14 minute read

MoToporT circUitdag

Next Article
MoToNeWs

MoToNeWs

knallen door de kathedraal

MOTOPORT CIRCUITDAG OP heT TT-CIRCUITINASSeN

Dat er enorm veel animo er voor de MotoPort circuitdag is, wordt meteen duidelijk als je de paddock opkomt. het plein achter de pitboxen lijkt meer op een gezellige camping, vol met motoren, busjes, auto’s met aanhangers en met koepeltentjes van de enthousiastelingen, die de avond tevoren al zijn gekomen. en uiteraard zijn er vertegenwoordigers van een aantal MotoPortvestigingen van de partij op deze dag, die met een strak blauwe lucht en een brandende zon alles in zich heeft om een fantastische motordag te worden.

Respect

Bij MotorPort staat veiligheid en plezier voorop. Het mag dus duidelijk zijn dat de deelnemers niet als ongeleide projectielen het circuit op worden gestuurd. Daarom is de organisatie van dit evenement uitbesteed aan het CRT, dat jarenlange ervaring heeft in het geven van circuit-rijvaardigheidstrainingen. Het CRT heeft een heel bataljon aan ervaren instructeurs, die vaak zelf geracet hebben en die de baan op Assen dus tot op de laatste meter kunnen dromen. Ze kunnen je dus perfect de ideale lijn en alternatieve lijnen laten zien. Verder hanteert het CRT duidelijke regels om de veiligheid te waarborgen: “Inhalen doen we waar het veilig kan, op de rechte stukken. We prikken hem niet op het laatste moment in een klein gaatje, zodat de ander de bocht niet meer haalt,” aldus Hennie Lentink van het CRT. “Het is geen race, we willen allemaal lol hebben. We hebben respect voor elkaar. Voor wie dat niet begrijpt, hebben we een apart circuit. Dat gaat de paddock uit, de tunnel onderdoor, de A28 op... ee

het TT-circuit van Assen is een van de hoogtepunten in het WK Superbike- en MotoGP-seizoen. Voor coureurs en voor de toeschouwers heeft “de kathedraal van de motorsport” iets magisch, Veel motorrijders dromen er dan ook van daar zelf eens te mogen rijden. en dat kon, tijdens de MotoPort Circuitdag!

Inhalen is een kunst, maar ook ingehaald worden is aan regels gebonden: “Degene die ingehaald wordt, gaat niet aan de kant, maar blijft gewoon de ideale lijn volgen”, aldus Hennie. “Dat is belangrijk, anders weet de snellere rijder niet wat hij kan verwachten en dan gebeuren er juist ongelukken. Dat willen we niet, we willen dat iedereen heelhuids naar huis gaat, met een grijns op zijn gezicht”, aldus Hennie. “Vandaar ook dat een leren motorpak of “daaraan gelijkgesteld materiaal” verplicht is. Een rugprotector wordt aangeraden. Verder willen we graag dat iedereen op zijn eigen motor naar huis kan. Belangrijk, want gewone motorverzekeringen gelden niet op het circuit. Voor onervaren rijders is er wel een mogelijkheid om de motor via het CRT te verzekeren, omdat er dan geen rondetijden worden gemeten.”

De eerste meters

Na de briefing mogen we eindelijk het asfalt op. We verzamelen in Parc Fermé, waar de motoren vluchtig worden gecontroleerd op de werking van de remmen en op de algehele staat. Ook naar de geluidsproductie wordt gekeken, want er gelden op het circuit van Assen duidelijke grenswaarden. Wie daar overheen gaat kan de zwarte vlag verwachten... Uiteraard is alles oké en mogen we achter de instructeur de baan op, met een groepje van zes man. We leren “invoegen” in de haarbocht, volgen de voorrijder, die in de beroemde Strubben bocht een wat onverwachte lijn rijdt, zien hem in Ruskenhoek over de curbstones rijden en bij Hoge Heide de bocht “rechtdoor” nemen om vervolgens de Ramshoek aan de binnenkant te blijven en pas laat uit te waaieren. Na twee ronden geeft hij aan het begin van de Veenslang een teken, waarop de voorste twee rijders zich terug laten zakken zodat twee anderen achter hem de ideale lijn kunnen afkijken. Ook in de tweede sessie gebeurt dat, terwijl het tempo gaandeweg wordt opgeschroefd, waarbij je je grenzen steeds verder verlegd en steeds platter door de bocht durft. Eindelijk doen die kneesliders ook weer eens waar ze voor bedoeld zijn...

Vering

Na elke sessie is het verzamelen in het Parc Fermé, waar de instructeur uitlegt waarom hij de gekozen lijn rijdt en allerlei vragen van de rijders beantwoordt, over gekozen versnellingen, rempunten en zo meer... Tussen de sessies door is er één pitbox open, en daarvoor staat steeds een rij motoren te wachten. In de pitbox houdt HK Suspension namelijk open spreekuur om de vering van de deelnemers af te stellen. Gratis en voor niets. Aan mijn CBR600F van 1989 is niet heel veel af te stellen, maar aan de BMW S1000RR van Peter Wilmink - van MotoPort Almere - wel en daar wordt het nodige aan veranderd. Dat blijkt goed voor extra snelle rondetijden, zo blijkt als we weer de baan op gaan. In de derde en vierde sessie wordt eerst nog achter de instructeur gereden, maar daarna mag je net als in de vijfde sessie vrij rijden. De instructeurs blijven in de baan en volgen de deelnemers om te kijken wat er te verbeteren valt. Soms rijden ze nog even voor om de juiste lijn te demonstreren en natuurlijk wordt er na de sessie nog het nodige advies gegeven: houdt de arm, die aan de buitenkant van de bocht zit, tegen de tank, dan voel je nog beter wat je motor doet”, zo krijg ik te horen.

Beter rijden

En inderdaad, het advies helpt. Weer een paar tienden eraf... Het gaat steeds sneller en het voelt geweldig om met de knie over de grond door de bochten te jagen en op de rechte stukken de laatste pk’s uit je motorblok te persen. Je voelt je een echte coureur! Het is jammer dat het maar één dag is. Gelukkig zijn Bach Video Productions en vaste fotograaf Ad Kievit altijd aanwezig en kun je dus altijd foto’s en videomateriaal bestellen waarop je jezelf in volle actie kunt terugzien. Daarmee kun je het uitzingen tot de volgende MotoPort circuitdag, die volgend voorjaar zeker weer gehouden wordt. Wellicht kun je dan je nieuwe DIFI of KUSHITANI-pak inwijden. Want in de goody-bag zat naast een MotoPort rugzak en een snelle racemuis ook een kortingsbon voor een leren pak, geldig bij elke MotoPort vestiging...

track QUOTES

Wij van MotoDrive kunnen je wel vertellen hoe leuk een MotoPort circuitdag is, maar het is toch het mooiste om het uit de mond van de deelnemers zelf te horen. Dus vroegen we het ze...

‘Mijn Monster is mijn schatje.’

Anniek den Daas

‘Dit had ik al veel eerder moeten doen!’

Adriaan Makking

Toen de vrienden van Adriaan Makking voorstelden om samen naar een circuitdag te gaan, dacht hij, waarom niet? Adriaan heeft 10 jaar zijn rijbewijs, maar had nog nooit op het circuit gereden: “Ik kwam er echter al snel achter dat ik dat veel eerder had moeten doen, want het is enorm leuk!”, aldus een enthousiaste Adriaan. “De snelheid en die bochten, dat geeft een kick. En die instructeurs, daar leer je echt iets van...”

Voor de 30-jarige Anniek is het de eerste keer dat ze op een racecircuit rijdt. “En natuurlijk wel op Assen, want Assen is ontzettend cool. Ik heb mijn rijbewijs nu een jaar en drie maanden en ik wilde wel eens zien wat ik kan en wat mijn Ducati Monster 750 Carbon kan. Dat viel mee en tegen. Ik kan beter meekomen dan ik had gedacht, maar de laatste rondjes gingen wel erg hard. Maar dat zit natuurlijk ook tussen de oren. Misschien dat ik er een goedkopere circuitmotor bij moet kopen als ik dit vaker wil doen. Want mijn Monster is mijn schatje...”

‘Het CRT heeft het goed in de hand.’

eugene Deen

De Brabantse Eugene Deen is 43 en heeft zijn rijbewijs al 20 jaar. Elke twee tot drie jaar doet hij een rijvaardigheidscursus en hij heeft ook al enige circuitervaring: “Ik heb in België een keer een circuitdag gedaan met mijn BMW K1200R. Dat was ook geweldig, tot aan de vrije sessie. Daar gedroegen een aantal rijders zich zo mallotig op de baan, dat ik ben gestopt. Dat zie je hier helemaal niet. Het CRT heeft dat goed in de hand en dat maakt deze dag helemaal fantastisch!”

‘Het was een topdag. Ik heb veel geleerd.’

Meta Verhagen

Dat dames niet voor de heren onderdoen laat Meta Verhagen zien: “Ik heb een zilverkleurige Suzuki SV. Het is niet de snelste motor, maar ik heb wel de snelste tijd van mijn vriendengroep”, aldus de 28-jarige motorrijdster, die het rijbewijs al zes jaar heeft. Ze heeft al vaker op circuits gereden, maar dit is de eerste keer op Assen: “Er is wel veel verschil tussen de groepen, dus je moet wel zien dat je in de juiste groep zit. Maar ik wilde meer vertrouwen krijgen in mijn motor en het rijden en dat is gelukt. Het was een topdag. Ik heb veel geleerd!”

the original

“The Mother Road”

route 66

Als geen andere weg in de Verenigde Staten is de US Route 66 eigenlijk synoniem voor “onderweg zijn”, het “ergens naar toe gaan”. Beslommeringen thuis laten, je harley starten en gas geven waarbij achter elke bocht een nieuwe horizon ligt. Dat doen de Amerikanen al vanaf 1926 op deze route, maar wat is er nou eigenlijk van de originele route over? Afgelopen zomer gingen we zelf op pad om dit te ontdekken. ee

een van de vele kenmerkende restaurantjes en tevens museum van Route 66 memorabilia, hackberry, Arizona. enorme muurschildering, Illinois.

exact halverwege de trip. Neonreclames in overvloed. Oatman hotel, Arizona.

Unieke mix van Amerikaans & Mexicaans eten bij Joe & Aggie’s, holbrook, Arizona.

the original route 66

het startpunt van de reis is Chicago waar we onze harley Davidson motoren ophalen bij de verhuurder eaglerider. Ik heb gekozen voor het model electra Glide omdat deze een radio aan boord heeft en in de topkoffer past precies mijn summiere bagage die op deze wijze droog blijft bij een eventuele regenbui.

Na een overheerlijk ontbijt bij Lou Mitchell’s, nog steeds een van de oudste en beste restaurants langs de Route, rijden we de I55 op naar het zuiden. Gedurende de reis zal blijken dat we de originele route bij lange na niet meer onafgebroken kunnen rijden. Op zich niet erg want op veel plekken loopt de nieuwe weg soms nog geen 20 meter van de originele route, maar dan wel met goed asfalt zodat we ontspannen om ons heen kunnen kijken. Naast onze eigen gedegen voorbereiding van highlights die we willen zien staat langs de weg ook vaak aangegeven waar interessante oude Route 66 plekken te bezichtigen zijn. In Pontiac stoppen we om in de Hall of Fame wat van de geschiedenis te leren over de route, in Funks Grove eten we een pannekoek met de beroemde Maple sirup, we bezoeken het graf van Lincoln en eten hotdogs op een stokje bij de Cozy Gog, een tent die al decennia lang gerund wordt door de familie Waldmire. En dat is nou nog steeds het leuke aan de Route: elke dag is anders, elke dag is er wel wat te bezichtigen en te beleven maar vooral elke dag kom je (de wat oudere) locals tegen met de mooiste verhalen uit tijden van weleer. Zoals Gary Turner die een oude benzinepomp heeft, genaamd Gay Parita. Zodra we stoppen om een foto te maken komt hij naar buiten en dirigeert hij ons trots naar een oude schuur achter het station waar naast twee oude trucks een enorme hoeveelheid rotzooi en spullen liggen wat waarschijnlijk in de hoogtijddagen van de Route 66 ook al antiek was! Na Illinois, Missouri en Oklahoma belanden we in Texas in het plaatsje Adrian waar we in het Midpoint Cafe een t-shirt kopen. Onder de slogan “when you’re here you’re halfway there” bevindt het café zich precies in het midden van de route van Chicago naar Los Angeles. De hele route biedt een diversiteit van hotels waar je kunt overnachten. Als we echter bij het Posada hotel in Winslow stoppen ( van “standing on the corner of Winslow Arizona” van de Eagles), weet ik dat we niet een overnachting maar een ervaring boeken. Van hotel tot kazerne tot spoorwegdepot tot wederom gerestaureerd hotel is dit een waar museumstuk waarbij het op zwoele avonden ook heerlijk toeven is in de tuin, terwijl het geluid van ellenlange goederentreinen in de verte hoorbaar is. Je waant je terug in de tijd. Sowieso herleven tijden van weleer het meest in de staat Arizona, en wel op het langste aaneengesloten traject van de Route 66 tussen Seligman en Kingman. We hebben een

“Soms loopt de nieuwe weg nog geen Arizona Route 66 paspoort weten te bemachtigen en rijden langs oude 20 meter van de originele route, diners, benzinestations en neon maar dan wel met goed asfalt zodat we reclames terwijl het radiostation oude Elvis en Johnny Cash nummers ontspannen om ons heen kunnen kijken.” draait. Na New Mexico en Arizona rijden we in Californië, de laatste staat van onze reis al weer, door het gortdroge landschap van de Mojave woestijn. Een kaarsrechte glooiende weg met overal in de verte vage contouren van een laaggebergte. De wind waait door de kieren en gaten van verlaten pompstations en altijd duikt de spoorweg weer ergens op in deze verder verlaten omgeving. In Rialto slapen we in het Wigwam Hotel. Opvallend is trouwens hoe de Route 66 in Californië weer gekoesterd wordt. Op veel plaatsen staan de emblemen geschilderd op muurtjes en wegdek. Als we over de Sunset Boulevard in Los Angeles rijden en de frisse zeewind van de Stille Oceaan door ons vizier ruiken, weten we dat we het eindpunt van de reis bereikt hebben. We denken terug aan de ruim 3.500 kilometer die ons hier gebracht hebben, aan de duizenden gelukszoekers die de route gebruikten om naar het westen te trekken, aan de vele reizigers die ons zijn voorgegaan, aan de ontmoetingen onderweg en aan het heerlijke motorrijden. Het liefst draaien we het stuur om en rijden we weer terug naar Chicago. Want dat is het gevoel dat de Route 66 je geeft, een beetje als metafoor voor het leven zelf: je reist, wilt blijven reizen en je weet dat er uiteindelijk een einde aan komt maar wilt tot die tijd blijven genieten van elke minuut.

Voor meer informatie over de originele Route 66 en andere avontuurlijke reizen bel je met 0346 769003 of kijk je op www.travel2explore.com.

This article is from: