België-Belgique PB Berchem 1 - 2de afd. 8/2564
magazine DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2008 • NR 4 • OKT - NOV - DEC
• Duurzaam van 9 to 5 • Fijn stof • Klimaatverandering en gevolgen voor tewerkstelling • Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging! • Green Companies • Donderdag Veggiedag Afgiftekantoor: 2600 Berchem 1 - 2de afd. • Erkenningsnummer: P209314 Afzender: A&M, Statiestraat 179, 2600 Berchem
ARBEID
&
MILIEU
1
INHOUD
is een driemaandelijkse uitgave van “Arbeid & Milieu” vzw Statiestraat 179 - 2600 Berchem Tel. (03) 218 74 72 secretariaat@a-m.be • www.a-m.be Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 9u tot 17u bereikbaar. Redactie: Statiestraat 179 - 2600 Berchem Druk: De Wrikker Lay-out: www.x-oc.com Foto cover: Klimaatactie 6/12/2008 © Alexandre Seron Arbeid & Milieu Magazine is een initiatief van “Arbeid & Milieu” vzw. “Arbeid & Milieu” vzw is een samenwerkingsverband waarin de arbeidersbeweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu. A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, columns en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M Magazine kost € 15. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rekeningnummer Fortis 001-1495955-97, met vermelding ‘Abonnement 2008’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst. Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons op tel: 03/218.74.72 of e-mail secretariaat@a-m.be “Arbeid & Milieu” vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen “Arbeid en Milieu Nieuws” uit. Redactieraad: Dietmar Bosmans, Peter Bostyn, Bram Claeys, Annick Clauwaert, Timothy De Clerck, Dominique Kiekens, Danny Jacqmot, Karin Mels, Thijs Calu, Kris Van Eyck, Ellen Van Hertbruggen, Anton Gerits, Tom Willems. VU: Anton Gerits Statiestraat 179 - 2600 Berchem Arbeid & Milieu Magazine is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkt. De redactie is niet gebonden door de inhoud van de opgenomen advertenties. Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.
2
ARBEID
& MILIEU
Inhoud
Antwerpse chemiereus. Kom hier te weten hoe de délégués en het bedrijf met dit moeilijke thema omgaan.
4
15
Limburg Logistieke Poort
Klimaatactiedag 6 december 2008
Op 4 november 2008 werd in Hasselt nagedacht over de toekomst van Limburg als logistieke draaischijf. Onze voorzitter bereidde als moderator alvast enkele pittige vragen voor om de sprekers het vuur aan de schenen te legen.
Op Sinterklaasdag organiseerde de Klimaatcoalitie een actiedag in Brussel. De 3 vakbonden zijn ook lid van deze coalitie. Tom Willems (ACV) legt uit welke accenten de vakbonden leggen in deze coaltie.
6
Van Groene Huize
Komimo organiseert jaarlijks de Heen-enWeer week, en de week van de vervoering. Een blik achter de schermen.
7
Duurzaam van 9 to 5 Dit voorjaar organiseert Arbeid en Milieu een aantal focusgroepen over duurzaam ondernemen. Maak kennis met de begeleiders van deze thema’s.
8
Tewerkstelling en energiebesparing Oostende In september 2008 trok Arbeid en Milieu naar Oostende, om te kijken hoe een gemeentebestuur zijn inwoners kan helpen bij investeringen in energiebesparing. Ook de enegiesnoeiers waren erbij.
10
Klimaatverandering en gevolgen voor tewerkstelling Er zullen geen banen sneuvelen door de klimaatverandering, maar wel verschuivingen optreden binnen sectoren. Het Nederlandse banenplan Green4Sure, het plan van Agoria en ook de de studie van de Europese vakbond werden door Arbeid en Milieu onder de loupe genomen.
12
Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging! Milieu is een belangrijk thema bij BASF, de
17
Website van de maand Green Companies, de nieuwe website van Agoria, zet bedrijven in de kijker die een bijzondere inspanning leveren op milieuvlak. Arbeid en Milieu was nieuwsgierig, en pluisde de website uit.
19
CO2-uitstoot personenwagens Vorige editie was de milieubeweging aan het woord over het lobbywerk rond de Europese regelgeving. Nu vertolken de 3 vakbonden hun mening.
21 23
Fijn stof
Wat is nu juist dat fijn stof? En wat betekent PM10?
Donderdag Veggiedag Door één dag per week geen vlees te eten, bespaar je kilo’s CO2, liters water, honderden bomen en een aantal mensenlevens.
24
Ik Kyoto
Wouter Dossche van Ingenium legt uit waarom hij met zijn bedrijf heeft deelgenomen aan de Ik Kyoto campagne in 2008.
26
Verwarming
Tijdens de winter moeten we stoken om het warm te hebben. Arbeid en Milieu zoekt uit hoe we op het werk én thuis kunnen besparen op de verwarmingsfactuur.
REDACTIONEEL
Duurzaam van 9 to 5: het vervolg Bij de start van het nieuwe jaar maken we elk jaar weer enkele ‘goede voornemens’. Ga je in 2009 eens wat meer die fiets opspringen en de auto op stal laten om nar de bakker te gaan? Misschien ga je wel één dag per week je portie vlees laten? Dit soort voornemens zijn voor jou een kleine inspanning, maar betekenen voor onze planeet een wereld van verschil.
O
duurzamer te ondernemen. Zeven thema's kwamen aan bod: 1. duurzaam aankopen 2. duurzaam productie-en materialenbeheer 3. duurzaam beleggen 4. duurzaam energiebeheer 5. duurzaam woon-werk verkeer 6. duurzaamheidsverslaggeving 7. duurzaam personeelsbeleid
Ook op je werk kan je meer bijdragen tot een duurzamer wereld dan je op het eerste zicht denkt. Enkele voorbeelden: • Met de uitbater van het bedrijfsrestaurant gaan praten over voedingsproducten afkomstig van biologische landbouw of fair trade: deze producten worden doorgaans geproduceerd met respect voor mens en milieu • Met de trein of de bus naar het werk gaan, of waarom niet, met de fiets: goed voor de portemonnee en minder stress • recycleerbaar papier aankopen: dat ziet er even goed uit als gewoon wit papier, maar er moeten wel minder bossen gekapt worden • een energieaudit laten uitvoeren
Heb je de studiedag gemist, maar wil je weten wat er gezegd is? Geen probleem, op onze website kan je de verslagen van deze 7 workshops raadplegen.
Op onze studiedag 'Duurzaam van nine to five' op 8 december in Leuven hebben we met 80 mensen, voornamelijk militanten uit vakbonden, samengezeten om te bespreken wat allemaal mogelijk is om
Meer info rond het project en de praktische organisatie van de focusgroepen vind je op: www.a-m.be/duurzaam9to5.html
Nu gaan we een stap verder: in het voorjaar van 2009 gaan we per thema in focusgroepen bekijken hoe je als werknemer of délégué concreet aan de slag kan gaan met deze thema’s. Heel concreet gaan we per thema 1 of 2 keer samenkomen, om te kijken wat je in je bedrijf juist kan doen, of een case te bestuderen (bedrijf dat goed bezig is op dat thema), eventueel via een bedrijfsbezoek. Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu
Data en locaties voor de eerste bijeenkomst van de focusgroepen liggen reeds vast: Focusgroep Locatie
Datum en uur 1e bijeenkomst
Duurzaam aankopen
Gent
Woensdag 28 januari, 19.30 - 22u
Duurzaam energiebeheer
Berchem (Arbeid en Milieu)
Dinsdag 3 februari, 9u30 - 12u
Duurzaamheidsrapportering
Gent
Woensdag 4 februari, 9.30 - 12u
Duurzaam personeelsbeleid
Leuven (ABVV)
Woensdag 4 februari, 13.30 - 16u
Duurzaam beleggen
Leuven (ACW)
Maandag 9 februari 13.30 - 16u
Duurzaam woon-werk verkeer
Brussel (ACLVB)
Dinsdag 10 februari, 9.30 – 12u
Duurzaam productie- en materialenbeheer
Berchem (Arbeid en Milieu)
Vrijdag 13 februari 9.30 – 12u
Wie wil meedenken in één (of meerdere) van onze focusgroepen, kan zich inschrijven via de volgende contactpersonen: ACV
Kris Van Eyck
02/ 246 32 51
kvaneyck@acv-csc.be
ABVV
Danny Jacqmot
02/ 506 82 35
djacqmot@vlaams.abvv.be
ACLVB
Timothy De Clerck
09/ 222 57 51
timothy.de.clerck@aclvb.be
Milieubeweging
Kristof Debrabandere
02/ 282 17 37
kristof.debrabandere@bblv.be
Anderen
Secretariaat Arbeid en Milieu
03/218.74.72
secretariaat@a-m.be
ARBEID
&
MILIEU
3
BELEID
Limburg Logistieke Poort Het VIL (Vlaams Instituut voor de Logistiek) maakt per provincie een studie waarin ze de logistieke mogelijkheden van een regio onderzoekt. Logistiek is een niet te missen trein voor werkgevers, werknemers en het beleid. Zeker in Limburg waar open ruimte en arbeidskrachten voorhanden zijn, stelt het VIL voor de krachten te bundelen in een sterk logistiek en distributiebeleid.
D
De gemeenschap investeert hierbij in infrastructuur, opleidingen, ICT dienstverlening, ruimte voor opslagplaatsen en overlegfora. Het logistiek plan Limburg betrekt Lommel (Noord-Limburg), Tongeren (Zuid-Limburg), Ham (West-Limburg), Lanaken (Oost-Limburg) en Genk als centraal rangeer punt. Gezien de economische situatie van de regio waar investeringen en tewerkstelling welkom zijn alsook de verwachte impact op ruimte en wegverkeer zijn er nogal wat belangen gemoeid met het logistiek plan Limburg. Daarom organiseerde de Minaraad Limburg een informatie avond op 4 november jongstleden. Karel Vanroye lichtte de studie Limburg Logistiek en Extended Gateway toe. Daarna vond een panelgesprek plaats waarin volgende belangengroepen zetelden: (zie foto’s) • Haven Genk (Paul Cornelissen) • NV De Scheepvaart (Joël Bijnens) • Stad Genk (Jef Gabriëls) • Instituut voor Verkeerskunde (Willy Miermans) • Bond Beter Leefmilieu (Erik Grietens)
vlnr: Paul Cornelissen, Joël Bijnens, Jef Gabriels, Willy Miermans, Erik Grietens
De schrijfster van dit artikel was de moderator van het panelgesprek. Vakbonden, burgemeesters, leden van natuurpunt en werknemers van het VIL zaten in de zaal. Het beloofde een bewogen avond te worden...
Logistiek in het kwadraat Dhr. Vanroye (Buck Consultants) ging bij de voorstelling van de studie ervan uit dat logistiek geen keuze maar een noodzaak was voor Limburg. Hij viel meteen met de deur in huis, stippelde assen uit van Lommel naar Tongeren en van Ham naar Lanaken allemaal over Genk, werd technisch en situeerde Limburg als het hinterland van de Haven van Antwerpen. Antwerpen zou de verdeling van goederen zelf niet aankunnen en hier kan Limburg inspringen mits een verhoging van de bruggen op het Albertkanaal, het terug in werking stellen van een aantal spoorlijnen en het versneld uitvoeren van infrastructurele plannen (knooppunt Lummen, Noord-Zuid verbinding,…). Deze infrastructurele werken maken van Limburg een trimodaal vervoersnetwerk. Goederen gaan over wegen, water en spoorlijnen naar hun bestemming. Volgens dhr. Vanroye verlost het trimodaal gegeven ons van milieuhinder en overlast. Vervoer over water en spoor kan rekenen op een lage uitstoot en stoort amper iemand, zo bewijst de studie. Debatsthema’s Tijdens het debat met het panel en de zaal kwamen de volgende thema’s aan bod: - Volstaat de trimodale structuur om milieuhinder en overlast uit de weg te gaan? - Zou de studie niet beter de ecologische voetafdruk hanteren om de milieueffecten te meten? Een meetinstrument dat tegenwoordig in elke zichzelf respecterende Europese studie wordt gebruikt. - Is het wel opportuun om alles in te zetten op logistiek? Wetende dat die sector minder tewerkstelling genereert per hectare dan industriële activiteiten. - Limburg is niet groot. Toch duidt de studie 5 clusters aan: Lommel, Tongeren, Ham, Lanaken en Genk. Waarom zoveel clusters voor zo een klein gebied? Volstaat de trimodale structuur om milieuhinder en overlast uit de weg te gaan? Wat het eerste thema betreft waren alle panelleden het erover eens dat investeringen in vrachtvervoer over water en spoor enkel maar aangemoedigd kunnen worden. Wel wezen het Instituut voor de Verkeerskunde en de BBL erop dat wij het multiplicator effect van meer wegvervoer niet mogen onderschatten. Met andere woorden, spreken van geen milieuhinder en overlast dankzij de trimodale structuur zou te voorbarig zijn. Zou de studie niet beter de ecologische voetafdruk hanteren om milieueffecten te meten? Aansluitend op het eerste thema stelde de zaal de vraag waarom de studie bij het berekenen van
4
ARBEID
& MILIEU
BELEID tewerkstelling genereren met respect voor het pad die de vakbonden doorheen de geschiedenis voor ons effenden. Waarom zoveel clusters voor zo een klein gebied? Zowel de opdeling van Limburg in 5 clusters als de opmerking uit de zaal dat Limburg Logistiek amper verder dan een studie geraakt tonen aan dat de Limburgse bedrijven, haventjes, steden, gemeenten zich concentreren op de eigen voordelen. De samenwerking tussen de actoren komt zeer moeilijk van de grond. Iedere heilige zijn kruisje maakt van Limburg logistiek een kluwen waar weinig overkoepelend platform tegenop kan. Bij de aanvang van de studieavond bleek Logistiek de enige wensbare optie te zijn. Op het einde van de studieavond blijkt dat enerzijds belangenverenigingen bezorgd zijn om milieu en tewerkstelling en pleiten voor een ambitieuzer plan en anderzijds de Limburgse bedrijven, haventjes, gemeenten en steden amper aan samenwerking toekomen.
de milieueffecten niet de ecologische voetafdruk gebruikt? Europa beveelt de voetafdruk sterk aan bij economische studies. Uiteindelijk zal Limburg Logistiek zich toch ten aanzien van Europa dienen te verantwoorden met de criteria van de voetafdruk. Dhr. Vanroye antwoordde dat de ecologische voetafdruk niet als uitgangspunt werd genomen voor het berekenen van de milieueffecten. Waarom? Daar kreeg de zaal geen antwoord op. Is het wel opportuun om alles in te zetten op logistiek? Het derde gespreksthema stelt de meerwaarde van logistiek voor tewerkstelling in vraag in vergelijking met andere kernactiviteiten. Bovendien zou logistiek & distributie een zeer conjunctuurgevoelige sector zijn waar werkkrachten het ene moment broodnodig en het andere er teveel aan zijn. Ook met deze stelling was het panel het eens. Werkgevers-politiek en BBL weten dat de logistieke sector qua tewerkstelling niet de beste van de klas is. BBL vindt bovendien dat werkgevers met hun voorkeur voor logistiek zich weinig ambitieus opstellen. Ze laten in de concurrentiestrijd hun agenda bepalen door China, Indïe en Brazilië. Allemaal landen waar werknemers minderwaardige producten in minderwaardige omstandigheden en voorwaarden produceren. Die minderwaardige producten en grondstoffen moeten dan over de hele wereld verspreid worden. BBL stelt voor om ons bijvoorbeeld niet afhankelijk te maken van Chinese steenkool. De Chinese mijnen zijn levensgevaarlijk, de werknemers verdienen ten aanzien van de risico’s die ze nemen amper iets en energie opwekken met steenkool is uitzonderlijk vervuilend. BBL pleit ervoor om onze kennis en middelen optimaal in te zetten voor alternatieve energie en een ecologische industrie. Sectoren die volwaardige
Uit het panelgesprek kunnen we afleiden dat de actoren investeringen in water en spoorvervoer graag aanmoedigen. De trimodale structuur vermindert hinder van vrachtvervoer. Verder stelt de milieuvereniging voor de ecologische voetafdruk te gebruiken om de milieueffecten te meten en een meer ambitieus plan op te stellen waarbij wij ons niet afhankelijk maken van minderwaardige producten geproduceerd in minderwaardige omstandigheden en aan minderwaardige voorwaarden. De Limburgse actoren die het plan dienen uit te voeren: bedrijven, gemeenten, steden zijn sterk gefocust op eigenbelang waardoor de regio in te veel clusters wordt opgedeeld en het geheel minder werkbaar wordt. Dominique Kiekens, voorzitter Arbeid en Milieu Met dank aan de provincie Limburg en fotograaf Marc Scheepers voor het leveren van foto’s Dominique Kiekens
ARBEID
&
MILIEU
5
V
A
N
K
G
O
R
O
E
M
N
E
I
H
U
M
I
Z
E
O
Komimo vzw, Koepel Milieu & Mobiliteit, fungeert als een permanent overlegforum tussen 8 milieu- en mobiliteitsorganisaties. Komimo is vertegenwoordigd in verschillende fora en wil daar met gezamenlijke standpunten over duurzame mobiliteit beleidsbeïnvloedend werken. Ook via de media pleit de koepel regelmatig voor maatregelen die duurzame mobiliteit bevorderen. Komimo coördineert samen met de lidorganisaties acties en campagnes om duurzame mobiliteit te promoten bij werkgevers, werknemers, overheden, scholen en individuen. Contactgegevens Koepel Milieu & Mobiliteit vzw Koningin Maria Hendrikaplein 65 b 9000 Gent tel. 09 242 32 35 contact@komimo.be www.komimo.be Ontstaan In 1996 is Komimo vzw (toen nog Komitee Milieu en Mobiliteit) opgericht door de Fietsersbond, Langzaam Verkeer (nu Mobiel 21), Centrum voor Positieve Aanwending (Taxistop), de Bond van Trein-, Tram- en Busgebruikers en de Bond Beter Leefmilieu. Deze verenigingen ontwikkelden reeds samen initiatieven voor duurzame mobiliteit en wilden deze werking uitbreiden en professionaliseren. Niet veel later vervoegde ook de Voetgangersbeweging Komimo. In 2005 werden ook Trage Wegen en Autopia lid van de Koepel Wat? Samen met de lidorganisaties wil Komimo consumenten aanzetten tot een bewuster autoverbruik, bedrijven sensibiliseren tot het nemen van maatregelen die duurzaam woon-werkverkeer bevorderen, overheden ondersteunen in milieuvriendelijke mobiliteitskeuzes en draagvlak creëren om die maatregelen acceptabel te maken. Concreet ijvert Komimo o.a. mee voor een slimme kilometerheffing en de consequente toepassing van het STOP-principe. De medewerkers: Op dit ogenblik zijn er 2 medewerkers aan de slag bij Komimo. Eén van beiden staat in voor de coördinatie en de communicatie van de Heen-en-weer-week en de Aardig-op-weg-week. De andere leidt het beleidswerk in goede banen, brengt gezamenlijke standpunten naar buiten en vertegenwoordigd de Koepel in verschillende overlegfora, zoals de Mobiliteitsraad van Vlaanderen. In 2009 zal Komimo een derde medewerker rekruteren. Die zal instaan voor de dienstverlening aan de lidorganisaties, het stroomlijnen van informatie-uitwisseling, enz. Website en e-zine: Op www.varieerinhetverkeer.be lees je meer over de Heenen-weer-week en de Aardig-op-weg-week. Op www.komimo.be
vindt je momenteel een beknopte voorstelling van de organisatie en de leden. In november werd deze website vernieuwd en kan de bezoeker er o.a. actuele standpunten lezen en activiteiten rond duurzame mobiliteit opsnorren. De 3-maandelijkse (gedrukte) nieuwsbrief biedt de lezer artikels over projecten, campagnes, vormingen en activiteiten. . Komen jullie soms in contact met de vakbonden? De Heen-en-weer-week staat sinds 2007 in het teken van duurzaam woon-werkverkeer. Bij die gelegenheid zijn er contacten gelegd met de verschillende vakbonden. In 2007 werden ze betrokken in het debat rond fiscaliteit en woon-werkverkeer. Ook bieden ze communicatieve ondersteuning bij de promotie van de campagneweek. In 2009 leggen we voor een laatste keer de focus op duurzaam pendelen. Daarbij wordt opnieuw uitgekeken naar een samenwerking met de vakbonden. Ideaal groeit deze gelegenheidssamenwerking uit tot een overleg met een meer permanent karakter. Komimo en de vakbonden treffen elkaar ook in de Mobiliteitsraad van Vlaanderen. Activiteiten in de kijker Ongetwijfeld de 2 weekcampagnes. Deze campagnes zijn een kweekvijver voor succesvolle acties zoals Met Belgerinkel naar de Winkel, Veilig en Milieuvriendelijke naar School (nu Sam van de Verkeersslang), ‘ik kyoto’, het Autoluw Weekend en de Strapdag. Deze campagnes worden al 13 jaar gevoerd en zijn vaste prik in de agenda van heel wat verenigingen, scholen en lokale overheden. Toekomstperspectieven Niet alleen met sterke campagnes, maar ook met doortastend beleidswerk wil Komimo samen met de lidorganisaties een stempel drukken op het mobiliteitsbeleid. We blijven ijveren voor duurzame keuzes die het milieu en de verkeersveiligheid ten goede komen. De komst van een derde medewerker zal de slagkracht van de mobiliteitsorganisaties alleen maar vergroten. Ilse Fannes Campagnecoördinator Komimo vzw © YelRatajczak
6
ARBEID
& MILIEU
DUURZAAM 9-5
Duurzaam van nine to five De workshops en focusgroepen worden ‘getrokken’ door 7 mannen en vrouwen, die elk deskundig zijn in hun thema. We vroegen aan hen waarom ze zich geëngageerd hebben in ons project Duurzaam van nine to five. Dirk Van Braeckel Duurzaam Beleggen ‘Een hele tijd geleden werkte ik voor Arbeid & Milieu, en daar heb ik nog altijd goede herinneringen aan. Het verenigen van sociale en milieubelangen is en blijft een krachtig instrument op de weg naar duurzamen ontwikkeling en als ik daar een steentje aan kan bijdragen dan doe ik dat met heel veel plezier.’ Kristof De Brabandere Duurzaam Productie- en Materialenbeheer “We leven in bijzonder interessante tijden. “Duurzaam ondernemen” zal hét werkwoord van de 21ste eeuw worden. Dit is een zware, maar gedeelde verantwoordelijkheid voor ons allen. Persoonlijk vind ik dit dan ook het mooie van dit project: de nogal vage term “duurzaam ondernemen” vertalen naar praktische aanknopingspunten waar we elk mee van start kunnen gaan. En daar draait het toch allemaal om.” Peter Bostyn DuurzaamheidsRapportering Vakbonden zijn nodig om te vermijden dat het gepraat over duurzame ontwikkeling kletskoek wordt. Duurzame ontwikkeling betekent niet veel als ze niet gepaard gaat met diepgaande veranderingen in de samenleving. Want dan zetten we dezelfde economische ontwikkeling op wereldvlak gewoon voort met andere retorische middelen. Françoise Vermeersch Duurzaam Personeelsbeleid MVO, dat is meer dan een mooi imago ophouden. Het is ervoor zorgen dat alle werknemers in het bedrijf kansen krijgen op een goede tewerkstelling, in goede omstandigheden en met goede kansen op leren en ontplooiing. Allemaal goed en wel, maar hoe kunnen we dat in elk bedrijf realiseren?
Ellen Van Hertbruggen Duurzaam Woonwerk verkeer Elke burger is op zijn vrijheid gesteld, maar toch moeten we alle mogelijke inspanningen leveren om een mentaliteitswijziging tot stand te brengen en autogebruikers voldoende alternatieven aan te reiken voor een duurzame mobiliteit. Duurzame mobiliteit staat immers voor: meer veiligheid, minder fileleed en een gezonder milieu. Een win-win-win situatie dus voor werknemers, werkgevers en het milieu! Edwin Van Raemdonck Duurzaam Energiebeheer Ik ben vele jaren werkzaam geweest en de chemie, waar ik kon vaststellen dat de inbreng van de werknemers op de werkvloer van enorme betekenis is. Zo werden verschillende zaken gerealiseerd met direct merkbare positieve effecten op energieverbruik en dus ook op de energiefactuur. Als ik rondom mij kijk, denk ik dat er in de ondernemingen nog heel wat mogelijk is op het gebied van energiebesparing, met eenvoudige maatregelen. Kris Michiels Duurzaam Aankopen Met geld is alles te koop en vele mensen stellen zich daar géén vragen bij. We beseffen wel dat niet iedereen leeft op de manier dat wij dit kunnen. Daarenboven kunnen we ons de vraag stellen of dit in de toekomst voor de komende generaties nog mogelijk zal zijn. Maar tegelijk kunnen we zelf ons steentje bijdragen door producten te gebruiken die in sociaal en ecologisch verantwoordde omstandigheden geproduceerd zijn. Welke projecten bestaan er? Welke mogelijkheden hebben we in de praktijk? Thijs Calu en Anton Gerits
ARBEID
&
MILIEU
7
ACTIVITEIT
Tewerkstelling en energiebesparing in Oostende In het Stadhuis van Oostende kwamen 15 mensen opdagen voor deze activiteit van Arbeid en Milieu. Volgende onderwerpen kwamen aan bod. De presentaties van de 3 sprekers kan je downloaden.
E
EOS Oostende Bart Van Camp, directeur van EOS, gaf een toelichting bij de werking van het Autonoom Gemeentebedrijf voor Energiebesparing van Oostende. EOS richt zich op 3 soorten activiteiten. 1. Energiecafés Het organiseren van energiecafés, gericht op het sensibiliseren van de inwoners. 2. Energiescans Het uitvoeren van energiescans (600/jaar). Het gaat hier over kleine ingrepen, die worden uitgevoerd door 2 energiescanners (in samenwerking met vzw Duinenwacht, een sociale economie bedrijf) 3. Renteloze leningen Het ter beschikking stellen van Renteloze leningen voor grote structurele ingrepen. Hiervoor ontvangt EOS middelen van de FRGE1. EOS ontvangt maximaal 2 miljoen euro, en moet mimimaal 200 renteloze leningen uitschrijven.
In de toekomst zal EOS nog meer nadruk gaan leggen op het isoleren van daken. De Energiesnoeiers Komosie2 heeft met de energiesnoeiers binnen de Sociale Economie een sector energiebesparing gecreeerd. Etienne Rubens, medewerker Energiesnoeiers bij Komosie, schetst de belangrijkste pistes van dit project. 1. Energiescans Anno september 2008 zijn 80 energiesnoeiers aan de slag in 22 energiesnoeiersbedrijven. Zij voeren 24.400 scans uit in 106 Vlaamse gemeenten. 2. Uitgebreid pakket eenvoudige ingrepen Het gaat hier om kleine energie- en waterbesparende ingrepen, die reguliere aannemers niet aanbieden, en waarbij de klant energie bespaart vanaf de 1e dag. Klanten krijgen ook eenvoudige energietips (fiches). (start in het najaar van 2008) 3. Eenvoudige grotere ingrepen: isoleren van zolder of hellend dak. Dit is de maatregel met de kortste terugverdientijd. De energiesnoeiers krijgen een degelijke opleiding van Komosie in samenwerking met de VDAB. Er is ook samenwerking met de bouwsector. (start in het najaar van 21008) Volgens Komosie staan de Energiesnoeiers op het kruispunt van 4 beleidsdomeinen: • milieu- en energiebeleid • tewerkstellingsbeleid • sociaal beleid (kansarmoedebestrijding) • woonbeleid In de toekomst ziet Komosie nieuwe beroepen ontstaan: passiefbouw, energiedeskundige EPC, isolator, luchtdichtingsspecialist, ... Voor de grotere ingrepen stelt Komosie voor om nauwer met de bouwsector te gaan samenwerken, bv. door het clusteren van isolatieactiviteiten van reguliere aannemers in een SE-bedrijf. Voor het realiseren van het project Energiesnoeiers heeft Komosie samenwerkingsverbanden gesmeed op verschillende beleidsniveaus en beleidsdomeinen.
8
ARBEID
& MILIEU
ACTIVITEIT Peter Bostyn (ABVV)
Samenwerking met vakbonden? Interessant voor Arbeid en Milieu zijn de volgende mogelijkheden tot samenwerken met de vakbonden die Komosie voorstelt met betrekking tot: 1. Sociale economie en werkgelegenheid • brug slaan tussen reguliere en sociale economie • onderzoek van verdere mogelijkheden 2. Milieu en energie • opstart van gezamenlijke projecten, zoals bv. Samenaankoop (cfr ACW-Limburg) • (sociaal) energiebewustzijn vergroten binnen reguliere bedrijven 3. Woonbeleid • Integreren van Energiesnoeiers in bestaande initiatieven en reguliere (bouw)sector, met respect voor de rechten van werknemers 4. Sociaal beleid en kansarmoedebestrijding • Bereiken van sociaal zwakkere doelgroepen Uit het debat dat volgde na deze toelichting bleek dat in sommige regio's er al een vorm van betrokkenheid bestaat van de vakbonden bij de Energiesnoeiers. Zo volgen de vakbonden in Kortrijk via de regionale RESOC het plaatselijke energiesnoeibedrijf BND3 Kortrijk op. Energiezuinig wonen is een basisrecht Tot slot stond Peter Bostyn van de studiedienst van ABVV stil bij de financieringsmogelijkheden, en enkele goede voorbeelden uit het buitenland. Financieringsmogelijkheden Om investeringen in energiebesparing ook mogelijk te maken voor de lagere inkomensgroepen, moet het systeem van Derde partijfinanciering veel sterker uitgebouwd worden. Hierbij worden de energiebesparende investeringen voorgefinancierd door een derde partij, waarbij de klant door de lagere energiefactuur in staat is om, gespreid over enkele jaren, de initiële investering terug te betalen. Dit zou een win-win operatie be-
Bart Van Camp (EOS)
Etienne Rubens (Komosie)
tekenen voor alle partijen, en bovendien zou ook de werkgelegenheid er wel bij varen. De middelen uit het FRGE kunnen hiervoor massaal worden ingezet. Knelpunt in dit verhaal is het acute probleem van huurders, dat enkel via een mix van maatregelen kan worden opgelost: • derde partijfinancieringsmechanismen • aanpassingen van de huurwet • initiatieven sociale huisvesting • verbetering energieprestatiecertificaat • op middellange termijn: verhuurverbod Duitse Alliantie De Duitse ‘Bündnis für Arbeit und Umwelt’ is een plan voor energierenovatie van de Duitse vakbondsconfederatie uit 1998 met aandacht voor sociale, ecologische en economische meerwaarde. De doelstellingen waren ambitieus: • renovatie van 300.000 woningen • creatie van 200.000 jobs • vermindering van CO2-uitstoot van 2 Megaton • belangrijke vermindering van verwarmingskosten • vermindering van werkloosheid en verhoging van fiscale opbrengsten moet leiden tot besparing van 4 miljard euro. Rol Arbeid en Milieu Arbeid en Milieu zal de komende maanden nadenken welke rol er voor vakbonden en milieubeweging is weggelegd teneinde ook in Vlaanderen enegiebesparing massaal ingang te doen vinden, en via welke samenwerkingsverbanden dit mogelijk kan worden. Anton Gerits coördinator Arbeid en Milieu
1 2
3
FRGE: Fonds voor de Reductie van de Globale Energiekost Komosie: Koepel van milieuondernemers in de sociale economie BND: Buurt en Nabijheids Diensten
ARBEID
&
MILIEU
9
ACTIVITEIT
Verslag Info-avond klimaatverandering en tewerkstelling 21 oktober 2008 Na de Algemene Vergadering ten huize Arbeid & Milieu was het dringend tijd om de innerlijke mens – zowel fysiek als mentaal – te versterken. Aan de fysieke behoefte werd gauw voldaan met een broodje en vooral een drankje, de mentale leemte werd een half uurtje daarna opgevuld, met de aanvang van het debat over de gevolgen van klimaatverandering op de tewerkstelling.
S
Sprekers van dienst waren Tom Willems (studiedienst ACV), Ton Sledsens (Stichting Natuur en Milieu) en Frank Vandermarliere (Agoria). Op het eind kwamen Danny Gijselings en Jos Mellaerts – vakbondsmilitanten van Philips Turnhout – een ambitieus idee uit de doeken doen. Het was Tom Willems (studiedienst ACV) die de spits mocht afbijten en ons meteen een aantal inzichten over het onderwerp meegaf. Zo stelt Tom vast dat onderzoek naar de effecten van de klimaatsverandering op tewerkstelling een blinde vlek in het huidige studiegebied rond klimaat is. Niettemin is hier door enkele instanties (ETUC, ILO en het federaal planbureau) reeds wat onderzoek naar gevoerd, waarvan de voornaamste conclusies door Tom besproken zullen worden. Hieronder volgen dan ook een aantal bevindingen van verschillende onderzoeken. Als men rekening houdt met internationale afspraken (minstens op Europees niveau) zijn de modellen voor de werkgelegenheid niet zo negatief. Er zou zich slechts een geringe groeivertraging voordoen met een licht positief effect op de werkgelegenheid
10
Frank Vandermarliere (Agoria)
ARBEID
& MILIEU
(volgens een studie van het Europees Vakverbond zou het gaan om een stijging van 1,5%). Er zouden wel verschuivingen optreden, maar dit eerder binnen, dan tussen sectoren. Bv. in de energiesector zullen windmolens een groter aandeel krijgen, ten nadele van de conventionele energieopwekking. Op die manier worden zogenaamde ‘green jobs’ gecreeërd. En jobcreatie is er wel degelijk, de cijfers tonen immers aan dat er veel meer jobpotentieel in de sector van de hernieuwbare energie (500 jobs/TWh) aanwezig is dan in de ‘traditionele’ energiesectoren nucleair (180/TWh), gas (165/TWh) en steenkool (116/TWh). Voor een transitie zonder grote negatieve gevolgen op sociaal vlak is een flankerend beleid vanuit de overheid nodig, met de nodige aandacht voor sociale beschermingsmaatregelen, opleiding en vorming, sociale dialoog,… Tot slot werd hierbij het Duitse voorbeeld van de ‘Alliantie voor werk en milieu’ aangehaald, waarbij de vakbonden de overheid en de bouwsector samenwerken om 300.000 woningen per jaar te gaan renoveren. Hierdoor zouden uiteindelijk 200.000 extra jobs worden gecreëerd, wordt een CO2 –reductie van 2 megaton bereikt en wordt iets gedaan aan de energie-armoede. Misschien ook een idee voor ons land? Na Tom was het de buurt aan Ton Sledsens van de Nederlandse Stichting Natuur en Milieu. Ton lichtte het initiatief ‘Green4sure’ toe. Green4sure is een initiatief van de Nederlandse vakbonden FNV en ABVAKABO, Greenpeace, WWF en Milieudefensie. Het pakket wil een aantal maatregelen voorstellen waarmee men een CO2-reductie van 50% tegen 2030 kan bereiken, en dit op een realistische manier. Doelstelling is om de maatschappelijke discussie te bevorderen en aan te tonen dat een dergelijke reductie helemaal niet onmogelijk is. Om dit te bewijzen heeft men een professioneel onderzoek gevoerd met enkele externe onderzoeksbureau’s. Aan het onderzoek werden evenwel door de opdrachtgevers enkele eisen gekoppeld. Zo moest men uitgaan van constructieve aannames, zoals het ‘worst case scenario’ van 25 dollar voor de prijs van
ACTIVITEIT een vat olie, wat heel weinig is. Hierdoor wordt er een sterke vraag gecreeërd naar olie. Zo staat men later bij de verdediging van het plan sterker in de schoenen (want hernieuwbare energie wordt vanuit de vraagzijde alvast niet gestimuleerd, wat een pessimistisch uitgangspunt is). Verder mag het onderzoek niet uitgaan van gebruik van kernenergie, en mocht enkel gebruik worden gemaakt van duurzame biomassa om de 50%-reductie tegen 2030 te halen. Tenslotte moest men ervoor zorgen dat de marktwerking gegarandeerd blijft. Conclusie uit het onderzoek is dat men via een aantal ondersteunende instrumenten – zoals een doorgedreven CO2 normering, stimuleringsmaatregelen voor innovatie, benchmarking, fiscale maatregelen,opleiding en vorming, ... – perfect tot een reductie van 50% kan komen in 2030! In eigen land is dergelijke studie nog niet gemaakt, misschien ook een idee voor onze beleidsmakers? Meer info over het Green4sure project vind je op www.green4sure.nl Volgens Frank Vandermarliere van Agoria, de sectorfederatie van de technologische industrie, zijn er 3 pijlers van energieproductie waar groene jobs gecreëerd kunnen worden. Er is de zgn. ‘manufacturing’, installatie en uitbating en onderhoud. Het is vooral bij die eerste pijler waar Agoria een rol ziet voor zichzelf, omdat de Agoria-leden zich grotendeels in dit segment bevinden. Concreet gaat het hier om het ontwerpen en produceren van hernieuwbare energie-onderdelen. Voor de Vlaamse werkgelegenheid in hernieuwbare energie manufacturing is een schatting gebeurd voor 2020. Voornaamste conclusie hieruit is dat manufacturing van systemen van hernieuwbare energie direct en indirect 40.000 jobs kan scheppen tegen 2020. Als je hierbij ook nog rekening houdt met installateurs, uitbaters, onderhoud, etc... dan kan dit cijfer nog veel hoger oplopen! Tenslotte werden ook de resultaten van een studie van het Federaal Planbureau rond de impact van het Europese klimaatpakket toegelicht. Hieruit bleek dat – mits een verstandige toepassing van het klimaaten energieplan – 25.000 nieuwe jobs gecreëerd kunnen worden tegen 2020. Ook de kosten hiervoor zullen redelijk beperkt zijn, als de inkomsten voor de staat via de veiling van emissierechten tenminste “gerecycleerd” worden en geherinvesteerd in bv. de sociale zekerheid
De sprekers. Vlnr: Ton Sledsens, Tom Willems en Frank Vandermarliere
Turnhout, aan de beurt. Zij kregen de kans om een ambitieus plan toe te lichten: het ‘participatieproject duurzame energie’. Met het voorbeeld dat Danny en Jos zelf aanhaalden valt het principe het best uit te leggen: “Stel: De werkgever stort per werknemer 1000€ in de “investerings pot”. In ons bedrijf werken 2000 werknemers, dat geeft een investerings kapitaal van 2.000.000 €. Hiervoor kunnen zij een zonnesysteem plaatsen met een jaarlijkse opbrengst van ongeveer 425.000 Kwh. Dit geeft recht op 191.250€ aan groenestroomcertificaten per jaar gedurende 20 jaar. 425.000 KWh aan 0.10€ /Kwh = 42.500. Dit alleen al geeft 233.750 € op jaarbasis”
Danny Gijselings
Het systeem heeft tal van voordelen, zowel voor de werknemer, de werkgever als de overheid. De werknemer krijgt een jaarlijkse (veilige) uitkering van +/- 6% rendement, waarbij alle werknemers dezelfde kansen krijgen. De werkgever geniet dan weer van een groener imago en ziet zijn energiekosten flink dalen. Jos Mellaerts
Dit plan klinkt alvast heel veelbelovend, maar ook de bedenkers ervan zitten nog met een aantal prangende vragen, vooral met betrekking tot de juridische haalbaarheid. Ook het publiek zat nog met een aantal vragen rond de haalbaarheid van het plan. Een kritisch publiek dus, maar op een constructieve manier. Nagenoeg iedereen was het er immers mee eens dat dit plan zeker zijn mogelijkheden heeft, al moet nog worden uitgezocht hoe dit concreet haalbaar gemaakt kan worden. Wordt zeker vervolgd... Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu
Ook Dhr. Vandermarliere benadrukte tenslotte het grote belang van vorming en opleiding bij de transitie naar een klimaatvriendelijkere maatschappij. Tot slot waren Danny Gijselings en Jos Mellaerts, beide ABVV vakbondsafgevaardigden bij Philips
ARBEID
&
MILIEU
11
BEDRIJFSBEZOEK
Chemiereus BASF en milieu: een uitdaging! Op 29 augustus had Arbeid en Milieu het genoegen een bezoekje te brengen aan BASF Antwerpen. Een lange fietstocht bracht ons tot bij het bezoekerscentrum van BASF, het epaviljoen, langs de Scheldelaan in de Antwerpse haven. Toen kregen we vooral te horen hoe men met water omspringt in het bedrijf. Op dat vlak blijkt BASF een echte voorloper te zijn! Ook in dit artikel komt dit waterbeleid aan bod, maar daarnaast hadden we graag nog wat andere aspecten uit de ‘Arbeid en Milieu – problematiek’ besproken. Daarom maakten we een afspraak met vakbondsafgevaardigden Ronny Janssens (BBTK) en Wim Dejongh (ACLVB), en hadden we het onder andere over water, milieubeleid, syndicale inspraak en mobiliteitsbeleid.
E S
“BASF produceert vooral zogenaamde ‘commodity-producten’, halffabrikaten die door onze klanten verder verwerkt worden tot eindproducten. Deze eindproducten varieren van plastieken potjes tot auto-onderdelen. Het enige eindproduct dat we produceren zijn onze meststoffen”, vertelt Ronny Janssens, sedert 1970 werkzaam bij BASF, vroeger laborant en nu vrijgesteld voor de BBTK in de Ondernemingsraad (OR) en de Europese Ondernemingsraad. Wim Dejongh is ACLVB-afgevaardigde binnen het Comité Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW): “Ik werk sinds 1991 bij BASF, en sinds 2000 ben ik vakbondsafgevaardigde. In tegenstelling tot
Ronny ben ik niet vrijgesteld. Als productiemewerker bij de dienst Energie en Milieu functioneer ik als ‘all-rounder’, zowel binnen als buiten dus. Mijn werkdomein is het ganse BASF-terrein, inclusief de waterzuivering. Daar sta ik in voor het beheer van alle energie- en waterstromen binnen BASF. ” Rood, groen en een beetje blauw “De grootste vakbond bij ons is het ACV, gevolgd door het ABVV. Het ACLVB heeft het minst afgevaardigden, maar we doen ons best en de relatie tussen de vakbonden onderling is vrij goed”, vervolgt Wim. “Toen we in 2000 ook een ACLVB afvaardiging hadden was de sfeer wat grimmiger, maar sedert 2002 doen we heel wat acties samen. Uiteraard zijn er nog wat discussies over de accenten die gelegd moeten worden, maar uiteindelijk trekken we allemaal aan hetzelfde zeel.” “Er is ook heel wat gezamenlijk overleg”, aldus Wim, “Vóór de vergadering van het comité is er onder de vakbonden een soort vooroverleg georganiseerd, waar een gemeenschappelijk standpunt wordt bepaald. Dit verdedigen we dan ook gezamenlijk op de uiteindelijke vergadering”. Ook Ronny ziet een positieve samenwerking tussen de vakbonden: “ Eigenlijk kennen we allemaal dezelfde problematieken en hebben we allemaal dezelfde belangen. Vooral in het comité is een goede samenwerking mogelijk”. “De relatie met het management ligt soms iets moeilijker”, weet Wim. “Eigenlijk ligt het probleem vaak in de stappen tussen de werknemers op de vloer en de werkgever. Daar is heel wat prestatiedruk en komt het soms tot spanningen als het over milieu en veiligheid gaat”. “We zijn allemaal bondgenoten als het om veiligheid gaat,” vervolgt Ronny, “het is echter de manier waarop, waarover meestal wordt gediscussieerd. Zo zijn we als vakbond niet voor een repressieve aanpak. De werkgever duidt soms mensen aan met bijna ‘politionele’ bevoegdheden, wat echt niet bevorderlijk is voor de sfeer op de vloer.” “Sommige mensen die het beleid van op het bureau uitstippelen komen te weinig buiten om de realiteiten te kunnen ervaren en die denken dan dat het allemaal wel goed gaat, terwijl dat niet het geval is. Dát is voor het moment één van onze grootste frustraties”, besluit Wim. Waterbeheer Over het waterverhaal bij BASF weet Wim alles, hij
12
Wim Dejongh (ACLVB)
ARBEID
& MILIEU
BEDRIJFSBEZOEK is er dan ook dagelijks mee bezig. “Bij BASF worden 2 soorten water als grondstof gebruikt, namelijk leidingwater en dokwater”, vertelt Wim. “De hoofdleverancier van ons leidingwater is AWW, maar een klein deel wordt ook geleverd door Pidpa. Dit water wordt aan de ingang gesplitst naar drinkwater en productiewater. Het water wordt door onze dienst van al z’n mineralen ontdaan, waardoor demiwater ontstaat. Ook dit water krijgt op zijn beurt 2 functies. Een deel hiervan wordt ingezet als proceswater, en van een ander deel wordt stoom gemaakt, wat we hier gebruiken als energiedrager. Van het brakke dokwater wordt een beperkte hoeveelheid productiewater gemaakt, ongeveer 10% van onze totale hoeveelheid productiewater. De rest van het brakwater wordt als koel- en bluswater gebruikt.” “De laatste stroom is het afvalwater of restwater”, vervolgt Wim, “belangrijk hierbij is dat we de vervuiling zoveel mogelijk aan de bron proberen te reduceren. Dat is veel efficienter dan op het einde van het proces te gaan zuiveren.” Grondwater wordt bij BASF niet gebruikt. “De reden hiervoor is de verzilting”, stelt Wim. “Het is simpelweg economisch niet rendabel om op grote schaal het zoute grondwater te gaan ontzilten”. Ook regenwater wordt bij BASF niet rechtstreeks ingezet, maar “onrechtstreeks gebruiken we wel regenwater in ons koelwatersysteem. Het aanwezige regenwater in ons terugvoerbrakwater zorgt ervoor dat er minder zout wordt afgezet in de koeltorens. Onrechtstreeks gaat het regenwater dat in de dokken belandt dus de verzilting van ons koelsysteem tegen.”, aldus nog Wim. BASF beschikt over een zeer uitgebreide waterzuiveringsinstallatie. “Het enige verschil met een intercommunale installatie is dat wij gebruik maken van zuurstof in plaats van lucht om de vervuilende stoffen, zoals ammoniak, in het water af te breken. Deze techniek wordt nitrificatie genoemd en is een techniek die vrij gevoelig is en waar we eerst wat problemen mee hadden. Maar nu zijn alle problemen van de baan.”, vertelt Wim. “ Ook voor het ingedikte slib hebben we een ecologische oplossing gevonden. Het slib wordt, na decantatie, naar een afvalverbrandingsoven gebracht, waar het tijdens de verbranding het nuttig effect heeft de oventemperatuur constant te houden” De kwaliteit van het afvalwater wordt bij BASF sterk opgevolgd. “Elk bedrijf krijgt immers een kwaliteitsnorm en een storingsnorm opgelegd. Indien de kwaliteitsnorm wordt overschreden is er waakzaamheid vereist. In het geval de storingsnorm wordt overschreden moeten wij daarvan op de hoogte gebracht worden en wordt het pompdebiet beperkt zodat de totale maximumvracht niet wordt overschreden. Op die manier wordt een zo goed mogelijke afbraak gegarandeerd”, aldus Wim. “Het goede resultaat van onze doorgedreven waterzuivering
wordt bewezen door de aanwezigheid van een heus natuurgebied, het ‘Groot Buitenschoor’, dat vlak aan onze lozing gelegen is. BASF werkt op dat vlak ook samen met Natuurpunt. Vanuit ons e-paviljoen vertrekken bijvoorbeeld vaak geleide wandelingen, georganiseerd door Natuurpunt. Bovendien is BASF Peter van dit natuurgebied.” Waakhond De vakbonden hebben bij het waterbeleid vooral een waakfunctie. “Als wij bepaalde problemen zien die maar blijven duren, dan proberen we daar via druk op de directie en op bepaalde overheidsinstanties iets aan te doen. Over de reden van het ver doorgedreven milieuen energiebeleid zijn Wim en Ronny het eens: “De reden is hoofdzakelijk economisch. Het is natuurlijk ook goed voor het imago van het bedrijf, maar het is in eerste instantie de bedrijfswinst die prioritair is, daar moeten we niet flauw over doen”. BASF en milieu “Niettemin is hier al heel veel ten goede veranderd op vlak van milieu”, aldus Ronny. “Zoals daarnet aangehaald is de drijfveer in eerste instantie de winst van het bedrijf. Maar ook de opkomst van de groene beweging en het groeiende ecologische besef van de maatschappij hebben hier in belangrijke mate toe bijgedragen. Nu vindt het bedrijf een groen imago belangrijk, vroeger was dat veel minder het geval. En tenslotte zijn we natuurlijk ook via de overheid verplicht om strenge normen te behalen.” “Contaminatieproblematiek en de gezondheid van de mensen is voor mij altijd al een grote bezorgdheid geweest. Vroeger gebeurde het wel eens dat mensen hun handen simpelweg met benzeen wasten. Nu is zoiets niet meer in te denken. Mede doordat de mensen zich meer bewust zijn van het gevaar. De kennis is in al die tijd enorm toegenomen”, vervolgt Ronny. “Indertijd hadden we hier grote problemen met het gipsafval dat ontstond bij de productie van meststoffen. Dat werd in grote tonnenmaten in de Schelde geloosd omdat het in zout water kwam waarin dit
ARBEID
&
MILIEU
13
BEDRIJFSBEZOEK Wim. “Maar ik begrijp de mensen die het niet zien zitten om eerst een aantal kilometer af te leggen naar de dichtste halte, en na hun werk vervolgens terug 20 minuten moeten wachten eer er een bus op de stelplaats staat. Dat scheelt heel wat tijd op een dag. Het kan gebeuren dat je 8 uur moet werken, maar meer dan 11u van huis weg bent. Zo’n regeling doet mensen al snel naar de auto grijpen.” “Uiteraard gaan wij ervan uit dat, na een onderzoek om het gratis personeelsvervoer terug aantrekkelijker te maken, er genoeg verbeteringspotentieel voorhanden zal zijn om een succesvolle promotiecampagne ten gunste te kunnen opzetten.”, aldus Ronny
Ronny Janssens (BBTK)
gips nog oplosbaar was. Ook dat is nu natuurlijk voltooid verleden tijd, en werd onder andere door de milieubeweging aan de kaak gesteld”, aldus Ronny. “Ook voor chloorproductie gold vroeger een veel soepeler regelgeving. Nu zit er minder dan 2 ppb (onderste meetgrens) in het slib, dat is zo goed als niks! Vroeger zou zoiets onmogelijk zijn geweest”. BASF en buurtbewoners “Er zijn heel wat zaken ten goede veranderd. Wat BASF onder andere in het leven heeft geroepen om de buurtomgeving nauwer bij de milieuproblematiek van het bedrijf te betrekken, is het organiseren van info-avonden voor de buurtbewoners. Daarnaast heeft BASF een soort hulplijn in het leven geroepen. Bij overlast kunnen de mensen naar een oproepnummer bellen.”, vertelt Ronny. “Klopt,” vervolgt Wim, “en daar wordt vaak gebruik van gemaakt. Dat kan gaan van geluidshinder tot lichthinder. Vooral als onze fakkel serieus brandt, kunnen mensen van beide last hebben. En er dient gezegd te worden dat BASF hier altijd serieus op ingaat. Zo kan het gebeuren dat de ‘cyclonen’ (stofafscheiders) uitvallen, bij de mestproductie. Dan onstaat er een soort witte neerslag, die niet schadelijk, maar wel hinderlijk. Dit kan bv. op de was van buurtbewoners terechtkomen. In dat geval betaalde BASF bijvoorbeeld het bonnetje van de wasserij terug”, aldus Wim. Mobiliteit Gezien BASF met openbaar vervoer (noch lijnbus, noch trein) niet bereikbaar is, beschikt BASF al sedert zijn ontstaan over gratis busvervoer voor zijn medewerkers. “Men zou het een mobiliteitsplan “avant la lettre” kunnen noemen”, stelt Ronny. “Spijtig genoeg moeten we vaststellen dat steeds minder medewerkers van deze service gebruik maken.” Dat de medewerkers verkiezen om met de eigen wagen te komen heeft meerdere redenen. “Voor mij persoonlijk is de bus wel handig, omdat ik op slechts 200 meter van de halte woon,” vervolgt
14
ARBEID
& MILIEU
“In het begin van het jaar heb ik bij het jaaractieplan voorgesteld om toch een fietsvergoeding te bekomen, maar daar had men geen oren naar. Jammer, want nu zijn het enkel de sportievelingen die fietsen, terwijl mensen vanuit Berendrecht of Zandvliet perfect met de fiets zouden kunnen komen, maar ze worden hier nu niet voor beloond, en dus kiezen ze voor de auto.”, aldus Wim. “Het is vooral in de hoofden van de mensen dat er iets moet veranderen”, zegt Ronny, “een mentaliteitsverandering is nodig om echt zaken te realiseren op dat vlak.” Toch doet BASF reeds serieuze inspanningen op milieuvlak, aldus Wim: “Het is frustrerend steeds te horen dat je als chemische sector niets goed kunt doen op milieuvlak, maar als je thuis je patatjes zo dun kunt schillen als wij onze vervuiling reduceren, dan ben je echt een krak!”, besluit Wim, waarbij hij verwijst naar de cijfers van het milieujaarverslag van BASF dat op internet* te vinden is. Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid en Milieu Nuttige links: Website milieubeleid BASF: http://www.basf.be/nl/milieu/ * milieujaarverslag BASF: http://www.basf.be/nl/milieu/basant/milieuverslag.html
Thijs Calu (Arbeid en Milieu)
BEDRIJFSDOSSIER
Klimaatactiedag 6 december 2008 De klimaatcoalitie is een samenwerkingsverband tussen een 70-tal middenveldorganisaties, waaronder de milieubeweging en de vakbonden. De coalitie roept de politici op om werk te maken van een klimaatbeleid, dat in overeenstemming is met de bevindingen van de klimaatwetenschappers. Om die eisen kracht bij te zetten, organiseerde de coalitie op 6 december 2008 een klimaatactiedag in Brussel.
A
Act Now! Elk jaar vindt een opvolgingsconferentie van het internationale klimaatverdrag en het Kyoto protocol plaats. Dit jaar gaat deze conferentie door in Poznan (Polen). Milieuministers van meer dan 170 landen komen daar samen om een nieuw klimaatakkoord uit te werken. Dat akkoord zou volgend jaar (op
de klimaatconferentie van Kopenhagen) afgerond moeten worden. En er is nog een lange weg af te leggen. Daarom organiseerde de klimaatcoalitie op 6 december 2008 een klimaatactiedag, met een klare boodschap voor onze politici: ACT NOW! Ga voor ambitieuze klimaatdoelstellingen die in overeenstemming zijn met het ‘veilige’ scenario van klimaatpanel! Investeer massaal in rationeel energiegebruik en hernieuwbare energie! Want dit is rendabel en dus goed voor onze economie en de creatie van werkgelegenheid. Bovendien maken hernieuwbare energie en rationeel energiegebruik ons een stuk minder afhankelijk van de import van eindige fossiele energie. Tegelijkertijd plukken we de voordelen van schonere lucht voor de volksgezondheid. Zwaarste klappen in het Zuiden Een internationaal klimaatakkoord zal slechts mogelijk zijn indien de landen in het Zuiden kunnen rekenen op steun van het Noorden. De ontwikkelingslanden zullen de negatieve gevolgen van klimaatverandering immers het eerst en het meest voelen. Bovenop de voorziene bijdragen voor ontwikkelingshulp, zullen de westerse landen nog geld moeten vrijmaken voor aanpassingsmaatregelen in het Zuiden. Het gaat dan bijvoorbeeld om hulp bij infrastructuurwerken om overstromingen te vermijden, hulp aan de familiale landbouw om zich weerbaarder te maken tegen ongunstige klimaatomstandigheden, hulp aan gezondheidszorg om uitbreiding van ziektes tegen te gaan, noodhulp om klimaatvluchtelingen op te vangen, … Tegelijkertijd heeft de bevolking in het Zuiden ook recht op ontwikkeling en toegang tot energiediensten. Daarbovenop is het juist in die landen dat er vaak veel meer mogelijkheden zijn om gebruik te maken van hernieuwbare energie: de zon, de wind, waterkracht of duurzaam gebruik van biomassa. De geïndustrialiseerde landen moeten de ontwikkelingslanden helpen in deze ‘schone’ ontwikkeling, via vele kleinschalige projecten die in eerste plaats ten goede komen aan de lokale gemeenschappen. Via financiële ondersteuning voor duurzaam bosbeheer, moeten de laatste arealen tropisch regenwoud beschermd worden en moet elders aan herbebossing worden gedaan . Sociale rechtvaardigheid Het uit te stippelen klimaatbeleid moet ook meer sociale rechtvaardigheid met zich meebrengen. Anders wordt het niet gedragen door grote delen van de bevolking en is het op voorhand gedoemd tot mislukken. Een internationaal klimaatakkoord zal moeten uitgaan van de lange termijnvisie dat iedere burger een gelijk recht heeft op het gebruik
ARBEID
&
MILIEU
15
BEDRIJFSDOSSIER van de atmosfeer. Geen enkele langetermijnstrategie voor het klimaatprobleem kan dit ethische aspect negeren. Sociale rechtvaardigheid in het klimaatbeleid betekent dat iedere bewoner van de aarde het recht heeft op een kwaliteitsvolle huisvesting, waar diensten zoals verwarming, koeling, verlichting en een minimale elektriciteitslevering gegarandeerd zijn; dat iedereen het recht heeft op basismobiliteit zodat hij kan deelnemen aan het sociaal leven, en dat iedereen het recht heeft op een gezonde en evenwichtige voeding. De uitdaging bestaat erin om aan deze basisrechten tegemoet te komen, zonder de draagkracht van de aarde te overschrijden. Het positieve nieuws is dat de technologie hiervoor bestaat. De vele toepassingen van hernieuwbare energie en rationeel energiegebruik moeten beschikbaar gemaakt worden voor iedereen. Via een herwaardering van de familiale landbouw in Noord een Zuid kan gezonde voeding beschikbaar worden voor elk van ons. Energie-armoede Toch stellen we vast dat de laagste inkomens sterker worden getroffen door de stijgende energieprijzen. Een groter aandeel van hun beperkt budget gaat immers naar de energierekening, terwijl ze niet over een kwaliteitsvolle huisvesting beschikken en de middelen niet hebben om maatregelen van rationeel energiegebruik te financieren. Bestaande maatregelen zoals premies en fiscale aftrekbaarheid komen deze gezinnen te weinig ten goede. Steeds meer gezinnen leven in energie-armoede en hebben moeite om hun energierekening tijdig te betalen. Deze gezinnen hebben geen boodschap aan de ondoorzichtige liberalisering van de energiemarkt.
Het klimaatbeleid houdt kansen in om het probleem van energie armoede grondig aan te pakken. Via een grootschalig energierenovatieprogramma moet de kwaliteit van de huisvestingen drastisch verhoogd worden. Gezinnen moeten beroep kunnen doen op een energiedienstenbedrijf, dat hen onder de vorm van een uniek loket helpt bij zowel de sociale als de energiebesparende maatregelen. Dit bedrijf zou specifiek voor de lagere inkomens moeten instaan voor de volgende dienstverleningen: • budgetbegeleiding in geval van schulden; • gratis energie-audit van de woning; • gratis uitvoering van eenvoudige energiebesparende maatregelen (in samenwerking met de 'sociale economie') zoals het vervangen van gloeilampen door spaarlampen, aanbrengen van buisisolatie of tochtstrips…; • een premie, renteloze lening en/of derde betaler systeem voor energiebesparende investeringen, waarbij ook de eigenaar van huurwoning geresponsabileerd wordt; • levering van elektriciteit, aardgas (of stookolie) aan sociale tarieven. De bestaande subsidieregeling dient vereenvoudigd en hervormd te worden, zodat gezinnen via een directe premie geholpen worden op het moment dat zij de energiebesparende investering doen. De prioriteit moet gaan naar de meest efficiënte maatregelen zoals het plaatsten van isolatie, het vervangen van enkel glas door superisolerend glas of het vervangen van weinig efficiënte verwarmingssystemen door een installatie met hoog rendement. En de vakbonden? Het klimaatbeleid houdt kansen en bedreigingen in voor de werkgelegenheid in België. Het klimaatbeleid zal onvermijdelijk gepaard gaan met verschuivingen in werkgelegenheid. De grootste verschuivingen zullen zich echter voordoen binnen sectoren. Daarom moet het middenveld en meer in het bijzonder de vakbonden, pro- actief betrokken worden in dit herstructureringsproces. Nu al stellen we een gebrek aan goed opgeleide werknemers vast voor de groeisectoren zoals energierenovatie in de bouwsector of de sector van de hernieuwbare energie. Vorming en opleiding, ook op de werkvloer, moet hier tijdig op inspelen. Werknemers moeten kunnen rekenen op een robuust systeem van sociale bescherming, als hun job in gevaar zou komen ten gevolge van het klimaatbeleid. Dan pas kunnen de bedreigingen omgezet worden in nieuwe kansen. In dat geval kan er gesproken worden van een rechtvaardige transitie. Programma’s van ‘rechtvaardige transitie” dienen via sociale dialoog en overleg tussen overheid, werkgevers en werknemers opgesteld te worden. Ook op het niveau van de onderneming kunnen vakbonden collectieve overeenkomsten sluiten ter vergroening van de werkplaats. Tom Willems Studiedienst ACV
16
Tom Willems (ACV)
ARBEID
& MILIEU
WEBSITE VAN DE MAAND
www.greencompanies.be Agoria, de federatie van de ondernemingen van de technologische industrie, lanceerde in 2008 een opmerkelijke website: www.greencompanies.be. Agoria wenst in de toekomst meer aandacht te besteden aan milieubescherming en groene technologieën. Arbeid en Milieu nam deze website onder de loupe, en kwam tot volgende bevindingen.
H
Hou onze aarde cool “Te zachte winters, herhaalde stormen, het gat in de ozonlaag... De industrie doet er wat aan! Op greencompanies.be, vindt u spitstechnologie om minder energie te verbruiken en groene energie te produceren.” Naast deze veelbelovende intro vinden we op de homepage enkele interessante filmpjes terug, waaronder ook ‘Climate changes: the impacts’, een filmpje op Youtube van Advancing Science Serving Society (ASSA), waarin het klimaatprobleem wordt toegelicht door Amerikaanse wetenschappers. Agoria wenst dus duidelijk de bezoekers van de website te sensibiliseren over het klimaatprobleem, en de noodzaak tot actie.
Doel en opbouw “Het doel van www.greencompanies.be is om de schijnwerpers te richten op de diensten, technologieën en initiatieven van de bedrijven om ons energieverbruik terug te dringen. Agoria wil er dan ook een uitstalraam van maken dat voor alle ondernemingen toegankelijk is.” aldus Jean-Francois. Bodarwé van Agoria (foto) Bedrijven kunnen via een online invulformulier zelf hun energieprestaties of -producten uploaden op greencompanies.be. De website staat open voor ALLE bedrijven. Agoria deelt op de pagina Companies bedrijven in in drie categorieën: Jean François Bodarwé, web content manager van greencompanies.be
- Ondernemingen die intern concrete maatregelen hebben genomen om hun energie-efficiëntie te verbeteren of hernieuwbare energie te gebruiken. Best practices - Ondernemingen die diensten of technologieën aanbieden voor de productie van hernieuwbare energie - Ondernemingen die diensten of technologieën aanbieden voor een betere energie-efficiëntie
Green Vision Op deze pagina komen we meer te weten over de standpunten en de milieuthema’s die Agoria verdedigt. “Energie is een vast agendapunt in ondernemingen, of het nu gaat om de kosten van energie of om investeringen om minder energie te verbruiken. Energie duikt ook op in de context van andere problemen: concurrentievermogen, opleiding van medewerkers, innovatie, ... En dan hebben we het nog niet over het probleem van klimaatverandering waar niemand aan ontsnapt. ... Vaak zijn besparingen van 20% en meer mogelijk met relatief eenvoudige maatregelen, zoals energieaudits en besparende ingrepen....” aldus Agoria-voorzitter Francis Verheughe op het Zero Emission Event. Op diezelfde pagina vinden we enkele artikelen, die bewijzen dat Agoria deze visie ook vertaalt in concreet beleid. Enkele voorbeelden: Ook voertuigen gaan voor light. Flanders’ Drive is intensief aan het zoeken naar manieren om voertuigen lichter te maken. Energie besparen op andermans kosten. Hier promoot Agoria het systeem van derdepartijfinanciering, dat investeringen energiebesparing toegankelijk moet maken voor alle inkomens. Wees niet te zuinig op zuinige motoren. Hier roept Agoria de bedrijven op om niet te wachten tot Europa normen oplegt voor energie-efficiëntere motoren, en zich kortzichtig niet te laten afschrikken door de hogere aankoopprijs. Als vakbond en milieubeweging moeten we hier dus vaststellen dat Agoria op deze website de juiste keuzes maakt, en daar kunnen we uiteraard alleen maar blij om zijn.
Welke bedrijven worden vermeld? In totaal worden ongeveer 90 bedrijven besproken, verdeeld over de 3 categorieën. Telkens wordt kernachtig weergegeven om welke technologie of toepassing het gaat, en kan je doorklikken naar een apart venster met meer uitleg over het duurzaam-
ARBEID
&
MILIEU
17
WEBSITE VAN DE MAAND
Financiële instellingen
heidsbeleid van het bedrijf. Voor de meerderheid van de besproken bedrijven zijn hun groene inspanningen inderdaad de moeite om te leren kennen. Het is onmogelijk om hier alle bedrijven te bespreken, daarom hebben we er enkele uitgepikt. Reynaers Aluminium: dit bedrijf heeft op het dak van het nieuwe magazijn van haar wereldwijd distributiecentrum in Duffel eind 2007 meer dan 3000 zonnepanelen geïnstalleerd op een totale oppervlakte van 16.000 m². Océ Software Laboratories (OSL): dit bedrijf uit Namen wil de CO2-uitstoot van zijn vliegtuigreizen volledig compenseren. OSL heeft beroep gedaan op de kennis van CO2logic en zijn door de Verenigde Naties gecertifiëerde projecten om CO2 te reduceren. Philips: maakte in september 2007 zijn programma EcoVision4 bekend, dat tegen 2012 een verdubbeling van de verkoop van groene producten nastreeft tot 30% van de totale omzet.
Philips Dat Philips op deze website in de bloemetjes wordt gezet, doet toch onze wenkbrauwen fronsen. Volgens de milieuranglijst voor electronicaproducenten van Greenpeace heeft Philips immers een bijzonder slechte beurt gemaakt. De score van Philips is namelijk van 5,3 (versie 8) naar 4,3 gezakt (versie 9, oktober 2008) Dit is volgens Greenpeace te verklaren door de agressieve lobbycampagne van Philips bij de Europese Unie tegen het principe van de Individuele Producenten Verantwoordelijkheid. Verder scoort Philips volgens Greenpeace ondermaats op de meeste criteria inzake electronisch afval, zoals het vrijwillig terugnemen van afgedankte producten. In een persbericht van Greenpeace van 16 oktober 2008 staat hierover1: “Rusland is een van de snelst groeiende markten voor Philips, maar de multinational bekommert zich niet om de afgedankte apparaten. Greenpeace roept het bedrijf op om wereldwijd te zorgen voor een goede inzameling en recyclage van Philipsproducten.” Wil je meer weten of zelf zien hoe goed of slecht electronicaproducenten (Nokia, Dell, Microsoft, Apple, Toshiba, Nintendo, ...) scoren op ecologisch vlak, dan kun je via http://www.greenpeace.org/raw/content/belgium/nl/press/reports/ranking8.pdf het rapport downloaden.
18
ARBEID
& MILIEU
Van de 12 besproken bedrijven in de rubriek Best Practices zijn er 2 financiële instellingen, KBC en Dexia. Bij Dexia wordt vermeld: “Dexia wordt de eerste bank die werk maakt van een beleid van koolstofneutraliteit dankzij de aankoop van een windmolenpark in Basse-Normandie” en bij KBC lezen we: “Er worden richtlijnen opgesteld om nieuwbouwprojecten zoveel mogelijk CO2-neutraal te maken. Tegen 2010 wil KBC in België immers een CO2-neutraal bedrijf zijn.” Dit zijn uiteraard stappen in de goede richting, die op deze website in de verf mogen worden gezet. Alleen begrijpen we niet waarom Triodos geen eervolle vermelding krijgt in deze rubriek Best Practices. Uit een onderzoek van Test-Aankoop van maart 2008 blijkt dat er namelijk één bank bovenuit steekt inzake duurzaamheid, namelijk Triodos Bank. Het onderzoek betrof het duurzaam beleid en het aanbod van de banken in het algemeen en niet enkel hun als ‘groen’ of ‘duurzaam’ gemerkte producten. Bovendien is Triodos al jaren gespecialiseerd in het financieren van hernieuwbare energieprojecten, en grote institutionele beleggers2 weten die ervaring te waarderen.
Hoe ‘Groen’ zijn deze Companies? Vaak gaat het om één aspect van de onderneming waarmee men zich als groen bedrijf wil profileren. Daarom is het misleidend om de bedrijven besproken op deze website onmiddellijk te verheffen tot een ‘Green Company’. Toch vinden we dit initiatief van Agoria lovenswaardig. Het is immers een signaal naar de technologische bedrijven dat wie vandaag niet inzet op groene technologieën, morgen uit de markt wordt geconcurreerd in een geglobaliseerde economie. Voor het behoud van de tewerkstelling in eigen regio hebben vakbonden dus alle baat bij deze omschakeling naar duurzame producten en diensten. Anders zullen buitenlandse bedrijven deze snelgroeiende markt inpalmen. Het is bovendien de taak van vakbonden om erover te waken dat deze transitie sociaal rechtvaardig gebeurt. Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu
1. Bron: http://www.greenpeace.org/belgium/nl/news/philipsrussia 2. Sinds 2007 beheert Triodos Bank het Ampèrefonds, een beleggingsfonds dat tot 500 miljoen eur kan investeren in duurzame energieprojecten. De structurele beleggers in dit fonds zijn twee van de grootste Nederlandse pensioenfondsen, AGP en PGGM. Zij kozen voor Triodos Bank omwille van haar expertise in de sector. (bron: Triodos magazine, herfst 2008, blz.15)
BEDRIJVEN
CO2-regelgeving voor auto’s Standpunt van de vakbonden In het vorige A&M magazine deed Joeri Thijs (Greenpeace) uit de doeken hoe hij aankijkt tegen de nakende CO2-regelgeving voor auto’s van de Europese Unie. Nu krijgen de vakbonden de kans om hierop te reageren en hun eigen standpunt uit de doeken te doen. Op het moment van schrijven liggen de normen en termijnen nog niet vast. Terwijl jullie dit lezen, zou dit wel zo moeten zijn. Na de stemming in de Milieucommisie van het Europees Parlement, dat het voorstel van de Europese Commissie volgde (namelijk een CO2uitstoot van 120g/km tegen 2012), moest de Europese Raad van Ministers in december immers de knoop doorhakken.
W
Wat in deze discussie meteen opvalt is dat zowel de milieubeweging als de vakbonden een regelgeving voor de uitstoot van CO2 bij auto’s wenselijk vinden. De nuances liggen soms anders, maar zowel ACV, ABVV als ACLVB zijn voorstander van een krachtdadig beleid op korte of middellange termijn. “In juni van dit jaar onderschreven wij in een opiniestuk samen met Greenpeace de oproep om de doelstellingen inzake de reductie van CO2 voor 2012 te behouden”, aldus Frans Biebaut (ABVV Metaal).
Over de argumententatie van de autolobby – om de deadline uit te stellen tot 2015 – is Frans niet te spreken: “Hun argumenten snijden geen hout. Het vaakst hoort men nog altijd dat zij niet genoeg tijd krijgen om hun productiecyclus aan te passen, nochtans is de auto-industrie sinds 1995 op de hoogte van de Europese ambities om de CO2-uitstoot te reduceren”. Ook Kurt Marysse, Nationaal Sectoraal Verantwoordelijke bij ACLVB, is die mening toegedaan. “De ACLVB is geen voorstander om de autoconstructeurs nog verder uitstel toe te kennen, maar verwacht van de Europese Commissie eindelijk eens een krachtdadig optreden.”, aldus Kurt. “We zijn wel voorstander van een diepgaande studie naar de gevolgen voor de werkgelegenheid, bij de constructeurs maar vooral bij de toeleveranciers. Op dit moment zijn we er echter van overtuigd dat onderzoek en ontwikkeling van innoverende technieken en procédés kunnen bijdragen tot een toenemende tewerkstelling bij zowel de constructeurs als de toeleveranciers. Door alert op de strengere regels inzake veiligheid en CO2-uitstoot te anticiperen kunnen de Europese autobouwers immers reeds een impressionant innoverd vermogen ten opzichte van de rest van de wereld opbouwen. De alarmerende berichten die door de autolobby worden gelanceerd als zouden de maatregelen leiden tot massale afdankingen, zijn dus misleidend.” Guido Nelissen (ACV Metaal) stelt dat de CO2discussie helemaal niet zo gemakkelijk is voor de vakbonden. “Enerzijds steunt het Europees Vakverbond het Commissievoorstel, maar dat is onder druk van de Europese ondermingsraden beginnen te kantelen. Onze militanten zijn nu in de eerste plaats bezorgd om het feit of ze morgen al of niet een job zullen hebben, en lobbyen in de praktijk dus voor een geleidelijke invoering van de norm tussen 2012 en 2015. Dit is waarschijnlijk ook het standpunt dat door de Europese Raad van Ministers zal goedgekeurd worden.” Als de constructeurs niet aan de normen voldoen, wordt voorzien in een boetesysteem van €20 per g/km/auto het eerste jaar (2012), €35 in het tweede en €60 in het derde. Over deze boetes verschillen ABVV en Greenpeace echter wel van mening. Voor Greenpeace zijn de boetes niet streng genoeg, maar zover gaat het ABVV niet. “De strenge boetes in combinatie met de strenge norm zouden wel eens voor een sociaal bloedbad kunnen zorgen. Dit is echter
ARBEID
&
MILIEU
19
BEDRIJVEN Frans Biebaut (ABVV Metaal)
Kurt Marysse (ACLVB)
volledig aan de financiële crisis te wijten, en niet aan de voorziene Europese regelgeving. Dit is dus een discussie naast de kwestie”, zegt Frans. “Voor ACV Metaal zijn de boetes simpelweg te streng”, stelt Guido. “In deze tijden van crisis kunnen de torenhoge boetes niet door de beugel. Onze mensen zijn terecht bezorgd om hun job en vrezen dat de hoge boetes daarbovenop nog eens op hen verhaald zullen worden. Bovendien zetten ze een rem op R&D investeringen die nodig zijn om de CO2-doelstelling te halen. Dit is trouwens ook het algemene standpunt van de Europese ondernemingsraden in de sector. Overigens is het CO2-debat gedeeltelijk achterhaald omwille van de technologische doorbraak op vlak van lithium-ion batterijen. Vanaf 2010 zullen elektrische wagens geleidelijk de plaats innemen van wagens aangedreven door fossiele brandstoffen. We moeten alles op alles zetten om tegen 2050 het hele wagenpark om te schakelen naar CO2-vrije elektrische auto’s”, aldus Guido. Over het idee om de noodlijdende autosector via steunmaatregelen uit het slop te halen wil Greenpeace niets horen, wegens absurd gezien de autolobby de CO2-wetgeving reeds sterk heeft afgezwakt. De 2 grote vakbonden zijn het over deze steunmaatregelen fundamenteel oneens. “Terwijl de autoindustrie jarenlang winst gemaakt heeft, werknemers in onzekerheid omtrent hun tewerkstelling heeft gelaten en hun productie stelselmatig verschoven hebben naar lage loonlanden, hebben zij vandaag nog het lef om de financiële crisis aan te grijpen om bij Europa te pleiten voor een lening van 40 miljard € tegen een lage rente, in functie van de ontwikkeling van brandstofefficiënte wagens”, stelt Frans. Voor ACV Metaal is het echter de verantwoordelijkheid van de overheid om de gevolgen van de financiële crisis te neutraliseren. “De dramatische terugval in de autoverkoop en de kredietschaarste maken het constructeurs en toeleveranciers moeilijk om hun dagelijkse activiteiten te blijven financieren. Bovendien legt het een zware hypotheek op de
20
ARBEID
& MILIEU
Guido Nelissen (ACV Metaal)
ambitieuze plannen om de automobielsector naar duurzame producten om te schakelen. En als de autoverkoop volgend jaar inderdaad met 20% terugvalt zoals voorspeld wordt, dan zullen de sociale drama’s niet uitblijven. ACV Metaal kan niet aanvaarden dat onverantwoord gedrag en hebzucht in de financiële sector de jobs en bestaanszekerheid van modale arbeiders en hun gezinnen in het gedrang brengt. Het rekent dan ook op een gepaste reactie van overheden op alle niveau’s.”, aldus Guido. Ook Kurt Marysse is voorstander van leningen tegen een lage interestvoet: “ACLVB vraagt dat de Europese Commissie echter ook de toeleveranciers niet uit het oog zou verliezen. Zij kampen immers door de dalende vraag naar nieuwe wagens – meer nog dan de autoconstructeurs – met grote liquiditeitsproblemen. De werkgelegenheid en het inkomen van vele gezinnen staat hierdoor dan ook op het spel. ACLVB verzoekt de overheden zodoende om ook voor de toeleveranciers speciale steunmaatregelen te voorzien. De steun mag echter niet onvoorwaardelijk zijn. Er moeten strikte voorwaarden komen, onder andere op vlak van lonen, investeringen en opleiding en vorming van de werknemers” Frans vindt de eisen van ACEA (de koepel van de autoconstructeurs) echter hoogst merkwaardig. “De autolobby weet dat de steun gekoppeld is aan zware voorwaarden. Bovendien lijkt het ons niet zuiver op de graat dat er nu nog budgetten moeten worden binnengehaald voor onderzoek & ontwikkeling van modellen die tegen 2015 brandstofefficiënt van de band moeten lopen.”, stelt Frans. Hopelijk is er op dit moment eindelijk een Europese CO2-regelgeving voor auto’s in voege. En laat ons daarbij ook maar hopen dat ze geen bijkomende druk op ons milieu zet, zonder dat daarom jobs moeten sneuvelen of onze koopkracht verder daalt.
Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu
ONBEGRIP
Fijn stof De laatste tijd is fijn stof niet meer uit de media weg te slaan. Denk maar aan de bouw van de Lange Wapper – de brug die de Oosterweelverbinding zou moeten realiseren - waarbij fijn stof één van de grootste discussiepunten is. Maar wie is deze sluipende moordenaar nu eigenlijk? Wat zijn de gevaren voor de mens? Hoe ziet de fijn stofhuishouding in Vlaanderen eruit? VMM, de Vlaamse Milieumaatschappij, deed onlangs onderzoek naar de samenstelling van het fijn stof in Vlaanderen, via het zogenaamde Chemkar PM 10 project. Hieronder bespreken we een aantal van de belangrijkste conclusies, maar we starten met wat algemene uitleg rond het fenomeen.
P
PM 10? PM 2,5? Fijn stof bestaat zoals het woord zegt uit fijne stofdeeltjes, die door verschillende oorzaken vrijkomen. Deze stofdeeltjes kunnen vloeibaar of vast zijn en ook de samenstelling en afmetingen van de deeltjes kunnen veel verschillen. PM 10 of PM 2,5 zijn afkortingen die vaak terugkeren, maar wat betekenen ze nu juist? PM staat voor particulate matter, wat de diameter van de deeltjes aangeeft. Bij de fijnstofdeeltjes van PM 2,5 horen alle deeltjes die groter of gelijk zijn aan 2,5 µm (micrometer; 1/1000 van een millimeter). Bij PM 10 geldt hetzelfde principe voor deeltjes van 10 µm. Een groot deel van ons fijn stof komt vanuit het buitenland, maar, maar het zijn onze eigen auto-
wegen en onze eigen fabrieken die verantwoordelijk zijn voor de roetdeeltjes, die ultraklein (van PM 0,1 tot PM 2,5) en vermoedelijk ook het gevaarlijkst zijn. De grootste concentraties fijn stof worden dan ook opgemeten in de nabijheid van drukke verkeersaders. Het grootste deel van het fijn stof dat we inademen mag dan al van het buitenland afkomstig zijn, toch exporteren we nog steeds veel meer fijn stof dan er wordt geïmporteerd. Het gros van de roetdeeltjes is hoogst waarschijnlijk van het verkeer afkomstig, en dan vooral uit (oude) dieselmotoren. Maar niet alleen onze autowegen zijn verantwoordelijk voor de uitstoot van fijn stof. Ook industriële activiteiten, woningen (bv. open haard), elektriciteitscentrales, zeezout, bodemstof, ... veroorzaken fijn stof-problemen.
ARBEID
&
MILIEU
21
ONBEGRIP
Chemkar PM 10 Het project Chemkar PM 10 van de Vlaamse Milieumaatschappij staat voor ‘Chemische karakterisering PM 10’ en onderzoekt de samenstelling en herkomst van fijnstofdeeltjes kleiner dan 10 µg in Vlaanderen. Doel van dit onderzoek was om de bronnen van het fijn stof te kennen, alsook de gezondheidseffecten. Het project kwam tot een aantal interessante conclusies: Ten eerste kwam men tot een top 5 van de belangrijkste componenten, namelijk secundaire anorganische ionen (sulfaat, nitraat en amonium)(41%), organisch materiaal (20%), bodemstof (14%), zeezouten (9%) en elementair koolstof (roet) (4%). De hierboven besproken roetdeeltjes zouden slechts 4% van ons fijn stof uitmaken, maar die 4% vormt wel een zeer gevaarlijke fractie. Wetenschappers vermoeden dat roetdeeltjes de kans op astma, hartinfarcten, beroerten en kanker verhogen.
Gevolg voor mens en milieu? De ultrakleine roetdeeltjes zoals hierboven besproken, zijn het gevaarlijkst omdat ze tot diep in de longblaasjes en zelfs tot in de bloedbaan kunnen doordringen. Fijn stof kan op die manier acute luchtwegenaandoeningen veroorzaken of verergeren. De grotere fijnstofdeeltjes (PM 10) worden door de neus vastgehoudenen uitgescheiden via het slijmvlies. Verder is fijn stof verantwoordelijk voor een groot deel luchtwegenaandoeningen en op lange termijn tast het de longfunctie aan. Daarnaast zou de levensverwachting - volgens sommige studies – verminderen. Zwarte rook (fijn stof van roetdeeltjes), tenslotte is daarnaast ook nog eens schadelijk voor het milieu.
22
ARBEID
& MILIEU
Een andere conclusie is dat zeezout – dat in Vlaanderen 9% van het fijn stof uitmaakt – veel verder waait dan verwacht, zelfs tot in Limburg! Het zeezout in Limburg zou wel iets schadelijker werken, omdat het zout dat langdurig in contact is gekomen met lucht zich omvormt tot natriumnitraat, wat irriterender werkt. Tot slot kwam men tot de vaststelling dat bodemstof – in tegenstelling tot wat men vroeger aannam – niet in hoofdzaak afkomstig is van de landbouw, maar dat ook het verkeer en industriële activiteiten hier een minstens even grote rol in spelen. Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid en Milieu
Bronnen: • http://www.vmm.be/lucht/luchtkwaliteit/luchtvervuilende-stoffen/welke/fijn_stof.html/ • VMM, De verrekijker, oktober 2008, pp. 28 – 30.
DOE-HET-ZELF
Donderdag Veggiedag Ben jij ook zo iemand die elke dag z’n lapje vlees nodig heeft? Geen schande natuurlijk, maar het tempo waarin de Westerse mens vlees consumeert heeft zo z’n gevolgen voor ons milieu. Van watergebruik tot CO2-uitstoot: onze drang naar een malse biefstuk heeft er zijn effect op.
W
Water Sinds 1991 wordt de ‘Stockhom Water Prize’ jaarlijks uitgereikt aan iemand die een bijdrage heeft geleverd aan het conserveren, beschermen en verbeteren van de wereldwijde watervoorraden en -condities die kunnen bijdragen tot de gezondheid en het welzijn van de mens en de ecosystemen op aarde. Dit jaar viel Anthony John Allan in de prijzen. Deze Britse hoogleraar bedacht immers het concept van het ‘virtuele water’ waarbij de totale hoeveelheid water wordt berekend die nodig was voor de productie van een bepaald product.
Gevogelte of vis? Let op met gevogelte en vis: Dit zijn in de meest gevallen zeker geen volwaardige alternatieven, zowel wat betreft waterverbruik, energieverbruik en landgebruik als op ethisch vlak. Voor vis vind je alvast een handige tool op www.goedevis.nl . Hier kom je te weten welke vis duurzaam gevangen of gekweekt wordt.
Op http://nl.youtube.com/watch?v=HtetVfxyFh4 vind je een pakkend filmpje over de uitwassen van onze drang naar vlees. Deze korte reportage toont hoe de ‘campesinos’ in Paraguay – arme kleinschalige boeren – de sproeimachines van braziliaanse boeren tegenhoudt. Het gaat hier fundamenteel om de keuze tussen 2 verschillende manieren van landbouw: Tussen het behoud van een traditioneel en kleinschalig boerenbestaan enerzijds, en het aanzwengelen van een kapitaalsintensieve monoculturele exportagroindustrie anderzijds, die de staatskas op korte termijn misschien beter spekt, maar geen rekening houdt met de volksgezondheid, de biodiversiteit of het lot van de miljoenen campesinos die zich bedreigd weten in hun traditionele bestaan.
Dit concept leert ons dat voor ons dagelijkse lapje vlees letterlijk duizenden liter water vereist zijn. Zo is voor 1 kg rundvlees maar liefst 15.000 liter water vereist! Dit water wordt vooral gebruikt voor de productie van veevoedergewassen en als drinken voor de dieren. Wereldwijd staan onze watervoorraden echter ernstig onder druk, waardoor we het ons niet kunnen permitteren hier kwistig mee om te gaan. Landgebruik en ontbossing: feiten en cijfers De dieren die geslacht worden voor vleesconsumptie, moeten natuurlijk ook allemaal gevoederd worden. 1/3 van alle vaste grond ter wereld wordt op die manier gebruikt voor de productie van veevoedergewassen of om er dieren op te laten grazen. 40% van alle graan wordt aan dieren gevoederd, terwijl dit ook perfect door mensen als voedselbron kan worden aangewend. Vanuit deze optiek is de productie van vlees zeer inefficiënt. Een dier moet immers veel meer plantaardig voedsel eten dan het oplevert in de vorm van vlees (gemiddeld 7 kg graan/ kg vlees). Dit terwijl anno 2008 nog dagelijks 25.000 mensen wereldwijd sterven omdat ze geen toegang hebben tot betaalbaar en volwaardig voedsel. Daarenboven is 70 % van de ontbossing van het Amazonewoud te wijten aan vleesproductie. Wereldwijd sneuvelt op die manier maar liefst 3 miljoen hectare bos! Klimaatsverandering Veeteelt is verantwoordelijk voor maar liefst 1/5 van de totale broeikasuitstoot. Vooral methaan en lachgas – beide sterke broeikasgassen – spelen hierbij een belangrijke rol. Bovendien mogen we door de opwarming van ons klimaat in de toekomst meer droge periodes verwachten waardoor onze watervoorraden nog meer in het gedrang komen. Donderdag Veggiedag ‘Donderdag Veggiedag’ is een campagne van EVA vzw*, een organisatie die het brede publiek informeert over vegetarische voeding. Om je steentje bij te dragen aan een milieuvriendelijkere wereld, kun je overwegen om ten minste één keer per week – bv. de donderdag – vegetarisch te eten. Onlangs kreeg het project de ‘Award Voeding en Gezondheid’ toegekend. Thijs Calu, educatief medewerker Arbeid & Milieu Bron en info: www.donderdagveggiedag.be www.vegetarisme.be * EVA: Ethisch Vegetarisch Alternatief
ARBEID
&
MILIEU
23
DOE-HET-ZELF
Heen-en-weer-week 2009
Jij kyotoot toch ook? Meer dan 11.000 werknemers van 348 bedrijven namen tijdens de Heen-en-weer-week 2008 deel aan ‘ik kyoto’. Bond Beter Leefmilieu zet met ‘ik kyoto’ zoveel mogelijk werknemers aan om milieuvriendelijk naar het werk te pendelen.
D
De ruim 11.000 werknemers legden in mei 2008 samen 4,5 miljoen kilometers te voet, met de fiets, het openbaar vervoer of via carpooling af. Dit leverde een besparing van 900 ton CO2 op. De campagne staat open voor werknemers die reeds milieuvriendelijk naar het werk komen. Zij geven het goede voorbeeld en worden hiervoor beloond. Maar ‘ik kyoto’ wil vooral automobilisten overtuigen om over te stappen naar een milieuvriendelijk alternatief. En dit is gelukt: bijna 2.000 werknemers maakten de overstap, grotendeels naar de fiets. De evaluatie, drie maanden na de campagne, leert dat er een duurzaam effect is. Maar liefst 98% van de deelnemers kyotoot nog steeds naar het werk. Ook gaf de campagne in zo’n 50 ‘ik kyoto’-bedrijven aanleiding tot het nemen van structurele maatregelen zoals het invoeren van een fietsvergoeding, plaatsen van een degelijke fietsenstalling of het lid worden van de carpooldatabank. Bij de volgende
24
editie is het de bedoeling om het aantal overstappers, zij die “Van ikkiesoto naar ikkyoto”1 veranderen, gevoelig te verhogen. Hiervoor zal vooral een beroep gedaan worden op zij die reeds milieuvriendelijk pendelen. Zij zullen extra beloond worden als ze er in slagen om collega’s te doen overstappen. Ingenium kyotoot mee voor minder CO2 Ingenium is een ingenieurs- en consultancybureau. Ingenium deed in 2008 een extra inspanning tijdens de campagne ‘ik kyoto’. Op die manier verlaagt Ingenium ook de CO2-uitstoot van hun woonwerkverkeer. Bijna de helft van de 40 werknemers kozen voor de fiets, carpooling en het gebruik van het openbaar vervoer. Wouter Dossche, campagneverantwoordelijke, aan het woord: “Reeds meerdere jaren gebruiken onze medewerkers zoveel mogelijk de trein om zich te verplaatsen voor dienstverplaatsingen. Het is soms even wennen voor wie de auto gewoon is, maar de voordelen zijn snel duidelijk: op de trein worden vergaderingen voorbereid, verslagen getypt of gewoon wat uitgerust. Op initiatief van het Energieteam kochten we heel recent een Brompton plooifiets aan om zo veel mogelijk verplaatsingen met de wagen te vermijden. De plooifiets, die we de Ingenium-mobiel hebben gedoopt, nemen we mee om ons in steden zoals Brussel en Antwerpen, vlot te verplaatsen tussen verschillende locaties en het station. Op de trein past de fiets perfect tussen de zitplaatsen en tijdens de verplaatsingen werken we nog wat aan
Ingenium team bij hun ‘Ingenium Mobiel’
ARBEID
& MILIEU
DOE-HET-ZELF
onze conditie! Naast een handige oplossing voor het fileprobleem en de extra lichaamsbeweging is dit een ideale manier om de CO2-uitstoot te verminderen. Om nog meer mensen te stimuleren fietsend naar het werk te komen, overwegen we bovendien om een douche te installeren. Fietsers kunnen heel dicht bij de ingang van Ingenium hun fiets stallen en op 100 meter van het bedrijf is een bushalte. Op de laatste “ik kyoto” dag was er een lekker ontbijt voor alle kyotoërs. Na de consumptie van dit extra krachtvoer werd unaniem beslist om zo verder te doen en onze Kyoto-kilometers het hele jaar door vlijtig verder te zetten.”
Geïnteresseerd? Meld je aan op www.ikkyoto.be en je wordt verder op de hoogte gehouden. Vanaf februari ’09 kunnen werkgevers zich effectief inschrijven. Alle ingeschreven bedrijven ontvangen in de loop van april ‘09 de nodige campagnematerialen en kunnen vanaf dan aan de slag om werknemers warm te maken om deel te nemen. Alle deelnemers maken kans op een mooi prijzenpakket. Meer info: tel. 02 282 17 20, www.ikkyoto.be Bram Dousselaere, campagnemedewerker BBL
1. Slogan van Trees Geeraerts, Stad Tienen
Ingenium team onderweg
ARBEID
&
MILIEU
25
DOE-HET-ZELF
Verwarming: Iedereen heeft het graag comfortabel warm op zijn werkplek. Dit verhoogt immers de arbeidskwaliteit en zorgt voor een aangenamere sfeer. Bovendien is het hartje winter, dus de verwarmingsnood is hoog. In kantoren en bedrijfshallen wordt echter veelal nogal kwistig omgesprongen met de verwarming. In dit artikel geven we enkele concrete tips om bedrijfshallen en kantoorruimtes op een duurzame manier te verwarmen1. Vervolgens kijken we wat je thuis kan doen om te besparen.
B
Bedrijfshallen
De productie en opslag gebeurt in vele bedrijven in grote ruimtes, die niet altijd even efficiënt verwarmd worden. Eerst moet gekeken worden naar enkele specifieke kenmerken van de ruimte die men wil verwarmen. Is er een hoog dak? Wordt er veel in en uit gelopen? …
De meest traditionele manier om grote bedrijfshallen te verwarmen is stoom of warm water in een centrale stookplaats op te wekken en de warmte van daaruit te verdelen. Gecentraliseerde verwarming gaat echter gepaard met onvermijdbare warmteverliezen in de stookplaats, in het distributienet en bij de eindtoepassing zelf. Vanuit energetisch oogpunt is het beter om een groot aantal toestellen met klein vermogen te plaatsen i.p.v. één enkel toestel met een groot vermogen. Door het plaatsen van directe verwarmingstoestellen in de ruimte waar de warmte effectief nodig is, kan een energiebesparing tot 50% worden bereikt. Bovendien zal in de meeste gevallen het werkklimaat er aanzienlijk op verbeteren. Bij de verwarming van grote industriële ruimten met een hoogte van tien meter of meer krijgt men te maken met het probleem van de stijging van de warme lucht naar het dak. In dat geval treden er grote warmteverliezen op. Twee manieren van verwarming kunnen deze verspilling voorkomen door de warmte precies te sturen naar de te verwarmen zones, namelijk convectie en straling2.
Kantoren Alvorens naar het verwarmingssysteem zelf te kijken, is het aan te raden om zoveel mogelijk te besparen op verwarming, zonder comfortverlies. Dit kan door eenvoudige ingrepen: - Zorg voor een goede isolatie: zeker via het dak gaat vaak veel warmte verloren - Stel de thermostaat en schakelklok correct in - Zorg dat ramen en deuren gesloten zijn als de verwarming opstaat - Door de thermostaat een graad lager te zetten, bespaart u gemiddeld 8% op uw energiegebruik voor verwarming. - Leidingisolatie (20 mm rond een verwarmingsbuis van 22mm diameter) in onverwarmde ruimtes spaart in totaal ongeveer 3 kubieke meter gas per meter buislengte per jaar. - hoogrendementsglas
Laat je ketel nakijken Een goedwerkende CV-ketel gebruikt minder energie. Het loont dus om de ketel eens per jaar goed te laten nakijken. De exploitatie van een stookinstallatie staat gelijk aan een hinderlijke inrichting, in rubriek 43.1 van Vlarem-I ingedeeld als: “Verbrandingsinrichtingen zonder elektriciteitsproductie (stookinstallatie3 e.d.)”
26
ARBEID
& MILIEU
DOE-HET-ZELF
besparingstips Verwarming thuis
1
7 8
2
9
Maar ook bij jou thuis kan je nog wel wat besparen. Ziehier enkele tips (waarvan er enkele zijn die natuurlijk ook gelden voor je kantooromgeving)
De ketel: onderhouden? Oude stookinstallaties hebben gemiddeld een veel lager rendement dan moderne stookinstallaties. Zorg ervoor dat je installatie het nodige onderhoud en controles krijgt. Voor verwarmingsinstallaties ouder dan 20 jaar wordt aangeraden de ketel te vervangen, ook al is de oude nog niet defect. Er is een federale belastingsvermindering voor het vervangen en onderhouden van oude installaties. De ketel: vervangen? Kies een verwarmingsinstallatie die aangepast is aan de behoefte van de woning. De ervaring leert dat de meeste verwarmingsinstallaties nog steeds te zwaar zijn, wat een rendementsverlies met zich meebrengt. Koop een energiezuinige installatie. Deze kan je herkennen aan de labels. Energiezuinige installaties op aardgas dragen een HR+ of HR-top label. Gebruik je stookolie, kijk dan uit naar het Optimaz of Optimaz-elite label.
3 4 5 6
Temperatuur: geprogrammeerd? Door de temperatuur met 1 graadje te verminderen, kan je al snel 6% besparen. Een kamerthermostaat met instelbare timer is dus een must. Zo kan je de temperatuur naar wens regelen. 15 à 16 °C ‘s nachts of als je afwezig bent, en 19 à 20 °C wanneer je thuis bent. Thermostatische kranen: geïnstalleerd? Deze zorgen ervoor dat de temperatuur in elke kamer behouden blijft en nooit overschreden wordt. Laat ze dus openstaat in de woonkamer. In de badkamer hoef je de thermostatische kraan pas te openen 10 minuten voor je er moet zijn.
Lekken en tochtgaten? Kieren aan de onderkant van deuren, gaatjes aan oude ramen ... laten veel koude binnenkomen. Houd de koude dus buiten door het kleven van tochtstrips, het leggen van een tochtrol, ... Isolatie Hoogrendementsbeglazing en dakisolatie zijn de best renderende investeringen die je in je woning kan doen. Dit is ook in bestaande woningen gemakkelijk toepasbaar zonder grondige renovatie. Bovendien krijg je voor hiervoor een federale belastingsvermindering. Investeren in verwarming zonder te investeren in isolatie is hoe dan ook van weinig nut.
Energie prestatie certificaat Zowel bij verkoop als bij verhuur (dit vanaf 1/2009) van een woning moet een energie prestatiecertificaat worden afgeleverd. Zo heb je zicht op in hoeverre de woonst energievriendelijk is, en wat de implicaties zijn voor je rekening. Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu algemene info: http://www.energiesparen.be info over premies: http://www.premiezoeker.be over isoleren op: http://www.vibe.be 1. Bron: REG-maatregelen, handleiding VOKA: http://www. steekwattinjezak.be/ 2. meer info over convectie en straling vind je in hoofdstuk 3 (REG-maatregelen) van de handleiding 3. Zowel de stookinstallaties, gevoed met vaste brandstoffen (hout of kolen), vloeibare brandstoffen (stookolie of mazout) als aardgas, behoren tot deze rubriek, zowel bij de verwarming van gebouwen als bij procesinstallaties (droogkamers, naverbrandingskamers,…)
Verwarmingsbuizen: geïsoleerd? De leidingen voor verwarming en warm water lopen deels door niet-verwarmde lokalen van de woning (kruipruimte, zolder, garage,…) warmteverlies kan je vermijden door ze te bekleden met een isolatiemiddel. Radiatoren: folie geplaatst en ontlucht? Achter de radiatoren kan je een reflecterende radiatorfolie bevestigen. Die weerkaatst een groot deel van de warmte die anders in de muur verdwijnt. Bij het begin van de winter is het ook aangeraden om uw radiatoren en convectoren te ontluchten en ze met een doek stofvrij te maken.
ARBEID
&
MILIEU
27
Hoe voorkomen we een
volgende financiële zeepbel? l ië - Belgique België B PB 1 1000 Brussel 1/1366
2008 APRIL - MEI MAART Vlaanderen Netwerk e , 26 jaargang, Magazine verschijnt driemaandelijks
Een vangnet spannen voor onze financiële instellingen is
nr 1
AN AN AA GA MG S OM RS ER ANDE MET GELD MET
België - Belgique
SEPTEMBER OKTOBER - NOVEMBER 2008
PB 1000 Brussel 1 1/1366
Magazine Netwerk Vlaanderen verschijnt driemaandelijks, 26e jaargang, nr 3
ANDERS OMGAA N MET GELD
er wer de were ert de verovert Afgiftekantoor
200803-03
Brusssel Brussel 1 1000
Af 06 - Afzender: A830 P2A 1, P2A8306
Netwerk Vlaanderen,
straat 333/9, Vooruitgangstraat Vooruitgang
1030 Brussel 12-03-2008
15:28:44
1
Schuld, macht, crisis en koopkrach t - een special over geld -
Afgiftekantoor 1099 200809 1
niet voldoende. Er is nood aan fundamentele verandering in de financiële wereld. Het tijdschrift ‘Anders omgaan
rd oord wo ntwoo Verant n en re ere ster invest eld
Brussel X, P2A8306
- Afzender: Netwerk
Vlaanderen, Vooruitgangstraat
333/9, 1030 Brussel 10-09-2008
met geld’ gaat dieper op deze zaken in, geeft kritische analyses en reikt voorstellen aan voor verandering.
Meer weten? Kies dan voor een abonnement via www.netwerkvlaanderen.be
A6 1
13/11/08 20:30