTRE DE

———

film van 7 minuten, La Nave (in 1921 gemaakt door Mario Roncoroni en Gabriele d’Annunzio, nvdr). Uiteindelijk werden haar figuur en haar dans in mijn verbeelding geschetst door al die randverhalen. Mijn eerste voorstelling ging over intieme verhalen en persoonlijke voorwerpen werden als relikwieën op het podium getoond. Het was net therapie (lacht). IDA don’t cry me love daarentegen is echt fictie. (...) Misschien zorgde dat voor meer vrijheid, omdat het voor mij minder emotioneel was; ik was minder betrokken bij de persoonlijke vragen gelinkt aan de familiegeschiedenis.

Lost in ballets russes was een solo. Voor IDA don’t cry me love werk je met dansers Marta Capaccioli en Elisa Yvelin. Wat waren de uitdagingen om je verhaal met hen te delen?

Het werkproces voor de eerste solo vond ik erg eenzaam en nu wilde ik dit onderzoek delen en gedachten uitwisselen. Ik heb het al eerder vermeld in Lost in ballets russes: toen ik klein was begon ik met dansen door de pose van Ida Rubinstein te imiteren op een poster die in de keuken van mijn ouders hing. Ik was geobsedeerd door het beeld van die vrouw, niet door Leon Bakst: zij was mijn heldin, degene die ik wilde zijn. Gezien de inzet van Ida’s werk en verhaal was het voor mij een voor de hand liggende keuze om samen te werken met vrouwelijke artiesten. Tijdens het creatieve proces stelde ik Marta en Elisa voor om zich het materiaal toe te eigenen en ermee aan de slag te gaan. Ik wilde niet de choreograaf op het podium zijn met twee dansers, maar ik wilde hen de vrijheid en verantwoordelijkheid geven om zichzelf te positioneren, om zelf dingen voor te stellen, om hun identiteit en hun DNA in het project in te brengen, zodat ze ook hun eigen standpunten ten opzichte van Ida konden verkennen. In het stuk belichamen we geen personages, we zijn gewoon onszelf, Marta, Elisa, Lara. onze eigen persoonlijke

verhalen zijn verweven met die van Ida. Tot slot heb ik het gevoel dat we met z’n drieën een soort zusterschap vormen, naast alle andere vrouwelijke figuren zoals Cleopatra, Salome, Jeanne d’Arc ... die we tijdens de voorstelling oproepen. Samen hebben we, zonder het bewust te zoeken, een soort feministisch manifest gecreëerd.

Terwijl Lost in ballets russes als geheel kan worden gezien als een vorm van persoonlijke liturgie, kan IDA don’t cry me love worden gezien als een opeenvolging van kleine, soms bijna esoterische ceremonies?

Het creatieve proces zelf was voor mij een vorm van ritueel: voordat ik aan de repetities begon, ging ik op pelgrimstocht naar Ida’s graf in Vence in Zuid-Frankrijk. Ze stierf daar in 1960, alleen en vergeten door iedereen. Ik had op internet foto’s van haar graf gevonden waarop te zien was dat de stele was gebroken, met een grote scheur in het cement die er doorheen loopt. Ik vond die barst erg mooi en wilde die documenteren en filmen. Maar toen ik er aankwam, ontdekte ik dat het graf helemaal was opgeknapt door de veteranenvereniging. Haar hele leven heeft Ida soldaten geholpen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verzorgde ze de gewonden en tijdens de Tweede Wereldoorlog financierde ze een medisch centrum. Haar graf is nu versierd met een grote marmeren plaquette. De beheerder van de begraafplaats vertelde ons dat nieuwsgierigen soms bij haar graf komen om hun respect te betuigen. Het was ontroerend voor me om naar haar toe te lopen, met haar te praten, haar te vertellen dat ik een voorstelling over haar ging maken .... Overigens gebeurde er ter plekke iets vreemd. Vlak naast de begraafplaats ligt het stadszwembad en toen we naar haar graf liepen, weerklonk er een lied dat ons naar haar toe begeleidde: Born to be alive, It’s good to be alive... Alsof ze ons een teken wou geven.

DANS 24-25

SEIZOENSPRESENTATIE

11 JUNI — 20:00 — GRATIS — STUKCAFé

We nodigen je van harte uit op de gratis seizoenspresentatie van het dansprogramma 24-25. Ontdek bij een drankje wat je volgend seizoen op onze danspodia mag verwachten. Koop onmiddellijk de beste tickets vanop de eerste rij. Gratis, graag inschrijven (via stuk.be).

LIÈGE (BE) AND HONOLULU, NANTES (FR) MET DE STEUN VAN MINISTÈRE DE LA FÉDÉRATION WALLONIEBRUXELLES — SERVICE DE LA DANSE, WALLONIE-BRUXELLES INTERNATIONAL, GRAND STUDIO AND RÉSEAU GRAND LUXE LARA BARSACQ IS ARTIST IN RESIDENCE AT THÉÂTRE DE LIÈGE (2024-2028) AND AT CITÉ MUSICALE-METZ (2024-2026)

/STUKLEUVEN FOLLOW US

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.