www.thiememeulenhoff.nl/feniks
LEERBOEK 1 VWO
Beeld op het omslag Wie heeft deze helm gedragen? Precies weten we het niet, maar hij was van een Tempelier. De Tempeliers waren een ridderorde met een religieus karakter. De ridderorde werd opgericht om pelgrims te beschermen die op bedevaart naar het Heilige Land gingen. In korte tijd werd deze organisatie erg rijk en machtig. Maar na ongeveer 200 jaar kregen ze onenigheid met de Franse koning en dat betekende het einde van de Tempeliers. Of toch niet? Er gaan nog altijd veel geheimzinnige verhalen over hen rond.
Leerboek 1 VWO Naam Klas
Ontdek wie de Tempeliers ĂŠcht waren:
Ontdek het verleden, begrijp het heden.
9 789006 860160
3677_TM_FENIKS_Leerboek_omslag_1 VWO_DRUK.indd 1,3
13/05/19 11:14
FEN_e3_1V_LB.indb 1
13/05/19 11:08
Geschiedenis voor de onderbouw Leerboek 1 vwo
Auteurs
Raymond de Kreek Idzard van Manen Frouke Schrijver Frank Tang
Ludwich Verberne Eindredactie
Edith van Gameren
FEN_e3_1V_LB.indb 1
13/05/19 11:08
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficienter wordt. Samen leren vernieuwen.
Inhoud
Zo werk je met Feniks 4
0 De tijd indelen 6 TIJD VAN JAGERS EN BOEREN
www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 86016 0 3e druk, 1e oplage, 2019
1 Jagers worden boeren 8
© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2019 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieen, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieen in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
3000 v. Chr.
FEN_e3_1V_LB.indb 2
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9
Oriëntatie Priester-koning 8 Sporen van de eerste mensen 11 Van kamp naar kamp 14 De landbouwrevolutie 16 Machtige staten 19 Priesters en mummies 22 Machtige steden tussen rivieren 24 Afsluiting 28 Keuzestof 30 TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN
2 De Griekse wereld 32 2.1 Oriëntatie De invloed van de Grieken 32 2.2 Van paleis naar polis 34 2.3 Democratie 37 2.4 Strijd om de macht 39 2.5 Het hellenisme 43 2.6 Van mythe naar wetenschap 45 2.7 Fenicië en Carthago: moeder en dochter 48 2.8 Afsluiting 52 2.9 Keuzestof: De goden te vriend houden 54
voor Christus
1
na Christus
13/05/19 11:08
TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN
TIJD VAN STEDEN EN STATEN
3 Imperium Romanum 58 3.1 Oriëntatie Mythe en werkelijkheid 58 3.2 Van stadstaat tot wereldrijk 60 3.3 Leven aan de noordgrens 64 3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd 67 3.5 Een rijk, twee keizers 71 3.6 Romeinen, joden en christenen 74 3.7 De zijderoute 77 3.8 Afsluiting 80 3.9 Keuzestof 82
5 Koningen, kastelen en kruistochten 110 5.1 Oriëntatie Op oorlogspad 110 5.2 Normandiërs veroveren Engeland 112 5.3 God wil het! 116 5.4 De kruistochten 118 5.5 De Honderdjarige Oorlog 121 5.6 Centralisatie in Frankrijk 123 5.7 Het Mongoolse Rijk 127 5.8 Afsluiting 130 5.9 Keuzestof 132
TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS
4 Geloof en geweld 86 4.1
Oriëntatie Een machtige en gelovige krijgsheer 86 4.2 Het Rijk van de Franken 88 4.3 Een agrarische samenleving 92 4.4 De verspreiding van het christendom over Europa 94 4.5 De islam: een nieuw, snel groeiend geloof 97 4.6 Het rijk van de Karolingen valt uiteen 100 4.7 Het Byzantijnse Rijk 103 4.8 Afsluiting 106 4.9 Keuzestof 108
TIJD VAN STEDEN EN STATEN
6 Nederland stedenland 134 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
Oriëntatie Steden bloeien op 134 Steden in opkomst 137 De Vlaamse lakensteden 139 Utrecht, bisschopsstad en handelsstad 143 Handelssteden aan de IJssel 146 Wereldstad Antwerpen en hoofdstad Brussel 149 6.7 De Azteken van Mexico 152 6.8 Afsluiting 155 6.9 Keuzestof 157 Vaardigheden 160 Begrippen 162 Illustratieverantwoording 150
500
FEN_e3_1V_LB.indb 3
1000
1500
1600
1700
1800
1900
2000
13/05/19 11:08
Zo werk je met Feniks
Zo werk je met Feniks Je gaat werken met de geschiedenismethode Feniks, die bestaat uit een leerboek en een werkboek. De methode is een learnline methode. Dat betekent dat de methode ook een digitaal deel heeft. De digitale versie van een aantal opdrachten bevatten daarvoor filmpjes, geluidsfragmenten of bepaalde interactieve elementen.
Leerboek 6 Utrecht als middeleeuwse stad – 6.1 Oriëntatie Bisschop, burgers en bedrijvigheid
6 Utrecht als middeleeuwse stad – 6.1 Oriëntatie Bisschop, burgers en bedrijvigheid
Elk hoofdstuk begint met een oriëntatie-paragraaf. Je maakt hierin kennis met het tijdvak. Aan het begin van elke paragraaf vind je de leerdoelen. Dit zijn de vragen waar de paragraaf antwoord op geeft. Schuingedrukte teksten zijn verhaaltjes waarmee de sfeer van die tijd wordt opgeroepen. Hierdoor kun je een betere voorstelling maken van die tijd. Deze hoef je voor je toets niet te leren.
6 Utrecht als middeleeuwse stad 6.1 Oriëntatie Bisschop, burgers en bedrijvigheid • Waarom is de geschiedenis van Utrecht in de Middeleeuwen interessant voor ons?
Bron 2
Oudste plattegrond van Utrecht, door landmeter Jacob van Deventer (1565).
Bron 3
Nog steeds is Utrecht een vervoersknooppunt. Maar nu met moderne spoorlijnen, het Amsterdam-Rijnkanaal als waterweg en snelwegen rondom de stad.
Utrecht was ook een bisschopsstad. De bisschop van Utrecht was de leider van alle gelovigen in het midden en noorden van Nederland. De bisschop was ook leenman van de Duitse keizer. Dat maakte hem de belangrijkste bestuurder van de Noordelijke Nederlanden. Het zorgde er ook voor dat hij heel wat conflicten had met edelen binnen en buiten zijn gebied. Hoe werd Utrecht onze belangrijkste middeleeuwse stad? Wie woonden en werkten er? Waarom noemen we zo’n middeleeuwse stad een ‘menseneter’? Dat lees je in dit hoofdstuk. Bron 1
Wat maakt de geschiedenis van Utrecht duidelijk?
Ganzemarkt en Waag Utrecht. Joost Cornelisz. Droochsloot (rond 1586).
In de geschiedenis van de stad Utrecht is te zien hoe een man van de kerk een gebied bestuurt en oorlog voert. Tegelijkertijd is hij verantwoordelijk voor de gelovigen. Dat helpt om te begrijpen hoe geloof en bestuur vermengd kunnen zijn. In sommige landen is dat nog steeds zo. De burgers van Utrecht vroegen zich af: wij betalen belasting, waarom hebben we dan niets te zeggen over de besteding van dat geld? Ze probeerden meer invloed te krijgen. Die invloed van gewone mensen op het bestuur begon in de middeleeuwse stad. Net als andere Nederlandse steden werd Utrecht omringd door muren en poorten met kantelen en een gracht eromheen. In die geschiedenis kun je nu nog rondwandelen. Misschien herken je dan dingen uit je eigen dorp of stad, of uit andere middeleeuwse steden in Europa.
Teade vertelt Hoor je dat geknars, die bonkende voetstappen en dat gehijg? Dat komt uit die hijskraan op de kade daar. In dat enorme ding lopen jongens zoals ik in een tredmolen. Met hun spierkracht zetten ze de kraan in werking. Straks haalt de hijskraan de wol en koeienhuiden uit ons vrachtschip. Daarna gaat de vracht op een sleperskar naar de Waag. In dat grote vierkante gebouw hangt een enorme weegschaal. Op de ene schaal legt een stadsdienaar onze spullen, op de andere eigen Utrechtse gewichten. De stadsbestuurders willen eerlijke handel, daarom moeten we alles laten wegen. Misschien koopt een Engelse schipper onze wol en neemt hij het mee de Noordzee over. Straks ga ik de stad in. Ik ben benieuwd naar het paleis van de bisschop en zijn grote domkerk.
Waar gaat dit hoofdstuk over?
TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS (500 - 1000)
Met Teade voeren we middeleeuws Utrecht binnen. Utrecht ligt aan twee rivieren: de Vecht en de Oude Rijn. De stad was dus goed bereikbaar per schip, en daardoor was Utrecht in de Middeleeuwen een succesvolle handelsstad.
3000 v. Chr.
voor Christus
1
500
Christus
TIJD VAN STEDEN EN STATEN (1000 - 1500)
1000
120
1500
1600
1700
1800
1900
2000
121
66 Utrecht omindedemacht Utrecht als als middeleeuwse stad – 6.4 6.3 Strijd Geloven middeleeuwse stad
6 Utrecht als middeleeuwse stad – 6.4 omindedemacht 6.3 Strijd Geloven middeleeuwse stad
6.4 omindedemacht 6.3 Strijd Geloven middeleeuwse stad
In elke paragraaf staan tekstbronnen en beeldbronnen. Elke bron heeft een nummer. In het werkboek vind je opdrachten over deze bronnen. Ook bronnen zijn geen leerteksten. De ‘gewone’ tekst is de tekst die je moet leren. Sommige paragrafen hebben een kadertekst over de historische vaardigheden of over staatsinrichting. Die moet je ook leren voor de toets. Met de tijdbalk kun je je oriënteren in de tijd.
herstellen, maar de wereldlijke macht bleef veel zorgen geven. De graven van Holland kon ze de kerk in kijken. Als kluizenaar schreef ze daar breidden hun gebied uit ten koste van het Sticht. De hertogen van Gelre kregen de religieuze boeken. Monniken deden hetzelfde, maar dan Veluwe in handen. Het Sticht werd zo steeds kleiner. in groepsverband. Weer andere monniken waren actief Ook de steun van de keizer voor de bisschop verdween. Toen de keizer de investituur in de maatschappij en verzorgden armen in gasthuizen. strijd verloor, had hij niet langer de macht om bisschoppen te benoemen. Daardoor Parochiekerken deelden voedsel uit. Rijke gelovigen werd de bisschop voor hem als leenheer minder interessant. volgden dat voorbeeld. Als echte weldoeners stichtten ze ook hofjes: huisjes rond een vierkante tuin met een Bron 10 poort naar de straat. Daarin mochten arme oude mensen wonen. Zij lieten ook gasthuisjes bouwen om daklozen en Over en weer begint de strijd. Als de bisschop en zijn pelgrims onderdak te geven. Groningen gevolg tegen de vijand optrekken, zakken de voorste gelederen, door het gewicht van hun wapenrusting, Op pelgrimstocht langzaam weg in het stinkende moeras. Van verre Op pelgrimstocht gaan was een andere manier om OVERSTICHT met pijlen en speren en van dichtbij met het zwaard te boeten voor je zonden. De Jacobikerk in Utrecht Coevorden slachten de Drentse onmensen hen af als vee. Kampen is genoemd naar de heilige Sint Jacob. Zijn graf ligt in De vijanden, geen mensen maar verscheurende Zwolle Santiago de Compostella in Spanje. Zijn gebeente is beesten, gaan hen achterna; ze vinden hen halfdood een relikwie, een overblijfsel van een heilige. Vanuit heel Deventer op de grond, grijpen hen, beroven hen van alles, Europa, ook vanuit de Jacobikerk, ondernamen pelgrims NEDERSTICHT zelfs van hun kleren, en doden hen. De bisschop Utrecht een voetreis naar zijn graf. Onderweg sliepen ze in nemen ze gevangen. Met messen scalperen ze hem kloosters en kerken of bij mensen thuis. Ook naar Utrecht en snijden hem zijn keel door. Zijn scalp nemen ze in kwamen pelgrims. Toen de Duitse keizer Koenraad daar triomf mee. Bron 8 Suster Bertken op de kaft van haar eigen boek. stierf, werden zijn ingewanden als relikwie in een kistje in Naar het middeleeuwse document Narracio. de Domkerk begraven. Voor de economie van een pelgrimsoord was het heel gunstig om een relikwie van een belangrijke heilige, keizer of geestelijke te hebben. 0 25 50 km
•• Welke wereldlijke macht had de bisschop? Wat geloofden middeleeuwse christenen? •• Waardoor verzwakte de macht van de bisschop? Waarom kwam er kritiek op de bisschop van Utrecht?
Utrecht in gevaar
No
ord
zee
In de kerk zitten angstige mensen geknield te bidden. Soldaten bedreigen de stad. De slotbrug is omhooggehaald en verdedigers bewaken de muren. Het Sticht was in conflict gekomen met het hertogdom Kleef. Het leger van Kleef had Rhenen ingenomen, een stadje in het gebied van de bisschop van Utrecht. Soldaten plunderden de stad. Daarna was Utrecht zelf aan de beurt. Dat liep net goed af.
De bisschop wordt leenman
Bron 7
Geestelijken zoals pastoors en bisschoppen moeten al hun aandacht geven aan het geloof. Daarom mogen ze niet trouwen. Dat heet het celibaat. Bisschoppen kregen dus geen (wettige) kinderen. Dat kwam de Duitse keizer Otto I, die ook de baas van washetinvagevuur. de Nederlanden, Middeleeuwse voorstelling Uit hout gesneden en beschilderd door een anonieme kunstenaar. goed uit. Want hij had regelmatig last van zonen van leenmannen, die hun vader wilden opvolgen. Daardoor dreigde het geleende Vagevuur en hemel land bezitenvan leenman te bepaalden worden. Daarom De paus zijnde bisschoppen wat je moest geloven. God had de wereld leende de keizer liever aan kinderloze geschapen, leerden ze.gebieden Hij had Jezus gestuurd om de mensheid te redden. Je moest je Bron 9 Belegering van Rhenen, dat hoorde bij het gebied van de bisschoppen. AlsTien de bisschop houden aan de Geboden,stierf, zoalskon Godhijenzelf je ouders eren en niet stelen. Priesters en meester van Rhenen bisschop van Utrecht. Anonieme (1499). een opvolger benoemen. dorpspastoors waren bemiddelaar tussen God en de mensen. Alleen zij konden het Zo kreeg van Utrecht van de keizer Latijn vande debisschop Bijbel lezen. steeds meer land enzonden rechten.had Hij begaan, kreeg wereldlijke macht. 1024 de bisschop graaf Wie verschrikkelijke ging na zijn dood In naar dewerd hel. Goede gelovigen van Drenthe. en hertogen in het waren voortaan leenmannen van de maakten kansDe opgraven de hemel. Wat je fout hadSticht gedaan, moest je bij de pastoor opbiechten. bisschop. Het gebiedgeroddeld waarover misschien? de bisschopEen wereldlijke macht heet het Had je over iemand brood gepikt ophad, de markt? AlsSticht. je hetHet de noordelijke deel ervan pastoor vertelde, kreegisjehet welOversticht. straf. Je moest bijvoorbeeld tienmaal een gebed opzeggen. Maar je ziel werd dan weer schoon. Wie niet alles opgebiecht had, moest na zijn dood Het Sticht onder druk gezuiverd worden in het vagevuur. Hoe lang je daarin moest blijven wist niemand. Een De bisschop moest het Sticht verdedigen tegen invallen van buiten, zoals of vananderen de hertog goede daad of een pelgrimstocht verkortte die tijd. Je kon ook voor jezelf een van Kleef. Maar hij moest ook tegen leenmannen optreden. zagen hun als aflaat kopen. Deze brief gaf recht opzijn verkorting van de tijd in hetDie vagevuur. Eenleen mooie familiebezit, en wilden zijn. Leenman Rudolf van Coevorden kwam 1227 inkomstenbron voor dezelfstandig kerk. Het hielp de bisschop van IIUtrecht bij de bouw vaninzijn in opstand. Bisschop Otto ging er met zijn zwaarbewapende ridders op af. Het Drentse indrukwekkende Domkerk en zijn luxeleven. legertje van boeren en boerinnen lokte hen het moeras in bij het grensplaatsje Ane. Het liep slecht af voor bisschop. Later kon zijn opvolger zijn gezag in dat gebied weer Kluizenaars endeweldoeners Gelovige middeleeuwers vroegen zich af hoe je God het beste kon dienen. Misschien door je af te sluiten van de zondige wereld om je heen? ‘Suster Bertken’ liet zich inmetselen inSlag eenbijkluis tegen van deleenman muur van1227 de Buurkerk in Utrecht. Door een venster Ane, opstand 1274 Opstand Utrechtse Bisschop vorst van Paus geeft toestemming om aflaten Het Sticht namens Duitse keizer te verkopen voor bouw Dom
1100 1100
1340
1265
1200 1200
1300 1300
1375 Bisschop raakt macht Geert Grote voorineen deel kwijt Deventer geboren
1400 1400
1500 1500
Het Sticht, onderverdeeld in Nedersticht en Oversticht.
Geert Grote, priester bij de bisschop, had veel kritiek op levenshouding van de bisschop en de uitgaven van de kerk. Hij zei: ‘Besteed dat geld liever aan armen en zieken dan
gilden neergeslagen
Rudolf van Coevorden
1024
1000 1000
Bron 11
Moderne devotie
Stedelingen krijgen meer invloed aan dure beelden en schilderingen in de Dom!’ Geert Grote verlangde naar het leven
1600
1600
In 1122Jezus gaf keizer Hendrikhad, V aan Utrecht het stadsrecht. De stad zichzelf besturen zoals dat geleerd vroom en eenvoudig. Hij ging terugmocht naar zijn geboorteplaats en de schout en schepenen mochten rechtspreken de schepenbank. Deventer en preekte voortaan niet meer in het Latijn,inmaar in de volkstaal.Dat Zijnverzwakte huis gaf hij de de bisschop. aanmacht arme van ongehuwde vrouwen. Steeds meer volgelingen volgden zijn voorbeeld van een Sinds de investituurstrijd kozen geestelijken in een bisdom,werd namens de paus, de eenvoudig leven, ‘toegewijd aanhoge God’. Geert Grote’s beweging Moderne Devotie bisschoppen. Dat verliep nietsloten altijd eerlijk, ookaan, in Utrecht niet. De hertog van Gelre en genoemd. Gewone mensen zich erbij maar ook kloosters. de graaf van Holland probeerden de benoeming van een bisschop vaak met geld of geweld te beïnvloeden. En bisschop Jan van Nassau betaalde zelf geld om zijn baan te bemachtigen. De rekening daarvoor liet hij de Utrechtenaren betalen. Daarnaast STANDPLAATSGEBONDENHEID betaalden ze voor de hoge bouwkosten van de Dom. In 1274 hadden de gilden, de beroepsverenigingen, daar genoeg Ze grepen de Grieken en Romeinen zochten de oorzaak van bronnen juistvan. zo interessant. Ze leren ons iets macht in de en benoemden hungoden. gildeleiders tot bestuurders. opstand werd een ramp ofstad een groot geluk bij hun over de idealen Deze en gewoonten van de tijd bloedig neergeslagen. Maar de gilden kwamen eeuwen steeds in actieenals In de christelijke Middeleeuwen geloofden de in dewaarin dedaarna bron werd gemaakt van de groep ze het niet de bisschopmacht eens waren. 1375 moest dede bisschop toestaan mensen in met de onbeperkte van hunInGod. waar maker bij hoorde.dat de geestelijkheid, adel ende demeeste belangrijkste steden mee beslissen het Sticht. Tegenwoordig de proberen mensen Watgingen mensen vroegerindachten en deden is voor Geestelijken, edellieden en belangrijke burgers steden zich in de Ook wij de dingen met hun verstand te verklaren. De uit de ons somsorganiseerden vreemd en onbegrijpelijk. Standen van Utrecht en denkt, vergaderden in van de stad Beslissingen over bijvoorbeeld manier waarop iemand hangt af de Utrecht. hebben onze standplaatsgebondenheid, die belastingen, bestuur en rechtspraak voortaan meer alleen door plaats en de oorlog, tijd waarin hij leeft. Dat noemenwerdenons oordeelniet beïnvloedt. Door je indete leven in bisschop genomen. we standplaatsgebondenheid. het verleden kun je toch proberen te verklaren Alle bronnen die we bij geschiedenis gebruiken, waarom mensen in een bepaalde tijd tot hun zijn beïnvloed door zaken als het geloof, de daden kwamen. Zo kun je hen proberen te leeftijd en de ideeën van de maker. Dat maakt begrijpen vanuit hun eigen tijd en plaats.
opkomst moderne devotie
126 124
127 125
6 Utrecht als middeleeuwse stad – 6.7 Tulum, exporthaven van de Maya’s
6.7 Tulum, exporthaven van de Maya’s
De paragraaf Wereldgeschiedenis gaat over een ander deel van wereld, in de tijd waar het hoofdstuk over gaat.
W E R E L DGE S C HI E D E N I S • Welke culturele en economische overeenkomsten en verschillen bestaan er tussen de Maya-stad Tulum en Utrecht in de Middeleeuwen? 6 Utrecht als middeleeuwse stad – 6.7 Tulum, exporthaven van de Maya’s
6 Utrecht als middeleeuwse stad – 6.8 Afsluiting
Utrecht en Tulum
verstedelijking was
In deze paragraaf kijken we naar een ander deel van de wereld. Wat gebeurde daar, in Tulumperiode? exportstad dezelfde In de tijd dat Utrecht een exico Hoe sterkerstad de steden groeiden, hoe minder an M lf v belangrijke was, bloeide in MiddenGo ruimte er eigen landbouw was en hoe CUBA Amerika devoor cultuur van de Maya’s. Je maakt meer er van moest komen. kennis met debuiten cultuur van de Maya’sDe enhandel ontdekt breidde zich uit naar andere gebieden door overeenkomsten en verschillen tussen de kustvaart Tulum met grote kano’s. Voor Yucatan nam Tulum Maya-stad en Utrecht. Tulum deze import en export op zich. De Caribisch eZ vrachtkano’s van Tulum voeren naar andere ee Knooppunt van handelspaden MEXICO Maya’s BELIZE delen van Mexico, Costa Rica en Panama. Op de kust van het Mexicaanse schiereiland Handelsproducten waren honing, slaven, Yucatan, uitkijkend over de zout, Caraïbische GUATEMALA HONDURAS katoenen kleding, en gereedschap. Zee, liggen de restenaardewerk van de eeuwenoude Bijzonder Tulum. waren producten uit heteen hoogland, Bron 18 De resten van Tulum, havenstad van de Maya’s. havenstad In Tulum begon EL SALVADOR NICARAGUA zoals jade enaan obsidiaan, een vulkanisch spinnenweb handelspaden door Yucatan. glasachtig dat voorwerd messen en omringd door muren en poorten. Op een Aan de kantgesteente van het oerwoud de stad Grote O COSTA RICA cea bijlen werd gebruikt. Ook de metaalgroene en a plateau hoog boven de branding stonden het paleis van de koning en de piramide n PANAMA helderrode veren van quetzal, de heilige waarin hij begraven zoude worden. Bovenop die piramide stond de hoofdtempel, de vogel,van waren gewild.offerceremonies. Tulum lag niet voor niets naar zee gericht. Het was plaats religieuze 0
eeuwenlang de belangrijkste exportstad van de Maya’s.
Politiek en religie Een Maya-koning was politiek en religieus leider. Uitgestrekt Mayarijk
Bron 19
250
Bronnen
1
De opkomst van de handel en het ontstaan van steden. De handel nam in de late Middeleeuwen weer toe en steden ontstonden en groeiden. 2 De opkomst van de burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden. Een nieuwe groep mensen werd belangrijk: de burgers in de stad. De steden mochten steeds meer zelf bepalen, zoals hun bestuur, rechtspraak en verdediging. Ze hoefden minder naar een landheer te luisteren.
1
Toen Columbus in 1492 de Amerikaanse kusten naderde, was de beschaving van de Maya’s al grotendeels verdwenen. Archeologen zijn op honderden plaatsen bezig de overblijfselen van de Mayacultuur op te graven. De Maya’s hebben ook schriftelijke bronnen nagelaten. Hun schrift bestond uit 900 hiërogliefen. Het lastige is dat zij verschillende talen spraken. Toch zijn inmiddels veel inscripties op zuilen en tempels ontcijferd. Dat is pas de laatste tijd gebeurd. Er wacht nog veel vertaalwerk voor we alles weten van deze beschaving,
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1600
12
13
In de afsluiting staan alle belangrijke gebeurtenissen, begrippen en kenmerkende aspecten van het hoofdstuk bij elkaar.
500
600
LEERDOELEN
500 km
133
134
KENMERKENDE ASPECTEN
Het gebied van de Maya-beschaving, tussen de Grote Oceaan, de Golf van Mexico en de Atlantische Oceaan.
Hij bedacht de wetten, die zijn ambtenaren Yucatan vormde het noordelijke deel van heten Mayarijk, dat zich tussen 300 en 1500 provinciegouverneurs uitvoerden. Samen metBelize en Honduras. Het zuidelijk deel uitstrekte over het huidige Guatemala, Mexico, de koninklijke hofhouding die dedoor elite.voortdurende droogte en vijandelijke verlaten,vormden waarschijnlijk werd in de 9e eeuw Op de dorpshoofden na had verder niemand alles wat zij achterlieten. Maar de Maya’s aanvallen. Al snel overwoekerde het regenwoud iets te vertellen. onderaan handhaafden zichHelemaal tot ongeveer 1500 instonden Yucatan. Tulum was al gesticht in de 6e eeuw, de slaven. De vorst en de elite hieven belasting maar bereikte haar grote bloei in de periode van de 9e tot de 12e eeuw. in de vorm van goederen, herendiensten en kunstvoorwerpen. Je kon belasting ook betalen Stadstaat Tulum met cacaobonen, hetgebruikelijk geld van de Tulum vormde, zoals bijMaya’s. de Maya’s, met het omliggende platteland een De koningDe was een bemiddelaar tussen goden De huizen waren niet dicht op elkaar stadstaat. steden waren eigenlijk tuinsteden. en mensen. Dewas Maya’s vereerden veel gebouwd en er ruimte om alles watgoden. nodig was te verbouwen of te maken. Mais, Ixiim bijvoorbeeld, de waren god van dehoofdvoedsel. mais en de Ambachtslieden konden eerst nog aan bonen en pompoenen het Bron 20 Koning Pakal offert zichzelf in 683. zonnegod Ah Kin die ’s nachts in de jaguargod de behoefte van de inwoners voldoen. Dat werd later anders, toen de stadsbevolking van de en onderwereld veranderde. Deontstond Bakabs naar bijzondere producten. Daardoor groeide er aan het hof meer vraag waren vier mythische die aarde en hemel droegen. De voor de werden kooplui steedsbroers, belangrijker. Om de stad aantrekkelijk tekoning makenzorgde voor kooplui godsdienstige Hijtedanste met het masker van een god op of kreeg visioenen door hoefden ze geenrituelen. belasting betalen. verdovende middelen in te nemen. Die rituelen moesten nauwkeurig worden uitgevoerd. Anders raakten de goden geïrriteerd en reageerden ze met ziektes, droogte of een andere 1515 Mayarijk ramp. In een ander ritueel offerde hij zijn bloed door in het openbaar zijn tong, ooreinde of penis met een roggestekel of scherpe dolk te doorboren. Mensenbloed was het godenvoedsel. 500 1000 1500 Daarom ook werden belangrijke krijgsgevangenen onder hevige martelingen geofferd. De koning was verantwoordelijk voor het succes, de gezondheid en de veiligheid van zijn Bloeiperiode Tulum onderdanen. In het uiterste geval offerde de koning zichzelf.
132
6.8 Afsluiting
700
Je kunt uitleggen waarom de geschiedenis van Utrecht in de Middeleeuwen interessant voor ons is. Je kent de betekenis van Willibrord voor Utrecht. Je begrijpt hoe Utrecht een handelsstad werd. Je kunt je verplaatsen in het geloof van de Middeleeuwse mensen. Je kunt uitleggen waarom er kritiek kwam op de bisschop van Utrecht. Je kent het verschil tussen de wereldlijke en de geestelijke macht. Je begrijpt waardoor de macht van de bisschop verminderde. Je weet waardoor de steden na 1000 weer groeiden. Je kunt uitleggen hoe het platteland en de stad met elkaar verbonden waren. Je weet welke problemen er bestonden in de Middeleeuwse stad. Je kunt uitleggen waardoor de steden en de stadsbewoners steeds meer te zeggen kregen. Je kent culturele en economische overeenkomsten en verschillen tussen de Mayastad Tulum en Utrecht in de Middeleeuwen. Je kunt je inleven in het verleden en proberen te verklaren waarom mensen tot hun daden kwamen. Daarbij houd je rekening met standplaatsgebondenheid.
695
Willibrord wordt de eerste bisschop van Utrecht
500 - 1000
Tijd van Monniken en Ridders
800
900
Begin van relatief rustige periode in West-Europa, handel en steden groeien.
1000 1024
De bisschop van Utrecht wordt leenman van de keizer.
1122
Utrecht krijgt stadsrechten.
1100
Het drieslagstelsel wordt populair.
1000 - 1500
Tijd van Steden en Staten
1200 1227
Rudolf van Coevorden komt in opstand en doodt de bisschop.
1274
Opstand van de Utrechtse gilden, Oudermannen in het stadsbestuur, maar graaf van Holland slaat opstand neer.
1375
Bisschop moet toestaan dat ook burgers In de steden meebeslissen over financiën en bestuursbenoemingen.
1300
1400
1500
135
1600
4
FEN_e3_1V_LB.indb 4
13/05/19 11:08
Zo werk je met Feniks
3 Imperium Romanum – 3.9 Keuzestof
3 Imperium Romanum – 3.9 Keuzestof
3.9 Keuzestof
Na de afsluiting volgt nog een paragraaf met keuzestof.
Bron 38
Die wrede, onbeschaafde Britten! In de plaatsen die ik heb genoemd, zijn ongeveer zeventigduizend doden gevallen onder Romeinse burgers en bondgenoten. Want die Britten waren er razendsnel bij, niet om krijgsgevangenen als slaaf te verkopen (…) maar om ze af te slachten, op te hangen, te verbranden en te kruisigen.
• Waarom kwamen volkeren in opstand tegen de Romeinen?
Weg met de Romeinen!
Tacitus, Geschiedenis per jaar, 14.33 (120 n. Chr. over 61 n. Chr.)
Bron 37
De Britse koningin Boudicca vernederd Prasugatus, de koning van de Icenen, was schatrijk. In zijn testament stonden zijn twee dochters, maar ook de keizer. Door zo onderdanig te doen, hoopte hij dat de Romeinen zijn koninkrijk en zijn familie met rust zouden laten. Het tegenovergestelde gebeurde. Het was zelfs zo erg dat zijn rijk werd leeggeplunderd door officieren van de gouverneur en zijn paleis door de slaven van de belasting. Alsof ze het veroverd hadden! Meteen al werd zijn vrouw Boudicca met zwepen mishandeld en zijn dochters verkracht. De belangrijkste Icenen werden van hun land beroofd (alsof de Romeinen het hele gebied geërfd hadden) en de koninklijke familie als slaaf behandeld.
Verloren zaak Pas toen de Britten die steden geplunderd hadden, namen de Romeinen het serieus. Tegen de tienduizend soldaten van Suetonius Paulinus, de gouverneur van Britannia, konden de Britten niet op. Toen Boudicca zag dat de zaak verloren was, nam ze vergif in. De opstand was voorbij! Romeinen Britten hoofdstad Romeinse provincie Britannia
No Mona (Anglesey)
or dz
ee
Tacitus, Geschiedenis per jaar, 14.31 (120 n. Chr. over 61 n. Chr.)
Bron 36
Viroconium (Wroxeter)
Koningin Boudicca vecht met haar Icenen tegen de Romeinen. Still uit de film Warrior Queen van Bill Anderson (2003).
Londinium (Londen)
Koningin Boudicca was woedend over de vernedering van haar en haar dochters. En waarschijnlijk zou het alleen maar erger worden, want de Romeinen dachten blijkbaar dat het land van hen was. Met haar dochters voor op haar strijdwagen reed ze langs de Britse stammen om hen over te halen om mee te doen met de opstand tegen de Romeinen. ‘Ik besef dat een vrouw als legeraanvoerder ongewoon is,’ zei ze, ‘maar ik vecht ook niet als koningin voor mijn koninkrijk en mijn bezit. Nee, ik wil wraak nemen als een gewone vrouw uit het volk omdat de Romeinen mijn vrijheid hebben afgepakt en voor wat ze mij en mijn dochters hebben aangedaan.’ Al snel liepen er heel wat Britten achter de strijdwagen van Boudicca aan. De Romeinen dachten dat het niet zo’n vaart zou lopen. Ze stuurden eerst maar tweehonderd soldaten, en niet eens zwaarbewapend. Dat was een makkie voor de Britten: ze versloegen de Romeinen en plunderden Camulodunum (Colchester). Door die overwinning werden ze nog fanatieker: het Romeinse negende legioen werd compleet afgeslacht. Nu lag de weg open naar de belangrijke handelssteden Londinium (Londen) en Verulanium (Saint Albans).
68-69
1
50
a Het Kan a 0
250
l
500 km
Kaart van Zuid-Engeland tijdens de opstand van Boudicca.
Bron 39
Een nieuwe opstand… Na de opstand van Boudicca trad de Romeinse gouverneur hard op. Zelfs zo hard dat keizer Nero een nieuwe gouverneur benoemde. Die moest op een wat vriendelijker manier rust brengen in de provincie Britannia. Maar ook in ons land waren veel mensen ontevreden over het arrogante optreden van de Romeinen. En ook in ons land leidde dat tot opstanden. Het begon met een geheime bijeenkomst in het heilige woud. Daar sprak het Bataafse stamhoofd Julius Civilis, die zelf in het Romeinse leger had gezeten, de andere stamhoofden toe.
vierkeizerjaar
68 dood van Nero 60-61 69-70
opstand van Boudicca
50 v. Chr.
Camulodunum (Colchester)
Verulanium (St. Albans)
Britse stammen komen in opstand
opstand van de Bataven Julius Civilis
100
150
76
77
Slim studeren! Bij Feniks werk je vanuit de opdrachten. Zo ben je actief met de stof bezig en word je geholpen de hoofdzaken uit de tekst te halen.
Werkboek 4 Geloof en geweld – 4.5 De islam: een nieuw, snel groeiend geloof
4 Geloof en geweld – 4.6 Het rijk van de Karolingen valt uiteen
De leerdoelen uit het leerboek staan ook in het werkboek aan het begin van elke paragraaf. Vragen die bij elkaar horen, staan onder dezelfde titel. Aan het begin van een opdracht, staat een gekleurde instructieregel over de tekst of bronnen die je moet gebruiken. Heeft een opdracht geen gekleurde instructieregel? Dan geldt de instructie van de vorige opdracht ook voor deze opdracht. Goed lezen is bij elk vak belangrijk. Sommige opdrachten zijn speciaal bedoeld om dat te oefenen. Je herkent ze aan het icoon.
4.6 Het rijk van de Karolingen valt uiteen
Het belang van dit onderwerp Gebruik bron W11.
• Waardoor verbrokkelde de macht na de dood van Karel de Grote?
De islam is een van de grote wereldgodsdiensten. In de vroege Middeleeuwen leefden de meeste moslims in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, maar nu wonen er moslims in alle delen van de wereld.
Wat weet je al? 100 Wat weet je nog over het bestuur van het rijk van de Franken? Vul in: Eerst regeerden er over de Franken koningen uit de familie van de . . . . . . . . . . . . . . . Nadat
93 In welk land woont het hoogste percentage moslims?
. . . . . . . . . . . . . . de Korte koning was geworden heersten de . . . . . . . . . . . . . . . Karel de . . . . . . . . . . . . . . breidde
....................................................................................................
het rijk nog verder uit. In 800 kroonde de paus hem tot . . . . . . . . . . . . . . . Ridders waren vaak . . . . . . . . . . . . . . .
94 Leg uit hoe de islam in dat land is terechtgekomen.
of leenmannen van de koning. Ook hertogen en . . . . . . . . . . . . . ., die in naam van de koning het land
....................................................................................................
bestuurden kregen soms een . . . . . . . . . . . . . . als beloning. Dit was de basis van het . . . . . . . . . . . . . . systeem of
95 Wat is het land met het grootste aantal moslims?
leenstelsel.
.................................................................................................... 96 Leg uit hoe de islam in dat land is terechtgekomen.
Lezen en begrijpen
.................................................................................................... 97 Leg uit hoe de islam in Nederland is terechtgekomen.
101 Lees de titels van de kopjes in deze paragraaf. Welke vier oorzaken ken je nu al voor de verbrokkeling van de macht?
....................................................................................................
.................................................................................................... ....................................................................................................
Samenvatten
....................................................................................................
Deze opdrachten maak je eerst met zijn tweeën. Daarna vergelijken jullie je antwoord met dat van een ander duo. Tot slot verdedigen jullie je conclusie in een klassendiscussie. De jihad staat tegenwoordig volop in de belangstelling en heeft een negatieve klank. De islam was in de vroege Middeleeuwen echter niet de enige godsdienst die met geweld werd verspreid. 98 Welk ander voorbeeld zijn jullie tegengekomen in de lesstof over De Franken?
....................................................................................................
Het rijk in drie delen Lees: De deling van het Karolingische Rijk. Gebruik bron 20. 102 Uit het West-Frankische en Oost-Frankische Rijk zijn later twee nieuwe staten ontstaan. Welke staten zijn dat? Gebruik zo nodig een atlas.
.................................................................................................... 99 Als het optreden van de moslims en dat van die andere ‘verspreiders’ vergelijkt, wie vinden jullie dan het minst verdraagzaam? Leg je antwoord uit.
.................................................................................................... 103 Bij welk deel van het Karolingische Rijk werd het gebied ingedeeld dat nu Nederland is? ....................................................................................................
....................................................................................................
Noormannen
....................................................................................................
Lees: Nieuwe invallers. Gebruik bron 21.
....................................................................................................
104 Beschrijf het schip zo nauwkeurig mogelijk. Onthouden: 77, 83, 85, 95 Begrijpen: 78, 79, 82, 84, 88, 90, 98 Toepassen: 80, 86, 87, 93, 94 Analyseren: 81, 89, 91, 96, 97 Evalueren: 99 Creeren: 92
.................................................................................................... .................................................................................................... 105 Leg met uit waarom de Noormannen vooral in de zomer zeereizen maakten. ....................................................................................................
136
137
2 De Griekse wereld – 2.4 Van mythe naar wetenschap
Het werkboek heeft ook tekstbronnen en beeldbronnen. Bij een kaartopdracht werk je meestal in de kaart. Aan het einde van de paragraaf vind je vaak een samenvatopdracht. Dat helpt je om de paragraaf te leren. Tot slot zie je wat voor soort opdrachten je gemaakt hebt in deze paragraaf. Dan kun je voor jezelf nagaan in welke opdrachten je goed bent, en welke je extra moet oefenen.
Bron W8
Bij een plundering in het Trojaanse gebied hadden de Grieken de mooie Chryseïs meegenomen als slavin. Haar vader, priester van Apollo, kwam in het Griekse legerkamp smeken of hij zijn dochter terug mocht kopen, maar werd hatelijk lachend weggestuurd. De priester bad nu tot Apollo en vroeg om wraak. Apollo maakte eerste de honden ziek en daarna stierven er elke dag mensen aan de pest. De Grieken haalden er een waarzegger bij. Die vond dat Chryseïs moest worden vrijgelaten.
3 Imperum Romanum – 3.5 Eén rijk, twee keizers
Vat samen
Homeros, Ilias, boek 1.
70 Bekijk het leerdoel van de paragraaf en vul de tekst aan tot een samenvatting.
Bron W9
Rome begon als . . . . . . . . . . . . . . . . . Rond . . . . . . . . . . . . . werd de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . verjaagd omdat
In 430 v. Chr. brak in Athene de pest uit. Veel mensen stierven aan de dodelijke ziekte. Het verhaal gaat dat de beroemde arts Hippokrates ontdekte dat bijna geen enkele smid besmet werd door de ziekte. Dat moest wel komen doordat de lucht in een smederij zo heet en droog was. Hij zou de Atheners de raad hebben gegeven om thuis goed te stoken, de lijken te verbranden en water te koken voordat ze het opdronken.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De Romeinen maakten van hun stad een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . omdat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Van ongeveer 500 v. Chr. tot ongeveer . . . . . . . . . . . . . . . . . was het Romeinse rijk een Republiek. Doordat het rijk te groot werd, kregen enkele . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . toch weer heel veel . . . . . . . . . . . . . . . . Uiteindelijk had . . . . . . . . . . . . . . . . feitelijk alle macht. Hij was de eerste . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het rijk was weer Bron W10 De vertaling van de Griekse tekst op dit reliëf uit de tweede eeuw n. Chr. is: ‘Voor Asklepios en Hygieia als dank.’ Gevonden op het eiland Melos in het heiligdom van Asklepios, zoon van Apollo.
een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . geworden. Onthouden: 54, 55 Begrijpen: 56, 57, 58, 64, 66, 67, 69, 70 Toepassen: 60, 61, 62, 63, 65 Analyseren: 68 Evalueren: 59
64 Noem bij elke Griekse filosoof het moderne schoolvak dat erbij hoort.
................................
Erostosthenes berekende de omtrek van de aarde.
................................
Plato beargumenteerde hoe een ideale maatschappij en een ideaal bestuurssysteem moeten worden ingedeeld.
................................
3.5 Eén rijk, twee keizers • Hoe veranderde het Romeinse Rijk in de Late Oudheid?
eaan
................................
Herodotos onderzocht de oorzaken en het verloop van oorlogen door die vanuit verschillende standpunten te bekijken.
e Oc
................................
Archimedes verklaarde waardoor schepen konden blijven drijven.
lan
tisc h
Pythagoras bedacht een formule om de zijdes van rechthoekige driehoeken te berekenen.
At
Lees: De natuur begrijpen. Bekijk bron W10. 65 Noteer de eeuw waarin dit reliëf is gemaakt en noteer de eeuw waarin Grieken begonnen met filosofie. Leg dan uit of de volgende stelling klopt of niet: ‘Met de komst van filosofie werden mythische verklaringen vervangen door wetenschappelijke verklaringen.’
Zwar
....................................................................................................
Mid de
.................................................................................................... ....................................................................................................
0
500
Bron W11
te Zee
llandse Zee
1.000 km
Kaart van het Imperium Romanum.
Wat weet je al? Gebruik bron W11.
53 71
Zet een streep over de kaart op zo’n manier dat de oude hellenistische koninkrijken rechts van de streep komen en de rest van het Romeinse Rijk links van de lijn.
94
5
FEN_e3_1V_LB.indb 5
13/05/19 11:08
0 De tijd indelen
0 De tijd indelen Het verleden van mensen
Jaartelling
Van je boterham met kaas tot de manier waarop Nederland bestuurd wordt: alles heeft een geschiedenis. Bij het vak geschiedenis bestudeer je het verleden van mensen. Je leert over geweldige ontdekkingen en vreselijke oorlogen, maar ook over het dagelijks leven van gewone mensen. Als je begrijpt wat mensen vroeger meemaakten, begrijp je de mensen van nu en de samenleving waarin we leven beter.
Om de tijd in te delen gebruiken wij de jaartelling. De jaartelling is niet in de hele wereld hetzelfde. Er is bijvoorbeeld een joodse, een christelijke, een islamitische en een Chinese jaartelling. Tegenwoordig gebruiken mensen in bijna de hele wereld de christelijke jaartelling. De mensen in Europa vonden de geboorte van Christus zó belangrijk, dat ze vanaf dat jaar zijn gaan tellen: het jaar 1. Maar ook vóór die tijd leefden er mensen en gebeurden er belangrijke dingen. Hoe geef je daarvan de tijd aan? Daarvoor tellen we terug: ‘Dat gebeurde honderd jaar voor de geboorte van Christus’. Je schrijft dat op als: ‘100 v.Chr.’. Als iets na de geboorte van Christus gebeurd is, kun je ‘na Chr.’ bij het jaartal zetten. Maar dat doen we eigenlijk nooit, behalve als het over gebeurtenissen gaat rond het begin van de jaartelling. Dan zetten we het er voor de duidelijkheid wel bij. We verdelen de duizenden jaren geschiedenis in eeuwen. Een eeuw is honderd jaar. De 1e eeuw loopt vanaf de geboorte van Christus tot en met het jaar 99. De 2e eeuw van het jaar 100 en met 199. Zo tellen we verder. Onze eeuw is de 21e, beginnend bij het jaar 2000. Bij eeuwen voor Christus, tellen we de andere kant op. De 1e eeuw v. Chr. is de 1e periode van 100 jaar voor onze jaartelling, dus vanaf 100 v.Chr. tot en met 1 v.Chr..
Historische vaardigheden Misschien heb je weleens meegemaakt dat je verschillende verhalen hoorde over een gebeurtenis. Hoe is het dan echt gegaan? Dat wil je bij geschiedenis ook weten. Je wilt de goede conclusies trekken uit het verleden. Door het leren van de historische vaardigheden, kun je zorgvuldig onderzoek doen naar de geschiedenis. Je checkt bijvoorbeeld of een bron betrouwbaar is, of waarschijnlijk vol staat met verzinsels. Je leert verbanden van oorzaak en gevolg vinden tussen gebeurtenissen. Vaardigheden die ook bij andere vakken én in je dagelijks leven erg handig zijn. Met Feniks leer je ze stap voor stap.
Bron 1
Venus van Willendorf, rond 23.000 v.Chr. door een anonieme kunstenaar uit kalksteen gesneden.
Bron 3 Geboorte van Venus, in 1967 gemaakt door de bekende pop-art kunstenaar Andy Warhol.
Bron 2
Venus van Milo, marmeren beeld gemaakt door Alexandros van Antiochië, uit ongeveer 130-100 v.Chr.
3000 v. Chr.
voor Christus
1
na Christus
6
FEN_e3_1V_LB.indb 6
13/05/19 11:08
0 De tijd indelen
Indelen in tijdvakken
CHRONOLOGIE: ORDENEN IN DE TIJD
Een hulpmiddel om de tijd te ordenen, is de verdeling van de tijd in tijdvakken. In Feniks gebruiken we tijdvakken die voor het onderwijs bedacht zijn. Deze namen beginnen altijd met ‘Tijd van …, bijvoorbeeld de Tijd van jagers en boeren. Hieronder zie je een overzicht van de tijdvakken en de symbolen die daarbij gebruikt worden.
Een belangrijke historische vaardigheid is het indelen en ordenen van de gebeurtenissen in het verleden. Belangrijk daarbij is de tijdsvolgorde oftewel chronologie. Als je woordjes wilt ordenen, kun je het alfabet gebruiken. Bij aardrijkskunde is op een kaart zichtbaar waar een plaats ligt, en hoe je van de ene plaats naar de andere komt. Bij het ordenen van de geschiedenis maken we gebruik van de tijd. Door de tijd in stukjes te verdelen, kun je precies aangeven wanneer iets gebeurde. De ene gebeurtenis is eerder dan de andere gebeurtenis. Met een tijdlijn of tijdbalk kun je dat zichtbaar maken.
TOT 3000 V.CHR. TIJD VAN JAGERS EN BOEREN 3000 V.CHR. - 500 NA CHR. TIJD VAN GRIEKEN EN ROMEINEN 500 - 1000 TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS 1000 - 1500 TIJD VAN STEDEN EN STATEN
Tijdbalk
1500 - 1600
Om de indeling van de tijd zichtbaar te maken, gebruiken we een tijdbalk. Daarin teken je de tijd als een soort liniaal. De liniaal is verdeeld in vakjes. Een tijdbalk moet voldoen aan vijf regels: 1 Elk vakje van de tijdbalk stelt evenveel tijd voor. Een maand, een eeuw, net wat handig is. Boven de tijdbalk geef je de tijd aan. 2 De tijdbalk heeft een logisch begin- en eindpunt. Als je een tijdbalk van jouw leven maakt, is het niet nodig om de tijdbalk te laten beginnen in het jaar 1500. 3 De gebeurtenissen die je wilt ordenen, zet je een klein stukje boven de tijdbalk. Met een lijntje verbind je ze met de juiste plek op de tijdbalk. Meestal teken je de tijdbalk horizontaal. Als je veel gebeurtenissen aan de tijdbalk wilt koppelen, is het handig de tijdbalk verticaal te tekenen, rechtopstaand. Zo heb je meer ruimte om erbij te schrijven. 4 De tijdbalk moet overzichtelijk zijn. Als je tijdbalk slordig is, kun je niet lezen wat er precies in de tijdbalk staat. Dan heb je er niets aan. 5 Als het kan, geef je de tijdbalk een titel. Bijvoorbeeld: ‘tijdbalk van mijn leven’, of: ‘tijdbalk van de 20e eeuw’
TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS 1600 - 1700 TIJD VAN REGENTEN EN VORSTEN 1700 - 1800 TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES 1800 - 1900 TIJD VAN BURGERS EN STOOMMACHINES 1900 - 1950 TIJD VAN WERELDOORLOGEN 1950 - HEDEN TIJD VAN TELEVISIE EN COMPUTER
Perioden Geschiedwetenschappers gebruiken andere namen voor verschillende periodes. Deze wetenschappelijke namen gebruiken we in Feniks afwisselend met de tijdvaknamen. Prehistorie Oudheid Middeleeuwen Vroegmoderne tijd Moderne tijd
500
Tot 3000 v. Chr. Tot 500 n. Chr. 500-1500 1500-1750 1750-heden
1000
1500
1600
1700
1800
1900
2000
7
FEN_e3_1V_LB.indb 7
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.1 Oriëntatie Priester-koning
1 Jagers worden boeren 1.1 Oriëntatie Priester-koning • Welke belangrijke ontwikkelingen uit de Tijd van jagers en boeren hebben nog steeds invloed op ons leven?
Bron 1
In het centrum van de stad Ur werd omstreeks 2040 v. Chr. een grote tempel gebouwd ter ere van de god Sin, die volgens de verhalen alles op aarde gemaakt heeft. Zo’n trapvormige bouwwerk wordt een ziggurat genoemd. Ook in andere steden verrezen soortgelijke tempels. Op de foto is een gerestaureerde ziggurat te zien.
Wie schrijft de wetten voor? De vader van koning Shulgi was achttien jaar koning van de stad Ur geweest. Tijdens zijn heerschappij had hij veel andere steden in de omgeving veroverd. Daardoor was hij een machtig heerser geworden. Maar nu was de koning onverwachts gesneuveld in een bloedige strijd tegen een vijandig nomadenvolk uit het Zagrosgebergte. Een hofdichter schreef later dat zijn lichaam eruitzag als een gebarsten vaas. De inwoners van zijn rijk rouwden om de dood van hun koning. Hij had veel goeds betekend voor de stad Ur. Hij was de eerste koning die de wetten had laten vastleggen. Schrijvers noemden hem ook wel ‘hij die rechtvaardigheid had gebracht’. TIJD VAN JAGERS EN BOEREN (TOT 3000 V. CHR.) 10000 v. Chr.
10000 v. Chr.
uitvinding landbouw
5000 v. Chr.
eerste schrift, eerste steden
4000 v. Chr.
3000 v. Chr.
voor Christus
1
na Christus
8
FEN_e3_1V_LB.indb 8
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.1 Oriëntatie Priester-koning
Bron 2
Tussen 2112 en 2090 v. Chr. was Ur-Nammu koning van de stad Ur en omgeving. Hij was de eerste koning die wetten liet vastleggen. Op dit kleitablet van enkele eeuwen later staan een paar van deze wetten, opgeschreven in het spijkerschrift.
Bron 3
Met behulp van de app ‘Grondwet in begrijpelijk Nederlands’ kun je de belangrijkste wet van Nederland raadplegen.
De koning werd opgevolgd door zijn zoon Shulgi. Vanaf dat moment moest hij ‘lugal’ worden genoemd. Dat betekende ‘grote man’. Ook werd hij prijzend de ‘heerser over de vier hoeken van de wereld’ genoemd. Shulgi besloot om een groot bouwproject af te maken waarmee zijn vader al was begonnen. In het midden van Ur moest een enorme tempel verrijzen ter ere van de oppergod Nanna. Het gevaarte moest zeker dertig meter hoog worden en ver boven de stad uitsteken. De mensen hoopten dat de goden tevreden zouden zijn over het eerbetoon, dat de inwoners van Ur met de bouw van de tempel lieten blijken. Koning Shulgi, die zelf ook gezien werd als een god en door de goden als koning was aangesteld, was de belangrijkste priester van deze tempel. Dankzij zijn goddelijke afkomst kon hij met de goden spreken, zo geloofde men. Shulgi deed er alles aan om Ur een machtige stad te laten blijven. Dat we zoveel over hem en het leven in Ur weten, komt doordat er bijna 100.000 beschreven kleitabletten zijn teruggevonden. Rond 3300 v. Chr. werden voor het eerst schrifttekens gebruikt. De eerste schrifttekens hadden de vorm van kleine spijkertjes. Het schrift werd bedacht in het gebied rond
500
1000
1500
1600
1700
1800
1900
2000
9
FEN_e3_1V_LB.indb 9
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.1 Oriëntatie Priester-koning
de stad Ur. Het werd in die tijd niet alleen in de tempels, maar voor steeds meer zaken gebruikt. Want hoe meer mensen samenleefden, hoe belangrijker het werd om duidelijke afspraken te maken. En die afspraken, zoals wetten, kun je vaak beter vastleggen. Daar hebben we schrift voor nodig. Tegenwoordig kan bijna iedereen lezen en schrijven. Dat was in de Tijd van jagers en boeren wel anders. Slechts een klein deel van de bevolking kon die schrifttekens ontcijferen. Dit ‘spijkerschrift’ ontstond in het Nabije Oosten, het gebied waar de werelddelen Afrika, Azië en Europa bij elkaar komen.
Jagers en boeren Shulgi was priester-koning van Ur. Die stad lag in het gebied tussen de rivieren de Eufraat en de Tigris. Daar waren de eerste grote steden uit de geschiedenis ontstaan. In de eeuwen daarvoor was de leefwijze van de mensen in dat gebied ingrijpend veranderd. Tot ongeveer 10.000 v. Chr. trokken er groepjes jager-verzamelaars rond. Ze leefden in tijdelijke kampen. Toen de landbouw ontstond, was zwerven niet meer nodig. Boeren bouwden boerderijen op een vaste plek, bij hun akkers en vee. Zo ontstonden dorpjes. Sommige dorpjes groeiden uit tot steden. Nog later gingen op verschillende plekken in het Nabije Oosten steden samenwerken. Dat gebeurde niet alleen in het gebied tussen de Eufraat en de Tigris, maar ook bijvoorbeeld in Egypte. Daar ontstond een staat, waarover de farao’s regeerden. Om hun macht uit te oefenen hadden ze het schrift nodig. Ze moesten bijvoorbeeld wetten vastleggen en de belastingadministratie bijhouden. In Nederland vonden deze ontwikkeling pas veel later plaats. Rond 3000 v. Chr., toen in het Nabije Oosten de eerste staten ontstonden, leefden in ons gebied boeren in kleine dorpjes samen. Ze gebruikten nog geen schrift, maar lieten wel andere belangrijke sporen achter. De hunebedden zijn daarvan een bekend voorbeeld.
Waarom is de geschiedenis van de Tijd van jagers en boeren belangrijk? Het verhaal over de priester-koning Shulgi maakt duidelijk dat de manier waarop mensen samenleefden in de Tijd van jagers en boeren steeds complexer werd. Er kwamen leiders, wetten, nieuwe communicatiemiddelen, de handel over grotere afstand nam toe en de verschillen tussen culturen groeiden. Tot op de dag van vandaag gaan die ontwikkelingen door. Dankzij de digitalisering kunnen we steeds sneller en over steeds grotere afstanden berichten verspreiden. Via internet kunnen we ontelbaar veel informatiebronnen raadplegen. Het probleem daarbij is dat we niet altijd weten wie deze informatie heeft verspreid en of het betrouwbaar is. Bij geschiedenis doen we veel onderzoek naar waar informatie vandaan komt en hoe betrouwbaar het is. Onze leefwijze heeft grote gevolgen voor onze leefomgeving. Net als de jagerverzamelaars en boeren uit de Prehistorie, maken wij gebruik van de natuur. Die raakt steeds verder uitgeput en vervuild. Voor een gezonde toekomst vinden veel mensen het noodzakelijk om er duurzamer mee om te gaan. Misschien kunnen we iets leren van de manier waarop de eerste jager-verzamelaars en boeren dat deden?
10
FEN_e3_1V_LB.indb 10
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.2 Sporen van de eerste mensen
1.2 Sporen van de eerste mensen • Hoe ontstond de moderne mens? • Hoe komen we aan informatie over de eerste mensen?
Eerste mensen Bij het vak geschiedenis onderzoek je het verleden van mensen. Maar waar en wanneer ontstonden de eerste mensen? Op deze vraag worden verschillende antwoorden gegeven. Alle godsdiensten kennen scheppingsverhalen. Hierin wordt verteld hoe God (of goden) de aarde en de mensen zou(den) hebben geschapen. In het midden van de 19e eeuw kwamen er nieuwe ideeën over het ontstaan van de mens. Onderzoekers ontdekten botresten en stenen werktuigen, afkomstig van mensachtigen. Daaruit bleek dat die miljoenen jaren geleden steeds meer op twee benen en uiteindelijk rechtop gingen lopen. Ze leerden om zelfgemaakte werktuigen te gebruiken bij de jacht en om voedsel te bereiden. Wetenschappers kwamen tot de conclusie dat door evolutie (een langzame ontwikkeling) ruim twee miljoen jaar geleden de eerste mens is ontstaan in Oost-Afrika. Ze noemden deze soort de homo habilis, wat ‘handige mens’ betekent. Die mens zag er anders uit dan wij nu. Hij was kleiner en lichter, met langere en sterkere armen. Na de homo habilis ontwikkelde zich ongeveer 1,8 miljoen jaar geleden de homo erectus. Deze mensachtige liep volledig rechtop (‘erectus’) op twee benen. Uit de homo erectus ontwikkelden zich later verschillende mensensoorten, zoals de homo sapiens (‘wetende mens’). Dat is de soort waar wij bij horen.
Bron 4
Reconstructietekening van een ontmoeting tussen een neanderthaler (links) en een moderne mens (rechts).
Bron 5
De evolutie van de mensachtigen.
Neanderthalers en moderne mensen De homo sapiens verspreidden zich vanuit Afrika over de rest van de wereld. Ongeveer 45.000 jaar geleden leefden deze mensen voor het eerst in Europa. Daar was toen ook al een andere mensensoort: de neanderthaler. Aanvankelijk hadden wetenschappers het idee dat de neanderthalers nauwelijks op mensen leken. Men stelde zich een moderne mens in Europa, 40000 v. Chr. Neanderthaler sterft langzaam uit
2,5 miljoen v. Chr.
1,5 miljoen v. Chr.
200000 v. Chr.
100000 v. Chr.
1
homo habilis
Bron 6
homo erectus van wilde dieren, ongeveer 32.000 jaar geleden gemaakt door jager-verzamelaars in Grotschildering homo sapiens Chauvet (Zuid-Frankrijk).
11
FEN_e3_1V_LB.indb 11
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.2 Sporen van de eerste mensen
Bron 6
In 1908 werd in Frankrijk voor het eerst een vrijwel volledig skelet van een neanderthaler opgegraven. Voor tijdschriften in die tijd werd deze reconstructietekening gemaakt. De tekst bij de afbeelding luidde: ‘Een voorouder: de mens van twintigduizend jaar geleden. Een nauwkeurige reconstructie van een prehistorische holbewoner.’
woest en aapachtig wezen voor. Maar uit recent onderzoek blijkt dat de verschillen met de moderne mens helemaal niet zo groot waren. De gereedschappen van de neanderthalers waren vakkundig gemaakt. En niet alles wat ze maakten had een praktisch doel. Er zijn bewijzen dat neanderthalers van versieren hielden. Zo maakten ze grotschilderingen van dieren en sierraden. Schelpen met restjes kleurstof die zijn teruggevonden, kunnen gebruikt zijn als make-updoosje. Ook zijn er aanwijzingen dat neanderthalers veel aandacht besteedden aan de begrafenis van groepsgenoten. Die neanderthalers zijn 40.000 jaar geleden geleidelijk uitgestorven. De moderne mens bleef bestaan. Waarschijnlijk zorgde vermenging van verschillende mensachtigen ervoor dat de neanderthaler als aparte soort ophield te bestaan. Van de neanderthalers en de eerste moderne mensen zijn in Europa maar weinig sporen overgebleven. Beroemd zijn de schilderingen in de grot van Chauvet (Frankrijk). Die zijn meer dan 32.000 jaar oud. Op de wanden zijn levensechte afbeeldingen van mammoeten, rendieren, leeuwen, panters, paarden, neushoorns en hyena’s gemaakt. In de grot zijn ook botresten en schedels van wilde dieren aangetroffen.
Bron 7
Speerwerper van een stuk rendierbot uit de laatste ijstijd, gevonden in Zuid-Frankrijk.
Wat dachten de eerste mensen? Archeologen zijn wetenschappers die onderzoek doen naar overblijfselen uit het verleden. Daarvoor zoeken zij, vaak door opgravingen, naar sporen uit bijvoorbeeld de Prehistorie. Dat is de periode waarin de mensen nog geen schrift gebruikten.
12
FEN_e3_1V_LB.indb 12
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.2 Sporen van de eerste mensen
Archeologen onderzoeken voorwerpen die mensen gebruikten in die tijd, zoals speerpunten of messen van vuursteen. Omdat jager-verzamelaars niets opschreven, is het lastig om te achterhalen wat ze precies dachten, vonden en geloofden. Archeologen hebben bij de sporen die ze vinden wel vermoedens over de gedachten van deze eerste mensen, maar helemaal zeker zullen we het nooit weten. Jager-verzamelaars begroeven hun dode groepsgenoten. Misschien geloofden zij in een leven na de dood. Bij de overlevenden legden de nabestaanden soms voorwerpen, zoals schelpjes, kralen en werktuigen. Dit worden grafgiften genoemd. Die kunnen bedoeld zijn voor het leven in het hiernamaals, het leven na de dood. Ook denken archeologen dat met grafgiften de status van iemand werd aangegeven. Hoe mooier de grafgiften, hoe belangrijker iemand waarschijnlijk was. Bron 8
Een gewelddadige dood? Heeft de mens altijd oorlog gevoerd? Daarover hebben wetenschappers discussies. Oorlogvoering kan al ontstaan zijn bij de eerste jagers en verzamelaars. Bijvoorbeeld omdat zij jaloers waren op naburige zwerfgroepen. Daarvoor lijkt nu door archeologen bewijs te zijn gevonden. Dichtbij het Turkanameer (Kenia) vonden de onderzoekers de resten van ten minste 27 jager-verzamelaars. Ze lagen aan de rand van wat eens een lagune was, waar sommigen mogelijk in gevallen zijn. De lichamen zijn niet begraven want ze lagen in willekeurige houdingen naast en over elkaar. De meeste overblijfselen waren incompleet en verweerd. De beenderen van 12 skeletten lagen min of meer op hun plaats. De onderzoekers denken dat de aanwezigheid van pijllpunten in de lichamen en de tekenen van harde klappen op hoofden, nek, ribben en handen als bewijs gezien kan worden voor opzettelijk geweld, voor een gewapend conflict tussen groepen. De Amerikaanse archeoloog Lawrence Keeley noemde in zijn studie War before Civilization (1996) de opvatting dat oorlog begon met het ontstaan van landbouw een mythe. Hij schreef dat in de Prehistorie een kwart van de mannelijke jagers en verzamelaars door oorlogsgeweld aan zijn eind kwam. Deze Afrikaanse vondst zal hem genoegen doen. Naar: Dirk Vlasblom, Een slachting van 10.000 jaar oud, NRC, 2016.
Bron 9 Een jongen van de Khoisan, een groep jager-verzamelaars die in 2017 in delen van Zuidwest-Afrika leefden.
13
FEN_e3_1V_LB.indb 13
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.3 Van kamp naar kamp
BRONNEN Bij het vak geschiedenis doe je onderzoek naar het verleden. Daarbij gebruik je bronnen. Je kunt bronnen onderverdelen in geschreven bronnen en ongeschreven bronnen. De eerste mensen gebruikten geen schrift. Uit de Prehistorie hebben we dus alleen ongeschreven bronnen, zoals grafheuvels of stenen werktuigen. Vanaf het moment dat er ook geschreven bronnen door mensen worden gemaakt, is de Prehistorie voorbij.
Primaire bronnen zijn sporen die gemaakt zijn in de periode waarnaar je onderzoek doet. Denk aan pijlpunten of grotschilderingen uit de Prehistorie, maar ook aan een schilderij van Rembrandt of het dagboek van Anne Frank. Secundaire bronnen zijn bronnen die gaan over de geschiedenis, maar die gemaakt zijn in onze tijd. Een boek uit 2010 over neanderthalers bijvoorbeeld, of een website over de Tweede Wereldoorlog.
1.3 Van kamp naar kamp • Hoe leefden jager-verzamelaars?
HERGEBRUIK FEN_e3_1HV_LB_H1_015
Bron 10
Een kamp van jager-verzamelaars in Midden-Europa, omstreeks 14.000 v. Chr.
300000 v. Chr.
10000 v. Chr. einde laatste ijstijd koudste priode 20000 v. Chr. laatste ijstijd
200000 v. Chr.
100000 v. Chr.
1
Steentijd
14
FEN_e3_1V_LB.indb 14
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.3 Van kamp naar kamp
IJstijd en steentijd Toen de jager-verzamelaars de grottekeningen van Chauvet maakten, omstreeks 30.000 v. Chr., was er sprake van een ijstijd. De dikke ijslaag van de poolkap had zich uitgebreid over grote delen van Noord-Amerika, Europa en Azië. Nederland was niet bedekt met ijs, maar er heerste wel een poolklimaat. Op die poolsteppen leefden rond 14.000 v. Chr. de rendierjagers. Zij jaagden op dieren die tegen het koude klimaat bestand waren, zoals mammoeten, rendieren, paarden en wolharige neushoorns. Hun jachtwerktuigen waren gemaakt van steen. Daarom wordt deze periode van de Prehistorie ook wel de steentijd genoemd. Bron 11
De oudste kunst van Hollandse bodem werd zo’n 13.500 jaar geleden uitgekrast in een bizonbot. Dit werd in 2005 opgevist uit de Noordzee. Het zijn geen mooie kunstige figuren, maar een abstracte tekening, aldus onderzoekers. Ook vonden ze een stukje menselijk schedeldak dat in 2013 in de netten van een visser belandde: met zijn geschatte ouderdom van rond de 13 duizend jaar het oudste stukje bot van een moderne mens van Hollandse bodem (eerder werd al eens een 40 duizend jaar oud botfragment van een neanderthaler gevonden). Destijds liep de laatste ijstijd op zijn eind en lag de Noordzee grotendeels droog: een uitgestrekte laagvlakte, waar men op onder meer hert en bizon jaagde. Naar: Oude meester uit zee, De Volkskrant, 2018.
Nomaden De jager-verzamelaars leefden in groepen van ongeveer twintig personen. Waarschijnlijk hadden ze de taken onderling verdeeld. Onderzoekers denken dat de mannen en oudere jongens op jacht gingen. Daarbij gebruikten zij vuistbijlen, messen en speerpunten van vuursteen. Speren werden gebruikt voor de jacht op paarden, wolharige neushoorns en herten. Met speren konden de jagers zelfs grote mammoeten dodelijk treffen. De eerste mensen aten ook wilde planten en vruchten, die ze in de natuur verzamelden. Daarom noemen we deze eerste mensen jager-verzamelaars. Neanderthalers en de eerste moderne mensen gebruikten de dieren waarop ze jaagden niet alleen voor hun voedsel. Van de vacht maakten ze kleding en uit de botten sneden ze allerlei werktuigen. Jager-verzamelaars waren nomaden; ze woonden niet op een vaste plaats. Als het voedsel in de omgeving schaarser werd, of de weersomstandigheden verslechterden, trokken ze verder en bouwden ze een nieuw kamp. Daarom maakten jager-verzamelaars geen grote huizen, maar woonden ze in tenten, hutten of grotten. Mogelijk keerden jager-verzamelaars jaarlijks tijdens terug naar eerder aangelegde kampen. Omdat die bijvoorbeeld langs een belangrijke trekroute van dieren lag. Dat vormde een perfecte plek om de jacht te opnemen. Ook zullen groepen jager-verzamelaars soms met elkaar contact gehad hebben. Onderling werden materialen geruild waar werktuigen van gemaakt werden. En omdat die jachtwerktuigen veel op elkaar leken, zullen de jagers onderling ook kennis hebben uitgewisseld.
Na de ijstijd Rond 10.000 v. Chr. steeg langzaam de gemiddelde temperatuur. Daardoor smolt het ijs en werden de poolkappen kleiner. De laatste ijstijd kwam ten einde. Het klimaat in het noorden van Europa werd weer aangenamer voor jager-verzamelaars. De steppen en toendra’s verdwenen en naaldbossen kwamen ervoor in de plaats. In de zomer werd het gemiddeld twintig graden. Door deze klimaatverandering stierven de mammoeten uit. In plaats daarvan kon er op reeën, beren, edelherten, oerossen en elanden worden gejaagd.
15
FEN_e3_1V_LB.indb 15
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.4 De landbouwrevolutie
De zeespiegel steeg, waardoor er aan de kust van Nederland moerasgebieden ontstonden. In die gebieden krioelde het van de dieren, dus trokken er regelmatig jager-verzamelaars rond. Boomstamkano’s en fuiken die zij maakten en gebruikten zijn teruggevonden. Er was nu steeds meer voedsel in de natuur te vinden, dus hoefden de jagerverzamelaars minder vaak hun kamp te verplaatsen. Zij konden langer op een plek blijven en de kampen konden groter worden. Waarschijnlijk hadden groepen jagerverzamelaars soms contact met elkaar. Veel van hun jachtwerktuigen lijken veel op elkaar en zijn met dezelfde techniek gemaakt. Dat moet het gevolg zijn van onderlinge uitwisseling van kennis en materialen.
Bron 12
In Zuid-Holland vonden archeologen in 1997 skeletresten van een vrouw die in de Prehistorie was begraven. Ze leefde rond 5500 v. Chr. in een drassig gebied, vlakbij de kust. Van het lichaam en de manier waarop ze was begraven is een reconstructie gemaakt. Ze werd ‘Trijntje’ gedoopt.
1.4 De landbouwrevolutie • Hoe ontstond de landbouwrevolutie en verspreidde die zich? • Wat veranderde er door de landbouw in het leven van de mensen?
Landbouw ontdekt Een van de belangrijkste gebeurtenissen in de Prehistorie begon in het Nabije Oosten. Rond 10.000 v. Chr. ontdekten jager-verzamelaars in de Vruchtbare Halve Maan (een gebied dat in het huidige Irak, Iran en Syrië ligt) dat ze granen zelf konden verbouwen, door ze te zaaien, te beschermen en ten slotte te oogsten. Die vorm van landbouw noem je akkerbouw. Waarschijnlijk ontstond de landbouw door een klimaatverandering. Rond 12.000 v. Chr. zorgden voldoende regenval en de juiste temperatuur in het gebied van de Vruchtbare Halve Maan ervoor dat er veel voedsel te vinden was. Jager-verzamelaars hoefden nauwelijks meer rond te trekken, er was altijd wel iets eetbaars te vinden. Maar omstreeks 10.000 v. Chr. werd het kouder en droger. De jager-verzamelaars, die gewend
16
FEN_e3_1V_LB.indb 16
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.4 De landbouwrevolutie
Bron 13
Op basis van archeologisch onderzoek werd een reconstructietekening gemaakt van een nederzetting van boeren. Zij leefden rond 3300 v. Chr. in het noorden van Nederland.
geraakt waren aan het leven op een vaste plek, leerden zelf graan te verbouwen. Ook lukte het om wilde geiten en schapen tam te maken en te fokken. Zo was ook de veeteelt ontstaan. Akkerbouw en veeteelt zorgden ervoor dat jagen en verzamelen steeds minder noodzakelijk werden. De eerste boeren moesten ongetwijfeld nog regelmatig de natuur in trekken om extra voedsel te verzamelen of op dieren te jagen. Soms mislukten de oogsten of brachten de akkers te weinig op voor de groeiende bevolking. Maar uiteindelijk werd de landbouw het belangrijkste middel van bestaan in de agrarische samenleving.
De eerste dorpen De ontdekking van de landbouw had een aantal grote gevolgen. Die waren zo ingrijpend, dat we spreken over de landbouwrevolutie. Een revolutie is een grote verandering in korte tijd. Door de landbouwrevolutie vestigden de mensen zich nu op een vaste plek. De boeren bleven bij hun akkers wonen. De landbouw zorgde voor voldoende voedsel. Rondtrekken van kamp naar kamp was daarom niet meer nodig. Er ontstonden boerendorpjes. Ten tweede bouwden de mensen geen eenvoudige hutten meer. In plaats daarvan kwamen er stevige boerderijen, die soms generaties lang werden gebruikt. De boeren in de Vruchtbare Halve Maan gebruikten steen en klei als bouwmaterialen. Zij maakten ook andere bouwwerken dan alleen huizen. Omdat ze op één plek bleven, konden ze tijd besteden aan bijvoorbeeld het maken van grote grafmonumenten of tempels. Ten slotte veranderden ook de gebruiksvoorwerpen. Archeologen vinden uit deze tijd veel minder jachtwerktuigen. De mensen gebruikten nu ploegen om hun akkers mee te bewerken en maalstenen om het graan te malen. Bovendien maakten zij voor het eerst potten van aardewerk. Daarin werden voedselvoorraden bewaard of er werd in gekookt. Het aantal bezittingen nam toe. Jager-verzamelaars hadden niet veel persoonlijke spullen, omdat ze moesten rondtrekken.
17
FEN_e3_1V_LB.indb 17
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.4 De landbouwrevolutie
10.000 - 7.000 v. Chr. 7.000 - 6.000 v. Chr. 6.000 - 5.000 v. Chr.
ar Zw
te Zee
M id dellandse Zee
HERGEBRUIK FEN_LB_e2_1HV_01_019 0 500 1.000 km Bron 14
De verspreiding van de landbouw vanuit het gebied van de Vruchtbare Halve Maan naar Europa.
Verspreiding van de landbouw Langzaam raakte de kennis over de landbouw vanuit de Vruchtbare Halve Maan verspreid over een groter gebied. Tussen 6000 en 5000 v. Chr. gingen in Europa de eerste jager-verzamelaars over op de landbouw. Waarschijnlijk was de kennis van akkerbouw en veeteelt meegenomen en doorgegeven door mensen die vanuit het Nabije Oosten richting Europa waren getrokken. Rond 5300 v. Chr. vestigden de eerste boeren zich in het huidige Nederland. In ZuidLimburg kapten ze stukken bos en legden er akkers aan. De grond was erg vruchtbaar en zorgde voor goede oogsten. Er ontstonden dorpjes, waarvan het grootste (bij Elsloo) bijna tweehonderd inwoners telde. De boeren maakten potten van klei, waarin ze voedselvoorraden konden bewaren. Het aardewerk versierden ze met punten, strepen en banden. Archeologen hebben daarom de naam bandkeramiek bedacht voor deze cultuur. Hoe deze eerste boeren zichzelf noemden weten we niet, omdat ze nog geen schrift gebruikten.
Stenen, brons en ijzer Archeologen ontdekten dat de bandkeramiekers rond 4900 v. Chr. plotseling hun nederzettingen verlieten. Het is niet duidelijk waarom. Rond 3500 v. Chr. vestigden zich weer boeren in onze streken. Ditmaal in het noorden van Nederland. Waar ze vandaan kwamen is onduidelijk. De groep wordt de Trechterbekercultuur genoemd, naar de vorm van het aardewerk dat ze maakten. Ze zijn vooral bekend om de hunebedden die ze bouwden: grafmonumenten van op elkaar gestapelde zwerfstenen. De tijd waarin de jager-verzamelaars en de eerste boeren hun gebruiksvoorwerpen voornamelijk van steen maakten, wordt de steentijd genoemd. Rond 2000 v. Chr. werd er voor het eerst in Nederland brons gebruikt voor wapens en werktuigen. Brons maak je door tin en koper te smelten en te mengen. Maar deze grondstoffen komen in de Nederlandse bodem niet voor. Waarschijnlijk werd het dus geïmporteerd. Het was zo kostbaar, dat alleen de elite zich het kon veroorloven. We noemen deze periode de bronstijd. Ruim duizend jaar later, rond 800 v. Chr., werd een ander metaal populair, namelijk ijzer. IJzer was in Nederland wel in de grond te vinden. Brons bleef ook toen nog een geliefd metaal, maar toch spreken archeologen bij deze periode over de ijzertijd. In de bronstijd en de ijzertijd nam de handel op grote afstand toe. Veel luxematerialen, maar ook gebruiksvoorwerpen waren volop in omloop. Door ruilhandel kon je rijk worden. Uit deze periode vonden archeologen in Nederland voor het eerst graven waar duidelijk aan te zien is dat de overleden persoon erg welvarend moet zijn geweest.
18
FEN_e3_1V_LB.indb 18
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.5 Machtige staten
Bron 15
Graf van de Trechterbekercultuur In Dalfsen, in het dal van de rivier de Overijsselse Vecht, hebben archeologen een grafveld en een huis blootgelegd van de Trechterbekercultuur (3400-2700 voor Chr.). Dit waren ‘Oer-Nederlanders’ die niet langer rondtrokken als jagers en verzamelaars, maar op een vaste plek gingen boeren. Midden in het grafveld ligt een ovale greppel van 30 bij 4 meter. Binnen dat ovaal was grond opgebracht waardoor een aarden monument ontstond. Van der Velde: “Het moet een markeringspunt in het landschap zijn geweest. Het gaf aan: dit is ons territorium.” Het huis was, gemeten aan de plattegrond, 12 meter lang en 4,5 meter breed. De constructie steunde op palen die in een wandgreppel zijn ingegraven, gecombineerd met enkele middenstaanders. Het grote aantal graven maakt heel nieuw onderzoek mogelijk, vertelt de opgravingsleider. “Als ik ga rekenen, kom ik tot de conclusie dat er vier families zijn geweest, die hier gedurende twee eeuwen (2900-2700 voor Chr.) hun doden hebben begraven. Omdat er zoveel graven zijn, kun je familiegroepjes herkennen aan de versiering van de trechterbekers die als gift mee zijn begraven. En je kunt nu ook kijken naar statusverschillen. Graven die dicht bij het aarden monument liggen hebben veel rijkere bijgaven dan graven die wat verder weg liggen. In één graf lag een prachtig barnstenen kralensnoer, van meer dan zestig kralen.” Naar: Dirk Vlasblom, Jager-verzamelaars die gingen boeren, NRC, 2015.
1.5 Machtige staten • Op welke manier was in Egypte de staat georganiseerd?
Dorpen en steden Rond 10.000 v. Chr. ontstond de landbouw in het Nabije Oosten. De kennis over hoe je gewassen kon verbouwen en vee moest houden, verspreidde zich in de duizenden jaren daarna. Rond 3000 v. Chr. waren in Europa vrijwel alle jager-verzamelaars boer geworden. Maar er was rond die tijd en in de eeuwen erna wel een groot verschil in leefwijze tussen de mensen in het Nabije Oosten en Europa. De boeren in Europa leefden in kleine dorpen bij elkaar. In dezelfde periode werd de samenleving in het Nabije Oosten een stuk complexer. Daar groeiden dorpen uit tot steden. En sommige steden gingen met elkaar samenwerken om nog machtiger te worden.
De Nijl Het klimaat in Noord-Afrika en het Nabije Oosten was sinds het einde van de ijstijd warmer en droger geworden. Door het warmere klimaat veranderden grote delen van Afrika in woestijn. Daarom trokken er steeds meer mensen naar de oevers van de Nijl. De Nijl stroomt vanuit het hoger gelegen Boven-Egypte in het zuiden naar BenedenEgypte aan Middellandse Zee. De rivier trad jaarlijks buiten haar oevers. In de zomer begon de overstroming, waarbij het water ook op de akkers kwam te staan. Dat was voor de landbouw geen probleem, het was zelfs heel gunstig. In het rivierwater zat namelijk slib, vruchtbare modder. Een laagje donker slib bleef achter op de akkers wanneer het water van de Nijl in oktober weer zakte. Op de vruchtbare grond groeide het graan prima.
19
FEN_e3_1V_LB.indb 19
13/05/19 11:08
1  Jagers worden boeren – 1.5 Machtige staten
Bron 16
Parennefer, een hoge ambtenaar, liet in zijn graftombe een muurschildering maken waarop te zien is hoe hij onderscheidingen ontving van farao Echnaton.
Boeren groeven ook kanalen en vijvers en bouwden dammen, om goed van het rivierwater gebruik te kunnen maken. Zo zorgden ze dat er ook in de droge seizoenen op een kunstmatige manier watertoevoer naar de akkers was. Dit wordt irrigatielandbouw genoemd.
Taakverdeling De irrigatielandbouw had een aantal grote gevolgen voor de samenleving. Voor irrigatielandbouw is een goede samenwerking erg belangrijk. Als dat lukt, dan levert het goede oogsten op. In de dorpjes aan de Nijl waren er succesvolle boeren die grote oogsten produceerden. Zij namen vaak de leiding over de organisatie van de irrigatie. Ze ontwikkelden zich op die manier tot een soort leiders. Een tweede gevolg van de irrigatielandbouw was dat de bevolking kon groeien. Door de overschotten was er voldoende te eten. Mensen bleven daardoor gezond, leefden langer en vrouwen kregen meer kinderen. Sommige dorpjes groeiden zo hard, dat ze veranderden in steden.
Bron 17
Op deze wandschildering uit een Egyptische graftombe is te zien hoe opzichters de graanoogst inspecteren.
20
FEN_e3_1V_LB.indb 20
13/05/19 11:08
1 Jagers worden boeren – 1.5 Machtige staten
Door de grotere opbrengst van de landbouw hoefden ook niet alle inwoners meer als boer te werken. Een aantal mensen kon zich volledig gaan specialiseren in andere werkzaamheden, zoals het bouwen van huizen of het maken van kleding, gereedschappen en werktuigen. Zij werden ambachtslieden genoemd.
Farao Tussen 3500 en 3000 v. Chr. gingen in Egypte steeds meer steden samenwerken. Er ontstonden twee landen: Boven-Egypte in het zuiden en Beneden-Egypte in het noorden. Rond 3000 v. Chr. nam de leider van Boven-Egypte de macht over in het noorden. Alle Egyptenaren vielen voortaan onder het bestuur van deze farao. Egypte was een staat geworden. Bij het besturen van Egypte kreeg de farao de hulp van ministers en ambtenaren. De belangrijkste ambtenaar was de vizier. Hij hield namens de farao toezicht op het naleven van de wetten. Ook gaf hij leiding aan het onderhouden van het irrigatiesysteem. De ambtenaren hielden toezicht en haalden belastingen op. Elk jaar moesten de boeren in Egypte een deel van de oogst als belasting afstaan. De belastingopbrengsten werden door de farao gebruikt om de ambtenaren te betalen. Een ander deel was bestemd voor de ambachtslieden en kunstenaars die werk voor de staat uitvoerden. De farao liet grote paleizen en beelden van zichzelf neerzetten. Tijdens zijn leven werd al begonnen aan de bouw van zijn graftombe. De farao had de belasting ook nodig voor de oorlogen die hij voerde. Want de grenzen moesten worden verdedigd.
Hiërogliefen Het besturen van de Egyptische staat was een ingewikkelde taak. Om belangrijke afspraken, regels, wetten en berekeningen niet te vergeten, bedachten de Egyptenaren een oplossing. Ze ontwikkelden een manier om te schrijven en zo ontstond het hiërogliefenschrift. Kleine afbeeldingen werden gebruikt om woorden of klanken te noteren. De tekens werden in kleitabletten gekerfd of uitgehakt uit steen. Ook maakten de Egyptenaren vellen van de stengels van de papyrusplant. Daarop konden ze met inkt de hiëroglyfen schrijven. Het hiërogliefenschrift was moeilijk om te leren, dus konden lang niet alle Egyptenaren goed lezen of schrijven. Schrijvers waren daarom mensen met veel aanzien. Tot ongeveer het jaar 400 werden nog verschillende varianten van het hiërogliefenschrift gebruikt. Daarna werd het een dode taal, niemand gebruikte het meer en de kennis om de tekens te kunnen lezen ging verloren. In 1799 werd bij de Egyptische plaats Rosetta een bijzondere steen gevonden. Daarop waren drie dezelfde teksten geschreven. De bovenste tekst bestond uit hiërogliefen, de middelste was demotisch (een variant op hiërogliefen) en de onderste was in het Grieks. Omdat men nog wel Grieks kon lezen, konden onderzoekers door het vergelijken van de teksten rond 1822 de betekenis van de hiërogliefen ontraadselen. Bron 18
De steen van Rosetta.
21
FEN_e3_1V_LB.indb 21
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.6 Priesters en mummies
STAATSINRICHTING STAAT Een land met duidelijke grenzen en een eigen bestuur noemen we een staat. Het bestuur staat onder leiding van een staatshoofd. In Egypte was dat de farao. In Nederland is dat tegenwoordig de koning en in Amerika de president.
In een staat zorgt het bestuur voor het opstellen van wetten en regels. Die gelden voor alle delen van de staat. In een staat kunnen meerdere volkeren leven. Een volk is een groep mensen met dezelfde cultuur en taal.
1.6 Priesters en mummies • Uit welke groepen bestond de Egyptische samenleving? • Welke rol speelde het geloof in het oude Egypte?
Bron 19
Op een van de wanden in de graftombe van Ramose is een afbeelding van een begrafenisstoet te zien. Ramose was omstreeks 1370 v. Chr. een belangrijke minister in dienst van de farao.
Aanzien en status In de Egyptische samenleving waren de sociale verschillen groot. Er was sprake van een duidelijke hiërarchie in de samenleving. De farao had de meeste macht. Zijn familieleden en andere hoge bestuurders genoten ook veel aanzien. De rijke families verdeelden onderling de belangrijkste banen. Zij vormden de elite. Boeren en ambachtslieden kwamen nauwelijks in aanmerking voor hoge functies. Zij vormden de grootste groep in de Egyptische samenleving. Hun leven zal niet makkelijk zijn geweest. De belastingen waren vaak hoog en hongersnoden kwamen regelmatig voor. Gemiddeld werd een Egyptische boer niet ouder dan veertig jaar. farao Toetanchamon bouw piramiden
2600 tot 2100 v. Chr.
3000 v. Chr.
2500 v. Chr.
1333 tot 1323 v. Chr
start met de bouw van 1500 v. Chr. de Vallei der Koningen
2000 v. Chr.
1500 v. Chr.
1300 tot 1213 v. Chr.
farao Ramses II
1000 v. Chr.
22
FEN_e3_1V_LB.indb 22
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.6 Priesters en mummies
De slaven hadden in Egypte het minste aanzien. Zij hadden nauwelijks vrijheden, omdat ze letterlijk het bezit van iemand anders waren. Slaven moesten werkzaamheden verrichten voor hun eigenaar. Vaak waren ze in dienst van een tempel of van de farao. Veel slaven waren buitenlandse soldaten die tijdens oorlogen gevangen waren genomen. Ook kon je als gewone Egyptenaar slaaf worden, omdat je schulden had.
Goden In het dagelijks leven van de Egyptenaren speelde het geloof een belangrijke rol. De godsdienst van de Egyptenaren was een voorbeeld van polytheïsme: ze geloofden dat er meerdere goden bestonden. Die goden zorgden voor allerlei verschijnselen in de natuur. De jaarlijkse overstroming, het groeien van het graan, de zonsopgang en zonsondergang en de gezondheid van de mensen: overal waren de goden verantwoordelijk voor. De Egyptenaren stelden zich hun goden voor als figuren die voor de helft op een dier en voor de helft op een mens leken. In tempels brachten priesters offers namens de gewone Egyptenaren. Vaak bestonden die offers uit eten, dat bij grote beelden van de goden werd neergelegd. Ook lazen de priesters spreuken voor. De Egyptenaren geloofden dat deze rituelen noodzakelijk waren om de goden tevreden te houden. Op die manier zouden het leven en de natuur niet ontregeld raken.
Graven en mummies De Egyptenaren geloofden dat de goden bepaalden of je ziel na de dood in het hiernamaals zou voortleven. Je moest dan wel een goed leven hebben geleid. Alleen dan zou de god Osiris je toelaten tot het dodenrijk. Het lichaam van de overledene moest na de dood bewaard blijven. De ziel zou namelijk iedere nacht naar het dodenrijk gaan, maar overdag weer terugkeren naar het lichaam. Daar kon de ziel tot rust komen en
Bron 20
Afbeelding uit het Egyptische dodenboek waarop de goden Anubis (jakhals), Toth (ibisvogel), Horus (valk) en Osiris (mens) te zien zijn.
Bron 21
Een beschrijving van de mummificatie Wanneer men het eens is geworden over de prijs gaat de ene partij naar huis, maar de andere blijft in het atelier en voert de kostbare mummificatie als volgt uit. Eerst halen ze met een gekromde ijzeren haak de hersenen eruit door de neusgaten, gedeeltelijk door er medicamenten in te gieten. Hierna maken ze met een scherpe Ethiopische steen een snede in de zijde van de buik en halen alle ingewanden eruit. Na het reinigen van de buikholte met wijn, strooien ze er fijngewreven specerijen in. Vervolgens vullen ze de buikholte met pure mirrepoeder en andere reukwerken, behalve wierook, en dan naaien ze hem dicht. Hierna pakken ze het lijk helemaal in natron, gedurende 70 dagen. Als de 70 dagen voorbij zijn, wassen ze het lijk en omwikkelen het geheel met repen gesneden linnen, wat ze insmeren met hars, dat de Egyptenaren als lijm gebruiken. Herodotus, Historiën II, rond 485 v. Chr.
23
FEN_e3_1V_LB.indb 23
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.7 Wereldgeschiedenis: Machtige steden tussen rivieren
weer aansterken. Om het lichaam van de dode goed te kunnen bewaren, moest het worden gemummificeerd. De ingewanden werden verwijderd en het lichaam werd in linnen gewikkeld. Familieleden bezochten het graf van een overleden dierbare en legden er vaak wat brood of vlees neer. Die maaltijden waren bedoeld als offer voor de goden en voor het aansterken van de ziel van de dode.
Bron 22
In 2007 onderzochten archeologen de mummie van farao Toetanchamon, in zijn graftombe in de Vallei der Koningen.
1.7 Machtige steden tussen rivieren W ER EL D GE SC H IED E NI S • Waarom kunnen we Uruk een stad noemen? • Op welke manieren probeerden de steden in Mesopotamië hun macht te vergroten?
Uruk: de eerste stad ter wereld In deze paragraaf kijken we naar een ander deel van de wereld. In ons gebied leefden de mensen tot ongeveer het begin van de jaartelling als jagers en boeren. In diezelfde tijd waren in het Nabije Oosten al steden ontstaan met een verfijnde cultuur. Het gebied werd later Mesopotamië genoemd, wat ‘tussen de rivieren’ betekent. Omdat in het gebied nauwelijks regen valt, maakten de boeren gebruik van irrigatielandbouw. Dat leidde tot goede oogsten. De bevolking groeide, doordat mensen langer bleven leven en meer kinderen kregen. De grotere plaatsen trokken waarschijnlijk ook migranten aan. De nederzetting Uruk, aan de Eufraat, groeide het snelst. Rond 3400 v. Chr. telde deze plaats ruim 40.000 inwoners. Uruk was geen dorp meer, maar uitgegroeid tot de eerste stad ter wereld. 3400 v. Chr.
3300 v. Chr.
4000 v. Chr.
1000 v. Chr.
Uruk is de eerste stad ter wereld
700 v. Chr.
het spijkerschrift wordt uitgevonden
3000 v. Chr.
2000 v. Chr.
het Assyrische rijk wordt gesticht
1000 v. Chr.
Nineveh wordt hoofdstad
1
IS strijders verwoesten 2014 restanten van Nineveh
2000
24
FEN_e3_1V_LB.indb 24
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.7 Wereldgeschiedenis: Machtige steden tussen rivieren
Bron 23
Een reconstructie van de stad Uruk, met in het centrum een ziggurat (tempel).
Complexe samenleving Tot ongeveer 3000 v. Chr. bleef Uruk de machtigste stad in Mesopotamië. Daarna nam Ur die positie over. Ook die stad werd bestuurd door koningen. De inwoners geloofden dat de eerste koning zijn macht had ontvangen van de goden. Zij zagen de koningen daarom als goddelijke bestuurders. In het centrum waren tempels de belangrijkste en grootste gebouwen. Priesters vormden een belangrijke bevolkingsgroep van de stad. Er leefden ook veel handelaren en ambachtslieden. Voor het eerst was er sprake van massaproductie. Dankzij de uitvinding van het pottenbakkerswiel kon in korte tijd veel van hetzelfde aardewerk geproduceerd worden. Over de koningen van de steden in Mesopotamië ontstonden legenden, die de mensen elkaar vertelden. Volgens een van die legenden zou de eerste koning van Uruk de stadsmuren hebben gebouwd en het spijkerschrift hebben uitgevonden. Bron 24
Een lied over Shulgi, koning van de stad Ur Ik ben een koning, mijn vader was koning en mijn moeder koningin. Ik, Shulgi, kreeg deze taak al opgedragen toen ik nog in de buik van mijn moeder zat. Toen ik jong was ging ik naar school. Ik leerde lezen en schrijven. Niemand kon zo goed lezen en schrijven als ik. De goden hebben mij die gave geschonken. Van de goden heb ik ook de opdracht gekregen om te heersen. Ze kozen mij uit omdat ik rechtvaardig ben. In de strijd ga ik altijd voorop. Ik heb het buitenland onder de voet gelopen. Tot ver in het zuiden weten men dat ik goed met wapens overweg kan. Ik weet hoe ik met lans en speer moet vechten. Ook ben ik bedreven met slingerstenen. Als ik gooi lijkt het wel een enorme hagelregen die neerdaalt op de vijand.
Bron 25
Naar: De verzen van Shulgi, koning van Ur, rond 2100 v. Chr.
Op de Uruk-vaas is te zien hoe een koning van de stad aan de godin Inanna een offer brengt. De vaas is rond 3200 v. Chr. gemaakt.
25
FEN_e3_1V_LB.indb 25
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.7 Wereldgeschiedenis: Machtige steden tussen rivieren
Een nieuw wereldrijk Steden in Mesopotamië probeerden hun macht te vergroten. Vaak veroverden ze andere plaatsen in de buurt. Dit noemen we expansie. Zo ontstonden grote machtsgebieden. Veel steden in Mesopotamië mochten nog veel zaken zelf bepalen, maar uiteindelijk vielen ze onder het gezag van de hoofdstad. De stad Assur bijvoorbeeld was rond 2000 v. Chr. het machtigst en in de eeuwen daarna Babylon. Vervolgens lukte het de stad Nineveh om zo veel gebieden te veroveren dat het eerste wereldrijk ontstond. Nineveh was rond 700 v. Chr. de hoofdstad van het Nieuwe Assyrische rijk. Het was in die tijd ook de grootste stad ter wereld. De stadsmuur die om Nineveh was gebouwd, was ruim twaalf kilometer lang. Binnen de muren leefden meer dan honderdduizend inwoners. Om alle uithoeken van het rijk in de gaten te kunnen houden, maakten de koningen jaarlijks veldtochten. De stad Babylon was een belangrijke concurrent van Nineveh. Om te laten zien dat hij machtiger was, liet koning Sennacherib Babylon veroveren, plunderen en met de grond gelijk maken. 0
200
400 km
Nineveh
745 v. Chr.
Qarqar
720 v. Chr.
ee se Z Middelland Sidon
879 v. Chr.
Assur
Damas
677 v. Chr.
Samarie
Gaza
722 v. Chr.
734 v. Chr.
Kalkhu
Suse
646 v. Chr.
Raphia
720 v. Chr.
Memphis EGYPTE
Assyrische rijk invloedsgebied d Ro
Thebe
663 v. Chr.
e Ze e
Bron 26
veroveringen oorlogsfront verplaatsen van hoofdstad
Kaart van het Assyrische rijk.
Tuinen en irrigatie Om aan alle bezoekers te laten zien dat Nineveh de belangrijkste stad was, besloot de koning grote veranderingen aan te brengen. Als eerste moest er een nieuw paleis komen. Eigenlijk was het een verzameling van een aantal paleizen bij elkaar. Naast de paleizen kwam een botanische tuin. Hierin stonden bijzondere planten uit alle delen van het Rijk die door de Assyriërs veroverd waren. Ook liet de koning een dierentuin aanleggen. Om de tuinen en de inwoners van Nineveh van vers water te kunnen voorzien, kwam er een irrigatiesysteem. Via een ondergronds gangenstelsel werd het water de stad ingevoerd. Vanwege de groei van de stad moest de stadsmuur groter gemaakt worden. Bij de imposante stadspoorten werd iedereen gecontroleerd die de stad binnenkwam of verliet.
26
FEN_e3_1V_LB.indb 26
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.7 Wereldgeschiedenis: Machtige steden tussen rivieren
Bron 27
Een deel van de versiering van een muur in het paleis van koning Sennacherib. De figuren stellen waarschijnlijk buitenlandse soldaten voor die tijdens een oorlog gevangen zijn genomen.
Sporen van Nineveh Tot 612 v. Chr. bleef de stad bestaan. Daarna werd Nineveh verwoest door een ander volk uit het Nabije-Oosten, de Babyloniërs. Er bleven alleen ruïnes van over. De naam Nineveh bleef voortleven in verhalen. In de Bijbel wordt bijvoorbeeld verschillende keren over de stad gesproken. In de buurt van het oude Nineveh ontstond de nieuwe stad Mosul. In de 19e eeuw kwam het archeologisch onderzoek op gang naar de resten van de stad. Delen van paleizen, beelden en stadsmuren werden gerestaureerd. Kunstvoorwerpen kwamen in musea over de hele wereld terecht. De restanten behoren tot het werelderfgoed, omdat het unieke en onvervangbare monumenten zijn. In 2014 vielen strijders van de Islamitische Staat (IS) de stad Mosul in Irak aan. Deze terroristische organisatie wil geweld verspreiden alle sporen uit het verleden voorgoed vernietigen, ook die van Nineveh. De strijders bliezen delen van de eeuwenoude stadmuren en beelden op. Daarmee zijn veel sporen van de beroemde wereldstad voorgoed verloren gegaan.
27
FEN_e3_1V_LB.indb 27
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.8 Afsluiting
1.8 Afsluiting KENMERKENDE ASPECTEN
45000 v. Chr.
1
De leefwijze van jagers en verzamelaars. In de Prehistorie leefden de eerste mensen van de jacht op dieren en het verzamelen van planten, noten en andere eetbare gewassen. 2 Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. In de Prehistorie werd in het Nabije Oosten de landbouw uitgevonden. Hierdoor konden boeren op een vaste plek gaan wonen en ontstonden dorpen. 3 Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. In sommige gebieden in het Nabije Oosten groeiden sommige dorpen uit tot steden. Daar woonden veel mensen bij elkaar, die verschillende beroepen gingen uitoefenen.
2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14 15
de moderne mens voor het eerst in Europa
40000 v. Chr.
35000 v. Chr.
32000 v. Chr.
grottekeningen van Chauvet
30000 v. Chr. 28000 v. Chr.
Neanderthalers uitgestorven
25000 v. Chr.
LEERDOELEN
1
45000 v. Chr.
Je weet welke belangrijke ontwikkelingen uit de Tijd van jagers en boeren nog steeds invloed op ons hebben. Je weet hoe de moderne mens is ontstaan. Je kunt uitleggen op welke manier we aan informatie komen over de eerste mensen. Je weet welke verklaringen er worden gegeven voor het ontstaan van de mens. Je kunt uitleggen hoe de jager-verzamelaars leefden. Je begrijpt hoe de landbouwrevolutie ontstond. Je weet hoe de landbouwrevolutie zich verspreidde. Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van de ontdekking van de landbouw voor het leven van de mensen. Je begrijpt op welke manier de Egyptische staat was georganiseerd. Je weet welke sociale verschillen er in de Egyptische samenleving bestonden. Je begrijpt welke rol het geloof van de Egyptenaren speelde in hun dagelijks leven. Je kunt een onderscheid maken tussen geschreven en ongeschreven bronnen. Je kunt een onderscheid maken tussen primaire en secundaire bronnen. Je kunt uitleggen waarom we Uruk een stad kunnen noemen. Je weet op welke manieren de steden in Mesopotamië hun macht probeerden te vergroten.
15000 v. Chr.
tot 3000 v. Chr.
Tijd van jagers en boeren
10000 v. Chr.
5300 v. Chr.
5000 v. Chr.
10000 v. Chr.
einde laatste ijstijd, uitvinding van de landbouw
Eerste boeren in Zuid Limburg, Bandkeramiek
4000 v. Chr. 3400 v. Chr.
Uruk uitgegroeid tot de eerste stad ter wereld
3300 v. Chr.
het spijkerschrift ontstaat in Mesopotamië, de boeren van de trechterbekercultuur bouwen hunebedden
3000 v. Chr. 3000 v. Chr.
de eerste farao krijgt de macht over Egypte
5300 v. Chr.
eerste boeren in Zuid Limburg, bandkeramiek
2000 v. Chr.
1000 v. Chr. 700 v. Chr.
Nineveh wordt de hoofdstad van het Assyrische rijk
1 28
FEN_e3_1V_LB.indb 28
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.8 Afsluiting
Middellandse Zee
Beneden Egypte
Gizeh kalksteen Sakkara Memphis Faiyum Meer
N ijl
Boven Egypte
Thebe zandsteen
Zee de Ro
zandsteen
Abu Simbel
vruchtbaar land hoofdstad piramide edelstenen goud koper gesteente
Bron 28
0
100
200 km 0
Egypte in de tijd van de farao’s.
25
50 km
strandwallen en duinen
riviervlakte
getijdengebied, zeeklei
rivierduinen
getijdengeul
dekzandgebied
veenmoerassen
lössgebied
beekdalen
keileem aan of nabij het oppervlak (deels gestuwd)
Bron 29
Nederland tijdens de steentijd.
Begrippen Agrarische samenleving Samenleving waarin de landbouw het belangrijkste middel van bestaan is. Ambtenaar Werknemer in dienst van de overheid die helpt bij het besturen van een land. Archeoloog Wetenschapper die onderzoek doet naar het verleden, voornamelijk de Prehistorie. Daarbij zoekt hij bij opgravingen naar ongeschreven bronnen. Bandkeramiek Aardewerk met versiering in de vorm van een band van boeren die vanaf 5300 v. Chr. in Limburg leefden. Cultuur Manier waarop een groep mensen leeft. Elite Kleine groep mensen met veel aanzien en macht.
Evolutietheorie Wetenschappelijke verklaring voor het ontstaan van de mensen. Mensen zouden miljoenen jaren geleden zijn ontstaan uit apen en mensapen. Expansie Uitbreiding van het grondgebied van een staat. Farao De leider van het oude Egypte. Hij bepaalde de wetten in het land. Geschreven bron Bron waarin schrifttekens worden gebruikt. Grafgift Voorwerp dat in het graf van de overledene is gelegd. Hiërogliefenschrift Schrift dat de Egyptenaren gebruikten en dat bestond uit verschillende kleine afbeeldingen.
Hiërarchie Opbouw (bijvoorbeeld van een samenleving) van hoog naar laag in verschillen in aanzien, status en macht. Irrigatielandbouw Systeem waarmee op een kunstmatige manier voldoende water wordt aangevoerd ten behoeve van de akkerbouw. Jager-verzamelaar Mens die leefde van de jacht op dieren en het verzamelen van planten, vruchten en noten. Landbouwrevolutie Het ontstaan van de landbouw, ongeveer 10.000 v. Chr. in het Nabije Oosten. Nomade Mens zonder vaste woonplaats, die rondtrekt van kamp naar kamp.
29
FEN_e3_1V_LB.indb 29
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.9 Keuzestof
Ongeschreven bron Bron die geen schrift bevat, bijvoorbeeld gebruiksvoorwerpen. Polytheïsme Godsdienst waarin meer goden tegelijk worden vereerd. Prehistorie Tijd waarin de mensen geen schrift gebruikten. Primaire bron Bron die gemaakt is in de tijd waarover ze informatie geeft. Ritueel Handeling die gebruikelijk is bij bijvoorbeeld een begrafenis of in een godsdienst. Scheppingsverhaal Verhaal waarin wordt verteld hoe God (of goden)
de wereld en de mens heeft (hebben) gemaakt. Secundaire bron Bron die later gemaakt is dan in de tijd waarover ze informatie geeft. Slaaf Mens die het bezit is van andere mensen en die voor die anderen moet werken. Sociale verschillen Verschillen in positie, aanzien en status van mensen in de samenleving. Staat Land met duidelijke grenzen, dat valt onder een bestuur. Status Aanzien in de maatschappij. Steentijd Periode in de Prehistorie waarin mensen vooral
gebruiksvoorwerpen van steen maakten. Trechterbekercultuur Naam voor verschillende gemeenschappen na ongeveer 4300 v. Chr., die trechtervormig aardewerk maakten. Volk Groep mensen met dezelfde cultuur en taal. Vruchtbare Halve Maan Gebied in het Nabije Oosten waar omstreeks 10.000 v. Chr. de landbouw is ontstaan. IJstijd Periode waarin een dikke ijskap een deel van Europe bedekte.
1.9 Keuzestof •W elke theorieën bestaan er over de functie en de manier waarop grote bouwwerken in de Tijd van jagers en boeren zijn gemaakt?
Piramide, ziggurat en hunebed Monumenten Uit de Tijd van jagers en boeren zijn imposante bouwwerken bewaard gebleven. De hunebedden in Drenthe, een koningsgraf in Ur en de piramide van Sakkara zijn alle drie in de periode tussen 3000 en 2000 v. Chr. gebouwd. Maar omdat er weinig of geen geschreven bronnen uit deze periode bestaan, weten we maar weinig zeker over deze monumenten. Archeologen en andere wetenschappers hebben op basis van onderzoek wel verschillende theorieën over de bouw en de functie bedacht.
Djoser en Puabi Tussen 2650 en 2620 v. Chr. regeerde in Egypte farao Djoser. De farao’s voor Djoser werden begraven in mastaba’s. Dat waren rechthoekige stenen graftombes. Al voor de dood van de heerser begon de bouw. Vizier Imhotep, de belangrijkste minister, had voor Djoser een graf in gedachten dat boven de bestaande mastaba’s moest uitsteken. Daartoe liet hij een aantal mastaba’s op elkaar plaatsen, waardoor een trappiramide werd gevormd. Na de trappiramide veranderde de vorm van de graftombes. De hellingen werden nu schuin en vlak. Omstreeks 1500 v. Chr. werden er geen piramides meer gebouwd. Farao’s werden begraven in prachtig versierde rotsgraven in de Vallei der Koningen in het Zuiden van Egypte. Egypte was niet de enige staat waar voor de heersers een bijzonder graf werd ontworpen. Ook de koningen van de steden in Mesopotamië vonden hun laatste rustplaats in grote graftombes. Deze lagen niet in de ziggurat; die had alleen de functie van tempel. Voor leden van de koninklijke familie werden graftombes uitgehakt in de rotsbodem. Tussen 1922 en 1934 deden archeologen onderzoek in Ur. Daar vonden ze de resten terug van een graf van een koningin. Haar naam was Puabi. Het graf was niet leeggeroofd. Daardoor waren bijzondere grafgiften, zoals beelden en hoofdtooien, al die eeuwen bewaard gebleven.
30
FEN_e3_1V_LB.indb 30
13/05/19 11:09
1 Jagers worden boeren – 1.9 Keuzestof
Bron 30
De trappiramide bij Sakkara, ontworpen door Imhotep voor farao Djoser.
Bron 31
In 1928 werd op basis van archeologisch onderzoek deze tekening van de begrafenis van koningin Puabi gemaakt. Op de achtergrond zijn dienaressen te zien die levend in de tombe werden begraven.
Hunebedden De boeren in het noorden van het huidige Nederland bouwden hunebedden. Dit waren grafmonumenten van op elkaar gestapelde stenen. In de hunebedden werden de doden begraven. De nabestaanden legden er grafgiften bij. Op veel plaatsen in Drenthe kun je tegenwoordig nog overblijfselen van de hunebedden terugvinden. De naam hunebed is pas in de 17e eeuw bedacht. Het woord ‘huinen’ betekende reuzen. Men dacht dat gewone mensen nooit de hunebedden hadden kunnen bouwen, maar dat dit het werk van reuzen was. Tegenwoordig hebben archeologen daar een andere verklaring voor. De stenen die de boeren voor de bouw gebruikten, waren door de ijskappen vanuit Scandinavië naar het zuiden gestuwd. Sommige stenen wegen meer dan 20.000 kilo. Omdat de bouwers de stenen uitzochten op kleur en vorm, moeten de stenen over grote afstanden zijn aangevoerd. Misschien dat voor de bouw verschillende groepen boeren uit een streek bij elkaar kwamen. Met hefbomen en rollende boomstammen konden de loodzware stenen waarschijnlijk worden verplaatst en op hun plek gezet. En wellicht trokken ossen of koeien de zwaarste zwerfkeien via een tijdelijk aangelegde helling bovenop de grafkelder.
Bron 32
Een theorie over de manier waarop de hunebedden werden gebouwd.
31
FEN_e3_1V_LB.indb 31
13/05/19 11:09
www.thiememeulenhoff.nl/feniks
LEERBOEK 1 VWO
Beeld op het omslag Wie heeft deze helm gedragen? Precies weten we het niet, maar hij was van een Tempelier. De Tempeliers waren een ridderorde met een religieus karakter. De ridderorde werd opgericht om pelgrims te beschermen die op bedevaart naar het Heilige Land gingen. In korte tijd werd deze organisatie erg rijk en machtig. Maar na ongeveer 200 jaar kregen ze onenigheid met de Franse koning en dat betekende het einde van de Tempeliers. Of toch niet? Er gaan nog altijd veel geheimzinnige verhalen over hen rond.
Leerboek 1 VWO Naam Klas
Ontdek wie de Tempeliers ĂŠcht waren:
Ontdek het verleden, begrijp het heden.
9 789006 860160
3677_TM_FENIKS_Leerboek_omslag_1 VWO_DRUK.indd 1,3
13/05/19 11:14