3 minute read

Kattenstaart, door onze sluipende reporter Poema

Hoi luitjes, daar ben ik weer… Poema van de Buren. Zoals jullie weten ben ik vaak in het park en zit ik het liefst in de grienden langs het Wantij. Het groen is allemaal weer lekker aangegroeid, dus ik heb weer overal verstopplekjes. Dat is leuk, want als mijn mensen me komen zoeken, weten ze nooit waar ik vandaan zal komen.

Vaak lopen ze dan eerst langs de flat om mijn vriendje Ginger te begroeten. Die wil graag uitgebreid gekroeld worden, dus meestal wacht ik dan even om zijn knuffelsessie niet te verstoren. Als ik te snel tevoorschijn kom, is hij helemaal uit zijn hum, want dan wil ik dat mijn mensen mee naar huis gaan. Hij heeft sinds kort trouwens ook een nieuwe huisgenoot, Lucky. Die kijkt nog een beetje de kat uit de boom, maar hij lijkt wel aardig. Het is overigens op het moment wel een zooitje langs het water, zeg. Er zit allemaal kleverig spinsel op de bomen en planten, en als ik daar doorheen loop, zit al dat kleefspul in mijn vacht. Het ziet er ook heel spookachtig uit. Dat spinsel wordt gemaakt door rupsen, die de bomen helemaal kaal vreten. Ik hoop dat ze zich snel verpoppen en dat al die vieze kleeftroep dan weg is.

Een paar weken geleden ben ik ook weer eens met mijn mensen door de wijk gaan wandelen. Mark en Mowgli en mijn broer Tijger waren er ook bij, dus we waren met een hele club. Het was een heerlijke avond, en we hebben onderweg lekker lopen dollen. Elkaar achterna zitten, een heel stuk vooruit lopen, of juist ergens in de bosjes of achter een auto blijven wachten tot onze mensen ons gingen zoeken. Het was super gezellig, dat moeten we echt vaker doen.

We hebben een grote ronde gelopen via de Diepen, en terug langs de school en de bloemenpluktuin. Dat was wel even schrikken, hoor. We wisten niet wat we zagen. Het was één grote, kale, plat gemaaide vlakte. Waar waren alle bloemen gebleven? Dat moesten we natuurlijk even grondig inspecteren. Er hing een rare geur, niet alleen van gemaaid gras en hooi, maar ook nog iets anders… dode dieren… Daar moesten we het fijne van weten, natuurlijk. Maar toen kregen we de schrik van ons leven. Het waren drie dode egeltjes, helemaal uit elkaar getrokken. Door de grasmaaier, volgens onze mensen. Ik word daar heel verdrietig van, want ik ben dol op egels. In een tuin langs het Wantij staat regelmatig eten voor de egeltjes, en daar gaan Tijger en ik dan ook graag even snacken. De egels zelf hebben daar helemaal geen bezwaar tegen, want er is genoeg voor iedereen.

Waar zijn alle bloemen gebleven?
Foto’s: Anja van Weeszenberg

This article is from: