wdka januari, 2010
?
e i t lu
e vo i t lu e e o ev alog r le an a t igi of
D
Thijs de Jong, Joris de Iongh, SaĂŻd Lechheb, Robin de Kok Bjorn Planken & Tim HĂślscher Algemene theorie - WDKATH05 - Docent: Levien Nordeman
Colofoon: Hoofdredacteur: Joris de Iongh - 0811500 Redacteuren: Tim Hölscher - 0786732, Bjorn Planken - 0804257, Robin de Kok - 0808183, Thijs de Jong - 0804009, Beeldredacteur: Saïd Lechheb - 0807447
Dr. Egon Spengler – Ghost Busters, 1984
Print is dead.
INHOUDSOPGAVE
ANALOG VS DIGITAL P.4 . INTRODUCTIE JORIS DE IONGH P.10 . DOES IT MATTER? TIM HÖLSCHER P.16 . EERST ANALOOG, DAN DIGITAAL BJORN PLANKEN P.22 . DIGITAAL VERANDERD: WAT DOET ANALOOG? ROBIN DE KOK P.16 . WAAROM ANALOOG WINT VAN DIGITAAL THIJS DE JONG P.28 . SKILLS VS TOOLS SAÏD LECHHEB
//DIGITALE REVOLUTIE OF ANALOGE EVOLUTIE
Analog vs Digital Introductie door joris de iongh
In een tijd waarin kranten worden uitgebracht voor e-readers, vrienden altijd laten zien hoeveel vrienden zij wel niet hebben en je tot de dood aan toe kattenfilmpjes kan kijken, is het toch fijn om weer eens echt magazine in je handen te hebben. Een stapeltje papieren velletjes met plaatjes en woorden gedrukt met inkt die je nog kan ruiken en voelen. Niks vertrouwder dan inkt op papier zoals het door Gutenberg in de 15e eeuw bedoeld werd. Maar hoe lang blijft dat nog zo? Zullen volgende generaties net zo kijken naar een analoge tekst zoals wij dat nu doen of moeten we bang zijn dat we hier steeds minder meer mee te maken zullen krijgen? Nu lijkt die gedachte misschien nog
heel ver weg, maar de vraag is of dat wel zo is? De digitale revolutie lijkt nog steeds aan een opmars bezig om te bewijzen dat het superieur is aan het gedrukte woord. Kijk maar om je heen, overal waar je komt wordt er vanuit gegaan dat jij net als alle andere aan het front staat om de mogelijkheden van de digitale wereld te verdedigen. Het is bijna vanzelf sprekend dat ook jij op de hoogte bent van de laatste mogelijkheden van het internet en er valt geen normaal gesprek meer te voeren als je niet weet wat de laatste youtube hit is. Langzaam maar zeker vestigt de digitale revolutie zich in de onze maatschappij en het ziet er niet naar uit dat het van plan is zich snel te doen vergeten.
“Niks vertrouwder dan inkt op papier zoals het door Gutenberg in de 15e eeuw bedoeld werd.�
Analoog vs. Digitaal is een eenmalige uitgave
In het artikel Wat gebeurt er met analoog als digi-
De digitale revolutie heeft de afgelopen twee
daadwerkelijke gevolgen zijn van het digitale
juist een wereld geschetst waar het analoge
binnen de maatschappij en de toekomst van het
waarin we gaan onderzoeken hoe groot nou de tijdperk op onze maatschappij. In het bijzonder kijken we naar de gevolgen van deze verande-
ring voor het vak van de grafisch ontwerper. De grafisch ontwerper heeft namelijk al heel lang
te maken met de mogelijkheden van de digitale revolutie en heeft ook al veel zien veranderen. Waar de grafisch ontwerper vroeger geheel
afhankelijk was van zijn specialisme, en bijbeho-
rende gereedschappen, om een analoog beeldre-
sultaat te creëren heeft hij nu softwarepakketten die hem helpen om snel resultaat te behalen.
Softwarepakketten die niet alleen populair maar ook beschikbaar zijn voor de niet specialist. In
het artikel Does it matter, geschreven door Tim
Holscher, wordt onderzocht hoe deze zogeheten specialistische ontwerper zich verhoudt tot de
amateur ontwerper, hoe ze verschillen van elkaar en hoe zij ieder met de nieuwe mogelijkheden
taal groeit, geschreven door Robin de Kok, wordt tijdperk blijft voortbestaan naast alle digitale
ontwikkelingen. Als twee aparte disciplines die beide zo zijn ingericht dat ze functioneren op
zichzelf maar elkaar ook versterken. Is het ideologisch om te blijven geloven in het voortbestaan
van het analoge ontwerpplatform? De Kok geeft
toe dat het analoge al heeft moeten inboeten op
het digitale en voorziet hierin ook een trend. Toch ziet hij hierbinnen juist mogelijkheden ontstaan
voor het analoge werk. Door minder concurrentie op dit gebied is er juist ruimte om de aandacht
weer op de kwaliteit van het werk te leggen. Op
deze manier veranderen analoge werken van iets
alledaags naar esthetisch verantwoorde objecten. Objecten die op zichzelf hun waarde bewijzen en daarmee een natuurlijke voorsprong hebben op het sterk concurrerende digitale werk.
van het digitale tijdperk omspringen.
Ook Thijs de Jong legt ons, in het artikel Waarom
Maar valt er wel zo’n direct onderscheid te maken
tuurlijke oorsprong van een ontwerp uit. Hij laat
tussen de verschillende ontwerpers en de manier waarop zij het digitale tijdperk omarmen? Vind er niet juist een differentiatie plaats tussen de
twee platformen? Volgens Bjorn Planken, zoals
beschreven in het artikel Digitaal is geen bedreiging voor analoog, maar een extensie, mogen
we hier niet van spreken. Planken vertelt ons hoe de totstandkoming van een digitaal ontwerp
nog steeds afhankelijk is van de voorafgaande
schetsfase. Op deze manier weet hij het ‘digitale’ te reduceren tot het verlengde van het ‘analoge’. Twee verschillende werelden die onlosmakelijk verbonden zijn.
analoog wint van digitaal, het belang van de na-
ons zien dat de kloof tussen de analoge en de digitale wereld juist kleiner aan het worden is. Het
is namelijk niet voor niks dat veel ontwikkelingen binnen de digitale revolutie laat werden omarmd door het grote publiek. Pas toen de digitale wereld kenmerken van de fysieke wereld ging ver-
tonen, konden mensen het digitale relateren aan hun eigen leefomstandigheden. Deze nog steeds voortzettende trend, zo voorspelt hij, zal ervoor zorgen dat de digitale wereld een uiteindelijke
reflectie van de fysieke wereld zal worden. Sociale interactie hebben we al na weten te bootsen, de
vraag is dus wat de volgende stappen zullen zijn.
decennia grote veranderingen teweeggebracht analoge ontwerpen ter discussie gesteld. Maar
zoals dat bij elke revolutie gaat zijn er aan beide kanten klappen gevallen en de revolutie is enkel
zo sterk als zijn aanhang. Aan welke kant van de strijd jij je bevindt mag je zelf ontdekken tijdens het lezen van Analog V.S. Digital. En welke kant
dat is maakt eigenlijk niet zoveel uit. Zoals Saïd
Lechheb het beschrijft in het slotartikel Skills V.S.
Tools, uiteindelijk draait het om de creativiteit van de ontwerper. Dat, in combinatie met de moge-
lijkheid om slim gebruik te maken van de nieuw
ontstane mogelijkheden zouden er voor moeten zorgen dat je je kan blijven onderscheiden. Veel lees plezier.
Analog vs. Digital
door tim hĂślscher
Does it matter?
Prosumerism, noemt Siegel het — het gelijktijdig consumeren als ook produceren. Het individu
Van (micro)blogs als Twitter tot sociale netwerken als Facebook, Flickr en Behance. Talloze middelen zijn onlangs ontstaan waarmee een gemotiveerd individu zijn eigen content aan de hele wereld beschikbaar kan stellen. Maar in hoeverre heeft deze explosieve groei van productie op het web invloed op de professionele wereld van art en design? De toekomst van de ontwerper zal er somber
uitzien als het aan Dmitri Siegel Designing our own graves (2006) zou liggen. Als het zo door
gaat zal de ontwerper zoals we die nu kennen
verdwijnen en zal de huidige consumentencul-
tuur langzamerhand elk visueel ontworpen 2.0 aspect zelf in handen nemen.
dat zijn content van het web haalt, is hetzelfde
individu dat zijn eigen content weer beschikbaar
stelt, met een vleugje eigenheid. Danah Boyd The Flow of Information through Social Media (2009) heeft het over een flow.
Een manier van werken en omgaan met infor-
matie. Deze flow kan worden gezien als de mate waarin informatie beschikbaar word gesteld en dit definieert tevens een belangrijk aspect van
de 2.0 era. Zo stelt Danah Boyd dat het doel van deze era dan ook niet het enkel passief con-
sumeren van informatie, maar tevens het actief produceren van informatie omvat. Zo is actief produceren de key en kan op deze manier de
flow die Boyd benoemd worden gezien als een
methode van werken voor prosumers. Maar hoe
zit het met de informatie aangeboden door deze prosumers.
“Actief produceren is de key”
Als we spreken over informatie hebben we het,
baked into our networks. In a world of networked
Deze technieken, deze vorm van productie, zul-
Zal de dominerende sociale producent de ar-
over tekst. Fotografie en video’s zijn naast tekst
people who think from a different perspective”.
productie waarbij het culturele aspect een grote
Siegel denkt van wel, maar in de nabije toekomst
met betrekking tot het web, niet meer alleen twee meest voorkomende voorbeelden van
gepubliceerde content door de prosumer. Zo stelt Mieke Gerritzen Everyone is a designer in the
age of social media (2010), dat vandaag de dag
‘ongetrainde’ ontwerpers en kunstenaars bezig
zijn met het creëren van content. Deze amateurs hebben dezelfde software als professionals tot
hun beschikking die hen in staat stellen content te digitaliseren en vrijwel direct te delen met de wereld. Deze mogelijkheid heeft geleid tot een
nieuwe invulling aan het web, waarbij prosumers aan een nieuwe vorm van productie zijn begon-
nen. Deze productie noemen we voor het gemak sociale productie. Creaties ontstaan door middel van web 2.0 tezamen met de interactie die deze 2.0 versie ons biedt. Aldus een online sociale
gemeenschap waarbij interactie plaats vind door middel van produceren.
Volgens Siegel zal deze productie de ondergang betekenen van de ontwerper, terwijl door het
benoemen van deze productie als sociale pro-
ductie Siegel’s voorspelling wellicht onjuist kan zijn. Sociale productie heeft hier en daar zo zijn
media, it’s easy to not get access to views from Dit gefixeerde perspectief, wat een belangrijk
aspect is onder de sociale productie, zorgt voor
een tunnelvisie binnen de groep van prosumers.
Wat betreft de benadeling van sociale productie,
gaat het hier om de prosumers die werken vanuit hun eigen interesses. Deze interesses gecom-
bineerd met oppervlakkige keuzes en beredener-
ingen zorgen voor een nadelig effect op de sociale productie. Ontwerpen zullen bestaan uit mash-
ups. Bestaande ontwerpen en stijlen die worden
gecombineerd en gemanipuleerd tot de ‘nieuwe’
stijl van de prosumer. Deze aanpak verliest echter zijn kracht doordat deze bestaande stijlen slechts deels worden gebruikt. Stijlen die ontworpen
zijn met een specifiek doel, een gegronde rede,
worden op die manier ontnomen van hun context en in een nieuw jasje gestoken. Hierbij word
ing waarmee ze de vorm sociale productie benadeelt. Ook Boyd (2009) deelt dezelfde mening.
“Prejudice, intolerance, bigotry, and power are all
Hier spreken we van een academisch ontwerper. Op deze manier zullen sociale producenten niet de rol van een professionele ontwerper overnemen. Daarentegen zullen sociale producenten, voornamelijk actief op digitale media, de ar-
tistieke producent steunen in de toekomst. Maar hoe, want een neutrale kijk op de wereld is niet
het enige wat artistieke productie anders maakt dan sociale productie. Want zoals we weten
gebruiken sociale producenten dezelfde software als artistieke producenten. Dus waar trekken we
dan nog meer de grens tussen deze twee vormen van produceren?
afhangt van de mate van integratie in het proces
Maar als deze sociale manier van werken een
steeds prominentere rol gaat spelen. Hoe zit het dan met de rol van de professionele ontwerper?
andere culturen en niet enkel hun eigen visie als
nadeel. “Taste is class-based”. is dan ook de stell-
ander, vereist een sterke visie op de samenleving.
gezien als een eigen stijl.
voorgangers, maar een nieuw ontwerp dat word
leggen tussen gebruikers als een enorme sociale
deze sociale vorm van productie echter een groot
cultuur en gelijktijdig kunnen verdiepen in een
niet meer gerefereerd naar het ontwerp van hun
Enkel een klein percentage mensen voelt zich
verrijking worden gezien. Gerritzen (2010) ziet in
rol speelt. Het kunnen distantiëren van een eigen
Een belangrijk aspect hierin is het medium. Zo
voordelen. Zo kan het delen en aanpassen van- en
reageren op elkaars content evenals verbindingen
len we voor het gemak benoemen als artistieke
geroepen om kansen en ideeën te verkrijgen bij
uitgangspunt te nemen. Volgens Boyd (2009) zijn dit ook de mensen die hooggewaardeerd dienen te worden. Ook Thad Mcllroy Future of Publish-
ing (2009), stelt “Design has long been informed
with a remarkable international cross-fertilization
stelt Siegel dat de toekomst van het medium
van sociale productie. Hiermee doelt hij niet dat sociale producenten de macht hebben om het
ene medium door het andere te laten domineren. Simpel gezegd hebben sociale producenten door middel van hun producten, oftewel hun infor-
matie, een grote invloed op de toekomst van een medium.
Zo is te stellen dat sociale producenten volgens Siegel digitale media domineren, vanwege hun
tistieke producent overschaduwen?
zal dit voor veranderingen zorgen als we het hebben over de rol van de ontwerper. Zoals geconcludeerd leveren sociale producenten namelijk een constante stroom, of flow, aan informatie en is
het juist deze informatie die de toekomst van de
ontwerper zal bepalen. Zo stelt Dirk Knemeyer Information Design: The Understanding Discipline
(2003) “Information design is the integrator that brings other disciplines together to create excel-
lent information solutions.” Oftwel de professionele ontwerper als information designer waarbij de creaties en ideeën, gecreëerd door sociale
producenten, zorgen voor een bron van informatie én inspiratie voor de artistieke producenten, de information ontwerper.
Geen conflicterende strijd dus, maar een samenwerking. Een samenwerking die zich zal ontwikkelen tussen sociale- en artistieke producenten.
Waarbij sociale producenten kunnen bouwen op werken gecreëerd door de artistieke producent. Terwijl de artistieke producent zijn content en
zijn inspiratie bij de sociale producenten kan vin-
den. Een samenwerking tussen pro’s en amateurs, beide consument en producent. De toekomst van
de professionele artistieke prosumers in combinatie met een constante flow van werken afkomstig van de sociale prosumers.
talrijke mogelijkheden om informatie snel te verspreiden en te delen.
of ideas and techniques”.
Danah. M. Boyd Streams of Content, Limited Attention: The Flow of Information through Social Media (2009)
Gerritzen Everyone is a designer in the age of social media (2010)
Dmitri Siegel Designing our own graves (2006) Thad Mcllroy Future of Publishing (2009)
Dirk Knemeyer Information Design: The Understanding Discipline (2003)
Eerst analoog, dan digitaal
door bjorn planken
De toekomstvoorspelling van de huidige grafisch ontwerper verandert constant. Door de opkomst van de sociale media en allerlei ‘digitale design tools’ wordt het steeds makkelijker om een grafisch ontwerp te produceren. Logo’s kunnen bijvoorbeeld online ontworpen worden en de lay-outs van sociale netwerken en online blogs worden door de gebruiker naar wens aangepast. Er wordt tegenwoordig echter veel gediscussieerd over de waarde van deze ontwerpen. Mag je jezelf een ontwerper noemen als je deze tools – die elke computer gebruiker kan bedienen – kunt inzetten om een ontwerp te maken? De design tools worden immers vaak door professionele ontwerpers ontwikkeld. En de systemen werken bovendien zodanig dat binnen een beperkt aantal stappen een professioneel ogend resultaat behaald kan worden.
“Een genre dat voortkomt uit de artistieke grafisch ontwerpkunst”
Mieke Gerritzen stelt in haar boek “Everyone is
van ervaringen. Zijn opvattingen over de verschil-
Maar is er daadwerkelijk een aanwezig gevaar dat
altijd ruimte blijven voor de analoge input, vooral
(2000)” dat de onopgeleide ontwerpers, die door
zijn boek “Cyberspace Odyssee(2002)”. “Wanneer
zal verdwijnen? En zal het digitale landschap het
te krijgen.
a Designer: a manifest for the design economy
deze tools vervaardigde ontwerpen publiceren,
moeilijk te onderscheiden zijn van gediplomeerde ontwerpers. Tevens zegt zij dat ontwerpers door de evolutie van de ontwerpwereld zullen veran-
deren in software ontwikkelaars dit vanwege de
opkomst van de al eerder genoemde ontwikkelingen. Ontwerpers moeten proberen om boven dit niveau van ontwerpen uit te stijgen en zullen de software voor ontwerptools gaan schrijven. Op deze manier kunnen zij zich blijven onderscheiden van onopgeleide ontwerpers.
Dimitri Siegel daarentegen beschouwt de kwestie iets anders, maar zijn visie sluit wel aan bij het
patroon waar Gerritzen het over heeft. Hij schrijft in zijn tekst “Design our own graves(2006)” over
een zogehete opkomende ‘design-it-yourself’ cultuur. Siegel is bang dat door de opkomst van so-
ciale media de toekomst van een grafisch ontwerper zal veranderen in het enkel ontwerpen en
programmeren van ‘templates’, waarin gebruikers de inhoud en de vorm kunnen aanpassen. Dit
verschijnsel wordt ook wel ‘the templated mind’
genoemd. Een systeem waarbinnen de gebruiker
een sterke nijging heeft een inhoud en vorm naar eigen smaak aan te kunnen passen, waardoor
er een ‘doe-het-zelf’patroon ontstaat. Siegel en
Gerritzen laten doorschemeren dat zij beide bang zijn voor de toekomst van een grafisch ontwerper binnen het huidige discours.
Volgens Jos de Mul, hoogleraar in de wijsgerige
antropologie, gaat het vooral om de uitdrukking
len tussen analoog en digitaal reflecteert hij in
kunstenaars zich bij het gebruik van de computer
de grafisch ontwerper, zoals we die nu kennen,
analoge doen verdwijnen met de komst van deze
om gedachtegangen in eerste instantie op papier
“tools” en “templates”?
De ontwikkeling van ontwerpsoftware heeft
menten, dan komen de traditionele kunstvormen
Volgens Steven Heller, ex artdirector van The
ontwerphandelingen overgenomen, maar de
wil dat zeggen dat deze ontwikkelingen als een
belangrijk als het digitale. Hij schrijft samen met
laten leiden door de specifieke kenmerken die de computer onderscheid van traditionele instru-
zelf in het geding”. In het geval van design tools nieuw genre gezien kunnen worden. Een genre
dat voort komt uit de artistieke grafisch ontwerpkunst, maar beïnvloed is door de opkomst van
“the templated mind” en “digitale design tools”. Zijn het uitgangspunt voor zijn analyse is dan ook dat het medium waarin wij onze ervarin-
gen uitdrukken in belangrijke mate bepalend
is voor de ervaring die uitgedrukt wordt. Deze
theorie is te koppelen aan hetgeen de Canadese wetenschapper op het terein van mediastudies
Marshall Mcluhan(1911-1980) schrijft in zijn boek “The medium is the message”(1967). Het gaat
niet zo zeer om de boodschap van het medium, maar vooral de manier waarop het medium bij de consument gebracht wordt. De Mul schrijft
verder dat “De sociaal-culturele en economische implicaties van het verschil tussen analoge en
digitale kunstwerken niet noodzakelijk esthetisch relevant zijn”. Oftewel de computer, waarover
het digitale landschap verspreid wordt, kan niet bepalen of een ontwerp door een professionele ontwerper of een amateur gemaakt is.
New York Times, is het analoge nog altijd net zo David Womack in hun boek “Becoming a digital
designer(2007)”, dat design gezien moet worden als een manier van denken. Een ontwerper moet
in staat zijn een idee te kunnen vormen, een vorm te kunnen creëren en zowel fysieke als digitale
door de jaren heen weliswaar veel handmatige evolutie van analoog naar digitaal zal op korte
termijn geen drastische gevolgen hebben voor het huidige ontwerp landschap. Bovendien zal
analoog ontwerp altijd een zekere esthetica en overgave uitstralen, die niet te evenaren valt door digitaal werk.
objecten te kunnen vervaardigen. Maar er moet
vooral niet uitgegaan worden van het feit dat dit
alleen met de computer gedaan kan worden. “De-
sign is a process of translating thought to surface.
Draw, sketch, sculpt, your fingers are still the most venerable and versatile digital tools. Beware of
false prophets claiming that drawing is dead and
the mouse or joystick is ascendant. Do not forsake the primary design machine, the brain, and the support mechanism, the hand”, aldus Heller en
Womack. Digitaal is dus in zekere zin te zien als
een extensie van analoog. Analoge handelingen
zijn nog steeds de basis voor een goed resultaat. Als het analoge niet uitgedacht wordt, zal het digitale niet sterk zijn.
Ondanks de ontzettend snelle ontwikkeling van het digitale landschap, hoeven grafisch
ontwerpers zich dus niet druk te maken over hun
bestaan. Het analoge landschap zal niet compleet verdwijnen, noch hun disciplines zullen veran-
deren van analoog ontwerpen in digitaal ontwer-
pen of in die van een software ontwikkelen. Er zal
Bronnen: Mieke Gerritzen – “Everyone is a Designer: a manifest for the design economy (2000)” Dimitri Siegel – “Design our own graves(2006)” Jos de Mul – “Cyberspace Odyssee(2002)” Marshall Mcluhan – “The medium is the message(1967)” Steven Heller en David Womack – “Becoming a digital designer(2007)”
Waarom analoog wint van digitaal door thijs de jong
Mieke Gerritzen stelt in haar boek “Everyone is a Designer: a manifest for the design economy (2000)” [1] dat ontwerpers de plaats van softwareontwikkelaars in nemen, en er zo voor zorgen dat de consument de juiste platformen krijgt om zelf snel en eenvoudig kwalitatieve ontwerpen te vervaardigen. Consumenten voelen zich steeds meer thuis in de virtuele ruimte. Afspraken worden via e-mail gemaakt, discussie’s op fora gevoerd en we blijven op de hoogte van elkaars wel en wee via diverse social networks. Met deze ontwikkelingen ontstaat dan ook het vraagstuk, in welke mate we als grafisch ontwerper verschuiven naar dit digitale landschap. En of het analoge ooit volledig zal verdwijnen.
Grafisch ontwerpers behoren tot een groep die al vroeg te maken kregen met het ‘analoog versus digitaal’ debat. Hoewel de rol van grafisch ontwerpers op een abstract niveau gelijk is gebleven, is sinds de jaren tachtig het praktiseren ervan drastisch veranderd. Eind jaren tachtig veranderde het ontwerperschap van looddruk en fotografisch zetten, naar digitale desktop publishing. In 1984 verscheen de eerste versie van Postscript, een programmeertaal die in staat was digitale ontwerpen in een apparaatonafhankelijke manier te beschrijven, wat het desktop publishing technisch mogelijk maakte. Het werkelijke desktop publishing volgde in 1985, toen het ontwerp-programma “Aldus Pagemaker – wat later Adobe InDesign zou worden – op de eerste Apple Macintosh beschikbaar werd. Vanaf dat moment werd het handmatig zetten definitief vervangen door een digitale ontwerp omgeving. Opvallend is dan ook dat vanaf dat moment vele voorspellers de teneergang van drukwerk aankondigde, en het publieke debat van de grond kwam. de quote “Print is dead” van Egon Spengler, een fictieve wetenschapper uit de film “Ghostbuster(1984)”[2] dateert dan ook al uit 1984. Maar zoals professor in filosofie, Rein de Wilde in zijn boek “kritiek op de toekomstindustrie(2000)”[3] aangeeft, zijn dergelijke techno-optimistische voorspellingen geba-
seerd op het idee dat technologie de huidige problemen oplossen zonder zelf nieuw problemen te laten ontstaan. En in dit geval moeten er nieuwe problemen zijn ontstaan, aangezien we inmiddels vijfentwintig jaar verder zijn, en fysieke drukwerken in grotere getallen dan ooit aanwezig zijn. Om deze ‘nieuwe problemen’ – die het verdwijnen van fysieke drukwerken tegenhouden – te vinden, moeten we terug gaan naar de biologie van de mens. De mens als biologisch wezen is waarschijnlijk de grootste kloof die je kan maken met de digitale wereld, al is deze door de mens zelf gecreëerd. De basisprincipes van het digitale conflicteren met de manier waarop we onszelf en de wereld begrijpen. Dit verklaard ook de late omarming van digitale fenomenen als ‘de computers’ en ‘het internet’ bij het grote publiek. Pas toen de techniek zo ver ontwikkeld was, dat we het konden relateren aan de fysieke wereld ontstond er populariteit bij het grote publiek. Het weergeven van afbeeldingen is zo’n voorbeeld van het relateren naar de fysieke wereld. Een digitaal beeld bevat in de menselijke interpretatie dan ook altijd iets totaal anders dan wat het voor de computer(de digitale processor) betekend. Dit ‘analogiseren’ van de ogenschijnlijk digitale wereld gebeurd natuurlijk ook bij teksten, geluiden en zelf bij nummers. Daarom is het dan ook een onmogelijke voorspelling dat mensen ooit volledig op zullen gaan in de digitale wereld.
“De basisprincipes van het digitale conflicteren met de manier waarop we onszelf en de wereld begrijpen”
Veel waarschijnlijker is het dat het digitale steeds fysieker word. Al betekend dit op het eerste gezicht misschien juist dat ons leven digitaler wordt, omdat we steeds meer omringd worden door elektronische middelen. De kloof van de digitale wereld met de analoog was in dit vroege tijdperk veel groter dan nu. Computers moesten immers bestuurd worden met ingewikkelde codes die mijlenver van onze natuurlijk, fysieke voorstellingen verwijderd waren. Vandaag de dag echter is de digitale wereld al een stuk fysieker geworden. Zo zien we elkaars afbeeldingen op social networks waar we intuïtief een sterke connectie naar het analoge maken. Ook technieken als touch-screen interfaces op bijvoorbeeld smartphones of de iPad zorgen ervoor dat we de digitale wereld een stuk analoger, en dus intuïtiever kunnen gebruiken.
Als grafisch ontwerper ben ik dan ook bewust van de intuïtieve voorkeur van mensen voor het analoge. Een typische trend die hieraan gekoppeld is het fysiek maken van typografie. Typografie is een medium dat door zijn tweedimensionale achtergrond, altijd verder van het fysieke stond dan bijvoorbeeld fotografie. Ontwerpers als Graic Ward, Sean Freeman en Alex Trochut Maken van typografie een weergave waarin ze bestaan in de fysieke ruimte. Op deze manier breng je het dichter bij de mens, en kan je op een beeldend niveau instinctieve en emotionele associaties maken. Canadees wetenschapper in de mediastudies Marshall Mcluhan(1911-1980) legt in zijn boek “The Medium is the Message”(1967)[4] uit dat de drager van een boodschap bepaalt hoe de boodschap opgevat wordt. Als het medium dichter bij het analoge, en dus de
mens staat, komt de boodschap dus ook dichterbij. Het is duidelijk dat we steeds meer in een digitale wereld gaan leven, simpelweg omdat de digitale wereld kansen bied op het gebied van interactie en netwerken. Maar tegelijkertijd is het noodzakelijk om deze digitale wereld dichter bij de fysieke, analoge wereld te brengen. Uit een onderzoek van communicatiebureau Di Più uit 2010[5] blijkt dat de meeste tekstvormen nog steeds bij voorkeur op papier gelezen worden.
Kranten tijdschriften boeken (roman) boeken (studie) Reclamebrochures informatiebrochures
Ik stel dan ook dat het proces van het analogiseren van het digitale landschap zal blijven voortzetten. Hierdoor zullen we in de toekomst dóór technologische ontwikkelingen, juist verder van het digitale verwijderd worden. En in de ultieme vorm uiteindelijk alleen nog analoge ervaringen waarnemen, omdat deze ons als analoog wezen het beste passen.
81,1% 93,1% 90,9% 88,6% 65,1% 50,3%
“Voorkeur voor het lezen op papier” bron: communicatiebureau Di Più “Onderzoek naar gedrag van consumenten, betreft online en offline communicatie” (2010) Bronnen: Mieke Gerritzen “Everyone is a Designer: a manifest for the design economy (2000)” [1] Egon Spengler, een fictieve wetenschapper uit de film “Ghostbuster(1984)”[2] Rein de Wilde “kritiek op de toekomstindustrie(2000)”[3] Marshall Mcluhan “The Medium is the Message”(1967)[4] Ronald Hoek, communicatiebureau Di Più “Onderzoek naar gedrag van consumenten, betreft online en offline communicatie” (2010)[5] 1
beelden van: “Graic Ward, Sean Freeman en Alex Trochut”
Digitale groei: wat doet analoog? door robin de kok
Ontwerp kent op het moment twee tonelen, digitaal en analoog. Er wordt op het moment druk gedebatteerd over de gevolgen. Met al de digitale mogelijkheden en ontwikkelingen lijkt het boek en ander drukwerk steeds meer weggeschoven te worden. Maar kunnen digitale toepassingen wel de analoge vervangen? Wat gebeurd er vervolgens met het analoge? En hoe verhoudt dit zich binnen grafisch ontwerp?
We zitten op het moment in een tijd waar het digitale steeds meer lijkt te gaan overheersen. Veel mensen kunnen dan ook niet wachten op de wereld die Mark Weiser omschrijft in zijn stuk “The computer for the 21st Century” (Weiser, 1999), waar de computer de belangrijkste taken van de mens heeft overgenomen en alles digitaal geregeld is. Maar zo ver zijn we natuurlijk nog niet. Op dit moment is er echter wel al veel dat via digitale systemen wordt bijgehouden en geregeld. Zelfs ons privéleven en onze vriendschappen zijn gedigitaliseerd. Kijk bijvoorbeeld naar Facebook, persoonlijke blogs en Flickr.
“Er is echter nog één opstakel in de weg: papier.”
Digitale media nemen steeds meer van de oude
opvolger van het boek. “The computer is carry-
Volgens Mark Barrett (2010) zal de groei in
analoge een link gemaakt met de digitale wereld.
weg: papier. Papier is al sinds mensheugenis de
standing the world and communicating that
ontwerp. “If print publishing becomes a smaller
voorbeeld al meerdere QR codes gebruikt in
niet in de ring te willen gooien. “Printing used
increasingly approach digital narrative art with
media over. Er is echter nog één opstakel in de
drager van analoge media en lijkt de handdoek
to be the cool kid in school. Then one day a new kid showed up. He brought with him Facebook,
Twitter, blogs and lots of other new tools for communication. Print was suddenly so last week. For
ing on the work of the book, the work of under-
understanding. Therefore I hope that people will all the energy and seriousness of aspiration as we would any other storytelling form.” (Murray, 1997).
printers, this is no new thing. When radio came
De digitale toepassingen hebben echter nog een
you read when you could listen?” Print remained.
“gebruiker” steeds meer zelf kunt doen. Dmitri
along, people said, “Print is dead. Why would
Then came television. People said, “Print is dead. Why would you read when you could watch?” Print remained” (Bennett, 2010).
Digitaal heeft echter wel een aantal voordelen
tegenover het analoge. Digitaal heeft algemeen gezien meer mogelijkheden dan print. Digitaal
is een samenkomst van verschillende communicatievormen zoals beeld (zowel stilstaand als
bewegend), geluid en tekst (Lynch, 2010). Niet
alleen de mogelijkheden zijn meer divers, maar
belangrijke eigenschap. Dit is het feit dat je als Siegel omschrijft dit als een “Design it your-
self” cultuur (Siegel, 2006). Ontwerpers worden
minder belangrijk en veel niet-ontwerpers gaan
dingen zelf maken. Kijk bijvoorbeeld naar services als Wordpress en Blogspot. Zij bieden iedereen
gratis een plekje op het web aan. Met behulp van kant-en-klare templates kan iedereen zelf zijn eigen site maken. Daarnaast levert iedere
camera-aanbieder gratis eenvoudige bewerkingssoftware bij zijn camera’s.
distributie is ook goedkoper dan in print. “The
Volgens Mieke Gerritzen (2010) zal dit echter
books, the most widely cited problem is their
softwareprogrammeurs worden. Zij zullen soft-
economics are overwhelmingly against paper
distribution cost. Cut that out and retailers are
able to sell books for less and make more margin” (Lynch, 2010). Lynch spreekt over een revolutie van e-readers die het gedrukte boek zal ver-
dringen. Dit juist vanwege de lagere kosten en
mogelijkheden om video en audio toe te voegen. Ook Janet Murray is erg enthousiast over de
mogelijkheden van het digitale tegenover het
analoge (Murray, 1997). Maar dan meer op het vlak van interactie. Zij ziet de computer als de
nog meer gaan groeien. Ontwerpers zullen meer ware aanbieden waarmee niet-ontwerpers beter kunnen ontwerpen en steeds meer zelf kunnen doen. Op deze manier zal er nog meer digitaal
gewerkt worden, omdat je dankzij programma’s
als sketch-up al veel minder vaardigheden nodig hebt dan bij een handgetekende visualisatie van bijvoorbeeld een huis. De digitalisering kan dus ook grote gevolgen hebben voor ontwerpers. Doordat iedereen het opeens lijkt te kunnen.
digitalisering juist goed zijn voor boeken en
market aimed at collectibles or high-end art-
isanal products, books themselves will still retain the utility they have always had” (Barrett, 2010).
Door een vermindering in vraag zal het boek juist meer ontworpen moeten worden als een object. De boeken die wel in print uit komen zullen dus uitermate goed verzorgt worden. De kwaliteit gaat dus omhoog wanneer het aanbod slinkt.
Mensen hebben ook graag iets tastbaars in het
Dit is nu al aan de gang, sinds 2010 zijn er bij-
magazines en zelfs de gratis krant “Metro”. Door in een advertentie een QR code met de camera van je telefoon te scannen, beland je op de site
van het bedrijf. Vervolgens ben je helemaal klaar om af te rekenen. De snelheid en de moge-
lijkheden van het digitale zijn hier dus perfect
verbonden met het gebruiksvriendelijke en het waardevolle van het analoge.
bezit, dit geeft het object meer waarde dan een
Natuurlijk zullen digitale toepassingen steeds
boeken die je via gratis software van de Kruitvat
maar analoog heeft duidelijk nog genoeg kansen
digitaal bestand. Een goed voorbeeld zijn de fotoen Hema kan maken. Deze foto bestanden heb je
in principe al digitaal in bezit, maar toch besluiten veel mensen er een mooi boek mee te maken om
er vervolgens analoog naar te kunnen kijken. Analoog heeft dan misschien toch nog een kans in
Siegel’s “Design it Yourself Culture” (Siegel, 2010). Dit heeft veel te maken met het feit dat veel
mensen geprinte letters fijner vinden lezen dan
digitale. Dit geldt niet alleen voor letters, maar de
dominanter worden in ons leven (Weiser, 1999), op een mooie toekomst. Maar waarom zouden analoog en digitaal niet naast elkaar kunnen
bestaan? Het warme gevoel dat je iets bijzonders,
iet tastbaars vast hebt met de mogelijkheden van digitale media. Of natuurlijk je favoriete boeken
in prachtige luxe uitgaven in je kast en de rest in
de computer. Wat het ook wordt, de kans is groot
dat ontwerpers een nieuwe tijd ingaan. Maar niet een uitsluitend digitale of analoge tijd.
leeservaring van analoge media op zich “Call me old fashioned, but I am not yet ready to curl up
next to a warm fire with a good Kindle (Amazon’s “wireless reading device”)” (Bennett, 2010). Het is echter zowel voor ontwerpers als gebruikers
interessanter wanneer digitaal en analoog naast
elkaar leren bestaan. Zoals Bennett (2010) schrijft zullen de twee in de toekomst veel meer samen moeten en gaan werken. Dit gebeurd op het
moment al in de vorm van QR codes en Aug-
mented reality. Bij deze vormen wordt er via het
Bronnen: Mieke Barrett Gerritzen - “Why – “Everyone Print Publishing is a Designer: Will Never a maniDie” fest for the design economy (2000)” (2010) Bennett Dimitri- Siegel “Print –:The “Design Medium our own that Will graves(2006)” Never Die Jos de Mul – “Cyberspace Odyssee(2002)” “(2010) Gerritzen Marshall & Lovink Mcluhan - “Everyone – “The medium is a designer is theinmesthe age of social media” sage(1967)” (2010) Steven Heller en David LynchWomack - “Print will – “Becoming die” (2010) a Murray - “When storydigital lines go designer(2007)” online” (1997) Siegel - “Designing our own graves” (2006) Weiser - “The computer for the 21st Century” (1999)
Skills VS. Tools door saïd lechheb
Mieke Gerritzen en Geert Lovink stellen in hun ‘Everyone is a designer in the age of social media’(2010) dat de democratisering van het ontwerpen vandaag de dag realiteit is geworden. Met de komst van nieuwe, sociale media, zijn wij als gebruiker in staat gesteld om onze ervaring van sociale interactie, vorm te geven naar onze eigen wensen. Ook komen er steeds meer ontwerp tools tevoorschijn. Gereedschappen die zijn ontworpen om iedereen de mogelijkheid te geven om zichzelf voor te doen als ontwerper.
“Natuurlijk is talent alleen vandaag de dag niet meer genoeg om op te vallen�
Dmitri Siegel (Designing our own graves, 2006)
noemt dit fenomeen de DIY-cultuur. De ‘Design It Yourself-cultuur’. Iedereen zou moeten
ontwerpen en met slogans van bijvoorbeeld IKEA (Design your life) worden steeds meer mensen overgehaald om bewust een gedeelte van hun
leven te ontwerpen. Ongeacht of dit nu een huiskamer of een Facebook-pagina is, de mensheid is zich een stuk bewuster van de rol van ontwerp.
vallen. Juist nu we zoveel mogelijkheden hebben om te ontwerpen en om onze content de wereld
in te sturen, wordt het steeds moeilijker om ‘door de bomen het bos te zien.’
Maar de vaardigheid om aandacht op je werk te vestigen, in combinatie met pure creativiteit en
orginaliteit, zal ervoor zorgen dat ‘ontwerpende
amateurs’ niet op dezelfde hoogte getrokken zullen worden als daadwerkelijke creatieven.
thinking are required for design layouts and rendering. If the executor is merely following a solution (e.g. sketch, script or instructions) provided by another designer (such as an art director), then the executor is not usually considered the designer. The method of presentation (e.g. arrangement, style, medium) may be equally important to the design. The layout is produced using external traditional or digital image editing tools. The
Echter, zorgen al deze mogelijkheden om te
Een voorbeeld uit de dagelijkse realiteit is het
gebruiker kán ontwerpen? Ooit was er een kleine
hetzelfde als elk ander blog systeem, alleen
audience perceives a project.”
bookmarking’. Dit wil zeggen dat men een pagina
Jeremy Wagstaff’s Loose Wire, 2007)
ontwerpen er ook daadwerkelijk voor dat de
factor nodig om te kunnen ontwerpen en/of
creëren. Een kleine factor die door mensen als
Gerritzen als onbenullig worden afgeschreven.
Deze kleine factor kennen wij als; creatief talent. Het belang van creativiteit wordt naar mijn mening erg onderschat vandaag de dag. Natuurlijk
is de mogelijkheid om te ontwerpen gedemocra-
tiseerd en is de scheidslijn tussen gediplomeerde ontwerpers en amateur-ontwerpers flinterdun
geworden. Maar alsnog kan niet ontkent worden dat er een bepaald creatieve vaardigheid nodig
is om jezelf te onderscheiden van ‘de rest van de ontwerpende wereld’. Danah Boyd stelt in haar
“Streams of Content, Limited Attention: The Flow of Information through Social Media” (2009)
dat creatieven zich moeten leren onderscheiden door een bepaalde manier te vinden, waarop
zij aandacht op hun werk kunnen vestigen. Dit
zal dan ook een van de doorslaggevende facto-
ren zijn waarop moderne creatieven zich zullen
moeten onderscheiden. Natuurlijk is talent alleen vandaag de dag niet meer genoeg om op te
micro-blog systeem Tumblr. Het werkt in principe Tumblr wordt voornamelijk gebruikt voor ‘imageaan kan maken waar hij/zij al zijn/haar inspiratie-
appropriate development and presentation tools can substantially change how an (Mike Rohde - Wall Street Journal Mention in
bronnen gemakkelijk op kan slaan en terug kan
Hieruit kunnen we concluderen dat Gerritzen en
hoogte blijven van elkaars inspiratie en hier even-
overschatten, zeker NIET iedereen een ontwerper
kijken. Gebruikers kunnen elkaar volgen, op de
tueel zelf inspiratie uit opdoen. Hierdoor wordt
een soort hiërarchie in de hand gewerkt. De gene met de mooiste plaatjes, krijgt de meeste ‘follo-
wers’ en verheft zich dus op een bepaalde manier
Lovink de democratisering van ontwerp tools erg kan zijn en het ontwikkelen van vaardigheden nog altijd relevanter is dan het onder de knie krijgen van een ontwerp tool.
boven de gemiddelde gebruiker. Hij/zij krijgt met deze status een andere functie dan enkel het vastleggen van zijn/haar inspiratiebronnen.
De praktijk wijst uit dat de mensen die deze sta-
tus verwerven, bijna altijd gevestigde creatieven
zijn. Kennelijk hebben deze mensen een bepaald oog voor wat mensen mooi vinden en zijn zij in
Bronnen:
staat om te herkennen wat mensen inspireert.
Mieke Gerritzen & Geert Lovink - ‘Everyone is a designer in the age of social media’(2010)
“The mind may be the most important graphic
Dmitri Siegel - ‘Designing our own graves’(2006)
design tool. Aside from technology, graphic design requires judgment and creativity. Critical, observational, quantitative and analytic
Danah Boyd - ‘Streams of Content, Limited Attention: The Flow of Information through Social Media’ (2009) Mike Rohde, Loosewireblog.com, Rohdesign.com ‘Wall Street Journal Mention in Jeremy Wagstaff’s Loose Wire’ (3-19-2007)
www.holysjt.com/analogvsdigital/