MEMORANDUM VOLWASSENENONDERWIJS GENT - EEKLO
OOoooonderwijs
voor volwassenen!!!
WE ZETTEN HET VOLWASSENENONDERWIJS OP DE AGENDA Want volwassenenonderwijs is een essentiële schakel in de leerloopbaan van volwassenen.
In aanloop naar de verkiezingen van mei 2014 willen we met dit memorandum een aantal items naar voor schuiven waarvan we menen dat ze zeker opgenomen dienen te worden in de onderwijsagenda de komende jaren. Alle items zijn het resultaat van overleg in de schoot van het consortium volwassenenonderwijs Gent-Eeklo wonderwijs, het netoverstijgend regionaal netwerk van de centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s) en basiseducatie (CBE), actief in het arrondissement Gent Eeklo. We hopen met dit memorandum de beleidsmakers te inspireren bij het opstellen van een partijprogramma en een regeringsverklaring want ook het volwassenenonderwijs verdient een sterke focus de komende legislatuur.
2
MEMORANDUM VOLWASSENENONDERWIJS GENT - EEKLO
Samenvatting Onderwijs is samen met werk een belangrijke sleutel voor welzijn, welvaart en maatschappelijke integratie. Onderwijs, zo ook volwassenenonderwijs, wordt daarbij voortdurend getriggerd door de veranderende maatschappij, haar veranderende noden en de veranderende visies daarop. De maatschappelijke druk om een dynamisch flexibel volwassenenonderwijs te realiseren wordt steeds groter. Ook het volwassenenonderwijs moet de volgende jaren kunnen inspelen op de uitdagingen die zich nu al stellen en die zich naar de toekomst toe nog scherper zullen stellen. Door de snel wijzigende en complexer wordende maatschappij, wijzigende behoeften op de arbeidsmarkt en meer diverse samenstelling van de bevolking, stellen zich steeds meer en meer specifieke noden inzake levenslang en levensbreed leren. Het volwassenenonderwijs heeft haar cursistenpopulatie de afgelopen jaren zien wijzigen en de complexiteit en diversiteit van haar opdrachten zien toenemen. Van het volwassenenonderwijs wordt veel verwacht. Terecht. En omdat er zeker bereidheid is om die maatschappelijke opdracht kwalitatief te blijven opnemen, willen we met de 12 centra voor volwassenenonderwijs en basiseducatie een aantal items naar voor schuiven, geclusterd in 3 boodschappen: 1. Het volwassenenonderwijs is een specifieke onderwijsvoorziening en heeft specifieke noden en opdrachten. 2. We vragen met aandrang duidelijkheid over de visie van de politieke partijen en de Vlaamse regering inzake de toekomst van het volwassenenonderwijs. 3. De perceptie leeft dat er te weinig betrokkenheid is vanwege de politieke partijen en de Vlaamse regering in verhouding tot het belang dat in het huidig Vlaams regeerakkoord en in beleidsteksten gegeven wordt aan volwassenenonderwijs.
3
1. Het volwassenenonderwijs is een specifieke onderwijsvoorziening en heeft specifieke opdrachten en noden.
Het volwassenenonderwijs is een specifieke onderwijsvoorziening.
Het volwassenenonderwijs biedt opleidingen voor volwassenen aan op 3 niveaus: basiseducatie (BE), secundair volwassenenonderwijs (SVWO) waaronder het tweedekansonderwijs en hoger beroepsonderwijs (HBO). Al deze opleidingen leiden tot erkende kwalificaties. Het opleidingsaanbod wordt ingericht door centra voor volwassenenonderwijs (CVO) en centra voor basiseducatie (CBE) en richt zich tot volwassenen die hun kansen op tewerkstelling duurzaam willen verhogen, maar evenzeer tot volwassenen die zich willen ontplooien om redenen die volledig los staan van tewerkstelling. Daarnaast organiseert het volwassenenonderwijs net als de universiteiten en hogescholen de specifieke lerarenopleiding (SLO). Alle lerarenopleidingen zijn gebaseerd op dezelfde set van basiscompetenties die een leraar moet bezitten. Ze leiden tot hetzelfde diploma van leraar. Het volwassenenonderwijs heeft de opdracht om participatie aan levenslang en levensbreed leren verder te verhogen. Het volwassenenonderwijs profileert zich met een uitgebreid opleidingsaanbod dat breed vormend is en dat bijdraagt tot de ontwikkeling van algemene kennis, sleutelvaardigheden en attitudes. De opleidingen leiden tot erkende kwalificaties. Het volwassenenonderwijs biedt aan volwassenen die om één of andere reden hun initiële schoolloopbaan onderbroken of vroegtijdig beëindigd hebben, de mogelijkheid om een startkwalificatie
4
te behalen via het tweedekansonderwijs. Maar ook ten aanzien van volwassenen die wel al een diploma hebben en die hun (beroeps)competenties verder wensen te ontwikkelen, maakt het volwassenenonderwijs haar missie, onderwijs voor sociale promotie, waar. Deze drie functies (algemeen vormend, kwalificatiegericht en tweedekansfunctie) worden niet voor iedere cursist noch voor iedere opleiding cumulatief verwezenlijkt, maar zijn wel wezenlijk voor het volwassenenonderwijs. Het volwassenenonderwijs is een relevante speler inzake levenslang en levensbreed leren naast andere publieke en niet publieke aanbieders zoals oa VDAB, SYNTRA, vorming+, sectorale opleidingen. Binnen het arrondissement Gent Eeklo hebben de 12 aanbodverstrekkers van het volwassenenonderwijs de afgelopen vijf jaar samen 29.863.608 LUC gerealiseerd 1. Een LUC staat voor lesurencursist en is het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal lestijden van een module met het aantal financierbare of subsidieerbare cursisten volgens het decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 15 juni 2007. Ten opzichte van Vlaanderen is het werkingsgebied Gent Eeklo verantwoordelijk voor 13%. In totaal volgden de afgelopen 5 jaar 108.143 volwassenen minstens één opleidingsonderdeel in minstens één van de 12 CVO’s of CBE, met een gemiddelde van ruim 39.000 volwassenen per schooljaar. Ten opzichte van Vlaanderen is het werkingsgebied Gent Eeklo verantwoordelijk voor 11% van alle cursisten die participeren aan volwassenenonderwijs. Binnen het arrondissement Gent Eeklo zijn alle netten vertegenwoordigd en zijn zowel grote als kleinere spelers actief. Het volwassenenonderwijs heeft ervaring in netoverstijgende samenwerking. We vertrekken daarbij altijd vanuit het belang van de cursisten, volwassenen die nood hebben aan of baat kunnen hebben bij het volgen van opleiding en vorming in functie van hun tewerkstelling en in functie van zelfontplooiing. Het volwassenenonderwijs is niet alleen sterk in netoverstijgende samenwerking, maar participeert ook in niveau-overstijgende samenwerking met andere onderwijsinstellingen: in een expertisenetwerk met universiteiten en hogescholen wat de lerarenopleiding betreft, in een samenwerkingsverband met hogescholen en scholen voor verpleegkunde wat het hoger beroepsonderwijs betreft, met kleuter-, basis- en secundair onderwijs, wat het secundair volwassenenonderwijs betreft en in tal van andere samenwerkingsverbanden zoals de consortia volwassenenonderwijs, de huizen van het Nederlands,…
1 Sedert 2008 wordt participatie aan het formeel volwassenenonderwijs instellingsoverstijgend gemonitord door de consortia volwassenenonderwijs.
5
Het volwassenenonderwijs mag evenwel niet ondergeschikt zijn aan belangen van derden om problemen die op dat niveau ontstaan zijn op te lossen: het volwassenenonderwijs mag met andere woorden niet verengd worden tot haar compenserende rol ten aanzien van de ongekwalificeerde uitstroom of ten aanzien van jongvolwassenen die na hoger onderwijs naar het volwassenenonderwijs geheroriĂŤnteerd worden.
Het volwassenenonderwijs heeft specifieke noden. Het volwassenenonderwijs heeft haar populatie de afgelopen jaren zien wijzigen en haar opdrachten zien toenemen. Van het volwassenenonderwijs wordt veel verwacht. Maar het regelgevend kader is niet aangepast aan de specifieke noden van de sector:
1. inzake personeelsstatuut De overheid verwacht dat het volwassenenonderwijs flexibel kan inspelen op (regionale) opleidingsbehoeften om zo in onderling overleg een opleidingsaanbod dat de behoeften dekt, te realiseren. De regelgeving is evenwel niet aangepast aan de specifieke context van het volwassenenonderwijs en staat het realiseren van haar belangrijkste decretale opdracht (een opleidingsaanbod dat de behoeften dekt) in de weg. Zowel met betrekking tot het personeelsstatuut als met betrekking tot de onderwijsorganisatie dient er een aangepaste regelgeving te komen voor het volwassenenonderwijs.
2. inzake financiering Het volwassenenonderwijs heeft nood aan een efficiĂŤnte en effectieve financiering en financieringsmechanismen die de uitdagingen voor het volwassenenonderwijs niet tegenwerken maar extra inspanningen van de sector honoreren en stimuleren. In het hoger onderwijs ontvangen hogescholen en universiteiten specifieke middelen voor specifieke doelgroepen. Ook het volwassenenonderwijs heeft nood aan financiĂŤle ondersteuning voor cursistenprofielen die specifieke noden hebben: 15% van alle inwoners van Vlaanderen zijn ongeletterd (PIAAC). Het aantal jongvolwassenen dat ongekwalificeerd
6
het leerplichtonderwijs verlaat en via het tweedekansonderwijs alsnog een startkwalificatie wenst te behalen, is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Ook het aantal anderstaligen dat via het volwassenenonderwijs een (extra) diploma wenst te behalen neemt toe. De nood aan taalondersteuning, (traject)begeleiding en zorg ook. De accentverschuiving (van zelfontplooiing op vrijwillige basis naar arbeidsmarktgerichtheid soms onder druk/verplichting) brengt een ander publiek naar het volwassenenonderwijs, een publiek dat meer zorg behoeft.
3. inzake organisatiestructuur en omkadering Het volwassenenonderwijs realiseert naast haar corebusiness, het aanbieden van kwalitatief onderwijs voor volwassenen met een leervraag of –behoefte, tal van ondersteunende opdrachten die cruciaal zijn om de slaagkansen van cursisten duurzaam te verhogen en om de kwaliteit van het aanbod en dienstverlening te waarborgen: cursistenbegeleiding, ondersteuning en coaching van leerkrachten en medewerkers, het uitwerken en opvolgen van een IKZ-beleid. Allemaal opdrachten die zich situeren op het niveau van een middenkader, een niveau dat in het volwassenenonderwijs niet voorzien is.
4. inzake overgang van lineaire naar modulaire structuur Het volwassenenonderwijs wordt aangeboden volgens een modulaire organisatie, wat betekent dat de leerstof aangeboden wordt in modules². Die modules kunnen zich sequentieel of onafhankelijk tot elkaar verhouden. Als de modules in een sequentieel verband staan, moeten zij in een bepaalde volgorde worden gevolgd. Een of meer modules vormen een opleiding. Oorspronkelijk waren de opleidingen in het volwassenenonderwijs allemaal lineair. In de jaren ‘80 en ‘90 werd er in het volwassenenonderwijs geëxperimenteerd met modulair onderwijs op basis van zogenaamde voorlopig modulaire structuurschema’s. Deze structuurschema’s werden ontwikkeld door de centra en konden na een eenvoudige procedure goedgekeurd worden door de administratie. De overheid legde daarbij enkel de opleidingsstructuur vast maar niet de opleidingsinhouden, deze werden via een leerplan bepaald op niveau van het centrum. Het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs voerde het modulair onderwijs regulier in.
module : het kleinste te certificeren deel van een opleiding, dat overeenstemt met een bepaalde inhoud, omvang en een bepaald niveau
2
7
Sindsdien worden de nieuwe modulaire opleidingen gebaseerd op opleidingsprofielen die zowel de structuur als de opleidingsinhoud voor alle centra vastleggen. Deze opleidingsprofielen worden bij besluit van de Vlaamse Regering ingevoerd en zijn consequent modulair. De lineaire structuur kon wel nog blijven bestaan. Ook de voorlopig modulaire structuurschema’s konden blijven tot er ter vervanging definitief modulaire opleidingsprofielen werden goedgekeurd. Door de trage ontwikkeling en goedkeuring van de definitief modulaire opleidingsprofielen is zo een situatie ontstaan waarbij lineaire opleidingen, voorlopig modulaire structuurschema’s en definitief modulaire opleidingsprofielen naast elkaar bestaan. Heel wat van deze opleidingen hebben eenzelfde opleidingsbenaming, maar hun inhoud, civiel effect, studiebewijs, referentiekader, enz. kunnen verschillen naargelang het centrum. Met het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs werd beslist om het opleidingsaanbod van het volwassenenonderwijs transparanter te maken door vanaf 1 september 2012 enkel nog te werken met definitief modulaire opleidingsprofielen. De bestaande lineaire en voorlopig modulaire structuurschema’s moesten afgebouwd worden en elke van rechtswege erkende HBO5- opleiding moet nu omgevormd worden tot een opleiding van het hoger beroepsonderwijs die leidt tot een erkende onderwijskwalificatie van kwalificatieniveau 5 en die bestaat uit minstens één erkende beroepskwalificatie van kwalificatieniveau 5. Alle bestaande HBO5-opleidingen (lineaire en modulaire op basis van een voorlopig structuurschema of een opleidingsprofiel) moeten omgevormd zijn voor 1 september 2017. De afbouw van de bestaande HBO5-opleidingen is afhankelijk van de erkenning van de programmatie van de HBO 5-opleiding waarvoor het samenwerkingsverband een omvormingsdossier heeft ingediend. De overgang van quasi uitsluitend lineaire opleidingen naar een volledig modulaire structuur vraagt veel meer en veel intensievere arbeid en wordt niet gecompenseerd met meer ondersteunende uren.
8
2. We vragen met aandrang duidelijkheid over de visie van de politieke partijen en de Vlaamse regering inzake de toekomst van het volwassenenonderwijs.
Het volwassenenonderwijs is al jaren in het ongewisse over de visie van de overheid. Het ontbreekt aan een duidelijk kader waar de centra hun centrumbeleid kunnen op afstemmen en waaraan ze hun eigen belangen en gezamenlijke belangen kunnen verbinden. Door dat gebrek aan visie, ervaart de sector problemen in het uitstippelen van een consequent centrumbeleid en is het moeilijk zich als groep duidelijk te profileren ten aanzien van andere opleidingsverstrekkers en onderwijsniveaus, maar ook ten aanzien van cursisten en potentiĂŤle cursisten.
1. Nood aan een visie met betrekking tot de brede opdracht en missie van het volwassenenonderwijs. Is de overheid voldoende doordrongen van het feit dat volwassenenonderwijs niet uitsluitend een antwoord biedt op door de markt gedirigeerde vragen? Opleidingen kunnen arbeidsmarktgericht zijn, maar zijn dat niet noodzakelijk voor alle cursisten en zeker niet in dezelfde mate. De finaliteit van opleidingen in het volwassenenonderwijs kan evenzeer breed algemeen vormend zijn. Perspectieven en motieven om een opleiding te volgen kunnen bovendien veranderen gedurende het opleidingstraject zelf, net door de leerervaring, door het sociaal contact met medecursisten. Nog belangrijker dan het verwerven van specifieke competenties om ĂŠĂŠn specifiek beroep aan te leren, is het verwerven van het inzicht in het belang van competenties permanent bij te schaven.
9
Om optimaal te functioneren in onze maatschappij en om er actief te kunnen aan bijdragen, om voldoende wendbaarheid aan de dag te kunnen leggen in een veranderende context, is het belang van zelfreflectie cruciaal. Het doel van volwassenenonderwijs is met andere woorden ruimer dan alleen maar arbeidsmarktgerelateerde opleidingen om knelpuntvacatures op korte termijn in te vullen. Het gaat over onderwijs voor sociale promotie, over zelfontplooiing. Naast het behalen van een (extra) kwalificatie, heeft het volwassenenonderwijs een breed algemeen vormend karakter, dat ook op de arbeidsmarkt van belang is: (levens)breed gevormde mensen doen het beter op de arbeidsmarkt, en finaal ook op de bedrijfsvloer. Een brede permanente vorming is een essentiĂŤle voorwaarde om mensen op termijn langer op de bedrijfsvloer actief te houden. Het volwassenenonderwijs moet haar rol op het vlak van toeleidbaarheid naar werk, of retentie binnen de loopbaan maximaal kunnen spelen, en is bereid hier maximaal aan mee te werken. Dit kan niet als er alleen gefocust wordt op de enge arbeidsmarktgerichtheid van opleidingen. Een breed volwassenenonderwijs is essentieel voor een gezonde gediversifieerde loopbaan en kan het arbeidsmarktbeleid versterken. Het is voor het volwassenenonderwijs niet duidelijk of er in de toekomst nog ruimte is voor opleidingen die niet noodzakelijk arbeidsmarktgerelateerd zijn. De nadruk van het beleid kwam de laatste jaren nogal sterk te liggen op het arbeidsmarktgerichte aspect waardoor de brede opdracht van het volwassenenonderwijs (breed algemeen vormend, sociale promotie) onder druk kwam te staan.
10
Er is een gebrek aan duidelijkheid over de positie van basiseducatie in het volwassenenonderwijs en over de bereidheid van de overheid om basiseducatie als eerste niveau van het volwassenenonderwijs verder te versterken. Basiseducatie is een belangrijk instrument om de laaggeletterdheid in Vlaanderen terug te dringen. Niet onbelangrijk als je weet dat 15% van de Vlaamse bevolking nog steeds laaggeletterd is (PIAAC). Laaggeschoolde en laaggeletterde volwassenen moeten – nog meer dan vandaag het geval is – hun weg vinden naar het volwassenenonderwijs om er hun basiscompetenties te verhogen. Een aangepast en op maat ontwikkeld aanbod en een intensieve leertraject- en cursistenbegeleiding is noodzakelijk om de gewenste resultaten te kunnen bereiken. Wil de overheid de strijd tegen laaggeletterdheid aangaan, dan moet ook deze doelgroep de nodige aandacht krijgen en dienen aangepaste organisatievormen en financieringssystemen voorzien te worden. Er zal ook voldoende aandacht moeten gaan naar het bereiken van deze doelgroep: laaggeletterden bieden zich niet spontaan aan bij het volwassenenonderwijs. Het is daarom belangrijk dat het aanbod basiseducatie binnen het volwassenonderwijs duidelijk zichtbaar is, benoemd wordt en gepositioneerd wordt. Versnippering van het aanbod basiseducatie over meerdere scholen, staat transparantie en een duidelijke positionering in de weg. De lokale verankering, het pluralistische niet zuilgebonden karakter, eigen aan de centra voor basiseducatie, bieden de beste garanties voor het uitbouwen van samenwerkingsverbanden met instanties en diensten die laaggeschoolden en laaggeletterden naar basiseducatie kunnen toeleiden. Het volwassenenonderwijs biedt met haar aanbod hoger beroepsonderwijs een ‘extra’ trede op de leerladder, een waardevol alternatief voor (jong)volwassenen voor wie een hogeschool of universiteit geen optie is. 45.782 unieke cursisten volgden de afgelopen 5 jaar een HBO-opleiding in het volwassenenonderwijs, dat is 1 op 5 van alle cursisten die volwassenenonderwijs volgen. 9.057 cursisten volgden die HBO opleiding in Gent. 1 op 5 van alle volwassenen die in Vlaanderen en Brussel een HBO opleiding volgden, waren met andere woorden ingeschreven in één van de Gentse CVO’s. 20.954.030 LUC werden de afgelopen 5 jaar gerealiseerd binnen HBO in het volwassenenonderwijs, dat is 10% van alle LUC die in Vlaanderen door het volwassenenonderwijs gerealiseerd werden. 3.885.980 daarvan werden gerealiseerd in Gent. In Gent wordt 13% van alle LUC gerealiseerd door HBO-opleidingen.
11
2. Nood aan een visie met betrekking tot organisatiestructuur. Het is voor het volwassenenonderwijs niet duidelijk of de overheid streeft naar grote autonome centra en dus zal inzetten op schaalgrootte binnen het volwassenenonderwijs, dan wel dat er gedacht worden aan andere modellen of organisatievormen, bijvoorbeeld door samenwerkingsverbanden of allianties aan te gaan met andere entiteiten binnen het levenslang en levensbreed leren.
3. Nood aan een visie met betrekking tot flexibiliteit en doorlooptijd van opleidingsaanbod. De overheid verwacht dat het volwassenenonderwijs flexibel kan inspelen op (regionale) opleidingsbehoeften om zo in onderling overleg een opleidingsaanbod dat de behoeften dekt, te realiseren. De regelgeving is evenwel niet aangepast aan de specifieke context van het volwassenenonderwijs. In realiteit wordt voortdurend aan de programmatieprocedure gesleuteld en zijn doorgevoerde veranderingen doorgaans vooral bedoeld als aanpassingen om achteraf anomalieën weg te werken, waardoor onbedoeld nieuwe beperkingen ingebouwd worden. 1. betreffende het verkrijgen van onderwijsbevoegdheid: de CVO’s kunnen hun onderwijsbevoegdheid vrij aanwenden, bij voorkeur in overleg en afstemming met andere CVO’s en andere opleidingsverstrekkers, maar het is slechts 2 keer per jaar mogelijk om onderwijsbevoegdheid aan te vragen voor een nieuwe opleiding. Van opleidingen die gedurende 5 opeenvolgende jaren niet ingericht waren omdat daar toen (tijdelijk) geen vraag naar was, wordt de onderwijsbevoegdheid ingetrokken. 2. betreffende de procedure ontwikkeling nieuwe opleidingsprofielen: verschuivingen in onze maatschappij en arbeidsmarkt (van focus op industriële tewerkstelling naar focus kenniseconomie en stijging dienstensector en zachte sector) maken dat van werknemers andere competenties gevraagd worden en dat maakt ook dat de noden aan opleidingen zullen wijzigen en zullen blijven wijzigen. Dat betekent dat een aantal opleidingen aan relevantie zullen inboeten, terwijl de roep naar nieuw te ontwikkelen opleidingen zal toenemen.
12
Het ontwikkelen van nieuwe opleidingen op Vlaams niveau neemt evenwel meerdere jaren in beslag: via de decretale stuurgroep moet er een Vlaams prioriteitenplan opgemaakt worden waarbij het regionale aspect en heel concrete vragen zelden tot nooit prioritair behandeld kunnen worden. Dat maakt dat de sector de maatschappelijke realiteit en de realiteit van de arbeidsmarkt altijd achterna loopt. Een oplossing kan erin bestaan om via een versnelde procedure opleidingen op te starten, in afwachting van ontwikkeling van het definitieve opleidingsprofiel om zo in te kunnen spelen op actuele, soms acute opleidingsbehoeften die niet noodzakelijk in alle regio’s aan de orde zijn. Het ontbreekt het volwassenenonderwijs aan een wettelijk kader om tijdelijk aanbod te kunnen voorzien en zo flexibel in te kunnen spelen op actuele noden. Criteria hiertoe zouden – in overleg met de overheid en op basis van het opleidingsplan dat in iedere regio netoverstijgend is opgemaakt – vastgelegd kunnen worden.
13
4. Nood aan een visie met betrekking tot prioritering doelgroepen. Participatie aan volwassenenonderwijs is geen afspiegeling van de demografische realiteit. De kennismaatschappij werkt bovendien de dualisering van onze maatschappij in de hand: het bezit van een kwalificatie is bepalend voor maatschappelijke participatie. De 15% laaggeletterden in Vlaanderen en de vele jongeren die jaarlijks ongekwalificeerd uitstromen, worden hierdoor bedreigd door maatschappelijke uitsluiting. Maar ook veel nieuwkomers die zich in Vlaanderen komen vestigen hebben omwille van hun laaggeletterdheid en lage scholing of omwille van het feit dat hun kwalificaties behaald in het land van herkomst niet in aanmerking worden genomen, weinig kansen om op een volwaardige manier aan onze maatschappij te participeren. Verschillende ‘kansengroepen’ slagen er niet altijd in om zich probleemloos te integreren. Ook blijkt dat wie (tijdelijk) uitvalt, moeilijk terug ingang vindt in de maatschappij. Volwassenenonderwijs krijgt met een wijzigende realiteit te maken op verschillende manieren: enerzijds ziet het volwassenenonderwijs de samenstelling van haar klasgroepen, zeker voor bepaalde opleidingen, ingrijpend veranderen. Het is niet altijd evident om gepast om te gaan met heterogeen samengestelde groepen en met multiculturaliteit. In het bijzonder de taal- en cultuurbarrière stellen zich. De uitbouw van een specifieke dienstverlening vraagt specifieke expertise. Niet alle participatie aan volwassenenonderwijs is overigens vrijblijvend: armen, allochtonen en werkzoekenden, vaak mensen met een gebrekkige leercultuur en motivatie, worden verplicht toegeleid, onder andere door het OCMW. Dit vereist specifieke competenties van lesgevers en legt een druk op de cursusgroep waaraan ook cursisten op eigen initiatief participeren. Het is belangrijk dat volwassenenonderwijs een aanbod kan blijven voorzien voor iedereen: mensen met verschillende achtergronden, culturen, leerstijlen, opleidingsniveaus, leervermogen, zodat volwassenenonderwijs toegankelijk is en blijft voor een heel diverse groep. Het volwassenenonderwijs neemt nu al zijn verantwoordelijkheid door specifieke initiatieven te ontwikkelen voor specifieke doelgroepen: gedetineerden, nieuw -en oudkomers die het Nederlands nog niet beheersen, nieuwkomers met een educatief perspectief, ongekwalificeerde jongvolwassenen, mensen die leven in armoede… Het is voor het volwassenenonderwijs niet meer duidelijk welke doelgroep(en) prioritair bediend moeten worden, welke stimuli daartoe geboden zullen worden en welke expertise uitgebouwd moet worden.
14
3. De perceptie leeft dat er te weinig betrokkenheid is vanwege de politieke partijen en de Vlaamse regering in verhouding tot het belang dat in het huidig Vlaams regeerakkoord en in beleidsteksten gegeven wordt aan volwassenenonderwijs.
Vlaanderen en Europa hebben ambitieuze doelstellingen geformuleerd met betrekking tot participatie aan volwassenenonderwijs en volwasseneneducatie: 12,5% van de beroepsactieve bevolking tegen 2010 en 15% tegen 2020. Uit recente cijfers blijkt evenwel dat de participatie aan volwassenenonderwijs en –vorming minder dan 10% bedraagt en bovendien ongelijk verdeeld is. Zonder de missie van het volwassenenonderwijs te willen beperken tot haar kwalificerende opdracht en tweedekansfunctie, want ook het levensbrede karakter van volwassenenonderwijs dient behouden te worden, dient bijzondere aandacht te gaan naar laaggeschoolden en laaggeletterden voor wie de kans op duurzame tewerkstelling zo al beperkter is: nog steeds beschikken te veel mensen niet over de nodige startkwalificaties voor de arbeidsmarkt, nog steeds zijn te veel mensen ongeletterd en sociaal niet of onvoldoende zelfredzaam, nog steeds zitten daardoor te veel mensen in een sociaal isolement en participeren ze niet actief aan onze maatschappij. In elk debat omtrent competentieontwikkeling, in elke prioriteitenlijst, in elke (leer)loopbaan wordt het belang van levenslang en levensbreed leren naar voor geschoven. Maar hoewel het maatschappelijk belang van levenslang leren door alle beleidsdomeinen op verschillende beleidsniveaus in Vlaanderen bevestigd wordt, worden initiatieven soms eenzijdig teruggeschroefd. Het betreft vaak initiatieven die net bedoeld waren om mogelijke drempels waardoor bepaalde doelgroepen niet of te weinig participeren weg te werken. Het verder uitbouwen en/of evalueren of bijsturen van faciliterende en drempelverlagende maatregelen op federaal, Vlaams en regionaal niveau (betaald educatief verlof, cursistenvoorzieningen, studietoelagen voor cursisten, kinderbijslag) zodat leren in combinatie met werk en/of gezin haalbaar is en blijft, dringt zich op. Hoewel veel van deze faciliterende en drempelverlagende maatregelen ingeschreven zijn in decreetteksten, is het tot op heden nog steeds onduidelijk of ze effectief geïmplementeerd zullen worden en hoe de financiering ervan gerealiseerd zal worden.
15
Levenslang en levensbreed leren is een brede maatschappelijke opdracht, waarin naast de betrokken opleidingsverstrekkers en het beleidsdomein onderwijs ook andere beleidsdomeinen en beleidsniveaus een aandeel hebben: volwassenen die zich willen vervolmaken, heroriĂŤnteren, bijscholen, doen dat vaak in combinatie met werk en gezin. Er stellen zich daardoor meteen verschillende randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden om een opleiding succesvol te kunnen doorlopen. Deze randvoorwaarden situeren zich vaak op een domein dat buiten de invloedssfeer van de opleidingsverstrekker en van het beleidsdomein onderwijs ligt. Samengevat: in tegenstelling tot het belang dat in alle beleidsteksten gehecht wordt aan levenslang en levensbreerd leren, ervaart het volwassenenonderwijs te weinig betrokkenheid vanwege de overheid en ontbreekt het aan een geĂŻntegreerd beleidsdomeinoverstijgend en stimulerend beleid. We pleiten er daarom voor om blijvend aandacht te schenken aan de uitbouw van een stimulerend, faciliterend en toegankelijk beleid inzake levenslang en levensbreed leren en daartoe initiatieven te nemen. Wil de Vlaamse regering participatie aan levenslang en levensbreed leren bij al haar bevolkingslagen duurzaam en significant doen toenemen, dan zal ze voor haar opleidingsverstrekkers het juiste kader moeten scheppen en voor de volwassenen die opleidingen willen volgen de gunstige omstandigheden moeten realiseren. En met het juiste kader bedoelen we een kader, op maat van de beoogde doelgroep. Dat vraagt om een geĂŻntegreerde, domeinoverstijgende en netoverstijgende aanpak.
16
BIJLAGE
VOLWASSENENONDERWIJS
regio Gent - Meetjesland - Leieland Centra
CVO De Bargie
11 CVO 1 + CBE
CVO Isbo
CVO Panta Rhei Het Perspectief de Avondschool PCVO
11 Centra voor VolwassenenOnderwijs + het Centrum voor BasisEducatie
CVO IVO
CVO Kisp
CVO Spermalie
CVO VSPW
CVO Leerdorp PCVO Meetjesland
CVO VIVA
CBE Leerpunt
lesplaatsen
verspreid over bijna 20 gemeenten
40
studie- en leergebieden
222
opleidingen
17
BIJLAGE Financiering
evolutie LUC 6.000.000
totaal 29.863608
5.000.000
4.000.000
SVWO 22.929.976
3.000.000
2.000.000
1.000.000
9
200
8200
0
201
9200
1
2
201
201
0201
1201
3
HBO 3.885.980 SLO 2.076.620 basiseducatie 971.032
201
2201
50.000 Cursisten
evolutie aantal cursisten
totaal 108.143
40.000
SVWO 91.205
30.000
20.000
10.000
18
09
-20
8 200
10
-20
9 200
11
-20
0 201
12
-20
1 201
13
-20
2 201
basiseducatie 8.133 HBO 9.057 SLO 5.189
Cursistenprofiel
geslacht
}
BIJLAGE
cursisten in het 108.143 unieke volwassenenonderwijs van 2008 tot 2013
59% 41%
leeftijd
opleidingsniveau
7,74%
9,79%
12,08%
25 - 34 jaar 35 - 44 jaar
16,77%
5,00% 1,01%
25 jaar of jonger
32,71%
20,91%
45 - 54 jaar 55 - 64 jaar 65 jaar of ouder onbekend
Hooggeschoold
34,51%
42,74%
onbekend andere
16,73%
sociaal statuut
Laaggeschoold Middengeschoold
nationaliteit %
gepensioneerd studerend thuiswerkend werkend werkloos
6,86 7,05 3,81 61,66 13,35
Afrika Amerika Azie Belgie Europa andere Europa eu Nederland Oceanie Staatsloos Vluchteling
3,39% 0,97% 5,24% 77,41% 1,87% 6,98% 2,38% 0,03% 0,11% 1,60%
vs. Vlaanderen
Vlaanderen LUC
}
Regio Gent - Eeklo
238.290.024
basiseducatie SVWO HBO SLO
10.853.695 195.025.149 20.954.030 11.457.150
842.162 basiseducatie SVWO HBO SLO
82.675 719.936 45.782 24.850
>>
LUC
}
29.863.608
basiseducatie SVWO HBO SLO
971.032 22.929.976 3.885.980 2.076.620
108.143 basiseducatie SVWO HBO SLO
8.133 91.205 9.057 5.189
19
v.u. Lesley Arens - Consortium volwassenenonderwijs 11 vzw - Botermarkt 1 - 9000 Gent