02 11 2

steken afkanten. Uit de bovenste en de onderste rand van het kader en uit beide daarnaast liggende randen van de gebreide delen 96 steken opnemen in kleur 2 en 4,5 cm = 27 rijen breien in ribbelsteek, dan alle steken van het onderste deel afkanten. Op de steken van het bovenste deel verder breien in tricotsteek in kleur 1. Na 1,5 cm = 6 rijen de middelste 30 steken afkanten voor de halsuitsnijding en beide zijden apart afwerken. Voor de binnenste ronding nog 3x telkens 5 steken afkanten. Daarna de schoudersteken afkanten. Uit de halsuitsnijding ca. 62 steken opnemen in rood en 1 cm = 6 rijen in ribbelsteek breien. Voor het rechtse zijdeel 12 steken opzetten in kleur 1 en breien in ribbelsteek. Voor de schuine zijdelen aan de rechtse rand 6x in elke 9e toer telkens 1 steek meerderen = 18 steken. Voor de armuitsnijding na 16 cm = 64 rijen aan de rechtse rand in elke 2e rij 1 x 4, 2 x telkens 3 en 8 x telkens 1 steek afkanten. Na 21,5 cm = 86 rijen zijn alle steken op. Het linkse zijdeel op dezelfde manier maken. De beide zijdelen met de onderste randen van het middendeel verbinden.

Linkervoorpand: 98 steken opzetten in kleur 1 en breien in ribbelsteek. De zijdelingse schuine zijden en de armuitsnijding aan de rechterrand maken zoals beschreven voor het rechtse zijdeel van het rugpand. Aan de linkerrand voor de trapjes na 5 cm = 20 rijen 1 x 14 steken, dan nog 3 x telkens na 6 cm = 24 rijen telkens 18 steken afkanten = 18 steken. Na verder 11 cm = 44 rijen alle steken afkanten.

Rechtervoorpand: 98 steken opzetten in kleur 1 en breien in ribbelsteek. De zijdelingse schuine zijden en de armuitsnijding aan de linkerrand maken zoals beschreven voor het rechtse deel van de voorzijde. Aan de rechterrand voor de trapjes na 7 cm = 28 rijen 1 x 14 steken, dan nog 2 x telkens na 4,5 cm = 18 rijen telkens 14 steken en 2 x telkens na 4,5 cm = 18 rijen telkens 13 steken afkanten = 18 steken. Na verder 9 cm = 36 rijen alle steken afkanten.

Armstukken: Opgelet: De armstukken worden van boven naar beneden gebreid. 60 steken opzetten in kleur 1 en telkens de 3 buitenste steken in ribbelsteek breien, de overige steken in tricotsteek. Voor de schuine zijden van de armstukken 7x in elke 7e rij en 8x in elke 6e rij telkens voor en achter de beide middelste steken telkens 1 steek gedraaid recht uit de dwarsdraad meerderen = 90 steken. Na 27,5 cm = 110 rijen de middelste 6 steken afkanten en beide zijden apart afwerken. Voor de mouwkop aan de binnenste rand in elke 2e rij 2 x 3, 12 x 1, 2 x 2, 8 x 1, 2 x 3 en 1 x 6 steken afkanten. De 2e zijde op dezelfde manier afwerken. Telkens 2 kleine vierkanten haken in oranje, geel en kleur 2 en aan de zijkanten aan elkaar vastmaken tot een ketting. Deze ketting verbinden met de onderste rand van het armstuk. Uit de onderste rand van de ketting 60 steken opnemen in kleur 1 en telkens de 3 buitenste steken in ribbelsteek breien, de overige steken in tricotsteek. Voor de schuine zijden 3x in elke 7e rij gelijkmatig verdeeld 4 steken gedraaid recht uit de dwarsdraad toenemen = 72 steken. Na 7,5 cm = 30 rijen alle steken afkanten.

6 steken opzetten in kleur 2 en een ajourrand breien. Na 24 cm alle steken afkanten. De ajourrand bevestigen aan de onderste rand van het armstuk.

Afwerking: De schouder– en zijnaden sluiten, daarbij telkens +/- 3 cm van de onderste rand een 2 cm grote opening laten in de zijnaden voor de bindertjes. 27 grote, 13 middelgrote en 12 kleine vierkanten maken in kleuren naar wens. 18 grote vierkanten in de gewenste volgorde via de zijkanten verbinden tot een ketting. De ketting vastmaken aan de onderste rand van het vestje.

Telkens 1 groot vierkant midden over de openingen in de zijnaden naaien, wel enkel de bovenste en de onderste rand vastnaaien. 5 grote vierkanten op de 3 bovenste trappen en de bovenste rand, 1 middelgroot vierkant op de onderste trap van het linkervoorpand naaien. De rand met 1 rij vasten behaken in geel (kleur 3 of 4). 7 middelgrote vierkanten op de trappen en de bovenste rand van het rechtervoorpand naaien. De rand behaken met 1 rij vasten in geel. De armstukken inzetten, de bovenste naad niet samennaaien. Over de open randen van de armstukken telkens om de 3 cm naar wens verdeeld 4 kleine, 3 middelgrote en 1 groot vierkant naaien. Ketting van kleine vierkanten binnenin de armstukken verbinden. Voor de bindertjes vier kettingen van lossen van elk 80 cm haken in rood en telkens behaken met 1 rij * 2 vasten, 2 steken met 2 lossen overslaan, vanaf * steeds herhalen. Telkens de eindjes van 2 bandjes tussen 2 kleine vierkanten naaien, de andere uiteinden telkens aan de bovenste en onderste rand van de onderste trapvierkanten van de voorpanden vastmaken.