![](https://assets.isu.pub/document-structure/240502152302-39d375fb6cd357bb56403bfa59751546/v1/acb36bce410ccef022bb6443b837f680.jpeg?crop=2123%2C1592%2Cx0%2Cy2&height=1594&originalHeight=1594&originalWidth=2126&width=720&zoom=1&quality=85%2C50)
3 minute read
Straatnamen in Crabbehof: Cort van der Lindenstraat
DE LAATSTE PARTIJLOZE PREMIER VAN NEDERLAND
De straten in Crabbehof zijn vernoemd naar Nederlandse politici uit het verleden. Zij waren de grondleggers van ons huidige politieke systeem. Vandaag hebben we het over Cort van der Linden.
De Cort van der Lindenstraat loopt tussen de Groen van Prinstererweg en de Kappeijne van de Coppeloweg. Wij kennen deze politicus als Cort van der Linden. Zijn officiële naam was echter Pieter Wilhelm Adrianus Cort maar hij koppelde zijn laatste voornaam aan zijn achternaam. Zo schreef hij zijn naam als P.W.A. Cort van der Linden. Hij werd geboren op 14 mei 1846 in Den Haag en hij stierf daar op 15 juli 1935. Hij staat beschreven als Advocaat, Rechtsgeleerde en liberaal politicus (partijloos).
Na zijn studie rechten waar hij in 1869 promoveerde, vestigde hij zich in het zelfde jaar als advocaat. Een bekende zaak van hem was het proces van de veroordeelde moordenaar Hendrik Jut. Hieraan danken we 'De kop van Jut', een kermisattractie. In 1879 werd hij in Den Haag commies griffier van de Tweede Kamer tot 1881. Zijn hierop volgende functie vervulde hij in Groningen en Amsterdam als hoogleraar staathuishoudkunde van 1881-1891. Van 1897 tot 1901 trad hij ook op als minister van Justitie in het kabinet Pierson-Goeman Borgesius. In zijn perioden was hij als minister nauw betrokken bij de totstandkoming van belangrijke sociale wetten, te weten de Leerplichtwet, kinderwetten, Woningwet en de Ongevallenwet. Toen zijn ministerschap ten einde liep mocht hij optreden als ‘bijzonder’ ambtenaar van de burgerlijke stand bij het huwelijk van koningin Wilhelmina en hertog Hendrick van Mecklenburg-Schwerin.
Na de Tweede Kamerverkiezingen in 1901 waarbij de liberalen werden verslagen, werd Cort van der Linden lid van de Raad van State. In 1905 kreeg hij verzoek om een liberaal minderheidskabinet, gevormd door Goeman Borgesius, hetgeen hij weigerde. In 1907, toen er een kabinetscrisis was ontstaan gaf koningin Wilhelmina hem een geheime opdracht om een 'fusiekabinet' te vormen die door de kamerfracties, zowel christelijk als liberaal, gesteund zou worden. Na drie dagen gaf hij de opdracht al terug. Voor een dergelijk kabinet was de tijd nog niet rijp!
In de zomer van 1913 mislukte een poging van Dirk Bos, fractievoorzitter van de Vrijzinnig Democratische Bond (links-liberaal) een kabinet van liberalen en socialisten te vormen. Na deze poging vormde hij het extra parlementaire kabinet Cort van der Linden. Dit kabinet bestond zowel als linkse als rechtse liberalen met Cort van der Linden als centrum liberaal als premier. Om te benadrukken dat er geen band was met parlementaire fracties, verklaarde Cort van der Linden dat dit kabinet wilde regeren overeenkomstig de 'volkswil'.
De algehele situatie in Europa was in die periode dreigend. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) dreigde. Hoewel zelf pro-Duits voerde Cort van der Linden een weloverwogen neutrale politiek. Door de dreigende oorlogssituatie werd het noodzakelijk het leger te mobiliseren. Er werden maatregelen genomen om het economische leven zoveel mogelijk overeind te houden en werd distributie van allerlei goederen ingevoerd. De invoer leverde namelijk grote problemen op. Ondanks de vaak krampachtige neutraliteit was de regering op economisch gebied pro-Duits.
In 1917 voerde de regering Cort van der Linden een belangrijke grondwetswijziging in het algemeen kiesrecht van mannen in en maakte ook een eind aan de schoolstrijd. In 1918 werd de liberale coalitie als gevolg van het algemeen kiesrecht verslagen door de confessionelen en de sociaal democraten. Daarna werd Charles Ruys de Beerenbrouck (Roomsch-Katholieke Staatspartij) zijn opvolger als premier. Bij zijn aantreden als premier had Cort van der Linden bedongen dat hij na zijn ministerschap weer lid van de Raad van State zou kunnen worden. Dat bleef hij tot 1934. Hij overleed op 89-jarige leeftijd in Den Haag.
Auteur: Ben Bouwmeester