GROENWINSTEN VOOR LIMBURG
PRODUCTIEF GROEN DE KOPPELING TUSSEN ONDERNEMEN EN BIODIVERSITEIT
INHOUD
5
VOORWOORD
6
INLEIDING
8
GROENWINSTEN
12
GROENE INFRASTRUCTUUR & TUSSENGROEN
21
WERKVELDEN
22
01. BIOGEBASEERDE ECONOMIE
32
02. WATERCIRCULAIRE ECONOMIE
42
03. VOEDINGSECONOMIE
50
04. WELZIJNSECONOMIE
60
05. BELEVINGSECONOMIE
70
HET PROCES
72
COLOFON
73
VOETNOTEN PRODUCTIEF GROEN | 5
DE HOOIOOGST (1585) De hooioogst door Pieter Bruegel de Oudere (1565) toont een grote bedrijvigheid: niet enkel hooi, maar ook bessen worden geoogst tijdens een warme zomerdag. Het schilderij is opmerkelijk, want voor het eerst in de geschiedenis van de Westerse schilderkunst werd het landschap niet gewoon gebruikt als achtergrond voor een of ander Bijbels tafereel. Op dit schilderij is het landschap zĂŠlf het onderwerp. Het beeld toont hoe de mens het land bewerkt en benut. Toch is de mens hier slechts lijdend voorwerp: het landschap verandert steeds, seizoen na seizoen. De menselijke activiteit is hoogstens perifeer aan het leven van het landschap zelf. 1
VOORWOOR D
VOORWOORD Groene infrastructuur is een heel divers netwerk van alle
die groenwinsten, dan is het van belang om de achterlig-
grote en kleine groenelementen die Limburg doorkruisen:
gende biologische processen te waarborgen en het bijho-
van het groen in uw tuin, de bomen op de groene boule-
rende groen te behouden, te onderhouden en bijkomend
vard in Hasselt, de boomgaarden van Haspengouw tot de
aan te leggen. Hierbij is het cruciaal om overexploitatie
grote natuurgebieden zoals Bosland, Duinengordel en het
van de groenelementen te vermijden en juist te streven
Nationaal Park Hoge Kempen. De biologische processen van
naar een gebruik in evenwicht met de omgeving. Op die
deze groene infrastructuur leveren allerlei levensnoodza-
manier kunnen de groenwinsten gemaximaliseerd worden.
kelijke voordelen op voor mens en maatschappij: voedsel, proper water, zuivere lucht,… Ze maken ons leven veiliger,
Groen en natuur hoeven helemaal geen spelbreker te zijn
aangenamer en boeiender. We kunnen dan ook spreken
bij de zoektocht naar jobs en welvaart. Integendeel: het
van ‘groenwinsten’… Deze publicatie focust op een heldere
groen geeft Limburg net erg sterke troeven voor nieuwe
beschrijving van de manier waarop de groene infrastruc-
businessmodellen, zoals ook blijkt uit gelijkaardige initia-
tuur een sociaal-economische meerwaarde kan bieden
tieven in andere Europese regio’s. Na de sluiting van Ford
aan zowel ondernemers, overheden als burgers. Het gaat
Genk werd er de afgelopen jaren volop ingezet op kennis-
over de biogebaseerde, de watercirculaire, de voedings-, de
ontwikkeling, clustervorming en onderzoek. Vele actoren
welzijns- en de belevingseconomie.
in Limburg hebben reeds het fundament gelegd voor het transitieproces van onze economie naar een innovatieve
Tussen de grote natuurgebieden ligt een aaneenschakeling
kenniseconomie van morgen, waarbij duurzame innovatie
van grote en kleinere steden, verkavelingen, woonlinten,
en kennisdeling de kern vormen. Groen maakt daar een
bedrijventerreinen, zorgcampussen, vakantieparken en de
integraal onderdeel van uit en veel ondernemers, organi-
honderden kilometers wegen, sporen en kanalen die deze
saties, burgers en overheden zijn hier nu al bij betrokken.
met elkaar verbinden. In de studie T.OP Limburg wordt
Om ons als regio te onderscheiden zijn er echter nog meer
dit gebied omschreven als ‘tussenland’. Het draagt land-
van dergelijke projecten nodig. Deze publicatie hoopt een
schappelijke en stedelijke kenmerken in zich maar benut
inspiratiegids te zijn om de troeven van de Limburgse bio-
de potenties op het vlak van groen te weinig. Dit uitge-
diversiteit en haar groene infrastructuur te optimaliseren
sponnen en diffuse groen-blauwe netwerk is het ‘tussen-
en te gebruiken voor een gezonde en vitale economie…
groen’. De oppervlakten zijn aanzienlijk waardoor er in dit tussengroen grote groenwinsten te boeken zijn. Tevens spoort dit samen met de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, wat dan weer bevorderlijk is voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van een streek…
JOKE SCHAUVLIEGE Vlaams Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw
Om al deze winsten te realiseren moet de natuur in evenwicht zijn: voldoende biodiversiteit is hiervoor essentieel. De verschillende groenelementen vormen immers een samenhangend geheel en zijn van elkaar afhankelijk voor
HERMAN REYNDERS
hun voortbestaan. Wil je blijvend gebruik maken van al
Gouverneur Limburg PRODUCTIEF GROEN | 7
INLEIDING
Doorheen de geschiedenis heeft de mens steeds gebruik gemaakt van de rijkdom die de natuur ons biedt. Toch is er sinds de conceptie van het schilderij op de voorpagina heel wat veranderd. We zijn niet langer het lijdend voorwerp van onze omgeving, onderhevig aan getijden en seizoenen. Meer en meer hebben we het landschap naar onze hand gezet. De keerzijde hiervan is dat het landschap kreunt onder onze aanwezigheid en onze nooit afnemende zucht naar ruimte. Daarbij dreigen we de grote maatschappelijke meerwaarde van het landschap en de natuur te vergeten. Nochtans kan de natuur—mits goed beheer— een belangrijke bron van jobs en welvaart zijn.
Het idee voor deze publicatie—die zich specifiek op Limburg richt—is ontstaan na de sluiting van de Fordfabriek in Genk. In de nadagen van de sluiting kwam er een discussie op gang over hoe een meer toekomstbestendig Limburg eruit moest zien. Met het Strategisch Actieplan (SALK) ontstond een zoektocht naar het vinden van nieuwe economische ontwikkelingen om die jobs en welvaart voor de provincie Limburg te stimuleren. Om de ruimtelijke pijler te versterken werd vanuit Ruimte Vlaanderen het Territoriaal OntwikkelingsProgramma Limburg (T.OP Limburg) geïnitieerd met drie ambities: het versnellen van de circulaire economie (Poort Limburg), het versterken van de vrijetijdseconomie (Park Limburg) en een gezonde stedelijke dynamiek (Stad Limburg), waaruit nu het strategisch project Kolenspoor voortloopt. Het Agentschap Natuur en Bos heeft daarop een programma gelanceerd rond groen en ondernemen. Dat programma heeft als missie op korte termijn duurzame arbeid en direct positieve economische effecten te genereren door investeringen in groen in de ruime zin van het woord. Het heeft als visie op lange termijn bij te dragen tot een verhoogd welzijn in de Limburgse regio door een optimaal uitgebouwd netwerk van kwaliteitsvolle groene infrastructuur. Doorheen de studie is het idee gegroeid om op basis van het programma concrete (piloot)projecten op te zetten.
UTRECHT
RANDSTAD
DEN HA AG ROT TERDAM
HOGE VELUWE
DELTA
NEDERLANDS NOORD-BRABANT LIMBURG KEMPEN
ANT WERPEN
RUHRGEBIED
MECHELEN
BRUGGE GENT
BRUSSEL
BRUSSEL
NPHK
LEUVEN
LUIK
SITUERING LIMBURG
8 | PRODUCTIEF GROEN
BELGISCH LIMBURG
KEULEN
LUIK
DUSSELDORF
INLEIDING
Op grote schaal situeertLimburg zich tussen de stedelijke
Het eerste deel van deze publicatie verklaart het begrip
clusters van de Randstad, de Metropole Ruhr, de clus-
groenwinsten en maakt duidelijk op welke domeinen deze
ter Aachen, Luik en Maastricht, de Brusselse Regio en de
zich situeren en waar deze in het groene Limburg gerea-
havendelta met Rotterdam, Antwerpen en Gent. Centraal
liseerd kunnen worden. De begrippen ‘groene infrastruc-
tussen deze sterke economische clusters vormt Limburg
tuur’ en ‘tussengroen’ worden verklaard en definiëren vijf
een rustpunt dat qua karakter eerder aansluit bij het
werkvelden waarop in Limburg groenwinsten gerealiseerd
groene bosrijke karakter van de provincies Noord-Brabant,
kunnen worden, en waar concrete (piloot-)projecten voor
Nederlands Limburg en de Kempen. Het Nationaal Park
opgezet kunnen worden.
Hoge Kempen en de brede omgeving vormen een groengebied met dezelfde allure als de Hoge Veluwe. In contrast
In het tweede deel van deze publicatie wordt er dieper inge-
met deze meer verstedelijkte economische context biedt
gaan op elk van deze 5 werkvelden. Per werkveld wordt
het groene, landelijke karakter van Limburg belangrijke
besproken hoe groenwinsten kunnen gemaakt worden
troeven die het kan uitspelen om haar economische posi-
(het systeem), hoe de situatie in Limburg is en welke win-
tie te versterken.
sten nu reeds gemaakt worden (cijfers over Limburg) en op welke manier groene infrastructuur nog meer op een
Met het oog op economische groei en winst werd natuur
duurzame manier kan worden ingezet om jobs en welvaart
lang beschouwd als een voor de hand liggende, onuitput-
te creëren (inspiratie).
telijke bron van grondstoffen, die opgeconsumeerd kon worden. Vandaag is op vele plaatsen zichtbaar dat die
Inhoudelijk richt deze publicatie zich op het opzetten
praktijken negatieve effecten hebben op ons milieu. Met
van concrete (piloot)projecten en het betrekken van meer
het groeiende besef dat grondstoffen eindig zijn, gaan
en meer actoren. In functie hiervan is gekozen voor een
ondernemers en burgers steeds meer op zoek naar alter-
voornamelijk kwalitatieve benadering, met een selec-
natieve bronnen. Die ondernemers en burgers beseffen
tie van illustraties van cases en cijfers. Een dekkende
dat natuur in de brede zin, verder ook ‘groene infrastruc-
kwantitatieve beschrijving voor de provincie Limburg
tuur’ genoemd, een belangrijke bron voor inkomen, jobs
was nog niet mogelijk wegens het ontbreken van data.
en welvaart kan zijn.
Tevens is de groene economie nog iets dat in de startblokken staat. Op deze wijze is de invalshoek van deze studie
Om die kansen van de groene infrastructuur voor onder-
ook complementair met andere studies en tools, zoals de
nemers en voor de samenleving duidelijk te maken, werd
Natuurwaardeverkenner van VITO.
in de jaren ’80 het begrip ecosysteemdiensten geïntroduceerd. Om op een duurzame manier winsten te realiseren,
Deze publicatie kwam tot stand op basis van weten-
moet de natuur in evenwicht zijn. Voldoende biodiversiteit
schappelijk studiewerk van Wageningen University and
is hiervoor essentieel. Het discours rond ecosysteemdien-
Research en SWECO dat bestaande inzichten rond groene
sten is zeer wetenschappelijk en vaak heel specialistisch.
infrastructuur, jobs en welvaart samenbracht. In drie ver-
Om het concept ingang te helpen vinden bij een breder
schillende workshops werd op basis van deze inzichten
publiek, en concrete (piloot)projecten op te zetten, is er
met potentiële early adaptors gereflecteerd op de speci-
nood aan een meer geïntegreerde benadering en een toe-
fieke Limburgse situatie.
gankelijker taalgebruik. Deze publicatie tracht tegemoet te komen aan deze beide noden. De focus ligt op een heldere
De publicatie ‘Productief Groen. Groenwinsten voor
beschrijving van de manier waarop ecosysteemdiensten
Limburg’ wil een breed publiek laten kennismaken met
werken en de sociaal-economische meerwaarde die groene
de vele mogelijkheden die de Limburgse biodiversiteit en
infrastructuur kan bieden aan zowel overheden, onderne-
haar groene infrastructuur bieden voor het verder ontwik-
mers als burgers. Een belangrijke keuze die hierbij wordt
kelen van een gezonde en vitale economie. Het idee leeft
gemaakt, is om niet te spreken over ecosysteemdiensten
dat uit de definitie van de vijf werkvelden ook concrete
maar het begrip te vervangen door het meer bevattelijke
(piloot)projecten kunnen groeien.
‘groenwinsten’.
PRODUCTIEF GROEN | 9
GROENWINSTEN
GROEN WINSTEN De biologische processen die zich afspelen in onze omgeving leveren allerlei voordelen op voor mens en samenleving. We staan er vaak niet meer bij stil, maar groene infrastructuur levert ons voedsel, proper water, zuivere lucht en grondstoffen voor bijvoorbeeld kleding en energie. Deze zogenaamde ‘groenwinsten’ zorgen dat we kunnen overleven en maken ons leven veiliger, aangenamer en boeiender.
Soms zijn deze groenwinsten producten die direct zichtbaar en verkoopbaar zijn zoals het hout uit onze bossen. Vaak gaat het om diensten die regulerend werken zoals het zuiveren van regenwater. Hoewel deze winsten minder tastbaar zijn, zijn ze van onschatbaar belang voor onze samenleving. Moeilijk te meten, maar evenzeer belangrijk, is het positieve effect dat een groene omgeving heeft op onze gezondheid onder meer doordat groen onze lucht zuivert en zorgt voor een beter algemeen welbevinden. En ook op andere manieren genieten mensen van hun groene omgeving. Meestal zal groene infrastructuur verschillende soorten winsten tegelijk opleveren. Om al deze winsten te realiseren moet de natuur in evenwicht zijn. Voldoende biodiversiteit is hiervoor essentieel. De verschillende groenvormen, inclusief water, vormen immers een samenhangend geheel en zijn van elkaar en hun omgeving afhankelijk voor hun voortbestaan. Door het uitgesproken groene karakter van de provincie Limburg kan ze, meer dan andere provincies, al die groenwinsten inzetten voor het versterken van haar economie. De typische voorstelling van de ecosysteemdiensten werd hieronder geherformuleerd tot vijf thematisch samenhangende groepen, waar de groentypologie (de verschijningsvorm van groene infrastructuur) wordt gekoppeld aan de winsten.
10 | PRODUCTIEF GROEN
GROENWINSTEN
GROENWINST 1
Hout- en plantachtige materialen als basis voor constructie, productie & energie
GROENWINST 3
Fruit en wildproducten Fruit groeit in velden, boomgaarden, bomenrijen, tuinen en parken. Essentieel voor de groei van fruit is de bestuiving
Hout- en plantachtige materialen kunnen dienen als con-
door bijen en vlinders, die hun habitat vinden in groene
structiemateriaal voor bouw, meubels, producten, kleding
ruigtes. Groene ruigtes vormen dan ook een belangrijke
of andere biomassatoepassingen. Zo vervangen ze de mate-
component voor plantages. Akkers en bossen zijn een
rialen gemaakt van fossiele grondstoffen. Restproducten
geliefde plek om te jagen op klein en grofwild. Fruit, en
uit de landbouw en de voedelsector kunnen ingezet wor-
in mindere mate wild, vormen een belangrijke bron van
den als grondstof voor allerlei producten en hernieuwbare
inkomsten voor Limburg.
energie. Voor veel producten zijn de grondstoffen momenteel eindig, waardoor een omslag in het productieproces
GROENWINST 4
van inkomsten, als ze goed beheerd worden.
Captatie van fijn stof en CO2. Beperking van hitte. Snellere genezing
GROENWINST 2
De bladeren van bomen en planten capteren fijn stof en
zich aandient. Natuurlijke materialen zijn hernieuwbare grondstoffen en vormen op die manier een duurzame bron
Water als basis voor productie, minder rioleringsen zuiveringskosten, minder overstromingsschade
CO2 en zorgen voor schone lucht. In de bebouwde omgeving beperken bomen en planten de hitte-eilanden die ontstaan door de steeds groter wordende oppervlakten verharding en verstening. Meer groen betekent immers minder opwarming. Groene omgevingen houden men-
Water is essentieel voor het overleven van groene infra-
sen langer gezond, en bij zieke mensen werkt groen snel-
structuren en groene infrastructuren zijn noodzakelijk
ler herstel in de hand door het rustgevend karakter en de
voor het bufferen, infiltreren en zuiveren van water. Water
mogelijkheden om te bewegen in gezonde lucht. Groene
wordt in de natuur gezuiverd. Groen bewerkstelligt de pro-
infrastructuren vormen op deze manier een belangrijke
ductie van drinkwater en van water als basis voor produc-
factor in het beperken van de kosten voor gezondheid.
tie van andere dranken, producten en industriĂŤle processen. Waar er groene infrastructuren zijn, kan water beter infiltreren en bufferen. Hierdoor worden zowel de kosten ten gevolge van overstromingen als het prijskaartje voor de uitbreiding van het rioleringsnet beperkt. Door de kli-
GROENWINST 5
Meer potentieel voor toerisme, recreatie. Aantrekkelijk landschap & algemene attractiviteit van de regio
maatverandering ontstaan bovendien langere periodes van droogte en periodes van hevigere neerslag waardoor
Limburg is gekend als groene regio met als grote aantrek-
waterbuffering nog meer noodzakelijk wordt.
kingspolen onder andere het Nationaal Park, Bosland, de Maasvallei en de fruitstreek in Haspengouw. Een groene uitstraling zorgt ervoor dat veel mensen in dit gebied Âwillen verblijven.
PRODUCTIEF GROEN | 11
GROENWINSTEN
GROENWINSTEN
Hout- en plantachtige materialen als basis voor constructie, productie & energie
Water als basis voor productie, minder rioleringsen zuiveringskosten, minder overstromingsschade
Fruit en wildproducten
Captatie van fijn stof en CO2. Beperking van hitte. Snellere genezing.
Meer potentieel voor toerisme, recreatie. Aantrekkelijk landschap & algemene attractiviteit van de regio
12 | PRODUCTIEF GROEN
GROEN
GROENWINSTEN
WINSTEN
WONINGBOUW
PLA ATMATERIA AL
OVERSTROMINGS BEPERKING
VOEDSEL PRODUCTIE
FRUITTEELT
WILDBRA AD PRODUCTIE
LUCHTKWALITEIT
GROENE RECREATIE
FIJNSTOF
CAMPING
BIOMASSA ENERGIE
VISVANGST
BIOPLASTICS
BODEM VRUCHTBA ARHEID
PLA AG BEHEERSING
BESTUIVING
ZORG
VERZEKERING
FIETSTOERISME
GENIETEN IN DE TUIN
MEUBELEN
DRINKWATER
GLOBA AL KLIMA AT
VEEVOEDER
DRANKEN
HITTE REDUCTIE
VEZELS
WATERKWALITEIT
LANDSCHAP
BLIJE MENSEN
PRODUCTIEF GROEN | 13
GROENE INFR A STRUCTUUR EN TUSSENGROEN
GROENE INFRASTRUCTUUR EN TUSSENGROEN De inleiding van deze publicatie spreekt over de winsten die de natuur kan bieden voor jobs en welvaart. Limburg is met haar vele bossen en water, fruitteelt en de afwezigheid van grote verstedelijkte gebieden een zeer groenrijke provincie. Dit groene karakter is vandaag al een belangrijke bron van inkomsten voor Limburg. Deze opbrengst is nog te vergroten door in te zetten op het tussengroen. Dit is het geheel van groenzones dat onder andere gevormd wordt door tuinen, beplanting rond semi-publieke 14 | PRODUCTIEF GROEN
ruimtes en het groen van lijninfrastructuren. Mits een goede inrichting en juist onderhoud kan er met dit tussengroen nog heel wat meerwaarde gerealiseerd worden. Hier is een interessante rol weggelegd voor socio-economische sectoren, voor ondernemers, overheden en burgers. Groene infrastructuur is een verzamelnaam voor alle vormen van natuur. In zijn geheel vormt het een netwerk van grote en kleine groene gebieden dat Limburg doorkruist. Dit netwerk levert een brede waaier aan winsten en draagt tegelijk bij aan het stoppen van de achteruitgang van de biodiversiteit. Het netwerk is bovendien heel divers: van topnatuurgebieden zoals de Mechelse Heide over de boomgaarden van Haspengouw tot de bomen van de Groene Boulevard in Hasselt en het gevelgroen op het Genkse stadhuis of jouw groendak.
GROENE INFR A STRUCTUUR EN TUSSENGROEN
Krijt: 225 tot 65 miljoen jaar geleden werd een ca. 200m dik krijtpakket afgezet in Limburg als een gevolg van een overspoeling door de zee. Krijt is door zijn groot poriëngehalte watervoerend. Het is een belangrijke bron voor de watervoorziening van Zuid-Limburg en Noord-Luik. Water dat werd geïnfiltreerd via krijtlagen is erg geschikt als drinkwater.
Vochtig Haspengouw: 65 tot 2 miljoen jaar geleden, tijdens het zogenaamde Tertiair, werd Limburg eveneens regelmatig door de zee overspoeld. De vorming van Vochtig Haspengouw is een resultaat van het voortdurend aanen afvoeren van lagen zand en klei door de zee. Doordat klei ondoorlatend is voor water, ontstaan er bronnen, een dicht rivierennet en vochtige bodems. Dit zijn goede condities voor fruitteelt. LIMBURGSE GEOLOGIE
Een beetje geologie
Kempens Plateau: 2 miljoen jaar tot 12.000 jaar geleden, tijdens het zogenaamde Pleistoceen (de voorlaatste IJstijd)
Opmerkelijk in Limburg en erg belangrijk om het grote
ontstond het Kempens Plateau. Op de plaats waar de
potentieel van de provincie op vlak van groenwinsten te
Maas in de zee stroomde werd een puinkegel gevormd
begrijpen, is de geologie van de streek. De geologie vormt
van afbraakmateriaal, meegevoerd door smeltwaters. De
de basis voor alle groen dat we vandaag bovengronds kun-
westrand van het plateau is diep ingesneden door rivieren:
nen waarnemen.
dankzij deze topografie stroomt water vandaag enerzijds
2
af naar de Maas en anderzijds naar de Demer. Vandaag verheft het Plateau zich tot 50m boven zijn omgeving. Steenkool: De steenkoollagen die zich diep in de ondergrond van Midden-Limburg bevinden, zijn ca. 320 miljoen tot 280 miljoen jaar oud. Nergens anders in Vlaanderen
Schrale heidegebieden, vruchtbare landbouwzones:
komt er steenkool voor. Tussen 1901 en 1992 werd in Limburg
Tijdens de laatste ijstijden werden zand- en leemdeel-
massaal steenkool bovengehaald. Als een gevolg daarvan
tjes afgezet door winden vanuit de toendravlakten. In de
verzakten de bovenliggende lagen waardoor het maaiveld
Kempen werden voornamelijk dekzanden afgezet. Deze
vandaag is verlaagd tot een niveau lager dan het grond-
dekzanden hebben een grote doorlaatbaarheid, zijn arm
water. Hierdoor moet continu grondwater worden weg-
aan voedingsmineralen en klei en hebben een dikte rond
gepompt om overstroming van de verzakte gebieden te
de 2m. Op deze voedselarme gronden vinden we vandaag
vermijden. Met de komst van de steenkoolmijnen werden
de heidegebieden in Limburg terug. Verder zuidwaarts—
in de Kempen ook massaal productiebossen aangeplant
in vochtig en droog Haspengouw—werden leemdeeltjes
die later omgevormd werden tot meer diverse natuurge-
afgezet, die meer geschikt zijn voor landbouw.
bieden met grote oppervlakten naaldhout. PRODUCTIEF GROEN | 15
GROENE INFR A STRUCTUUR EN TUSSENGROEN
NATUUR IN LIMBURG De grote landschappelijke clusters
+
Tussengroen
Limburg dankt haar groene karakter aan de aaneen-
Naast de grote landschappelijke clusters zijn er ter
sluiting van heel wat grote landschappelijke clusters.
hoogte van Hasselt, Genk, Lommel en Tongeren ook
Het zuiden wordt gekenmerkt door de grote akkers
gebieden met een meer verstedelijkt karakter. Het gaat
van droog Haspengouw en de fruitstreek van vochtig
over kleine steden, verkavelingen, woonlinten, bedrij-
Haspengouw met veel hoogstamboomgaarden, een
venterreinen, vakantieparken en de honderden kilo-
dicht rivierennet, moerassen en parken. Er zijn relatief
meters wegen die deze met elkaar verbinden. In de
weinig bossen. Aan de oostzijde loopt de Maasvallei.
studie T.OP Limburg wordt dit gebied omschreven als
In het noordoosten van de provincie en in de streek
‘tussenland’. Het draagt landschappelijke en stedelijke
rond Peer is er een landschap van akkers en landbouw-
kenmerken in zich maar benut de potenties op vlak
graslanden met kleine landschapselementen te vinden.
van groen weinig of niet.
Het noordwestelijke en centrale deel van de provincie beschikt over een grote hoeveelheid bossen – zoals
In dit tussenland wordt een groen ruimtelijk patroon
Bosland en het Nationaal Park Hoge Kempen- , heide
onderscheiden dat bestaat uit privétuinen, bedrijventer-
en ook waterrijke gebieden zoals de Wijers.
reinen, straten, publieke zones, groen dat lijninfrastructuren begeleid, ... Dit uitgesponnen en diffuse groen-
In de omgeving van het Albertkanaal zijn tal van water-
blauwe netwerk is het ‘tussengroen’, in zekere zin een
lichamen zoals de Demer te vinden, gecombineerd met
tegenbeeld van het tussenland. Dit groen wordt vaak
graslanden. Deze grote en vaak aaneengesloten groene
niet als natuur beschouwd. De oppervlakten zijn ech-
gebieden vervullen vandaag reeds functies die tot de
ter aanzienlijk waardoor er in dit tussengroen, afhan-
hierboven beschreven groenwinsten leiden. Aan de
kelijk van hoe het wordt ingericht en beheerd, juist
verdere ontwikkeling van deze grote landschappelijke
relatief grote groenwinsten te boeken zijn.
clusters wordt reeds gewerkt door de typische actoren, zoals de overheid en middenveld organisaties.
De groenwinsten die tussengroen kan leveren, zijn zeer uiteenlopend. In eerste instantie kan tussengroen een belangrijke stapsteen vormen tussen de verschillende groengebieden. Op die manier draagt het bij tot de robuustheid van de biodiversiteit die noodzakelijk is
KEMPENS PLATEAU
om het groensysteem in evenwicht te houden. Sommige
MA ASVLAKTE
vormen van tussengroen kunnen biomassa opleveren en/of regulerende functies vervullen zoals het bufferen en zuiveren van water en lucht. Allemaal dragen ze ertoe bij dat Limburg een groene provincie is waar het aangenaam verblijven en ondernemen is. Om al
DEMERVLAKTE
dit tussengroen optimaal rendabel te maken, zal het belangrijk zijn om alternatieve ondernemingsmodelVOCHTIG HASPENGOUW
DROOG HASPENGOUW
len te onderzoeken en te installeren. Om de kansen in VOEREN
het tussengroen optimaal te valoriseren, zal moeten worden samengewerkt met ondernemers, burgers en lokale overheden.
LANDSCHAPPELIJKE CLUSTERS
16 | PRODUCTIEF GROEN
GROENE INFR A STRUCTUUR EN TUSSENGROEN
DE LIJNINFRASTRUCTUUR De provincie wordt doorsneden door (snel)wegen, kanalen, spoorwegen, hoogspanningslijnen, waterlopen, pijpleidingen, ‌ Dit zijn allemaal lijninfrastructuren die, indien ze op een doordachte, ecologische manier worden ingericht en beheerd, de potentie hebben om groenwinsten te genereren. S N E LW E G E N E N S P O O R W E G E N
Binnen de provinciegrenzen loopt er voor ongeveer 106 km snelweg en 1110 km provincie- of rijkswegen. Net zoals de spoorbermen worden deze wegen grotendeels begeleid door groene, al dan niet ecologisch beheerde bermen. 3 KANALEN
Limburg wordt doorsneden door ca. 200 km aan kanalen. De bermen die deze kanalen begeleiden, leveren jaarlijks naar schatting tot 2000 ton aan maaisel. 4 HOOGSPANNINGSLI JNEN
LIJNINFRASTRUCTUUR
Doorheen Limburg lopen vele kilometers hoogspanningslijnen. Opschietend groen onder deze lijnen mag omwille van veiligheidsreden niet te hoog groeien. Dit betekent dat regelmatig onderhoud noodzakelijk is. Tegelijk leveren deze bermen net zoals kanalen, snelwegen en spoorwegen jaarlijks een aanzienlijke hoeveelheid maaisel. KLAVERBLAD LUMMEN
VA K A N T I E D O M E I N E N
De provincie Limburg wordt in belangrijke mate geassocieerd met vrije tijd en toerisme. Binnen de provinciegrenzen bevinden zich tal van vakantieparken, campings en recreatiedomeinen. Ze zijn aangesloten op het fiets- en wandelroutenetwerk van de provincie. Deze vakantiedomeinen zijn veelal gelegen in een uitgesproken groene omgeving en bieden mits een slimme inrichting en beheer en vernieuwde business cases heel wat potenties om groenwinsten te genereren.
VAK ANTIEDOMEINEN
ERPERHEIDE PRODUC T IEF GROEN | 17
GROENE INFR A STRUCTUUR EN TUSSENGROEN
DE WERKPLEK De totale oppervlakte aan bedrijventerreinen binnen de provincie Limburg bedraagt ongeveer 11.000 ha 5 (t.o.v. tot 5.750ha van Nationaal Park Hoge Kempen en de 4.679ha bossen van Bosland 6). Dergelijke bedrijventerreinen zijn grote, aaneengesloten gebieden die vaak gelegen zijn langs water- of weginfrastructuren. Hoewel ze vandaag niet gezien worden als groene infrastructuren, hebben bedrijventerreinen de potentie om —mits aangepast beheer— als groene stapsteen tussen de grotere groengebieden te worden ingericht. Ook andere semi-publieke ruimtes zoals scholen, ziekenhuizen en de universiteitscampussen hebben deze potentie. Ingericht tussen grotere groengebieden zijn dergelijke semi-publieke buitenruimtes prima plekken om het landschap te verknopen met functies die baat hebben bij een kwalitatieve groene omgeving (bijvoorbeeld zorg- en educatieve programma’s). DE WERKPLEK
GENK ZUID CAMPUS DIEPENBEEK
DE TUIN
In 2007 werd 8% van het Vlaamse grondgebied ingenomen door private tuinen tegenover 11% bos, 2,9% natuurgebieden en 1,6% publieke parken 7. Dit is een meer dan aanzienlijk deel van de beschikbare ruimte. Tuinen hebben een zeer groot strategisch potentieel om een bijdrage te leveren aan tal van groenwinsten (denk maar aan de captatie van CO2, de invang van fijn stof, de productie van groenten en fruit,…) Met name in het weinig verstedelijkte Limburg is het potentieel van de tuinen zeer groot. In Limburg gaat het bij benadering om 19.200 ha.
DE TUIN 18 | PRODUCTIEF GROEN
ZWARTBERG GENK
GROENE INFR A STRUCTUUR EN TUSSENGROEN
9
Ontwerp en beheer De mate waarin groene infrastructuur en tussengroen een
Het archétype van de omgevingsaanleg blijkt immers
rol kan opnemen als productief groen en kan bijdragen
redelijk persistent. Bij woningen in meer groene context
aan de biodiversiteit en het leveren van groenwinsten, is
kennen we de herinterpretaties van de hoeve in het afge-
afhankelijk van de manier waarop het wordt ingericht en
graasde weiland: de fermettes, de haciendas, de cottages,
beheerd. Grote hoeveelheden verharding, betonnen water-
… Het weiland en grid als symbool van de controle van de
bekkens en kortgemaaid gras hebben veel minder waarde
mens op de ziekmakende woestenij, de ruwe ruigte. De
in het biosysteem dan groenzones, waterdoorlatende ver-
woning wordt omgeven door een strak afgemaaid gazon
harding, wadi’s en tuinen met een gevarieerde, al dan niet
met hek. Vaak nog wordt de strakke gazon met het lijn-
inheemse beplanting. Het vademecum ‘Harmonisch Park-
patroon van het maaien als een teken van netheid, status,
en Groenbeheer’ en de tips van NatuurPunt om van je tuin
organisatie en vooruitgang gezien. Gebruiksgemak krijgt
een natuurgebied te maken 8, bieden een goede leidraad
veelal voorrang op een natuurvriendelijke inrichting en
voor de ecologische inrichting van groene infrastructu-
wilde planten worden nog steeds beschouwd als onkruid.
ren. Maar vaak is het complexer. Het ontwerp en beheer
Om groenwinsten te gaan realiseren, zal er een cultuur-
vraagt telkens om een toegepaste contextuele beoordeling
omslag of gedragswijziging nodig zijn, een transitie naar
van potentiële groenwinsten en de graad van biodiversi-
een andere relatie van de mens met de natuur. De natuur
teit. De grote natuurgebieden en het openbaar domein
niet meer als tegenpool, maar als iets waarmee een posi-
worden vandaag de dag al volgens deze principes ont-
tieve interactie ontstaat, als iets dat ingezet kan worden
worpen, aangelegd en beheerd. Een groot gedeelte van
om groenwinsten te genereren. Om groene infrastructuur
het tussengroen is echter in handen van private eigenaars
optimaal in te zetten voor het leveren van groenwinsten
en ondernemers. Om deze te ondersteunen om zo veel
zal dit een weerslag moeten vinden in de aanleg van tuin-
mogelijk groenwinsten te realiseren via een duurzame,
complexen, bedrijventerreinen en openbare ruimte. Deze
milieuvriendelijke inrichting van hun terreinen ligt een
publicatie wil ondernemers en burgers op ideeën brengen
belangrijke taak weggelegd voor overheden, landschaps-
en aanzetten tot concrete (piloot)projecten.
en tuinarchitecten en tuinaannemers. PRODUCTIEF GROEN | 19
ZICHT OP WINST
ZICHT OP WINST Wil je een bedrijfsmodel opzetten vertrekkend vanuit groenwinsten dan is het essentieel om garanties te hebben op een stabiele levering van deze winsten. Om dit mogelijk te maken is het belangrijk dat er een goed uitgebouwde, samenhangende, voldoende grote en kwalitatieve groene infrastructuur wordt voorzien.
20 | PRODUCTIEF GROEN
ZICHT OP WINST
PRODUCTIEF GROEN | 21
ZICHT OP WINST
01
Groenwinsten komen tot stand dankzij biologische processen in de groene infrastructuur zoals het groeien van bomen voor hout, de opname van voedingsstoffen door bacteriĂŤn voor het zuiveren van water, het zoeken van voedsel door bijen voor de bestuiving, het jagen door predatoren zoals lieveheersbeestjes voor het bestrijden van insectenplagen. De motor voor dit alles is de biodiversiteit: de vele verschillende plant- en diersoorten die leven in het water, de lucht en in en op de bodem. Wil je blijvend gebruik maken van al die groenwinsten, dan is het van belang om de achterliggende biologische processen te waarborgen en het bijhorende groen te behouden en bijkomend aan te leggen. Hierbij is het cruciaal om overexploitatie van
02
de groenwinst te vermijden en juist te streven naar een gebruik in evenwicht met de omgeving.
En in de praktijk? Groen en natuur hoeven helemaal geen spelbreker te zijn bij de zoektocht naar jobs en welvaart. Integendeel: het groen geeft Limburg net erg sterke troeven voor nieuwe businessmodellen. Hoe kan je met deze kennis aan de slag? Welke acties kunnen ondernomen worden? Door wie? Welke groenwinsten zijn in het bijzonder relevant en hoe passen deze binnen de specifieke Limburgse ruim-
03
telijke condities? In de volgende hoofdstukken worden 5 werkvelden aangereikt waarbinnen je op het terrein acties kan opzetten. Per hoofdstuk wordt eerst uitgelegd hoe het systeem werkt. Hier leggen we uit op welke manier verschillende groenvormen tot groenwinsten kunnen leiden. Daarnaast wordt dieper ingegaan op de groenvormen die hiervoor nodig zijn, in welke mate ze in Limburg aanwezig zijn en hoe ze vandaag reeds groenwinsten opleveren. Ten slotte wordt een licht geworpen op de sectoren waar er kansen zijn voor groei en vernieuwing en bespreken we enkele
04
van de vele inspirerende projecten in Limburg of daarbuiten die vandaag reeds de eerste stap hebben gezet om op een duurzame manier groenwinsten te realiseren. Het volgende hoofdstuk reikt 5 werkvelden aan waarbinnen je op het terrein acties kan opzetten. Productief Groen wordt toegepast dus.
22 | PRODUCTIEF GROEN
05
WERKVELDEN
5 WERKVELDEN 01. Biogebaseerde economie Bomen, planten en groenresten kunnen worden ingezet om nieuwe producten te maken. Een dergelijke biogebaseerde economie draait op biomassa voor niet-voedingstoepassingen zoals chemicaliën, materialen, brandstoffen, elektriciteit, inhoudsstoffen. Door groenresten in te zetten om nieuwe producten te maken, ontstaat een grondstoffenefficiënte, meer duurzame samenleving. Limburg kan worden gezien als een groot groenmagazijn dat elk jaar door de natuur wordt aangevuld met een zeer divers aanbod aan verschillende soorten biomassa. Dit werkveld licht de economische kansen voor biogebaseerde economie in Limburg toe.
02. Watercirculaire economie Water is van groot belang voor de economie en voor het welzijn van de Limburgers en hun omgeving. Maar liefst 14%van de Limburgse banen 10 is gerelateerd aan waterproductie. Concreet gaat het over jobs in de energiesector, chemiesector, logistieke sector, drinkwatersector en de landbouw- en voedingssector. Dat is erg veel, wetende dat de druk op water nu al groot is en dat water steeds schaarser wordt. Dit groeithema onderzoekt acties en projecten om efficiënter om te gaan met de aanwezige watervoorraden enerzijds en kansen om de natuurlijke bergingscapaciteit in Limburg te waarborgen of versterken.
03. Voedingseconomie Meer en gevarieerder groen kan op verschillende manieren bijdragen tot extra groenwinsten op het vlak van voedselproductie in Limburg. De fruitteelt in Haspengouw komt in gevaar door het uitsterven van wilde bijen die nodig zijn voor de bestuiving. Om de bijenpopulatie in stand te houden is er nood aan meer bloemrijke ruigtes, minder persticiden, en algemeen aan meer diversiteit in de beplanting. In Limburg wordt er ook meer dan in andere Vlaamse provincies gejaagd. Om wild te behouden, is het belangrijk dat het wild zich voldoende kan verplaatsen. Fruit, en in mindere mate wild, vormen een belangrijke bron van inkomsten voor Limburg. Tussengroen kan in beide gevallen een belangrijke rol spelen wanneer het op de juiste manier wordt ingericht.
04. Welzijnseconomie De groene infrastructuur helpt je om gezond te leven of terug gezond te worden. Het groene Limburg heeft sterkte troeven om gebruik te maken van de gezondheidsbevorderende effecten van groen door in te zetten op zorg en gezondheid. Dit vraagt om een uitgekiende strategie en slimme keuzes. Want hoewel het idee is om mensen zo dicht mogelijk bij het groen te brengen, kan het niet de bedoeling zijn hiervoor de kwaliteit van het bestaande groen aan te tasten. Dit werkveld gaat dieper in op de uitdagingen en kansen die er liggen rond gezondheid en zorg en werkplekken in het algemeen.
05. Belevingseconomie Toerisme, recreatie en Limburg worden vaak in één adem genoemd. Dat hoeft niet te verbazen, want Limburg bestaat uit prachtige landschappen, vele kilometers wandelpaden en een sterk uitgebouwd fiets- en wandelroutenetwerk. Limburg is gekend als groene regio met als grote aantrekkingspolen onder andere het Nationaal Park Hoge Kempen, Bosland, de Maasvallei, de Wijers en de fruitstreek in Haspengouw. Recreëren en toerisme in Limburg zijn énkel mogelijk bij de gratie van goed uitgebouwde en onderhouden groene infrastructuur. Door dit groene karakter, de flora en fauna, kwalitatief te versterken langs recreatieve routes en locaties ontstaat er meer potentieel voor toerisme, een belangrijke bron van inkomsten in Limburg. PRODUCTIEF GROEN | 23
01 BIOGEBASEERDE ECONOMIE
THEMA
24 | PRODUCTIEF GROEN
GENK ZUID NORBORD
“Onze productiesite ligt in een bosrijke regio en aan het Albertkanaal. Dit heeft een duurzame toegevoegde economische waarde zowel op gebied van werkgelegenheid als van milieu. Onze grondstof – hout – vraagt om een economisch verantwoord bosbeheer, waarbij het uitgangspunt moet zijn dat er geen bos verdwijnt. Tevens draagt deze grondstof door koolstoffixatie bij aan een koolstofarme economie…” GUIDO KUYPERS – CEO NORBORD NV GENK
PRODUCTIEF GROEN | 25
BIOGEBASEERDE ECONOMIE
(REST)PRODUCTEN UIT DE BOSSEN
(REST)PRODUCTEN VAN LINEAIRE INFRASTRUCTUUR
(REST)PRODUCTEN VAN DE PLANTAGES
26 | PRODUCTIEF GROEN
BIOGEBASEERDE ECONOMIE
HET SYSTEEM (REST)PRODUCTEN UIT HET TUSSENLAND Limburg is de spreekwoordelijke graanschuur voor de productie van hout en andere biomassa. Deze grondstoffen kunnen een functie opnemen binnen de economie en kunnen worden ingezet voor de productie van nieuwe materialen. Hout en houtige gewassen worden geproduceerd in de bossen, langsheen de lineaire infrastructuur groeit allerlei biomassa onder de vorm van houtige gewassen, grassen,… Landbouw levert –naast klassieke producten zoals aardappelen, bieten,…– ook allerlei restproducten. De vele tuinen in het tussenland leveren maaisel, snoeisel en andere restproducten. Mits innovatie zijn heel wat van deze producten perfect inzetbaar als hernieuwbare grondstof. Bomen kunnen worden gekapt en het hout kan worden ingezet voor bouw-, keuken- en meubelfabricage. Houtresten worden verwerkt tot spaanplaten of worden verbrand om energie op te wekken. Om de houtopbrengst duurzaam te verwerken, is het belangrijk te werken volgens het cascadeprincipe. Dat houdt in dat hoogwaardig hout wordt ingezet voor hoogwaardige toepassingen zoals in de houtindustrie en dat énkel laagwaardig hout en bijproducten worden gebruikt voor energie. Gras en andere kruidachtigen kunnen via specifieke technologieën worden gescheiden in verschillende waardevolle, biologische en multitoepasbare grondstoffen die kunnen worden gebruikt in de kartonindustrie en als pellets voor pellethaarden. De eiwitten uit de sappen kunnen vermarkt worden in de voedselindustrie en de bioplasticmarkt. De verwerking van bermgras en landbouwafval kan resulte-
(REST)PRODUCTEN VAN GROOTSCHALIGE LANDBOUW (AARDAPPELEN, BIETEN)
ren in aminozuren, suikers en organische zuren. Maaisel vormt bovendien een grondstof voor vergisting waarbij de voedselketen niet wordt verstoord. Berm- en natuurmaaisel worden immers niet geproduceerd op landbouwgrond. Rietafval dat wordt geoogst bij het onderhoud van natuurgebieden kan worden verwerkt tot grondstof voor de productie van hernieuwbaar plaatmateriaal. PRODUCTIEF GROEN | 27
BIOGEBASEERDE ECONOMIE
ACTUELE WINSTEN Hout is misschien wel het eerste waar men aan denkt bij
opzichte van Vlaanderen de grootste leveringscapaciteit
een biogebaseerde economie. De verkoop van kwaliteits-
inzake maaisel en houtige stromen. Dit komt vooral door
hout voor onder meer hout(verwerkende) bedrijven, de
de uitgestrekte heidegebieden en bossen en het netwerk
bouwsector, ontwerpers, de logistieke sector, de meubel-
van houtige, kleine landschapselementen. Daarnaast
industrie, de modesector en andere maakindustrie leverde
telt Limburg vele kilometers berm langs gewest- en snel-
in 2014 meer dan 4 miljoen euro op . Hout dat niet als con-
wegen. Er wordt geschat dat jaarlijks 5201 ton aan maai-
structiemateriaal kan worden ingezet, wordt verwerkt
sel kan worden geoogst langs de Limburgse wegen. Het
in onder meer plaattoepassingen, als grondstof voor de
onderzoeksproject ‘Graskracht’ dat werd uitgevoerd door
kweek van zwammen of als energiebron. Hout is dus een
Inverde wees uit dat men met de vergisting van grasmaai-
grondstof die velen inspireert en tot innovatie aanzet. De
sel van bermen en natuurgebieden ongeveer 1 % van de
totale houtproductie bedraagt bij huidig beleid en beheer
elektriciteitsbehoefte van de Vlaamse gezinnen kan dek-
in Limburg 345.000 m³/jaar. Dat betekent dat Limburg 29%
ken. Bovendien wordt de bijkomende tewerkstelling bij
van de jaarlijkse Vlaamse houtproductie voor zijn reke-
de vergistingsinstallaties op Vlaams niveau geschat op
ning neemt, terwijl Limburg 18% van het oppervlak van
enkele tientallen VTE’s 14.
11
Vlaanderen beslaat 12. Maar er is meer. Heel wat vormen van biomassa die vandaag worden gezien als restfracties, zijn bijzonder bruikbaar voor nieuwe toepassingen. Denk daarbij aan plagsel van heideterreinen, maaisel van bermen, riet uit vijvers, houtig materiaal uit boomgaarden, restafval van landbouw… Deze reststromen zijn vandaag nog vaak een kostenpost, en vinden hun weg nog niet altijd als voordelige
42.300 TON
grondstof in een nieuwe innovatieve economie. Het zijn echter uitgesproken hernieuwbare grondstoffen die kunnen bijdragen tot een grondstoffenefficiënte samenleving. In Limburg is er 42.300 ton en 343.627 Als gevolg van het huidige bos- en groenbeheer is er een actueel aanbod van 42.300 ton droge stof per jaar beschikbaar (het gaat om takken, schors, struiken, … ) 13 . Het potentieel ligt zelfs nog veel hoger. Limburg heeft ten 28 | PRODUCTIEF GROEN
m³ hout beschikbaar voor de industrie!
BIOGEBASEERDE ECONOMIE
KANSEN VOOR GROEI RELEVANTE SECTOREN “Vlaanderen telt ca. 150.000 ha bos, waarvan ca. 2/3 in private handen is.” “1 hectare gras kan een gezin een jaar lang van groene stroom voorzien.” 15
De biogebaseerde economie is voor vele sectoren relevant. Aan de aanbodzijde kunnen natuurbeheerders, groendiensten en de landbouwsector een belangrijke rol opnemen als toeleverancier van hout en andere biomassa. Ook de gewone mens kan met zijn tuin een bijdrage leveren door het verzamelen van groenafval of het aanbieden van snoeiresten van bv. taxus. Aan de afnamezijde springt de houtverwerkende sector in het oog. Hout en houtresten vormen het basisproduct voor houtbedrijven, houtverwerkende bedrijven, meubelen andere maakindustrie, houtskeletbouw in de bouwsector, ... Samen met maaisel vormen houtresten tevens een belangrijke bron van energie. Wat de verwerking van kruidachtigen en reststromen betreft, zijn er grote kansen voor bedrijven in de chemiesector of designerplatforms en kunstenaars om aan de slag te gaan rond nieuwe materialen. Limburg is in die zin strategisch gelegen met een vlotte toegang tot chemische bedrijven bij Tessenderlo en Chemelot die een rol spelen bij de omzetting van biomassa naar nieuwe materialen zoals bioplastics.
PA ARDENSTALLEN HERKENRODE - TEAM VAN MEER ARCHITECTEN 16
PRODUCTIEF GROEN | 29
BIOGEBASEERDE ECONOMIE
HERNIEUWBARE GRONDSTOFFEN
HERNIEUWBARE GRONDSTOFFEN Incubatoren zoals GreenVille (groene economie) en
In Limburg zijn reeds verschillende inspirerende projec-
EnergyVille (duurzame energie) bieden huisvesting, seed-ca-
ten van start gegaan die biomassa verwerken tot nieuwe
pital, administratie, technische ondersteuning, contacten
producten. De meeste hiervan gebruiken basismateriaal
en management advies aan startende bedrijven die zich
uit groene infrastructuren die door overheden beheerd
situeren binnen de biogebaseerde economie. De experi-
worden zoals groengebieden en wegbermen. Tussengroen
menten die hier gebeuren, leggen een belangrijke basis
in handen van privĂŠpersonen biedt nog veel ruimte voor
voor een grondstoffenefficiĂŤnte samenleving en kunnen
nieuwe initiatieven.
inspirerend werken voor ondernemers die willen starten met een bedrijf binnen de biogebaseerde economie. Als basis voor starters zal het belangrijk zijn de in de regio aanwezige biomassabeschikbaarheid in kaart te brengen. 30 | PRODUCTIEF GROEN
BIOGEBASEERDE ECONOMIE
INSPIRATIE
Fysiek of virtueel biomassaplein Het Regionale Landschap Lage Kempen werkt aan het
aan het rapport ‘Loket voor energiehout’ waarin ze de
opzetten van een biomassaplein in Houthalen-Helchteren.
potenties onderzoekt rond het vermarkten van houtige
Op industrieterrein Europark worden loodsen klaarge-
biomassa die vrijkomt bij beheerwerken in de Limburgse
maakt waar duurzaam geoogste biomassa zal worden ver-
privébossen.
zameld, gedroogd en herverdeeld, of omgezet in energie. Het eindproduct bestaat uit houtsnippers en materiaal-
Lignine
hout. Een dergelijk ‘plein’ verzamelt biomassa afkomstig uit een straal van ca. 20km en vormt een katalysator voor
Er is in Limburg een specifieke potentie voor het uitbouwen
het verzamelen en herinzetten van biomassa. Doelstelling
van een lignine-economie als alternatieve grondstof voor
is om tegen 2030 over ca. 10 dergelijke pleinen te beschik-
aardolie. Lignine kan via bioraffinage gewonnen worden
ken en zo gebiedsdekkend te zijn voor Limburg. Die bio-
uit kruidachtig materiaal maar ook uit berk en zomereik.
massa kan afkomstig zijn uit bosbeheer en beheer van
Het Limburgse DSM Engineering Plastics Genk is actief in
landschapselementen, met respect voor hun ecologische
het Lignineplatform. Binnen dit platform werken industrie
en sociale functies. Om particulieren en ondernemers
en onderzoeksinstellingen samen om het interdisciplinair,
bewust te maken van de waarde van hun snoeihout zal
innovatief en precompetitief onderzoek rond de verwer-
onderzocht moeten worden of ook zij hun houtresten naar
king en valorisatie van lignine te bevorderen.
deze biomassapleinen zouden kunnen brengen. Ook de piste van een virtueel biomassaplein (in de cloud) wordt
Hagehelden
momenteel bewandeld door ANB, waar bron en afnemer in directe relatie tot elkaar staan.
Bosgroepen
Het regionaal landschap Lage Kempen en het agrobeheercentrum Eco² ontwikkelen in dit project van Twecom en Interreg voor vijf gemeenten in Noord-Limburg concrete en onderbouwde gemeentelijke houtkantenplannen om
Vlaanderen telt ca. 150.000 ha bos, waarvan ca. 2/3 in private handen is. Bosgroepen zijn vzw’s die private boseigenaars ondersteunen bij het beheer van hun bos. Een
zo in te zetten als klimaatneutrale energiebron.
Hooi van hier
boseigenaar kan gratis en vrijblijvend aansluiten bij de bosgroepen. Hij/zij krijgt er advies, informatie en hulp bij
Het regionaal landschap Haspengouw & Voeren probeert
de bosadministratie. Daarnaast coördineren de bosgroe-
in het project “hooi van hier” hooibeheer van erosiestro-
pen ook de beheerwerken en organiseren ze opleidingen
ken en perceelranden te herintroduceren, wat naast een
en excursies. Limburg kent vijf bosgroepen: Hoge Kempen,
hogere biodiversiteit en een aantrekkelijker landschap en
Limburgse Duinen, Noordoost-Limburg, Zuid-Limburg en
hooi oplevert voor veevoer.
West-Limburg. Samen werkten de Limburgse bosgroepen PRODUCTIEF GROEN | 31
BIOGEBASEERDE ECONOMIE
REFERENTIE
Norbord
Alpagro
Op de Genkse site van de Canadese producent van OSB-
Alpagro biedt draagtassen en flexibele verpakkingen in
platen Norbord, wordt de haalbaarheid van alternatieve
bioplastic aan. Deze ‘groene’ plastic wordt gemaakt op
productietechnologieën onderzocht. Eén van die innova-
basis van maïszetmeel en biologisch afbreekbare poly-
tieve maatregelen is het gebruik van hoogwaardig recy-
meren (biopolymeren). Hernieuwbare grondstoffen liggen
clagehout en het inzetten van terpeenarme houtsoorten.
aan de basis van bioplastiek, wat een uitkomst kan bieden
Deze maatregelen moeten het mogelijk maken om met
aan de almaar schaarser wordende fossiele brandstoffen 19.
de bestaande productielijn de productiecapaciteit van de Genkse site beperkt te verhogen met 10% en tegelijk de
Banbao / Lego
ecologische voetafdruk verder te verkleinen 17.
Haspenwood
Dat het realistisch en haalbaar is om rendabele industrieën op poten te zetten, geworteld in biogebaseerde toepassingen bewijst Banbao, de Chinese concurrent van Lego. Zij
Jaarlijks vernieuwen de appelboeren in Haspengouw onge-
starten met het produceren van bouwsteentjes op basis
veer 6% van hun appelplantages. Haspenwood is een kleine
van suikerriet. Dit materiaal is volledig biogebaseerd en
onderneming die de houtresten van de 800.000 fruitbo-
biologisch afbreekbaar en maakt geen gebruik van de
men die hierdoor jaarlijks worden gerooid in Haspengouw
steeds schaarser wordende petrochemische grondstoffen.
gebruikt voor de vervaardiging van allerlei lokale producten
Ook Lego zelf doet hiernaar onderzoek 20.
zoals rooksnippers voor de barbecue en rookoven, haspencubes, houtkaarsen en op appelhout gerookt fleur de sel 18.
Bio2clean Bio2clean is een spin-off project van de UHasselt en staat voor het saneren van bodem en grondwater met een organische verontreiniging op een zo ecologische mogelijke, verantwoorde, duurzaame en kwaliteitsvolle manier. Dit gebeurt door fytoremediatie 41.
32 | PRODUCTIEF GROEN
BIOGEBASEERDE ECONOMIE
BIOLEGO
HASPENWOOD
BIOPLASTIC BEKERS 60
BIOBASED ZITBANK 61
BIO2CLEAN
PRODUCTIEF GROEN | 33
02 WATERCIRCULAIRE ECONOMIE
THEMA
34 | PRODUCTIEF GROEN
BROUWERIJ ALKEN MAES
Ecosystem services are an essential element of fresh water provisions and also an essential part of circular economy based solutions. Only by protecting water first, one can ensure that the sustainable development goal to ensure access to water and sanitation for all could be achieved. JANEZ POTOČNIK – VOORMALIG EUROPEES COMMISSARIS VOOR LEEFMILIEU PRODUCTIEF GROEN | 35
BOS
WAT E R C I RU L A I R E E C O N O M I E
GROENDAK GROENE PARKING WATER OPVANG
WADI
TUSSENLAND
DEMER
DE WIJERS
PLANTAGE
36 | PRODUCTIEF GROEN
WAT E R C I RU L A I R E E C O N O M I E
HET SYSTEEM
MAAS
Een duurzaam watersysteem is het resultaat van de wisselwerking tussen water, geologie, topografie, begroeiing en bebouwing. Water volgt een cyclus van neerslag door regen, infiltratie in de bodem, verdamping, uitstroom, ‌ Het is van belang dat deze cirkelbeweging niet onderbroken wordt, en dat een significant deel van de cyclus lokaal blijft. Groeninfrastructuur draagt bij tot het vasthouden van water in de bodem, zuivering maakt infiltratie mogelijk en draagt bij tot verdamping. Waar het water infiltreert, zijn grote waterproductiebekkens aanwezig. De krijtlagen in de Limburgse bodem komen daarbij prima van pas.
BOS
Water afkomstig van het Kempisch Plateau stroomt richting de Wijers, waar het wordt gecapteerd in grote vijvers die er ooit werden aangelegd om aan karperkweek te doen. Langs de vele waterlopen in Vochtig-Haspengouw bevinden zich vruchtbare gronden waar aan landbouw en fruitteelt kan worden gedaan.
MIJNEN ALKEN MAES
Water dat bij hevige regenval afstroomt naar de Maas, zorgt ervoor dat deze rivier buiten haar oevers treedt en de Maasvallei onder water zet. Hierdoor ontstaat een overstromingslandschap dat gekenmerkt wordt door interessante vegetatie en daardoor heel wat toeristen aantrekt. In Limburg wordt jaarlijks 30 miljoen m3 grondwater uit de oude mijngebieden weggepompt om wateroverlast te voorkomen. Dit water wordt ingezet voor het voeden van de lokale waterlopen, landschappen en biotopen die ten gevolge van de mijnverzakking niet meer natuurlijk gevoed worden door oppervlakte- of grondwater. Het water dat zo wordt aangevoerd, is onontbeerlijk voor het lokale water- en ecosysteem en moet bijgevolg zoveel als mogelijk binnen het gebied blijven. De meeste waterlopen die mijnwater ontvangen, behoren tot prioritaire gebieden in Vlaanderen voor de Kaderrichtlijn Water en/of voor de Europese natuurdoelen.
PRODUCTIEF GROEN | 37
WAT E R C I RU L A I R E E C O N O M I E
VERDAMPING (%)
INFILTRATIE IN DE BODEM (%)
STROMEND WATER (%)
100% 90% 80%
ACTUELE WINSTEN
70% 60% 50% 40% 30% 20%
Groenwinsten op gebied van water kunnen zowel op vlak van productie als van regulatie gereali-
10%
seerd worden.
0% Natuur
10-20% Verhard
35-50% Verhard
75-100% Verhard
DE MATE VAN VERDAMPING, INFILTRATIE EN AFSTROMING BIJ DIVERSE GRADATIES VAN VERHARDING VAN DE BODEM (BRON TONNEIJCK EN LEEST, 2011)
Water is van belang voor de Limburgse economie en voor het welzijn van Limburgers en omgeving. 14% van de banen in Limburg is gerelateerd aan waterproductie 21. Dat is erg veel, wetende dat water steeds schaarser wordt en dat de druk op water nu al groot is. Er wordt vandaag in België
Inzake bebouwing wordt Limburg gekenmerkt door kleine
meer water verbruikt dan dat er aangevuld wordt.
stedelijke kernen en dorpen en een patroon van typische
België scoort met 30% gebruikt grondwater zeer
linten, verkavelingen, ... het zogenaamde tussenland. De
slecht 22. Dat lijkt contra-intuïtief: het regent hier
bebouwing en verharding leidt tot verminderde infiltra-
immers regelmatig. Regenwater moet echter tijd
tie en een snelle afstroom van overtollig water. Dit gege-
en ruimte hebben om in de bodem te infiltreren.
ven werkt verstorend voor het Limburgse watersysteem.
Door de hoge bevolkingsdichtheid en de daarmee gepaard gaande grote oppervlakken aan verharding is dit in het sterk verstedelijkte Vlaanderen
30
%
vaak niet mogelijk. Water in stedelijke gebieden vloeit immers in grote mate rechtstreeks af naar het riool in plaats van in de bodem te infiltreren. Het is erg belangrijk om de voorraad grondwater zo min mogelijk aan te spreken. Regio’s (of landen) die jaarlijks meer dan 20% van de grondwatervoorraad gebruiken, creëren op termijn problemen met de watervoorziening. In Limburg wordt drinkwater nog louter uit grond-
Terwijl de maximumgrens voor gebruik
water geproduceerd, vooral door de Watergroep.
20 % is, wordt in België ruim 30% van
De Watergroep geeft aan dat er in Limburg onge-
de beschikbare voorraad grondwater
veer 46.000.000 m3 drinkwater potentieel in voor-
opgebruikt
raad is 23. Vooral de bos- en natuurrijke gebieden van het Kempens Plateau staan in voor waterproductie en zorgen voor infiltratie van zuiver water.
38 | PRODUCTIEF GROEN
WAT E R C I RU L A I R E E C O N O M I E
De landbouwgebieden in het zuiden en in het noordoos-
Daarnaast wordt in Limburg jaarlijks 30 miljoen m3 grond-
ten van de provincie zorgen ook voor waterproductie
water uit de oude mijngebieden weggepompt om water-
door infiltratie, maar hebben het risico dat dit water ver-
overlast te voorkomen. Dit water wordt ingezet voor het
ontreinigd is.
voeden van de lokale waterlopen, landschappen en biotopen die ten gevolge van de mijnverzakking niet meer
Een belangrijke bron van water is het mijnverzakkingsge-
natuurlijk gevoed worden door oppervlakte- of grondwa-
bied. De berekende perimeter van het mijnverzakkings-
ter. Het water dat zo wordt aangevoerd, is onontbeerlijk
gebied bedraagt ongeveer 223 km² en strekt zich uit van
voor het lokale water- en ecosysteem en moet bijgevolg
Beringen tot aan de Maas en situeert zich bijgevolg voor-
zoveel als mogelijk binnen het gebied blijven. De meeste
namelijk in het Demer- en het Maasbekken. Binnen het
waterlopen die mijnwater ontvangen, behoren tot priori-
gebied zijn 30 pompstations actief. Jaarlijks wordt door
taire gebieden in Vlaanderen voor de Kaderrichtlijn Water
deze stations drinkbaar water geproduceerd uit grond-
en/of voor de Europese natuurdoelen.
water. Hiertoe wordt op drie locaties ongeveer 20 miljoen m³ opgepompt. Dit levert drinkwater voor bijna de hel
Water hee ook op andere manieren een belangrijke invloed
van Limburg.
op de Limburgse economie, door de toeristische a racitie van fruitstreek, de Wijers en de Maasvallei. Water dat
Behalve als drinkwater wordt water eveneens gebruikt in
bij hevige regenval afstroomt naar de Maas, zorgt ervoor
de industrie. Ongeveer 60% van het totale watergebruik
dat deze rivier buiten haar oevers treedt en de Maasvallei
is terug te brengen tot koelwater bij industriële proces-
onder water zet. Hierdoor ontstaat een overstromingsland-
sen. Koelwater wordt meestal weer teruggebracht in het
schap dat gekenmerkt wordt door interessante vegetatie
watersysteem en kan daarna voor andere doeleinden
en daardoor heel wat toeristen aantrekt.
gebruikt worden. 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Cyprus Belgium Spain Italy Malta Turkey Germany Poland France Portugal Estonia Greece England/Wales Czech Republic Netherlands Lithuania FYR, of Macedonia Bulgaria Hungary Switzerland Austria Denmark Luxembourg Solvenia Romania Finland Ireland
Note
Annual water abstraction as a percentage of available long-term freshwater resources around 1990 (WEI-90) compared to latest year available (1998 - 2007) (WEI-Latest Year).
Sweden Slovakia Latvia Iceland Norway
WEI - LATEST YEAR
WEI - 90
Water Exploitation Index in Europese landen (EEA, 2009)
WATER EXPLOITATION INDEX IN EUROPESE LANDEN, OFWEL DE MATE WA ARIN EEN LAND WATER VERBRUIKT. VANAF 20% HEEFT EEN REGIO PROBLEMEN MET DE WATERVOORZIENING EN VANAF 40% ZIJN ER STERKE PROBLEMEN
PRODUCTIEF GROEN | 39
WAT E R C I RU L A I R E E C O N O M I E
KANSEN VOOR GROEI RELEVANTE SECTOREN
Alken-Maes stelt zo’n 500 mensen tewerk, en het jaarlijks volume van 1,4 miljoen hectoliter zorgt voor een omzet van 200 miljoen euro. 24
Waterproductie is voor veel economische sectoren van
Voldoende groene infrastructuur om bij overvloedige
belang zoals de voedsel- en drankenindustrie, de landbouw,
regen het water te kunnen bufferen is in overstromings-
de energiesector en sectoren die gebruik maken van koel-
gevoelige gebieden relevant voor alle sectoren van de
water en proceswater. Voor producenten van drinkwater
samenleving. Door klimaatverandering zullen periodes
en andere drank- of voedselproducenten is het boven-
van grotere droogte en meer en hevigere neerslag toene-
dien van groot belang dat het water van goede kwaliteit
men. Het belang van ruimte voor water en groen zal dus
is. Water dat kan insijpelen in zuivere bodems kan daar
enkel toenemen. Heel wat huizen en bedrijven liggen in
worden gezuiverd. Door waterzuivering, het faciliteren van
gebieden met een risico op overstromingen. Een overstro-
waterinfiltratie en door waterbuffering kunnen al deze
ming leidt tot aanzienlijke directe schade aan machines,
sectoren bovendien heel wat kosten uitsparen.
gebouwen en dergelijke. Daardoor kan het zelfs zijn dat productieprocessen moeten worden stilgelegd en dat er
Sectoren die bijdragen tot het uitbouwen van waterzui-
grote kosten voortvloeien uit de schade. Ook in buitenge-
vering, waterinfiltratie en waterbuffering zijn de water-
bied kan een overstroming tot schade leiden. Denk maar
industrie en de waterbeheerders, steden en gemeenten
aan schade aan landbouwgewassen. Een aangepaste inrich-
betrokken bij de bouw en de stedelijke ontwikkeling, archi-
ting van buitenruimte zou kunnen zorgen dat veel meer
tecten, landschapsarchitecten en andere ontwerpers van
regenwater kan worden opgenomen zonder dat het voor
de openbare ruimte. Zij bepalen samen de hoeveelheid
overstromingen zorgt. Dit gaat om de uitbreiding van de
groene infrastructuur die wordt voorzien voor het zuive-
groene infrastructuur in bebouwde gebieden via groen-
ren, infiltreren en bufferen van water.
daken, het beperken van verhardingen, ... Het vormt een boeiende uitdaging om nieuwe concepten en systemen te ontwikkelen die het vraagstuk rond wateroverlast oplossen via groene infrastructuur. Op die manier helpt groen
€
680
de schade van overvloedige neerslag te beperken en worden de economische kosten sterk gereduceerd. Bovendien kan onderzoek naar dergelijke concepten en systemen een basis vormen voor bijkomende werkgelegenheid. De internationale vraag naar dit soort concepten en systemen is immers erg groot. Een heel specifieke sector waar jobs en toegevoegde waarde gecreëerd kunnen worden, zijn bedrijven die heliofytenfilters aanbieden. Een helofytenfilter of moerasfilter is een
1 ha natuurgebied zuivert voor €46 tot €680 water per jaar 25
40 | PRODUCTIEF GROEN
filter dat met behulp van helofyten afvalwater zuivert tot een kwaliteit die onschadelijk is voor het milieu.
WAT E R C I RU L A I R E E C O N O M I E
WATERCIRCULATIE
INSPIRATIE Een grote potentie voor het opstarten van projecten situ-
gerelateerde functies zoals waterkwaliteit, waterberging, her-
eert zich in de zuivering, buffering en infiltratie van water
meandering en herstel van de natuurlijke dynamiek worden
in het tussengroen: het groen dat zich bevindt rond lijn-
versterkt. Voorbeelden hiervan zijn de Stiemerbeekvallei
infrastructuren, bedrijven, recreatiegebieden, tuinen en
in Genk en het openleggen van de Jeker in Tongeren. In
de tussen dit alles liggende restruimten. In verschillende
dit kader moet ook het project ‘Straat van de toekomst’
Limburgse projecten wordt vandaag reeds ingezet op het
van lama landscape architects in Genk gezien worden. Het
verbeteren van de waterdoorlaatbaarheid, het verhogen
‘ideale straatprofiel’ toont de verschillende mogelijkheden
van het bufferend vermogen en de infiltratiemogelijkhe-
om de infrastructurele ruimte in Vlaanderen in te richten
den van publieke en semi-publieke sites. Naast de directe
op een meer natuurvriendelijke manier met meer ruimte
groenwinsten brengen dergelijke projecten ook heel wat
voor waterinfiltratie en waterbuffering.
tewerkstelling in de groensector en de waterbouwkundige sector met zich mee.
Het beperken van verharde oppervlakten en het vergroten van het infiltrerend en bufferend vermogen staan centraal
Steden en gemeenten doen heel wat inspanningen om
in heel wat reconversieprojecten en herinrichtingsprojec-
bepaalde delen van hun grondgebied te ontwikkelen als
ten van bedrijven.
zones met grote natuur- en belevingswaarden waar water-
PRODUCTIEF GROEN | 41
WAT E R C I RU L A I R E E C O N O M I E
HET IDEALE STRA ATPROFIEL 58
Het ‘Centrum voor Duurzaam Groen’ zette bij de herinrich-
bloemenperken, is het nu omgeven door een meer natuur-
ting van haar parking maximaal in op doorlaatbaarheid
lijk landschap met wadi’s en ruigtes.
en streekeigen groen zodat infiltratie naar de bodem werd verzekerd. De tuin ’t Kristallijn’, gelegen bij een oude en
Aan de kant van de watergebruikers moet worden gezocht
een nog in gebruik zijnde groeve van mineralenproducent
naar activiteiten waarbij water gerecycled wordt tussen
Sibelco, is heraangelegd volgens de natuurlijke principes
verschillende gebruikers. Zo kan water uit een fabriek
die het bedrijf toepast op de ontginningssites. Terwijl het
gezuiverd worden en weer gebruikt worden in het pro-
bedrijf vroeger werd omringd door een strakke gazon en
ductieproces van andere bedrijven.
PARKING CENTRUM DUURZA AM GROEN 59
Een uitzonderlijk waterproject in Limburg zijn de Wijers,
Gewijzigd beheer van het begin van de jaren 2000 leidde
een vijvergebied in Midden-Limburg. Met zijn grootte
ertoe dat de helft van de vijvers vandaag in natuurbeheer
van 2.717 ha zijn de Wijers het grootste vijvercomplex in
is. De andere helft is private eigendom en wordt beheerd
de Benelux. Ongeveer 400 ha van het gebied wordt inge-
door professionele viskwekers. Dit nieuwe beheer leidde
nomen door vijvers en moerassen. Einde jaren ’80 hadden
tot een langzaam herstel van de fauna en flora waardoor
de gemengde teelten van karper en voornachtigen een
het gebied opnieuw een boeiende plek is geworden op vlak
opbrengst tussen 200 en 750 kg per hectare. De intensi-
van ecologie en biodiversiteit.
vering van de visteelt in het Vijvergebied leidde echter tot een sterke afname van de biodiversiteit in het gebied.
42 | PRODUCTIEF GROEN
WAT E R C I RU L A I R E E C O N O M I E
REFERENTIE
"Tussen 2011 en 2015 hebben we (Heineken) ons waterverbruik teruggebracht van 4,3 liter tot 3,9 liter water per geproduceerde liter bier. Doelstelling is om dat terug te brengen naar 3,5 liter." 27
Groene Cirkels Heineken Groene Cirkels wil met duurzame ontwikkeling een
werken bedrijfsleven, het Hoogheemraadschap Rijnland,
voorbeeld van wereldklasse realiseren voor de maat-
drinkwaterbedrijven en lokale en provinciale overheden
schappij van de toekomst. Groene Cirkels koppelt de ver-
daarom samen aan schoon oppervlaktewater, schoon
duurzaming van de Heineken brouwerij met de kennis
drinkwater en het beheer van de waterrijke natuur. De
van Wageningen Environmental Research (Alterra) aan
Groene Cirkel water heeft een aantal ambities en doelen
de provinciale ambities rondom ruimte, water, mobili-
gedefinieerd voor de diverse aspecten van waterbeheer,
teit en economie. De Heineken brouwerij ligt midden
drinkwatervoorziening en waterkwaliteit rondom de
in het waterrijke veenweidegebied van Zoeterwoude.
Heineken brouwerij, in de regio Zoeterwoude en verder 26.
Voldoende schoon water is essentieel voor het brouwerijproces. Water is ook een belangrijk element in de natuurwaarde van het gebied. Binnen de Groene Cirkel Water PRODUCTIEF GROEN | 43
03 VOEDINGSECONOMIE
THEMA
44 | PRODUCTIEF GROEN
KRISTALPARK LOMMEL
Geen Haspengouws fruit zonder bijen en vlinders…
PRODUCTIEF GROEN | 45
VOEDINGSECONOMIE
GROOTSCHALIGE LANDBOUW
DE WIJERS
PLANTAGES
GROOTSCHALIGE LANDBOUW
46 | PRODUCTIEF GROEN
VOEDINGSECONOMIE
HET SYSTEEM BOSLAND
NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN
Meer en gevarieerder groen kan op verschillende manieren bijdragen tot extra groenwinsten op vlak van voedselproductie in Limburg. Zeer belangrijk voor de landbouw, en in het bijzonder voor de fruitteelt, is bestuiving. Wanneer er geen bestuiving plaatsvindt, worden er geen vruchten gevormd. Bestuiving gebeurt onder meer door wilde bijen, hommels en zweefvliegen. Bestuivers hebben de voorkeur voor een kleinschalig en gevarieerd landschap met een diversiteit aan bloemen en afwezigheid van insecticiden en herbiciden. Daarnaast zijn ze te vinden in bossen met oud hout en boomsoorten die nectar en pollen afleveren. Ruigten en struwelen, heidegebieden, bloeiende moerasgebieden, graslanden met opgaande begroeiing en kleine landschapselementen kunnen een grote waarde in landbouwgebieden hebben. Ook parken en tuinen kunnen een goede habitat zijn voor bestuivers wanneer ze voorzien worden van veel ruige plekken en struwelen. Door het huidige gebrek aan bloemrijke groene infrastructuur komt de bijenpopulatie onder druk te staan en komt de fruitteelt in gevaar. Om bijen, hommels en zweefvliegen de kans te geven hun taak te vervullen is het daarom belangrijk dat er in de omgeving van boomgaarden zo veel mogelijk (verwilderde) groene infrastructuur is met een gevarieerd aanbod aan bloemen. Naast bestuiving zorgen de bijen ook voor honing. In BelgiĂŤ en Nederland worden zij vooral door hobbyimkers gehouden. Professionele imkers zijn een uitzondering. Een goed uitgebouwde en gevarieerde groenstructuur met grote aaneengesloten groengebieden vormt de habitat voor heel wat wild en gevogelte. Dit wildvlees kan verkocht worden en gebruikt worden voor consumptie. In het algemeen wordt er in bossen vooral grofwild gevangen en in akkergebieden meer klein wild. Limburg is een bosrijk gebied met een vrij belangrijk aandeel aan grofwild. PRODUC T IEF GROEN | 47
VOEDINGSECONOMIE
ACTUELE WINSTEN
Fruitteelt is voornamelijk aanwezig in het zuiden van de provincie Limburg. De vruchtbare bodem van Haspengouw leent zich in combinatie met gunstige klimaatomstandigheden perfect voor fruitteelt. Bijna 60 procent van de totale Vlaamse fruitproductie situeert zich in het Limburgse teeltgebied 28. Er is in Limburg 8.900 ha boomgaarden voor de teelt van steen- en pitfruit en 411 hectare voor de aardbeiteelt. In totaal bedraagt de omzet van de Limburgse fruitsector 260 miljoen euro met als belangrijkste soorten appelen (240.000 à 280.000 ton/jaar), peren (300.000 à 360.000 ton/jaar) en aardbeien (20.000 à 30.000 ton/jaar). In 2012 trok Limburg in totaal meer dan 31.000 seizoenarbeiders aan voor de fruitteelt 29. Nederlands onderzoek naar het belang van bestuivers wijst uit dat de bijdrage van bestuivers aan de productiewaarde van appels (Elstar) ongeveer 50% is. Die bestuivers zijn zowel wilde bestuivers als bestuivers die door de imker in het gebied gezet worden. Men schatte voor Nederland dat van alle bestuivers ongeveer 13–49% wilde bestuivers waren 30. De jaarlijkse waarde van de wildvleesproductie ligt in Limburg rond de € 420.000. Dit is iets minder dan een kwart van de waarde voor Vlaanderen als geheel. Gerekend naar oppervlakte van de provincies is de wildbraadproductie in Limburg daarmee bovengemiddeld. Het grootst aantal reeën en everzwijnen vindt men in Vlaanderen in Limburg. Het jachtareaal bestaat uit natuurgebieden en cultuurgronden zoals akkers 31. 48 | PRODUCTIEF GROEN
"De bijdrage van bestuivers aan de productiewaarde van appels (Elstar) is ongeveer 50% (ca. € 8000–€ 10.000 per ha)." "In Vlaanderen zijn ongeveer 12 000 jagers actief. Jaarlijks bejagen zij voor een totaal gewicht van naar schatting 720 000 kg wildbraad. De waarde hiervan bedraagt ongeveer 1.861.000 euro’. Vertaald naar Limburg, wordt aangenomen dat de waarde van wild vlees voor Limburg tussen €420.000 en €710.000 ligt." 32
VOEDINGSECONOMIE
KANSEN VOOR GROEI RELEVANTE SECTOREN Bijen zijn ontzettend belangrijk om de groenwinsten hier
Sectoren die jobs en toegevoegde waarde creĂŤren door de
te realiseren. Voor de overleving van bijen is het noodza-
productie van fruit, en indirect door het toerisme dat door
kelijk dat er voldoende onbespoten en bloemrijke groene
de boomgaarden gestimuleerd wordt, zijn de fruitteelt en
infrastructuur aanwezig is. Alle sectoren en burgers heb-
de voedingsbedrijven die fruit verwerken maar ook de hele
ben daar een rol in. Wild en gevogelte hebben bossen en
recreatiesector voor wie de boomgaarden een belangrijk
cultuurgronden nodig en corridors om zich van het ene
attractiepunt vormen in Limburg. Wildvlees is belangrijk
gebied naar het andere te kunnen begeven. Om hierin te
voor jachtverenigingen, wildbeheerders, vleesverwerkers
voorzien spelen verschillende overheden een belangrijke
en de voedselsector, de horecazaken en de recreatiesector.
rol, samen met de land- en tuinbouwsector.
ECONOMISCH BELANG VAN DE FRUITSECTOR PER GEMEENTE 2007 (BRON:LARA)
PRODUCTIEF GROEN | 49
VOEDINGSECONOMIE
INSPIRATIE Wildkopen.com De Limburgse overheden en fruittelers zijn zich bewust
Ook met betrekking tot het vlees van wild wordt reeds
van het achteruitgaan van de populaties wilde bijen en
gezocht om dit op een aantrekkelijkere manier te ver-
ze hebben reeds een aantal projecten opgestart om hun
markten. Om meer waarde te halen uit wildvlees kan het
instandhouding te stimuleren.
verkocht worden via kanalen, zoals wildkopen.com. Daar
Bijenplan
wordt wild aangeboden aan de consument. Daarnaast zijn er ook in Limburg gespecialiseerde wildhandelaren en vormt wild en gevogelte een aandeel in de verkoop op
Voor iedere gemeente in Limburg is een bijenplan opgesteld. Acties die hieronder vallen, zijn bijvoorbeeld een tijdelijke bloemenweide in Genk en het omzetten van bloembakken
boerenmarkten.
Damhert Nutrition
naar bijenvriendelijke planten.
Sint-Truiden bloemenverkiezing
Een relatief nieuw fenomeen is het voedsel gemaakt van insecten. ‘Damhert Nutrition’ uit Heusden-Zolder biedt momenteel een gamma kant-en-klare producten op basis
In de kerkdorpen geeft bebloeming meer uitstraling. In
van buffalowormen. Hiermee wil Damhert bijdragen aan
Sint-Truiden leeft het idee om in navolging van de Ville
een duurzamere planeet voor mens, dier én milieu! Voor
Fleuris in Frankrijk een verkiezing uit te schrijven voor
het kweken van insecten is immers veel minder landbouw-
mooiste straat.
grond en voeding nodig terwijl de mest en CO2-uitstoot
Meer natuur voor pittig fruit
beperkt is. Dit resulteert in een kleinere ecologische voetafdruk. Daarnaast bieden insecten een volwaardig alternatief voor vlees of vis.
Dit project loopt van 2016 tot en met 2018 en wil fruittelers aanzetten om te investeren in bloemen en struiken in en omheen de percelen om meer bestuivende insecten in de boomgaard te krijgen. Wilde bijenpopulaties gaan sterk achteruit. Dit heeft mogelijk grote ecologische en economische gevolgen. Dit project loopt onder andere in Haspengouw.
LOC De Vlinder Op 28 februari 2014 startte de Lommelse Ondernemersclub (LOC) samen met de Stad Lommel en het Agentschap Natuur & Bos een nieuw groenproject op: “Ondernemingen geven kleur aan de stad Lommel”. De campagne “LOC de vlinder” is hier een onderdeel van. Dit project heeft twee belangrijke doelstellingen: een ecologische inrichting en beheer van het groen binnen de Lommelse bedrijventerreinen en een vlindernetwerk opstarten tussen bedrijven, de stad en haar inwoners.
50 | PRODUCTIEF GROEN
INSECTA SCHNITZEL
VOEDINGSECONOMIE
BELEVENISBOOMGA ARD
REFERENTIE Belevingsboomgaarden Je kan door de boomgaarden struinen op zoek naar fruitOp weinig plaatsen in het land komen er nog zo veel hoog-
weetjes of leuke doetips. In deze hoogstamboomgaarden
stamboomgaarden voor als in Haspengouw en Voeren. Het
worden verschillende groenwinsten gecombineerd: er is
Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren richtte drie
(een weliswaar beperkte) fruitopbrengst, mensen komen
belevingsboomgaarden in in Borgloon, Sint Truiden en
naar Limburg om te recreĂŤren, kinderen bewegen wat
Voeren. Kinderen kunnen er ravotten en hutten bouwen
goed is voor hun gezondheid en stroken ongemaaid gras
terwijl ouders genieten van een lekkere streekpicknick.
leveren maaisel 33.
PRODUCTIEF GROEN | 51
04
WELZIJNSECONOMIE
THEMA
52 | PRODUCTIEF GROEN
APPARTEMENTEN DE EENDENPOEL
Wil u investeren in het Limburgs Klimaatfonds? Plant een boom…
PRODUCTIEF GROEN | 53
WELZIJNSECONOMIE
MARIAZIEKENHUIS NEERPELT
BOSLAND
NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN
E314
E313 TRIAMANT VELM
CAMPUS DIEPENBEEK
ZOL CAMPUS LANAKEN
OPZC REKEM ZOL GENK
54 | PRODUCTIEF GROEN
WELZIJNSECONOMIE
GROOTSCHALIGE LANDBOUW
SYNTRA CAMPUS MAASEIK
HET SYSTEEM
De groenwinsten op vlak van gezondheid hebben vooral te maken met het beperken van de risico’s op ziektekosten. Groene infrastructuur zorgt ervoor dat gezondheidsproblemen die het gevolg zijn van onze huidige manier van samenleven beperkt blijven. Eerst en vooral helpt groene infrastructuur de luchtkwaliteit verbeteren. Het verkeer, de energievoorziening, de industrie en de landbouw dragen dagelijks bij tot het vervuilen van de lucht. Fijn stof, stikstofdioxide en ozon dringen bij inademing door tot in de kleinste luchtwegen en de longblaasjes. Ze veroorzaken niet alleen irritatie aan ogen, neus en keel maar leiden ook tot longproblemen. Op die manier vormen ze een probleem voor de volksgezondheid. Groene infrastructuur, en vooral bomen, vangen echter heel wat vervuilende stoffen op. Welke stoffen het best door welke bomen worden gefilterd hangt af van de soort boom en de bladersoort. Bladeren met een dikke huidlaag filteren veel vluchtige organische stoffen. Bomen met ruwe, harige bladeren vangen fijn stof op. Uit onderzoek blijkt dat dennensoorten een groter vermogen hebben om fijn stof te onderscheppen dan de meeste loofbomen. Algemeen wordt gesteld dat de effectiviteit van groene infrastructuren bij het verbeteren van de luchtkwaliteit afneemt van bomen, via heesters en kruidachtigen naar gras. Vermengd met dauw worden vervuilende stoffen ook door de bodem opgenomen. PRODUCTIEF GROEN | 55
WELZIJNSECONOMIE
“Een normale stadsboom kan jaarlijks 100 gram fijnstof opnemen waarmee ongeveer 3.300 autokilometers gecompenseerd worden” 34
Ook voor het vastleggen van CO2 is groene infrastructuur
In een groene omgeving zijn er bovendien minder prik-
belangrijk. Bij het omzetten van CO2 in zuurstof wordt
kels zodat onze geest tot rust kan komen. Dat verklaart
koolstof in planten vastgelegd. Dit gebeurt ondergronds
ook waarom helende effecten worden toegeschreven aan
in de bodem of bovengronds via biomassa, door bijvoor-
het uitkijken op groen. Werken, studeren en herstellen
beeld de aangroei van bos. CO2 -vastlegging in de bodem
van ziektes lijkt beter te gaan wanneer dit gebeurt in een
is een relatief traag proces waarop men weinig vat heeft.
groene omgeving. Groene infrastructuur verhoogt de pro-
Het vastleggen van CO2 in de bovengrondse biomassa is
ductiviteit. Een aangename groene omgeving lokt mensen
door middel van beheer veel gemakkelijker te beïnvloeden.
ook naar buiten waar ze elkaar kunnen ontmoeten. Op die
Het opvangen van CO2 gebeurt niet louter op de locatie van
manier kan groen ook bijdragen tot een grotere sociale
uitstoot. Het gas mengt zich immers in de atmosfeer waar-
cohesie. Onderzoek toont aan dat mensen die beter inge-
door het zich kan verplaatsen. Dit betekent dat Limburgse
bed zijn in een sociaal netwerk langer leven.
groene infrastructuur zowel eigen CO2 als CO2 uit andere streken en zelfs andere landen kan opgevangen.
In meer stedelijke omgevingen zorgt groen nog op andere manieren voor een gezonder leefklimaat. Door de klimaat-
Door aan te zetten tot bewegen, beperkt groen het voor-
wijziging warmen steden op en zijn er meer hittegolven.
komen van welvaartsziekten zoals hart- en vaatziekten,
Door te voorzien in schaduw en door verdamping via hun
obesitas, diabetes type 2 en sommige kankers. Gebrek aan
bladeren zorgt groene infrastructuur in steden voor afkoe-
beweging is immers een belangrijke risicofactor voor dit
ling. Hierdoor voelen mensen zich beter en is er minder
soort welvaartsziekten. De aanwezigheid van goed inge-
nood aan airco. In beperkte mate zorgt groen in steden ook
richte, veilige en goed bereikbare groene plekken geeft
voor het beperken van geluidsoverlast. Geluidsoverlast kan
mensen zin om buiten te komen en te sporten. Groen ver-
leiden tot stress, slaapverstoring en verhoogde bloeddruk.
sterkt ook het immuunsysteem, vermindert stress, heeft een rustgevende werking en helpt bij herstel van ziekte. Een verklaring die wordt aangehaald voor het positieve effect van groen is dat het ons de mogelijkheid zou geven om afstand te nemen van onze routinebezigheden en zo tot rust te komen.
56 | PRODUCTIEF GROEN
WELZIJNSECONOMIE
GEMODELLEERDE PM10-JA ARGEMIDDELDEN IN 2013. (BRON: VLA AMSE MILIEU MA ATSCHAPPIJ).
ACTUELE WINSTEN
350.000 TON Jaarlijks wordt er 350.000 ton CO2
Door zijn relatief uitgebreide groene infrastructuur scoort Limburg goed op vlak van schone lucht.
opgeslagen in de Limburgse bossen. Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van ca. 161.000 personenvoertuigen. 35
Limburg heeft minder fijnstof dan de rest van Vlaanderen. De kaart geeft gemodelleerde jaargemiddelden weer. Hieruit blijkt dat Limburg het goed doet ten opzichte
Concrete cijfers over de gezondheidsbaten van groene infra-
van Vlaanderen. De totale invang van fijnstof in Limburg
structuur in Limburg zijn er nog niet. Gezondheidsbaten
bedraagt ongeveer 1.460.000 kg/ jaar 36.
zijn immers immaterieel. Dat maakt het moeilijk om deze baten uit te drukken in euro’s. Nederlands onderzoek toont
Van alle CO2 die er in Vlaanderen door natuur wordt opge-
echter aan dat 10% meer groen in een straal van een kilo-
nomen, wordt er 32% in Limburg vastgelegd. Dit betekent
meter van de woning de kosten van het geheel van ziek-
dat Limburg het ten opzichte van heel Vlaanderen erg goed
tes zoals hartfalen, depressie, angststoornissen, astma,
doet. Toch wordt maar ongeveer 8% van de Limburgse emis-
maagdarminfecties, migraine en hoge bloeddruk met 3,3%
sies door Limburgse natuur opgenomen. Ook in Limburg
doet afnemen. Omgerekend naar Vlaanderen betekent dat
is dus nog sprake van een netto CO2-uitstoot 37.
een voordeel van 10.000 euro per extra hectare groen 38. PRODUC T IEF GROEN | 57
WELZIJNSECONOMIE
KANSEN VOOR GROEI RELEVANTE SECTOREN
INSPIRATIE
Alle sectoren die bijdragen tot luchtvervuiling spelen een
Zowel de grote aaneengesloten groengebieden als het
rol om groenwinsten te realiseren. Het gaat hierbij om de
tussengroen zijn belangrijk voor het verbeteren van de
transport en logistieke sector, de bouwsector, de energie-
luchtkwaliteit. In heel wat Limburgse projecten wordt nu
sector, de producerende industrie en de landbouw. Naast
al geïnvesteerd in dit thema. Met de opmaak van haar kli-
de technische aanpassingen die ze moeten doen om hun
maatplan engageert Limburg zich om een klimaatneutrale
uitstoot te beperken, kunnen ze de buitenruimten van
provincie te worden. De Limburgse Reconversiemaatschappij
hun bedrijven zodanig inrichten dat er ook op natuurlijke
(LRM) NV wil als investeringsmaatschappij de economi-
wijze aan luchtzuivering wordt gedaan. Dat zo’n groene
sche groei in Limburg ontginnen en stimuleren en met
omgeving voor hun werknemers ook helpt om buiten te
haar klimaatinvesteringsplan wil LRM helpen om de kli-
komen, te bewegen en stress te verminderen is handig
maatdoelstellingen van Parijs te behalen.
meegenomen. Het Limburgs Klimaatfonds is een coöperatieve vennootDe concrete winsten situeren zich hoofdzakelijk in de
schap met als doelstelling particulieren, verenigingen,
gezondheids- en de verzekeringssector. Meer groen beperkt
bedrijven en organisaties te verenigen die investeren in
immers op verschillende manieren gezondheidsrisico’s. Met
klimaatvriendelijke projecten. Heel concreet kreeg het
groen kunnen ook nieuwe gezondheidsconcepten ontwik-
Centrum Duurzaam Groen subsidies om jaarlijks voor
keld worden, wat inkomen en jobs oplevert. Sectoren die
180.000 euro aan bomen te planten gedurende vier jaar.
relevant zijn om jobs en toegevoegde waarde te creëren
Door samen met de verschillende betrokken sectoren na
binnen dit thema zijn dus de logistieke sector, gezond-
te denken over manieren om de luchtkwaliteit te verbete-
heids- en verzekeringssector, de zorgsector, het onderwijs,
ren kan er vooral in het tussengroen nog heel wat groen-
de jeugdsector.
winst – in de zin van het beperken van gezondheidskosten– gerealiseerd worden.
USINES VERTES VAN LE CORBUSIER
58 | PRODUCTIEF GROEN
WELZIJNSECONOMIE
K ANTOREN ALTERRA
Groenwinsten op vlak van gezondheid beperken zich niet
In 1940 ontwierp Le Corbusier de ‘Usine Verte’ 39 waarover
tot het verbeteren van de luchtkwaliteit. Reeds in het begin
hij stelde dat “The black factory has to be replaced by the
van de 20e eeuw was men zich bewust van de meer brede
green factory. It brings ‘natural conditions’ back into the
positieve effecten van groen op de gezondheid. In 1898 ont-
realm of work. As in residential quarters, sun, space and
wikkelde Ebenezer Howard het concept van de tuinsteden
greenery contribute cosmic influences, the response of
die in de eerste decennia van de 20e eeuw navolging kre-
movements of the lungs, the virtue of air, as well as the
gen in de tuinwijken. Deze wijken werden ontworpen om
natural environment that has ruled over the long and
arbeiders te kunnen huisvesten in een prettige en gezonde
minutely detailed evolution of human begins.” Dit werd
leefomgeving. De woningen hebben in tegenstelling tot de
in België concreet uitgewerkt in de werkplaats te Herstal.
gebruikelijke arbeiderswoningen een voor- en een achtertuin en werden gesitueerd in een omgeving met veel groen.
HERSTAL
HIGHTECHCAMPUS EINDHOVEN
PRODUCT IEF GROEN | 59
WELZIJNSECONOMIE
Vandaag vertalen deze concepten zich in ontwikkelingen
Kinder-psychiatrisch Centrum
waar wordt ingezet op het verbeteren van de levenskwaliteit van de bewoners en op de ideale ecologische omstan-
Het kinder-psychiatrisch Centrum KPC is een mooi voor-
digheden om biodiversiteit te verzekeren. In Limburg
beeld voor een ‘Healing Environment’ waar zorg en archi-
werden reeds verschillende projecten opgezet waarin bui-
tectuur samengaan. Het gebouw zelf is organisch ingepast
tenactiviteiten in een groene omgeving worden gestimu-
door OSAR in het bosrijke landschap van het Nationaal
leerd om het welzijn en de gezondheid van de bewoners te
Park Hoge Kempen. Het gebouw biedt psychiatrische zorg
stimuleren zoals het groenplan voor het bedrijventerrein
en residentiële opvang aan kinderen en jongeren. Daarnaast
Genk-Zuid of het masterplan voor de universiteitscampus
is er ook dagopvang. Elke verblijvende leeftijdsgroep heeft
van Diepenbeek Andere voorbeelden zijn:
zijn eigen groene buitenruimte met aangepaste spelele-
Zorgcentrum Oud-Rekem Vanuit een visie op de tuin als therapie wil men in OudRekem een ervaringsgerichte tuin realiseren. Door de tuin mee te beheren krijgen de patiënten buiten beweging. Daarnaast krijgen ze vat op een bepaald deeltje van hun leven (de tuin die ze beheren) wat hen kan helpen om meer zelfwaardering te krijgen.
KINDER-PSYCHIATRISCH CENTRUM KPC
60 | PRODUCTIEF GROEN
menten. Hier vinden de jonge verblijvers privacy en rust.
WELZIJNSECONOMIE
DE WINNING
REFERENTIE
De Winning De Winning is een sociale onderneming die werkt aan een arbeidsmarkt waar plaats is voor iedereen. Ze richten zich tot personen die niet meteen aan de slag kunnen op de reguliere arbeidsmarkt en ze ondersteunen hen bij het ontdekken en ontwikkelen van hun arbeidskansen. Dat doen ze via begeleiding, opleiding, werkervaring en bemiddeling, zodat een duurzame tewerkstelling mogelijk wordt. TALEA is een spin-off van De Winning, gespecialiseerd in het duurzaam beheer van bedrijfsgroen 40.
PRODUCTIEF GROEN | 61
05 BELEVINGSECONOMIE
THEMA
62 | PRODUCTIEF GROEN
VOSSEMEREN LOMMEL
Limburg zonder groen is als een café zonder bier. De aantrekkingskracht van Limburg voor de toeristische sector is in hoofdzaak het gevolg van de groene troeven van onze regio. Limburg bevat de mooiste natuurgebieden van Vlaanderen met bos, bloesems, heuvels, duinen, water,… Een breed pallet aan mogelijkheden dus, dat wij als toeristische en culinaire sector vertalen naar een beleving, in uw logies en op uw bord… FILIP VANHEUSDEN – VOORZITTER CONTOUR
PRODUCTIEF GROEN | 63
BELEVINGSECONOMIE
BOSLAND
DORPSKERNEN MET HORECA
KOLENSPOOR
HASPENGOUW
VAKANTIEPARKEN
64 | PRODUCTIEF GROEN
BELEVINGSECONOMIE
ONTGINNINGEN
FIETS NETWERK
HET SYSTEEM
MAAS VALLEI NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN
De groene ruimte biedt mensen een plek voor recreatieve buitenactiviteiten en geeft ze de kans om in contact te komen met de natuur. Natuurbeleving en zich ontspannen in de natuur kunnen eveneens een bron van groenwinsten zijn. Dagelijks zoeken mensen groene ruimte voor buitenactiviteiten in de buurt van hun eigen woning en tuin. Dit noemen we ‘nabij groen’. Tuinieren, spelen in de tuin en mensen ontvangen in je eigen groene buitenruimte zijn allemaal manieren waarop mensen genieten van de groene omgeving dicht bij huis.
PRODUCTIEF GROEN | 65
BELEVINGSECONOMIE
DAKTUIN 42
Behalve ‘nabij groen’ hebben mensen ook behoefte aan
ACTUELE WINSTEN
groene ruimte voor buitenactiviteiten elders. Dit wordt ‘recreatief groen’ genoemd. Door het goed uitgebouwd wandel- en fietsroutenetwerk kan men het groene Limburg echt beleven. Het Nationaal Park Hoge Kempen, Bosland, de fruitbloesems in Haspengouw, de Maasvallei, de ontginningsputten maar ook de getransformeerde steenkool-
Wat betreft ‘nabij groen’ zien we dat tuinen en
mijnsites, domeinen zoals Bokrijk en de vele campings en
tuinieren een belangrijke bron van inkomsten
vakantieparken in Limburg hebben een belangrijke plaats
zijn in Limburg. In vergelijking met de rest van
in het recreatieve belevingssysteem.
Vlaanderen zijn de tuinen in Limburg nog zeer groot. In totaal gaat het om een oppervlakte van
Als men van verder weg naar Limburg komt om te wan-
ongeveer 19.200 ha 47. Om die in te richten en te
delen en te fietsen zal dit vaak gepaard gaan met één of
onderhouden kunnen mensen in Limburg terecht
meerdere overnachtingen. Ook lokale cafeetjes, restau-
in 28 tuincentra met 144 werknemers en een omzet
rants, hotels en allerhande vormen van logeren bij men-
van €32.000.000. Daarnaast zorgen vandaag 286
sen thuis of op de boerderij horen bij het recreatief sys-
tuinaannemers met 561 werknemers voor een
teem. Op Vlaams niveau vormt het recreatief systeem van
omzet van €48.500.000 43!
Limburg een belangrijke groene, rustige tegenhanger van de verstedelijkte kust. Net zoals het nabije groen draagt
Ook op vlak van ‘recreatief groen’ heeft Limburg
het recreatieve groen bij tot het creëren van inkomsten
met haar prachtige landschappen, vele kilome-
en tewerkstelling.
ters wandelpaden en een sterk uitgebouwd fietsen wandelroutenetwerk een zeer grote potentie. In 2012 lokten de verschillende Limburgse toeristische attracties meer dan 1.400.000 bezoekers naar de provincie. Uit onderzoek van ‘Toerisme Limburg’ blijkt dat voor 48,3% van de bevraagde koppels het landschap en de omgeving een doorslaggevende aspect is om voor de regio te kiezen. Voor 42,4% is de mogelijkheden tot fietsen doorslaggevend en voor 39,8% de mogelijkheden om te wandelen. Voor gezinnen met kinderen wordt de keuze voor Limburg vooral bepaald door de mogelijkheid een rustige vakantie door te brengen (53,4%), door het landschap en de omgeving (28,1%) en doordat het vlot bereikbaar is (27,9%) 44.
BINNENTUIN 'HEEL EUROPE' - DELVA LANDSCAPE ARCHITECTS 63
66 | PRODUCTIEF GROEN
BELEVINGSECONOMIE
In totaal beschikt Limburg over 63.691 ha ‘groen’, goed voor
19.200 HA
26% van de totale oppervlakte van de provincie. Voor het Nationaal Park wordt geschat dat de jaarlijkse baten op 33 miljoen euro zouden liggen en dat het park zo’n 5100 banen oplevert. Hierin is onder andere rekening gehouden met de omzet van het park (191 miljoen euro per jaar), met de kosten die het park maakt en met de hogere belas-
Tuinen in Limburg
tingopbrengsten die de overheid ontvangt door de hogere huizenprijzen. Ook zijn de baten van de ecosysteemdiensten, zuivering van water, CO2-opslag en fijn stofafvang meegenomen in de berekening 45. Het Limburgse fietsroutenetwerk had in 2013 een totale lengte van ca. 2000 km en werd door maar liefst 257.876 fietsers gebruikt 46. Ongeveer 13.800 personen gebruikten daarvoor een in Limburg gehuurde fiets. Tenslotte is het opvallend dat maar liefst 40% van de toeristische overnachtingen in Vlaanderen gebeurt in de Limburgse regio’s 47. Limburg kent een zeer groot aantal
€
99.772.066
vakantieparken. Het succes van bijvoorbeeld de vakantieparken Molenheide en Center Parks in de Limburgse Kempen wordt in grote mate bepaald door hun ligging in een aantrekkelijk, bosrijk gebied.
37 bedrijven uit de vrijetijdssector, voornamelijk vakantieparken, boekten in 2014 samen een omzet van €99.772.066
TUIN PIET OUDOLF 62
PRODUCTIEF GROEN | 67
BELEVINGSECONOMIE
KANSEN VOOR GROEI
RELEVANTE SECTOREN
INSPIRATIE
Sectoren die in dit werkveld jobs en toegevoegde waarde
Groenbeleving begint in de eigen tuin. Meer en meer men-
kunnen creëren zijn verblijfstoerisme, de recreatiesector,
sen verkiezen een natuurlijke tuin met gevarieerde en vaak
de sportsector, de gezondheidssector (wellness-program-
eetbare planten, water en verwilderde hoekjes boven de
ma’s in het groen), de IT-sector (denk aan de ontwikkeling
traditionele tuin met kort gemaaid gras. Biodiversiteit en
van apps voor wandel- en fietstourisme), de tuinsector, en
ecologie worden steeds belangrijker. Tuinen met water en
de technologische sectoren (elektrische fietsen). Hoe beter
veel planten die vruchten of eetbare bloemen geven en die
de groene infrastructuur in Limburg, hoe aantrekkelijker
elk seizoen iets te bieden hebben, trekken vogels, kikkers,
deze wordt voor recreanten en dus hoe meer ruimte er
egels en een bont gamma van insecten aan en brengen op
ontstaat voor de verdere ontwikkeling van groene busi-
die manier leven in de tuin. Verenigingen als Natuurpunt
nessmodellen binnen deze relevante sectoren.
en Velt bieden reeds veel informatie aan in boeken, folders en op hun website. Om de mogelijkheden en de waarde van een natuurlijke tuin nog meer bekend te maken, kunnen verschillende acties ondernomen worden die groenwinsten met zich mee brengen zoals het uitbouwen van een groter aanbod ecologische producten in tuincentra, tuindagen en toontuinen met als thema ‘natuurlijk tuinieren’, ontwerpers en aannemers die zich specialiseren in natuurlijke, ‘wilde’ tuinen, …
68 | PRODUCTIEF GROEN
BELEVINGSECONOMIE
KOLENSPOOR
De cijfers over Limburg tonen al aan dat op vlak van bele-
Het aanbod van vakantieparken en campings kan een kwa-
ving en recreatie in Limburg heel wat groenwinsten te boe-
liteitsslag maken en inzetten op een hoogwaardig aanbod
ken vallen. Aanvullend op de bestaande projecten wordt
en alternatieve businessmodellen. In plaats van geïsoleerde,
er sterk geïnvesteerd in de uitbreiding van het Nationaal
omheinde vakantie-enclaves kunnen zij evolueren naar meer
Park Hoge Kempen en de uitbouw van Bosland. Dit bete-
in het landschap geïntegreerde ontspanningsplekken. Zo
kent onder andere dat de verbindingen tussen de land-
nemen zij niet langer groene ruimte weg, maar dragen ze
schappen worden versterkt en dat er betere fiets- en wan-
er net toe bij. De vakantieparken nemen immers een sig-
delpaden worden voorzien. Tekenend voor de vraag naar
nificante oppervlakte in, een verbeterd groenbeheer kan
groene recreatie is het succes van het blote voetenpad dat
een grote kwaliteitsslag betekenen. Aanvullend kunnen
start aan het onthaal- en bezoekerscentrum Lieteberg.
nieuwe vakantie- of ontspanningsproducten ontwikkeld
Dit pad was bedoeld als kleine toegang tot het Nationaal
worden door de verschillende sectoren.
Park Hoge Kempen. Het aantal bezoekers van het blote voetenpad groeit echter jaarlijks met 10%. Door de aan-
Ruimte Vlaanderen startte het strategisch project Kolenspoor
trekking van het blote voetenpad is dit zelfs een van de
op. Dit project zal leiden tot het hergebruik van het oude
grotere toegangen geworden.
kolenspoor en de elementen die ermee verknoopt zijn. Eén van de componenten van dit strategisch project is de transformatie van het oude spoor tot volwaardige recreatieve route. Zo streeft toerisme Limburg naar de aanleg van een fietsroute die de mooiste plekken van de voormalige mijnregio met elkaar verbindt.
PRODUCTIEF GROEN | 69
BELEVINGSECONOMIE
Met de IT- sector zou kunnen worden samengewerkt om meer digitale diensten aan te bieden die informatie bieden over en interactie aangaan met de aanwezige groene infrastructuur. Zo krijgen recreanten meer informatie en een betere beleving van het gebied.
Pimp je speelplaats Het project ‘pimp je speelplaats’ biedt subsidies aan scholen die vanuit een doordachte en door iedereen gedragen visie hun speelplaats op een originele manier groener en avontuurlijker willen maken. De actie bereikt scholen van alle netten wat duidelijk maakt hoe groot de behoefte bij scholen is naar een groenere aanleg van hun buitenruimte. Pimp je speelplaats ondersteunt de uitverkoren scholen zowel financieel als door middel van coaching bij de realisatie van hun visie.
PIMP JE SPEELPLA ATS - GROENMAN 48
70 | PRODUCTIEF GROEN
PIMP JE SPEELPLA ATS
BELEVINGSECONOMIE
BUITENPLA ATS BEEKHUIZEN - BURROHARRO 49
REFERENTIE
Buitenplaats Beekhuizen Op Buitenplaats Beekhuizen kun je slapen tussen de Big 5
een attractie. De strak getrokken valleitjes zijn vergraven
van de Veluwe in jouw eigen, luxe safaritent. Herten, zwij-
in een meer natuurlijk reliëf waardoor de open dalen en
nen, vossen, dassen en reeën scharrelen om en over de
beboste hellingen in elkaar overgaan. In die valleitjes zijn
vier valleitjes van de Buitenplaats heen, op een steenworp
wadi’s gegraven. De regen doet de rest: als het stortregent
afstand van de Postbank. Voorafgaand aan de transformatie
gutst het water door de wadi’s heen. Schijnt de zon weer
waren de valleitjes van de gedateerde camping, weliswaar
dan is wat overblijft een extreem lange, slingerende zand-
prachtig gelegen ín Nationaal Park de Veluwezoom, toch
bak waarin kinderen naar hartenlust spelen. Een water-
maar saaie grasveldjes met hoge hekken tegen het wild.
pomp naast, een kabelbaan over, stapblokken in en een
1400 m hek werd verwijderd en het wild werd een attractie.
glijbaan aan de wadi maken van deze stortbuien-oplos-
De voorheen harde grens tussen camping en omliggende
sing een natuurlijke speeltuin. Buitenplaats Beekhuizen
natuur is verdwenen. Een ander voormalig probleem -
is ontworpen door Burroharro 49.
de overstromingen bij harde regenbuien – is omgezet in
PRODUCTIEF GROEN | 71
HET PROCES
HET PROCES
Deze publicatie is onderdeel van een proces dat van start is gegaan in de tweede helft van 2015. Het proces heeft als doel een gemeenschap op te bouwen rond groenwinsten in Limburg en daar concrete acties uit te laten voortvloeien. Dit is niet het enige proces dat rond dit thema wordt opgezet. Er lopen tal van initiatieven op internationaal, Vlaams, Provinciaal en lokaal niveau. 72 | PRODUCTIEF GROEN
Het eerste deel van het proces bestond voornamelijk uit een verkennend traject door het studieteam (Wageningen University & Research en SWECO) en de stuurgroep. Vervolgens werden 3 ateliers (29 juni 2016, 12 september 2016, 25 oktober 2016) georganiseerd met experten en betrokken administraties. Daar werden concrete thema’s, uitwerkingen en koppelingen met andere processen en initiatieven geformuleerd. Het concluderende deel mondt uit in een populariserende publicatie, een website en een animatiefilm. Deze zullen op één of meerdere publieksmomenten worden gepresenteerd.
HET PROCES
Voor de volgende stap bestaat het idee dat er voor elk werk-
Bouwmeester begeleidt het opzetten van pilootprojecten.
veld gezocht wordt naar partners om op die manier een vervolg uit te zetten, zowel op korte- als op lange termijn.
Er wordt met nieuwsgierigheid uitgekeken naar de acties en de (piloot)projecten die verder opgezet zullen worden
Natuurpunt onderzoekt al enkele jaren de effecten van
in Limburg!
groen op de gezondheid en kan op dit vlak concrete projecten opzetten met partners in de gezondheidssector. LRM en LNE zien potentieel in bio-gebaseerde economie. Ruimte Vlaanderen wil een call lanceren in verband met het uitwerken van groenblauwe netwerken. Ovam werkt reeds rond circulaire economie. En het team Vlaams PRODUCTIEF GROEN | 73
COLOFON
COLOFON
Kristof Ramaekers — Teamverantwoordelijke beheer en exploitatie Agentschap wegen en verkeer Limburg Bernd Bormans — Afdeling economie en leefmilieu stad Genk Bert Wierbos — Houtaankoop Norbord Valerie Dewaelheyns — Onderzoeker KULeuven
Publicatie
Yilmaz Mehtap en Phaedra Rousselle — Stafmedewerker
REDACTIE:
tewerkstelling/ werkgelegenheid Genk
Bart Steenwegen, Stien Van Rompuy, Elke Matthyssen — Sweco
ATELIER 2: 12.9.2016
Bert Vanholen, Rebecca Devlaeminck, Jeroen Panis — ANB
Valerie Vandeurzen — Nv De Scheepvaart
Ingrid Coninx — Wageningen University & Research
Igna Linten — Quares Pascal Thewissen — Donkergroen
Publicatie op basis van studie iGreen:
Ibn De laet — Sibelco
OPDRACHTGEVER:
Paula Ulenaers — VLM
Agentschap Natuur & Bos
Ellen Olislagers — VOKA
Basisdocument:
Inge Bangels — Projectmedewerker T.OP Limburg Ruimte
(2016) Groen & economie: kans voor een Limburgse relance:
Vlaanderen
basisdocument ter ondersteuning van het ontwikke-
ATELIER 3: 25.10.2016
len van het strategisch programma iGreen: Wageningen.
Bianca Ceccarelli — Life Tech Valley UHasselt
Wageningen Environmental Research, Rapport. 2762. 100p.
Jelle Vandenberghe — Centrum Duurzaam Groen
Ingrid Coninx, Maurice Paulissen, Annemieke Smit, Arianne
Patrick Boes & Chris Vyt — Diensthoofd stadswerkhuis en
De Blaeij, Carla Grashof-Bokdam, Nico Polman, Meike Post,
groendienst Sint-Truiden
Martijn van der Heide — Wageningen University & Research
Ghislain Louis — Imkersbond
Bart Steenwegen, Stien Van Rompuy, Griet Van Waes, Els
Bas Römgens — Architect en beleidsadviseur ziekenhuis
Van den Balk — Sweco
Oost Limburg
Stuurgroep:
Kenny Vanreppelen, Stijn Verbist, Bernard Vanheusden
Bert Vanholen, Rebecca Devlaeminck, Jeroen Panis — ANB
— UHasselt
Liesl Vanautgaerde — Ruimte Vlaanderen
Jos Ramaekers — Coördinator Natuurpunt
Silvia Dubois — Natuurpunt
Etienne Beentjes — Altembroek Landgoed
Jan Mampaey — Provincie Limburg
Steven Raeymakers — Hopper jeugdverblijf De Winner
Marleen Schepers — PXL
Lieve Apers — Coördinator Flanders Care, Vlaams Agentschap
Filip Vanlommel — De Winning
Innovatie en Ondernemen
Katrien Janssen — ANB
Geert Rogiers — OPZC Rekem
Luc Smeets — VDAB
Carmen Willems — Directeur Toerisme Limburg
Nele Witters — UHasselt
Inge Bangels — Projectmedewerker T.OP Limburg Ruimte
Steven Vanpassel — UHasselt
Vlaanderen
Silvie Daniels — UHasselt ATELIER 1: 29.6.2016
Website
Hans Jochems — Projectbureau Energiek Landschap,
We make. — www.wemake.be
Projectmedewerker Regionaal Landschap Lage Kempen
Animatie
Peter Hoewaer — Salesmanager Tuinaannemersbedrijf Van
We make. — www.wemake.be
Vlierden
Plan 78 — www.plan78.be
Inan Asliyuce — Stafmedewerker ruimtelijke economie
Fotografie tussenbladen
POM Limburg
Stijn Bollaert — www.stijnbollaert.com
Sven Defrijn — Agrobeheercentrum Eco² Jan Coussement — Boomkwekerij Sylva
Verantwoordelijke Uitgever
Didier De Vriese — Landschapsarchitect Matexi
Marleen Evenepoel — Agentschap Natuur & Bos
Ingrid Hontis — Adviseur milieu en energie Fedustria
Havenlaan 88
Luc Driesen — LRM – Greenville
1000 BRUSSEL
74 | P R O D U C T I E F G R O E N
VOETNOTEN
VOETNOTEN
16. www.carreaulinevandoren.be/portfolio-item/ paardenstallen-herkenrode/ 17. www.norbord.nl/ 18. www.haspenwood.com/
1. gebaseerd op en.wikipedia.org/wiki/The_Hay_Harvest
19. www.alpagro-plastics.be/nl/bio/bioplastic
2. Paul Denis (2008) Geologie van Limburg, www.leefmili-
20. banbao.nl/blogs/news/banbao-start-met-het-produce-
eutongeren.be/Map-pdf/GeologieLimburg.pdf 3. Paul Denis (2008) Geologie van Limburg, www.leefmilieutongeren.be/Map-pdf/GeologieLimburg.pdf 4. Inverde, red. Willy Verbeke (2012). Graskracht, eindrapport, p10, Inverde, www.inverde.be/content/pdf/ graskracht_eindrapport_LR.pdf 5. Sweco, eigen berekening 6. www.nationaalparkhogekempen.be/nl & www.bosland. be/ 7. Valérie Dewalheyns (2014) Doctoraat The garden complex., The case of flanders., 2014, 8. www.natuurpunt.be/pagina/ maak-van-je-tuin-een-natuurgebied 9. bijenhelpdesk.nl/Wildebijen/DeNederlandsebijen/ BijenlintKleurpalet/Bijenlint.htm 10. Vlakwa (2015) The socio-economic importance of water
ren-van-milieuvriendelijke-speelgoedblokken 21. Vlakwa (2015) The socio-economic importance of water in Flanders; summary. Online: www.vlakwa.be/fileadmin/media/pdf/20150605_samenvatting.pdf 22. EEA (2009). Water resources across Europe — confronting water scarcity and drought. EEA Report No 2/2009, www.eea.europa.eu/publications/water-resources-across-europe Laatst bezocht: 3-11-2015 23. Watergroep, s.d., www.dewatergroep.be/ 24. alken-maes.prezly.com/ 25. Arianne de Blaeij, Ingrid Coninx, Carla GrashofBokdam, Maurice Paulissen, Nico Polman, Meike Post, Annemieke Smit, Martijn van der Heide, Bart Steenwegen, Stien van Rompuy (2016) Groen & economie: kans voor een Limburgse relance: basisdocument ter ondersteuning van het ontwikkelen van het stra-
in Flanders; summary. Online: www.vlakwa.be/filead-
tegisch programma iGreen: Wageningen. Wageningen
min/media/pdf/20150605_samenvatting.pdf
Environmental Research, Rapport. 2762. 100p.
11. Arianne de Blaeij, Ingrid Coninx, Carla GrashofBokdam, Maurice Paulissen, Nico Polman, Meike Post, Annemieke Smit, Martijn van der Heide, Bart Steenwegen, Stien van Rompuy (2016) Groen & economie: kans voor een Limburgse relance: basisdocument ter ondersteuning van het ontwikkelen van het strategisch programma iGreen: Wageningen. Wageningen Environmental Research, Rapport. 2762. 100p. 12. Vandekerkhove K., De Keersmaeker L., Demolder H.,
26. www.groenecirkels.nl/nl/groenecirkels.htm 27. Duurzaamheidverslag 2015 http://www.duurzaamheids- verslag.nl/bedrijf/heineken/ 28. www.vilt.be/ wie-fruitteelt-zegt-denkt-aan-limburg-en-omgekeerd 29. www.vilt.be/ wie-fruitteelt-zegt-denkt-aan-limburg-en-omgekeerd 30. De Groot, G.A., R. Van Kats, M. Reemer, D. van der Sterren, J.C. Biesmeijer & D. Kleijn, (2015). De bijdrage
Esprit M., Thomaes A., Van Daele T., Van der Aa B.
van (wilde) bestuivers aan de opbrengst van appels en
(2014). Hoofdstuk 13- Ecos.ysteemdienst houtproduc-
blauwe bessen; Kwantificering van ecosysteemdien-
tie. (INBO.R.2014. 1993289). In Stevens, M. et al. (eds.),
sten in Nederland. Wageningen, Alterra Wageningen
Natuurrapport - Toestand en trend van ecosystemen
UR (University & Research centre), Alterra-rapport 2636
en ecosysteemdiensten in Vlaanderen. Technisch rapport. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.M.2014. 1988582, Brussel 13. Gybels, R., Wouters, R., Schuurmans, B. , Verbeke, W.
(http://edepot.wur.nl/353774) 31. Arianne de Blaeij, Ingrid Coninx, Carla GrashofBokdam, Maurice Paulissen, Nico Polman, Meike Post, Annemieke Smit, Martijn van der Heide, Bart
(2012). Houtige biomassa voor energie in Limburg.
Steenwegen, Stien van Rompuy (2016) Groen & econo-
Eindrapport van het MIP2-project “Limburgs groen
mie: kans voor een Limburgse relance: basisdocument
voor een groene economie”, 159 pp.
ter ondersteuning van het ontwikkelen van het stra-
14. Inverde, red. Willy Verbeke (2012). Graskracht, eindrapport. Inverde. 15. Inverde, red. Willy Verbeke (2012). Graskracht, eindrapport. Inverde.
tegisch programma iGreen: Wageningen. Wageningen Environmental Research, Rapport. 2762. 100p. 32. Arianne de Blaeij, Ingrid Coninx, Carla GrashofBokdam, Maurice Paulissen, Nico Polman, Meike PRODUCTIEF GROEN | 75
VOETNOTEN
Post, Annemieke Smit, Martijn van der Heide, Bart Steenwegen, Stien van Rompuy (2016) Groen & economie: kans voor een Limburgse relance: basisdocument
44. Kelly Droogmans, Nick Gijbels (2012) De recreatieve verblijfstoerist in Limburg anno 2011 45. Arianne de Blaeij, Ingrid Coninx, Carla Grashof-
ter ondersteuning van het ontwikkelen van het stra-
Bokdam, Maurice Paulissen, Nico Polman, Meike
tegisch programma iGreen: Wageningen. Wageningen
Post, Annemieke Smit, Martijn van der Heide, Bart
Environmental Research, Rapport. 2762. 100p.
Steenwegen, Stien van Rompuy (2016) Groen & econo-
33. www.borgloon.be/fb111jown1251cifg1xgqc47.aspx
mie: kans voor een Limburgse relance: basisdocument
34. www.groeneruimte.nl/dossiers/groen_en_luchtkwali-
ter ondersteuning van het ontwikkelen van het stra-
teit/home.html 35. Arianne de Blaeij, Ingrid Coninx, Carla GrashofBokdam, Maurice Paulissen, Nico Polman, Meike Post, Annemieke Smit, Martijn van der Heide, Bart Steenwegen, Stien van Rompuy (2016) Groen & economie: kans voor een Limburgse relance: basisdocument
tegisch programma iGreen: Wageningen. Wageningen Environmental Research, Rapport. 2762. 100p. 46. www.fietsknooppunten.eu/fietsknooppunten-kaart-belgisch-limburg.html 47. www.toerismevlaanderen.be/ toerisme-cijfers-gegevens-verblijfstoerisme
ter ondersteuning van het ontwikkelen van het stra-
48. groenman.be/archieven/371
tegisch programma iGreen: Wageningen. Wageningen
49. buitenplaatsbeekhuizen.nl/
Environmental Research, Rapport. 2762. 100p.
50. Sweco, eigen berekening
36. Arianne de Blaeij, Ingrid Coninx, Carla Grashof-
51. trendstop knack, omzetcijfers 2014
Bokdam, Maurice Paulissen, Nico Polman, Meike
52. (Bron Tonneijck en Leest, 2011) -> pagina 36
Post, Annemieke Smit, Martijn van der Heide, Bart
53. (EEA, 2009) -> pagina 37
Steenwegen, Stien van Rompuy (2016) Groen & econo-
54. (Duurzaamheidverslag 2015 http://www.duurzaam-
mie: kans voor een Limburgse relance: basisdocument ter ondersteuning van het ontwikkelen van het strategisch programma iGreen: Wageningen. Wageningen Environmental Research, Rapport. 2762. 100p. 37. Arianne de Blaeij, Ingrid Coninx, Carla GrashofBokdam, Maurice Paulissen, Nico Polman, Meike
heidsverslag.nl/bedrijf/heineken/) 55. Provincie Limburg, De Limburgse land- en tuinbouw in kaart (2014) 56. www.vilt.be/ wie-fruitteelt-zegt-denkt-aan-limburg-en-omgekeerd 57. www.damhert.be/nl/shop/producten/32347/
Post, Annemieke Smit, Martijn van der Heide, Bart
damhert-insecta-schnitzel?back=nl/shop/
Steenwegen, Stien van Rompuy (2016) Groen & econo-
producten&categorie=insecta
mie: kans voor een Limburgse relance: basisdocument
58. www.lamaland.eu/projects/het-ideale-straatprofiel
ter ondersteuning van het ontwikkelen van het stra-
59. www.centrumduurzaamgroen.be
tegisch programma iGreen: Wageningen. Wageningen
60. www.biopack.be
Environmental Research, Rapport. 2762. 100p.
61. www.biobasedbank.nl/
38. Aertsens Joris, De Nocker Leo, Lauwers Hugo, Norga Katelijne, Simoens Ilse, Meiresonne Linda, Turkelboom Francis, Broekx Steven. (2012). “Daarom groen! Waarom u wint bij groen in uw stad of gemeente�; studie uitgevoerd in opdracht van: ANB - Agentschap voor Natuur en Bos; 144 p. 39. Building the economic backbone of the Belgian Welfare State, Infrastructure, planning and architecture 1945 - 1973 40. www.dewinning.be/overons 41. www.bio2clean.be/visie 42. sz-magazin.sueddeutsche.de/texte/anzeigen/45048/ Der-Himmel-ueber-den-Antwerpen 43. Dit komt uit de bundel waar ik op voortgewerkt heb en ik vind er helaas geen referentie van. 76 | PRODUCTIEF GROEN
62. oudolf.com/garden/oudolf-hummelo 63. delva.la/projecten/binnentuin-heel-europa-purmerend/