3 minute read

Postbode zijn is heerlijk...

Tekst: Maria Ros Foto: Mark van Giessen

‘Postbode zijn is heerlijk, niemand kijkt op je vingers, je kunt je eigen tijd indelen.’ Aan het woord is Tiny Hagestein, postbode in Sterrenburg. Na haar heupoperatie is ze weer volop aan het werk. ‘Dat werd echt tijd want zeven maanden lang was het afzien: pijn vooraf en bewegingsbeperking na de operatie.

Advertisement

We staan bij het distributiecentrum op de Grote Hondring. Tiny bedient twee wijken. ‘Je mag je eigen tijd indelen als je maar voor vijf uur ‘s middags klaar bent,’ aldus Tiny. ‘Bij ziekte van collega’s neem je wel eens een wijk over. Dat lukt mij niet. Niet omdat ik traag werkt maar omdat mijn wijken groot zijn.’

Tiny stapelt de postzakken op haar fiets. Die wegen zo’n twintig kilo per zak. Voorop komt de zak met zogenaamde brievenbuspakketten. Ze laat er een zien. Zonder grof geweld zou dat nooit door de brievenbus kunnen. Dat betekent aanbellen en als ze niet thuis zijn de buren benaderen. Als ook die niet thuis geven dan wordt het naar een retailadres gebracht.

Er wordt een duidelijk systeem gehanteerd: doet een postbode korter over zijn route dan ‘minnen’ ze de werkuren, doen ze er langer over dan ‘plussen’ ze. Gewerkte tijd wordt dus betaald en minnen gaat van je tijd af. Tiny sorteert de pakketten op huisnummer. ‘Niet zo precies, daar ben ik te ongeduldig voor. Maar ik ken de namen van de mensen en weet waar ze wonen. Dat is bij een verkeerde adressering handig. Ik weet waar het wel bezorgd moet worden.’ Zwaar bepakt gaat ze op pad.

Een elektrische fiets is te snel vindt Tiny. Het zou ook te duur worden want postbodes moeten hun fietsen zelf betalen. De kleding wordt wel verschaft. Tiny kan goed tegen warmte en kou. Maar aan regen heeft ze echt een hekel. Die sijpelt overal doorheen.

‘Mensen klagen dan dat de post nat is. Ja, wat wil je.’ Tassen voorop je borst dragen is misschien beter voor de rug maar Tiny kan er niet aan wennen en vindt het ook geen gezicht. Een postkarretje voor je fiets is eveneens niets voor Tiny. ‘Ik maak er alleen maar ongelukken mee.’

Haar heupproblemen zijn niet per se ontstaan door dit werk. Jarenlang verdiende ze de kost in de horeca. Dat ze al met al een goede conditie heeft opgedaan is wel duidelijk: ze heeft zeven keer de Vierdaagse gelopen. Toch zijn er momenten dat Tiny wat rust neemt, dan duikt ze lekker in een boek. Voor hoelang is niet duidelijk: ze kookt namelijk graag uitgebreid voor familie en vrienden.

Mensen vertellen regelmatig hun verhaal aan Tiny. Ze is toegankelijk en een regelmatig terugkerend gezicht in de wijk. Toch heeft ze geleerd terughoudend te rea-

geren. ‘Eens bezorgde ik een stapel kaarten op een adres, een huis vol mensen, alsof er iets feestelijks was. Een vrouw deed open. ‘Nog een prettige dag’ wenste Tiny hartelijk. Was er een jong meisje overleden. Dat doe ik dus nooit meer.’

De coronatijd, met al die vaccinatieoproepen, gaf veel extra werk. Binnenkort komt de

feestmaand eraan met een berg pakketjes en een golf aan kerstkaarten. Op maandagen wordt er normaal geen post bezorgd behalve op de maandag voor kerst. Reken maar dat ik ervoor zorgt dat die kerstpost goed bij u aankomt.

This article is from: