België-Belgique PB Brussel 5 P209314
magazine DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2010 • NR 1 • JAN - FEB - MRT
• Interview met delegees Honda • China’s economische groei: Bedreiging of spiegel voor de wereld? • Biodiversiteit en bedrijven • Wat na Kopenhagen? Afgiftekantoor: 1050 Brussel 5 Afzender: A&M, Edinburgstraat 26, 1050 Brussel
ARBEID
&
MILIEU
1
INHOUD
Inhoud is een driemaandelijkse uitgave van Arbeid & Milieu vzw Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Tel. (02) 894 46 53 secretariaat@a-m.be • www.a-m.be Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 9u tot 17u bereikbaar. Redactie: Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Druk: De Wrikker Lay-out: www.x-oc.com Foto cover: © Thijs Calu Arbeid & Milieu Magazine is een initiatief van Arbeid & Milieu vzw. Arbeid & Milieu vzw is een samenwerkingsverband waarin de arbeidersbeweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu. A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, columns en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M Magazine kost e 17,50. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rekeningnummer Fortis 001-1495955-97, met vermelding ‘Abonnement 2010’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst. Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons op tel: 02/894.46.53 of secretariaat@a-m.be Arbeid & Milieu vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen ‘Arbeid en Milieu Nieuws’ uit. Redactieraad: Peter Bostyn, Thijs Calu, Timothy De Clerck, Bert De Wel, Kristof Debrabandere, Anton Gerits, Dominique Kiekens, Suzanne Kwanten, Joris Van Damme, Kris Van Eyck. VU: Joris Van Damme Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Arbeid & Milieu Magazine is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkt. De redactie is niet gebonden door de inhoud van de opgenomen advertenties. Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.
2
ARBEID
& MILIEU
3 4 7 10 12 15 17 19 21 24 27
De vernieuwde ploeg van Arbeid & Milieu aan de slag! Met de vernieuwde ploeg zijn we helemaal klaar voor het nieuwe werkingsjaar, met een project rond ‘groene jobs’ als speerpunt. Bedrijfsdossier: Honda Arbeid & Milieu sprak met 3 delegees en hun afgevaardigde over MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) bij Honda Europe in Gent. (On)begrip: Groene Jobs Iedereen in België weet wat “zwart werk” is. We herinneren ons ook de “witte woede” nog. Vandaag wordt er steeds meer gepraat over een nieuw begrip met een kleurtje: “groene jobs”. Maar wat zijn die groene jobs nu eigenlijk? OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) In onze rubriek ‘Van Groene Huize’ laten we OVAM aan het woord. Hier vind je alles over het ontstaan, campagnes, website en e-zines, ... Biodiversiteit en bedrijven Natuur beschermen op het terrein van een chemisch bedrijf? Het lijkt tegenstrijdig, maar het kan! Bedrijven kunnen perfect en vaak op een eenvoudige manier investeren in biodiversiteit. Kom hier te weten wat de mogelijkheden zoal kunnen zijn. MVO in de praktijk Eind vorig jaar ging A&M spreken over MVO op een vormingsactiviteit van de ACV-spaanderplatensector. De delegees willen MVO vertalen naar hun onderneming. Het verslag kun je hier lezen. Wat na Kopenhagen? Sara Van Dyck (BBL) en Bert De Wel (ACV) zijn ontgoocheld in de resultaten van de recente klimaattop in Kopenhagen en geven hun visie op wat gebeurde en wat Europa nu te doen staat. Voetafdruk duurzaam ondernemen Hoe duurzaam is jouw bedrijf? Via deze online tool kun je de test doen en kom je te weten of jouw bedrijf goed op weg is, en waar aanpassingen moeten gebeuren. Interview met Sara Van Dyck (BBL) en Peter Bostyn (ABVV) We laten jullie graag kennis laten maken Sara Van Dyck (BBL), als nieuwkomer in onze Raad van Bestuur en nemen tegelijk afscheid van Peter Bostyn (ABVV) als oudgediende binnen A&M. China’s economische groei In onze rubriek ‘opinie’, laten we Hans Bruyninckx – voorzitter van de BBL – aan het woord over de opgang van China, en wat dit zoal betekent op zowel sociaal als ecologisch vlak. Websites in de kijker Volgende websites zetten we deze keer in de kijker: www.kudzu.be www.rankabrand.nl www.energievreters.be/auto www.wattroadshow.be
REDACTIONEEL
De vernieuwde ploeg van Arbeid & Milieu aan de slag! Met veel enthousiasme neemt een vernieuwde ploeg van Arbeid en Milieu een nieuw project in handen: Groene Jobs. Tijd om te acclimatiseren is er voor de nieuwelingen niet bij, de vele uitdagingen kunnen niet wachten. Gelukkig kunnen we ook nog terugvallen op de ervaring van Dominique en Thijs om ook van dit project een succes te maken.
B
Boeiende tijden
“May you live in interesting times”,… het is een gezegde waarvan niemand nog zeker weet waar het vandaan komt en wat er precies mee bedoeld wordt. Volgens sommigen wordt ermee gesuggereerd dat het een zegen is om in stormachtige tijden te mogen leven, volgens anderen wil men er eerder de vloek mee benadrukken die met de omwentelingen gepaard gaat. In haar positieve betekenis is het in ieder geval een spreuk waarmee ik me graag wil identificeren om als nieuwe coördinator, samen met Thijs, een bescheiden steentje bij te dragen aan de uitdagingen die onze partners samen willen aangaan binnen Arbeid & Milieu.
Een nieuw bestuur De drijvende kracht achter A&M, de Raad van Bestuur, kende eind vorig jaar en begin dit jaar ook de nodige omwentelingen. De ploeg is in korte tijd bijna volledig vernieuwd. Alleen voorzitster Dominique Kiekens bleef op post. We willen de vertrekkende leden van harte danken voor hun volgehouden inzet voor Arbeid & Milieu. En we verwelkomen uiteraard ook de nieuwe bestuursleden, die zeker niet minder gedreven en met evenveel kennis van zaken voor hun organisatie in A&M zullen zetelen. We laten in dit nummer uittredend bestuurslid Peter Bostyn nog eens (ABBV) aan het woord, en maken tegelijkertijd al kennis Sara Van Dyck (BBL). In ons volgend nummer komen andere nieuwelingen aan bod.
Groene Jobs, Groene Jobs,… en nog eens Groene Jobs We hebben het onderwerp al meermaals aangeraakt in dit magazine, en we zullen het er nog meermaals over hebben: groene jobs. Het zal dan ook de thematische rode draad zijn doorheen de werking van Arbeid en Milieu in 2010 en zal minstens voor een deel ook in 2011 onze werking bepalen. De lancering van ons project is al eerder aan bod gekomen, in dit magazine legt Bert Dewel in onze rubriek Onbegrip uit wat we kunnen verstaan onder groene jobs. Naast een vijftiental boeiende activiteiten, werken we komende maanden aan de uitbouw van een heuse website, en in de tweede helft van dit jaar volgt een thematische publicatie van dit magazine, alle volledig gewijd aan dit thema. Jorre Van Damme Coördinator Arbeid en Milieu
Jorre Van Damme
ARBEID
&
MILIEU
3
bedrijfsdossier
Vakbondsafgevaardigden maken het verschil bij Honda Europe Gent Honda Europe is gevestigd in de Gentse zeehaven, vlakbij grote concurrent Volvo. We spraken er 3 ABVV-delegees en hun secretaris over hun recente initiatief om ‘Donderdag Veggiedag’ te lanceren. Daarnaast kwamen ook hun inspanningen op andere terreinen aan bod, en hadden we het over het MVO-beleid van Honda. Het werd een boeiend gesprek met 3 gedreven militanten, bijgestaan door hun al even gedreven secretaris.
A
A&M: Kunnen jullie jezelf kort even voorstellen? Mark De Visscher: Ik werk reeds 23 jaar bij Honda. Mijn vakbondscarriere gaat zo’n 20 à 22 jaar terug. Na een tijdje werd ik verkozen als reserve-afgevaardigde van de syndicale delegatie. Door interne onenigheden ben ik daarna een tijdje uit de syndicale delegatie gestapt, maar een 7-tal jaar geleden ben ik hoofdafgevaardigde geworden en ben ik effectief lid van de Ondernemingsraad, effectief lid van het Comité en woordvoerder van de syndicale delegatie. Rudy Haemelinck: Ik ben 26 jaar actief bij Honda. Mijn huidige functie is polyvalent medewerker op de andere site, aan de overkant van de straat. Ik heb min of meer dezelfde loopbaan als Mark en ben ook een tijdje uit de syndicale delegatie gestapt. Momenteel ben ik effectief lid van de Syndicale Afvaardiging en de Ondernemingsraad. Mario Van de Velde: Ik ben intussen 15 jaar tewerkgesteld bij Honda en werk in de ‘Parts’-afdeling. Ik zit nog maar sinds kort bij de vakbond, op aansporen van Mark. Momenteel ben ik reservelid bij het Comité en effectief syndicaal afgevaardigde. Frank Van Dorsselaer: Ik ben Secretaris voor ABVV Metaal Oost-Vlaanderen en volg Honda sinds een jaar of 4 op.
A&M: Jullie zijn bezig met het invoeren en promoten van ‘Donderdag Veggiedag’ bij Honda. Hoe zijn jullie daartoe gekomen? Mark: Donderdag Veggiedag is een campagne van EVA (het Ethisch Vegetarisch Alternatief), die erop gericht is je te stimuleren minstens 1 dag per week geen vlees te eten. Dat heeft op vele vlakken voordelen: het is goed voor je gezondheid, goed voor het milieu (minder uitstoot van broeikasgassen), goed voor het dierenwelzijn,... . Als iedereen in België één dag vegetarisch eet, dan schrap je de CO2-uitstoot van ongeveer 500.000 wagens! A&M: Hoe ver staan jullie momenteel met deze campagne bij Honda? Mark: We hebben voorlopig nog niet bekomen dat er een volledig vleesvrije donderdag is bij Honda, maar voorlopig is dat ook nog een utopie en waarschijnlijk een stap te ver. We proberen stap per stap te werken en maken op die manier wel vorderingen. Vroeger kon je in het bedrijfsrestaurant van Honda kiezen voor een warme dagschotel, een vegetarisch menu, een koude schotel, broodjes... Door de crisis is dit echter allemaal afgebouwd. Zo is de vegetarische schotel van het menu gehaald. Op onze vraag is er nu een vegetarisch alternatief voorzien bij het gewone
Bij Honda Europe in Gent willen de delegees uiteindelijk bekomen dat er op donderdag een volledig vegetarisch menu wordt voorzien – © EVA
4
ARBEID
& MILIEU
DUURZAAM VAN 9 TOT 5
Honda Europe NV in Gent – © Honda Europe NV
menu. Dat is een eerste belangrijke stap geweest. We proberen de werknemers ervan te overtuigen om deze vleesvervangers te nemen op donderdag. Zo willen we op termijn komen tot een situatie dat er op donderdag een volledig vegetarisch menu is, met vlees als alternatief, dus omgekeerd aan de huidige situatie. Daarnaast hebben we informatie over de campagne geschreven in ons bedrijfskrantje – de ‘Rode Schakel’ – om mensen bewust te maken van de thematiek. Op de achterkant van ons krantje vind je de namen van alle vakbondsmilitanten. Ieder van hen trekt in meer of mindere mate aan de kar bij bepaalde thema’s. Onder onze militanten zit een overtuigd vegetariër en het is vooral die persoon die dit project in gang heeft gezet. Tenslotte hebben we ook een kookbrochure van EVA overhandigd aan de kok om wat afwisseling in zijn ‘veggie’ gerechten te brengen. Voorlopig is dit geen groot succes, maar we hebben goede hoop dat de vraag zal stijgen, en dan zal men daar wellicht wel meer moeite voor doen. Mario: Met onze inspanningen voor donderdag Veggiedag willen we vooral duidelijk maken aan onze werknemers dat er wel degelijk lekkere en gevarieerde alternatieven voor vlees bestaan. Bij de meeste mensen is er nog een grote drempel omdat het iets is wat men niet kent. Daar willen wij verandering in brengen. Frank: Het is absoluut niet onze bedoeling om van iedereen een vegetariër te maken of om het veganisme als levenswijze te gaan verkondigen.Het is er ons wél om te doen om de mensen bewust te maken
van de invloed die hun vleesconsumptie heeft op vlak van milieu. Kijk maar naar bijvoorbeeld de uitstoot van broeikasgassen. Als vleeseter heb je daar een enorme impact op! Rudy: De volgende actie in deze campagne is het uithangen en uitdelen van pamfletten met de mededeling dat ‘Donderdag Veggiedag’ eraan komt. Het is namelijk zo dat hier niemand eten moet bestellen, tenzij je vegetarisch wil eten. De pamfletten moeten de mensen eraan herinneren hun vegetarische maaltijd tijdig te bestellen.
Bedrijfsfiche Honda Europe NV werd in 1978 opgericht als dochter van het Japanse Honda Motor Corporation. Gevestigd in het Gentse havengebied fungeert Honda Europe al 30 jaar als het logistieke centrum van Honda in Europa. Vorig jaar realiseerden ruim 650 medewerkers samen een omzet van 767 miljoen euro. Binnen het Europese Honda-netwerk staat Honda Europe in voor: • Logistiek van wagens, motorfietsen, power equipment en accessoires. De parking met wagens heeft een opslagcapaciteit van 18.500 wagens en Honda Europe kan tot 1.500 wagens per dag leveren. Daarnaast beschikt Honda Europe ook over een grote opslagruimte voor motorfietsen. Van hieruit worden per jaar meer dan 85.000 motorfietsen verdeeld . Ten slotte wordt bij Honda Europe ook de distributie van alle power equipment producten gecentraliseerd (grasmachines, zitmaaiers, motorploegen, generatoren,...- buitenboordmotoren, ...). Samen zijn ze goed voor 210.000 leveringen per jaar. • Aankoop, klantenbeheer en logistiek van onderdelen voor alle producten • Verkoop en logistiek van industriële motoren • Ontwikkeling en beheer van ICT-systemen
ARBEID
&
MILIEU
5
bedrijfsdossier Frank: Honda is inderdaad een onderneming die zeer met het milieu begaan is. Daarom vonden we als ABVV-fractie dat hier wel een voedingsbodem aanwezig was voor een initiatief als Donderdag Veggiedag. De milieuthematiek is niet compleet nieuw voor Honda, wat het gemakkelijker maakt om zoiets te verkopen. De recente mislukte top in Kopenhagen heeft op de werkvloer ook één en ander teweeggebracht, wat dat bewustwordingsproces nog heeft versneld.
vlnr.: Mario Van de Velde, Mark De Visscher en Rudy Haemelinck – © Frank Van Dorsselaer
6
A&M: Is Honda ook op andere vlakken bezig rond MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen)? Mark: Het gamma van Honda is het mooiste voorbeeld van hoe men inspeelt op de milieuthematiek: Honda pruduceert 4 hybride wagens en men is ook bezig met de ontwikkeling van een model op waterstof . Verder produceert Honda ook zonnepanelen in Japan, voor de Japanse en Amerikaanse markt en men kijkt om hier op de site ook met zonnepanelen te werken, naar het voorbeeld van Honda Aalst. Mario: Ook op het bedrijf zelf is men wel met MVO bezig. Tegenwoordig worden kartonnen dozen in het magazijn hergebruikt indien mogelijk. Als een doos niet meer als verpakking kan dienen, wordt ze door een machine gehaald die het karton bruikbaar maakt om als opvulmateriaal te gebruiken bij de verpakking van onderdelen. Op die manier is ons ‘afvalkarton’ drastisch gereduceerd. Mark: Als je werkt aan het milieu, werk je ook zuining voor je portemonnee, en dat is natuurlijk wat telt voor een bedrijf. Bij het voorbeeld met het karton betekent dit dat er minder afval is, er zijn minder stukken beschadigd en de kwaliteit stijgt. Dat vertaalt zich in een lagere afvalkost en een betere service naar de klant. Een rendabele investering dus! Mario: Een ander mooi voorbeeld is het gebruik van herbruikbare bekers in plaats van flessenwater. Vroeger kreeg iedereen water in flesjes van een halve liter. Het aantal flesjes dat toen werd verbruikt was 260.000 flesjes per jaar! Dat is een groot pak plastiek en bovendien zeer duur. Nu krijgt iedereen nog gratis water, maar in een herbruikbare beker van een halve liter en via een dispenser die leidingwater koelt en zuivert. De impact op het milieu is dus veel lager en bovendien is het veel goedkoper dan de dure flesjes spa. En tenslotte is er nu het hele jaar door gratis water, terwijl dit vroeger enkel in de warmste periode van het jaar zo was.
ARBEID
& MILIEU
A&M: Zijn er andere acties die jullie als vakbond op het getouw hebben gezet of van plan zijn op te starten? Mark: Jazeker, zo zijn we momenteel ook bezig met het organiseren van een actie ten voordele van de slachtoffers van Haïti. Dit is een idee dat volledig vanop de werkvloer zelf is ontstaan. We zijn op het idee gekomen om snoepzakken te vullen en te verkopen ten voordele van Haïti. De broer van een collega van ons is verkoopsdirecteur bij een snoepfabriek. Op die manier kunnen we zeer goedkoop snoep inkopen. De bedoeling is om de volgende dagen snoepzakjes te vullen, en die voor 5 euro te verkopen. Als we alle 600 zakken verkopen kunnen we zo’n 2700 euro aan Haïti schenken. Ik hoop dat het een succes wordt! Rudy: Vorig jaar hebben we een soortgelijke actie gedaan op de Sint-Elooisfeesten voor Music for Life. Dit was volledig op initiatief van de werknemers en bracht zo’n 2000 euro op. Ik denk en hoop dat we dit jaar met dezelfde groep die dit trok terug iets voor Music for Life kunnen doen. We hopen een project te kunnen lanceren dat nog mooier zal zijn en nog veel meer geld in het laatje zal brengen. A&M: Hebben jullie het gevoel dat jullie als vakbondsmilitanten een verschil kunnen maken bij Honda? Mario: Ik denk dat we hier zeker een verschil kunnen maken. Bij Honda werken we met zogenaamde ‘New Honda Circles’ . Dit zijn een soort kwaliteitscirkels, waar aan de arbeiders de mogelijkheid wordt gegeven om iets op te starten wat een betere werkplek creëert of de kwaliteit van het werk verbetert. Ik heb de indruk dat, als je zo’n cirkel doet en als het goed onderbouwd is, dat er wel wat inspraak is voor de werknemers. Eén van de thema’s waarrond zo’n cirkel georganiseerd kan worden is milieu. Zo heeft men in zo’n kwaliteitscirkel een project uitgedacht rond het afzetten van PC’s. Door flyers met informatie uit te hangen in de lokalen herinnert men de mensen om de stroom van de pc’s telkens af te zetten (niet enkel op standby). Hier op Honda zijn enkele honderden en misschien zelfs duizenden PC’s, dat loopt dus snel op. A&M: Bedankt voor het interview! Interview: Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu
(ON)BEGRIP
Groene jobs ‘De vervuiler betaalt’ is een principe uit het milieubeleid dat stelt dat de kostprijs van de vervuiling door de vervuiler moet gedragen worden. Dit beginsel houdt ook in dat wie het milieu schade toebrengt, de kosten moet betalen of de aangerichte schade moet vergoeden om herhaling te voorkomen.
I
Iedereen in België weet wat “zwart werk” is. We herinneren ons ook de “witte woede” nog: de zorgen sociale sector die op straat kwam voor betere arbeidsomstandigheden in de jaren 90. Vandaag wordt er steeds meer gepraat over een nieuw begrip met een kleurtje: “groene jobs”. Wanneer noemen we jobs “groen”? De meest gekende definitie staat in een rapport uit 2008 dat opgesteld werd door het milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP, United Nations Environment Programme) samen met de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), de Internationale werkgeversorganisatie (IOE) en het Internationaal Vakverbond (IVV):1 “Wij definiëren groene jobs als tewerkstelling in de landbouw, productie, bouw, installatie en onderhoud, evenals wetenschappelijke, technische, administratieve en dienstenactiviteiten, die aanzienlijk bijdragen aan de bescherming of het herstel van het milieu. In het bijzonder, maar niet uitsluitend, gaat het om jobs die ecosystemen en
de biodiversiteit beschermen en herstellen; jobs die energie-, materialen- en watergebruik verminderen door sterke efficiëntie- en besparingsstrategieën; jobs die bijdragen aan een koolstofarme economie; en jobs die bijdragen tot de vermindering of het vermijden van alle vormen van afval en vervuiling. Daarenboven moeten groene jobs ook goede jobs zijn. Het gaat om banen die voldoen aan reeds lang vastgestelde eisen en doelstellingen van de arbeidersbeweging zoals: adequate lonen, veilige arbeidsomstandigheden en respect voor de rechten van werknemers met inbegrip van het recht om vakbonden te organiseren.” Het is duidelijk dat onder deze definitie een ruime waaier van groene jobs valt.2 In eerste instantie zijn er de jobs uit de traditionele milieu-industrie (afvalverwerking, bodemsanering, waterzuivering, en alles wat te maken heeft met hergebruik en recyclage van materialen); jobs die bijdragen aan een efficiënter gebruik van niet-hernieuwbare natuurlijke rijkdommen en jobs die bijdragen aan de productie van hernieuwbare energie. Iets breder gezien gaat het ook over jobs in wetenschappelijk onderzoek, de ontwikkeling en marketing van milieuvriendelijke goederen en diensten. Een nog bredere definitie rekent ook de banen erbij in sectoren die afhangen van een goede milieukwaliteit zoals bv. ecotoerisme.
Een aanzienlijke verschuiving van privé naar openbaar vervoer kan zorgen voor minder files, ongelukken en luchtvervuiling. Een voorbeeld van hoe de creatie van groene jobs een belangrijke impact kan hebben op de levenskwaliteit van iedereen – © Wikimedia Commons
ARBEID
&
MILIEU
7
(ON)BEGRIP
Uit de bovenstaande beschrijving van groene jobs blijkt dat er geen eenduidige definitie bestaat. Enkel de jobs in de traditionele milieubeschermingsectoren kunnen relatief eenvoudig vastgesteld en gemeten worden. Het Federale planbureau doet regelmatig onderzoek hiernaar.3 Tussen 1995 en 2005 groeide het aantal organisaties (ondernemingen, verenigingen zonder winstoogmerk, publieke administraties) waarvan kon vastgesteld worden dat ze milieuactiviteiten ontplooien met 44%. De gezamenlijke omzet van deze milieu-industrie nam tijdens deze periode
8
Bron: FPB eigen berekening.
ARBEID
& MILIEU
met 22% toe, terwijl de werkgelegenheid (uitgedrukt in voltijds equivalenten) met 40% steeg. Dit had tot gevolg dat het aandeel van de milieu-industrie in de totale Belgische werkgelegenheid toenam van 1,5% tot 2%, wat overeenkomt met 77.000 jobs (zie figuur). Indien we ruimer kijken naar de jobs die “een substantiële bijdrage leveren aan de bescherming of het herstel van het milieu”, dan wordt de definitie minder scherp. Het gaat in feite om een relatief en dynamisch begrip. Groene jobs produceren producten of leveren diensten die milieuvriendelijker zijn dan het gemiddelde of wat gangbaar is. Vandaag zijn echter de meeste nieuwe producten energie-efficiënter dan de modellen die ze vervangen. Vooral bij sommige wagens en huishoudtoestellen is dit het geval. Het onderscheid tussen een groen en een niet-groen product of dienst is bijgevolg niet zo evident. Daarenboven is het ook een dynamisch begrip. Vooruitgang in technologische ontwikkeling, arbeidsorganisatie, werknemerskennis, opleiding en educatie zorgen er voor dat het niveau van milieubijdrage dat gisteren gehaald werd, vandaag niet meer voldoet. Een nieuwe groene job is niet per definitie een extra job. De creatie van groene jobs heeft directe en indirecte effecten. De volgende directe effecten zijn het gevolg van extra groene jobs: • vervanging van bestaande minder milieuvriendelijke jobs (indien het aandeel van hernieuwbare energie toeneemt zal de tewerkstelling in de fossiele energiesector dalen en die in de hernieuwbare energiesector toenemen);
(ON)BEGRIP Dé definitie van een groene job bestaat niet. In de meest ruime betekenis ziet men ook de jobs in de sector van het ecotoerisme als groene jobs – © Wikimedia Commons
• bijdragen aan de vergroening van bestaande jobs (de beschikbaarheid van milieuvriendelijke voertuigen maakt het mogelijk dat jobs in de transportsector groene jobs worden): • directe schrapping van (milieuonvriendelijke) jobs en creatie van nieuwe jobs (bv. via de ontwikkeling van milieutechnologieën). Naast deze directe effecten zijn er dus ook indirecte. Wijzigingen in de economische sectoren (bv. een groter aandeel van de milieusector) zullen een effect hebben op de prijzen en lonen en op die manier een impact hebben op de tewerkstelling in de rest van de economie. Het is echter zeer moeilijk om deze impact in te schatten. Zijn groene jobs goede jobs? Groene jobs zijn niet per definitie jobs van hoge kwaliteit. De kwaliteit wordt bepaald door dezelfde factoren als bij andere jobs.4 Er bestaan geen wetenschappelijke studies die aangeven hoe de kwaliteit is van de groene jobs in Europa. Hoewel waarschijnlijk niet alle groene jobs als kwaliteitsvol kunnen omschreven worden (zoals bv. het geval is in sommige onderdelen van de afvalverwerkingssector in het Zuiden) zouden groene jobs in het algemeen bijdragen aan het kennisniveau van de werknemers en zorgen voor een verbetering van de fysieke werkomstandigheden.5 Verder moet er op gewezen worden dat de creatie van meer groene jobs een belangrijke impact kan hebben op de levenskwaliteit van iedereen. Zo zal een aanzienlijke verschuiving van privé naar
openbaar vervoer zorgen voor minder files, ongelukken en luchtvervuiling. Ook een shift naar meer hernieuwbare energie zal een positieve impact hebben op de volksgezondheid door de vermindering van fijn stof. Om tot een echte transitie naar een duurzame samenleving te komen, is een aanzienlijke stijging van het aantal groene jobs nodig. Die stijging zal zich ook niet mogen beperken tot de klassieke milieusectoren. Dit is ook het uitgangspunt van het project rond groene jobs van Arbeid en Milieu dat dit jaar op de rails gezet wordt. De creatie van meer groene jobs zal ook een belangrijke plaats krijgen op het nationaal congres van het ACV van 21 tot 23 oktober van dit jaar. In de voorbereidende congrestekst staat hoofdstuk 3 “De toekomst moet groen” volledig in het teken van de milieu- en klimaatuitdaging waarmee we geconfronteerd worden. Het is duidelijk dat we de tewerkstellingskansen van de ecologische uitdaging volledig moeten realiseren. Bert De Wel Adviseur Studiedienst ACV
1 Green Jobs: Towards Decent Work in a Sustainable, Low-Carbon World, UNEP/ILO/IOE/ ITUC, September 2008. 2 Zie o.a. het hoofdstuk “Climate Change and labour market outcomes” in het Employment in Europe Report 2009. 3 Lies Janssens en Guy Vandille, The Belgian environment industry (1995-2005), Federaal Planbureau Working Paper 7-09, 2009. 4 De factoren die de kwaliteit van een job bepalen worden beschreven in hoofdstuk 4 van het Employment in Europe Report 2008. 5 Zie o.a. in Employment in Europe Report 2009, p. 110.
ARBEID
&
MILIEU
9
v a n
G r o e n e h u i z e
OVAM (Openbare Vlaamse Afval ruimt zichzelf niet op. Een vervuilde bodem wordt niet vanzelf proper. Daarom spant de OVAM zich al jaren in voor een efficiënt afval- en bodembeleid in Vlaanderen. Maar om aan de Europese top te blijven, moeten we verder durven gaan. Daarom moedigt de OVAM vandaag zowel bedrijven als consumenten aan om duurzaam te produceren en te consumeren. Zo belasten we het milieu zo min mogelijk. En maken we samen morgen mooier.
Ontstaan De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, kortweg de OVAM, werd opgericht naar aanleiding van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen. Sinds de uitvaardiging van het bodemsaneringsdecreet in 1995, is de OVAM ook verantwoordelijk voor het bodembeheer in Vlaanderen. Vandaag is de OVAM een moderne overheidsorganisatie die garant staat voor een duurzaam afval-, materialen- en bodembeheer in Vlaanderen.
Contactgegevens: Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) Stationsstraat 110 – 2800 Mechelen info@ovam.be 015/284.284
De medewerkers: Vandaag werken er ongeveer 400 mensen bij de OVAM, veelal hoger geschoolden. De OVAM is een aantrekkelijke werkgever met een relatief jong personeelbestand.
C
10
ARBEID
& MILIEU
r o e n e h u i z e
Afvalstoffenmaatschappij) Wie interesse heeft om mee te werken aan minder afval en een zuivere bodem binnen Vlaanderen, kan onze vacaturepagina in de gaten houden: http:// www.ovam.be/jahia/Jahia/pid/22 Website en e-zine: Op www.ovam.be is een heleboel informatie terug te vinden over het afval-, materialen- en bodembeheer in Vlaanderen. Je vindt er uiteraard info over regelgeving, info over nieuwe studies of onderzoeken of praktisch info (bijv. het aanvragen van je bodemattest) maar het zwaartepunt ligt bij de ondersteunende tools: Bedrijven die op een milieuvriendelijke of ecoefficiëntere manier willen ondernemen, kunnen hun bedrijf bijvoorbeeld doorlichten met de online ecoefficiëntiescan op www.ovam.be/eco-efficientiescan. En voor wie helemaal up-to-date wil blijven is er ons tweemaandelijks e-zine “OVAM-nieuwsbrief”. Abonnee worden kan via onze website. Het unieke aan ons e-zine is dat je het helemaal zelf kan samenstellen naargelang je eigen informatiebehoeften. Dat doe je door een interesseprofiel in te vullen waarop je aanduidt welke thema’s je wel of niet interesseren. Komen jullie soms in contact met de vakbonden? De OVAM hecht veel belang aan dialoog, overleg en samenwerking met doelgroepen en belanghebbenden. Het afgelopen jaar heeft de OVAM een nieuw
strategisch plan voor de periode 2010-2015 gepubliceerd. Bij de voorbereidingen van dat plan werden tal van interviews en rondetafelgesprekken georganiseerd. Ook de vakbonden werden in dat kader bevraagd en deden hun zeg over de toekomst van het Vlaamse afval-, materialen-, en bodembeheer. Wij zijn ook erg tevreden met de aandacht van de vakorganisaties - en van A&M! - voor het Tranistienetwerk Duurzaam Materialenbeheer – Plan C, dat de OVAM in het leven riep. Activiteiten/campagnes/ projecten in de kijker: Teveel om op te noemen, hou dus zeker onze website in de gaten! Om er dan toch één te noemen, hou ik het bij de meest actuele. Momenteel voert de OVAM campagne om zoveel mogelijk Vlaamse studenten productontwerp, vormgeving, industrieel design, ... te laten deelnemen aan de OVAM Ecodesign Awards. De OVAM wil een beroep doen op de Vlaamse ontwerper in spe, voor verfrissende ideeën en vernieuwende producten die rekening houden met het milieu. Studenten die hun jaar- of eindwerk indienen voor 30 juni 2010 kunnen een mooie geldprijs winnen ... en uiteraard eeuwige roem. www.ovam.be/studentenaward Jan Verheyen Woordvoerder OVAM
ARBEID
&
MILIEU
11
biodiversiteit
Biodiversiteit & Bedrijven Natuur beschermen op het terrein van een chemisch bedrijf? Het lijkt tegenstrijdig, maar het kan! Omnichem bijvoorbeeld, ondersteunde de inrichting van een kelder voor vleermuizen op haar bedrijventerrein. Ikea liet dan weer een poel graven voor de Europees beschermde rugstreeppad op haar bedrijventerrein in Genk. De Haven van Antwerpen laat restgronden, dijken en leidingstroken ecologisch beheren.
12
Biodiversiteit en industrie hoeven elkaar niet per se uit te sluiten. Vaak valt er op een eenvoudige en goekope manier veel te bereiken – Š Freddy Lesage
ARBEID
& MILIEU
biodiversiteit
B
Bedrijven kunnen dus perfect en vaak op een eenvoudige manier investeren in biodiversiteit. De term biodiversiteit is een samentrekking van ‘biologische diversiteit’, waarmee de verscheidenheid aan levensvormen op onze planeet wordt bedoeld: miljoenen verschillende soorten en ecosystemen. Die biodiversiteit is erg belangrijk. Elke soort heeft zijn eigen functie en betekenis in een ingewikkeld netwerk van onderlinge afhankelijkheid. Eén schakel die wegvalt, kan het verdwijnen van vele andere soorten betekenen: Denk maar aan de teloorgang van de bijensoorten, wat een serieus gevaar betekent voor de bestuiving van heel wat plantensoorten en daarmee ook voor heel wat insecten en andere diertjes die afhankelijk zijn van deze planten. De laatste tientallen jaren sterven soorten sneller uit dan ooit tevoren. Ecosystemen raken ontwricht en dieren raken hun voedselbronnen kwijt. Een evolutie die uiteindelijk ook de mens bedreigt. Dat het niet goed gaat met de Vlaamse biodiversiteit is gekend: één op drie van onze planten en dieren is met verdwijning bedreigd of reeds uitgestorven. En de opeenvolgende natuurrapporten maken duidelijk dat het tij nog niet keert.
Welk voordeel heeft mijn bedrijf bij het instandhouden of bevorderen van de biodiversiteit? • Als bedrijf ontwikkel je een groen imago, wat tegenwoordig al snel een concurrentieel voordeel kan opleveren. • Bepaalde maatregelen zorgen ook indirect voor winst voor het bedrijf. Groendaken (daken die voornamelijk bestaan uit levende planten) bijvoorbeeld, werken isolerend en dus energiebesparend. • Natuur heeft een positief effect op de gezondheid en productiviteit van de werknermers1. • Het instandhouden van de biodiversiteit kan in sommige gevallen ook rechtstreeks van belang zijn voor het eindproduct. Concreet betekent de bijensterfte van de laatste jaren zelfs een bedreiging voor sectoren die groenten- en fruit als grondstof gebruiken. De helft van de ingrediënten die smaak geven aan ijs is afhankelijk van bestuiving door bijen, waardoor verschillende ijssmaken in het gedrang kunnen komen.2 • Het ecologisch beheer van een bedrijventerrein kan een leuke setting zijn voor een teambuildingactiviteit. • ... Wat kan je bedrijf concreet doen? In Vlaanderen is maar liefst 12.000 hectare bedrijsterrein onbebouwd3, en daar valt op verschillende manieren heel wat ecologische winst uit te halen. Een greep uit de maatregelen die bedrijven kunnen nemen om op deze terreinen de biodiversiteit te verhogen: • Vermijd gebruik van pesticiden, deze kunnen de ganse voedselketen in gevaar brengen.
Het ecologisch beheer van een bedrijventerrein kan een leuke setting zijn voor een teambuilding-activiteit – © Erik Malfait
• Kies voor natuurlijke bloemweiden en houtkanten in plaats van beton, asfalt en gazon • Kunstnesten, nestkasten, nestwanden ... voor huis-, oever- of gierzwaluwen, zwarte roodstaart, steenuil, oeverzwaluw, slechtvalk... • Aanleggen van poelen voor amfibieën • Kasten, zolders, oude ijskelders inrichten als verblijf voor vleermuizen • Doe mee aan de campagne ‘1 miljoen bomen voor Vlaanderen’. Met deze campagne wil de Vereniging voor Bos in Vlaanderen (VBV) in samenwerking met Groenhart en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) 1 miljoen bomen in Vlaanderen planten. Ook bedrijven kunnen hieraan meewerken en bijvoorbeeld een leegstaand bedrijventerrein in een bos veranderen. Alle info vind je op http:// www.1miljoenbomen.be/bedrijven.aspx • Leg een groendak aan. Dit werkt niet alleen isolerend en dus energiebesparend, maar ook als buffer voor overtollig regenwater. De planten op het dak helpen CO2 uit de lucht te halen. En tenslotte help je de fauna en flora een handje. Niets dan voordelen dus! Tip: Neem een NGO onder de arm Bedrijven die zelf iets willen ondernemen voor de biodiversiteit, kunnen de lokale natuurvereniging betrekken in hun plannen. De samenwerking biedt enorme kansen op twee fronten. Enerzijds kan de onderneming via de vereniging deskundig advies inwinnen, soms heeft de vereniging zelfs een kant-en-klaar aanbod en heeft het bedrijf de kans om zich te profileren en te werken aan een duurzaam imago. Anderzijds levert het bedrijf aan de NGO mogelijkheden en vaak ook de logistieke en financiële middelen om hun kerntaak te ondersteunen. Natuurpunt heeft meer dan 90 positieve ervaringen met bedrijven en wil die dan ook samenbrengen en verder uitbouwen in het project biodiversiteit@bedrijven, dat in februari 2010 van start ging. Daarom werkt Natuurpunt nu aan infosessies en een basishandleiding voor bedrijven en natuurverenigingen met praktische tips, juridische context en goede bedrijfsvoorbeelden. Ken je bedrijven die geïnteresseerd zijn? Contacteer dan benno.geertsma@natuurpunt.be
ARBEID
&
MILIEU
13
biodiversiteit
Het zandwinningsbedrijf Sibelco zette de verplichtingen in de milieuvergunning voor uitbreiding om in een ambitieus natuurproject voor de omleiding van de Witte Nete. Men richtte onder andere deze nestwand voor oeverzwaluwen in – © Thijs Calu
Wat kan ik doen als vakbondsafgevaardigde? Via de Ondernemingsraad heb je recht op het inwinnen van info en mag je adviseren over alles wat met het financiële te maken heeft. Heb je een voorstel van een maatregel die de biodiversiteit rond je bedrijf kan verhogen? En heeft deze maatregel een financiële impact? Dan kun je hier alvast je voorstel lanceren. In het CPBW heb je het recht om advies te geven over maatregelen inzake leefmilieu en info hierover op te vragen, indien deze maatregelen van invloed zijn op de arbeidsveiligheid, de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk, de psychosociale belasting door het werk, de ergonomie, de arbeidshygiëne, de verfraaiing van de arbeidsplaatsen. Meestal is er wel een link met één van deze thema’s te vinden. In kleinere bedrijven (minder dan 50 werknemers) is het zo dat er (mits uitzonderingen) geen OR en CPBW is. In dat geval neemt de Syndicale Afvaardiging een aantal taken over van het comité en de ondernemingsraad.
14
Goede voorbeelden • Havenbedrijf Gent, De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, Aquafin, CBR en andere bedrijven hebben afspraken met Natuurpunt voor het beheer van bufferstroken of restgronden.
ARBEID
& MILIEU
• Ardo (vriesverse groenten en fruit) en IKEA (meubels) hebben hun nieuwe distributiecentra groen ingericht, rekening houdend met de aanpalende natuurgebieden. • Sibelco (zandwinning) zette de verplichtingen in de milieuvergunning voor uitbreiding om in een ambitieus natuurproject voor de omleiding van de Witte Nete en ontving hiervoor in 2007 de Inbev-Bailletprijs van de Stichting Behoud Natuur en Leefmilieu. • Alstom, Golden Games en vele andere hingen kunstnesten voor huiszwaluwen tegen hun gebouwen. • BASF, Vopak en Hooge Maey lieten in de Antwerpse haven zandstocks (tijdelijk) ongemoeid ten voordele van broedende oeverzwaluwen Thijs Calu (Educatief medewerker Arbeid & Milieu) en Benno Geertsma (Beleidsmedewerker Communicatie Natuurdoelen Natuurpunt) Bronnen www.natuurpunt.be/bedrijven (hier kun je de brochure ‘biodiversiteit@bedrijven.com’ downloaden) www.lne.be/doelgroepen/bedrijven/bedrijven-en-biodiversiteit 1 2 3
http://www.groenezorg.be/Portals/0/docs/Natuur%20en%20gezondheid.pdf http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article2832444.ece/_Minder_ijssmaken_door_ bijensterfte_.html Antwoord op parlementaire vraag van Dirk Peeters op 9 december 2009
MVO
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in de praktijk Naar aanleiding van het infopakket ‘Duurzaam van 9 tot 5’ die Thijs Calu voor A&M samenstelde, werden Thijs en ik uitgenodigd op een vormingsactiviteit van de ACVSpaanderplatensector. In de sectorovereenkomst van de sector staat MVO of Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De delegees willen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen vertalen naar hun onderneming. Hiervoor is onze brochure een praktisch hulpmiddel.
A T
Thijs en ik werden uitgenodigd om samen met John Van Daele (journalist en mede auteur van ‘het mondiale uitzendkantoor’ en redacteur van MO*magazine) te debatteren over MVO. Een verslag van het debat vindt u hier.
Vraag 1:
Wat is MVO? A&M vertelde over de geschiedenis van MVO. MVO kent als begrip zijn oorsprong in de kringen van de Internationale Organisaties. Eén van de grootste Internationale organisaties is de Verenigde Naties (VN). Zij maken afspraken over het naleven van de rechten op de mens zoals gezondheid, milieu, publieke voorzieningen, ziekteverzekering, pensioen, vervoer en
allerlei andere thema’s van algemeen belang. Naar gewoonte namen de lidstaten deel aan de debatten van de VN, want zij hadden de beslissingsmacht om het resultaat om te zetten in nationaal beleid. Net zoals werkgevers en werknemers sectorovereenkomsten omzetten naar het niveau van de onderneming, zetten lidstaten zoals België overeenkomsten van de VN om in nationaal beleid. Geleidelijk aan, tijdens de jaren 1990 echter, begon de beslissingsmacht van de nationale staten te tanen. Gezondheid werd geprivatiseerd alsook de post of het openbaar vervoer (UK). Zelfs pensioenen zijn geen loutere publieksaangelegenheid meer. De VN werd genoodzaakt om de privéondernemingen die instaan voor de activiteiten van algemeen belang op te nemen in de debatten. De VN wijst de privéondernemingen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en daarmee werd het begrip MVO geboren. Meteen ontstond ook het grote dilemma van MVO: kunnen privéondernemingen die winst najagen evenzeer voor het algemeen belang instaan zoals overheden dat kunnen?
Vraag 2:
Waarom is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen belangrijk?
MVO vindt zijn oorsprong onder meer in Internationale organisaties zoals de VN, waar afspraken worden gemaakt over het naleven van de rechten op de mens, zoals gezondheid, milieu, publieke voorzieningen, ziekteverzekering, pensioen, vervoer en allerlei andere thema’s van algemeen belang
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is enerzijds van groot belang omdat hoe langer hoe meer privéondernemingen instaan voor het algemeen belang. Anderzijds kunnen we met MVO iedere onderneming op zijn maatschappelijke impact aanspreken. Het infopakket ‘duurzaam van 9 tot 5’ reikt daarvoor de formele juridische en andere drukkingsmiddelen aan. MVO biedt ons ook de kans om verder te kijken dan de eigen nationale ondernemingsgrenzen: Is er vrijheid van vereniging in het land waar onze grondstoffen vandaan komen?; Zijn de arbeidsomstandigheden en de voorwaarden van onze leveranciers menswaardig? Maar ook: Kan onze energiehuishouding efficiënter?; hoe kunnen we onze bedrijfsafval recycleren?
ARBEID
&
MILIEU
15
MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Binnen de sectoren die opgevolgd worden door ACV-Bouw en Industrie is de sector stoffering en houtbewerking de enige sector waar binnen de CAO sprake is van “maatschappelijk verantwoord ondernemen”. Echter vanuit een aanvoelen dat dit thema zich eerder beperkt tot een “nieuwjaarsbelofte” dan werkelijk een actiepunt binnen de ondernemingen, werd dit thema aangesneden tijdens de vormingsdriedaagse van de spaanderplatensector. Na een panelgesprek met vertegenwoordigers van ‘Arbeid en Milieu’, ‘Fair Timber’ en het maandblad MO gingen onze militanten samen zitten om na te gaan in welke mate de principes van maatschappelijk verantwoord ondernemen in praktijk konden omgezet worden of reeds toegepast werden in de onderneming. Vanuit de bespreking kunnen we volgende punten onthouden: • Ondernemingen beperken zich vooral tot milieu-aspecten en dan eerder vanuit opportunistische (financieel-economische) redenen dan wel vanuit een overtuiging, bijv.: - Verbranding van houtafval (energie-opwekking) - Beperken van de CO2-uitstoot - Beperken van energieverbruik • De meeste initiatieven die momenteel genomen worden richten zich vooral tot de “groene energie” (wind- en zonne-energie). • Een aantal ondernemingen gaan iets verder: - Duurzame aankoop van werkkledij - Duurzaam woon-werkverkeer • Ondernemingen ervaren vooral problemen op het gebied van vergunningen. • Overlegorganen worden weinig of niet betrokken. Het is vanuit deze vaststellingen dat ACV-Bouw en Industrie het thema “maatschappelijk verantwoord ondernemen” tijdens het vormingsjaar 2010-2011 in haar vormingsprogramma zal opnemen.
16
Vraag 3:
Is MVO te vrijblijvend? MVO is te vrijblijvend om in het belang van iedere burger te voorzien. Wanneer België de conventies van de VN omzet in nationaal beleid dan spreken we over harde afspraken, over wetten en regels zoals ‘gij zult niet discrimineren’,’ gij zult in verzorging en pensioen voorzien’. Met MVO wordt het algemeen belang eerder nagestreefd met zachte afspraken zoals ‘we proberen in een aanvullend pensioen te voorzien ‘of ‘de post te bedelen met prior en andere zegels’. De zachte maatregelen dienen niet te worden nageleefd maar wel nagestreefd.
Vraag 4:
In welke mate kunnen vakbonden en hun vertegenwoordigers hierin een rol spelen? Werknemers willen harde afspraken maken in de onderneming, de sector en de natie. Ze willen zekerheid van werk en opvang bij werkloosheid, ziekte, pensioen. Werkgevers echter, zien in MVO als eens de mogelijkheid om losse, eerder na te streven in plaats van na te leven afspraken te maken met andere stakeholders dan werknemers. Andere stakeholders kunnen consumentenverenigingen, groeperingen van omwonenden en NGO’s zijn. Zij kennen geen vertegenwoordiging in het sociaal overleg en slagen er dus minder in hun eisen hard te maken. Met het infopakket duurzaam van 9 tot 5 kan de delegee in de onderneming harde, na te leven afspraken maken over thema’s van algemeen belang zoals duurzaam materiaalbeheer, personeelsbeleid, woon – werkverkeer, beleggen van pensioenfondsen of groepsverzekeringenen en energiebeheer. Dominique Kiekens, voorzitter A&M
In de spaanderplatensector wordt al vaak werk gemaakt van het verbranden van houtafval voor energie-opwekking © www.sloughheatandpower.co.uk
ARBEID
& MILIEU
Klimaat
President Obama van de VS en Premier Wen Jiabao van China hebben in Kopenhagen het laken naar zich toe getrokken © Wikimedia commons
Wat na Kopenhagen?
Een ambitieus, bindend en rechtvaardig klimaatakkoord blijft nodig!
De twee machtigste mensen op aarde, President Obama van de Verenigde Staten en Premier Wen Jiabao van China hebben in Kopenhagen het laken naar zich toe getrokken. De rest van de wereld, en dan vooral Europa, kon niet anders dan akkoord gaan met hun voorstel. Europa was machteloos door interne verdeeldheid, onvoldoende bondgenoten en strategische onderhandelingsfouten. Het feit dat Obama en Wen Jiabao zich ermee gemoeid hebben is op zich een positieve evolutie. De twee grootste uitstoters van broeikasgassen zijn vanaf nu actief betrokken bij het klimaatbeleid. In Kopenhagen hebben alle landen ook voor het eerst erkend dat de klimaatopwarming beperkt moet worden tot maximaal 2° C. Toch zijn we zeer ontgoocheld omdat onze doelstelling van een “ambitieus, wettelijk bindend en rechtvaardig klimaatakkoord” verre van gerealiseerd is. Het “Copenhagen Accord” bevat geen bindende emissiereductiedoelstellingen, enkel vage, vrijwillige en vrijblijvende engagementen. De ondertekenaars van het akkoord mogen dan wel erkend hebben dat de klimaatopwarming moet beperkt worden tot 2° C, in het beste geval zullen de vrijwillige emissiereducties van de ondertekenaars van het Kopenha-
genakkoord de opwarming van de aarde beperken tot 3,2° C. Er werd ook nog niets afgesproken over een opvolger voor het Kyoto protocol dat afloopt in 2012. Dit protocol zorgde voor een duidelijk wettelijk en dus afdwingbaar kader. Het Accord bevat evenmin doelstellingen voor de lange termijn (2050). Bovendien wordt het jaar waarin de broeikasgasuitstoot wereldwijd moet pieken niet gedefinieerd. En, hoe langer dit piekjaar wordt uitgesteld, hoe drastischer de emissiereducties in de jaren daarna zullen moeten zijn. Hoe zit het met onze hoop op een “rechtvaardig” klimaatbeleid? Positief is alvast het extra geld dat de ontwikkelde landen beloofd hebben voor het zuiden. Op korte termijn, voor de periode 2010 tot 2012, is er 30 miljard US$ aan extra middelen voorzien. Deze middelen zouden evenwichtig besteed worden, zowel voor aanpassing aan de klimaatverandering als voor emissiereducties en met aandacht voor de armste landen. Vanaf 2020 engageren de ontwikkelde landen zich tot 100 miljard US$ per jaar, gefinancierd uit verschillende bronnen (overheidsgeld, privémiddelen, bilaterale en multilaterale, enz.). Het blijft echter de vraag of het hier zal gaan over extra middelen (extra ten opzichte van reeds eerder beloofde middelen bv. voor ontwikkelingssamenwerking) en of
ARBEID
&
MILIEU
17
Klimaat Een blik op de ‘Conference Room’ in Kopenhagen – © Flickr.com
de geïndustrialiseerde landen hun engagementen effectief zullen nakomen. Zoals het er nu naar uit ziet, dreigen heel wat landen het geld dat broodnodig is voor ontwikkelingssamenwerking, in een klimaatcadeautje te verpakken. Problematisch is ook dat het Kopenhagenakkoord buiten het VN proces staat. De verhouding van dit akkoord tot het officiële VN proces is momenteel verre van uitgeklaard. Samen met het Internationaal en het Europees vakverbond hebben de Belgische vakbonden in Kopenhagen gepleit voor een “rechtvaardige transitie” in het klimaatbeleid (zie http://climate.ituc-csi.org/ en http://www.etuc.org/r/753 ). Ook in de geïndustrialiseerde landen moet er een sociaal klimaatbeleid gevoerd worden. Tijdens de onderhandelingen hebben de vakbonden alle landen kunnen overtuigen van onze eis voor een rechtvaardige transitie. Er was consensus om dit begrip op te nemen in het akkoord maar in de (veel kortere) eindtekst werd het niet weerhouden.
ARBEID
& MILIEU
Binnen Europa is er dringend nood aan een duidelijke visie op een koolstofarm industrieel beleid. Hiervoor is er meer coördinatie tussen de lidstaten nodig. Vandaag bestaat er een contraproductieve rivaliteit die gedreven wordt door korte termijn belangen van de lidstaten. Een combinatie van een vernieuwd industrieel en innovatiebeleid, gericht onderzoek en aangepaste klimaatregelgeving moet zorgen voor koolstofarme ontwikkeling, groene en waardige jobs en sociale vooruitgang voor iedereen.
De EU moet blijven pleiten voor een ambitieus en wettelijk bindend akkoord met alle landen. We hebben nieuwe regulerende instrumenten nodig. De financiële crisis heeft de desastreuze gevolgen van “soft law” aangetoond. Europa moet het goede voorbeeld geven door ambitieuze bindende doelstellingen vast te leggen om op die manier de VS, China en de andere landen mee te krijgen. Door in te zetten op ambitieuze emissiereducties in een koolstofarme economie, kan Europa het klimaatleiderschap weer opnemen.
België zal als Europees voorzitter in de tweede jaarhelft van 2010 een essentiële rol spelen in de klimaatonderhandelingen. Deze moeten leiden tot een echt nieuw en globaal akkoord onder de vleugels van de Verenigde Naties. Het – voorlopig – uitblijven van een nieuw globaal akkoord mag ons land er nu in ieder geval niet van weerhouden om a l essentiële stappen te zetten in de transitie naar een koolstofarme economie. Het is van cruciaal belang dat we nu op de kar van de groene economie springen om in de toekomst torenhoge kosten te vermijden, zowel voor de economie als voor het milieu. Niet alleen vanuit dit milieubesef, maar ook omwille van de economische voordelen die gepaard kunnen gaan met de transitie naar een koolstofarme samenleving, kunnen de vakbonden en de milieubeweging samen een motor zijn voor deze cruciale verandering.
Europa moet een coherente ontwikkelingsstrategie opstellen die de basis moet vormen voor zijn
Bert De Wel en Sara Van Dyck resp. ACV Studiedienst en Bond Beter Leefmilieu
Wat moet er nu gebeuren? De Europese Unie moet zijn aanpak van het klimaatbeleid grondig herzien en terug het heft in handen nemen. Dit kan op de volgende manier:
18
onderhandelingsstrategie. Deze strategie moet een duidelijk perspectief bieden aan ontwikkelde en ontwikkelingslanden. Transparantie inzake sociale en milieudoelstellingen is essentieel, samen met een versterkt overheidsbeleid dat zorgt voor een constructieve dynamiek in plaats van de huidige defensieve aanpak.
mvo
Hoe duurzaam is jouw bedrijf? Doe de test! Hoe duurzaam is jouw bedrijf? Heeft je bedrijf een afvalplan, een ambitieus diversiteitsplan en wordt vakbondsvrijheid gerespecteerd? Deze en andere aspecten bepalen het duurzame karakter van jouw bedrijf. Door de test te doen kan je te weten komen of jouw bedrijf goed op weg is en waar aanpassingen moeten gebeuren. Met de steun van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap hebben de 3 vakbonden een website ontwikkeld waarmee je je onderneming kan doorlichten inzake duurzaamheid. Door verschillende vragenreeksen op te lossen over het beleid van de onderneming inzake afval, personeel, maatschappelijk verantwoord ondernemen,‌ krijg je een score. Naargelang de score worden praktische tips gegeven om het beleid binnen het bedrijf verder te verbeteren. Via het stappenplan hopen we je een beetje op weg te kunnen helpen met de werking van de website. Heb je vragen of opmerkingen dan kan je ons die altijd signaleren via het contactformulier. Via de link www.voetafdrukduurzaamondernemen.be kom je op de startpagina van de website. Klik op de vakbond van jouw keuze.
Hoe begin je eraan... het stappenplan Start Wanneer je op de startpagina bent, lees dan eerst goed de voorafgaande tekst. Zo weet je wat je te wachten staat. Klik onderaan de pagina op start, waardoor je wordt doorverwezen naar het registratieformulier. Er zijn 4 vragen die verplicht ingevuld moeten worden, zoals je statuut en de sector waarin je tewerkgesteld bent. Door ook de facultatieve vragen in te vullen kan je jezelf aanmelden. Dit heeft als voordeel dat je altijd reeds opgeloste vragenlijsten kan opslaan. Op die manier kan je de onopgeloste vragen later beantwoorden. Zo hoef je dus niet de volledige vragenlijst in 1 keer in te vullen. Heb je al je gegevens ingevuld, dan klik je onderaan op volgende.
ARBEID
&
MILIEU
19  
20
mvo De vragenlijsten Als je op deze pagina bent dan ben je klaar om de vragenlijsten op te lossen. Op de linkerbalk staan de verschillende thema’s opgelijst. Door op een thema te klikken komt er een lijstje tevoorschijn met de onderwerpen van de vragen. Klik op een van de onderwerpen om aan de vragenlijst te beginnen. Bovenaan de vragenlijst staat de titel met de hoeveelheid vragen die je moet oplossen om de tips te krijgen. Klik op de bolletjes om de vragen te beantwoorden. Soms worden er vaktermen gebruikt in de vragen. Bij die vragen staat er “meer info”, door erop te klikken krijg je uitleg bij die vraag. Heb je alle vragen beantwoord dan kan je kiezen voor volgende of voor afsluiten en later verdergaan. Kies je voor volgende, dan verschijnen de tips voor dat onderwerp of thema. Als je voor afsluiten en later verdergaan kiest, dan sla je de gegeven antwoorden op en krijg je een slotwoord te zien met het contactformulier. © Ecobouw.be
ARBEID
& MILIEU
De tips Zijn alle vragen ingevuld, dan kom je automatisch bij de lijst met tips. Naargelang de antwoorden die je hebt gegeven krijg je een score. • Zonnig: Je bedrijf haalt een goede score! De tips geven extra informatie over het onderwerp. • Bewolkt: Je bedrijf scoort middelmatig. Er worden extra tips gegeven die de score nog kunnen verbeteren. • Regenachtig: Je bedrijf is niet duurzaam bezig voor dat bepaalde thema. De tips die worden gegeven zijn basis tips om de score te kunnen verhogen.
Vragen? Heb je vragen of opmerkingen over de werking van de website of over de tips, of wil je gewoon meer informatie over een bepaald thema, dan helpen wij je graag. Door het contact formulier in te vullen, komen al je vragen en opmerkingen rechtstreeks bij de juiste persoon terecht. Zij kunnen dan met jou contact opnemen en je met raad en daad bijstaan.
interview
Sara Van Dyck (BBL) en Peter Bostyn (ABVV) De Raad van Bestuur van Arbeid & Milieu is de laatste tijd onderhevig aan een aantal wijzigingen. In dit nummer en de twee volgende nummers willen we jullie kennis laten maken met onze nieuwe bestuurders. We steken echter van wal met een interview van afscheidsnemend bestuurder Peter Bostyn (ABVV) en introduceren nieuwkomer Sara Van Dyck (BBL). A&M stelde hen enkele vragen over hun drijfveren en achtergrond. A&M: Wat is jullie huidige functie? Sara: Als beleidsmedewerker energie en klimaat bij de Bond Beter Leefmilieu sta ik in voor de opvolging, advisering en beïnvloeding van het Vlaamse, Federale en Europese en internationale energie- en klimaatbeleid. Ik adviseer de overheid in de federale raden FRDO en CREG, en in de Vlaamse Minaraad. Hierbij besteed ik aandacht aan de verschillende aspecten van dit brede beleidsveld, gaande van energiebesparing en hernieuwbare energieproductie tot een rationeel gebruik van fossiele brandstoffen en de afbouw van nucleaire energie. Aangezien het klimaatbeleid een zeer belangrijke internationale component heeft, volg ik ook de klimaatconferenties van de VN van dichtbij op. Peter: Sinds januari 2010 ben ik coördinator van de vormingsdienst van ABVV Metaal, de centrale voor metaalarbeiders van het ABVV dus. Wat is jullie achtergrond (studies/ beroepsverleden)? Sara: Als gedragsbioloog deed ik enkele boeiende jaren veldonderzoek. Daarna specialiseerde ik me met een aanvullende master in het milieubeleid. Sindsdien heb ik reeds een gevarieerd arbeidstraject achter me. Naast enkele kortere werkervaringen bij een lokaal bestuur en bij Mobiel 21, een NGO werkzaam rond duurzame mobiliteit, deed ik beleidsgerichte ervaring op in milieu- en energiethema’s als parlementair medewerker. Ik combineerde deze job ook nog een tijd met deze van adviseur energie en klimaat bij de vroegere vice-ministerpresident. Tot eind vorige jaar werkte ik als beleidsmedewerker energie en klimaat bij het energie- en milieuagentschap van de Stad Antwerpen, vanwaar ik het Antwerpse Energie- en Klimaatbeleid mee vorm trachtte te geven. Peter: Ik studeerde chemie en biotechnologie aan de Universiteit Gent. Ik vond dat allemaal geweldig fascinerend, maar de microbe van het maatschappelijk engagement bleek sterker. Ik heb gedurende ongeveer tien jaar als vormingswerker bij het In-
stituut voor Vakbondsvorming (later Vorming en Actie) gewerkt. Van 2007 tot einde 2009 werkte ik als adviseur milieu, energie en duurzame ontwikkeling op de studiedienst van het Vlaams ABVV. Vanwaar komt jouw interesse voor samenwerking tussen de syndicale en de milieubeweging? Sara: Niet alleen bij de milieubeweging maar ook bij de vakbonden staat de aanpak van de klimaatverandering meer en meer met stip bovenaan de agenda. Ook vanuit die hoek ik is het besef gegroeid dat een radicale omslag van onze industrie nodig zal zijn om verregaande klimaatverandering te vermijden. Niet alleen vanuit dit milieubesef, maar ook omwille van de economische voordelen die gepaard kunnen gaan met de transitie naar een koolstofarme samenleving, kunnen de vakbonden meer dan ooit samen met de milieubeweging een motor zijn voor verandering. Peter: Ik ben overtuigd dat het milieuprobleem ook (en misschien zelfs vooral) een sociaal probleem is. De uitbuiting van de werknemers én de milieuvervuiling zitten ingebakken in onze kapitalistische economie, waar winst maken en de kosten minimaliseren de topprioriteiten zijn. Vakbonden spelen een cruciale rol om de uitbuiting van de werknemers af te remmen en tegen te gaan. En ik ben ervan overtuigd dat vakbonden en milieubeweging een krachtig bondgenootschap kunnen vormen om ook de milieuverloedering een halt toe te roepen: want ons leven is meer waard dan hun winsten! Hoe leeft volgens jou op dit ogenblik het milieuthema binnen de vakbonden? Sara: Ik voel dat het milieuthema bij de vakbonden over het algemeen zeer sterk aanwezig is. De vakbonden beseffen als geen ander dat er nood is aan een transitie naar een koolstofarme samenleving. Voor de vakbonden is het echter – terecht – essentieel dat deze transitie op een sociaal rechtvaardige manier gebeurt. Deze ‘just transition’ doelt op een koppeling van een ecologische en sociale rechtvaardige transitie naar een koolstofarme samenleving. Waarbij de lasten evenredig verdeeld worden en waar geïnvesteerd wordt in een duurzaam industrieel beleid gericht op het behouden en de creatie van waardige en groen en duurzame jobs, ondersteund door opleiding en omscholing. Peter: Ik ben vrij optimistisch op dit vlak. De meeste beleidsverantwoordelijken en de militanten zijn zich
ARBEID
&
MILIEU
21
interview zeer goed bewust van de milieuproblematiek en van de dringende nood om er iets aan te doen. Maar de crisis is natuurlijk geen goede voedingsbodem voor het milieubewustzijn, daar moeten we ook eerlijk in zijn. Maar het inzicht dat alleen een drastische vergroening van de industrie (en de economie in het algemeen) op termijn soelaas kaan brengen, is wel degelijk breed verspreid in het ABVV.
Peter: Ook hier zijn er veel redenen tot optimisme. De meeste milieubewegers die ik ken, hebben een groot hart voor het sociale en zijn oprecht overtuigd dat een doortastend milieubeleid ook een grote sociale meerwaarde oplevert. Natuurlijk verschillen we nu en dan van mening over de strategie en tactiek die best gevolgd wordt, maar ook dan brengt de discussie en het overleg vaak wel een oplossing.
En hoe leeft het sociale thema binnen de milieubeweging? Sara: Het sociale thema leeft ook zeer sterk binnen de milieubeweging. En dat is nodig. De zorg om een gezond leefmilieu gaat meer dan ooit over sociaal-economische verdelingsvraagstukken. Een ambitieus internationaal klimaatakkoord heeft maar een kans indien het ook maatschappelijk ondersteund wordt. Als milieubeweging hechten we bijvoorbeeld belang aan de problematiek van de energie-armoede, waar minder gegoeden het risico lopen om hun energiefactuur niet meer te kunnen betalen omdat ze in slecht geïsoleerde huizen wonen. Een grootschalig isolatieprogramma zou twee vliegen in één klap slaan: minder CO2 uitstoot en een structurele aanpak van energie-armoede. We besteden als milieubeweging niet enkel aandacht aan het sociale aspect van het klimaat- en energiebeleid binnen België, maar ook aan een sociaal rechtvaardige verdeling van de inspanningen in de strijd tegen de klimaatverandering tussen Noorden Zuid. Geïndustrialiseerde landen moeten daarom ook ondersteuning bieden aan ontwikkelingslanden om zich aan te passen aan de klimaatverandering en om en duurzame groei mogelijk te maken.
Wat wil je op korte termijn en op middellange termijn graag verwezenlijken via de werking van A&M? Sara: Ik hoop dat Arbeid en Milieu de motor kan vormen in de transitie naar een koolstofarme samenleving, door de samenwerking tussen de vakbonden en de milieubeweging verder te intensifiëren. Nu het duidelijker is dan ooit dat de strijd tegen de klimaatverandering bovenaan de agenda moet geplaatst worden, zal deze samenwerking de komende jaren alleen maar belangrijker worden. Dit kan zowel inhoudelijk, door de inzet op projecten zoals groene jobs, als mobiliserend. De samenwerking tussen de vakbonden en de milieubeweging in de klimaatcoalitie bijvoorbeeld, toont dat deze samenwerking ook een zeer wervend verhaal kan zijn. We staan aan de vooravond van een nooit geziene omslag in ons economisch systeem. Vakbonden en milieubeweging kunnen er samen voor zorgen dat dit op een sociaal-rechtvaardige manier gebeurt, waar zowel het milieu als de werknemers beter van worden. Peter: Ik ben zeer gehecht aan de klassieke missie van Arbeid & Milieu: we willen met A&M bijdragen
Peter Bostyn (ABVV) neemt afscheid van de Raad van Bestuur van A&M. Pieter Verbeek komt in de plaats en laten we aan het woord in het volgende A&M Magazine.
22
ARBEID
& MILIEU
interview aan een sociaal en ecologisch verantwoorde economie en samenleving. Dit doen we door contact en begrip tussen de vakbonden en de milieubeweging te bevorderen. Wel, ik denk dat we die lijn moeten aanhouden: het is een weg die resultaten oplevert, niet altijd rechtlijnig en niet altijd spectaculair, maar wel reële resultaten die duurzaam zijn. Dat is de grote verdienste van Arbeid en Milieu! A&M zal dit jaar zwaar inzetten op het thema Groene Jobs; welke opportuniteiten zie jij hier? Sara: Door in te zetten op groene jobs, kunnen we een win-win-win situatie (minder CO2, meer jobs en meer innovatie) creëren. Dit kan gaan van een grootschalig isolatieprogramma voor woningen, tot een maximale inzet op innovatieve technologieën. Met de bouw van een grootschalig windturbinepark voor de Belgische kust bijvoorbeeld, doen we ervaring op in nieuwe technieken die ook elders in de wereld kunnen ingezet worden. Zo kan Vlaanderen een echte koploperspositie uitbouwen. Arbeid en Milieu kan deze transitie naar meer en meer groene jobs ondersteunen. Hierbij moeten we voor de verschillende sectoren onderzoeken hoe de omslag naar een koolstofarme economie kan waargemaakt worden en welke begeleidende maatregelen hiervoor nodig zijn. Zo is bijvoorbeeld vorming en opleiding rond milieuvriendelijke processen en technologieën essentieel om innovatieve technologieën te laten doorbreken om het potentieel van groene investeringen maximaal te realiseren. Peter: De uitweg uit de crisis zal alleen sociaal zijn als het economisch weefsel ook vergroent; maar een groene economie is niet noodzakelijk een sociaal rechtvaardige economie. Daarom moeten de milieubeweging en de vakbonden hun hersenen en krachten bundelen om na te denken over een sociaal rechtvaardige weg naar een sociale en groene economie. Met dit project willen we die kans grijpen.
We verwelkomen Sara Van Dyc k als nieuwe vertegenwoordigster van de BBL in onze Raad van Bestuur. Sara volgt er Bram Claeys op – © BBL
Kun je de lezers een eenvoudige tip meegeven, die een snel financieel én ecologisch voordeel oplevert? Sara: Een simpele ingreep als het isoleren van je dak, bespaart je jaarlijks al gauw honderden euro’s op je energiefactuur. Dankzij de talloze premies en belastingsvoordelen die er momenteel worden toegekend, heb je deze investering in een mum van tijd terugverdiend. Idealiter voer je deze ingreep uit in het kader van een totaalrenovatie, waar je meteen de ganse energieprestatie van je woning onder de loep neemt. Peter: Dakisolatie is inderdaad een zeer goeie investering. Om de energiewinst in je huis te optimaliseren laat je daarnaast je huis eens doorlichten op energievreters. Zo kun je tot een reusachtige energiebesparing komen.
ARBEID
&
MILIEU
23
24
opinie
China’s economische groei: Bedreiging of spiegel voor de wereld? Recente debatten over China’s economische groei en zijn verdere integratie in processen van economische globalisering leggen in toenemende mate de klemtoon op de externaliteiten van deze evolutie. Samen met de erkenning van de uitzonderlijke economische verwezenlijkingen van het land is er aandacht voor problemen zoals sociale ongelijkheid, stedelijke armoede, schijnbaar oncontroleerbare luchtverontreiniging, illegaal storten van toxisch afval en milieu-ongevallen. De sociale en ecologische gevolgen van China’s economische groei staan ondertussen centraal in het denken over de toekomst van het land, maar eveneens over meer globale thema’s zoals economische competitiviteit en arbeidsnormen waarop Chinese keuzes een invloed hebben. Hetzelfde geldt voor de toekomst van het globale milieu en het klimaatprobleem.
We herkennen allemaal wel de beelden van dikke smog in de Chinese steden. Verzadigd van stof, uitlaatgassen van auto’s en andere polluente – © Flickr.com
ARBEID
& MILIEU
opinie Sinds het einde van de periode onder Mao volgt China een pad van geleidelijke economische opening. Onder de strikte leiding van de Chinese Communistische Partij werden sinds het eind van de jaren 70 economische ontwikkeling en performantie als centrale doelstellingen voor opeenvolgende cycli van planning geformuleerd. Zorgvuldig geplande maatregelen om de economische productie in belangrijke basissectoren te verbeteren, maar ook in basisproducten voor de Chinese consument, leidden tot de eerste, zij het bescheiden verbeteringen in de leefomstandigheden voor de doorsnee Chinees. Vervolgens werden stappen ondernomen om buitenlands kapitaal aan te trekken. Vooral de haast eindeloze voorraad aan goedkope arbeidskrachten werd daarbij uitgespeeld. Op die manier legde Deng de funderingen voor de huidige economische groei. Toch kwam de echte doorbraak van China op economisch vlak pas in de jaren ‘90. Na een eerste periode waarin buitenlands investeringskapitaal werd aangetrokken om van China een soort globale assemblagelijn te maken, begon de economie verder te ontwikkelen in twee belangrijke richtingen. Ten eerste werd binnenlands kapitaal stilaan een autonome basis voor investeringen. Ondertussen zijn Chinese bedrijven en investeringsmaatschappijen belangrijke spelers op binnenlandse en buitenlandse markten. Denk maar aan de overname van westerse bedrijven door Chinese investeerders. Ten tweede is China ondertussen veel meer dan een grote en productieve assemblagelijn. Binnenlands Chinees onderzoek en ontwikkeling, ondersteund door sterke universiteiten en hoogopgeleide Chinezen die terug naar huis komen van plekken zoals Silicon Valley, zijn belangrijke factoren geworden voor de groei van de economie. Bedrijven zoals Lenovo zijn wereldleiders in hoogtechnologische productie van ICT, nauwelijks tien jaar na China’s eerste stappen in deze sector. De milieugevolgen van China’s economische groei: een stedelijk perspectief Wanneer we denken aan Chinese steden, halen we ons moeiteloos megasteden voor de geest, vaak met namen die onbekend zijn voor westerlingen, die als paddenstoelen uit de grond rijzen en lijden onder vreselijke verkeersellende en afschuwelijke luchtverontreiniging. Ondanks hun exotische namen herkennen we wel de beelden van Chinese kinderen die naar school gaan met een mondmasker voor om hen te beschermen tegen de allerergste vormen van verontreiniging, of van dikke smog, verzadigd van stof, uitlaatgassen van auto’s en andere polluenten, die het zicht belemmert tot slechts enkele honderden meters. Chinese steden zijn synoniem geworden voor pollutie en gebrek aan duurzaamheid, net zozeer als voor hun reputatie van economische performantie. Ook de Olympische Spelen in Peking zijn minstens evenveel in de media geweest omwille van de organisatorische en sportieve aspecten als om milieuproblemen en mensenrechten. Experimenten gericht op het beheersen van de ondraaglijke lucht-
Hans Bruyninckx – © BBL
verontreiniging werden wereldwijd bediscussieerd. Het sluiten van grote stukken van de industriële productiecapaciteit die rondom Peking ligt en het drastisch inperken van het autoverkeer waren slechts enkele voorbeelden van de maatregelen die getroffen werden en uitvoerig besproken in de wereldpers. Deze levendige beelden van China’s milieuproblemen zijn ‘globaal’ en hebben geleid tot een ‘globaal discours’ over China’s ontwikkelingsmodel en de gevolgen daarvan, niet enkel voor China zelf, maar ook voor de rest van de wereld. China lijdt onder alle grote vormen van milieuverontreiniging: lucht-, water- en bodemverontreiniging. Het land ondervindt ook steeds meer internationale druk om daar iets aan te doen en het staat daardoor ook wat meer open voor de milieuproblemen. De globale dimensie van China’s milieuproblemen: China als een spiegel voor de wereld? Wanneer we de rol van China in globale milieuproblemen bespreken, is de volgende vraag evident: wat vertelt ons dit over ons eigen westerse model van produceren en consumeren? De gedachte dat 1,3 miljard Chinezen beginnen te consumeren zoals wij dat doen in Europa of de Verenigde Staten is stilaan een nachtmerriescenario aan het worden. Onze planeet kan immers geen 750 miljoen Chinese auto’s verdragen. Hetzelfde geldt voor een algemene verandering in Chinese eetgewoonten richting meer vlees en meer calorieën, om nog niet te spreken van vliegtuigreizen, grote individuele woningen, enzovoort. Als alle Chinezen zouden leven zoals wij, dreigt een ecologische ramp. Voeg daar de ‘dreiging’ van 1,2 miljard Indische consumenten aan toe en de toekomst ziet er nog minder rooskleurig uit. In een scenario met 2 miljard Aziatische consumenten spreken we van een aanslag op natuurlijke hulpbronnen, onmogelijk te vervullen energiebehoeften en een ecologische voetafdruk die onhoudbaar is voor de planeet.
ARBEID
&
MILIEU
25
26
opinie Er is echter weinig reden om te geloven dat we niet die richting uitgaan. Als de planeet dit soort druk niet aankan, mag China niet ontwikkelen op dezelfde manier als wij: dat is althans de boodschap die we richting Azië sturen. Dit stelt ons voor een meer fundamentele vraag. Als China en India het hogeconsumptiemodel van ontwikkeling niet mogen of kunnen nastreven, wat zegt dit ons over ons eigen model van ontwikkeling? Wij leven in een samenleving met hoge individuele consumptie, hoog energiegebruik, gebaseerd op individuele transportmiddelen (auto). De milieukosten van deze cultuur van consumeren (je de-pense, donc je suis) zijn ondertussen van globale aard; denk aan klimaatverandering. Alhoewel het besef en de aandacht voor globale milieuthema’s sinds enkele decennia gegroeid zijn, en er ondertussen honderden internationale milieuverdragen getekend zijn en nationale wetgeving bestaat in ongeveer alle landen, is er in essentie weinig veranderd. Meer zelfs, het westerse model van produceren en consumeren is – op enkele uitzonderingen na – het globale model geworden, of minstens de globale aspiratie. Samen met de globalisering van deze aspiraties zijn ook de externaliteiten van het model geglobaliseerd. We durven te stellen dat het onhoudbare karakter van de Chinese groei en de verspreiding van een patroon van hoge consumptie ons eigenlijk meer
vertelt over ons eigen westerse model dan over de Chinezen. Als iedereen zou willen leven als een Europeaan, zouden we drie planeten nodig hebben; en die hebben we niet. Het evidente antwoord op dit dilemma is dat er geen enkel criterium is om anderen te verhinderen om ook onze levensstijl over te nemen. De opkomst van China, India en een aantal andere landen is voor de eerste keer een heel ernstige aanduiding van het onhoudbare karakter van ons model. We zullen ons op andere manieren moeten organiseren in fundamentele aspecten van productie en consumptie. Gegeven de centrale plaats daarvan in onze samenleving wil dit zeggen dat we naar een essentieel andere samenleving zullen evolueren. Technologie zal daarin een sleutelrol spelen, maar dit zal onvoldoende zijn. We zullen samen met de Chinezen en de Indiërs moeten leren om het anders te doen. Deze rol als spiegel voor de wereld is misschien wel China’s meest fundamentele ‘globale rol’. China’s verdere verstedelijking en industrialisering zijn processen die het globale debat bepalen over (we durven het haast niet te schrijven) ‘grenzen aan de groei’ (Club van Rome, 1972), of minstens over de modaliteiten, de beperkingen en noodzakelijke inperkingen van het globale marktgeoriënteerde model van productie en consumptie.
Deze arbeider helpt het Olympische stadion in Peking opbouwen. De Olympische spelen in Peking zijn minstens evenveel in de media geweest omwille van de organisatorische en sportieve aspecten als om milieuproblemen en mensenrechten – © Flickr.com
ARBEID
& MILIEU
websites in de kijker www.kudzu.be Op deze online webshop vind je uitsluitend artikels die bijdragen tot een beter milieu. Producten gemaakt van natuurlijke, gerecycleerde of recycleerbare materialen, producten die u helpen energie te besparen, producten die ons leven beter maken. De producten zijn gerangschikt in verschillende categoriëen, gaande van babyspullen tot douchetimers en zelfs hondenspeeltjes. Een echte aanrader voor de milieubewuste consument! Je kunt er ook iemand anders een plezier mee doen en een cadeaubon schenken. Handig om weten: ook ecocheques worden aanvaard als betaalmiddel.
www.rankabrand.nl Het concept van deze website is eenvoudig: tik een merknaam in en zie hoe goed ze scoort op ecologisch en sociaal vlak. De website is nog volop in opbouw en regelmatig worden door opgeleide vrijwilligers nieuwe bedrijven ‘geranked’. Wil je een nieuwe printer kopen, maar twijfel je nog welk merk? Dan kan deze website je alvast op ecologisch en sociaal vlak de beste keuze voorstellen. Concreet kijkt men naar drie grote variabelen: klimaatsverandering, milieubeleid en mensenrechten/ arbeidsomstandigheden. Het idee achter dit concept: consumenten kiezen eerder voor de producten die bovenaan in de ranking staan. Bedrijven zijn afhankelijk van hun imago en verkoop en moeten reageren, waardoor merken meer groen en fair worden.
www.wattroadshow.be WATT (Roadshow) is een project van Bond Beter Leefmilieu, in samenwerking met ASBE en met steun van de Vlaamse overheid. WATT is Wagens, Alternatieve Transportmiddelen en Technologie. WATT zet alternatieve aandrijvingen en brandstoffen in de kijker. WATT informeert en demonstreert via deze website, maar zeker ook via de WATT ROADSHOW, over elektrische wagens en tweewielers, hybride voertuigen, wagens op LPG en aardgas, biobrandstoffen ... WATT wil jou als particuliere of professionele gebruiker laten kennismaken met alternatieve, milieuvriendelijkere vervoermiddelen. Door de klimaatproblematiek (CO2, opwarming van de aarde...), de bezorgheid om de leefbaarheid en de gezondheid in onze steden (smog, fijn stof...) en de toenemende verkeerscongestie (files, parkeerproblemen...) staat duurzame mobiliteit immers hoog op de agenda. Via deze website, maar ook via de brochure “WATT - alternatieve transportmiddelen en technologie, een ecologische keuze” willen de initiatiefnemers je inlichten over de milieuvriendelijke voertuigen die vandaag al op de markt zijn, netjes gerangschikt volgens technologie, met tekst en uitleg over het hoe en waarom. Opdat je een gegronde keuze zou kunnen maken bij je volgende aankoop.
www.energievreters.be/auto Op deze website vind je de vernieuwde CO2 gids voor auto’s. Je kunt er de gids in PDF-formaat downloaden of de papieren versie bestellen. Verder kun je er de uitstoot en kosten berekenen van je huidige wagen of een nieuwe wagen die je eventueel op het oog hebt. Je vindt er ook alle info over de korting op de factuur voor zuinige wagens en je kan er de CO2-uitstoot van verschillende wagens vergelijken. Beslist de moeite als je toe bent aan een nieuwe wagen!
ARBEID
&
MILIEU
27
Op wie rekent u voor een proper milieu?
28
ARBEID
& MILIEU
Afval ruimt zichzelf niet op. Een vervuilde bodem wordt niet vanzelf proper. Daarom spant de OVAM zich al jaren in voor een efficiënt afval- en bodembeleid in Vlaanderen. Maar om aan de Europese top te blijven, moeten we verder durven gaan. Daarom moedigt de OVAM zowel bedrijven als consumenten aan om duurzaam te produceren en te consumeren. Zo belasten we het milieu zo min mogelijk. En maken we samen morgen mooier. Voor meer informatie kunt u surfen naar www.ovam.be.