13 minute read
2.1 Spanningen in Europa
Deelvraag Wat waren de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?
© Roger Viollet / Getty Images
BrON 4 Een gloednieuw Duits kanon op een tekening uit 1867.
Groot, groter, grootst!
Als de man met de hoge hoed die links naast het kanon staat ongeveer 1,80 meter lang is, dan is het kanon zo’n 3,5 meter hoog. Onder de loop van het kanon zie je de granaten die het kanon kan afvuren. Deze zijn zeker een meter lang. Dit kanon is een killer, dat is duidelijk. Het wordt tentoongesteld op de Wereldtentoonstelling van 1867. Daar lieten fabrikanten uit allerlei landen vol trots hun nieuwste producten zijn. Een machine om chocola te maken, een nieuw type treinwagon, een hijskraan, beton … en een reusachtig kanon.
Een halve eeuw na deze Wereldtentoonstelling had het Duitse leger enkele kanonnen met een loop van zeventien meter. Deze kanonnen schoten granaten af die 2,5 meter lang waren en 1400 kilo wogen. Daarmee vergeleken is het kanon in bron 4 maar een kleintje. Er werden dus steeds krachtiger wapens ontwikkeld. Waarom was dat? En waarom waren mensen er zo trots op? Dat lees je in deze pararaaf.
Modern imperialisme
Europa raakte in de negentiende eeuw geïndustrialiseerd. De fabrieken draaiden op volle toeren en de productie nam toe. Voor de fabrieksproducten waren steeds meer grondstoffen nodig, zoals ijzererts, rubber en hout. Fabrikanten haalden die voor een groot deel uit de koloniën in Afrika en Azië. Veel producten die van die grondstoffen werden gemaakt, werden weer in de koloniën verkocht. Daarom was het hebben van koloniën erg belangrijk voor de economie van de Europese moederlanden. Ieder Europees land probeerde over zo veel mogelijk gebieden in andere werelddelen te heersen. Een andere reden voor dit modern imperialisme was dat een land daarmee zijn kracht kon laten zien, want hoe meer koloniale gebieden een land had, hoe sterker en machtiger zijn positie in de wereld was.
G rote Oceaan A tl anti sch e Oceaan
Indische Oceaan Grote Oceaan
Koloniale bezittingen van Europese landen rond 1900
Spaans gebied
Portugees gebied Brits gebied Frans gebied Nederlands gebied Deens gebied
BrON 5 De Europese koloniën rond 1900
Duits gebied Italiaans gebied Belgisch gebied
De Frans-Duitse oorlog
Duitsland had in 1900 veel minder koloniën dan Groot-Brittannië en Frankrijk. Dat kwam doordat Duitsland als land pas kort bestond. Vóór 1870 waren er tientallen kleine Duitse staatjes. Ze werkten wel samen op allerlei gebieden, maar vormden geen eenheid. De belangrijkste Duitse staat was Pruisen. In 1870 begon er een oorlog tussen Frankrijk en de Duitse staatjes onder leiding van Pruisen. Frankrijk werd verpletterend verslagen. De minister-president van Pruisen kondigde toen aan dat Duitsland voortaan één land zou zijn, met de koning van Pruisen als keizer van dat land. Deze aankondiging werd gedaan in het verslagen Frankrijk, in de mooiste zaal van het paleis van Versailles, eeuwenlang de woning van de Franse koningen. Als verliezer van de oorlog moest Frankrijk bovendien twee provincies aan Duitsland afstaan. De Fransen waren diep vernederd en wilden wraak. De relatie tussen Frankrijk en het nieuwe Duitsland was hierdoor slecht.
Nationalisme
Rond 1900 waren veel mensen in Europa erg trots op hun land, volk en cultuur. Duitsers, Engelsen, Russen en tientallen andere Europese volken voelden een dergelijke trots. Dit nationalisme zorgde voor spanningen tussen de landen. Waarom?
© EMK Cartografie, Deventer
•Nationalisten willen een eigen land voor hun volk. Sommige volken, zoals de Fransen en de Nederlanders, hadden dat al. Andere volken kregen pas in de negentiende eeuw een eigen land. Daardoor waren er in 1900 twee nieuwe en grote landen bijgekomen in Europa: Duitsland en Italië. Vooral Duitsland, dat snel industrialiseerde en een sterk leger opbouwde, werd machtig en invloedrijk. De oude grootmachten
Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland kregen concurrentie! De macht binnen Europa moest opnieuw worden verdeeld. • Veel kleine volken hadden geen eigen land. De gebieden waar zij leefden, lagen in een groter land. Dat was vooral zo op de Balkan, een deel van Zuidoost-Europa. Deze volken gingen verlangen naar een eigen land en waren ontevreden met hun situatie.
Militarisme en bondgenootschappen
Veel Europese landen hadden een groot en goed bewapend leger. Dat was een manier om je land macht en aanzien te geven. Elk land wilde voor zijn leger de beste en nieuwste wapens hebben, en vooral méér wapens dan de andere landen. Door de industrialisatie waren er veel wapenfabrieken die snel heel veel wapens konden produceren. Er ontstond een wapenwedloop, zodat elk groot Europees land rond 1910 over een enorme hoeveelheid wapens beschikte. De meeste burgers zagen dat niet als een probleem. Integendeel: ze waren enorm trots op hun leger. De uniformen van de soldaten, de wapens, de stoere taal van de generaals – veel mensen vonden het prachtig. Door dit militarisme zagen zij oorlog niet als iets slechts, maar als een goede manier om te laten zien hoe sterk en machtig hun land was. De regeringen van de Europese landen begrepen dat je samen sterker staat dan alleen. Daarom sloten veel landen zich aan bij een bondgenootschap. De leden van een bondgenootschap spraken af dat ze elkaar zouden helpen als een van hen werd aangevallen. In 1914 was Europa op die manier verdeeld in twee grote bondgenootschappen.
© �� Corbis. All Rights Reserved.
BrON 6 Poster van het Amerikaanse leger uit de Eerste Wereldoorlog.
Wie waren Franz-Ferdinand en Gavrilo Princip?
Franz-Ferdinand was de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije, een groot land in het midden van Europa. Hij was de neef van de keizer, die zelf geen kinderen had. De keizer en Franz-Ferdinand konden niet goed met elkaar overweg. Toen Franz-Ferdinand trouwde met zijn grote liefde gravin Sophie kwam de keizer zelfs niet naar de bruiloft. FranzFerdinand was een militarist: hij hield van het leger. Toch vond hij dat oorlog zo veel mogelijk voorkomen moest worden. In Oostenrijk-Hongarije woonden twaalf volken. Dat was niet altijd vrijwillig. Het Bosnische volk was, met zijn grondgebied, overwonnen door het Oostenrijk-Hongaarse leger. In Bosnië woonden ook veel Serviërs. Servische nationalisten vonden dat Bosnië niet bij OostenrijkHongarije moest horen, maar bij buurland Servië. Gavrilo Princip was een van deze Servische nationalisten. Hij meldde zich bij het Servische leger om te vechten voor wat hij de ‘bevrijding van Bosnië’ noemde. Maar de Servische majoor met wie hij sprak, lachte hem uit: ‘Je bent te klein en te zwak. Ga naar huis voordat ik je in elkaar sla!’ Princip was beledigd en teleurgesteld. Later hoorde hij over De Zwarte Hand, een geheimzinnige groep die de Oostenrijk-Hongaren uit Bosnië wilde verjagen. Princip sloot zich bij deze groep aan. Toen Franz-Ferdinand en Sophie in juli 1914 de Bosnische stad Sarajevo bezochten, pleegde De Zwarte Hand een aanslag en vermoordde Franz-Ferdinand en Sophie. Princip werd opgepakt. De moord werd de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog. Toen Princip vier jaar later in een Oostenrijkse gevangenis stierf, had die oorlog miljoenen levens gekost.
© RF, public domain
Franz-Ferdinand
(1863-1914) © methode breed vrij gebruik < 7 jaar
Gavrilo Princip
(1894-1918)
Begrippen
bondgenootschap Twee of meer landen die hebben afgesproken om elkaar te helpen. militarisme Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft: uniformen, wapens, medailles. modern imperialisme Gebieden in andere werelddelen veroveren om economische redenen en omdat dit macht en aanzien oplevert. nationalisme Trots zijn op je eigen volk, land en cultuur. staat Aaneengesloten gebied met duidelijke grenzen en één regering. wapenwedloop Strijd tussen landen om wie de meeste en krachtigste wapens heeft.
Opdrachten
Dit weet je al
1 Het begin van de twintigste eeuw
Kies het juiste woord. 1 Aan het begin van de twintigste eeuw nam de kennis over techniek en wetenschap af / toe. 2 De meeste mensen waren optimistisch / pessimistisch over de toekomst.
Aan de slag
2 Groot, groter, grootst!
Lees: Groot, groter, grootst! Bekijk: bron 4.
In deze periode waren mensen trots op een nieuw kanon als dat sterker en dus dodelijker was dan de bestaande kanonnen. Bedenk hiervoor twee redenen.
3 Modern imperialisme
Lees: Modern imperialisme.
a Leg uit waarom de Europese landen in de loop van de negentiende eeuw steeds meer grondstoffen nodig hadden. b Wat heeft opdracht a te maken met het begrip modern imperialisme? c Om welke twee redenen waren koloniën belangrijk voor de economie van de Europese landen? d Neem het schema over.
Verwerk hierin je antwoord bij opdracht b, door bij iedere pijl één woord te zetten.
moederland kolonie
e Welke niet-economische reden was er voor het modern imperialisme? f De Eerste Wereldoorlog had verschillende oorzaken.
Bij opdracht 14 maak je daarvan een lijst. Houd een hele pagina in je schrift vrij voor de antwoorden bij opdracht 14.
De eerste oorzaak van de Tweede Wereld ken je nu. Schrijf die bij opdracht 14.
4 De Europese koloniën
Bekijk: bron 5.
a Welke twee Europese landen hadden rond 1900 de grootste gebieden gekoloniseerd? b Gebruik je antwoord bij opdracht a. Wat zegt dat over de macht van die twee landen? c Vergelijk de grootte van de Duitse koloniën met de grootte van de koloniën van die twee landen.
Wat valt je op?
5 De Frans-Duitse oorlog
Lees: De Frans-Duitse oorlog.
a Vergelijk het Duitsland van 1871 met het Duitsland van vijf jaar daarvoor.
Wat was er veranderd? Gebruik het begrip ‘staat’ in je antwoord. b Leg uit waarom de relatie tussen Duitsland en Frankrijk slecht was. c Schrijf bij opdracht 14 de tweede oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.
6 Nationalisme
Lees: Nationalisme en bron 7.
a Nationalisme is niet per se gevaarlijk, maar kán dat wel zijn.
Welke zin of welke zinnen vind jij een voorbeeld van gevaarlijk nationalisme? 1 Je bent trots op je volk en op de cultuur van je volk. 2 Je vindt jouw volk het beste volk dat er bestaat. 3 Je vindt jouw volk het beste volk dat er bestaat en daarom vind je andere volken minderwaardig. b Is Grey (bron 7) nationalistisch, of juist niet?
Leg je antwoord uit. c Welke zin van opdracht a past het best bij bron 7? d Leg uit dat het nationalisme het modern imperialisme kon versterken.
In 1899 zei de Britse politicus Edward Grey:
“Het Engelse volk verschilt van andere volkeren, omdat het volmaakter is. Niemand zal
Engeland het recht ontzeggen zijn betere en hogere cultuur aan die wilden in Afrika en
Azië op te leggen.”
Naar: een toespraak van Sir Edward Grey, 1899.
BrON 7
7 Spanningen
a Leg uit waarom nationalisme een oorzaak was van spanningen tussen de grote
Europese landen. b Leg uit waarom nationalisme een oorzaak was van spanningen in landen waar meerdere volken leefden. c Schrijf bij opdracht 14 de derde oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.
8 Militarisme en bondgenootschappen
Lees: Militarisme en bondgenootschappen.
a Wat is militarisme? b Wat hebben militarisme en nationalisme met elkaar te maken? c Leg uit waarom er door militarisme snel een oorlog kan ontstaan. d Schrijf bij opdracht 14 de vierde oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.
9 Wapenwedloop en industrialisatie
Bekijk: bron 4.
a Wat heeft de tekening van bron 4 te maken met: 1 de wapenwedloop? 2 militarisme? 3 industrialisatie? b Leg het verband uit tussen de wapenwedloop en de industrialisatie.
10 Bondgenootschappen en ruzie
a Leg uit dat door bondgenootschappen de kans toeneemt dat méér landen betrokken raken bij een klein conflict. b Wie lid is van een bondgenootschap kan betrokken raken bij een ruzie van anderen.
Waarom werden veel landen toch lid van een bondgenootschap? c Schrijf bij opdracht 14 de vijfde oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.
11 Wapenwedloop
a Waardoor ontstond er in Europa een wapenwedloop? b Stelling: De wapenwedloop was een van de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
Sommige historici zijn het eens met deze stelling, andere juist niet.
Verdeel de taken: een van jullie bedenkt argumenten vóór de stelling, de ander bedenkt argumenten tegen de stelling. c Praat met elkaar over de stelling en jullie argumenten daarbij.
Kom daarna tot een conclusie: welke historici hebben volgens jullie gelijk?
12 Oorzaak en aanleiding
Je oefent: oorzaak en aanleiding.
Lees: Wie waren Franz-Ferdinand en Gavrilo Princip? en lees de tekst Moord op de kroonprins.
a Wat is het verschil tussen oorzaak en aanleiding? b Leg uit waarom de moord op Franz-Ferdinand een aanleiding was tot de Eerste
Wereldoorlog en geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog. c Schrijf bij opdracht 14 de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog.
Moord op de kroonprins
Op 28 juni 1914 waren de straten van Sarajevo vol mensen. Gavrilo Princip en zijn vrienden hadden urenlang staan wachtten voordat de stoet auto’s in zicht kwam. Kroonprins Franz-Ferdinand en zijn vrouw Sophie zaten in een open auto. De auto reed langs Princips vriend Cabrinovic, eveneens een lid van De Zwarte Hand. Deze pakte zijn granaat en gooide hem in de auto. De granaat stuiterde de auto weer uit en belandde onder de volgauto. Pas daar ontplofte de granaat. Drie inzittenden raakten gewond. De aanslag was mislukt en Cabrinovic werd opgepakt. Teleurgesteld ging Princip naar een restaurant. Toen hij daar door het raam naar buiten keek, zag hij tot zijn verbazing de auto van Franz-Ferdinand en Sophie langsrijden. Hij rende naar buiten en zag dat de auto stopte en vervolgens langzaam achteruitreed, naar hem toe. Later bleek dat Franz-Ferdinand zijn chauffeur de opdracht had gegeven om naar het ziekenhuis te rijden, omdat hij daar de drie gewonde mannen wilde bezoeken. De chauffeur was de verkeerde straat ingereden en moest terug. Gavrilo Princip zag zijn kans. Hij pakte zijn pistool en vuurde drie keer. Sophie werd in haar buik geraakt en was vrijwel meteen dood. Franz-Ferdinand werd geraakt in zijn nek. ‘Sophie, Sophie, niet doodgaan! Blijf leven voor onze kinderen!’ waren zijn laatste woorden. Kort daarop stierf ook hij.
13 Een standbeeld voor Princip?
Het belang van geschiedenis: Over veel onderwerpen bestaan verschillende meningen. Soms komt daar ruzie van. Door je te verplaatsen in de mening van de ander, kun je een ruzie soms voorkomen. Geschiedenis kan daarbij helpen. a In 2015 is in Servië een standbeeld opgericht voor Gavrilo Princip. De mensen die dat bedachten, vinden dat Princip een idealist was die het opnam voor Servië. Hij verdient daarom een standbeeld, vinden ze.
Verklaar deze mening. Doe dat zo:
Een idealist is … (maak de zin af). Princip was een idealist, want … (geef uitleg). b Volgens anderen was Princip een terrorist. Verklaar ook deze mening, op dezelfde manier als bij opdracht a. c Vind je het verstandig dat er een standbeeld is voor iemand over wie zo verschillend wordt gedacht? Waarom wel of niet? d Bedenk een voorbeeld uit onze tijd van een persoon die volgens sommige mensen een standbeeld verdient en volgens andere mensen juist niet.
Vat samen
14 Oorzaak en aanleiding
Je oefent: oorzaak en aanleiding. a Welke vijf oorzaken had de Eerste Wereldoorlog? b Wat was de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog?
Verdieping
15 Wat nou als ...?
Veel historische gebeurtenissen hadden ook anders kunnen verlopen. Stel dat Gavrilo Princip meteen na de mislukte aanslag van Cabrinovic naar huis was gegaan. Dan had de kroonprins misschien nog geleefd. We noemen dat de ‘wat-als-geschiedenis’: wat zou er gebeurd zijn als ... ? Hier staan twee wat-als-situaties. 1 Wat als Gavrilo Princip niet was uitgelachen door de majoor, maar werd aangenomen in het leger. 2 Wat als Franz Ferdinand niet naar Sarajevo was gegaan, maar door griep thuis was gebleven. Kies een van de wat-als-situaties. Schrijf een verhaal zoals in opdracht 12 vanuit de watals-situatie die je koos. Maak duidelijk hoe het leven van Gavrilo Princip in deze wat-als-geschiedenis verloopt. Wat maakt hij mee? Hoe voelt hij zich? Gebruik je fantasie!
Havo-opdracht
16 Poster met een boodschap
Bekijk: bron 6.
a Geef aan wat deze bron te maken heeft met: 1 nationalisme 2 militarisme 3 de wapenwedloop 4 modern imperialisme.
Doe dit zo veel mogelijk aan de hand van beeldelementen in de bron. b Stel: de maker van bron 6 wil met de poster een nationalistische boodschap overbrengen.
Bedenk een bijschrift bij bron 6 dat die boodschap versterkt. c Bedenk een bijschrift waarmee de nadruk wordt gelegd op militarisme. d Bedenk een bijschrift waarmee de nadruk wordt gelegd op modern imperialisme.
Onthouden: 1, 6, 7a, 12 Begrijpen: 2, 3, 4, 7b, 7c, 8, 9, 10, 11, 14, 16 Toepassen: 5, 13, 15