Immersive space
Tiemen Meertens C1G Leerlingnummer: 521880 Bewerkingsdatum: 9-2-14
Inhoud
Inhoud Drie immersive ruimtes 4/9 Objecten in een ruimte 10/11 Ideevorming: Ruimtevragen, Mindmaps en ABC brainstorm 12 Research 13 Synopsis 14 Standpunt en belichting 15 Vormgevingsoefening / stijlonderzoek 16 Storyboard 17
Voltooid
2
3
Drie immersive ruimtes | voorbeeld 1
4
Street Art
Dit is een leuke manier van communicatie. In veel gevallen wordt street art gebruikt om een vervallen of saaie omgeving op te vrolijken. Meestal wordt het zodanig realistisch geschildert dat het lachwekkende beelden oplevert. Het is immersive omdat je bij deze beelden in de beleving van iets wat niet bestaat raakt.
5
Drie immersive ruimtes | voorbeeld 2
6
Glow Eindhoven 2013
Ieder jaar is er in Eindhoven een lichtvestival, genaamd Glow. Dit omdat Philips hier is opgezet en altijd al als lichtstad is gezien. In 2013 kon je o.a. in een open ruimte staan waar met lichtspots werd gespeeld. Samen met industrieel geluid zorgde het voor een complete omgeving, wat het immersive maakt. De omgeving zat qua vormgeving en geluid industrieel en technologisch in elkaar. Je kreeg de indruk dat je je in een moderne ruimte begaf.
7
Drie immersive ruimtes | voorbeeld 3
8
Roeisimulator
Dit is weer een ruimte waar je compleet in een andere ruimte wordt gezogen. Doordat je je in een echte kano begeeft en de simulator de peddels de juiste druk mee geven krijg je de indruk alsof je echt roeit. De ruimte is vormgegeven alsof je je in het water begeeft en op het beeldscherm zie je de complete beleving. Hierdoor maakt het immersive. Een ding wat ik opvallend vind aan deze omgeving is de gele muur. Je zou eerder denken dat die ook blauw zou moeten zijn. Ik denk dat deze geel is geverfd om het contrast met het water mee te geven en creativiteit op te laten roepen.
9
Objecten in een ruimte
10
Berghain
Dit is een oude fabriek in Berlijn dat een van de gerenoveerde vestigingen is voor het uitgaansleven. Ik heb voor deze ruimte gekozen omdat deze plaatsen een mix hebben tussen nieuw en oud, dat siert deze fabriek ook. Qua beeld heb ik gekozen voor de tegenstelling tussen oud en nieuw dat in deze gerenoveerde gebouwen vaak voor komt. De mensen die hier lopen moeten het gevoel krijgen dat ze zich in een “hippe� omgeving bevinden. Alles wat er anno nu in is geplaatst, is modern en het oude is onaangetast gebleven.
Het origineel: Berghain zonder mensheid en decoratie.
11
Ideevorming: Ruimtevragen, Mindmaps en ABC brainstorm - Kun je je nog een ruimte herinneren van een feelgood-movie? Beschrijf die. Macdonalds. - Bedenk zelf 5 ruimtevragen en beantwoord die. - wat is de oudste ruimte waar je ooit bent geweest Griekse tempel - In welke ruimte rook het het lekkerst? Bloemen kas - In welke ruimte rook het het viest WC Canada
OPDRACHT / OEFENING IMMERSIVE SPACE No 3 Ideevorming: Ruimtevragen, Mindmaps en ABC brainstorm
- Wat is de eerste ruimte die je je kunt herinneren? De woonkamer.
- Kun je nog objecten noemen en beschrijven die daar waren? Bloemen, stofzuiger, kopjes, glazen, speelgoed treintje.
- Wat is de grootste ruimte waar je ooit in geweest bent? Voetbal stadion
- Mooiste ruimte
- Wat is de kleinste ruimte waar je ooit in geweest bent?
Nemo Amsterdam
Meterkast
- In welke ruimte voel je je het fijnst?
- Waarom voel jij je in sommige ruimtes prettig?
WC of woonkamer.
Knus of juist open, bekende omgeving.
- Waarom voel jij je in sommige ruimtes onprettig?
Wanneer de ruimte kil over komt. Of het muf ruikt, benouwd is, ruimtes met weinig zuurstof, bijvoorbeeld overvolle trein.
- Van welke ruimtes of omgevingen waar je nog nooit bent geweest kun je je toch wel een voorstelling van maken? Sotsji
- Van welke ruimtes of omgevingen kun je je helemaal geen voorstelling maken?
Kantoor op een foto. Wanneer binnenkort gaat werken in een ruimte waar je al wat foto’s van ziet, is de werkelijkheid meestal anders dan hoe je het in je hoofd had.
- Kun je je nog een ruimte herinneren van een enge film? Beschrijf die. Gaskamers. Kille donkere ruimtes,
met enkel een klein raam bovenin. Ook hangt er dan een duistere mist rond.
12
13
14
15
Research
OPDRACHT / OEFENING IMMERSIVE SPACE NO 4 Research
nen helpen een pakkende (immersive) sfeer te realiseren. Zet het belangrijkste dat je gevonden hebt bij elkaar in een beschrijving (minimaal half A4) en een moodboard, waarmee je de sfeer van jouw immersive space communiceert. Bewaar het materiaal in een aparte map ‘Research’ als bijlage in je definitieve portfolio. Zet de highlights in je werkboek (pdf op ISSUU). Planning: gereed in week 2. Criteria
Verzamel materiaal over je onderwerp. Probeer informatie te vinden over verschillende aspecten van het onderwerp en verschillende visies er op. Gebruik hiervoor ook je mindmap. Kijk of er beelden bestaan van jouw wereld of van zaken die daar in voorkomen. Onderzoek hoe andere vormgevers zich met die wereld of dat onderwerp hebben beziggehouden. Noteer of kopieer alles wat je tegenkomt, ook als je het niet nodig denkt te hebben (later misschien wel). Denk ook aan tekst, video, geluid. Probeer niet alleen ‘plaatjes te zoeken van….’ maar ga op zoek naar dingen die jouw wereld speciaal kunnen maken. Naar dingen die jou kun-
Er moet blijk gegeven zijn van een serieuze zoektocht naar materiaal. Er moeten inhoudelijke aspecten en vormgevingsaspecten in het resultaat aanwezig zijn.
16
Synopsis
OPDRACHT / OEFENING IMMERSIVE SPACE NO 5 Synopsis Je maakt: - een korte beschrijving van je wereld in het algemeen. - een beschrijving van je visie op die wereld; wat wil je overbrengen? - een beknopte beschrijving van de drie ruimtes. - een beschrijving van de sfeer. - een beschrijving van de vormgeving.
- een beschrijving (en/of schets) van de (inter)acties die per ruimte kunnen plaatsvinden. Planning: in opzet gereed in week 3, definitief bij de tussenpresentatie (week 4/5) Criteria Alle onderdelen aanwezig.
17
Standpunt en belichting
OPDRACHT / OEFENING IMMERSIVE SPACE No 6
7 manieren om ruimte te suggereren: - Verkleinen - Overlappen (kijkdooseffect, coulisseneffect, afsnijden, repoussoir = donker voorwerp in voorgrond) - Verkorten - Atmosferisch (kleur) - Licht-donker, schaduw - Vervagen of minder detail (blur) - Perspectief Planning: week 4. Criteria Tenminste 5 foto’s met zichtbaar verschillende standpunten, belichtingen en beoogde effecten. Bij elke foto staat een beschrijving van de effecten.
Standpunt en belichting Neem een object uit jouw immersive space en maak een aantal foto’s van dat object vanuit verschillende standpunten en met verschillende belichtingen en kadreringen. Zorg ervoor dat je een verschil in sfeer en uitdrukking krijgt. Probeer er ook ruimte-aspecten bij te betrekken door met andere objecten de ruimte te suggereren die je wilt gaan maken. Denk daarbij aan de 7 manieren om ruimte te suggereren. Probeer tenminste 3 van die manieren in je foto-reeks terug te laten komen. Benoem of beschrijf de verschillende effecten.
18
Vormgevingsoefening / stijlonderzoek
OPDRACHT / OEFENING IMMERSIVE SPACE NO 7
vectortekening, potloodtekening, etc.
Vormgevingsoefening / stijlonderzoek Kies een object uit jouw immersive space. Welke (vorm) kenmerken heeft het nodig om in jouw space te passen? Wat moet het uitdrukken? Beschrijf de kenmerken van het object en de sfeer die dat object volgens jou uit moet drukken. Ga het object op tenminste 5 verschillende manieren ZELF visualiseren. Probeer tot een vormgeving te komen die past bij de sfeer van jouw immersive space. Varieer in techniek, kleurgebruik, bewerking, enz. Probeer uit! Gebruik bijvoorbeeld verschillende softwarepakketten en methodes. Denk daarbij aan fotobewerking,
Geef aan welke van de 5 vormgeefstijlen het beste past bij de sfeer die je over wilt brengen en waarom. NB: Vijf verschillende photoshopfilters loslaten op een afbeelding is NIET de bedoeling. planning: week 4. Criteria Tenminste 5 variaties met duidelijk verschillende technieken en effecten. Een heldere beschrijving en een goed onderbouwde keuze voor een eigen vormgeefstijl.
19
Storyboard
OPDRACHT / OEFENING IMMERSIVE SPACE No 8 Storyboard
ruimtes zijn herkenbaar. (Inter)acties en navigatie zijn duidelijk aangegeven. Dat geldt ook voor de beweging (animaties en hints) in jouw wereld. Voor elk van de drie ruimtes maak je een storyboard. Voor de animaties maak je sub-storyboards. De tekeningen hoeven niet in detail uitgewerkt of ‘mooi’ te zijn, maar ze zijn helder en duidelijk. Alternatieve visualisaties mogen, maar in overleg met de docent.
Geef in een storyboard de drie ruimtes zo weer, dat duidelijk zichtbaar is wat er allemaal in de ruimtes aanwezig is. Welke objecten zijn er? Wat zie je in de achtergrond? Geef duidelijk de navigatie- en (inter)actie-objecten aan. Maak voor animaties en hints aparte sub-storyboards waarin de actie duidelijk wordt. Het is een werktekening die ook door derden ‘gelezen’ en beoordeeld moet kunnen worden. Zorg dus voor een nette, duidelijke en overzichtlijke uitvoering. Planning: week 5. Criteria Je storyboard is duidelijk leesbaar. De objecten in de
20
Immersive space
Tiemen Meertens C1G 21