1 minute read
Vergoedingsrechten
Vergoedingsrechten ontstaan als één van de partners met privévermogen investeert in het vermogen van de andere partner, bijvoorbeeld als partners gezamenlijk een eigen woning kopen en één van de partners (meer) eigen middelen inbrengt.
Wanneer ontstaat géén vergoedingsrecht?
Advertisement
In de onderstaande situaties ontstaat géén vergoedingsrecht: n Eén van de partners voldoet kosten van de huishouding, zoals hypotheekrentelasten, verzekeringspremies en onroerendezaakbelasting. n Er is sprake van een geldlening, een gift of een natuurlijke verbintenis tussen de partners. n De partners hebben een draagplichtovereenkomst afgesloten, waarin de onderlinge schuldverhouding is afgestemd op de inbreng van eigen middelen. n De partners zijn gehuwd in algehele gemeenschap van goederen.
In andere gevallen, dus bij investeringen in de verwerving van een woning (of bijvoorbeeld verbetering/onderhoud hiervan), ontstaat automatisch een vergoedingsrecht. Ook bij het betalen van premies voor een levensverzekering, waarmee de hypotheek op een later moment wordt afgelost, ontstaat een vergoedingsrecht.
Hoogte van het vergoedingsrecht
Voor gehuwden en geregistreerd partners geldt op grond van artikel 1:87 BW: n Investering vóór 1 januari 2012 Ô nominaliteitsleer (de vordering houdt haar oorspronkelijke waarde). n Investering na 31 december 2011 Ô evenredigheidsleer (de vordering is afhankelijk van de waardeontwikkeling waarin is geïnvesteerd).
Partners kunnen afwijken van de wettelijke regeling. Voor ongehuwden geldt standaard de nominaliteitsleer, tenzij ze hierover andere afspraken maken.
Berekening vergoedingsrechten
Als beide partners investeren in een gezamenlijk goed, dan wordt de hoogte van het vergoedingsrecht per partner en aan de hand van de eigendomsverhouding berekend.
Voorbeeld
Anita en Bart kopen een woning in de verhouding 60%/40%. Anita brengt € 80.000 aan privévermogen in, Bart brengt € 60.000 aan privévermogen in.
n Anita investeert € 32.000 (€ 80.000 x 40%) in het eigendomsaandeel van Bart n Bart investeert € 36.000 (€ 60.000 x 60%) in het eigendomsaandeel van Anita. n Per saldo heeft Bart een vordering van € 4.000 op Anita.