P209314
België-Belgique PB Brussel 5
magazine DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2009 • NR 4 • OKT - NOV - DEC
• • Van Van Groene Groene Huize: Huize: Passiefhuis-Platform Passiefhuis-Platform • • Bedrijfsbezoek Bedrijfsbezoek Ecover Ecover • • Let Let your your blue blue jeans jeans talk... talk... Green! Green Afgiftekantoor: 1050 Brussel 5 Afzender: A&M, Edinburgstraat 26, 1050 Brussel
ARBEID
&
MILIEU
1
INHOUD
Inhoud is een driemaandelijkse uitgave van “Arbeid & Milieu” vzw Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Tel. (02) 894 46 53 secretariaat@a-m.be • www.a-m.be Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 8.30u tot 16.30u bereikbaar. Ons documentatiecentrum is te raadplegen tijdens de openingsuren. Redactie: Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Druk: De Wrikker Lay-out: www.x-oc.com Foto cover: Klimaatmanifestatie (©: ACV - fotograaf G. Puttemans).
Arbeid & Milieu Magazine is een initiatief van “Arbeid & Milieu” vzw. “Arbeid & Milieu” vzw is een samenwerkingsverband waarin de arbeidersbeweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu. A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, columns en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M Magazine kost vanaf 2009 € 17,50. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rekeningnummer Fortis 001-149595597, met vermelding ‘Abonnement 2009’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst. Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons op tel: 02/894.46.53 of secretariaat@a-m.be “Arbeid & Milieu” vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen “Arbeid en Milieu Nieuws” uit. Redactieraad: Peter Bostyn, Thijs Calu, Annick Clauwaert, Timothy De Clerck, Anton Gerits, Dominique Kiekens, Suzanne Kwanten, Danny Jacqmot, Kris Van Eyck. VU: Anton Gerits Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Arbeid & Milieu Magazine is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkt. De redactie is niet gebonden door de inhoud van de opgenomen advertenties. Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.
2
ARBEID
& MILIEU
3 4
Arbeid & Milieu staat niet stil Anton neemt afscheid van Arbeid & Milieu. In januari 2010 verwelkomen we de nieuwe coördinator: Jorre Van Damme. Brochures duurzaam van 9 to 5 A&M bracht enkele mooie brochures uit rond 7 thema’s: Duurzaam aankopen, duurzaam energiebeheer, duurzaam woonwerkverkeer, duurzaam personeelsbeleid, duurzaamheidsrapportering, duurzaam materialenbeheer en duurzaam beleggen van pensioensfondsen.
7 9
De vervuiler betaalt Iedereen heeft wel al eens van dit principe gehoord. Maar wat wordt nu eigenlijk precies bedoeld met ‘de vervuiler betaalt’? Passiefhuis-Platform vzw In onze rubriek ‘Van Groene Huize’ is Passiefhuis-Platform vzw deze keer aan de beurt. Kom hier meer te weten over de werking en de doelstellingen van deze vereniging.
11
Conferentie ‘Het sociale verhaal in Kopenhagen’ Op 9 november organiseerde Arbeid & Milieu een sociale conferentie, naar aanleiding van de klimaatonderhandelingen in Kopenhagen. Een verslag van deze avond lees je hier.
14
‘Groene Jobs’, het nieuwe A&M-project In januari 2010 start Arbeid & Milieu met een nieuw project. Ditmaal leggen we ons volledig toe op het fenomeen van de ‘groene jobs’ en lanceren we onder andere een ambitieuze website!
15
Bedrijfsbezoek aan Ecover Met Arbeid & Milieu bezochten we onlangs Ecover te Malle. De producent van ecologische was- en reinigingsmiddelen houdt ook in zijn eigen bedrijfsvoering rekening met de ecologische principes. Je leest er alles over in dit verslag.
18
Let your blue jeans talk... Green! Iedereen heeft er wel eentje in haar of zijn kleerkast: een jeansbroek. De jeans is niet meer weg te denken uit het modeaanbod als comfortabel, casual en hip kledingstuk. De consument heeft een enorme keuze aan jeansbroeken. Wat vroeger noodzaak was, is tegenwoordig luxe. Het verhaal achter de jeans is helaas vaak minder ‘luxe’. Dit probleem wordt door het NBV aan de kaak gesteld met een nieuwe campagne: Let your blue jeans talk... Green!
20 22
Ecocheques deel II In het tweede deel van dit tweeluik zoomen we in op wat je zo allemaal kunt kopen met de ecocheques. ‘Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid’ Terra Reversa laat ons niet alleen zien dat we als mensheid hopeloos vastlopen, maar vooral hoe wij het roer kunnen omgooien. Peter Bostyn bespreekt voor ons dit boek dat niet de problemen centraal stelt, maar de oplossingen.
25
Waarover zou het publieke debat kunnen gaan? Dirk barrez is VRT-tv-journalist, documentairemaker, auteur en hoofdredacteur van PALA.be. In dit opiniestuk geeft hij zijn kijk op de vele crisissen die onze aarde op dit moment meemaakt en welke de weg is die we moeten volgen om uit deze ellende te raken.
27
Websites in de kijker Ditmaal staan volgende websites in de kijker: • www.ikzoekfsc.be • www.groenhuis.org • www.makeitfair.org • www.groenesleutel.be • www.zonzoo.be
28
Publicaties in de kijker • Eco Logica – Michaël Bremans • Vlaanderen in de knoop. Een uitweg uit de Vlaamse ruimtelijke wanorde.
REDACTIONEEL
Arbeid & Milieu staat niet stil Op zaterdag 29 augustus leerde Nic Balthazar ons dansen voor het klimaat en tegen de opwarming van de aarde. The Big Ask Again is een grote schreeuw om meer politieke aandacht te vragen voor het probleem van de klimaatverandering. Want het moet nu gebeuren, niet meer over 10 jaar.
A
Anton Gerits, onze coördinator neemt afscheid van A&M. Hij vond werk dichter bij huis, in Limburg, bij het ACW, waar hij lokale milieu-initiatieven neemt. Dank je Anton voor de goede zorgen en veel succes in Limburg. Ondertussen verwelkomen wij Jorre Van Damme. Hij komt van het Regionaal Sociaaleconomisch Overleg Comité of RESOC. Jorre leerde samenwerken met de vakbonden en wil nu ook de milieubeweging leren kennen. Tot januari 2010 houdt Thijs A&M recht. Hij legde de laatste hand aan de brochures ‘duurzaam van 9 tot 5’. ‘Duurzaam van 9 tot 5’ zijn een reeks handleidingen voor werknemersvertegenwoordigers om duurzame thema’s in de onderneming te introduceren en te evalueren. Welke duurzame acties hebben in mijn onderneming kans op slagen?: afval-, energie- of materiaalbeheer, mobiliteit of beleggen, aankoop- of personeelsbeleid. Welke instrumenten heb ik in de ondernemingsraad, het comité of als syndicaal afgevaardigde om duurzame initiatieven te nemen? Is de tijd momenteel rijp voor duurzame acties? Hoe kan ik mijn werkgever motiveren om zijn verantwoordelijkheid op te nemen? Thijs en ik werden meteen na de druk van de brochures uitgenodigd door ACV, Spaanderindustrie. De sectorCAO van de Spaanderindustrie maakt melding
Anton neemt afscheid van A&M
van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen of MVO en onze brochures helpen de delegees om MVO in concrete acties om te zetten. Het is nog even wachten, tot januari, op de komst van Jorre, vooraleer we starten met het project ‘groene jobs’. In de bouwsector kunnen we nog heel wat groene jobs creëren voor wat betreft isolatie. Meer en beter openbaar vervoer vraagt eveneens werknemers in de staal, aluminium of metaalsector, in de dienstensector en de openbare sector. Andere energievoorzieningen zoals windmolens en zonneenergie vragen andere kennis en vaardigheden, andere grondstoffen en productieprocessen. Milieu toont welke mogelijkheden er zijn om groene jobs te creëren en de vakbeweging waakt over een eerlijke en sociale overgang naar groen werk. Hoe de sociale, groene transitie kan plaatsvinden beschrijft Peter Tom Jones in zijn boek Terra Reversa. Een recensie ervan vindt u in dit tijdschrift. Verder organiseerden we een sociale conferentie op 9 november in de aanloop van de klimaatconferentie in Kopenhagen. Hiervan vindt u een verslag in dit magazine.We bezochten Ecover op 24 november, we spraken met Dirk Barrez over zijn boek ‘het mondiale uitzendkantoor’ op 30 november en Thijs stelde de brochures ‘duurzaam van 9 tot 5’ voor aan de vormingsdiensten van de vakbonden. Met andere woorden Arbeid & Milieu staat niet stil. Dominique Kiekens Voorzitster Arbeid & Milieu
In januari 2010 verwelkomen we Jorre als nieuwe coördinator!
ARBEID
&
MILIEU
3
DUURZAAM VAN 9 TOT 5
Brochures Duurzaam van 9 to 5 Eind september liep het project ‘Duurzaam van 9 to 5’ af, met een mooi en praktisch eindproduct: Een kaft met 7 brochures boordevol waardevolle syndicale info rond 7 thema’s: duurzaam aankopen, duurzaam beleggen van pensioensfondsen, duurzaam woon-werkverkeer, duurzaam materialenbeheer, duurzaam energiebeheer, duurza amheidsrapportering en duurzaam personeelsbeleid. Met dank aan de vakbonden en de milieubeweging, die zich voor elk thema hebben ingespannen om een mooi eindresultaat te bekomen!
M
Met het project ‘Duurzaam van 9 to 5’ richt Arbeid & Milieu zich in eerste instantie tot de werknemers en hun vakbondsafgevaardigden. Hoofddoelstelling is het stimuleren van bedrijven om duurzamer te gaan ondernemen. Hierbij kunnen vakbondsafgevaardigden het voortouw nemen, want het zijn net de délégués die een aantal praktische instrumenten in handen hebben om hun bedrijf tot duurzaam ondernemen aan te zetten. Enerzijds om zich – via de ondernemingsraad , het comité ter preventie en bescherming op het werk of de Syndicale Afvaardiging– te informeren over de ‘duurzaamheidsaspecten’ van het beleid van de onderneming. Anderzijds
heeft de délégué via dezelfde organen enkele rechten in handen, om de onderneming tot duurzaamheid in al z’n aspecten aan te sporen.
Waarom duurzaam ondernemen? Als werknemersafgevaardigde sta je voor sociale rechtvaardigheid, werkbaar werk, en een eerlijk loon voor iedereen. Niet enkel de werknemer is hierbij gebaat. Een hoge graad van afwezigheid (absenteisme) bijvoorbeeld kan wijzen op slechte werkomstandigheden. Als men hier de oorzaak van vindt en aanpakt, is dit zowel in het belang van de werkgever als de werknemer. Een aangename werkomgeving, met de nodige sociale omkadering draagt bovendien bij tot een positievere werksfeer, gemotiveerde werknemers, minder fouten en indirect tot een grotere winst. Daarnaast worden de milieu-uitdagingen steeds groter. Het klimaatprobleem staat daarbij op het voorplan. Deze problematiek is ook een sociale problematiek. Als we op korte termijn niets doen aan onze uitstoot van broeikasgassen, zullen de gevolgen groot zijn. Het zijn de armsten in onze samenleving die het meest getroffen worden door de gevolgen van de opwarming van de aarde. Spaarzaam omgaan met grondstoffen en energie, is heel belangrijk in het kader van een goed milieubeleid. Bedrijven kunnen hier een voortrekkersrol in spelen. Indien dit niet gebeurt, kan de toekomst van een bedrijf in gevaar komen door de steeds schaarsere (en dus duurdere) grondstoffen. Duurzaam ondernemen betekent een strategische keuze die een bedrijf toelaat de onzekere toekomst om te buigen tot een kans. Milieuaspecten zoals energie en materialen, moeten samen met sociale elementen en de economische werkelijkheid een centrale plaats krijgen in de besluitvorming van een onderneming. Bedrijven zullen niet altijd uit zichzelf duurzame beslissingen nemen, ze moeten dan op hun verantwoordelijkheid gewezen worden vanuit de samenleving, en dus ook via de vakbonden.
4
-
ARBEID
& MILIEU
Windmolen kluizendok (© Jan Verstraete)
DUURZAAM VAN 9 TOT 5
ARBEID
&
MILIEU
5
DUURZAAM VAN 9 TOT 5
Voetafdruk duurzaam ondernemen Ecolife vzw heeft samen met de3 vakbonden het initiatief genomen om een website te ontwikkelen waarmee je je onderneming kan doorlichten op vlak van duurzaam ondernemen. Door verschillende vragenreeksen op te lossen over het beleid van de onderneming inzake afval, personeel, mobiliteit, klimaat en energie… krijg je een score. De thema’s zijn vrij gelijkaardig aan de thema’s uit het project duurzaam 9 to 5, en bieden eveneens een goede start om de huidige toestand van je bedrijf na te gaan. De vragenlijsten vind je terug op www.voetadrukduurzaamondernemen. be, waar je verder kunt klikken naar de pagina van je vakbond. Zeker de moeite!
Crisis? De huidige financieel-economische crisis zorg ervoor dat het klimaat voor duurzaam ondernemen niet optimaal is. Toch loont investeren in duurzaamheid echter nog steeds de moeite! Tenminste, als je met haalbare, concrete en efficiënte maatregelen start. Kunnen we een energie-audit laten uitvoeren en de eventueel voorgestelde maatregelen doorvoeren? Dit kan gaan om kleine maatregelen, die weinig tot niets kosten, maar waaruit wel op korte termijn veel geld mee kan bespaard worden. Dit is – zeker in deze tijden – zowel in het voordeel van de werknemer (behouden van jobs), als van de werkgever (besparen op de energiefactuur). Dit is slechts één van de vele voorbeelden van concrete, haalbare initiatieven met een kortetermijnwinst. Het komt er dus op aan pragmatisch te werkt te gaan.
mijn onderneming? Waarom zou mijn bedrijf zich moeten aankopen? Belangrijk bij deze motivatie is dat zoveel mogelijk rekening werd gehouden met de voordelen voor zowel werknemer als werkgever. Niets zo moeilijk om een maatregel te bekomen, als er voor de werkgever geen voordeel in zit. Daarnaast wordt voor elk thema besproken welke je info- en adviesrechten zijn in de syndicale organen, en welk orgaan voor welke maatregel het best geschikt is (OR, CPBW of SA). Verder wordt aan de hand van checklists of een opsomming van concrete maatregelen duidelijk gemaakt wat men op de onderneming in de praktijk kan doen. Waar mogelijk wordt ook aandacht besteed aan goede praktijkvoorbeelden, waaruit voor (gelijkaardige) bedrijven vaak ook ideëen te halen zijn.
Website Op www.a-m.be/duurzaam9to5.html kun je verderklikken naar een thema naar keuze. Hier vindt je telkens een digitale versie van de brochure + enkele nuttige links die je verder kunnen helpen in het uitwerken van een concreet plan of een concrete maatregel voor je onderneming. Veel succes! Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu
Welke info vind je op de kaft? De kaft is bedoeld als algemeen kader voor de specifieke en concrete informatie in de brochures. Je vindt er een leeswijzer die je een kort overzicht geeft van wat je van de kaft en brochures kan verwachten. Ook het ‘waarom’ van duurzaam ondernemen wordt hier nog eens uit de doeken gedaan. Dit is belangrijk om je werkgever te overtuigen van het nut van eventuele maatregelen. Verder vind je er een korte uitleg over de syndicale instrumenten en een basisstappenplan, waarbij je met behulp van enkele vraagjes de prioriteiten in je onderneming kunt bepalen. Ook de ‘voetafdruk duurzaam ondernemen’ kan hierbij van pas komen (zie kaderstuk ). Tot slot vind je er nog enkele algemene aandachtspunten terug, waarin onder andere het belang van samenwerking, informatie verzamelen, kennis van de juridische middelen, ... wordt benadrukt.
Welke info vind je in de brochures? De brochures zelf gaan concreet in op ieder thema. Je vindt er per thema een motivatie: wat is het belang van duurzaam woon-werkverkeer in
6
ARBEID
& MILIEU
Hoe bestellen? Bestellen kun je doen via je vakbond, neem hiervoor contact op met de volgende personen: • ABVV: Katja Mertens, 02/5068373, kmertens@vlaams.abvv.be • ACV: Kris Van Eyck, 02/ 246.32.51, kvaneyck@acv-csc.be • ACLVB: Timothy De Clerck, 09-222.57.51, timothy.de.clerck@aclvb.be
(ON)BEGRIP
De vervuiler betaalt ‘De vervuiler betaalt’ is een principe uit het milieubeleid dat stelt dat de kostprijs van de vervuiling door de vervuiler moet gedragen worden. Dit beginsel houdt ook in dat wie het milieu schade toebrengt, de kosten moet betalen of de aangerichte schade moet vergoeden om herhaling te voorkomen.
H
Het principe is samen geëvolueerd met de uitbouw van het milieubeleid sinds de jaren 7O van vorige eeuw. Het milieubeleid maakte in het begin vooral gebruik van directe instrumenten zoals het opleggen van regels en verbodsbepalingen. Later werden ook indirecte instrumenten ingezet. Indirecte instrumenten maken bv. gebruik van het marktmechanisme om via de prijs het gedrag van vervuilers aan te pakken. Dit is de meest gekende toepassing van het principe ‘de vervuiler betaalt’. Economisten hebben het dan over het ‘internaliseren van externe effecten’. Bij negatieve externaliteiten gaat het om handelingen waarbij de consument of producent andere actoren, de omgeving of de maatschappij schade toebrengt zonder dat hij die hoeft te vergoeden. De kosten voor de maatschappij van zijn handelingen zijn hoger dan de private kosten (de kosten die hij zelf moet dragen). Het lozen van afval- en koelwater in een rivier veroorzaakt vervuiling waardoor zuivering voor drinkwater duurder wordt. Via het internaliseren van die externe effecten wil men het gedrag sturen om zo de schade aan het milieu te verminderen of te voorkomen. Op internationaal niveau werd het principe van ‘de vervuiler betaalt’ voor het eerst vermeld in 1972 in documenten van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Later
Vaak is het niet voldoende om er alleen voor te zorgen dat ‘de vervuiler betaalt’. Ook andere randvoorwaarden moeten vervuld zijn, zoals bij mobiliteit: er zijn weinig alternatieven beschikbaar of ze zijn weinig aantrekkelijk. - © Flickr
wordt ernaar verwezen in de Verklaring van Rio de Janeiro inzake Milieu en Ontwikkeling van juni 1992: “Nationale autoriteiten zouden zich moeten inspannen om te bevorderen dat milieukosten worden geïnternaliseerd en economische instrumenten worden toegepast, er rekening mee houdend dat de vervuiler in beginsel de kosten van de verontreiniging behoort te dragen, met inachtneming van het publieke belang en zonder de internationale handel en investeringen te verstoren.” Het beginsel van ‘de vervuiler betaalt’ wordt ook aangehaald in het Verdrag van de Europese Unie als één van de basisprincipes van het milieubeleid (artikel 192). Een concrete uitvoering hiervan is de Europese Richtlijn van 21 april 2004 over milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade (Richtlijn 2004/35/EG). Deze richtlijn legt een kader voor milieuaansprakelijkheid vast met het oog op het voorkomen en herstellen van milieuschade, op basis van het beginsel dat de vervuiler betaalt. Efficiënt milieubeleid en rechtvaardigheid De toepassing van het principe van de vervuiler betaalt heeft twee grote doelen voor ogen: (1) economisch gezien wil men zorgen voor een efficiënt milieubeleid en (2) juridisch gezien wil men zorgen voor rechtvaardigheid. In het algemeen gaat men er van uit dat het werken via een milieubelasting of heffing (om de vervuiler te doen betalen) efficiënter is dan het verbieden of het werken via regels. Via het heffen van een belasting op milieuvervuiling kan elk bedrijf of elk huishouden zelf kiezen op welke manier en in welke mate men de vervuiling wil verminderen om de milieubelasting te vermijden. Aangezien iedereen volgens zijn eigen situatie en mogelijkheden zijn vervuiling vermindert is de totale kost van het beleid lager dan het verbieden. Een moeilijk punt is de vaststelling van de hoogte van de heffing. Hoeveel moet de vervuiler betalen? Economisten zeggen dat de heffing gelijk moet zijn aan de kost van de vervuiling. Op die manier zullen de bedrijven en de burgeres die de heffing moeten betalen hun gedrag optimaal aanpassen. Het is echter in niet eenvoudig om de schade aan het milieu correct uit te drukken in euro’s. De kost van de vervuiling van een waterloop kan bv. bepaald worden door de kostprijs om het water te zuiveren. De vraag is alleen of op die manier de volledige milieu-impact in rekening wordt gebracht. Bepaalde soorten vervuiling (bv. met zware metalen) kunnen een impact hebben op lange termijn. Hoe meten we schade die zich manifesteert over honderd jaar (bv. bij het broeikaseffect)? Van sommige milieuschade zijn we
Wouter Florizoone – ‹©Stefan Vanthuyne
ARBEID
&
MILIEU
7
(ON)BEGRIP vandaag misschien nog niet op de hoogte, waardoor we die ook niet in rekening kunnen brengen. Een ander moeilijk probleem is het uitsterven van dierof plantensoorten, die op die manier voorgoed (hun waarde) verloren zijn. Anderzijds kan men stellen dat de heffing voldoende hoog zou moeten zijn om te resulteren in een sturend effect. In een dergelijk scenario is de heffing net hoog genoeg om zichzelf op termijn op te heffen omdat de vervuiler niet langer vervuilt. De hoogte van de heffing kan empirisch bepaald worden via een regelmatige impactanalyse van de maatregel. Deze manier van werken vermijdt zo de onzekerheden rond de berekening van de milieukosten.
Randvoorwaarden Soms is het ook niet voldoende dat de vervuiler betaalt. De werking van de markt is niet perfect. Burgers en bedrijven reageren niet altijd even efficiënt en rationeel op prijssignalen. Voorbeelden hiervan zijn milieu-investeringen die een bedrijf niets kosten, maar geld opbrengen omdat ze energie besparen, en die toch niet uitgevoerd worden. Een ander voorbeeld zijn de kosten voor transport. Door de hoge accijnzen op brandstoffen betalen we reeds aanzienlijk voor ons vervoer, maar toch veranderen we ons gedrag niet. De (milieuvriendelijke) alternatieven zijn niet beschikbaar, of ze zijn niet aantrekkelijk. Vaak is het dus niet voldoende om er alleen voor te zorgen dat ‘de vervuiler betaalt’. Ook andere randvoorwaarden (bv. beschikbaarheid van alternatieven) moeten vervuld zijn of de heffing moet verhoogd worden om het maatschappelijk gewenste milieuresultaat te bekomen. Een laatste punt heeft te maken met de sociale aspecten van het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het is niet altijd eenvoudig uit te maken wie uiteindelijk de rekening voor het vervuilen van het milieu betaalt. Het is wel duidelijk dat in een gesloten systeem (onze wereldbol) altijd iemand de rekening zal betalen (vandaag of morgen). Voorbeelden van het doorschuiven van ‘de vervuiler betaalt’-rekeningen zijn er genoeg. De meeste milieuheffingen die bedrijven moeten betalen (bv. waterzuivering of afvalheffingen) kunnen ingebracht worden in de bedrijfskosten. De bedrijfswinst vermindert hierdoor waardoor er Eén van de meest frappante voorbeelden van het uithollen van het ‘de vervuiler betaalt’ principe in ons land is het doorrekenen van gratis verkregen emissierechten door Electrabel en SPE
8
ARBEID
& MILIEU
minder belastingen moeten betaald worden. Op die manier draagt de samenleving in z’n geheel een stuk van de kost. Eén van de meest frappante voorbeelden van het uithollen van het ‘de vervuiler betaalt’ principe in ons land is het doorrekenen van gratis verkregen emissierechten door Electrabel en SPE. Door het gebrek aan concurrentie op de Belgische elektriciteitsmarkt slagen Electrabel en SPE er in om de marktprijs van de gratis verkregen CO2-emissierechten door de rekenen in de elektriciteitsprijs. Voor de periode 2005 tot 2008 zou het gaan om 1,5 miljard euro. Hier betaalt de vervuiler niet, maar hij verdient er stevig aan! Tenslotte is er nog een ethisch gevoelig punt. De toepassing van het principe van ‘de vervuiler betaalt’ heeft tot gevolg dat diegene die betaalt het recht krijgt om te vervuilen. Het is duidelijk dat rijk en arm niet over evenveel middelen beschikken ‘om te vervuilen’. Gelukkig zijn er heel wat mogelijkheden om de toepassing van het ‘vervuiler betaalt’ principe sociaal rechtvaardig te maken. Dit kan bijvoorbeeld via vrijstellingen of gerichte compensaties. Uiteindelijk is het doel ook niet dat de vervuiler betaalt, maar dat hij stopt met vervuilen. Bert De Wel Adviseur Studiedienst ACV
V
A
N
G
R
O
E
N
E
H
U
PA S S I E F H U I S - P L AT F O R M
I
Z
E
vzw
Comfortabele woningen, scholen, en kantoren voor iedere inwoner van dit land met een energieverbruik voor verwarming dat 75% lager ligt dan een doorsnee gebouw, daarnaar streven we. Onze onderzoekers werken aan verbeterde isolatie en verwarming van gebouwen. We werken aan bouwdetails voor passief bouwen ( www.bouwdetails.be ) en aan manieren om energiezuinige gebouwen beter te ventileren ( www.beterventileren.be ). We werken met bedrijven uit de bouwsector, onderzoeksinstellingen, locale besturen en particulieren. Kortom met iedereen die streeft naar energiezuiniger gebouwen en een lagere klimaatimpact. Naast het verspreiden van de technieken bieden we bezoeken en planadvies aan kandidaat bouwers of kandidaat verbouwers, organiseren we cursussen voor architecten en doen we aan beleidsbeïnvloeding. oprichters waren ervan overtuigd dat de stap van lage energie gebouwen naar passieve niet zo groot was. Het werd de taak van PHP om kennis te verwerven en uit te dragen naar de bouwsector in dit land en naar een groot publiek.
Contactgegevens Passiefhuis-Platform vzw ( verder PHP) Gitschotellei 138, 2600 Berchem info@passiefhuisplatform.be www.passiefhuisplatform.be Ontstaan PHP werd 6 jaar geleden opgericht door studiebureaus, bedrijven en universitaire instellingen actief in de bouwsector. De
De medewerkers Zijn architecten en ingenieurs, aangevuld met enkel personen die zich toespitsen op de communicatie en events organiseren rond passief bouwen.
Een passief besturingsgebouw voor het Dijle- en Zennebekken van de Vlaamse Milieumaatschappij te Leuven. © Passiefhuis Platform – architect: evr-architecten).
ARBEID
&
MILIEU
9
V
A
N
G
R
O
E
N
E
H
U
PA S S I E F H U I S - P L AT F O R M
I
Z
E
vzw
Contact met vakbonden Mijn laatste gesprek met een vakbondsafgevaardigde was een gesprek met een Gentse ABVV-er die informeerde hoe hij zijn oude kantoorgebouw kon renoveren tot een passief gebouw. Activiteiten in de kijker - Beurs passief bouwen op 10 en 11 september 2010 in Tour en Taxis te Brussel waar je als kandidaat bouwer alle informatie over energiezuinig en passief bouwen vindt en kennis maakt met de 120 standhouders en hun producten. - Open klimaathuizen waar je in heel Vlaanderen energiezuinige en passieve woningen kan bezoeken en ervaringen uitwisselt met de bewoners. - Infosessie passief wonen voor kandidaat bouwers en verbouwers met een bezoek aan een passief huis - Planadvies voor kandidaat passief bouwers en verbouwers, breng je plan en je architect mee Toekomstperspectieven Passief bouwen breekt door op de Belgische bouwmarkt. Naast de KMO’s en architecten van het eerste uur betreden nieuwe bedrijven de markt. Zo wordt er passief schrijnwerk geproduceerd in eigen land. Ook grotere spelers op de bouwmarkt komen met passieve concepten. Zo bouwt Bostoen passieve sleutel op de deur woningen en ontwikkelt Wienerberger ism Recticel het massief-passief concept. Stappen die ons dichter brengen bij
Het natuur- en milieucentrum de Bourgoyen: een passief gebouw © Passiefhuis Platform – architect: evr-architecten)
duurzame woningbouw voor de volledige bouwsector. Comfortabeler woningen met een energieverbruik dat 75 % lager ligt voor een gezonder binnen- en buiten klimaat. Meer informatie www.passiefhuisplatform.be of info@passiefhuisplatform.be Peter Dellaert Communicatieverantwoordelijke Passiefhuis-Platform vzw
Het passief kantoorgebouw CIT Blaton in Schaarbeek - © Passiefhuis Platform – architect: A2M
10
ARBEID
& MILIEU
VERSLAG SOCIALE CONFERENTIE
Conferentie: het sociale verhaal in Kopenhagen Op het moment dat je dit artikel leest hebben de wereldleiders in Kopenhagen hopelijk een succesvolle klimaattop achter de rug – met bindende afspraken die een waardige opvolger van het Kyoto-protocol moeten vormen. Wat men in Kopenhagen beslist heeft zal in werking treden vanaf 2012, de einddatum van het Kyoto-protocol. Helaas ziet het er op dit moment naar uit dat er geen bindend akkoord uit de bus zal komen. We kunnen alleen maar hopen dat intussen het tegengestelde is gebeurd. Maatregelen die de klimaatverandering moeten tegengaan, zijn immers een must en moeten er eerder vandaag dan morgen komen. Ze mogen echter niet ten koste gaan van de sociale verworvenheden en leiden tot massale sluitingen en jobverlies. Er is nood aan een rechtvaardige transitie. Een goede reden om het IVV (het Internationaal Vakverbond), het EVV (het Europees vakverbond) en de Belgische onderhandelaar uit te nodigen om hun standpunten voor Kopenhagen toe te lichten.
S
Standpunt Internationaal Vakverbond (IVV) Anne Panneels is adviseur rond duurzame ontwikkeling bij het ABVV en licht het standpunt van het IVV toe. Een 6-tal punten zijn van groot belang. Belangrijkste uitgangspunt hierbij is dat de sociaal zwakkeren geen 2 keer de rekening gepresenteerd mogen krijgen. Een eerste keer als slachtoffer van de klimaatverandering (klimaamigratie, delocalisaties, ...) en een tweede keer als slachtoffer van de maatregelen tegen de klimaatverandering (onrechtvaardige heffingen, bedrijfssluitingen, prijsverhoging basisvoedingsmiddelen,...)
Het panel: vlnr: Bram Claeys, Anne Panneels, Peter Wittoeck en Peter Bostyn
6 belangrijke speerpunten voor het IVV*: 1. De strijd tegen klimaatverandering is nu een absolute noodzaak ‘Act Now’ is de belangrijkste boodschap die ook door de vakbonden worden meegegeven. De vakbonden zijn ervan overtuigd dat een ambitieus plan om de opwarming te beperken essentieel is als wij onze kinderen een duurzame wereld willen nalaten, en sociale en ontwikkelingsdoelstellingen een kans willen geven. De maatregelen uit dit plan moeten hierbij worden gedeeld en billijk verdeeld in tussen de landen en in de landen. 2. Tijd voor hoop, tijd voor “green & decent” jobs Het klimaatbeleid biedt de hoop en de mogelijkheid om nationale economieën op een duurzame basis te herstellen en om te bouwen, om nieuwe banen te scheppen en daarbij de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Deze transitie moet echter gepaard gaan met de nodige sociale omkadering. Het komt er dus op neer om waardige, groene banen te scheppen. 3. Rechtvaardige transitie naar een koolstofarme economie We moeten komen tot een geleidelijke overgang naar een duurzame maatschappij, gericht op een groene economie die de werkgelegenheid in stand houdt en iedereen een degelijk inkomen verschaft. 4. Tijd voor het overbruggen van de ‘aanpassingskloof’ De armen in onze samenleving mogen niet aan hun lot overgelaten. Er zou voldoende overheidsgeld vanuit de ontwikkelde landen aan de aanpassng in de ontwikkelingslanden moeten worden besteed, om hen te ondersteunen – ook op sociaal vlak - in hun klimaatbeleid.
ARBEID
&
MILIEU
11
VERSLAG SOCIALE CONFERENTIE 5. Het is tijd dat investeringen en technologie iedereen ten goede komen Er zijn belangrijke investeringen nodig om een duurzaam industrieel beleid op lange termijn te ontwikkelen gericht op onder meer het ‘vergroenen’ van alle werkplaatsen en het behoud en het scheppen van waardige ‘groene jobs’. Ook een innovatiebeleid, met inbegrip van sociale innovaties, is zeer belangrijk. 6. Het is tijd dat werknemers en werkplaatsen medespelers van hun eigen toekomst worden Het IVV is ervan overtuigd – als vertegenwoordigers van miljoenen werknemers in de wereld, dat de vakbonden een niet te verwaarlozen deel van de oplossing zijn. Aangezien bijna 75% van alle broeikasgassen door de industrie, de energieproductie of – bevoorrading, vervoer en bouwnijverheid veroorzaakt worden, zullen de acties op de werkvloer van essentieel belang zijn om verandering te bewerkstelligen.
Standpunt Belgische regering Peter Wittoeck, Belgisch onderhandelaar in Kopenhagen
Peter Wittoeck – de Belgisch onderhandelaar in Kopenhagen – licht het Belgische standpunt toe. Hierbij wordt meteen duidelijk dat ook voor België
(en de EU) het sociale aspect zeer belangrijk is bij de strijd tegen de klimaatverandering. De Belgische regering benadrukt dat een transitie naar een ‘eco-efficiënte‘ economie kan zorgen voor extra werkgelegenheid. Daarnaast ijvert onze regering voor een verschuiving van belasting op arbeid en bedrijven naar belastingen op energie- en grondstoffengebruik. Deze verzuchtingen zijn ook grotendeels overgenomen in het Europees standpunt. Europa probeert immers met één standpunt naar voor te komen, Het is bij de verschillende Europese vergaderingen die de top in Kopenhagen voorbereiden dat ons land zich uitspreekt over de engagementen dat het wil aangaan. Peter lichtte ook toe hoe het er bij de opstelling van de Europese onderhandelingsteksten aan toe gaat: de teksten staan op het moment van deze conferentie nog bol van de vierkante haakjes ([]). Dit zijn stukken tekst waar nog discussie over is. Zo was het toen nog niet duidelijk of men in de onderhandelingstekst ook een stuk zou opnemen over het verzekeren van een rechtvaardige transitie (just transition), die waardig werk en kwalitatief waardevolle jobs creëert . Verder geeft Peter nog een woordje uitleg over de studie van het Belgisch Planbureau die stelt dat het Europees energie- en klimaatpakket geen negatieve impact hoeft te hebben op werkgelegenheid. Het hangt er van af op welke manier de overheidsontvangsten uit de verkoop van emissierechten in de ETS-sector (het Emissiehandelsysteem) en een koolstofheffing in de non-ETS-sector, opnieuw in de economie geïnjecteerd worden. Een aantal scenario’s werden onderzocht. Zo bleek onder meer dat als de ontvangsten gebruikt worden om de overheidsschuld af te bouwen, het BBP en de werkgelegenheid zal dalen (-16.000 jobs tegen 2020) Indien men de ontvangsten echter zou gebruiken om de werkgeversbijdragen te verminderen heeft dit een positieve impact op het BBP en de werkgelegenheid (+25.000 jobs tegen 2020). Tot slot heeft Peter het over de CDM projecten. Het Clean Development Mechanism is een mechanisme waarbij geïndustrialiseerde landen de mogelijkheid hebben om emissiebeperkende projecten in ontwikkelkingslande te financieren, waarvan de geïndustrialiseerde landen de resultaten mogen meetellen bij hun nationale reductiedoelstelling. De federale overheid hanteert hierbij een eigen duurzaamheidsanalyse, gebaseerd op de „Gold Standard“, waarbij rekening gehouden wordt met effecten op het leefmilieu, de economische, technologische ontwikkeling en sociale ontwikkeling. Concreet vertaalt dit zich in het rekening houden met de kwaliteit van de jobs, een verbetering van de levensstandaard, de inheemse bevolking, ... De aankoopprocessen worden begeleid door
12
ARBEID
& MILIEU
VERSLAG SOCIALE CONFERENTIE
Klimaatconferentie in Kopenhagen In 1997 werd de wereld het in de Japanse stad Kyoto eens over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Er werd een internationaal klimaatverdrag opgesteld, dat in 2012 afloopt. In Kopenhagen kwamen tussen 7 en 18 december de leiders van 192 landen samen om een opvolger van het kyotoprotocol te onderhandelen. De grote uitdaging bestond erin te voorkomen dat de gemiddelde temperatuur op aarde meer dan 2°C stijgt, ten opzichte van pre-industriële tijden.
zal het enige resultaat meer werkloosheid en meer sociale onrust zijn. Wat we nodig hebben is bronnen van kapitaal die niet geïnteresseerd zijn in kortetermijnwinst en sociale plannen voor sectoren die het meest getroffen zullen worden. Het is tijd voor een hoog ambitieniveau van de vakbonden, waarbij druk wordt gezet op de Europese Commissie voor een nieuw initiatief: Een samenwerking tussen overheden, werknemers en werkgevers om nieuwe, duurzame en kwalitatieve jobs te creeeren in een economie met lage CO2-uitstoot. Thijs Calu Educatief Medewerker Arbeid & Milieu
een Technisch Comité, waar ook het middenveld – inclusief de vakbonden en de milieubeweging – vertegenwoordigd zijn.
Standpunt EVV (Europees vakverbond) John Monks is Secretaris-Generaal van het EVV en trakteerde ons op een krachtige speech. Er werd om te beginnen met scherp gestoten op de arrogantie van de banken. Lloyd Blankfein – de grote baas van Goldmann Sachs – was recent immers van mening dat banken ‘Gods werk’ verrichten. Hij mag immers bonussen van 20 biljoen uitreiken en “iedereen zou blij moeten zijn en het succes van zijn bank vieren”, aldus Blankfein. Deze opmerking maakt duidelijk waar we tegenaan kijken en dat er nood is aan een strijdvaardig plan om ervoor te zorgen dat ons geld gaat waar het moet gaan: niet naar de banken, maar naar investeringen in het bestrijden van de klimaatverandering, in “new green & social deals” en maatregelen om ervoor te zorgen dat de banken niet terugglijden naar hun ‘business as usual’ – strategie.
* Voor meer info kun je terecht op onze website www.a-m.be, waar je de standpunten van het IVV in uitgebreide vorm kunt nalezen, alsook de speech van John Monks volledig terugvindt en de powerpointpresentatie van Peter Wittoek kunt downloaden.
John Monks, Secretaris-Generaal van het Europees vakverbond
Wat het klimaat betreft kennen we de feiten en de risico’s: tijd voor maatregelen dus, niet in het minst omdat ook de belangen van de vakbonden op het spel staan. Een aantal problemen waar we nu mee te kampen hebben vormen een lastige context: De financiële cris, delokalisatie, ... zorgen ervoor dat vele jobs sneuvelen. Een globaal probleem, waar helaas steeds op geantwoord word met lokale maatregelen. Het redden van de banken gebeurt wel heel gecoördineerd, voor het redden van jobs ligt het blijkbaar wat moeilijker om dit even prioritair en met dezelfde gecoördineerde actie te behandelen. Eén ding is zeker: als we maatregelen om de klimaatverandering te stoppen aan de markt overlaten
ARBEID
&
MILIEU
13
PROJECT
‘Groene Jobs’, het nieuwe A&M-project Met enige trots kondigen we ons nieuwe project aan rond ‘groene jobs’: jobs die bijdragen aan het behoud en herstel van ons leefmilieu. Dit kan gaan van de sector van de hernieuwbare energie, over werknemers die zich toeleggen op energie-efficiëntie tot duurzaam bosbeheer. Ondertussen verschenen hierover al enkele studies, waarbij duidelijk werd dat een omschakeling naar een groene economie geen verlies van jobs zal opleveren, integendeel zelfs! Er zullen echter wel verschuivingen optreden, maar dit eerder binnen, dan tussen sectoren. Een sociaal luik aan deze transitie is echter noodzakelijk om sociale drama’s te vermijden. Een onderwerp dat Arbeid & Milieu op het lijf is geschreven!
K I
In januari beginnen we met de uitwerking van het project, die een aantal zaken omvat: speerpunt van het project wordt ongetwijfeld de nog uit te bouwen website www.groenejobs.be. Daarnaast voorzien we een themanummer van ons magazine, een vormingspakket en tenslotte enkele vomingsmomenten en/ of een studiedag rond het thema.
Het is zeker niet de bedoeling om na afloop van het project (augustus 2010) de website op te doeken, wel integendeel: de website blijft bestaan en wordt up to date gehouden met informatie over nieuwe studies en ontwikkelingen.
www.groenejobs.be
Naast de website publiceren we ook een themanummer rond groene jobs. De inhoud hiervan ligt nog verre van vast, maar hier is de bedoeling alvast om het begrip groene jobs zo concreet mogelijk te maken: interviews met vakbondsmilitanten die een ‘groene job’ uitoefenen, praktische tips om bestaande jobs te vergroenen, conclusies van de belangrijkste studies, ...
Het doel van de website is vrij ambitieus: we willen een echte referentie worden op het gebied van kennisverspreiding rond groene jobs. Op deze website wordt in eerste instantie een overzicht gegeven van alle studies, met een bondige nederlandstalige samenvatting van de conclusies. Daarnaast wordt op de website een duidelijke omschrijving gegeven van het begrip ‘groene jobs’, en worden de standpunten en visies van de milieubeweging en de vakbonden uit de doeken gedaan. Er wordt ook gekeken voor een praktisch luik: interviews, praktische tips, praktijkvoorbeelden, ...
Groene jobs kennen een brede invulling. Een voorbeeld van zo’n job is deze man die aan een windmolen werkt. - © Flickr
Themanummer
Vormingspakket Ook in dit project proberen we een vormingspakket uit te werken, met hierin de nodige informatie over de mogelijkheden die een transitie naar een economie met meer groene jobs biedt, zowel op het vlak van ons milieu als op het vlak van tewerkstelling. Bedoeling is om aan de vakbondsmilitanten een leidraad rond dit containerbegrip mee te geven, met een overzicht van de kansen en moeilijkheden, en hoe dit proces in goede banen te leiden. Als er een vormingsmoment of een studiedag rond het thema aankomt, dan horen jullie het zeker! Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu
14
ARBEID
& MILIEU
BEDRIJFSBEZOEK
Bedrijfsbezoek aan Ecover Op dinsdag 24 november bracht Arbeid & Milieu een bezoek aan de vestiging van Ecover in Malle– de producent van ecologische was- en reinigingsmiddelen. Tijdens ons bezoek kregen we een antwoord op heel wat vragen: werkt men in de fabriek zelf ook zo ecologisch mogelijk? Waar komen de grondstoffen vandaan? Hoe zit het op sociaal vlak? Zijn de toeleveranciers even duurzaam?
A
Aandacht voor ecologie en kwaliteit Gids Hugo gaat van start met wat geschiedenis over het bedrijf: Ecover is héél klein begonnen in 1980 met 1 idealistische man – Frans Bogaert - in een klein schuurtje). Kenmerkend voor die periode was het overheersen van het ecologische aspect: het maakte niet zoveel uit of de zeep ook echt iets proper kreeg, als het maar milieuverantwoord was. Dat is nu wel even anders: Tegenwoordig is het bedrijf in handen van de Zweed Sørensen en worden de ecover producten in 26 landen aangeboden. Ook de kwaliteit van de producten kan zich tegenwoordig meten met de ‘conventionele’ producten. Een voorbeeld van de continue zoektocht naar een optimale kwaliteit is een testruimte met verschillende wasmachines die testen op verschillende producten. Daarbij wordt zelfs rekening gehouden met de cultuur van de verschillende landen waaraan
men levert. Voor de VS test men met een ongelooflijk groot exemplaar, terwijl er voor de Japanners een wasmachine staat die op minder dan 35°C wast – wat daar blijkbaar de gewoonte is. Ecover behaalde ook reeds verschillende jaren op rij het ISO14001-certificaat, waar heel veel aandacht aan wordt besteed. Dit certificaat wordt extern gecontroleerd en is een internationaal erkend milieuzorg-beheerssyteem.
Infrastructuur Ook in de uitbouw van hun infrastructuur en gebouwen is Ecover consequent ecologisch bezig. Zo ligt er een groendak van 6000m2 en ook aan de oriëntatie is gedacht om maximaal van de zon te kunnen profiteren. Verder is men momenteel bezig met het vervangen van de lampen naar heel energiezuinige modellen. De verwarming van de hallen gebeurt met de restwarmte van gecompresseerde perslucht.
Factory Belgium
ARBEID
&
MILIEU
15
BEDRIJFSBEZOEK
Ware house
Producten Grootste bekommernis was en is het fosfaatvrij houden van de wasmiddelen. Dit is immers het component dat de grootste milieuproblemen veroorzaakt. Bij ecover wordt fosfaat vervangen door een combinatie van citraat en zeolieten. Ecover streeft in zijn producten naar maximale biologische afbreekbaarheid, minimale giftigheid voor het waterleven, optimale effectiviteit én huidvriendelijkheid . Ook aan het dierenwelzijn is gedacht: producten worden nooit op dieren getest, maar op rode bloedcellen. De grondstoffen die Ecover gebruikt, komen ook steevast echt uit de natuur. Een product met ‘lavendelgeur’ is dus gemaakt met echte lavendel, en niet met één of andere chemische truc die de geur van lavendel nabootst.
Werken bij ecover Bij Ecover werd vroeger in 3 shifts gewerkt, maar recent is men op 2 shifts overgeschakeld. Per shift worden 23.000 flesjes gevuld. Dat er sprake is van een echt diversiteitsbeleid mochten we zelf ook ervaren bij ons bezoek. Geregeld een gekleurde medemens en veel vrouwen.
16
ARBEID
& MILIEU
Ook een aantal laaggeschoolden zijn tewerkgesteld bij Ecover. Voor het werkcomfort van de werknemers is ruime aandacht: zo worden dozen op paletten gevuld, zodanig dat de rug minimaal wordt belast, en wordt er op houten vloeren gewerkt omdat dit veel aangenamer werken is en ergonomisch meer verantwoord dan op een harde vloer. Voor sommige functies bij Ecover hoort ook een bedrijfswagen, maar de enige keuze is een Toyota Prius: een hybride wagen en dus ecologischer dan de doorsnee dieselbedrijfswagen.
Verpakking De verpakking van de Ecover-producten bestaat uit polyethyleen. Er wordt nagedacht over het gebruik van ecologische verpakking, maar momenteel blijkt dit niet haalbaar. Er werden reeds verschillende tests gedaan, maar geen enkele verpakking werd gevonden waartegen de producten resistent zijn. De evolutie in ecologische verpakkingen wordt wel op de voet gevolgd, en mocht het ooit zover komen dat een goede ecologische verpakking wordt gevonden,
BEDRIJFBEZOEK Ecover beschikt over een groendak van 6000m2, wat onder andere isolerend werkt
schakelt men over. Wel spijtig dat er geen gebruik wordt gemaakt van gerecycleerde kunststof voor de productie van de verpakkingen. Wat de kartonnen dozen betreft, die de toeleveranciers gebruiken: deze worden zoveel mogelijk hergebruikt (tot 15x), zodat op dat vlak zo weinig mogelijk afval wordt gecreëerd. Toeleveranciers worden verder ook op hun ecologisch gedrag gescreend en regelmatig gecontroleerd door Ecover zelf. Vaak gebeurt dit in samenwerking met hogescholen en universiteiten. Thijs Calu Edcuatief Medewerker Arbeid & Milieu
Bedrijfsfiche • • • • • •
Aantal werknemers in Malle: 85 Aantal vestigingen: Producten: aangeboden in 26 landen Vakbondsvertegenwoordiging: Ondernemingsraad: Comité ter preventie en bescherming op het werk: • Syndicale afvaardiging: Per shift worden 23.000 flesjes gevuld
ARBEID
&
MILIEU
17
CAMPAGNE NBV
Let your blue jeans talk...green! De ecologische impact van de meeste kleding is veel groter dan we vermoeden. Daarom heeft Netwerk Bewust Verbruiken (NBV) samen met Schone Kleren Campagne, Test-Aankoop, Ecolife en Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling (VODO) - met steun van de Vlaamse Overheid - de campagne Let your blue jeans talk... green in het leven geroepen. Met deze campagne – die op 28 oktober gelanceerd is – maakt NBV consumenten aan de hand van het voorbeeld jeans bewust van de knelpunten die voorkomen in de productieketen van kleding.
K
Katoen - de belangrijkste grondstof van de meeste kledingstukken en dus ook van jeans - lijkt een natuurlijke stof, maar niets is minder waar. Bij de teelt van katoen worden heel veel bestrijdingsmiddelen gebruikt. Zo vraagt katoen 25% van het wereldwijde insecticidengebruik, meer dan enig ander gewas. Resistentie bij insecten en plagen, heeft tot gevolg dat er steeds meer pesticiden (= verzamelnaam voor insecticiden, herbiciden en fungiciden) worden gebruikt. In sommige landen wordt er zelfs tot 40 keer per jaar gesproeid! Al deze chemische stoffen putten de landbouwgronden uit, waardoor de hoeveelheid benodigde kunstmest dan weer vergroot. Door deze intensieve teelt worden de gronden uiteindelijk onvruchtbaar. Voor 1 jeans is er gemiddeld 325 gram pesticiden gebruikt. Een groot deel hiervan is erg giftig: schadelijk voor de bodem, maar ook voor de katoenarbeiders, water en lucht. Twee derde van de katoenproducerende landen gebruikt chemicaliën die door de WereldGezondsheidsOrganisatie als gevaarlijk worden bestempeld. Daarbij komt dat de katoenboeren vaak onvoldoende voorgelicht zijn over de risico’s en het gebruik van deze chemische middelen.
Ook is er voor de katoenteelt erg veel water nodig dat vaak al schaars is in gebieden waar men katoen teelt. Voor 1 jeans is er 10.000 liter water nodig. Een van de redenen hiervoor is, dat een groot deel van de katoen wordt geteeld buiten de optimale klimaatzones. Doordat het klimaat eigenlijk te droog is om de
katoenplant voldoende water te geven, is irrigatie de enige oplossing. Deze vaak grootschalige irrigatie put in vele landen de watervoorraden uit. Een schrikwekkend voorbeeld van de mogelijke gevolgen van grootschalige irrigatie (voor de katoenteelt) is het verhaal van het Aralmeer in Oezbekistan: dit was een zoetwatermeer aan het begin van de 20e eeuw, en is inmiddels voor de helft veranderd in een zoutwoestijn en voor de helft in een zoutwatermeer. Helaas stopt de ecologische impact niet bij de teelt van katoen: ook tijdens de productie van de katoenvezel tot denim (jeansstof), komen heel wat schadelijke stoffen te pas. Zo wordt katoen eerst gebleekt met het ons bekende chloor, en daarna geverfd met kleurstoffen die zware metalen bevatten. Formaldehyde – een bestanddeel uit kunsthars – wordt gebruikt om de katoen kreukvrij te maken. Verder komen er nog andere stoffen kijken bij dit productieproces, zoals aromatische solventen, antistatische middelen, weekmakers, ammoniak en zuren. De laatste bijdrage aan de milieu-impact van jeans (en kleding in het algemeen) voordat ze in de winkels belanden, is op rekening van de grote afstanden die kleren afleggen. Een groot deel van onze kleren wordt tegenwoordig gemaakt in Azië, waardoor hun ecologische voetafdruk nog meer vergroot. Frans onderzoek liet zien dat een jeansbroek van katoen uit Oezbekistan – doorheen de gehele productieketen - 23.000 kilometer had afgelegd tot in de Franse kledingwinkels. Naast de aanzienlijke milieu-belasting heeft de kledingproductie ook een sociaal prijskaartje. De arbeidsomstandigheden in de meeste kledingproducerende landen (zoals China, Pakistan, India, Bangladesh, Turkije en Tunesië) laten zwaar te wensen over. In veel kledingfabrieken en -ateliers krijgen de werknemers – meestal vrouwen – ontoereikende minimumlonen, maken ze veel te lange werkdagen, mogen ze zich niet verenigen in een vakbond en lopen ze hoge gezondheidsrisico’s. Dit laatste wordt pijnlijk duidelijk in Turkije, waar de laatste tijd veelal de methode van zandstralen wordt gebruikt om jeans een versleten look te geven. Bij zandstralen worden zandkorrels onder hoge druk over de jeans gespoten, waarbij de kleine zanddeeltjes – wanneer er geen voldoende bescherming is – in de longen van de zandstraler komen vast te zitten. Dit leidt
18
ARBEID
& MILIEU
CAMPAGNE NBV
Simone van het NBV doet haar verhaal bij Sven Pichal (Peeters & Pichal), die de jeanscampagne opende met een wedstrijd ecojeans shoppen tegen Cath Luyten (Vlaanderen Vakantieland)
in veel gevallen tot stoflong (silicose), waaraan al verscheidene zandstralers overleden zijn. Steeds meer grotere kledingbedrijven stellen zelf een sociale gedragscode op waaraan hun leveranciers moeten voldoen. Deze codes zijn veelal gebaseerd op de basisconventies van de Internationale ArbeidsOrganisatie (IAO). Op zich is dit natuurlijk een goede stap vooruit, maar de controles op de naleving van deze sociale gedragscodes zijn nog niet wat ze moeten zijn... Nadat een nieuwe jeans in onze kleerkast terechtgekomen is, stopt haar milieu-impact niet. Wassen, drogen en strijken van kleren maken immers ook een groot deel uit van hun ecologische voetafdruk. Wasmachine, droogkast en strijkijzer zijn samen goed voor 20% van het huishoudelijk elektriciteitsverbruik: deze apparaten gebruiken veel water en energie. Dit hele verhaal betekent echter niet dat we acuut moeten stoppen met jeans-shoppen. Er is namelijk hoop! Gelukkig zijn er duurzame alternatieven voor jeans - met respect voor milieu en mens: jeans van hennep, bamboe, bio- of fairtrade katoen, geverfd en bewerkt met natuurlijke materialen en gemaakt in respectvolle omstandigheden tegen een eerlijk loon. Hennep, bamboe en biokatoen zijn gewassen die geteeld worden zonder de schadelijke pesticiden en kunstmeststoffen. Daarnaast hebben zowel hennep als bamboe erg weinig water nodig. Deze drie gewassen worden doorgaans ook verwerkt op een milieuvriendelijke manier. Een jeans uit (gelabeld) fairtrade katoen verzekert dat er een eerlijke prijs betaald is voor de katoen aan de katoenboeren, zodat ze een product kunnen leve-
ren dat sociaal en ecologisch verantwoord is, zonder dat ze er geld aan verliezen. Bovenop deze eerlijke prijs, wordt er een vaste fairtrade-premie uitgekeerd, die geïnvesteerd wordt in de opbouw van de lokale gemeenschap. Daarnaast betekent het fairtrade label ook dat de IAO-richtlijnen gerespecteerd zijn tijdens het gehele productiesproces van je jeans. Wanneer een kledingproducent lid is van de Fair Wear Foundation (FWF), mag je er ook gerust op zijn dat je jeans geproduceerd is in goede arbeidsomstandigheden (respect voor de IAO-richtlijnen). Dé ideale, totaal duurzame jeans hebben we nog niet gevonden: een jeans die gemaakt is met respect voor milieu én mens, onafhankelijk gecontroleerd en te koop aangeboden met vooral zeer duidelijke informatie. Een aantal merken zijn gelukkig wel al een (heel) stuk op de goede weg... Op de site www.greenjeans.be vind je meer informatie over duurzame jeans en een overzicht van verkooppunten, merken en labels. Ook kun je er de ecologische voetafdruk van je jeans berekenen en staan er tips op om bewuster met kleding om te gaan - na aankoop. Dus voortaan: Let your blue jeans talk.... green! Meer info: Simone Heinen Netwerk Bewust Verbruiken vzw tel. 02/894 46 09 info@greenjeans.be www.greenjeans.be
ARBEID
&
MILIEU
19
ECOCHEQUES DEEL II
Ecocheques deel II:
Wat kun je kopen met je ecocheques? In het vorige nummer van A&M magazine bespraken we het invoeren van de ecocheques door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale Arbeidsraad. Nu gaan we even dieper in op de producten of diensten die kunnen worden aangekocht met de cheques. Aan de CAO is daarvoor lijst toegevoegd die is onderverdeeld in 6 categorieën.
E
Energiebesparing
© Flickr
1. Aankoop en/of plaatsing (door geregistreerde aannemers) van producten en diensten die voldoen aan de criteria van de in artikel 145, 24° van het wetboek inkomstenbelastingen bepaalde federale fiscale verminderingen met het oog op energiebesparing; Deze producten en diensten zijn meer bepaald: de vervanging van een oude stookketel door een condensatieketel, een stookketel op hout met automatische voeding, microwarmtekrachtkoppeling of het onderhoud van een stookketel, geothermische warmtepomp, ramen met hoogrendementsbeglazing, dakisolatie en
thermostatische kranen of kamerthermostaat met tijdinschakeling, energieaudit, zonneboiler, fotovoltaïsche zonnepanelen en een passiefhuis met certificaat. 2. Producten en diensten die in één van de Gewesten op 1 december 2008 of later, in aanmerking komen voor regionale subsidies in het kader van het beleid inzake rationeel energiegebruik, met inbegrip van de regionale subsidies voor de aankoop van energiezuinige elektrische apparaten. Hier is wat overlap met de vorige lijst maar er zijn een paar extra’s, met dank aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: een doorstroomgasboiler, groendak, zonnewering, mechanische ventilatie met warmterecuperatie, koelkasten en diepvriezers met een energiescore A++, droogkasten met een energiescore A, 3. Aankoop van producten die specifiek zijn bestemd voor de isolatie van woningen; 4. Aankoop van spaarlampen, TL-lampen en LEDverlichting; 5. Elektrische apparaten die uitsluitend werken op zonne-energie of op handmatig geproduceerde energie.
Waterbesparing 1. Spaardouchekop; 2. Recuperatietank voor regenwater; 3. Hulpstuk voor waterbesparing op kranen; 4. Spoelbak voor toiletten met spaarknop.
Bevordering duurzame mobiliteit 1. Plaatsing van roetfilters in personendieselwagens met bouwjaar tot en met 2005; 2. Plaatsing lpg-installatie in personenwagens; 3. Vervoersbewijzen voor openbaar vervoer, met uitzondering van abonnementen; 4. Aankoop en onderhoud van fietsen, met inbegrip van fietsen uitsluitend ondersteund door een elektrische hulpmotor, fietsonderdelen en fietstoebehoren; 5. Cursussen ecodriving.
Afvalbeheer 1. Aankoop van oplaadbare, draagbare NiMH-batterijen en van oplaadtoestellen voor dergelijke batterijen; 2. Compostvat;
20
ARBEID
& MILIEU
ECOCHEQUES DEEL II 3. Kunststofproducten die volledig bestaan uit composteerbaar materiaal die voldoen aan de norm NBN EN 13432, evenals wasbare luiers; 4. Papier dat voor 100 % gerecycleerd is en dat ongebleekt of TCF-gebleekt is;
Bevordering van ecodesign Producten en diensten die voldoen aan de criteria van het Europese Ecolabel. Op www.ecolabel.be vind je een overzicht van de producten op de Belgische markt die een ecolabel hebben behaald. De uiteenlopende categorieën zijn: • Tissuepapier • Kopieer- en grafisch papier • Verf en vernis voor binnenhuis • Harde vloerbekleding • Bodemverbeteraars en groeimedia • Machineafwasmiddelen • Handafwasmiddelen • Allesreinigers • Wasmiddelen voor textiel • Textielproducten • Televisies De producten zijn te herkennen aan het bloemenlogo op de (meestal minimalistische) verpakking.
Bevordering van aandacht voor de natuur 1. Aankoop van duurzaam geëxploiteerd hout (FSC of PEFC of gelijkwaardig) of hout-producten gemaakt uit duurzaam geëxploiteerd hout, evenals papier dat geproduceerd is met gerecycleerde vezels of met verse vezels afkomstig van duurzaam geëxploiteerd hout; 2. Aankoop van bomen en buitenplanten, bloembollen en zaden voor buiten, niet-gemotoriseerde tuingereedschappen, potgrond en teelaarde, meststoffen met biogarantie. De komende maanden zullen deze producten dus misschien een stijging kennen in verkoop, en dat kan misschien het milieu ten goed komen. De Nationale Arbeidsraad zal het systeem in elk geval evalueren in 2011. Een van de belemmeringen is dat de Ecocheques niet door alle verkopers van de diensten en producten op de lijst aanvaard worden. Daarvoor moet namelijk een overeenkomst worden gesloten met de uitgevers van de cheques. De NMBS en De Lijn hebben dit bijvoorbeeld (nog?)niet gedaan, hoewel biljetten voor openbaar vervoer in de lijst staan. Een ander aandachtspunt voor de evaluatie zal de controle zijn: sommige handelszaken aanvaarden
ecocheques voor het volledige gamma en dat doet natuurlijk afbreuk aan de doelstellingen van het systeem. Ook de lijst is wellicht voor verfijning vatbaar. Papier is bijvoorbeeld expliciet opgenomen in de lijst met vermelding van de criteria 100% gerecycleerd en ongebeleekt of TCF-gebleekt (TCF= Totally Chlorine Free, zonder chloorverbindingen). Daarnaast zijn ook de producten die voldoen aan het Europees Ecolabel opgenomen. De criteria voor papierproducenten om dat label te halen vereisen niet dat het papier uit gerecycleerde vezels wordt geproduceerd, maar wel voor een deel uit hout afkomstig van duurzaam beheerde bossen. Op het gebied van bleken is het minimum ECF (Elementary Chlorine Free). Dat wil zeggen dat er geen chloorgas maar wel chloorverbindingen mogen worden verbruikt. Ook in de categorie “Aandacht voor de natuur” staat papier vermeld. In de evaluatie zal men dus ook moeten bekijken of er nog onlogische dingen op de lijst staan. Vakbonden en werkgevers kunnen hiervoor wellicht de hulp van de milieubewegingen goed gebruiken.
Eén van de zaken die je met de ecocheques kunt kopen zijn producten en diensten die voldoen aan de criteria van het Europese ecolabel.
Timothy De Clerck Educatief medewerker welzijn op het werk en leefmilieu
ARBEID
&
MILIEU
21
BOEKBESPREKING
‘Terra Reversa. De transitie naar rechtvaardige duurzaamheid’ Peter Tom Jones en Vicky De Meyere De crisis die we vandaag kennen is structureel en minstens drievoudig: economisch, sociaal en ecologisch. De oorzaken zijn veelvuldig, maar fundamenteel gaat het over een rampzalig verkeerde en asociale inzet van kapitaal. Overal ter wereld gooien overheden relanceplannen in de strijd. Het is echter niet steeds duidelijk of de relanceplannen een duurzame economische heropleving kunnen bewerkstelligen, en nog veel minder of die economische heropleving ook een stap vooruit inzake “duurzame ontwikkeling” zal zijn. Indien het antwoord op de huidige crisis er alleen maar toe leidt dat de huidige inefficiënte, energieverslindende en milieubelastende economie zonder enige structurele wijziging opnieuw opleeft, kunnen we met grote stelligheid voorzien dat het herstel van korte duur zal zijn. Dat is ook het uitgangspunt van het nieuwste boek van Peter Tom Jones en Vicky De Meyere: “Terra reversa, de transitie naar rechtvaardige duurzaamheid”. De auteurs leggen de vinger op een grote paradox: “Een economisch systeem dat kost wat kost wil blijven groeien en anderzijds pleit voor duurzaamheid. Sommige economen wensen dat die twee met elkaar verzoenbaar zouden zijn maar als je de harde feiten van de realiteit wetenschappelijk bekijkt, dan zijn er fundamentele tegenstellingen tussen een eindeloze economische groei en de eindige draagkracht van de aarde. In een materieel gesloten systeem zoals de aarde kan je niet oneindig blijven groeien. Het resultaat van die paradox is dat, ondanks alle aandacht voor het milieu, het steeds verder de verkeerde richting blijft uitgaan”. Terra Reversa laat niet alleen zien dat we als mensheid hopeloos vastlopen, maar ook hoe wij het roer kunnen omgooien. Niet de problemen staan centraal, maar de oplossingen. De auteurs bespreken nieuwe veranderingsmodellen, zoals transitiemanagement en het 4E model, en integreren die in een nieuwe visie op de omschakeling naar een ander, sociaal rechtvaardig, ecologisch duurzaam en economisch stabiel samenlevingsmodel. Zij passen dit concreet toe op de omschakeling naar duurzame mobiliteit; voeding; toerisme; en wonen en (ver)bouwen.
T
22
ARBEID
& MILIEU
Twee pistes De auteurs stellen dat er twee aanvullende pisten moeten bewandeld worden om onze wereld duurzaam te maken (dit houdt een vermindering van de milieu-impact met 90% (= factor 10) in).Een eerste mogelijkheid bestaat erin om voluit te gaan voor een snelle overgang naar slimme en zuinige ecotechnologie. Dit is de piste van de eco-efficiëntie: een zelfde hoeveelheid nuttige output produceren met een veel kleinere input aan grondstoffen en (fossiele) energie. Een klassiek voorbeeld is dat van de manier waarop we wonen. Door te bouwen met de best beschikbare technologie (Passiefhuisconcept) kan men zorgen voor een daling van de milieu-impact (bekeken over de volledige levensduur) van ongeveer 75% ten opzichte van een klassiek, nieuw huis of gebouw. Ook op het vlak van ecologische renovatie van bestaande woningen en gebouwen kunnen technologische oplossingen (isolatie, hoogrendementsglas etc.) een aanzienlijke milieuwinst boeken. Technologie kan eveneens een niet geringe bijdrage leveren op het vlak van mobiliteit. Via een radicale vergroening van het wagenpark (hybride wagens of kleine auto’s met CO2-uitstoot die tot vier keer lager ligt dan bij sommige alleterreinwagens) kan de klimaatimpact per gereden kilometer sterk gereduceerd worden. Maar... als er tezelfdertijd meer wagens op deze aardbol rondrijden én er per persoon meer kilometers worden gereden, dan wordt de technologische milieuwinst onmiddellijk opgegeten door de stijging van de totale autoconsumptie. Alleen (eco)technologie is dus onvoldoende. Er is volgens het boek ook dringend behoefte aan een ander consumptiemodel, “sufficiëntie”, de tweede piste om de Factor 10-reductie
BOEKBESPREKING te realiseren. Sufficiëntie impliceert anders en op een aantal vlakken minder consumeren. Gedragswijzingen zijn hier dus absoluut noodzakelijk. En dat geldt zowel voor consumenten als producenten. Daarbij zullen alle relevante consumptiesectoren – wonen, mobiliteit, reizen en voeding vertegenwoordigen bijna 80% van onze milieu-impact – een grondige facelift moeten krijgen. In de praktijk stelt men evenwel vast dat er bijzonder weinig beweegt op het vlak van gedragswijzigingen. Sufficiëntie ligt véél moeilijker dan eco-efficiëntie.
Effectieve strategieën voor gedragsverandering: de 4 E’s Hoe kan gedragswijziging effectief worden afgedwongen? Het is ondertussen duidelijk geworden dat de traditionele op informatie gerichte sensibiliseringscampagnes hun doel grotendeels missen. Effectieve strategieën om gedragsverandering te realiseren, moeten een mix van aanvullende instrumenten in het gareel brengen. In het Engels spreekt men van de 4 E’s: enable, engage, encourage en exemplify. Enable. De eerste E, enable, wijst erop dat een overgang naar duurzaam gedrag in de eerste plaats mogelijk gemaakt moet worden. Beschikbaarheid is hier een eerste cruciaal punt. Duurzame keuzes maken moet eenvoudig en vanzelfsprekend worden. Indien men bijvoorbeeld wenst dat er meer gebruik wordt gemaakt van het openbaar vervoer en minder van de wagen, dan moet er eerst een goed uitgebouwd publiek transportnetwerk voorhanden zijn. Bovendien moet het betaalbaar zijn én moet het een kwaliteitsvol alternatief voor de wagen zijn. Encourage. De tweede E, encourage, houdt in dat duurzame keuzes op verschillende manieren aangemoedigd moeten worden. Dat kan deels via prijssignalen. Dit vergt een omkering van de huidige prijszetting. Vandaag leven we immers in een wereld waar duurzame keuzes worden ontmoedigd en onduurzame keuzes worden beloond.
dingsbeleid (wagenpark, elektro, gebouwen, etc.) kan een wereld van verschil maken. Door massaal over te schakelen op milieuvriendelijke producten en diensten geeft de overheid bovendien een extra stimulans aan deze nieuwe sectoren in de economie (bv. passiefhuizen en hernieuwbare energie). Het boek past vervolgens dit model concreet toe op de omschakeling naar duurzame mobiliteit; voeding; toerisme; en wonen en (ver)bouwen. De auteurs wijzen op de onmisbare rol van het middenveld om de overgang naar een rechtvaardige duurzaamheid mogelijk te maken. “Enkel het georganiseerde middenveld bezit, door haar sterke verbondenheid met de burgers-consumenten, de capaciteiten om zowel de massa’s te overtuigen en te winnen voor een radicaal sociaalecologisch beleid én tegelijkertijd de overheid onder druk te zetten om een dergelijk beleid te voeren.” Maar dat middenveld, waartoe ook de vakbonden en de milieubeweging behoren, krijgt ook een veeg uit de pan: het middenveld is nog te veel bezig met business as usual, en te weinig de drijvende karacht voor een transitie die, in de woorden van de auteurs, heel wat secundaire voordelen (netto-werkgelegenheidscreatie oa) met zich meebrengt. “Transitie moet dus een ‘just transition’, een rechtvaardige transitie zijn, zoals we dat ook lezen in recente internationale documenten van de vakbeweging. Spijtig genoeg is in ons land de arbeidersbeweging - zowel vakbonden als sociaalculturele organisaties - veel te weinig betrokken in het debat dat hierover wordt gevoerd door academici, industriëlen en overheden. Op termijn riskeren we hiermee dat het aspect sociale rechtvaardigheid in de hele transitiebeweging onderbelicht zal blijven. De transitie wordt dan puur technocratisch ingevuld.” In een laatste deel gaan de auteurs dieper in op de idee van een zogenaamde “Green New deal”, en met name op de voorstellen van de Britse Green New Deal Group. De term “New Deal” verwijst naar het sociaal-economisch beleid dat de Amerikaanse president Roosevelt in de jaren dertig van de vorige
De 2e piste die we moeten bewandelen is die van de ‘sufficiëntie’. Dit impliceert anders en op een aantal vlakken minder consumeren. Ook ons reisgedrag zal moeten verduurzamen. - © Flickr
Engage. Het derde instrument vertrekt vanuit het besef dat het absoluut cruciaal is om mensen te betrekken bij veranderingsprocessen. Een mooi voorbeeld zijn de klimaatwijken die begeleid worden door Bond Beter Leefmilieu en vzw Dialoog. Een groep gezinnen gaat daarbij samen de uitdaging aan om in zes maanden tijd 8% energie te besparen. Exemplify. De vierde E, exemplify, houdt in dat de overheid zelf het goede voorbeeld moet geven. Practice what you preach. Daar zijn veel goede redenen voor te geven. De overheid is de grootste consument in een economie. Een groen openbaar aanbeste-
ARBEID
&
MILIEU
23
BOEKBESPREKING eeuw lanceerde om de grote economische crisis van die tijd te lijf te gaan. De structurele drievoudige (economische, sociale en ecologische) crisis vereist een structureel drievoudig antwoord. De economische relancemaatregelen moeten tegelijkertijd beginnen het milieu te herstellen, en de sociale kloof dichten. Er moeten jobs gecreëerd worden die blijven en die goede arbeidsvoorwaarden inhouden. Eerst en vooral moet de financiële sector aan banden gelegd worden; strenge spelregels voor de banken zijn absoluut noodzakelijk. De overheid kan en moet op een directe manier de investeringen in een duurzame economie versnellen: investeringen in wegenonderhoud, nieuwe tramlijnen, nieuwe bussen en treinen, een slim energienetwerk, schone energieproductie, energiezuinigheid, sociale woningbouw, nieuwe scholen, meer plaatsen voor kinderopvang, waterzuivering enz…Op die manier wordt de economie aangezwengeld en vergroend, worden bijkomende werkgelegenheid en bijkomende inkomens voor de gezinnen gecreëerd, en nemen ook de fiscale inkomsten voor de overheid toe, waarmee die overheid de investeringen in een duurzame economie nog kan versnellen.
Helaas, aldus de auteurs, “stellen we vast dat in alle bekende Green New Deal-paketten, gemiddeld genomen, de reële investeringen in groene economie ruimschoots teniet worden gedaan door klassieke investeringen in infrastructuur zoals nieuwe autosnelwegen of Lange Wappers. Wat we minstens nodig hebben, is een Green New Deal XL waar de hoofdmoot van de stimuleringsmaatregelen een uitgesproken groen karakter heeft. Dat is een stap in de richting van een structurele ombouw van de economie naar rechtvaardige duurzaamheid.” Peter Bostyn Studiedienst ABVV
We moeten 2 pistes bewandelen om de wereld duurzaam te maken. De eerste is een snelle overgang naar slimme en zuinige ecotechnologie. Een voorbeeld hiervan is voluit inzetten op het verder ontwikkelen van elektrische wagens. - © Flickr
24
ARBEID
& MILIEU
OPINIE
Opinie Dirk Barrez is VRT-tv-journalist, documentairemaker, auteur en hoofdredacteur van PALA.be, een gratis e-brief over onze globaliserende wereld. Abonneren kan via www. pala.be. Op 30 november mocht Arbeid & Milieu hem verwelkomen om te spreken over zijn visie op waardig werk in tijden van globalisering en crisis. Het is een boeiende en leerrijke avond geworden! Dirk schrijft ook geregeld opiniestukken over het thema, waaronder onderstaand stuk.
W
Waarover zou het publieke debat kunnen gaan? Misschien over welvaart, werk en hoe de crisis overstijgen. We beleven de grootste crisis in tachtig jaar en onze regeringen en overheden, in Vlaanderen, in België, in Europa én op het mondiale vlak, ze staan er vooral bij en kijken ernaar. Nog altijd gaat het publieke debat veel te weinig concreet én diepgaand over hoe we morgen welvarende samenlevingen kunnen bouwen. Trouwens, kan iemand uitleggen waarom de politieke wereld al die tijd heeft gewacht? Waarom ze niet al maanden, jaren en zelfs decennia geleden in gang is geschoten?
Dirk Barrez
De geschiedenis waarschuwt nochtans hevig. De eerste globalisering van onze economie vanaf midden negentiende eeuw kreeg een zware schok met de Eerste Wereldoorlog begin vorige eeuw en ging ten onder in de financieel-economische crisis van de jaren dertig, gevolgd door het verdwijnen van bijna alle democratieën en het bloedbad van de Tweede Wereldoorlog. Wie vandaag niet wil zien dat onze huishouding net als toen meer dan stevig uit de haak is en we in een diepe crisis van dat economische systeem zijn beland, negeert de feiten. Wereldwijd minstens vijftig miljoen werklozen erbij tegen eind dit jaar, op alle continenten een steeds kleiner deel van de welvaartstaart voor wie van zijn of haar werk moet leven, en de helft van alle werkende mensen die minder verdienen dan anderhalve euro per dag: dit is een gevaarlijke cocktail die samenlevingen en democratieën ernstig bedreigt en zelfs kan doen kapseizen. Politici die geen topprioriteit maken van een economie die welvaart creëert én verdeelt, zijn ziende blind en onverantwoordelijk.
Ecologische crisis Deze crisis is nog erger. Van klimaatverandering tot overbevissing doorboren we met onze huidige economie ditmaal ook de ecologische pijngrenzen van onze aarde. Ons ruimteschip aarde, ons huis, staat in brand. Of we het graag hebben of niet, het meest waarschijnlijke scenario voor onze wereld is dat van een sociaalecologische ineenstorting over minder dan vijftig jaar. Dan stuikt onze welvaartsproductie in elkaar en vallen onze samenlevingen uiteen. Voor al wie dit ongeloofwaardig of onmogelijk acht, alle verdwenen beschavingen dachten wellicht ook dat hun beschaving niet ten onder kon gaan, bijna tot vlak voor hun ondergang. Zo verging het de bewoners van Paaseiland, zo verging het ook de Maya beschaving. Let wel, een scenario, hoe waarschijnlijk ook, is geen voorspelling. Niemand verplicht ons die koers te blijven aanhouden. We zijn volledig vrij om het stuur te keren, weg van de sociaalecologische catastrofe. Voor wie het nog niet snapt, we beleven een unieke en ongelooflijk spannende periode waarin onze oude vertrouwde wereld aan scherven gaat. Daarover moet het debat gaan, en vooral over welke wegen we nu uit moeten om ook in 2050 goed te leven, in dit land, in Europa, in heel de wereld.
ARBEID
&
MILIEU
25
OPINIE inkomen. Dan mag de wereld wel ingewikkeld zijn, soms is de oplossing van een dilemma niet eens zo moeilijk. Want die ombouw van onze huidige economie naar ecologische duurzaamheid is één grote schreeuw om werk. Er zijn vele handen nodig om de hele wereld rond ons al vernietigde natuurlijke kapitaal te herstellen, evenzo voor een milieuvriendelijke voedseleconomie die alle mensen voldoende en gezond eten verschaft. Leefbare steden uitbouwen en renoveren, energiezuinige woningbouw, heel onze transporteconomie herdenken en hertimmeren, meer welvaart produceren met minder energie, de economie dematerialiseren, voor al die ambities moeten er dringend meer hersens en handen aan het werk.
Waardig werk Overbevissing: Eén van de vele componenten van de ecologische crisis waarin de aarde verzeild is geraakt. - © flickr
Het zal sommigen misschien verbazen, maar eigenlijk weten we in grote mate wat politici kunnen en moeten doen.
Overheidsbanken en coöperatieve banken Allereerst, opnieuw greep krijgen op een losgeslagen geldwezen: geen vrijgeleide meer om met onze voeten te spelen en komaf maken met het taboe dat rust op overheidsbanken en coöperatieve banken. Alleen zo kan geld opnieuw een stevige hefboom zijn voor een bloeiende economie. En anders dan vandaag moet onze welvaartsmachine ecologisch duurzaam zijn. Kan dat wel, kunnen we én het milieu respecteren én welvaart scheppen voor iedereen, kunnen we m.a.w. tegelijk ecologisch en sociaal zijn? Laten we de noodzaak van een ecologisch duurzame economie koppelen aan de roep naar werk en Politici moeten terug greep krijgen op een losgeslagen geldwezen. - © flickr
En laten we werk opnieuw in eer herstellen, vooreerst dat wie werkt daarvan moet kunnen leven en dat werk geen koopwaar is. Laat het opnieuw en overal een vanzelfsprekendheid zijn dat werknemers zich verenigen om hun rechten af te dwingen en te verdedigen. Zorg dat er een mondialisering komt van het recht op sociale zekerheid. In plaats van de rugzak van sociale zekerheid van Europese werknemers lichter te willen maken, moet die rugzak eindelijk meer gevuld geraken voor alle werknemers. En we moeten het belang herontdekken van volledige werkgelegenheid – zinvol en voldoende betaald werk voor al wie wil werken – en van economische democratie die werknemers meer zeggingschap garandeert. Als we daarenboven weten dat het best om leven is in samenlevingen die voldoende middelen samenleggen om te investeren in goede gezondheidszorg, betaalbaar onderwijs, sociale zekerheid, energievoorziening, economische ontwikkeling, ecologische duurzaamheid, verdedig dan met hand en tand het principe van progressieve belastingen – omdat de sterkste schouders inderdaad de zwaarste inspanningen horen te leveren, zoveel te meer omdat net zij doorgaans nog de meeste vruchten plukken van onze collectieve inspanningen voor onder andere onderwijs, cultuur en tal van infrastructuur. Het is hoog tijd om de neoliberale consensus van de voorbije decennia in de lappenmand van de geschiedenis te gooien en te vervangen door een nieuwe sociaalecologische consensus. Die nieuwe kijk moet uitdrukkelijk erkennen dat welvaart moet worden voortgebracht binnen de grenzen van wat de planeet toestaat, dat een eerlijke verdeling van die welvaart absolute voorrang vereist en dat overheden het recht hebben om het geldwezen en de economie te sturen in dienst van mens en samenleving. Dirk Barrez www.pala.be / www.wereldinbeeld.be
26
ARBEID
& MILIEU
WEBSITES IN DE KIJKER
Websites in de kijker
W
www.ikzoekfsc.be
www.ikzoekfsc.be
FSC staat voor ‘Forest Stewardship Council’ en is een internationale, onafhankelijke niet-gouvernementele non-profit organisatie. Het doel van de FSC is streven naar verantwoord bosbeheer wereldwijd. Hout of papier met het FSC-label garandeert je dan ook dat hout uit duurzaam beheerde bossen werd gebruikt. Dit is echter niet altijd even gemakkelijk te vinden. Via de website www.ikzoekfsc.be kan u op zoek gaan naar FSC gelabelde hout- en papierproducten op de Belgische en Luxemburgse markt. Via een eenvoudige zoekfunctie typ je het gewenste product in, waarna je verder kunt verfijnen naar de dichtste leverancier, aan de hand van je postcode. Een handige tool!
www.groenhuis.org
www.groenhuis.org
Op deze website vind je handige tips om geld én het milieu te sparen op tal van thema’s: van het verminderen van afval, over tips om je tuin zo milieuvriendelijk mogelijk aan te leggen, tot een energie-efficient gebruik van allerhande toestellen. Via het tabblad ‘Reactie’ kun je reageren op de tips, of zelf tips voorstellen. De bouwers van de website tonen zelf het goede voorbeeld, met een enorme lijst van maatregelen die bij hen thuis zijn uitgevoerd om mens , geld en milieu te besparen. Indrukwekkend en zeker een bezoekje waard!
www.makeitfair.org Make IT fair is een Europees project dat erop gericht is informatie te verspreiden over het misbruik dat vaak gemaakt wordt van werknemers en het milieu, bij de productie van IT-goederen, zoals GSM’s, laptops en MP3-spelers. Hoe kan ik mijn gsm eerlijker maken? Is mijn laptop wel op een duurzame manier geproduceerd? Alle antwoorden vind je op deze site. www.makeitfair.org
www.groenesleutel.be De Groene Sleutel is een internationaal keurmerk voor milieuvriendelijke toeristische bedrijven. Met het behalen van de Groene Sleutel engageert dit bedrijf zich om op een duurzame manier te werk te gaan. Er wordt zorgvuldig omgesprongen met water, energie en afval, zonder toe te geven op vlak van comfort. Voor wie met een proper geweten wil reizen alvast een aanrader!
www.zonzoo.be
www.groenesleutel.be
Zonzoo België is onderdeel van een relatief nieuwe onderneming die zich tot doel heeft gesteld om oude, maar nog werkzame GSM’s op te kopen voor verder hergebruik of recyclage. Zo krijgen GSM’s nog een tweede leven. Het loont dus om eens in lades die oude, vergeten GSM’s op te zoeken : misschien krijg je er nog geld voor. Bovendien sponsort Zonzoo bij elke aankoop een goed doel ter waarde van 5% van de aankoopprijs: je kan kiezen uit een lijstje met 11.11.11., Plan International, Rode Kruis, Levenslijn en Bond Beter Leefmilieu.
www.zonzoo.be
ARBEID
&
MILIEU
27
PUBLICATIES IN DE KIJKER
‘Eco Logica. Consequent ecologisch ondernemen’ Michaël Bremans In zijn debuut Eco Logica vertelt Michaël Bremans – gedelegeerd bestuurder van Ecover – hoe duurzaam ondernemen haalbaar wordt en beschrijft hij op een vlotte en toegankelijke manier hoe de droom van een leefbare planeet in de realiteit kan omgezet worden. “Eco Logica is een pleidooi voor consequent ecologisch handelen. De overheid, bedrijven en organisaties, de consument: iedereen moet zijn en haar verantwoordelijkheid voor het klimaat opnemen en streven naar duurzaamheid. We moeten er alles aan doen om het milieu niet te schaden en de uitstoot van CO2 verder te beperken. In Eco Logica breng ik het verhaal van Ecover, maar ook dat van andere eco-pioniers zoals Exki, The Body Shop, People Tree en Triodos Bank. Het gaat telkens over gedrevenheid en idealen, over ecologisch ondernemen en overleven in een zeer concurrentiële omgeving. Zeer inspirerende voorbeelden voor iedereen die onze aarde een warm hart toedraagt,” aldus de auteur Bremans. BRON: http://www.mvovlaanderen.be/over-mvo/nieuws/eco-logica
‘Vlaanderen in de knoop. Een uitweg uit de Vlaamse ruimtelijke wanorde’ Erik Grietens De ruimtelijke wanorde in Vlaanderen roept om een maatschappelijk debat. ‘Onze schaarse open ruimte wordt ingepalmd door verkavelingen, bedrijventerreinen, uitbreiding van havens, nieuwe autowegen, shoppingcentra, kantorencomplexen,… Jaarlijks wordt meer dan 2600 ha open ruimte ingepalmd door nieuwe bebouwing, wat overeenkomt met 5000 voetbalvelden. Dat gebeurt bovendien op een zeer onoordeelkundige manier. Het beleid werkt de ruimtelijke wanorde in de hand,’ zegt Erik Grietens. Ruimtelijke ordening lijkt een ver van mijn bed show, maar dit boek toont aan dat de gevolgen van een slechte ruimtelijke ordening zeer dicht bij huis komen. Daarbij denken we aan de actuele fijnstofproblematiek of de vele files. Bovendien slaagt Erik Grietens er in om deze complexe problematiek helder en begrijpelijk te beschrijven. Maar niet enkel de wantoestanden komen aan bod. In Vlaanderen zijn er immers ook veel goede voorbeelden te vinden. Ook die projecten krijgen de nodige aandacht in het boek. Gevolgen Vlaanderen in de knoop toont aan dat we voor het rommelige gebruik van onze ruimte een hoge tol betalen. Onze slechte ruimtelijke ordening ligt mee aan de basis van de achteruitgang van natuur, de toename van verkeersstromen, verkeersonveiligheid, overstromingen, problemen met lucht- en waterkwaliteit en toenemende geluidsoverlast. BRON: Persbericht BBL, http://www.bondbeterleefmilieu.be/page.php/15/show/608
28
ARBEID
& MILIEU