3 minute read

KENNISMAKEN MET EEN WIELWIJKER

Fred Tielenberg uit het Waterwiel

Drugs bepaalden het leven van Fred Tielenberg. Hij werd geboren in 1955 in een bovenhuis in de Hooftstraat in Dordrecht. Later verhuisden ze naar de Verhulststraat in Krispijn. Toen Fred 7 jaar was ging het gezin wonen in Crabbehof in de Frank van der Goesstraat.

De wijk was in aanbouw, het was de eerste straat die werd opgeleverd. Fred had inmiddels vier zussen en drie broers. Ze zaten met z’n tienen in een vierkamerflat. Er was veel armoede. Op school had Fred het niet naar zijn zin. Hij werd veel gepest. Fred: “Ik was een matige leerling. Haalde zessen en zevens.” Valt erg mee toch? Fred vult aan: “ Ik was geen uitblinker!” Daarna gaat Fred naar de LTS aan de Reeweg-Oost. Hij volgt de opleiding houtbewerker en daarna meubelmaker. Hij haalt zijn diploma. En als zestienjarige kan hij aan de slag bij Carrosserie- en Wagenmakerij Fa D. Meeldijk aan de Grotekerksbuurt voor 70 gulden per week. Zo kon hij thuis ook bijdragen met kostgeld.

Helaas kwam hij in aanraking met verkeerde vrienden. Hij ging blowen en gebruikte stuff. Dat haalden ze bij ‘Sprankje Groen’ in de Voorstraat. We hebben flink wat gebruikt. Pepmiddelen en later ook LSD. Fred leert een meisje kennen. Ze gaan samenwonen in Breda op kamers. Hij werkt her en der. Het gaat niet zo goed. Fred is verslaafd. Zijn vriendin gaat vreemd. Het gaat uit en hij blijft alleen over. Als Fred 20 jaar is komt zijn zus te overlijden aan de drugs. Een van zijn broers raakt in coma, ook door drugs. Toen kon hij het niet meer aan.

Er volgen een aantal opnames in het Refaja Ziekenhuis. Na een psychose komt Fred terecht in het psychiatrisch ziekenhuis Bloemendaal. Tussen 1978 en 1981 is hij daar drie keer een jaar opgenomen geweest. Hij kwam ook nog terecht in het Dijkzigt Ziekenhuis. Fred: ”Ik ben er uitgekomen. In 1981 ben ik er helemaal mee gestopt. Ik heb nooit meer iets aangeraakt. Ik kreeg een flat aangeboden in de Frank van der Goesstraat en daar heb ik 40 jaar lang alleen gewoond. Ik hoefde geen relatie meer. Ik mocht weer terugkomen bij Meeldijk. Van het UWV mocht ik daar 20 uur per week werken. Ik was inmiddels arbeidsongeschikt verklaard. Ik mocht wat bijverdienen. Wij maakten bij Meeldijk bijvoorbeeld frituurwagens en bloemenwagens. Van de wielen tot het dak. Het was zwaar werk, maar het was werk! Ik heb veel aan Meeldijk te danken. Ondanks dat ik door drugs niet meer was komen opdagen kon ik bij hem terugkomen!”

Fred heeft ook nog vrijwilligerswerk gedaan. Toen hij niet meer hoefde te werken voelde hij zich niet meer nodig. Bij Sterrenlanden ging hij cliënten in de rolstoel naar de afdeling fysiotherapie brengen. Dat heeft hij ongeveer zes jaar gedaan. Nu verzamelt hij onder andere postzegels en sigarenbandjes. Hij doet allerlei klusjes. Eenmaal per week gaat hij naar zijn zus in Dubbeldam. Zij doet zijn financiën. En het afgelopen jaar is ze wel 25 keer met mij naar het ziekenhuis gereden. Fred heeft veel getobd met zijn gezondheid.

Fred: “Ik ben gelovig geworden. Daar kan je veel steun in vinden!” Fred woont inmiddels 6 jaar in Het Waterwiel en heeft het daar erg naar zijn zin. Hij doet weer wat aan sport, cardio in het Waterwiel. Fred besluit: “Het is stapsgewijs beter geworden. Er blijven herinneringen hangen. Soms droom ik nog over ‘Bloemendaal’. Als je aan drugs begint, ben je eigenlijk al bezig om langzaam zelfmoord te plegen. Als je voor het leven kiest, hoef je nooit bang te zijn.”

Tekst: Plonie Willockx - Foto: Lennart Blom

This article is from: