
15 minute read
MOTOTRAVEL
from MotoDrive 2010-4
Jambo Kenia!
“Hakuna Matata”; op motorsafari door Kenia en Tanzania
Terwijl mijn motor in Nederland rillend van de kou aan de druppellader staat en mannen van Rijkswaterstaat met smart zitten te wachten op een nieuwe voorraad wegenzout, vliegen wij comfortabel over de Alpen richting Afrika. Ons doel is Kenia, waar we eind van de avond hopen te landen voor een korte motorsafari in Kenia en Tanzania.
Tekst & Fotografie: Jaap van Steenbergen
We vliegen met Air Berlin vanuit Dusseldorf en na een korte tussenstop in Hurghada, Egypte landen we vroeg in de avond in de Keniaanse havenplaats Mombasa. Doch niet voordat we vliegend boven Kenia door de gezagvoerder opmerkzaam zijn gemaakt op een mooi uitzicht op de bij een prachtige ondergaande zon rood opgloeiende top van de Kilimanjaro, Afrika’s hoogste berg. Een kleine week later zullen we deze beroemde bergtop opnieuw zien, maar dan vanuit het zadel van de Honda XL200 offroad motor die ons op de mooiste plekken brengt.
We denken inmiddels al lang niet meer aan sneeuw, gepekelde wegen en vastgevroren autosloten. Als we de vliegtuigtrap afdalen komt de tropische warmte en de typische geur die bij de tropen hoort je als een welkome warme deken tegemoet. We staan met onze motorhelm in de hand, wat onwennig in een compleet andere wereld te wachten op de bagage, daarbij nieuwsgierig om ons heen kijkend en allerlei nieuwe indrukken opdoend van dit prachtige land.
Jambo! Jambo!
Kenia, het land van onder andere Ayaan Hirsi Ali, die hier vanaf haar tiende jaar elf jaar heeft gewoond. Ik moest later deze week op de motor nog regelmatig aan haar denken als ik langs de weg op haar lijkende vrouwen zie lopen, vaak met een zware last op hun hoofd, variërend van een grote emmer water tot een enorme stapel brandhout, groente of wat je maar kunt bedenken. Slanke, vaak lange vrouwen met edele gelaatstrekken en fantastisch mooi en kleurrijk gekleed. Trots kijkend en vriendelijk zwaaiend als je langs komt rijden. Jambo! Swahili voor hallo. Jambo moet je eigenlijk altijd met een uitroepteken schrijven, anders doe je geen recht aan de enthousiaste manier waarop het naar je wordt geroepen, soms ook twee keer achter elkaar . Vanaf de motor roep je ‘Jambo!’ en zwaaiend met een brede lach op hun gezicht roepen ze terug ‘Jambo! Jambo!’.

Sawa Sawa Beach Resort
Het is al donker als een shuttle van Motorsafaris ons bij het vliegveld komt ophalen en na een spannende rit van ruim een uur arriveren we bij het prachtige Sawa Sawa Beach Resort aan het strand van de Indische Oceaan, thuisbasis van de Nederlandse reisorganisator Motorsafaris van Jan, Nicolette en zoon Ivo Nauta. De werkelijke schoonheid van dit resort dringt pas de volgende morgen goed tot ons door. We snappen nu waarom WillemAlexander en Maxima aan diezelfde kust in Mozambique een eigen vakantiehuis wilden laten bouwen. Zou hij daar soms ook enkele offroad motoren hebben willen stallen? Vast wel!
Dorpswandeling
Hier staan ze er in ieder geval wel. Nog bijna nieuw en ongeduldig wachtend om aangetrapt te worden. Wij hebben hetzelfde ongeduld, maar we gebruiken de eerste dag om wat te acclimatiseren en maken een wandeling door het aangrenzende dorpje. Het dorpje is niet meer dan een verzameling huisjes, ruim verspreid in de omgeving, inclusief een scholengemeenschap, enkele kerken en een moskee. Er is genoeg ruimte in Kenia, dus alles staat lekker ruim uit elkaar, verbonden door onverharde wandelpaden want veel gebeurt lopend in Kenia. De vrouwen bijna zonder uitzondering gekleed in prachtige kleurrijke gewaden. De kinderen dragen vaak een modern, luchtig schooluniform. Het is lekker warm, de zon schijnt niet echt fel maar eind van de dag voelen we dat we toch wat royaler hadden moeten zijn met de zonnebrandcrème.
Olifantenshit
Eind van de middag gaan we voor het eerst een kort stukje rijden. Kunnen we wat wennen aan de motor, een Honda XL 200 offroad. Hij is klein als je als toerrijder een BMW K1200GT gewend bent, maar blijkt zeer handig en goed handelbaar als je off road door de Keniaanse natuur rijdt en tijdens het rijden ook veel links en rechts om je heen wilt kijken naar ‘alles wat groeit en bloeit en ons steeds weer boeit’, om de bekende bioloog en radiopresentator Fop I. Brouwer maar eens te citeren. We rijden richting Shimba Hills National Reserve, een park waar ook olifanten lopen. Die olifanten zien we helaas niet, maar wel een grote hoop nog warme en sterk ruikende olifantenstront. We stoppen ernaast, tegelijk nieuwsgierig en een beetje gespannen, want onmiddellijk naast de weg begint het hoge struikgewas en je carrière als Hollandse wildpasser in Afrika kan in een enkele seconde door zo’n olifant een onverwachte en onwenselijke wending nemen… Je moet een olifant nooit onderschatten, zo wordt me verteld. Na terugkomst in het resort ‘eerst een Tusker’, de Keniaanse variant van Bavaria, dan enkele uurtjes chillen en tegen de tijd dat de zon onder gaat nog even met z’n allen een kort motorritje naar een mooie baai in de omgeving. Als de oranje/rood gekleurde zon vlak voordat hij ondergaat door de rode stofwolk achter ons schijnt geeft dat een bijzonder mooi effect. We genieten van een fascinerende zonsondergang. Afrika heeft ons duidelijk al in zijn greep en we voelen ons er goed bij! Pikdonkere sterrenhemel De avonden in Sawa Sawa Beach Resort van de familie Nauta zijn van grote klasse, niet in de laatste plaats door de overheerlijke diners die we telkens weer krijgen voorgeschoteld. Het resort bestaat uit een in Moorse stijl gebouwd huis met een open binnenplaats waarop ook de slaapkamers uitkomen. Er zijn diverse romantische zithoekjes, bijna allemaal buiten, in de schaduw, deels gegroepeerd om het zwembad en grenzend aan het strand, waar ook nog een grote vrijstaande, vierkante open veranda is met dikke tapijten op de vloer. Ook hier weer diverse heerlijke zit- en ligbanken, een ruisende zee op de achtergrond en boven je ontelbare sterren zoals ik me die herinner van heel vroeger toen het ’s nachts in Nederland ook nog op de meeste plaatsen pikkedonker was. Kip als smeergeld Na een welkome relaxdag starten we ’s morgens vroeg de motoren voor een meerdaagse rit door Kenia en met name Tanzania. We rijden richting grens. Het eerste deel is verhard en daarna gaat het over in onverharde gedeelten. De droge rode aarde laat vele tientallen meters rode stofwolken stof achter ons. Al het verkeer naar Tanzania gaat moet over deze deels onverharde ‘wasbordenweg’, inclusief grote trucks met oplegger die nóg meer stof opwerpen. Er lopen en fietsen ook veel Kenianen, niet zelden naast de fiets lopend die zwaar beladen is. Heb je wat meer geld dan koop je een lichte motor, veelal van Chinese makelij.
Bij de grens met Tanzania valt weer veel te zien, te beleven en vooral te verbazen. Ooit in beslag genomen auto’s die de grens kennelijk niet over mochten (tenminste dat denken we), staan nog steeds op de plek waar ze ooit zijn stil gezet. Ze staan midden op de weg, vlak voor het kantoortje of voor de slagboom, de banden plat en door de jaren heen een beetje weggezakt in de grond. Waarschijnlijk staan ze daar over 10 jaar nog… Al het verkeer inclusief vrachtwagens slingert er omheen. Het passeren van de grens duurt enkele uren. Je moet zelf een visum aanvragen en de reisleider loopt van loket naar loket, verzamelt stempels en handtekeningen om de motoren tijdelijk in te voeren in Tanzania. Hij koopt ter plekke een levende kip die hij als smeergeld afgeeft, om daarmee de doorvoersnelheid van de papierstroom te bevorderen. Wij genieten vanaf een schaduwrijk plekje van het kleurrijke en diverse verkeer dat lopend en in uiteenlopende voertuigen de grens passeert. Afrika is werkelijk een totaal andere wereld. Enorm boeiend en intigrerend! Usambara Mountains In Tanzania rijden we eerst richting Tanga, ook weer een havenplaats. Kort voor deze plaats buigen we rechtsaf het binnenland in richting het dorpje Mambo in de Usambara Mountains. In “Hij koopt ter plekke een levende kip de buurt van dit dorpje ligt boven op een mooie ronde, 1900 meter hoge, bergdie hij als smeergeld afgeeft, top de prachtige Eco Lodge ‘Mambo View Point’. De lodge wordt gerund om daarmee de doorvoersnelheid door een Nederlands echtpaar dat de van de papierstroom te bevorderen.” plaatselijke bevolking maximaal laat meeprofiteren van de exploitatie van dit eco lodge. Het heet met recht een eco lodge,want er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van natuurlijke materialen die zoveel mogelijk betrokken worden uit de directe omgeving. De benodigde energie komt zo veel mogelijk van bronnen zoals zonne- en windenergie en er wordt gestreefd naar een zo laag mogelijk waterverbruik. Doch voordat we er zijn genieten we nog van mooie bochtige verharde wegen door een prachtige heuvelachtige omgeving waarvan de natuur soms doet denken aan delen van Zuid-Frankrijk en Italië, alleen zie je hier regelmatig allerlei apen in de bomen en langs de weg kleurig geklede bewoners die je vriendelijk toezwaaien. Jambo! Jambo! Foto’s van hen maken wordt lang niet altijd gewaardeerd. Daar zijn ze niet zo op gesteld. De reden is niet altijd even duidelijk. Bijgeloof? Het stelen van hun ziel? Of willen ze soms gewoon niet worden ‘geëxploiteerd’ en in het buitenland in allerlei albums terecht komen... Uitzicht op Kilimanjaro Het laatste stuk omhoog rijden naar de 1900 meter hoge top is het mooist, met als beloning bovenop een fantastisch uitzicht. We worden hartelijk welkom geheten door de Nederlandse eigenaar en zijn vrouw en we zijn vol bewondering over wat hier op deze ronde bergtop is gebouwd en wat in volledige harmonie is met de plaatselijke natuur. Verspreid op de top staan rondom het ontvangstgebouw diverse groene legertenten met daarin twee eenpersoons bedden en een toilet en douche. Als je wilt douchen moet je dat eerst even melden, zodat een van de plaatselijke vrouwelijke bediendes (allemaal even knap) in traditionele kleding gehuld met een grote emmer warm water achter je tent een trapje op kan klimmen om de douchebak met warm water te vullen. Wij vinden dat echter niet nodig en douchen in





het centrale hoofdgebouw zodat de meisjes zich geheel kunnen richten op het bereiden van een fantastisch diner.
Boven het dak van de legertenten zit een halve meter ruimte, waarboven een traditioneel met een soort riet of soort stro bedekt puntdak is gebouwd waardoor de tenten lekker koel blijven en nog beter passen in de omgeving. Op deze hoogte is het sowieso al veel minder warm dan in het laagland. Het is een prima plek om na een lange en warme offroad rit aan te komen en na een lekkere douche te genieten van een koude ‘gele rakker’. Hallo Holland, zijn bij jullie de wegen weer sneeuwvrij?
Ook vanuit mijn eigen slaaphut heb ik bij goed weer uitzicht op de Kilimanjaro. Doch ook met minder zicht is de view adembenemend. En het is er zo rustig en zo stil... Maar er is ook internet, tijd om even je mail te checken, het thuisfront op de hoogte te brengen en je motormaten die thuis zijn gebleven flink jaloers te maken.
Regenwoud
Onze terugreis vanuit Mambo View Point begint met goed weer maar, er is regen voorspeld. De terugroute gaat mede op ons verzoek via een wat moeilijker te berijden weg die door een regenwoud voert. We willen immers avontuur en een beetje gedoseerde ontbering als het kan. Wél gedoseerd natuurlijk, het moet ook wél leuk blijven. Na een uur rijden breken de wolken los en we naderen het regenwoud in een gepast nat decor. De weg ernaar toe is een verhaal apart. Weken – waarschijnlijk wel maanden – geleden hebben vrachtauto’s over een afstand van zo’n kilometer of zeven midden op de onverharde weg om de tien meter grote hopen rode aarde gestort. Elke hoop aarde ter grootte van een halve vrachtauto laadbak. Waarschijnlijk met de bedoeling om die kort daarna door een bulldozer netjes glad te laten schuiven zodat de weg beter berijdbaar wordt. De bulldozerchauffeur is kennelijk nog op zoek naar de locatie want de rode zandhopen liggen er nog steeds en al het verkeer probeert half over en half om de zandhopen heen te rijden. Een ideaal parcours voor een enduro!
Kort voordat wij bij de eerste zandhopen zijn begint het zachtjes te regenen. Enig idee hoe glad vuurrode leem wordt na een regenbui van enkele uren? Spekglad! Het wordt één grote, kilometers lange glibberpartij. Stapvoets glibberen we van zandhoop naar zandhoop. En wij niet alleen, ook vrachtauto’s glijden alle kanten op, stranden scheefgezakt in de berm en graven zich zó diep in dat we ons afvragen hoe - en of - ze er ooit weer uitkomen. Zo’n vrachtwagenchauffeur is ’s morgens opgewekt van huis gegaan, niet wetend dat hij later die dag in de ‘middle of knowhere’ in de prut zal stranden en daar wellicht dagen moet wachten op hulp.
Slappe lach
Ook wij ploeteren stapvoets verder, leggen de motor regelmatig onvrijwillig op zijn kant, klauteren er weer op en zien er allemaal even rood uit. Dit alles overdenkend onder het glibberen en kijkend naar de ongecontroleerde bewegingen en valpartijen van de motorrijder voor me schiet ik regelmatig in de slappe lach. Humor! Het is ondertussen gestopt met zachtjes regenen, het hoost! De regenhoes van de rugzakfototas blijkt gelukkig waterdicht te zijn. De regen is niet koud maar we zijn blij als we na uren modderworstelen het oerwoud achter ons laten en in de bewoonde wereld komen. We zoeken een lodge op voor de lunch. Die vinden we en hij ziet er zo verleidelijk uit, in tegenstelling tot het weer, dat we besluiten er meteen maar te blijven slapen. Dan rijden we de volgende dag maar wat verder om weer op schema te komen.
In voortdurende verbazing
De Honda’s 200 XL’s gedragen zich nog steeds prima. In zwaar terrein zijn ze voor een toerrijder zonder terreinervaring goed hanteerbaar. Je kunt er hier veel lol mee beleven. Een telefoontje naar huis leert ons dat het daar nog steeds vriest. Daar hebben we hier geen last van. De volgende morgen schijnt het tropisch zonnetje weer als vanouds en het is de hele dag weer genieten van motorrijden en van alles wat we om ons heen zien. De vele mooie vrouwen die in hun fel gekleurde kleding overal langs de weg lopen, bijna altijd bagage op hun hoofd dragend, blijven onze dagen inkleuren. Het kille Nederland is ver weg en voelt nóg verder weg. Elk hotel, guesthouse of lodge is weer een beleving op zich. Na elke dagetappe slaan we eerst traditioneel een koude pils achterover voor de dorst, dan douchen, omkleden, de buurt verkennen en een eetgelegenheid opzoeken. Je blijft je verbazen over alles wat je hier in deze compleet andere wereld wandelend op en langs de straat tegen komt.

The Big Five
We naderen weer de grens tussen Tanzania en Kenia. Vlak voor de grens komen we een truck met oplegger tegen en daarop een grote Caterpillar. Zeker op weg om al die zandhopen twee dagreizen verderop eindelijk te gaan gladstrijken en de gestrande vrachtauto’s uit de prut te trekken. De grens oversteken gaat iets vlotter dan op de heenweg. Onze reis was een van de eerste motorreizen en er is goede hoop dat het in de nabije toekomst, als ze aan deze crossovers van groepjes motorrijders gewend zijn, sneller zal gaan. Na de grens gaan we rechtstreeks terug naar ons basisonderkomen.
Weer tijd voor weer enkele dagen relaxen, diepzee duiken, een lange strandwandeling maken, een eind de zee op lopen bij eb of eindelijk in een ligstoel met een koud biertje bij de hand beginnen aan je meegenomen boek. Er is veel mogelijk in de wijde omgeving. Via je netbook nieuws van het thuisfront lezen kun je beter niet doen, dan merk je namelijk dat het niet overal zo relaxed en paradijselijk is als hier. In Nederland staan vanwege het winterse weer vrijwel alle motoren nog steeds op non actief. Hier is het juist héérlijk motorweer!

Kies je voor een langere motorvakantie in Kenia – wij hadden er helaas de tijd niet voor – dan kun je ook enkele dagen op wildsafari gaan. Speuren naar ‘the big five’ (olifant, neushoorn, leeuw, luipaard en buffel).
Wij beperken ons deze korte motorreis met aan het eind een welgemeende ‘high five’ als we met bloedend hart afscheid nemen van dit geweldige resort van de familie Nauta. Afscheid nemen van hun zoon Ivo die ons op de Honda als een speelse jonge hond begeleidde en er samen met de inlandse staf alles aan deed om het ons optimaal naar de zin te maken.

Weemoed tijdens WK
Tijdens de wekenlange tv-aandacht voor Afrika in het kader van het WK-voetbal dacht ik vaak met weemoed terug aan mijn korte motoravontuur in Kenia en Tanzania. Een aanbeveling waard voor als je in het koude Nederlandse jaargetijde toch wilt genieten van (offroad)motorrijden, relaxen in een vriendelijk en warm land, genieten van de blauwe oceaan, witte stranden, natuurparken met uiteenlopende wilde dieren en een geweldig aardige bevolking die als motto heeft: “Hakuna Matata”, dat in het Swahili zoiets betekent als “geen zorgen, maar wees gelukkig”, oftewel “don`t worry - be happy”.
Ook zin gekregen om een schitterende motorreis maken? Voor boekingen & meer info over de diverse mogelijkheden kijk je op www.motorsafaris.nl


















