4 minute read
Noem drie Rosmalense sporters die landelijk bekendheid genieten
door Herman van Dinther
Hoewel er van een Vlaamse tongval geen sprake is stond zijn wieg zesenzestig jaar geleden in Blankenberge. Met een tussenstop van een jaar of vijf die in Den Bosch werd doorgebracht belandde het ouderlijk gezin in 1961 in Rosmalen. Rob: “We kwamen te wonen in de Churchilllaan en hadden daar heel fijne buren met een heel lief dochtertje waar ik veel mee optrok. We konden het samen zo goed vinden dat we elkaar op een zeker moment het ja-woord gaven. Marianne, want zo heet het buurmeisje, is intussen drieënveertig jaar mijn vrouw.” Natuurlijk is er in de loop der jaren veel veranderd in de praktijk van fysiotherapeuten. “Toen ik startte was dat in de garage van Simons in de Schubertlaan en werden de behandeltafels slechts gescheiden door gordijntjes. Van privacy was in feite nauwelijks of geen sprake. Werd er in cabine 1 een mop verteld dan lag de patiënt in cabine 4 in een deuk, zo gehorig was het allemaal. Daar zijn in de loop der jaren natuurlijk grote voorwaartse sprongen gemaakt. Ook de hulpmidde
PIJN WEGNEMEN OF VERLICHTEN GEEFT VOLDOENING ROB LANGENBERG NEEMT NA RUIM
VEERTIG JAAR AFSCHEID
Ontelbaar veel mensen heeft Rob Langenberg letterlijk onder handen gehad. Met pijn in het hart komt er nu een einde aan zijn werk als fysiotherapeut. Drieënveertig jaar geleden trad hij toe tot de praktijk van de maatschap Simons in de Schubertlaan. Per 1 juni trekt hij de deur dicht van zijn praktijk aan de Hoff van Hollantlaan die hij in de vertrouwde handen achterlaat van Fred Scholts en Boyan van Eijsden.
len en faciliteiten zijn kwalitatief met de tijd meegegroeid. De omgang met de patiënten is gaandeweg anders van inhoud geworden. Was het vroeger eigenlijk helemaal een-opeen, tegenwoordig is de patiënt zelf meer actief en is de rol van de therapeut vaker die van begeleider en coach.”
ROMPSLOMP
“De voldoening die ik in mijn werk vind is trouwens altijd wel gebleven hoezeer de tijden ook veranderden. Het feit dat je mensen beter kunt maken of de pijn kunt verlichten, dat is het leuke van het vak. Wat ik minder leuk vond en vind is de administratieve rompslomp die jaarlijks alleen maar toeneemt. Vaak zonde van de tijd want lang niet altijd is er aantoonbare noodzaak of profijt te ontdekken. Wat trouwens vroeger wel een probleem was, dat was het aantal patiënten dat je als praktijk kreeg toegewezen door de zorgverzekeraars. Het kwam regelmatig voor dat in november het quotum opgebruikt was en dat betekende dan dat je de resterende tijd in dat jaar gratis moest werken en dat was uiteraard wel problematisch.”
Rob neemt afscheid van zijn werk als fysiotherapeut. “Het contact met de mensen ga ik echt missen.”
SPORTTHERAPEUT
“Ik ben nooit met tegenzin naar mijn werk gegaan, ik vond het gewoon zo leuk dat ik ook een jaar of vijftien als vrijwilliger verbonden ben geweest aan voetbalclub OJC. Door mijn specialisatie als sport- en manueel therapeut heb ik heel wat sporters op mijn behandeltafel gehad. Weet je, sporters zijn heel gemotiveerd om snel weer op te knappen omdat zij weer aan de slag willen in hun sport. Voor hen reden genoeg om fanatiek de vereiste oefeningen te doen. Mooi om te zien vond ik dat. In die tijd werkte ik vaak vijftig uur of meer. Het was gebruikelijk om de praktijk ook op zaterdag en enkele avonden open te hebben. Omdat ik bij OJC altijd beschikbaar was bij de trainingen en thuiswedstrijden schoot daar dus heel wat tijd in en was ik veel avonden van huis. Maar het was altijd heel gezellig bij OJC, ik heb daar ook echt genoten van dat werk. Toen de club verhuisde naar Sportpark De Groote Wielen ben ik gestopt.”
KLUSSEN EN REIZEN
“Vervelen ga ik me na 1 juni zeker niet al weet ik nu al dat ik het contact met de mensen die ik nu dagelijks ontmoet enorm zal missen, daar zie ik toch wel tegenop. Maar ik ga mijn zinnen verzetten door te tuinieren, te klussen en zeker ook te reizen. Hoewel ik samen met Marianne en vaak ook met de kinderen al veel landen en meerdere werelddelen heb bezocht zijn er nog genoeg reisdoelen die onze interesse hebben. Afhankelijk van de bestemming kamperen we of reizen met een camper. En, wat je weliswaar geen hobby kunt noemen is de omgang met de twee kleinkinderen die we hebben. Dat is echt helemaal genieten. Wat wel wegvalt - en dat vind ik het minst erg- is de ‘beheerdersfunctie’ van de praktijk. Zo is het eens voorgekomen dat ik ’s avonds al even thuis was toen de telefoon ging. Wat bleek? Ik had bij het afsluiten niet goed gecontroleerd of iedereen weg was. In de haast over het hoofd gezien dat er nog iemand aan het douchen was. Gelukkig had die mevrouw mijn telefoonnummer en keerde ik als een haas terug naar de praktijk en kon de persoon in kwestie ‘vrijlaten’. Heel jammer vind ik het dat er door het corona virus geen gelegenheid is om afscheid te nemen van de mensen die ik in mijn praktijk heb behandeld. Dat vind ik spijtig, om toch maar een Vlaams woord te gebruiken.”