De Kiem 3

Page 1

Erkenningsnummer P702012
Afgiftekantoor Gent X DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE KIEM VZW - JG. 30 NR. 3 JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2023
ZONDER MEER

BEST PRACTICE

In juli kregen wij bezoek van Tim Stay, de CEO van de Amerikaanse Therapeutische Gemeenschap “The Other Side Academy”. George De Leon, de auteur van “The Therapeutic Community, theory, model and method” had hem aangeraden om naar De Kiem te reizen en ons model van de Onthaalafdeling te bestuderen. Alle TG’s in Europa zijn ooit opgestart naar het model van de Amerikaanse Therapeutische Gemeenschappen. Ook De Kiem is zo gestart maar op basis van praktijkervaring en wetenschappelijk onderzoek werden de nodige aanpassingen gedaan. Om de retentiegraad te verhogen zijn we in 1996 gestart met een Onthaalafdeling om nieuwe bewoners meer tijd te geven zich voor te bereiden op een langdurige behandeling in de TG. Dit resulteert in meer bewoners die het volledige TG-programma afwerken. Ons onthaalprogramma (vertaald als “welcome house”) kreeg als best practice ondertussen al navolging in Engeland, Australië en nu ook in Amerika. We mogen in De Kiem fier zijn op het feit dat we op deze manier een bijdrage kunnen leveren aan de wereldwijde community van therapeutische gemeenschappen.

Nog twee onderzoeksresultaten zullen de werking van De Kiem mee bepalen.

Een Masterstudent orthopedagogiek deed stage in De Kiem en bestudeerde voor haar masterproef de rol en participatie van contextfiguren binnen de ambulante begeleiding van cliënten met een middelenafhankelijkheid. Ze komt tot interessante conclusies die bevestigen dat we de context moeten blijven betrekken bij het behandelproces. Zowel bij ambulante begeleidingen als bij een opname. Het verhaal van Marleen, een moeder van een bewoner uit het halfweghuis, bevestigt dit volledig. Ook zij beschrijft duidelijk het belang om met de context te werken.

De ambulante afdelingen van De Kiem kampen allemaal met grote wachtlijsten. Met middelen van het relanceplan deden we een onderzoek naar methodieken om in het belang van de cliënt, het meest efficiënt met deze wachtlijsten om te gaan. Dit heeft geleid tot een meer praktisch en evidence gestaafde aanpak van aanmeldingen en tot een grotere tevredenheid van de cliënten die jammer genoeg nog steeds op een wachtlijst komen. Het zou goed zijn als centra af en toe kunnen beroep doen op extra middelen om praktijkgericht onderzoek te doen. Het succesvolle behandelprogramma voor mensen met een cocaïneverslaving dat in De Kiem wordt aangeboden, is destijds met de middelen uit het “verslavingsfonds” ontwikkeld. Deze specifieke methodiek wordt nu in meerdere centra toegepast. Jammer genoeg bestaat er nu geen zo’n onderzoek fonds meer om behandelpraktijken grondig te bestuderen en te evalueren.

De werking van De Kiem is opnieuw wat uitgebreid. We starten in september in de gevangenis van Gent en Dendermonde met een gespecialiseerd team om mensen met een verslavingsproblematiek te begeleiden en te behandelen binnen de gevangenismuren. We doen dit in samenwerking met enkele andere partners en met middelen van de Federale Overheid Volksgezondheid. In de ambulante centra van Dendermonde en Ninove kregen we ook extra capaciteit om niet gedetineerde justitiabelen met een specifieke psychische problematiek te begeleiden.

De Kiem is sinds 1976 gegroeid van een organisatie met 12 medewerkers naar een werking met meer dat 70 personeelsleden. We voelen dat we veel deelwerken tegelijk moeten aansturen maar ook dat de overheid meer en meer verwachtingen en eisen stelt. De

inkanteling in de Vlaamse Sociale Bescherming, de opstart van digitale facturatie en een nieuw digitaal cliëntendossier, noodzakelijke verbouwingen en verfraaiingen, nieuwe medewerkers opleiden, nieuwe dossiers schrijven… Over 2 jaar bestaat De Kiem 50 jaar. Tegen dan willen we de werking zo gestructureerd hebben dat het team klaar is om de volgende 50 jaar rustig verder te groeien. Het Impact Together fonds van BNP Paribas Fortis zal ons daar de komende drie jaar in begeleiden.

Zoals altijd geven we het laatste woord aan cliënten van De Kiem. Matthias beschrijft mooi hoe belangrijk het halfweghuis is als vervolg programma van de TG om de ingezette verandering langzaam verder stevig uit te bouwen in de samenleving. Uit het verhaal van een ambulante cliënt blijkt duidelijk dat inzetten op alle levensgebieden belangrijk is. Soms is het nodig om eerst meer basale noden aan te pakken voor er ruimte kan komen om dieperliggend te werken aan de verslaving.

Voorwoord
DE KIEM 2

EEN VERSLAVING STOPT NIET OM 17U

DE ROL EN PARTICIPATIE VAN CONTEXTFIGUREN

Inleiding

‘Overal, alles, iedereen’; is de kern die voortvloeit uit de analyse van drugstrends in 2022 [1]. Vanuit recent onderzoek weten we dat herstel een relationeel gegeven is en dat de context een belangrijke rol speelt in iemands herstel van verslaving. Onderzoek toont aan dat er ook een grote, maar onmogelijk te tellen, groep familieleden van mensen met een verslaving pijn en leed met zich meedragen. Wereldwijd zou dit cijfer mogelijks rond zo’n 100 miljoen liggen [2].

Onderzoek stelt dat contextfiguren van mensen met een verslavingsproblematiek te maken krijgen met verschillende stressoren op sociaal en economisch vlak. Echter zijn familieleden en andere significante naasten in vele hulpverleningsinstanties te lang een groep geweest zonder stem en bleven ze veelal in de kou staan [2]. Vandaag de dag wordt er steeds meer gezocht naar manieren om hen ook meer te betrekken bij de behandeling.

In dit kwalitatieve onderzoek wordt gepeild naar de rol en participatie van contextfiguren binnen de ambulante begeleiding van De Kiem. Contextfiguren kunnen allerlei rollen opnemen; (plus)ouder(s), (plus)broer(s)/(plus) zus(sen), partner(s), grootouders, vrienden, etc. Eveneens wordt een blik geworpen op het herstelproces van contextfiguren. Naast het doel om de ervaringen van contextfiguren in kaart te brengen, beoogt men met de onderzoeksresultaten de ambulante begeleiding van De Kiem in de toekomst te optimaliseren.

Methodologie

Deze masterscriptie liep van februari 2022 tot en met mei 2023 en bestaat uit een literatuurstudie en een kwalitatief onderzoek. De rekrutering van participanten gebeurde door middel van posters, berichten op sociale media en flyers die werden opgehangen in ambulante centra van De Kiem. Er werden twee focusgroepen en drie semi-gestructureerde interviews bij contextfiguren afgenomen. In het onderzoek namen zes moeders, waarvan drie alleenstaand, en twee partners deel. Om ook het hulpverlenersperspectief aan bod te laten komen, werden er eveneens vier semi-gestructureerde interviews afgenomen bij ambulante begeleiders binnen vier verschillende ambulante centra van De Kiem. De onderzoeksdata werd geanalyseerd aan de hand van een thematische analyse volgens Braun & Clarke [3].

Resultaten

De resultaten van het onderzoek worden weergegeven aan de hand van drie overkoepelende thema’s: impact op verschillende levensdomeinen, taboe – schaamte- en vooroordelen en de noden van contextfiguren.

1/ Impact op verschillende levensdomeinen

Mentaal welzijn

Wanneer contextfiguren hun verhaal doen, wordt duidelijk dat de verslaving van een significante naaste een impact heeft op hun mentaal welzijn. Het brengt zaken mee als angst, stress, frustraties en gevoelens van onmacht.

Angst voor een onvoorspelbare (agressieve) houding, angst na bedreigingen, angst dat een naaste gaat ronddwalen op straat, angst dat het niet meer goedkomt, angst dat hulp te laat zal komen, allemaal zaken die contextfiguren naar eigen zeggen doodop maken. De meeste participanten gaven aan er zelf onderdoor te gaan.

‘… het ging totaal niet meer en ik dacht uit het leven te stappen. Het was zover’. – Moeder alleenstaand, 40-50

Sociaal netwerk

Contextfiguren uit dit onderzoek ervaren ook een invloed op hun sociaal leven. Men zegt geen sociaal leven meer te hebben, onder andere door het gebrek aan tijd en zin. Het leven van iemand met een verslavingsproblematiek brengt bij de bevraagde contextfiguren een grote vorm van onvoorspelbaarheid en onzekerheid met zich mee. Hierdoor is het bijna onmogelijk om sociale gelegenheden in de toekomst te plannen.

Familie en relatie

Elke deelnemer van dit onderzoek ervaarde een druk op zijn/haar gezinsleven en/of relatie. Het komt voor dat de partner een andere visie heeft op verslaving en de aanpak hiervan, wat ervoor zorgt dat men vaak het gevoel heeft ‘tussen’ de partner en het kind, alsook tussen de kinderen te staan. Dit kan als gevolg hebben dat men te maken krijgt met frustraties en dilemma’s binnen het gezin. Heel de gezinsdynamiek komt hierdoor onder druk te staan.

3 Masterscriptie
BINNEN AMBULANTE BEGELEIDING DE KIEM

“Allez ik bedoel, je wilt niet dat uw normale vrienden van uw andere kinderen daar zo iemand zien lopen hé of dat ze dat ruiken dat er een aan het smoren is. Of iemand dat ineens colèrig wordt… dus wat doe je: ‘ga jij maar bij uw vriendjes en dan stelt mijn dochter eens de vraag ‘mag die blijven slapen?’ en dan zeg ik tegen ons zus van ‘toe nee dat gaat toch niet, waarom vraag je dat nu? Wat moeten we gaan uitleggen als uw broer hier ineens een crisis krijgt? Allez ik bedoel dat wil je niet meemaken he.”

– Moeder, 40-50

Werk- en financiële druk

Bij de werkende participanten uit dit onderzoek bleek dat de verslaving ook een invloed heeft op hun werksituatie. Men zet zichzelf sneller afwezig om volledig beschikbaar te zijn voor hun zoon of partner. De dwalende gedachten, telefoons tussendoor, de voortdurende zorgen, hebben als resultaat dat men minder concentratie heeft en daardoor regelmatiger fouten maakt op het werk. Echter haalt een moeder aan dat het gaan werken ook een vorm van afleiding is, om even weg te zijn uit de situatie en zou men dit liever niet willen missen:

“Mijne man die heeft da al een paar keer gezegd van laat u thuis zetten, zet u op ziek. Ik zeg alstublieft! Ziek?

Ik ben in al die jaren nog geen dag ziek geweest, laat mij alstublieft naar mijn werk gaan das afleiding!” – Moeder, 40-50

Bij verschillende contextfiguren zien we dat hun naaste met een verslavingsproblematiek financieel afhankelijk is van hen. Contextfiguren geven aan dat hun naasten op regelmatige basis geld vragen om hun gebruik te bekostigen, schulden af te betalen en/ of dat hun spaarboek op korte termijn werd leeggehaald. Enkele bevraagde participanten kunnen door de situatie soms minder of niet meer werken, wat ervaren wordt als een financiële druk.

2/ Taboe, schaamte en vooroordelen

Zowel de contextfiguren als de hulpverleners stellen dat verslaving voorkomt in alle lagen van de bevolking en ze soortgelijke moeilijkheden ervaren. Toch ervaren participanten dat er nog een taboe heerst rond verslaving dat gepaard gaat met schaamte en vooroordelen. Het niet willen gezien worden in de buurt van een hulpver-

leningsinstantie, zorgt voor drempels tot het zoeken van hulp.

“Ja en ik kan sowieso het niet tegen veel mensen zeggen wat de problematiek allemaal is want dan word je inderdaad anders bekeken en uitgesloten. Of meer kritiek krijgen (…) als ik dat er nog moet bij pakken…” – Partner, 30-40

“Goh dat vind ik wel een raar gevoel want op de deur staat niet duidelijk dat dat een ambulant centrum van De Kiem is, maar dat gevoel van door die deur te stappen… ik denk dan van ‘stel u voor dat iemand mij nu op straat ziet, dan gaan ze denken dat ik een probleem heb terwijl dat niet zo is.’”

– Partner, 20-30

3/ De noden van contextfiguren

Wanneer het tijdens de focusgroepen of interviews ging over wat contextfiguren nodig hebben, gaven de deelnemende ouders deze steeds weer in functie van hun kind. Ze gaven aan pas zelf geholpen te zijn wanneer hun kind geholpen is, net zoals wanneer hun kind gelukkig is, ze zelf ook gelukkig (kunnen) zijn.

4 Masterscriptie DE KIEM

Unaniem tussen alle participanten trad de nood aan rust voor. Enkele participanten gaven weer dat dit pas mogelijk is als de gebruikende naaste in opname is of aan de betere hand is. Daarna kan volgens hen de rust (terug)gevonden worden in kleine dingen zoals een wandeling of een (ongestoorde) douche.

Contextfiguren vertelden nood te hebben aan begrip, erkenning en verklaringen over de situatie. Dit zowel van hun omgeving als van hulpverlening. Verschillende moeders stellen zich de vraag waar het is misgelopen en of ze een eigen aandeel hebben in de verslavingsproblematiek van hun zoon. Daarnaast geven participanten aan deugd te hebben van het ventileren aan derden, maar botsen ze op het feit dat het niets wijzigt aan de situatie. Ze ervaren in het algemeen een gebrek aan tools en handvaten die hen kunnen helpen in bepaalde situaties bij het omgaan van hun naaste in herstel. Enkele deelnemers geven aan de eigen regie te hebben in ambulante gesprekken en zelf te kunnen vragen over welk onderwerp ze het willen hebben in het gesprek. Daarnaast hebben alle contextfiguren nood aan bevestiging over hun omgang met hun zoon of partner in herstel.

“Maar wij hebben eigenlijk niemand die zegt van is dat eigenlijk wel oké wat wij doen? Moet ik het zo doen? Of moet ik hem helemaal zijn goesting laten doen? En dan denk ik misschien is dat aan De Kiem om te zeggen wat ik het beste kan doen, maar ja de ene is de andere niet.”

– (Moeder, 50-60

Participanten geven weer nood te hebben aan sociale en relationele steun. Iemand die hen een hand reikt of een knuffel geeft. Ook de steun van lotgenoten, mensen die zich in een gelijkaardige situatie bevinden, wordt als constructief ervaren. Bijkomend halen contextfiguren aan dat psycho-educatie een troef kan zijn doordat er verschillende visies zijn omtrent verslaving, inclusief verschillende misvattingen en onwetendheden.

Contextfiguren en hulpverleners geven aan dat de ambulante begeleiding vormgegeven kan worden aan de hand

van ‘contextfiguur – hulpverlener’ of ‘contextfiguur – persoon in herstel –hulpverlener’. Uit de verzamelde data blijkt dat de ene participant nood heeft aan een gesprek met twee en de andere aan een gesprek met drie. Een gesprek met drie kan ervoor zorgen dat gevoelige onderwerpen aangehaald worden met een kleinere kans op een escalatie van de situatie.

“… allez ik kan dat thuis ook alleen, maar dan escaleert dat altijd tegen als daar een derde bij zit, een begeleider, die kan dat eigenlijk want bijvoorbeeld thuis zou ‘t hij er dan tegenin gaan, hier gaat hij da dan niet doen bijvoorbeeld.”

– Moeder, 50-60

Alle hulpverleners vermeldden hiervan de meerwaarde, maar ook de moeilijkheid van ‘meervoudige partijdigheid’ die de hulpverlenersrelatie kan schaden. De hulpverleners geven aan dat het niet evident is om zowel de cliënt als de contextfiguur te begeleiden. Zo kan de hulpverlener het gevoel hebben wanneer zij tips geeft aan de contextfiguur hoe te reageren in bepaalde situaties, ze zich ‘tegen’ de cliënt gaat keren. Een hulpverlener haalt aan dat wanneer een gesprek met drie voorkomt, het vaak in functie is van de client en dat een contextfiguur sneller terecht kan bij een andere begeleider.

“ik kan ook niet op twee stoelen zitten hé. Ik kan haar lasten zien, maar ik zie ook de lasten van hem en ja dat is heel moeilijk om dat samen te moeten begeleiden”

– Hulpverlener AC De Kiem

Conclusie

Tot slot geeft een participant aan dat er nood is om de aanwezige drempels die mensen weerhouden om hulp te zoeken, te verlagen. Zelf zou de partner het een meerwaarde vinden om ‘outreachend’ te werk te gaan, bijvoorbeeld een begeleider van De Kiem die op huisbezoek komt of het gesprek laat doorgaan op een openbare plaats.

De bevindingen geven in eerste instantie de grote impact van een naaste in herstel op het leven van een contextfi-

guur weer. Dit maakt dat contextfiguren onvermijdelijk door een eigen en uniek herstelproces gaan. Voor meerdere participanten kan het herstelproces pas van start gaan wanneer hun naaste in herstel aan de betere hand is of in opname gaat. Het herstelproces van de deelnemende contextfiguren is gelijkaardig aan dat van mensen met een verslavingsproblematiek. De rollen die zij zelf opnemen in functie van hun naaste in herstel spelen een even grote rol in hun eigen herstelproces. Men heeft nood aan erkenning, bevestiging, verbondenheid, informatie, concrete tools en handvaten om mee aan de slag te gaan.

Tot slot heerst er bij heel wat participanten een vorm van taboe, schaamte en vooroordelen wat de stap tot hulpverlening kan bemoeilijken. Belangrijk hierbij is dat hulpverlening steeds afgestemd is op de aanwezige context. Contextfiguren geven aan in sommige situaties niet te weten hoe te reageren of te handelen. Dit maakt dat men naast het ventileren nood heeft aan concrete tools en handvaten om mee aan de slag te gaan. Het zelf beschikken over de regie in begeleiding draagt bij aan een empowerende houding. Dit sluit aan bij de herstelvisie en wordt door contextfiguren zowel positief als constructief ervaren [4].

Louise Van Gysel, Universiteit Gent

Bronnen

[1] Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (2022), Europees Drugsrapport 2022: Trends en ontwikkelingen, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg.

[2] Orford, J., Velleman, R., Natera, G., Templeton, L., & Copello, A. (2013). Addiction in the family is a major but neglected contributor to the global burden of adult ill-health. Social Science & Medicine, 78, 70–77. https://doi. org/10.1016/j.socscimed.2012.11.036

[3] Braun, V., & Clarke, V. (2006). Using thematic analysis in psychology. Qualitative Research in Psychology, 3(2), 77-101. https://doi. org/10.1191/1478088706qp063oa

[4] Vanderplasschen, W., & Vander Laenen, F. (2017). Naar een herstelondersteunende verslavingszorg: praktijk en beleid. Leuven: Acco.

5 Masterscriptie

WACHTLIJSTMANAGEMENT

Het relanceplan is een initiatief van de Vlaamse overheid en behoort tot het project ‘Vlaamse Veerkracht’. Dit plan zou de Vlaamse Welvaart en het welzijn van de Vlamingen helpen versterken na corona. Het project bestaat uit eenmalige initiatieven om mensen die reeds psychisch kwetsbaar zijn te ondersteunen. Eén van de initiatieven is de toekenning van een subsidie (van 1 april 2022 tot eind 2023) aan de Vlaamse Vereniging Behandelingscentra Verslaafdenzorg voor het uitvoeren van tijdelijke opdrachten door de revalidatievoorzieningen in de verslaafdenzorg. De Kiem koos (binnen het GGZ-netwerk ‘Aalst-Dendermonde-Sint-Niklaas) als thema “wachtlijstmanagement”.

Voor De Kiem is het probleem van wachtlijsten niet nieuw. De afdeling in Dendermonde heeft al sinds de start, twee jaar geleden, een grote wachtlijst. Uit een bevraging blijkt dat wij allesbehalve een uitzondering zijn. Heel wat organisaties in de buurt van Dendermonde hebben wachtlijsten. Nochtans is het duidelijk en toont onderzoek aan dat wachtlijsten veel leed produceren. Wachtlijsten worden veelvuldig in verband gebracht met negatieve psychologische en fysiologische reacties (angst, stress, onzekerheid…), bij cliënten én begeleiders. Ook meer suïcidegedachten en -pogingen, hogere kans op verlies aan vertrouwen in therapie en escalatie van klachten worden waargenomen bij cliënten die wachten op begeleiding.

Het doel is ‘leren omgaan met wachtlijsten’. Via vijf deelopdrachten zijn we op zoek gegaan naar manieren om wachtlijsten te managen. Elke opdracht en bijhorende resultaten worden hieronder besproken.

Literatuuronderzoek naar alternatieve organisatiemodellen om wachtlijsten te managen.

Een organisatiemodel is een geheel van methodieken om met wachtlijsten om te gaan, waarbij meerdere facetten en lagen van de organisatie gestructureerd worden in functie van wachtlijstmanagement. In de literatuur zijn slechts twee organisatiemodellen

gevonden: De Choice en Partnership Approach (CAPA), die al langer gebruikt wordt als inspiratie in De Kiem, en het Quality Improvement model (QI-model) vanuit Los Angeles.

In Vlaanderen hebben we twee specifieke praktijkmodellen bekeken: het samenwerkingsmodel ontwikkeld door RTJ De Tafels ((Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp) en het triagemodel uitgewerkt door het West-Vlaamse Drug Expertise Team.

In deze verschillende modellen/organisaties merken we een aantal gemeenschappelijke kenmerken. We nemen er de voornaamste uit:

• Deze modellen zetten in op efficiëntie, organisatie en kwaliteit van de hele voorziening om wachtlijsten te minimaliseren. Het is niet zomaar een toepassen van enkel technieken, maar steunt op een aantal duidelijke beleidskeuzes.

• Er is een duidelijk instroombeleid, met duidelijke instroomcriteria.

• Er wordt op korte termijn een intakegesprek gepland waarbij een duidelijke triagefunctie wordt gehanteerd.

• Er worden duidelijke doelen en evaluaties geformuleerd met cliënten

• Veelal wordt er gewerkt met een “intaketeam”.

Er wordt ingezet op een efficiënte administratie om de instroom te verwerken….

Uit bevraging van heel wat organisaties in de ADS-regio merken we bijna altijd dat organisaties geen overkoepeld model gebruiken in functie van wachtlijsten, maar eerder enkele ‘technieken’ op basis van eigen ervaringen in de praktijk. Dit is een belangrijk onderscheid met de hierboven vermelde modellen.

Om de instroom te controleren worden de volgende technieken meestal aangeraden: voldoende ruimte voor intakes vrijhouden, intakes zo snel mogelijk plannen, instroomcriteria duidelijk formuleren en het maken van een handelingsplan met cliënten tijdens de intake. Zo kan snel een triage gebeuren, doorverwijzingen gebeuren wanneer nodig en cliënten komen snel en gericht op de juiste plaats terecht. Ook literatuur bevestigt het belang van snel ingeplande intakes, instroomcriteria, een triagefunctie en handelingsgericht werken. Een uitgebreide screening in functie van wachtlijsten wordt eerder afgeraden; bronnen raden aan om dit enkel te doen bij gespecialiseerde doelgroepen.

Om de doorstroom te vergroten worden ook enkele methodieken aangeraden. Door de hulpverlening af te stemmen op de hulpvraag van cliënten kan er mogelijks efficiënter gewerkt worden: vraaggericht werken, duidelijke doelen opstellen samen met cliënten en deze regelmatig evalueren en monitoren. Anticiperen en plannen maken voor onverwachte gebeurtenissen in de or-

6 DE KIEM Project

ganisatie zou kunnen helpen om de efficiëntie te vergroten.

Uit bronnen blijken verschillende meningen over het omgaan met prioriteren in functie van wachtlijsten. Het zorgt ervoor dat een deel van het doelpubliek sneller kan komen, maar mogelijks ten koste van de overige mensen op de wachtlijst. Er wordt soms verwezen naar de “snel-kassa”methode waarbij bepaalde doelgroepen met een bepaalde vraag voorrang krijgen in instroom en doorstroom.

Voor de uitstroom beschrijven bronnen dat begeleidingen best zo lang als nodig zijn, maar ook zo kort als mogelijk. Dit betekent doelen af te ronden wanneer mogelijk. Er wordt bijgevolg efficiënter gewerkt, de behandeling wordt geïntensifieerd en er kan sneller worden afgerond. Ook in deze fase kan een gerichte doorverwijzing gebeuren. Het lijkt aangewezen om meer door te verwijzen in functie van multidisciplinaire zorg voor de cliënt. In literatuur wordt benadrukt

hoe belangrijk samenwerking en vlotte communicatie tussen actoren is voor doorverwijzingen en infodeling. Een netwerk uitbouwen, collega’s opleiden en communicatiewegen opbouwen leiden tot efficiëntere doorverwijzingen en dus kortere wachtlijsten.

De meest voor de hand liggende oplossing voor wachtlijsten lijkt het inzetten van meer middelen. Volgens de modellen moeten duidelijke afspraken en doelen opgesteld worden om organisaties te structureren en wachtlijsten aan te pakken. Wachtlijsten worden korter als middelen gerichter ingezet worden. Modellen gebruiken de volgende technieken: een team om intakes en wachtlijsten op te volgen, duidelijk leiderschap, gericht opleiden van personeel en het blijven evalueren en verbeteren van structuur. De grootste kritiek is dat deze modellen veel middelen vragen. Desondanks geven ze unaniem aan dat meer middelen toevoegen niet de oplossing is, het zou eerder gaan over een herstructurering van middelen. Middelen toevoegen is

volgens literatuur ook niet onmiddellijk de oplossing. Vaak wordt gemerkt dat nieuwe middelen de wachtlijsten korter maken op korte termijn. Maar op lange termijn zijn nieuwe middelen snel verzadigd en neemt de wachtlijst geleidelijk aan terug toe. Middelen zijn enkel de oplossing als ze ook op lange termijn efficiënt en constructief ingezet kunnen worden. Daarvoor moet de organisatie zelf efficiënt en georganiseerd werken.

Het uitwerken van een warm wachtlijstbeheer

Om cliënten tijdens de wachttijd te ondersteunen hebben we tijdens de duur van het project in samenspraak met de cliënt beslist om de meeste kwetsbare cliënten elke twee weken te bellen (check-ups). Dit om hen info mee te geven rond de wachtlijst en te luisteren hoe het met hen gesteld is. Dit zijn eerder korte gesprekken. Cliënten geven aan blij te zijn met de contactmomenten maar er zijn enkele kanttekeningen. De contactopnames

7 Project
u

maken wachtlijsten niet korter en kosten veel middelen. Cliënten beginnen vaak enthousiast maar hen bereiken (zeker na een maand wachttijd) wordt doorgaans moeilijker als de wachttijd toeneemt. In de literatuur wordt veel verwezen in het werken met “peergroepen” om een ‘warmer’ wachtlijstbeheer te maken. Maar hier gelden dezelfde opmerkingen als bij de check-ups.

Conclusies

Kort samengevat halen we een aantal zaken naar voren die we in De Kiem verder zullen toepassen of bespreken.

We kiezen ervoor om een kennismakingsgesprek ondanks wachtlijsten op korte termijn (binnen de maand) te laten doorgaan. Dit impliceert dat begeleiders/therapeuten plaats reserveren in hun agenda om kennismakingsgesprekken te kunnen plannen.

Het intakegesprek wordt meer opgevat als een kennismakingsgesprek waar de focus meer op “het hier en nu” ligt. Tijdens het gesprek bespreken we met de cliënt hoe we nu al ondersteuning kunnen bieden. We weten immers dat de behandeling pas na enkele maan-

Tevredenheidsmeting afnemen bij cliënt die wachtlijst doorlopen hebben.

Van de bevraagde cliënten (een twintigtal) geven nagenoeg alle cliënten aan dat ze blij zijn met ondersteuning tijdens de wachttijd. Het wachtlijstbeleid is voor hen, ondanks de lange wachttijd, duidelijk en voldoende uitgewerkt.

Een logboek en inventaris bijhouden

Er wordt voor elke cliënt cijfermateriaal verzameld (intakedatum, datum van aanmelding, datum van opstart …). Dankzij het cijfermateriaal is het mogelijk om enkele effecten van de nieuwe methodieken met cijfers te staven. In De Kiem zijn verschillende methodieken uitgeprobeerd en getest.

Triagefunctie

De snel geplande intake heeft geen effect op aanwezigheid op het inta-

kegesprek, nog steeds 2/3de van de intakes gaan door. Daarbij gebeuren dubbel zoveel doorverwijzingen sinds de aangepaste intakeprocedure (10,4% t.o.v. 5,8%). De triagefunctie helpt duidelijk om de juiste man op de juiste plaats te krijgen.

Drop out tijdens de wachttijd

Cijfers over de check-ups tonen dat een warm wachtlijstbeheer niet zorgt voor minder drop out tijdens de wachttijd. Het voordeel van de check-ups is wel dat we sneller kunnen ingrijpen wanneer klachten escaleren. Ook externe professionele ondersteuning, om de wachttijd te overbruggen, zorgt niet voor meer doorverwijzingen.

Er blijkt geen verschil tussen mannen versus vrouwen of justitiële verplichting versus zonder justitiële verplichting. Beide zijn geen bepalende factoren voor het uitvallen na de wachtperiode. Resultaten tonen dat uitval na een wachttijd wellicht afhangt

den wachttijd kan starten. Waar kan de cliënt wel al terecht, op welke manier kan hij zijn krachten inzetten om de wachttijd te overbruggen,... Eigen ervaringen leren ons dat methodieken gelinkt aan de triagefunctie werken om de instroom te controleren.

Cliënten plaatsen we op een algemene wachtlijst en niet een persoonlijke wachtlijst. Dit zorgt voor een meer uniforme en gelijkwaardige doorstroom.

We experimenteren verder met prioriteren in functie van wachtlijst. Kunnen bepaalde cliënten sneller een behandeling starten en welke soort behandeling. In De Kiem krijgen zwangere vrouwen, druggebruikende ouders met kinderen in een verontrustende situatie en acute medische hulpvragen steeds prioriteit en komen die

niet op een wachtlijst terecht.

Een warm wachtlijstbeheer (check-ups) wordt het best uitgewerkt om cliënten te ondersteunen. Dit kost middelen en moet goed worden overwogen omdat dit doorgaans de wachtlijst niet korter maakt. Middelen worden best gefocust op mensen die kwetsbaar zijn, om de motivatie vast te houden. We moeten in de toekomst nagaan of we dit kunnen waarmaken.

Verder is het aangewezen dat we bij wachtlijsten de eigen efficiëntie nagaan en methodieken uitproberen om de doorstroom en uitstroom te optimaliseren. Worden doelen genoeg geëvalueerd? Worden sessies voldoende benut? Wordt er gericht en tijdig doorverwezen? Worden middelen op de juiste manier en optimaal gebruikt?

DE KIEM Project
8

van intrinsieke factoren van de cliënt (zoals motivatie, competentie en verbondenheid). Het lijkt beter om in te spelen op de noden van cliënten en de motivatie zo goed mogelijk vast te houden/vergroten.

Persoonlijke wachtlijst versus algemene wachtlijst

Uit de cijfers blijkt dat een algemene wachtlijst (niet per begeleider afzonderlijk) zorgt voor een efficiëntere doorstroom. Het is gemakkelijker om afspraken in te plannen en de doorstroom wordt gedragen door het volledige team. Bij persoonlijke wachttijden ontstaan er verschillende wachtlijsten met elke een eigen doorstroom en wachttijd, wat zorgt voor grote verschillen in wachttijden tussen cliënten

Joran Hoeckman, projectmedewerker

Jo Thienpont, verantwoordelijke ambulante werkingen.

EXTRA AANDACHT NAAR

NIET GEDETINEERDE JUSTITIABELEN MET EEN PSYCHISCHE PROBLEMATIEK

Het Agentschap Justitie en Handhaving lanceerde in het voorjaar de projectoproep ‘Ambulant zorgaanbod voor niet-gedetineerde justitiabelen met een psychische problematiek’, waarbij voor de komende 4 jaar extra middelen worden vrijgemaakt.

Per lokale afdeling moet blijvend geïnvesteerd worden om zorgnetwerken en zorgcircuits verder uit te bouwen. Dit kan de kwaliteit van de zorg verbeteren, faciliteert het flexibel inzetten van ondersteuningsvormen (naar gelang de noden van cliënten) en kan de continuïteit verbeteren voor een multidisciplinaire aanpak. Het is aangewezen om ondersteuning te organiseren in zorgcircuits binnen ruimere zorgnetwerken. Informelere vormen van ondersteuning, zoals zelfhulpgroepen, dienen een plaats te krijgen binnen deze netwerken. Zicht op regionale noden en vragen en op regionaal aanbod kan ons leren waar nog tekorten zijn in het aanbod en op welke manier die kunnen worden ingevuld.

De directies van de Oost-Vlaamse justitiehuizen en netwerkbeheerder Oost-Vlaanderen hebben naar aanleiding van deze oproep, de doelgroep verfijnd waarvoor zij deze extra middelen wensen in te zetten. De voorkeur gaat hierbij uit naar een bijkomend zorgaanbod voor justitiabelen met dubbele diagnoses die moeilijk toe te leiden zijn. Het betreft hier met name justitiabelen met een mentale beperking/ontwikkelingsstoornis en een seksuele problematiek en justitiabelen met een mentale beperking/ ontwikkelingsstoornis en een verslavingsproblematiek.

Hiertoe werd in overleg gegaan met partners uit het werkveld die interesse en expertise hebben om in te zetten op deze projectoproep en doelgroep, onder coördinatie van vzw Psyché. Met de kandidaat-organisaties, de netwerkbeheerder en de directeurs van de lokale justitiehuizen werd vervolgens een voorstel uitgewerkt.

Het overleg kiest ervoor om AMFORA een bijkomend ambulant zorgaanbod (1.8 VTE) te laten indienen voor de doelgroep “Justitiabelen met een mentale beperking/ontwikkelingsstoornis en een seksuele problematiek”.

Voor de doelgroep “Justitiabelen met een mentale beperking/ontwikkelingsstoornis en een verslavingsproblematiek” opteert het overleg voor het

indienen van drie projectvoorstellen, m.n. door De Kiem (0.75 VTE), CGG Zuid-Oost-Vlaanderen (0.5 VTE) en De Sleutel (0.75 VTE). De Kiem zal in het netwerk geestelijke gezondheidszorg

Aalst-Dendermonde-Sint-Niklaas een aanvullend aanbod doen in Ninove en Dendermonde. CGG Zuid-Oost-Vlaanderen doet dit voor de regio Oudenaarde, Geraardsbergen, Zottegem en De Sleutel in Gent en Eeklo (PAKT).

De doelstelling van deze projecten is driedelig:

1. Het vergroten van het ambulante aanbod voor niet-gedetineerde justitiabelen met een verstandelijke beperking en/of autisme en/of ADHD en een verslavingsproblematiek en het verlagen van drempels voor toeleiding en hierdoor het vlotter laten verlopen van de toeleiding vanuit justitie naar het ambulante begeleidingsaanbod.

2. Het verhogen van de kwaliteit van zorg door expertisedeling, binnen de betrokken partnerorganisaties zelf, alsook organisatie-overstijgend.

3. Het voorzien van een meer gebiedsdekkende spreiding van het zorgaanbod voor de doelgroep verstandelijke beperking/ontwikkelingsstoornis en verslavingsproblematiek binnen een forensisch kader.

9
u
Nieuw

De Kiem richt zich met dit project op het aanbieden van forensische zorg voor personen met een verstandelijke beperking/ontwikkelingsstoornis en een verslavingsproblematiek, die gelinkt is aan het plegen van strafbare feiten. Forensische zorg richt zich tot het beperken van risicofactoren en het verhogen van beschermende factoren om het recidiverisico te verlagen. Middelenmisbruik is een belangrijke criminogene risicofactor, waardoor behandeling hiervan van onmiskenbaar belang is. De aanwezigheid van een licht verstandelijke beperking (LVB)/ zwakbegaafdheid of ontwikkelingsstoornis wordt daarnaast als een belangrijke responsiviteitsfactor gezien die de effectiviteit van de behandeling kan beïnvloeden.

Mensen met een LVB of zwakbegaafdheid vormen bovendien een risicogroep voor psychiatrische stoornissen, waaronder een verslavingsproblematiek. Behandeling wordt vaak gecompliceerd door psychiatrische en somatische comorbiditeit, alsook door handelingsverlegenheid bij hulpverleners. Onder de term ‘verstandelijke beperking’ begrijpen wij de beperkingen die cliënten kunnen ervaren in zowel het verstandelijke, adaptieve als sociaal-emotioneel functioneren. De praktijk leert ons dat een discrepant verloop tussen de cognitieve en emotionele ontwikkeling tot over- of onderschatting kan leiden, hetgeen probleemgedrag in de hand kan werken. Hierin is een afgestemde bejegening door de hulpverlening en de omgeving van cruciaal belang.

Daarnaast vormt het hebben van een ontwikkelingsproblematiek zoals ADHD of een autisme spectrum stoornis (ASS) een verhoogd risico voor verslavend en impulsief gedrag. Vaak fungeert het middelen/alcoholgebruik

als coping strategie in het omgaan met onder andere de beperkingen/klachten die ervaren worden vanuit de ontwikkelingsproblematiek.

De Kiem zal in zijn ambulante afdeling te Dendermonde extra capaciteit kunnen aanbieden voor deze doelgroep en verder kunnen investeren in expertisedeling en samenwerking. Dit is uiteraard belangrijk op het vlak van instroom, behandeling en uitstroom ten aanzien van deze complexe doelgroep. Het verder uitbouwen van een kwalitatief aanbod ten aanzien van personen met een comorbiditeit noodzaakt nu eenmaal expertise en samenwerking. Deze projectoproep betekent dan ook een stimulans om (bestaande) organisatie-overstijgende samenwerkingen en expertise-uitwisseling tussen verschillende sectoren te bevorderen.

Gezien de specificiteit van de projectoproep kent het organisatie-overstijgend werken echter ook zijn limieten. De bijkomende personeelsinzet voor De Kiem is immers beperkt en de te presteren caseload is voor deze doelgroep (met een hoge aanwezigheid van ‘no shows’) een feit.

Daarom willen we voornamelijk inzetten op intensifiëring van bestaande samenwerkingsverbanden in plaats van de beperkte middelen te investeren in nieuw uit te bouwen samenwerkingsconstructies. Het zorgaanbod moet in eerste instantie ten dienste blijven staan van de cliënten zelf. De Kiem heeft zelf jarenlange expertise op vlak van verslavingsproblematiek en zal voornamelijk verder expertise in huis halen op het vlak van comorbiditeit (mentale beperking, autisme en ADHD). Op dit vlak sluiten we bijvoorbeeld (verder) aan bij de “SEN-intervisie” (samenwerking

gehandicaptenzorg en verslavingszorg) en organiseren we overlegmomenten met het “Coverteam van CGG Zuid-Oost-Vlaanderen”. Dit Coverteam richt zich naar personen met een lichte tot matige verstandelijke beperking.

Sinds begin juni hebben we twee collega’s aangeworven op dit project. Zij en de rest van het team zullen zich in het najaar verder opleiden in de verschillende thematieken. Momenteel zijn 30 cliënten binnen deze doelgroep gestart met een begeleiding.

10 DE KIEM Nieuw

IMPACT TOGETHER

Impact Together is een samenwerkingsverband tussen de Koning Boudewijnstichting en BNP Parisbas Fortis gericht op de ondersteuning van vzw's of ondernemingen in de sociale economie die zich inzetten voor sociale inclusie in België. De steun dient voor structurele versterking en neemt de vorm aan van het financieren van externe consultancy, investeringen en het inzetten van het netwerk van de Stichting. De consultancy richt zich op vijf prioritaire domeinen: strategie en economisch model, governance en operationeel model, financieel beheer, evaluatie van de maatschappelijk impact en digitalisering. Sinds 2009 werden vanuit Impact Together zo’n 150 organisaties gesteund voor een totaal bedrag van zo’n 10 000 000 euro.

In 2022 lanceerde Impact Together een nieuwe oproep en De Kiem diende een dossier in dat een hele selectieprocedure moest doorlopen: een preselectie door het Investeringscomité, een bezoek door een afvaardiging vanuit de Stichting en het investeringscomité en een pitch-voorstelling door Dirk Vandevelde als directeur en Jessica Demaeyer als bestuurslid van De Kiem. In juni 2023 kregen we dan het heuglijke nieuws dat onze steunaanvraag werd goedgekeurd en in juli zaten we voor een eerste maal samen met Annelies Poppe die ons de volgende drie jaar zal begeleiden.

Vanuit De Kiem willen we deze kans aangrijpen om de huidige beleidsstructuur en de interne en externe

communicatie van onze organisatie te evalueren en te optimaliseren. Een en ander dient nu geconcretiseerd te worden in gezamenlijk afgesproken doelstellingen, verder vertaald naar prestatie-indicatoren en verwachte resultaten en het wordt een proces dat vele facetten zal omvatten. We denken hierbij onder meer aan een actualisatie van de huidige opdrachtverklaring (die reeds van 2008 dateert), een goed doordachte en evenwichtige organisatiestructuur voor de toekomst (nu een aantal anciens stilaan op pensioen gaan staan we immers voor een generatieswitch), een verruiming van het bestuursorgaan (met het oog op het betrekken van ervaringsdeskundigen en familie van mensen met een afhankelijkheidsprobleem); het zoeken naar digitale oplossingen (om informatie te stroomlijnen, expertise te borgen en verschillende stakeholders specifiek te benaderen), tot zelfs een analyse van de huidige financieringsmechanismen. We krijgen alvast het startadvies ons in dit proces door verschillende consultants te laten ondersteunen en we beogen een proces van co-creatie waarin ook alle medewerkers worden betrokken.

Binnen de begeleiding wordt een halfjaarlijkse evaluatie voorzien. Dit moet ons in staat stellen om op basis van nieuwigheden (bv. nieuwe regelgeving) of nieuwe inzichten (vanuit de consultancyprocessen) de uitgestippelde koers bij te sturen.

11 Nieuw
De Kiem wil zich na bijna 50 jaar werking stapsgewijs klaarstomen voor de toekomst en zal hiervoor kunnen rekenen op de steun van de Koning Boudewijnstichting en BNP Parisbas Fortis.

DE ZON ZIEN ONDERGAAN IN DE VERTE

Van 21 tot 25 augustus ging de jaarlijkse kampweek door voor de TG-bewoners. Het enthousiasme om te vertrekken op kamp was groot. Iedereen in de weer met de laatste voorbereidingen, de auto’s ingeladen, nog een laatste groepskreet en weg waren we.

Na een lange treinrit die maandag naar Verviers-centraal vertrokken vier bewoners van daar uit met de fiets voor een tocht van 30 kilometer en meer dan 500 hoogtemeters. De overigen werden opgehaald met de auto en begonnen alvast een en ander voor te bereiden in en rond het kamphuis. Eenmaal de moedige fietsers toekwamen kon het kamp van start gaan met een lekkere spaghetti. Hierna, met z’n allen rond het kampvuur, kreeg iedereen de opdracht voor zichzelf een voornemen neer te schrijven hoe zich positief in te zetten gedurende de kampweek. Ook werd het magische stenenspel uitgelegd en na veel goede babbels, gelach en plezier kroop iedereen voldaan in zijn bed.

“De eerste avond ging ik hout halen voor het kampvuur en zag ik de zon ondergaan boven de bergen in de

verte. Een jaar geleden, aan de kaai in Antwerpen, had ik dat ook gezien maar voelde ik niks dan ellende, verdriet en eenzaamheid. Nu in de Ardennen kon ik wel van het mooie uitzicht genieten en voelde ik een warmte in mij die ik in tijden niet meer gevoeld had. Ik wist dat ik op weg was naar mensen die blij zijn dat ik er ben, en dat ik niet alleen ben en dat moment pakt niemand mij nog af !”.

De volgende dag was de zon al volop aan het schijnen bij het ontbijt. De tipi mama’s gingen met de kindjes naar een kinderdierentuin en de rest naar het meer van Bütchenbach voor een trio van hoogteparcours, boogschieten en kajakken. Het hoogteparcours vormde meteen de grootste uitdaging. Angsten werden overwonnen en iedereen legde het parcours uiteindelijk af.

Het boogschieten zag er makkelijker uit dan het was. Bij het kajakken gingen sommigen solo, terwijl anderen liever een kano deelden. Na een goedgevulde namiddag keerden we terug om de eerste BBQ voor te bereiden. De keukenploeg overtrof zichzelf, niet voor het eerst, en iedereen genoot. Naar goede gewoonte sloten we de avond af rond het kampvuur.

Velen keken uit naar de woensdag, de dag van de dropping. In de voormiddag konden de bewoners elkaar uitdagen in een laddercompetitie rond sportiviteit en weerbaarheid. Na een middagmaal met hamburgers en friet, werd de groep opgedeeld in teams voor een quiz rond algemene feitenkennis, muziek, film en weetjes over bewoners en begeleiders. En dan, eindelijk, was het moment aangebroken en konden we ons klaarmaken voor de dropping. Bewoners die

12 DE KIEM Kamp 2023

de dropping niet zagen zitten deden een kleine avondwandeling en konden daarna ontspannen in het bubbelbad of de sauna. De dropping is een ideale manier om uit te zoeken wie een goede leider is en hoeveel vertrouwen er is in de groep om deze leider te volgen. Al snel aan de start was duidelijk wie dit zou worden en de groep volgde met goede moed voor een tocht van 24 kilometer in een tijd van 8u. Ieder had zijn eigen manier om de laatste lastige uren vol te houden. Bij thuiskomst werden we verwelkomd door enkele medebewoners die nog wakker gebleven waren, met warme chocomelk en een pannenkoek. Met een warm gevoel, zere voeten, stijve spieren en de ervaring dat we meer kunnen dan we denken, konden we eindelijk gaan slapen.

“Ik heb vooral genoten van de dropping! Daar heb ik echt gelachen van begin tot eind.”

Aangezien de meesten pas tegen twee uur in bed lagen, kon iedereen op donderdag uitslapen tot 10 uur. Ondanks de stijve benen of blaren had de dropping duidelijk deugd gedaan. Bij het late ontbijt werd jammer genoeg stilaan duidelijk dat de geplande chill-dag aan het meer letterlijk in het water zou vallen. De eerste dagen was er een overdaad aan zon maar vandaag kregen we zware regenbuien te verduren. We besloten dan maar om te gaan bowlen in het nabije dorp. Sommigen bleven liever thuis wat rusten en anderen gingen gaan voetballen op het lokale voetbalplein. Het slechte weer

kon het enthousiasme niet temperen en iedereen probeerde er het beste van te maken. ’s Avonds stopte het met regenen en konden de geplande BBQ en het afsluitend kampvuur wel doorgaan. Iedereen had tijdens de kampweek een magische steen uitgezocht voor een medebewoner en die avond werden de stenen uitgewisseld met een woordje uitleg over de keuze van de steen voor die persoon. Een mooie manier om woorden van waardering naar elkaar uit te spreken waarbij er soms al eens een traan werd weggepinkt.

“Ik voel nu meer verbondenheid met de mensen en heb mijn muur die ik door de jaren heen rond mij heb opgetrokken wat kunnen afbreken en dat merk ik ook enorm nu ik terug ben in de TG.”

De nacht was voor velen korter dan gehoopt want om tien uur moesten we het huis uit om weer naar Gavere te vertrekken. Inpakken en wegwezen dus. De fietsers hadden geluk en konden in de zon terugfietsen naar Verviers-Centraal. De terugreis per trein was een pak kalmer dan de heenreis. Bij thuiskomst werden we verwelkomd met warme hapjes en een mocktail. De prijzen voor sportiefste prestatie, sportiefste houding en grootste pechvogel werden uitgereikt. Een mooie afsluiter van een gezellige week.

13 Kamp 2023
Gunther, kampbegleider en Kiefer, TG-bewoner.

ROME IS OOK NIET OP 1 DAG GEBOUWD

In de laatste week van augustus vonden er schuur- en verfwerken plaats in het ambulant centrum in Gent.

Hiervoor deden we een oproep bij de Vriendenkring van De Kiem, een facebookgroep die werd opgericht om mensen die ons een warm hart toedragen met elkaar te verbinden en te informeren over initiatieven of noden van onze organisatie. We zochten vrijwilligers om ons die week te helpen en het deed heel veel plezier dat er hiervoor ook enkelen enthousiast waren!

Samen met enkele medewerkers uit Gent, namen zij twee ruimtes onder handen, die dienen als bureau en gespreksruimte. Er werd geschuurd en veel voorbereidend werk gedaan, onder het toeziend oog van Diane. Daarna konden we ook al één ruimte

schilderen. Gezien de omvang van het gebouw nam dit wel wat tijd in beslag, maar zoals het spreekwoord zegt: vele handen maken licht werk.

Het was fijn samenwerken met ex- bewoners, vrijwilligers en medewerkers. Er was immers ruimte om in een ongedwongen sfeer ook eens een babbeltje te slaan en van gedachten te wisselen, tussen de schuur- en verfwerken door. Gezien de omvang van het ambulant centrum, is ons TO DO- lijstje nog groot, dus misschien is deze samenwerking ook nog eens voor herhaling vatbaar. Maar we zijn als medewerkers al blij dat we weer een stapje dichter komen om van deze plek een centrum te maken

dat rust uitstraalt en waar mensen even op adem kunnen komen en in gesprek kunnen gaan. Het is bovendien bij elke stap ook duidelijk wat voor een prachtig pand we hier hebben als werkplek.

Het werk is dus nog niet af, maar “Rome is ook niet op 1 dag gebouwd”, dus we doen gewoon verder en dromen intussen van een afgewerkt huis.

Veel dank aan de vrijwilligers die hun steentje bijdroegen. Jullie zijn goud waard!

Ruth Verbeken, begeleider AC De Kiem Gent

14 DE KIEM AC Gent 14

THANK YOU SO MUCH

The Other Side Academy is een klassiek hierarchisch gestructureerde therapeutische gemeenschap met een campus in Salt Lake City voor zo’n 100 personen en in Denver voor zo’n 60 personen. De deelnemers aan het programma worden ‘studenten’ genoemd. Het residentieel programma richt zich naar criminelen, daklozen en druggebruikers die hun leven willen veranderen en voor wie andere, kortere, programma’s niet blijken te werken. Het programma is gratis, duurt minimum 2 jaar met 6 maanden reentry en wordt gerund door ex-gebruikers die zelf het programma hebben doorlopen.

Op aanraden van George Deleon kwam Tim Stay vooral de werking van onze onthaalafdeling nader bekijken. Meer bepaald hoe de onthaalafdeling er in slaagt de retentie van bewoners te verhogen, zeker in de beginperiode. Tim liet ons na zijn bezoek weten dat ze intern alvast met onze informatie aan de slag zijn om de haalbaarheid van het opstarten van een eigen onthaalafdeling te onderzoeken.

15 Familie aan het Werkbezoek
Op 14 juli bracht Tim Stay, de CEO van The Other Side Academy in Utah een werkbezoek aan De Kiem.

SCHOMMELSTOELEN VOOR DE TIPI

Dankzij de financiële steun van Lions Club Gavere Rhodeland kan De Kiem 6 schommelstoelen aanschaffen voor de ouder-kind-studio’s te Gavere en Merelbeke.

In het residentieel programma van De Kiem wonen zo’n 20 tot 25 bewoners. Allen zijn ex-verslaafden die via een intensief behandelprogramma werken aan herstel en aan re-integratie in de samenleving. In Gavere verblijven ze na een korte inloopperiode in de onthaalafdeling zo’n 10 tot 12 maanden in de therapeutische leefgemeenschap. Daarna stromen ze door naar het halfweghuis in Merelbeke, waar ze eerst residentieel worden begeleid in hun re-integratieproces en daarna ook als ze al alleen wonen.

Gelinkt aan de therapeutische gemeenschap in Gavere heeft De Kiem 4 ouder-kind-studio’s (vier Tipi’s) waar alleenstaande ouders (doorgaans moeders) met kinderen kunnen verblijven. Ook in het halfweghuis in Merelbeke zijn er twee ouder-kind-studio’s voorzien. De ouder volgt overdag het programma in de therapeutische gemeenschap (of gaat weer werken eens in het halfweghuis), terwijl het kind naar een onthaalmoeder of school in de buurt gaat. ‘s Avonds en in de weekends zorgt de ouder zelf voor het kind. Specifieke begeleiders ondersteunen de ouders in het opnemen van hun ouderrol en de opvoeding van het kind. Deze Tipi-begeleiders opperden het idee om per studio een schommelstoel aan te schaffen.

Vaak mist het kind bij opname de nodige rust en structuur en zijn er eetproblemen of inslaapproblemen. Zo’n schommelstoel kan helpen om de ouder-kind band te versterken en samen met het kind een moment van

rust in te lassen na een drukke dag; om een baby of kind te troosten of gewoon bewust van elkaar te genieten. Er is vaak een hele weg af te leggen alvorens het kind zich veilig en geborgen voelt en de ouder de rust kan vinden om er met aandacht en zelfvertrouwen voor het kind te zijn. Soms lukt dit ook al van bij de start. Hoe dan ook, regelmatig eens samen schommelen kan het bonding-proces alleen maar versterken en zorgt er voor dat ouder

en kind (terug) genieten van elkaar. Dankjewel Lions Club!

Doortje Havermaet en Isolde Vandenberghe, Tipi-begeleidsters

16 DE KIEM Steunactie

LIEVE ZOON…

Nu pas dringt het goed tot mij door, ik was je bijna kwijt!!

Wat was het een vreselijke tijd om je zo te zien aftakelen. We beseften beiden dat het zo niet verder kon. Jij voelde ook dat je wilde beter worden en geholpen worden. Na een korte opname in de psychiatrie zag ik, dit gaat mis, er moet een andere oplossing komen.

Dat vond jij ook en met wat opzoekingswerk op het internet vond je de website van De Kiem.

Ik voelde direct een goede vibe toen ik die las, maar zag wel op tegen een opname van een jaar. Jij had vooral je doel voor ogen om echt beter te worden en nuchter door het leven te kunnen gaan. Ik voelde dat moeten samenwerken, je gevoelens laten zien en verwoorden voor jou niet gemakkelijk zou worden. Toch lukte het je stap voor stap om je daar te uiten en met meerderen samen te leven. De familiegesprekken met jou waren zwaar en moeilijk, maar ik voelde dat je die nodig had om uit te zoeken waar de oorzaak van je verslaving lag.

Toen ik je in De Kiem kwam bezoeken was dat heel zwaar voor mij. Je leefde daar in een gezamenlijke leefzone zonder privacy; niet gemakkelijk voor hem dacht ik. Dat bleek nog eens als het meedraaidag was voor de familie, waar ik en mijn partner samen taken moesten verrichten die jullie dagelijks deden. Dit was een zeer leerrijke

dag voor ons. We gingen wel vaker in gesprek met elkaar, soms samen met Gunther de familiewerker, soms alleen, soms samen met mijn partner. Het was niet gemakkelijk om over onze en jouw gevoelens te praten en wat we daarbij voelden was niet altijd prettig, maar achteraf wel opluchtend. Ik voelde jou in die gesprekken groeien naar volwassenheid, wat me een goed gevoel gaf.

Na het volbrengen van je programma in de therapeutische gemeenschap, waar ik en mijn partner heel trots op zijn, zit je nu in je laatste fase van je traject, in het halfweghuis. Daar helpen ze jou nog verder om een nieuwe start te maken in je leven. Je wil terug gaan studeren en start daarmee in Antwerpen. Een richting waar je andere mensen wil helpen die kampen met dezelfde problemen die jij hebt gehad.

Ik ben heel fier op jou zoon, een heel gelukkige mama, ik zie je graag. Bedankt aan het hele team van De Kiem, zonder jullie was het echt niet gelukt.

Marleen

Familie aan het Familie aan het woord
17

JEZELF KUNNEN ZIJN

Toen ik 16 jaar was, kwam ik voor het eerst in contact met speed. Dit gebeurde voornamelijk in het weekend. Op mijn 18 jaar kreeg ik mijn eerste vaste vriendin.

Tijdens deze relatie was er geen druggebruik meer. Ik startte deze periode ook met mijn eerste werk. De relatie sprong af na 4 jaar. Mijn vriendenkring veranderde en ik kwam opnieuw in contact met andere druggebruikers. Mijn speedgebruik begon opnieuw en escaleerde. Om mijn gebruik te kunnen bekostigen, ging ik zelf speed verkopen. Toen ik 24 jaar was, liep ik tegen de lamp en volgde mijn eerste arrestatie. Ik zat 3 maanden in voorhechtenis en kreeg een werkstraf opgelegd.

In die periode leerde ik mijn toekomstige vrouw kennen. We trouwden in 2006. Zij gebruikte speed maar ook intraveneus heroïne. Met mijn hulp kon ze van de heroïne afkicken, dit zelfs zonder hulp van methadon. Speedgebruik bleef echter aanwezig in onze relatie. We gingen samenwonen en na een jaar werden we zwanger. We slaagden er in om beiden onmiddellijk te stoppen met druggebruik. Onze dochter werd geboren in 2007. Tot 2010 hadden we een stabiel leven: we gingen werken en bleven samen clean. Toch kwamen er barsten in ons huwelijk en besloot ik om de relatie te beëindigen. Ik ging opnieuw inwonen bij mijn moeder tot ik iets voor mezelf vond. Ik kreeg echter ernstige rugklachten waardoor ik op invaliditeit belandde. Ik heb hier tot op heden nog steeds last van. De moeilijkheden met mijn ex-vrouw werden jammer genoeg steeds groter, ze hield onze dochter, die toen 4 jaar was, meer en meer bij mij weg.

Toen ben ik hervallen. Dit was de slechtste periode in mijn leven. Ik

injecteerde dagelijks speed en ging opnieuw verkopen. Mijn dochter zag ik helemaal niet meer. Mede door mijn ex-vrouw maar om eerlijk te zijn kon ik toen ook niet de verantwoordelijkheid opnemen om voor haar te zorgen. Tijdens deze periode werd ik betrapt op bezit van drugs en kreeg ik probatie-voorwaarden opgelegd. Toen meldde ik me voor het eerst aan bij De Kiem in Geraardsbergen. Bij aanvang zag ik hier weinig tot geen meerwaarde in. Ik kwam mijn afspraken moeilijk na en kon me ook niet open stellen. Praten over mijn druggebruik was voor mij een groot taboe.

In 2015 werd ik opnieuw opgepakt en belandde ik voor enkele maanden in de gevangenis. Vanuit de rechtbank werd een opname verwacht. Ik ging in opname maar bij thuiskomst begon ik opnieuw te gebruiken. Ik heb het intraveneus gebruik toen wel definitief achterwege gelaten. Mijn ambulant traject werd verder gezet en ik kreeg mijn druggebruik onder controle.In 2018 kreeg ik een zware klap te verwerken: mijn vader overleed. Ik vond bij De Kiem een plek om hierover te kunnen praten, ik voelde me erkend en begrepen in mijn verdriet. Bovendien kon ik mijn psychologe ook in vertrouwen nemen over lasten die ik al jaren ondervond ten gevolge van een visuele beperking. Ik lijd namelijk aan een oogziekte die op dat moment in mijn leven voor moeilijkheden begon te zorgen. Zo is het bijvoorbeeld gevaarlijk voor me om te fietsen in het donker, kan ik het scherm van mijn gsm niet goed zien en heb ik moeite met lezen in het algemeen. Ik had hiervoor geen

hulpaanbod gekregen vanuit de medische wereld, iets dat me wel teleurgesteld heeft. Mijn psychologe hielp me zoeken naar gepaste hulp waardoor het dagelijks leven tot op vandaag voor mij veel makkelijker is geworden. Ik word ondertussen ondersteund door de brailleliga, ik heb een extra budget toegewezen gekregen van het VAPH en van de FOD en ik kreeg een aangepast scherm waarmee ik nu alles vlot kan lezen. Dankzij deze doorverwijzing vond ik ook leuk vrijwilligerswerk in een tuincentrum. En dit allemaal dankzij De Kiem.

De Kiem heeft me geholpen op momenten dat ik het niet had verwacht. Ik heb me leren openstellen en kan nu praten over moeilijke zaken, ook over mijn druggebruik, dat tot op heden nog steeds onder controle is. Ik heb ondersteuning gekregen die ik niet meer zou kunnen missen en kijk steeds met plezier uit naar de gesprekken.

Ik kan anderen dan ook alleen maar aanraden om hulp te zoeken, ook al is dit moeilijk. Ik heb bij De Kiem een plek gevonden waar ik mezelf kan zijn en dit was exact wat ik nodig had.

18 DE KIEM Cliënt aan het woord

WAAR IK ALTIJD NAAR OP ZOEK WAS…

Voor mijn opname in De Kiem was ik al heel lang op zoek naar mezelf. Door mijn verslaving mislukte alles. Ik had nog nooit een opname gedaan.

Vanaf mijn 15 jaar was ik op de sukkel. School lukte niet, werken ging wel, maar allemaal onder invloed van druggebruik. Dus veel bereiken deed ik niet. Naarmate de jaren vorderden voelde ik me steeds meer alleen. Mijn familie was er wel nog steeds voor mij, maar dit was niet op de manier zoals het zou moeten zijn. Ik was onbereikbaar. Ik werd elk jaar ouder en naarmate de tijd vorderde gleed ik steeds verder weg. Ik was nog een schim van mezelf. Mijn familie heeft vaak tegen mij gezegd dat ik iets moest ondernemen. Ik dacht, als ik even stop met gebruiken gaat het wel weer beter, maar dit hield ik nooit lang vol. Mijn gebruik verergerde tot op een punt dat het te kiezen was: ofwel was ik verloren, ofwel zocht ik hulp.

Ik heb gepraat met mijn familie om te zien wat we konden doen en via de Upsie heb ik mij aangemeld bij De Kiem voor een residentiele opname. Een maand later mocht ik naar de Onthaalafdeling. Ik had nog nooit een opname gedaan, dus ik wist totaal niet wat mij te wachten stond. Ik had stress en schrik maar had mij voorgenomen dat ik er honderd procent voor wilde gaan. Ik werd heel goed ontvangen en voelde onmiddellijk een familiale omgeving rond mij. In het begin liet ik alles op mij afkomen. Ik kreeg veel steun van de medebewoners waarmee ik in het begin van het programma samen leefde. Ik heb ongeveer 7 weken in het Onthaal gezeten en dat viel voor mij heel goed mee. Naarmate de tijd vorderde voelde ik mezelf groeien door de groep sessies en door de begeleiding die daar dicht bij de bewoners-

groep aanwezig is. Ik ga eerlijk zeggen, toen was ik nog niet de persoon die ik nu ben, verre van zelfs. Ik deed nog steeds wat ik gewoon was; ja knikken en anderen pleasen. Weinig echt voor mezelf doen en alles doen om alles zo goed mogelijk te laten verlopen ook al deed ik daardoor mezelf tekort.

Na mijn verblijf in het Onthaal mocht ik naar de Therapeutische Gemeenschap. In het begin was het zoeken en veel dat op mij afkwam, maar ik heb daar enorm veel uitgehaald. Ik heb leren omgaan met mijn emoties, leren spreken over wat ik voel en ik heb daar hele sterke banden opgebouwd die ik tot op de dag van vandaag nog steeds koester. Het is niet altijd even gemakkelijk geweest en ook niet voor iedereen weggelegd, maar ik ben blij dat ik heb doorgezet. Waar ik altijd naar op zoek was heb ik eindelijk gevonden: wie ik echt ben en wie ik echt kan en mag zijn. Ik heb voor mezelf dankzij het programma enorm veel stappen gezet in de juiste richting. Mijn peers hebben mij hierbij enorm geholpen en ik heb ook gevoeld dat de begeleiding in mij geloofde. Uiteindelijk heb ik het allemaal wel zelf gedaan en daar ben ik enorm fier op.

Na de TG ben ik naar het Halfweghuis verhuisd en toen is het eigenlijk pas echt begonnen. Alles wat ik geleerd had mocht ik gaan toepassen in de echte wereld. Dit is met vallen en opstaan gegaan en ik heb ongeveer een jaar in het halfweghuis gewoond. Goed dat ik daar mijn tijd voor heb genomen, want ik heb er enorm veel bijgeleerd en uitgehaald. Ik ben heel blij dat het op

deze manier kan, en dat er een Halfweghuis is om de stap van de TG naar het volledig op eigen benen staan te overbruggen.

Ondertussen zit ik zo’n 7 maanden in mijn ambulante fase. Ik woon samen met mijn vriendin en haar dochtertje en ik kan oprecht zeggen dat ik enorm gelukkig ben. Ik had altijd een goeie band met mijn familie, maar nu is deze veel echter en hechter. Ik ben hen voor altijd dankbaar dat ze in mij bleven geloven. Ik maak nu ook de keuzes echt voor mezelf, iets wat ik vroeger nooit deed. En ik volg mijn hart en gevoel. Elke dag doe ik wat ik graag doe en ik zal daar nooit nog van afwijken. Dankzij De Kiem heb ik mezelf heruitgevonden en beleef ik terug plezier in het leven. Ik ga hier nu niet verkondigen dat elke dag even gemakkelijk is, maar dankzij het programma weet ik nu hoe ik moet omgaan met mindere dagen of momenten. Ik heb veel te danken aan De Kiem, mijn familie en mijn vriendin om in mij te geloven maar ik ben ook trots dat ik in mezelf ben beginnen en blijven geloven en dat doe ik nog steeds.

Matthias

19 Familie aan het Bewoner aan het woord

ERVAREN IN HERSTEL

De Kiem biedt hulp aan personen die problemen ervaren door het gebruik van drugs en aan mensen uit hun omgeving.

Het residentiële luik van het programma te Gavere omvat een onthaalafdeling, een therapeutische gemeenschap (T.G.), een woonhuis voor moeders / vaders met kinderen en verschillende halfweghuizen. Het ambulante luik omvat ambulante centra te Gent, Ronse, Geraardsbergen, Ninove en Dendermonde een gevangeniswerking en vier regionale preventiediensten.

Colofon

Redactie

Dirk Calle, Jo Thienpont, Dirk Vandevelde

Eindredactie en Directie

Dirk Vandevelde

Fotografie

Dirk Calle, Jo Thienpont, Krista De planter

Vormgeving

dotplus

Abonnement

Abonnementen kosten 15,- euro voor vier nummers, te storten op rekeningnummer BIC GEBABEBB / IBAN BE

270012 1652 3173 van v.z.w. De Kiem, 9890 Gavere.

Voor giften vanaf 40,00 euro kan u een attest voor fiscale vrijstelling bekomen.

Adressen

Contactadres voor opname of begeleiding

(elke werkdag te bereiken van 8u30 tot 17u00)

Ambulant Centrum Gent

Kortrijksesteenweg 185, 9000 Gent

Tel. 09/245.38.98

Fax 09/245.41.71

ambulant.gent@dekiem.be

Ambulant Centrum Ronse

Oswald Ponettestraat 31

9600 Ronse Tel. 055/21.87.00

ambulant.ronse@dekiem.be

Ambulant Centrum Geraardsbergen

Abdijstraat 2, 9500 Geraardsbergen Tel. 055/21.87.00

ambulant.geraardsbergen@dekiem.be

Ambulant Centrum Ninove

Brusselsesteenweg 3

9400 Ninove Tel. 054/33.31.65

ambulant.ninove@dekiem.be

Ambulant Centrum Dendermonde

Noordlaan 19

9200 Dendermonde Tel. 052/46.63.32

ambulant.dendermonde@dekiem.be

ZONDER MEER

Contactadres voor Administratie – Directie (sociale dienst, familiebegeleiding, stages)

Vluchtenboerstraat 7A

9890 Gavere

Tel. 09/389.66.66

Fax 09/384.83.07

admin@dekiem.be

Stages ambulante werkingen anne.dekkers@dekiem.be

Stages residentiële werkingen dirk.calle@dekiem.be

Inhoud

2 Voorwoord

3 Rol contextfiguren

6 Wachtlijstbeheer

9 Nieuw zorgaanbod

11 Impact together

12 Kampverslag

14 Verfwerken

15 Werkbezoek

16 Steunactie

17 Familie aan het woord

18 Cliënt aan het woord

19 Bewoner aan het woord

V.U. Dirk Vandevelde –Vluchtenboerstraat 7A, 9890 Gavere

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.