Transfer 3 (februari 2015), vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs.

Page 1

t rans fe r

3

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

Zuid-Afrika maakt een sprong vooruit met Nederlandse hulp?

interview

‘Neso Zuid-Afrika gaat drijven op matchmaking’ holland alumni

Belangstelling bedrijfsleven voor succesvol netwerk online onderwijs

Hoe geeft Wageningen les in Singapore?

februari 2015


2

inhoud

Wapen annelieke zandvliet

azandvliet@epnuffic.nl

“Education is the most

powerful weapon which you

can use to change the world.”

Het zijn woorden van de man die de afgelopen decennia

10

enorm veel invloed had op de ontwikkeling van Zuid-Afrika: Nelson Mandela. Het einde

aan de apartheid, dat hij bewerkstelligde, moest ook een omwenteling betekenen voor het hoger onderwijs in de regenboognatie.

Maar de praktijk bleek weerbarstig. Er valt nog steeds

‘Meerwaarde EP-Nuffic moet blijken’

een boel te verbeteren aan het onderwijs en onderzoek

De fusie tussen Europees Platform en Nuffic lijkt logisch.

Transfer. Een universitair diploma blijft voor veel Zuid-

behalen valt, moet Bologna-expert Els van der Werf nog

in Zuid-Afrika, zeggen betrokkenen in dit nummer van Afrikanen onbereikbaar, omdat hun vooropleiding te

Maar welke winst er met doorlopende leerlijnen te bezien.

wensen overlaat of vanwege problemen tijdens de studie. Recent nog uitte de rector van de goed aangeschreven Witwatersrand-universiteit kritiek op de beperkte

financiële steun voor studenten. Het budget voor hoger onderwijs zou schril afsteken bij dat van vergelijkbare landen in ontwikkeling.

Zo’n vijftien jaar geleden werd al overwogen een

Netherlands education support office (Neso) op te richten in Zuid-Afrika. Mede omdat de overheid er niet op zat te wachten dat Nederland studenten zou werven die van

grote betekenis konden zijn in hun vaderland, ging dat

31

toen niet door. Zo komt het dat er nu Neso’s zijn in alle BRICS-landen, behalve in Zuid-Afrika.

Inmiddels liggen de kaarten anders. Waarschijnlijk opent Neso Zuid-Afrika eind maart zijn deuren. Niet om alsnog braindrain aan te wakkeren. Er zal worden ingezet op

uitwisseling van studenten en op samenwerking tussen Nederlandse en Zuid-Afrikaanse instellingen, zegt de

Met een Oegandees nonnetje op St. Pietersplein

kersverse directeur Samia Chasi.

Priester-studenten moeten over de grens kijken.

netwerk van Holland-alumni. Zo’n netwerk kan een mes

Roderick Vonhögen die in België studeerde en in

Bovendien wil Neso Zuid-Afrika werken aan een levendig zijn dat aan meerdere kanten snijdt, zo valt te lezen in het artikel over het Holland Alumni network dat al weer vijf

Dat behoedt voor bekrompen denken, zegt Rome werd opgeleid tot ‘mediapriester’.

jaar bestaat. Het biedt het Nederlandse onderwijs actieve ambassadeurs in het buitenland, het bedrijfsleven een

database met in Nederland geschoolde werknemers, en

afgestudeerden een kostbaar netwerk van internationale contacten. Ook dat is dus een machtig wapen.

rubrieken

4 — nieuws  25 — sorry? pardon! Misverstanden in India  29 — aanpakken Huisarts voor buitenlandse studenten in Wageningen  30 — column Riki Janssen over buddy’s

Transfer, een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek, is een uitgave van EP-Nuffic en verschijnt zes keer per jaar.  Redactie­ ­— Ralph Rozema (hoofdredacteur), Ralph Aarnout, Els Heuts en Annelieke Zandvliet, transfer@epnuffic.nl  Aan dit nummer werkten mee­ ­— Riki Janssen, Bram Logger, Yvonne van de Meent, Martine Postma, Daphne Riksen en Rineke Wisman.  Redactieraad­ ­— Ries Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Neth-ER), Klaartje van Genugten (Fontys), Roos Hogenkamp (Tilburg University), Leonard van der Hout (Hogeschool van Amsterdam) en Erwin Ploeger (Unesco-IHE).  Vormgeving en lay-out­ ­— Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl)  Druk­ ­— Drukkerij Verloop, Alblasserdam  Abonnementen­ ­— aanmelden (gratis), opzeggen of wijzigen via www.nuffic.nl/transfer.  Overname artikelen­ ­— het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de redactie.  Contact met de redactie­­— via transfer@epnuffic.nl of www.nuffic.nl/transfer. Transfer 4, jaargang 22, verschijnt op 26 maart 2015. Foto omslag: Damon Hyland / Getty Images


3

focus

Nieuwe Neso Zuid-Afrika EP-Nuffic opent een nieuw kantoor in Zuid-Afrika. Wat is de staat van het hoger onderwijs daar en welke kansen biedt het voor Nederland?

11

18

14

Zuid-Afrika heeft de

Samia Chasi is directeur

Afrika, daar heersen toch

met de erfenis van het

waar twee jaar geld voor

politieke onrust? Niet

ambitie om af te rekenen apartheidsregime in het

hoger onderwijs. Diverse

Nederlandse universiteiten

zijn betrokken. “We moeten gaan werven via zwarte

gevaarlijke virussen en

van Nuffic Neso Zuid-Afrika,

alleen de Hogeschool van

beschikbaar is. “Op termijn

Amsterdam scherpte zijn

is matchmaking de kurk

reisbeleid daarom aan.

waarop ons kantoor zal moeten drijven.”

netwerken.”

22

26

Vijf jaar Holland Alumni network

Onderwijs uit Wageningen voor studenten in Singapore

Vijftigduizend leden telt het Holland Alumni network bij zijn eerste lustrum. Die zijn niet alleen interessant voor

het Nederlandse hoger onderwijs; ook bedrijven hebben belangstelling.

Hoorcolleges opgeknipt in korte ‘kennisclips’ en een

wekelijks live vragenuurtje. Zo volgden studenten vanuit Singapore met succes een Wageningse major.


4

nieuws

Foto: Zuma Press / Hollandse Hoogte

in de rij voor de ub

Studenten staan in de rij voor een studieplek in de UB van de economische universiteit van Nanjing, China. Ze willen aan een masteropleiding beginnen en moeten studeren voor hun toelatingsexamen. In het hele land leggen dit jaar 1,7 miljoen studenten zo’n examen af – bijna 80.000 minder dan vorig jaar. Sinds de universiteiten collegegeld mogen heffen voor masteropleidingen, daalt het aantal inschrijvingen. Maar het blijft druk.

Wederzijdse erkenning diploma’s in Benelux Nederland, België en Luxemburg gaan elkaars diploma’s in het hoger onderwijs vanaf dit voorjaar automatisch erkennen. Minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) maakte dat in december bekend. Nederland en Vlaanderen hebben eerder al een accreditatieverdrag gesloten waardoor in principe de diploma’s van beide landen gelijkwaardig zijn. Maar de praktijk wees wel eens anders uit. Zo werden sommige studenten die een een­jarige master in Nederland hadden gedaan, door Vlaanderen teruggestuurd naar de collegebanken om een tweejarige masteropleiding te volgen. Volgens Bas Wegewijs, werkzaam bij de afdeling Onderwijsvergelijking van EP-Nuffic, horen die problemen binnenkort tot het verleden. “Dit verdrag

februari 2015 | transfer

is breder. Een Nederlandse bachelor wordt nu op dezelfde manier behandeld als een Belgische of Luxemburgse bachelor. ” Dat wil niet zeggen dat een afgestudeerde automatisch aan de slag kan in een ander Benelux-land. De zogenaamde geregle­ menteerde of beschermde beroepen zijn buiten het verdrag gelaten. Voor die beroepen kunnen nog aanvullende eisen gesteld kunnen worden, in lijn met de EU Richtlijn voor beroepserkenning. Een winstpunt van het verdrag is dat de procedures versneld worden. Het erkennen van diploma’s kon in Wallonië en Luxemburg zes maanden duren. Zodra de drie landen de afspraak hebben ondertekend, is die van kracht. Bij het ter perse gaan van dit blad was nog niet duidelijk wanneer dat gebeurt.  (EH)


5

Internationale herkenbaarheid hbo-titels weer ter discussie De Vereniging Hogescholen (VH) is niet helemaal tevreden over de vorig jaar vastgestelde aanpassing van de titulatuur voor hbo’ers. Op verzoek van minister Bussemaker neemt EP-Nuffic daarom de internationale herkenbaarheid van een aantal graden onder de loep. Vorig jaar ging een langgekoesterde wens van de hogescholen in vervulling. Hun afgestudeerden mochten voortaan ook de toevoeging ‘of arts’ danwel ‘of science’ toevoegen aan hun bachelor- of mastertitel, vanwege de internationale herkenbaarheid. Tot dat moment waren die graden in Nederland voorbehouden aan academici. Bij ministerieel besluit werd een lijst vastgesteld die per opleiding aangeeft welke van in totaal tien toevoegingen gehanteerd moet worden. Vorig jaar bleek al dat sommige opleidingen twijfelden aan de internationale herkenbaarheid van de hun toebedeelde graad. De VH inventariseerde de klachten en verzoekt nu om drie aanpassingen. De toevoegingen ‘of fine arts’ en ‘of design’ zouden moeten verdwijnen, ten gunste van ‘of arts’. Daarnaast zou voor afgestudeerden in toegepaste psychologie ‘of arts’ juist moeten worden omgezet in ‘of science’; een toevoeging die de VH eveneens passender vindt voor technische opleidingen waarvan sommige ‘of enginee­ ring’ toegewezen hebben gekregen. EP-Nuffic zal vooral bekijken wat in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland gangbaar is.  (AZ)

600.000 Zoveel buitenlandse studenten herbergt het Verenigd Koninkrijk in 2020 volgens minister van Binnenlandse Zaken Theresa May. Haar voorstel om studenten het land uit te sturen zodra ze hun studie hebben afgerond, leidde tot grote ophef. Parlementariërs noemden het voorstel ‘mean-spirited’ en ‘inwardlooking’ en stemden het weg.

Wat leveren buitenlandse studenten op? Frankrijk, de VS en Australië vergeleken

T OPBRENGESN T STUDEN

fr

5.782 €

us

21.166 €

au

32.002 €

De directe opbrengst van internationale studenten volgens Campus France. Studie: “Au-delà de l'influence: l'apport économique des étudiants étrangers en France”

februari 2015 | transfer


6

nieuws

De beurs van…

Duits techniekonderwijs internationaal in trek

tram tran (27)

master international business and management, hanzehogeschool groningen

Wat voor werk deed je in Vietnam?

“Ik ben docent International Business aan de Thai Nguyen University of Economics and Business Administration, een universiteit in een kleine stad in het noorden van het land. Mijn vroegere manager haalde ook zijn mastertitel in Groningen en heeft me zowel de stad als de studie aanbevolen.”

Waarin verschillen Nederlanders en Vietnamezen?

“Nederlanders zijn direct en houden zich strikt aan werkregels en werktijden. In mijn land is het normaal om te laat te komen, ook bij officiële bijeenkomsten. Als we moeten gaan, kondigen we dat niet ruim van tevoren aan. We zeggen gewoon: ‘Sorry, ik moet nu weg.’ De Nederlanders die ik ontmoet, zijn behulpzaam en geïnteresseerd in buitenlanders. Toen ik een uitstapje maakte naar het platte­land, nodigde een Groningse familie me spontaan uit om thee te komen drinken. Thuis zouden we nooit zomaar een vreemdeling binnenlaten. Veel te gevaarlijk!”

Wat ga je doen als je terug bent?

“Ik ga weer aan de slag als docent. Bij ons is de universiteit vooral gericht op theorie. Er is weinig aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en praktische vaardigheden, zoals hier in Nederland. Daar wil ik in mijn colleges ook aandacht aan gaan besteden.”  (RW) februari 2015 | transfer

Foto: Henx/Henk Veenstra

Jaarlijks komen honderden studenten, promovendi en cursisten uit ontwikkelingslanden naar Nederland met een beurs uit de Netherlands Fellowship Programmes. Wie zijn zij en wat doen zij?

Vooral technische opleidingen, conservatoria en kunstacademies trekken in Duitsland veel buitenlandse studenten en docenten. Dat blijkt uit onderzoek dat jaarlijks wordt gedaan sinds de Duitse overheid in 2008 een internationaliseringsstrategie voor het hoger onderwijs opstelde. Halverwege 2014 namen Duitse instellingen deel aan zo’n 31.000 internationale samenwerkingsverbanden met 5.000 partners in 150 landen. Ruim de helft van de internationale samenwerking was in het kader van het Erasmus-programma. Niet alle instellingen internationali-

seren even snel. Aan technische universiteiten nam het aantal buitenlandse studenten sinds 2006 met ruim 13 procent toe en het aantal buitenlandse docenten met 16 procent. Conservatoria en kunstacademies trokken zelfs 20 procent meer buitenlands personeel aan. Bij sommige van deze instellingen is 70 procent van de studenten uit het buitenland afkomstig. Kleine instellingen (tot 20.000 studenten) hebben meer moeite om buitenlandse studenten en docenten aan te trekken en boekten in dit opzicht nauwelijks tot geen vooruitgang.  (RA)

Huisvester Duwo slaat vleugels uit Studentenhuisvester Duwo heeft samen met de Duitse huisvestingsorganisatie Campus AG een internationaal platform opgericht. Studenten moeten daardoor eenvoudiger een kamer in het buitenland kunnen vinden. Daarnaast wil het non-profit platform meer diensten aanbieden, zoals bemiddeling bij taalcursussen en het leggen van contact tussen studenten en potentiële werkgevers. Network Cum Laude (NCL) is niet

alleen bedoeld voor studentenhuisvesters, maar ook voor onderwijsinstellingen en dienstverleners. Op die manier kunnen de verschillende partijen kennis met elkaar uitwisselen. Directeur Jan Benschop van Duwo, met meer dan 27.000 woningen de grootste studentenhuisvester in Nederland, hoopt dat hij zo meer inzicht krijgt in de ontwikkelingen van internationale mobiliteitsstromen en de wensen van buitenlandse studenten.  (EH)

Belang ‘transnational education’ voor VK neemt toe Ruim een derde van de internationale studenten in het Verenigd Koninkrijk wordt geworven door middel van ­transnational education. Vooral Chinese studenten kiezen steeds vaker voor een opleiding aan een Britse instelling in de eigen regio, aangevuld met een korte studietijd in het VK. Dat blijkt uit onderzoek van de Higher Education Funding Council for England (HEFCE). Tussen 2009 en 2012 groeide de instroom uit transnational

education met 21 procent. Het Britse ministerie voor Business Innovation & Skills schat dat trans­ national education in 2012/13 zo’n £ 496 miljoen (€ 627 miljoen) opleverde, circa 11 procent van de totale inkomsten uit onderwijs aan internationale studenten. Britse instellingen bieden een kleine drieduizend opleidingen aan op 63 campussen in het buitenland. Bij 40 procent van de opleidingen is sprake van afstandsonderwijs.  (RA)


7

Maar een verplichte taalcursus kan belemmerend zijn bij het werven van buitenlandse studenten, denkt Bussemaker. "Zij komen juist ook naar Nederland omdat we een groot aanbod aan Engelstalig onderwijs hebben.” De PvdA verzocht de minister een ambitieuze onderwijsbrede internationaliseringsagenda op te stellen. Hoewel Bussemaker het met de partij eens is dat er in het basis- en voortgezet onderwijs ook veel speelt, wil zij eerst de reeds geformuleerde actiepunten voor het hoger onderwijs en het mbo uitvoeren. De Onderwijsraad brengt in het najaar een advies uit over internationalisering in de hele onderwijskolom. Daarna komt het kabinet op dit onderwerp terug, beloofde Bussemaker.  (AZ)

Minister Bussemaker in gesprek

Foto: Siese Veenstra / Hollandse Hoogte

met studenten.

Verdeling beurzen binnenkort bekend in kansen op een baan”, adviseerde hij de minister. “Dan is er sprake van een win-win-situatie.” Ook Bussemaker zou graag zien dat buitenlandse studenten het Nederlands gaan beheersen. Daarom komt er voor de zomer een serious game, als online kennismaking met de taal, en een portal die verwijst naar cursussen Nederlands. Samen met u ­ niversiteiten en hogescholen wil de minister bekijken of er nog meer moet gebeuren.

punt @puntavans

Buitenlandse studenten: ‘Echt niet dat ik op een fiets ga zitten’ http://bit.ly/12983zd freddy weima @freddyweima

Een hele eer: #MakeitinNL gepresenteerd voor de coördinatoren vd human capital agendas #topsectoren. Maar het heilige vuur ontbrak daar wat

cv

u -b e r z

en

Op 16 februari wordt bekend hoeveel beurzen er komend studiejaar per universiteit en hogeschool beschikbaar zijn in het kader van het nieuwe Holland Scholarship-programma. In totaal krijgen 768 studenten van buiten de EU een bedrag van 5.000 euro als tegemoetkoming voor een opleiding in Nederland. Een even groot aantal Nederlanders ontvangt 1.250 euro voor een studieperiode in het buitenland. Minister Bussemaker kondigde het beurzenprogramma aan in haar visiebrief over internationalisering en kwam daarmee tegemoet aan een grote wens van hogescholen en universiteiten. Die nemen de helft van de beurs­bedragen voor hun rekening en mogen de bursalen selecteren. In een debat over de visiebrief eind december vroeg de VVD aandacht voor het binden van buitenlandse studenten. VVD-Kamerlid Duisenberg pleitte voor een standaard basiscursus Nederlands. Tevergeefs had hij geprobeerd MBA-studenten, die hij lesgaf, bij zijn middelgrote bedrijf te krijgen. Vanwege de taal was dat mislukt. Toch twijfelde Duisenberg zelf over het verbinden van sancties aan het niet voltooien van zo’n taalcursus, zoals het wegsturen van de student. “Maak het aanbod net iets minder vrijblijvend dan nu en presenteer het als een investering

beurs

deadline

start studie/ onderzoek

Tsjechië, zomerbeurs

6 mrt

jul

Duitsland, kort onderzoek

15 mrt (DAAD), 20 mrt (EP-Nuffic)

vanaf aug

Hongarije, studie / onderzoek 15 mrt

vanaf sep

Hongarije, zomerbeurs

15 mrt

jul / aug

Polen, zomerbeurs

15 mrt

jul / aug

Griekenland, studie / onderzoek

15 apr

sep

Griekenland, zomerbeurs

15 apr

jul / aug

Rusland, studie / onderzoek

20 apr

dec

Rusland, zomerbeurs

7 mei

jul februari 2015 | transfer


8

nieuws

EP-Nuffic voortvarend van start

Foto: Henriëtte Guest

De Nuffic en het Europees Platform hebben sinds het begin van het dit jaar een nieuwe organisatie gevormd voor internationalisering in het onderwijs: EP-Nuffic. De organisatie moet een huis worden dat expertise aanbiedt aan het hele onderwijsveld. “Het is een grote operatie, die voorspoedig verloopt”, zegt EP-Nuffic-directeur Freddy Weima. De fusie kan beide partijen voordelen brengen. “Internationale activiteiten voor het primair en

voortgezet onderwijs, zoals het Europees Platform die stimuleert, werken uiteindelijk door bij hogescholen en universiteiten”, zegt Weima. “Wie al tweetalig onderwijs heeft gehad op school, plukt daar later bij een universitaire studie de vruchten van. De organisaties sluiten op elkaar aan.” Toch zullen binnen de gefuseerde organisatie de sectoren herkenbaar blijven. “Dat moet ook, “ vindt Weima. “Veel programma’s zijn alleen op middelbare scholen of op universiteiten gericht. Het zou onnodig ingewikkeld worden als we alles bij elkaar zouden brengen.” In werkwijze zijn er verschillen tussen Nuffic en Europees Platform. “Het EP kent meer een traditie van vraaggericht werken. Men is gewend direct te reageren op vragen die van scholen komen. De Nuffic werkt met grote instituten, vaak meer langs grote lijnen.” Voor het moment verandert er in de dienstverlening voor het hoger onderwijs weinig, maar Weima hoopt dat de fusie uiteindelijk voordelen zal opleveren. “De wisselwerking met het EP kan gunstig uitpakken, we gaan zeker ook in het hoger onderwijs meer vraag­ gericht werken, de instellingen kunnen daar uiteindelijk van profiteren.”  (RR)

Finland en Noorwegen blijven nog ‘gratis’ voor niet-EU-student Studenten van buiten Europa hoeven voorlopig nog geen collegegeld te betalen in Noorwegen en Finland. In beide landen had de regering plannen om een eind te maken aan het gratis hoger onderwijs voor deze groep studenten, maar die zijn van de baan. Binnen de Finse regering was er volgens de grootste krant van Finland geen consensus over de invoering van collegegeld. De hoogte daarvan zouden universiteiten zelf mogen bepalen, met een minimum van minstens 4.000 euro per jaar voor opleidingen in een andere taal dan het Fins of Zweeds. In 2013 stonden circa 20.000 internationale studenten ingeschreven in Finland. Daarvan komt 77 procent (zo’n 15.000 studenten) van buiten de Europese Unie, met

februari 2015 | transfer

Rusland en China als grootste leveranciers. De Noorse regering zag af van het invoeren van collegegeld nadat zij overeenstemming met de oppositie bereikte over het verhogen van het budget voor hogeronderwijsinstellingen. Naar schatting zou 10 procent van de circa 19.000 buitenlandse studenten gemiddeld 11.000 euro per jaar moeten betalen voor een opleiding in Noorwegen, meldt University World News. Denemarken en Zweden kennen al enkele jaren college­geld voor studenten van buiten de EU. Het aantal aanmeldingen daalde daardoor in eerste instantie fors. In Zweden in het eerste jaar zelfs met negentig procent.  (EH/AZ)


Foto: Bernd Weissbrod/dpa/Hollandse Hoogte

9

Universiteit van Straatsburg.

Alumni Frankrijk blijven brie en bordeaux kopen Buitenlandse studenten leveren de Franse schatkist jaarlijks zo’n 1,6 miljard euro op. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Campus France. Ook als alumni Frankrijk alweer hebben verlaten, blijft het land van ze profiteren. Bijvoorbeeld omdat 73 procent meer geneigd is om Franse levensmiddelen te kopen. Na de VS en het VK is Frankrijk de populairste studiebestemming ter wereld. Vorig studiejaar volgden zo’n 296.000 buitenlandse studenten er een opleiding; een toename van 11 procent in vijf jaar. De grootste groep

(43 procent) was afkomstig uit Afrika, 26 procent uit Europa en 19 procent uit Azië. Wat deze studenten het land opleveren werd nooit eerder in kaart gebracht. Onderzoek onder een representatieve groep van 4.200 studenten wijst uit dat zij gemiddeld 22 maanden in Frankrijk verblijven. In die periode geven zij maandelijks 920 euro uit, waarvan 40 procent aan woonruimte en 26 procent aan eten. Hun uitgaven gedurende het hele studieverblijf komen naar schatting uit op gemiddeld 23.000 euro – een bedrag waar

hun ouders vaak meer dan anderhalf jaar voor moeten werken. Ruim vier op de vijf studenten ervaart dit als een zware last, maar 70 procent vindt zijn studieverblijf uiteindelijk het geld wel waard. De totale opbrengst van buitenlandse studenten bedraagt volgens het onderzoek 4,65 miljard euro per jaar. Daar zijn collegegelden in meegerekend, maar ook tickets voor internationale vluchten met Franse maatschappijen en uitgaven van bezoekende familieleden en bekenden. Omdat Frankrijk jaarlijks zo’n 3 miljard kwijt is aan buitenlandse studenten, via onder meer de bekostiging van het hoger onderwijs en beurzen, blijft er netto ongeveer 1,65 miljard over. Een meerderheid verwacht na afloop van de studie Franse producten te blijven aanschaffen, contact te onderhouden met bedrijven uit Frankrijk of op vakantie te gaan in het land. Ook zijn de meeste alumni meer geneigd om anderen een (studie)verblijf of investering in het land aanraden. Zo profiteert Frankrijk ook naderhand nog. Eind november werd het France Alumni-netwerk gelanceerd om de banden met oud-studenten in het buitenland te versterken. De Nuffic leverde input voor het ontwikkelen van dit online platform.  (AZ)

enda ag

datum

organisator

evenement

locatie

meer informatie

12 mrt

EP-Nuffic

jaarcongres

Den Haag

www.nuffic.nl/jaarcongres

9 en 10 apr

EP-Nuffic

Oriëntatiecursus internationalisering

Den Haag

www.nuffic.nl/cursussen

16 en 17 apr

EURASHE

Annual Conference

Lissabon

www.eurashe.eu/events

16 en 17 apr

EUA

Annual Conference

Antwerpen

www.eua.be/events

februari 2015 | transfer


10

opinie

‘Meerwaarde fusie moet in de praktijk blijken’

Foto: Jan Luursema

Per 1 januari zijn de Nuffic en het Europees Platform (EP) gefuseerd. De nieuwe organisatie kan de internationalisering van basisonderwijs tot universiteit bevorderen, is het idee. De theorie klinkt goed, vindt Els van der Werf. Maar de meerwaarde moet in de praktijk blijken. ”Het zat er al een tijdje aan te komen natuurlijk. De aankondiging dat Nuffic en EP zouden fuseren was voor mij geen verrassing. Ik heb me zelfs laten vertellen dat er nog meer fusies in de pijplijn zitten, met instellingen die zich bezighouden met internationalisering. Voor het overzicht lijkt deze fusie me in ieder geval goed. Zeker van een afstandje is het logisch als alles wat met internationalisering van het onderwijs te maken heeft, bij één instantie wordt ondergebracht. Maar dat overzicht ontstaat niet vanzelf. De vergelijking met de invoering van Erasmus+ dringt zich aan mij op. Anders dan het voorgaande programma, is Erasmus+ niet alleen op hoger onderwijs gericht, maar op de hele onderwijskolom – én op jeugd

februari 2015 | transfer

en sport. Ik ken de sector en ben goed ingevoerd in het Europese hogeronderwijsbeleid. Maar Erasmus+ is inmiddels zo’n groot programma, dat ik het spoor geregeld bijster ben tussen alle Brusselse communiqués.

“Onze werelden bleken toch wel erg verschillend – en we hadden het al druk genoeg met onze eigen besognes” Door verschillende sectoren vanuit één loket te bedienen, zou het gemakkelijker worden om aan doorlopende leerlijnen te werken en de onderwijskwaliteit te verbeteren. Dat idee zat achter de invoering van Erasmus+, en zulke geluiden hoor je nu ook over de fusie van Nuffic en EP. De theorie klinkt goed: als we van basisschool tot universiteit gecoördineerd aan internationalisering werken, gaan er meer studenten naar het buitenland en leren ze daar meer van. Maar de praktijk? Op het hbo krijgen wij studenten binnen van roc’s, havo’s en vwo’s. Ook op heel basale onderwerpen lopen hun kennis en vaardigheden al enorm

uiteen, dus zijn we voortdurend bezig aansluitingsproblemen op te lossen. Internationalisering heeft daarbij, hoe jammer ook, geen prioriteit. Een paar jaar geleden hebben wij hier in Groningen een aantal bijeenkomsten gehad met internationaliseerders van de roc’s, het hbo en de universiteit. Misschien kunnen we wat van elkaar leren, dachten we. Het waren zeker leuke bijeenkomsten, maar we zagen niet genoeg aanknopingspunten om bij elkaar te blijven komen. Onze werelden bleken toch wel erg verschillend – en we hadden het al druk genoeg met onze eigen besognes. Kort en goed: het is mooi als het internationaliseringswereldje door de fusie van Nuffic en EP overzichtelijker wordt en het is prima als er dingen efficiënter kunnen. Maar of er met doorlopende leerlijnen veel winst te behalen valt, moet ik nog bezien. Ik vermoed dat de sectoren zelf niet zo snel met spectaculaire plannen zullen komen. De bal ligt bij EP-Nuffic, denk ik. Ik laat me graag verrassen!

els van der werf Els van der Werf is senior adviseur internationalisering aan de Hanzehogeschool en Bologna-expert.


11

Foto: Herman Wouters/HH

zuid-afrika

nederland helpt meer promovendi te vinden

Zuid-Afrika zet fors in op hoger onderwijs Universiteiten in Zuid-Afrika worstelen nog altijd met de erfenis van het apartheidsregime. In 2013 lanceerde de regering een ambitieuze onderwijsagenda om met de problemen af te rekenen. Diverse Nederlandse universiteiten zijn daarbij intussen betrokken. “We moeten anders gaan werven, via zwarte netwerken.” Vanuit de lucht zien ze eruit als een eindeloos mozaïek van kleine huisjes: de townships in Zuid-Afrika. Een overblijfsel uit de tijd dat de zwarte bevolking daar werd weggestopt. Tegenwoordig wordt er gebouwd, worden wegen aangelegd en opleidingen gestart. Veel wijken bruisen van activiteit. Middenin die townships staan de hogescholen waar de Universiteit Maastricht (UM) hielp met capaciteitsopbouw bij paramedische opleidingen en gezondheidseducatie. “We begonnen

vlak na de apartheid. Die instellingen werden gerund door idealistische blanken. Zij moesten vertrekken, vanwege positieve discriminatie van de zwarte bevolking”, zegt Han Aarts van Mundo, het centrum voor internationale samenwerking van de UM. “Het was vechten om goede zwarte docenten.” Na het einde van de apartheid in 1990 kreeg ook het hoger onderwijs met een grote omwenteling te maken. Aarts: “Alles moest overhoop, want

februari 2015 | transfer


12

voor zwarte jongeren was het onmogelijk op een blanke universiteit te komen. De sfeer onder zwarte studenten was kritisch: nu zijn wij aan de beurt.” Zuid-Afrika heeft z’n topuniversiteiten, maar gelijkwaardige deelname van zwarte en blanke studenten is er nog lang niet. Drie gerenommeerde universiteiten zitten in de Kaapregio: de University of Capetown (oorspronkelijk Brits), Stellenbosch University (lange tijd alleen voor blanke Afrikaanders) en de University of the Western Cape, die zich ontwikkelde van een kleurlingenuniversiteit tot een gemêleerde. Hoog aangeschreven staan ook de Wits University in Johannesburg, de University of Kwazulu-Natal in Durban en de kleinere Rhodes University.

cirkel: wie een beetje geld heeft, stuurt zijn kind naar een duurdere particuliere school.

Vergrijzing

Naast het onderwijs vinden betrokkenen ook het onderzoek op veel universiteiten onder de maat. Er zijn te weinig goede wetenschappers. Ton Dietz, directeur van het Afrika-Studiecentrum in Leiden, wijst op de vergrijzing onder hoogleraren. “Veel wetenschappers zijn boven de zestig, maar voor hen is geen vervanging. Het kan over tien jaar in elkaar storten, lees je in beleidsrapporten.” De staf op veel universiteiten bestaat bovendien uit migranten. Ze komen uit Zimbabwe, Ghana of Botswana. “Ze worden binnengehaald om les te geven Witte suprematie en dat is ook het enige wat ze mogen”, zegt Dietz. “Ze In de jaren negentig maakte de Zuid-Afrikaanse worden niet gestimuleerd om te publiceren. Dan komt regering zich sterk om tweederangs universiteiten je wetenschappelijk onderzoek niet verder.” op te krikken. Soms lukte dat, De Zuid-Afrikaanse regering is maar vooral veel hogescholen zich bewust van de problemen en “Zet in op de op het platteland hebben de stap lanceerde in 2013 een ambitieuze topuniversiteiten en laat niet kunnen maken. En het aantal onderwijsagenda. De regering wil die de andere helpen, daar het aantal promovendi tussen nu en zwarte studenten is weliswaar liggen mogelijkheden” gegroeid, maar veel minder dan de 2030 verdrievoudigen. Bij de scholing van promovendi komt opnieuw bedoeling was. Volgens de Council het buitenland in beeld. Verscheidene for Higher Education (CHE) haakt Nederlandse universiteiten zijn al meer dan de helft van de zwarte betrokken. De Vrije Universiteit Amsterdam (VU) studenten aan universiteiten voortijdig af. werkt bijvoorbeeld mee aan de opleiding van promoXolela Mangcu is als hoofddocent sociologie aan de vendi en masters via programma’s als SAVUSA. University of Cape Town met zijn zwarte huidskleur een uitzondering. Tegenover The New York Times Not done beklaagde hij zich in oktober over de ‘witte suprematie’ die nog steeds op veel universiteiten zou Maar het werven van vooral zwarte promovendi heersen. “De docenten zijn blank, in het curriculum gaat niet zo gemakkelijk. Ton Dietz herinnert zich de gaat het om westerse denkwijzen”, aldus Mangcu. discussies over het niveau van zwarte studenten in Op sommige instellingen zijn afbeeldingen te zien de periode vlak na de afschaffing van de apartheid. van rijke blanken, terwijl zwarten als wilden worden “Natuurlijk wilden we meer mensen betrekken. Maar neergezet, een erfenis van de apartheid. De moderne de kwaliteit was laag en het was lange tijd not done cultuur en denkwijzen vanuit zwart Afrika komen daar iets over te zeggen.” nog veel te weinig aan bod, de universiteiten kunnen Ook de werving voor het Desmond Tutu Training veel meer doen om de studie van zwarte jongeren een Programme voor promovendi gaat niet vanzelf, vertelt succes te maken, vindt Mangcu. Frans Kamsteeg van de VU. “In de laatste ronde De hoge uitval onder zwarte jongeren op Zuidwaren 21 mensen geselecteerd, maar van hen vielen Afrikaanse universiteiten komt ook doordat het opener veel af. Uiteindelijk werden het bijna allemaal bare basisonderwijs slecht is. Studenten komen slecht blanke studenten. Het is terecht streng te zijn, maar voorbereid op de universiteit, ze moeten financieel we moeten ook op een andere manier, via zwarte bijdragen aan het levensonderhoud van hun familie of netwerken, gaan zoeken.” hebben een probleem met de taal op de universiteit. Tegenover de moeizame vooruitgang staan ook Er wordt weinig geïnvesteerd in leerkrachten voor het succesverhalen, zoals dat van de University of the basisonderwijs. Door de slechte reputatie willen er Western Cape in een voorstad van Kaapstad. Deze ook maar weinig mensen werken. Het is een vicieuze universiteit werd in de jaren zestig opgericht voor

februari 2015 | transfer


13

kleurlingen. In de jaren negentig zette ze de deuren wijd open voor zwarte achterstandsstudenten. “Zij is erin geslaagd academisch te groeien en goede studenten aan te trekken”, zegt Kamsteeg. “De leiding heeft zich er sterk voor gemaakt en door banden met regeringspartij ANC hebben ze geld losgekregen. Die universiteit zit enorm in de lift.” De afstand tussen de betere universiteiten en de mindere is enorm. Toch ligt daar, paradoxaal genoeg, misschien de oplossing. Ton Dietz: “Zet in op de topuniversiteiten en laat die de andere helpen. Daar liggen mogelijkheden. En door samenwerking met het buitenland kunnen er snel meer promovendi komen.” Zuid-Afrikaanse ouders sturen hun kinderen vaak naar Maleisië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. En soms naar Nederland. Het nieuwe Neso-kantoor in Zuid-Afrika kan die samenwerking versterken.

Uitwisseling Stellenbosch en Maastricht Al vijftien jaar werkt de Universiteit Maastricht (UM) samen met de University of Stellenbosch Business School, zo’n vijftig kilometer van Kaapstad. “Al onze studenten moeten verplicht naar het buitenland en Stellenbosch zit in de topvijf van populairste bestemmingen. Ze gaan er één semester naartoe en krijgen dan Engelstalig onderwijs. Stellenbosch is zo populair, ik zou een heel vliegtuig kunnen sturen”, lacht Lyan Ploumen, directeur International Relations Office van de School of Business and Economics van de UM. Zij is tevreden over de samenwerking. “Het is een echte business school. Vanuit Zuid-Afrika is er een enorm commitment. En onze studenten dragen bij aan de international classroom in Zuid-Afrika.” De afkomst van Zuid-Afrikaanse studenten die naar Nederland komen, varieert. Stellenbosch is een tradi-

els heuts en ralph rozema

tioneel witte universiteit, maar aan de uitwisseling doen blanke en zwarte studenten mee. “En we doen meer dan uitwisseling alleen”, zegt Ploumen. “We hebben waardevolle stafcontacten op alle niveaus. Zuid-Afrika is een aantrekkelijke bestemming. Goed onderwijs op topuniversiteiten. Die samenwerking zal alleen maar toenemen.”  (EH/RR)

Op stage in het Krugerpark in september ook de eerste studenten deze kant op. Diergeneeskunde in Utrecht werkt op facultair niveau samen met de University of Pretoria. Ze doen onder Foto: Sabrina Luthjens / Making Waves

meer gezamenlijk onderzoek. Zuid-Afrikaanse onderzoekers zijn in Nederland gepromoveerd. “Pretoria is gespecialiseerd in aandoeningen die hier niet meer voorkomen. En heeft toegang tot dierpopulaties die wij hier nauwelijks kennen”, vertelt Van der Maazen. De faculteit in Zuid-Afrika is nog grotendeels blank, net zoals het beroep van dierenarts. Van der Maazen: “De Zuid-Afrikanen hebben veel moeite om zwarte studenten te rekruteren, maar moeten wel bepaalde Onderzoek doen in het Wildlife Research Center tus-

quota halen. We kijken nu ook in hoeverre we samen

sen de leeuwen en antilopen in het Zuid-Afrikaanse

specialisten kunnen opleiden, mensen die al afgestu-

Krugerpark. Het is een droom die voor sommige

deerd zijn als dierenarts. We gebruiken hier technie-

studenten zomaar kan uitkomen. “De onderzoeks-

ken die daar niet worden toegepast. De interesse is er

stages zijn populair”, zegt Hellen van der Maazen van

aan beide kanten. Het Neso-kantoor zou hier kunnen

Diergeneeskunde in Utrecht. Waarschijnlijk komen

ondersteunen.”  (EH/RR)

februari 2015 | transfer


14

zuid-afrika

nieuwe neso-directeur samia chasi:

‘Kantoor Zuid-Afrika moe op matchmaking’

februari 2015 | transfer


15

et gaan drijven EP-Nuffic bouwt de komende twee jaar een Neso-kantoor op in Zuid-Afrika. De nieuwe vestiging gaat studentenuitwisseling bevorderen en wil de samenwerking tussen Nederlandse en Zuid-Afrikaanse onderwijsinstellingen verbeteren. Transfer sprak met de kersverse Neso-directeur Samia Chasi.

Foto: iStock

“Zuid-Afrika heeft meer goed opgeleiden nodig.” Ze heeft zich nét geïnstalleerd in een kantoor op de is het laatste waar het land behoefte aan heeft, weet Nederlandse ambassade in Pretoria. Samia Chasi, de Chasi. “Zuid-Afrika heeft in het verleden al veel te directeur van de pas opgerichte Nuffic Neso Zuidveel hoger opgeleiden verloren aan het buitenland, Afrika, stuitert van ambitie en werklust. “Mijn terwijl het sinds de val van het apartheidsregime kantoor is nog helemaal leeg”, vertelt ze via een hol enorme ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Verdere klinkende Skype-verbinding. “Ik ga er gauw voor braindrain willen ze hier koste wat kost voorkomen. zorgen dat het er hier als een Neso-vestiging uit Er zijn juist méér goed opgeleiden nodig.” gaat zien, en dan meteen aan de slag. Er liggen hier Van de kaart geveegd enorme mogelijkheden voor Nederlandse onderwijsSinds Nelson Mandela begin jaren negentig een histoinstellingen.” rische omwenteling in Zuid-Afrika in gang zette, De komende twee jaar heeft EP-Nuffic de kans om in is het land enorm in beweging. Ook het onderwijs­ Zuid-Afrika een Neso-kantoor op te zetten. Dankzij systeem ging op de schop. Een groot aantal tech­ D66 is twee miljoen euro extra vrijgekomen voor nikons, instellingen voor hoger beroepsonderwijs, positionering van het Nederlandse hoger onderwijs werd van de ene op de andere dag samengevoegd met in het buitenland – onder meer te besteden aan Nesoen omgedoopt tot universiteiten. vestigingen in nieuwe, opkomende Het middelbaar beroepsonderwijs onderwijsmarkten. Zuid-Afrika “In Zuid-Afrika wordt werd van de kaart geveegd – dat is nu aan de beurt, Turkije volgt jong talent onvoldoende voldeed niet aan de kwaliteitseisen. snel. Na de opstartfase van twee begeleid. Op dat Chasi: “Maar van het opzetten van jaar moeten de kantoren zichzelf gebied heeft Nederland nieuwe opleidingen heeft men kunnen bedruipen. Samia Chasi: veel te bieden.” onvoldoende kaas gegeten. Omdat “Het wordt een drukke tijd, maar veel ervaren onderzoekers bovenik heb er veel vertrouwen in dat dien zijn vertrokken, ontbreekt het we hier een permanente Nesosimpelweg aan begeleiding van jong vestiging kunnen openen.” talent. Op dat terrein heeft Nederland veel te bieden. Anders dan vanuit de andere Neso-vestigingen gaat En daar komt de Neso in beeld.” EP-Nuffic zich in Zuid-Afrika niet primair richten Matchmaking, dat is waar de nieuwe Neso-vestiging op studentenwerving. In plaats daarvan zal worden zich op zal richten. Klassieke capaciteitsopbouw is ingezet op uitwisseling van studenten en op samendus niet het doel, benadrukt Samia Chasi. “Een deel werking tussen Nederlandse en Zuid-Afrikaanse van de projecten kan met Nederlands geld worden instellingen. Het ‘afromen’ van de studentenmarkt

februari 2015 | transfer


16

Het gezicht van Nuffic Neso Zuid-Afrika: Samia Chasi Als kind van een Duitse moeder en een Soedanese vader groeide Samia Chasi (1973) op in Rostock, voormalig Oost-Duitsland. Ze werkte als Erasmuscoördinator aan de universiteit van Rostock en als ambtenaar op het Erasmusbureau van de Europese Commissie in Brussel. Sinds 2000 werkte ze in ZuidAfrika als internationaliseerder aan North-West University, als hoofd van de Deutsche Akademische Austausch Dienst (DAAD) voor zuidelijk Afrika en als hoofd internationalisering aan de universiteit van Witwatersrand. Naast haar aanstelling aan ‘Wits’ was ze bestuurslid van de Zuid-Afrikaanse vereniging voor internationalisering van het hoger onderwijs; deze functie zal ze blijven vervullen.  (RA)

gefinancierd. Maar in Zuid-Afrika zelf is ook geld beschikbaar. De NRF, de nationale wetenschaps­ organisatie, stelt budget beschikbaar om universitair docenten op te leiden en vraagt daarbij nadrukkelijk om expertise uit het buitenland. En ook in het bedrijfsleven, onder meer bij de landelijke sector­ organisaties voor training en scholing, ligt geld op de plank.”

Turbulente ontwikkelingen Niet alleen Nederlandse universiteiten, maar ook hbo- en mbo-scholen kunnen hun kennis en ervaring goed verkopen, als ze weten waar ze moeten aankloppen. Daar is de kersverse Chief Representative Officer van de Neso van overtuigd. “Het is aan de Neso om die partijen met elkaar in contact te brengen. Op termijn is dergelijke matchmaking de kurk waarop ons kantoor zal moeten drijven. We verwachten dat we voor onze hulp bij het tot stand brengen van projecten in de toekomst een fee kunnen vragen.” Intussen is er ook voor de Nederlandse instellingen in Zuid-Afrika veel te halen, benadrukt Chasi. Niet voor niets ontwikkelt het land zich tot een ‘international education hub’, en trekt het studenten uit heel zuidelijk Afrika én daarbuiten aan. Naast een aantal gerenommeerde universiteiten, die in alle internationale rankings opduiken, heeft Zuid-Afrika een aantal ‘previously disadvantaged’ instellingen. Het zijn de universiteiten waar in het verleden uitsluitend

februari 2015 | transfer

‘non-whites’ werden opgeleid en die slecht stonden aangeschreven, maar waarvan sommige de afgelopen decennia turbulente ontwikkelingen hebben doorgemaakt. Chasi: “Wij gaan ons best doen om de mogelijkheden voor samenwerking in kaart te brengen, en Nederlandse en Zuid-Afrikaanse instellingen gericht bij elkaar te brengen.” Maar de Neso zal zich niet uitsluitend richten op onderwijssamenwerking. In de plannen die EP-Nuffic maakte, en waarover nauw overleg was met de ministeries van Buitenlandse Zaken en Economische Zaken, staan ook de economische sectoren aangeduid waarin verdere toenadering tussen beide landen mogelijk is: energie, landbouw en water. Zuid-Afrikaanse bedrijven in die sectoren zitten te springen om goed gekwalificeerd personeel. Vanuit de Neso zal worden gezocht naar mogelijkheden om naast onderwijsinstellingen ook het bedrijfsleven in die behoefte te laten voorzien. Zo kunnen in Zuid-Afrika stappen worden gezet naar capaciteitsopbouw nieuwe stijl – waarbij hulp en handel samengaan, en het bedrijfsleven een belangrijke rol speelt. Alsof dat allemaal nog niet ambitieus genoeg is, wil Samia Chasi ook werken aan een levendig netwerk van Holland-alumni in Zuid-Afrika. In augustus 2014, enkele maanden voor haar aanstelling bij de Neso, werd een vereniging opgericht. Die moet jaarlijks diverse activiteiten gaan organiseren en haar netwerk steeds verder uitbreiden. Het doel: de band van de alumni met Nederland


countries

MALIA

ELENA

SOUTH AFRICA COLOMBIA

ST KITTS & NEVIS COTE D' IVOIRE

ZILAND

ZANIA

DNIESTER A UBLIC

ENISTAN

DAHOMEY

ECUADOR 1

ERITREA

FINLAND

SWEDEN

TATARSTAN

TRANSKEI

TUVA

17

countries COMOROS

CONGO-BRAZZAVILLE

versterken en stimuleren dat ze als ambassadeurs optreden. De belangstelling daarvoor is groot, merkte EP-Nuffic-medewerker Suzanne Körmeling, CISKEI CRIMEA CHUVASHIA CROATIA CUBA COCOS ISLANDS die vanuit Den Haag de aanzet gaf voor de oprichting. “Veel alumni zijn dankbaar dat ze in Nederland hebben kunnen studeren, vaak op basis van een NFP-beurs. Zij willen iets terugdoen voor Nederland, en de kennis die ze hier hebben opgedaan verder DENMARKCOOK ISLANDS DJIBOUTI COSTA RICA 1 DOMINICA COSTA RICA 2 verspreiden.” In die toenadering, die hernieuwde kennismaking van twee landen, schuilt een belangrijk deel van Chasi’s motivatie. “Nederland en Zuid-Afrika hebben zo’n rijk gezamenlijk verleden, en lijken ECUADOR 2 CYPRUS

EGYPTCZECH REPUBLICEL SALVADORDAGHESTAN 1

DOMINICAN-REPUBLIC 1ETHIOPIA DOMINICAN-REPUBLIC 2 ISLANDS EAST AFRICAN ESTONIA FALKLAND COMMUNITY

daardoor in belangrijke opzichten op elkaar. Wie in het Nederlandse hoger onderwijs werkt, zal heel veel herkennen in het Zuid-Afrikaanse COLOMBIA COMOROS CONGO-BRAZZAVILLE hoger onderwijs. Tegelijkertijd zijn de samen­ levingen enorm verschillend en worstelen ze met volstrekt verschillende problemen. De oprichting van deze Neso biedt een geweldige mogelijkheid om de relatie tussen de landen COTE D' IVOIRE CRIMEA CROATIA opnieuw vorm te geven, en de landen van elkaar te laten leren. Die kans moeten we met beide handen aangrijpen!”

ralph aarnout

CONGO-KINSHASA

CUBA

DAHOMEY

DENMARK

DJIBOUTI

DOMINICA

ECUADOR 1

ECUADOR 2

EGYPT

EL SALVADOR 1

ETHIOPIA

FALKLAND ISLANDS

Wat doen onze buren in Zuid-Afrika? EQUATORIAL GUINEA FRANCE EL SALVADOR 2FRENCH GUIANAENGLAND FRENCH POLYNESIA

De British

Council

Afrika de promotie van het Britse hoger onderwijs, taalcurFALKLAND

ERITREA

De Deutsche Akademische Austausch Dienst

(BC) verzorgt in Zuid-

AB EMIRATESGAMBIA UNITED KINGDOM GAZAN KULA GEORGIA ISLANDS_CIVIL UBAI sussen en -certificaten. Ook voert de

(DAAD) verstrekt jaarlijks honderden FAROES FIJI FINLAND GERMANY beurzen voor kort studieverblijf, stu-

ESTONIA

Campus France (CF)

verstrekt jaarlijks 150 tot tweehonderd beurzen aan Zuid-Afrikaanse studenten om in FRANCE FRENCH GUIANA FRENCH POLYNESIA Frankrijk te studeren, veelal voor

BC programma’s voor capaciteitsop-

diebezoeken en traineeships in

masteropleidingen. Ook probeert CF

bouw uit, onder meer in opdracht

Duitsland. Daarnaast zijn enkele tien-

uitwisselingsprogramma’s op te zet-

van de British Aid Agency.

tallen beurzen beschikbaar voor Zuid-

ten. Maar dat is lastig, merkt univer-

Curriculumontwikkeling staat daarbij

Afrikaanse studenten om in eigen

sity cooperation officer Chrisna

land te studeren. Ook stelt de DAAD

Bekker. “Voor de meeste Zuid-

onderwijs is volop gaande”, licht Jean

jaarlijks ongeveer vierhonderd Duitse

Afrikaanse studenten is studeren in

September, plaatsvervangend hoofd

wetenschappers in staat om voor

Europa onbetaalbaar, daar lopen veel

van de BC-vestiging, toe. De belang-

korte of langere tijd in Zuid-Afrika te

programma’s op stuk.” Onlangs

rijkste uitdagingen zijn volgens haar:

werken aan onderwijs en onderzoek.

nodigde CF nog acht Franse universi-

FRENCH SOUTHERN GUADELOUPE GABON KINGDOM GREENLAND UNITED KINGDOM GRENADA centraal. “De hervorming & ANTARTICvan LANDhet FLT AUX ROYAL MARITIME

KISTAN

CONGO-KINSHASA

GHANA GUINEA zorgen GUYANA VANUATUdat GUINEA-BISSAU opleidingen aansluiten op GIBRALTAR

GAGAUZIA

GUAM

De

HAITI 1 focus

GREECE

GAMBIA

GREENLAND

ligt op bètawetenschappen.

GAZAN KULA

GEORGIA

GRENADA GUADELOUPE teiten uit voor een kennismakingsbe-

de arbeidsmarkt en dat studenten

“Wij investeren fors in capaciteitsop-

zoek aan Zuid-Afrika. Er waren oriën-

opleidingen ook echt afronden. Er is

bouw, maar zien ook volop mogelijk-

terende gesprekken met lokale instel-

voldoende geld beschikbaar voor

heden om vooruitstrevend onderzoek

lingen, maar die hebben nog niet tot

opleiding en scholing, aldus 1 aan September, maar hetGUATEMALA ontbreekt

te doen, onder meer op het gebied GUATEMALA 2van

GUERNSEY klimaatverandeGUINEA infectieziekten,

expertise. De British Council haalt

ring en astronomie”, aldus Philina

daarom onderwijsinstellingen en

Wittke, hoofd van plaatselijke DAAD-

bedrijven naar Zuid-Afrika om aan

vestiging.

GERMANY

GUAM

afspraken over samenwerking GUINEA-BISSAU geleid.  (RA)

GUYANA

HAITI 1

het onderwijs te helpen bouwen.

februari 2015 | transfer


18

zuid-afrika

diverse instellingen scherpen hun reisbeleid aan

Foto: Lorenzo Moscia/HH

Naar Afrika ondanks ebo

In Afrika heersen virussen zoals ebola, en de politieke situatie is op veel plaatsen onstabiel. Daarom is bij de Hogeschool van Amsterdam toestemming van het college van bestuur nodig voor alle reizen naar Afrika. Hoe gaan andere instellingen met deze kwestie om? “Zuid-Afrika is een levensgevaarlijk land; nergens is het aantal moorden, verkrachtingen, ontvoeringen zo hoog. (…) Nooit zou ik mijn kinderen toelaten daar stage te gaan lopen”, zo schreef ene Marc op de website van Folia, het platform van de Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Hij reageerde op een bericht, begin november, getiteld ‘HvA zet stop op stages en reizen naar Afrika’. Twee jaar lang mag slechts bij hoge uitzondering naar Afrika worden gereisd voor studie of stage, stond daarin. Het college van bestuur bepaalt voor wie er een uitzondering wordt gemaakt. Het verbod, volgens Folia ingesteld vanwege de uitbraak van virussen en politieke instabiliteit op het

februari 2015 | transfer

continent, deed veel stof opwaaien en leidde vooral tot onbegrip. In verschillende reacties werd opgemerkt dat Sierra Leone, de brandhaard van ebola, verder van Zuid-Afrika ligt dan van Nederland. Dan zou je stages in eigen land dus net zo goed kunnen verbieden. Kamerleden stelden vragen over de kwestie aan Onderwijsminister Bussemaker. Vond zij het terecht dat de HvA heel Afrika over een kam schoor en deden andere onderwijsinstellingen dat ook? Voor zover de minister wist, was dat laatste niet het geval. Een verbod op alle reizen naar het continent leek haar niet op zijn plaats, gezien de grote verschillen tussen regio’s en landen. Bussemaker beloofde contact te


19

ola onderhouden met de VSNU en VH over de ontwikkelingen. Haar advies aan instellingen: volg het reisadvies van Buitenlandse Zaken. In het opstellen van landelijke richtlijnen zag de minister niets.

Al snel nuanceerde de HvA het nieuws van Folia. Dat studenten en medewerkers voortaan toestemming van het college van bestuur moeten hebben, kwam voort uit recente reisplannen naar gebieden in Afrika waar veiligheid en gezondheid onvoldoende waren gewaarborgd. Voor vergelijkbare situaties elders op de wereld was de regeling eveneens van kracht, aldus de hogeschool. “De HvA voelt zich verantwoordelijk voor zijn studenten en medewerkers en neemt daarom het zekere voor het onzekere door een extra check in te bouwen.” Het college van bestuur baseert zich daarbij op onder meer adviezen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Folia inventariseerde na een maand de gevolgen van het nieuwe HvA-beleid. Slecht drie van de achttien aanvragen waren afgewezen. Een keer werd het grensgebied van Ethiopië te onveilig bevonden. Twee maal ging het om een reis naar Oeganda, waar begin oktober het Margburgvirus – verwant aan ebola – werd vastgesteld. Dat laatste was voor Windesheim reden om het eigen beleid aan te scherpen. Zeventien studenten van de hogeschool verbleven in Oeganda ten tijde van de uitbraak, in een aangrenzende regio. Hoewel een negatief reisadvies van Buitenlandse Zaken uitbleef, besloot Windesheim toch zijn studenten terug te roepen. Op rekening van de hogeschool, als hun verzekering de kosten niet zou vergoeden. Windesheim wilde een eventuele sluiting van de grenzen voor zijn. “Je weet niet hoe vlug het virus zich zal verspreiden”, verklaart adviseur internationalisering Peter Lindhoud.

Staatsgreep Uiteindelijk was de uitbraak van het Marburg-virus snel onder controle. De angst bij de studenten in Afrika was blijkbaar niet groot; slechts twee van de zeventien gaven gehoor gaven aan de oproep om terug te keren. “Je kunt studenten nooit dwingen”, zegt Lindhoud. “Maar als ze ons advies negeren, zijn

Foto: Mothalefi Mahlabe/South Photo/HH

Extra check

ze zelf verantwoordelijk, ook juridisch.” Inmiddels worden alle reisplannen van studenten ook centraal geregistreerd en is het overzicht van hun verblijfplaatsen dag en nacht bereikbaar voor verschillende medewerkers van de hogeschool. “Als ergens iets gebeurt, weten we binnen vijf minuten of daar een student van ons zit”, vertelt Lindhoud. Toen half december de bezoekers van een café in

februari 2015 | transfer


20

Extra beveiliging in Zuid-Afrika Maar liefst 222 studenten van Stenden gaan dit studiejaar naar ZuidAfrika. De campus in Port Alfred is een van de populairste bestem-

in de hoofdstad zou blijven. “Ze zit bij Nederlanders in huis en er is een Nederlandse opdrachtgever, een stichting uit Amersfoort.”

Proactief beleid

Het invullen van het formulier maakt studenten alert, merkt Lindhoud tot zijn verrassing. Afspraken over riculum in het buitenland kan worden gevolgd. eventuele haken en ogen worden schriftelijk vastgeStudenten hebben misschien iets meer vragen over de veiligheid legd en ondertekend. “Dan hebben wij onze verantin Zuid-Afrika, zegt Geertje Rienks van Stendens Student Mobility woordelijkheid genomen.” Centre. “Nu ook over ebola. Want Zuid-Afrika is toch Afrika, al komt De adviseur internationalisering categoriseert landen het virus daar niet voor. Criminaliteit in Zuid-Afrika is regelmatig in ‘in belangrijke mate’ op basis van het reisadvies van het nieuws, dus daarover krijgen we ook vragen.” Buitenlandse Zaken. Omdat staatsgrepen zich niet Veiligheid is een belangrijk aspect bij de voorbereiding van de laten voorspellen, houdt Lindhoud ook nauwlettend studenten op de reis. Maar de informatie die de studenten bij prenieuwszenders als CNN en Al Jazeera in de gaten. departure meetings krijgen, komt vooraf niet altijd over, merkt Rienks. Apart beleid voor Afrika vindt hij niet nodig. “Overal “Daarom worden de veiligheidsmaatregelen nogmaals besproken kan iets gebeuren”, weet de adviseur, die zelf een tijdens de introductieweek in Zuid-Afrika. Eenmaal daar ervaren stuperiode in Zambia woonde. “Maar gelukkig hebben denten dat de kloof tussen rijk en arm groot is, vooral tijdens onze onze studenten nog nooit met een grote internatiotownship-tour, en begrijpen ze beter waarom ze altijd in groepsvernale crisis te maken gehad.” band op pad moeten gaan.” De TU Delft gaat een stap verder dan Windesheim. De campus in Port Alfred heeft extra beveiliging: er staat een hek De universiteit voert, volgens Eileen Focke-Bakker, omheen en er is een beveiligingsteam, waarmee studenten dag en een ‘stevig proactief beleid’. Dat is in de ogen van de nacht contact kunnen opnemen. Vanaf de campus gaat er een shuttle projectmanager integrale veiligheid zeer essentieel. naar de townships, waar sommige studenten stage lopen of vrijwilli“Het is onhandig om ad hoc besluiten te nemen.” gerswerk doen. Het management van Stenden South Africa houdt de In Delft is van paniekreacties geen sprake. “Nergens situatie ter plaatse bovendien in de gaten en heeft korte lijnen met is het beleid zo gestroomlijnd als bij ons.” Dat aan de lokale autoriteiten.  (AZ) het beleid een verzekering is gekoppeld, moet het aantrekkelijk maken om de richtlijnen te volgen. Vooraf dienen studenten hun reisplannen te regiSydney werden gegijzeld, was dus al snel duidestreren. Krijgt een bestemming in het reisadvies van lijk dat er op anderhalve kilometer afstand een Buitenlandse Zaken de kleurcode oranje of geel (zie Windesheimstudent zat en dat deze ongedeerd was. kader), dan moeten studenten contact opnemen met Bovendien moeten studenten nu zelf op een formude afdeling Integrale Veiligheid. Daar wordt met de lier aangeven of zij naar een risicoland gaan. Kruist studenten besproken wat er aan de hand is en of de iemand ‘ja’ aan, of beoordeelt de hogeschool het reis kan doorgaan. land van bestemming als risicovol, dan volgt een Na een positief oordeel volgen studenten een gesprek – tenzij het om een bestemming gaat die op verplichte veiligheidstraining van twee uur, zodat ze de ‘zwarte lijst’ staat, met twaalf landen als Noordprecies weten wat ze moeten doen als er iets gebeurt: Korea, Jemen en Syrië. “Het lijstje achtereenvolgens de crisisdienst van landen die bespreekbaar zijn van de verzekeraar, de ambassade en “Als ergens iets gebeurt, is klein”, zegt Lindhoud. “Kenia de meldkamer van de universiteit weten we binnen vijf staat er bijvoorbeeld op. Net als bellen. Daarnaast stellen studenten minuten of daar een Burkina Faso, waarvan het noorden voor vertrek zelf een veiligheidsplan student van ons zit” onveilig is. Maar na een staatsgreep op, met een analyse van risico’s én in november is het elders in het preventieve maatregelen voor het te land nu weer rustig. Daarom staat bezoeken land. “Als je bijvoorbeeld Burkina Faso op de ‘overleglijst’.” erg laat of juist vroeg aankomt op Een studente kreeg toestemming om daarheen te het vliegveld, moet je vooraf vervoer hebben geregeld gaan, toen bleek dat zij zich goed had georiënteerd en en de eerste overnachting. Anders ben je een ‘soft mingen van de Grand Tour, waarbij een deel van het hogeschoolcur-

februari 2015 | transfer


21

target’ voor iemand die kwaad wil”, vertelt FockeBakker.

Congo zitten bij Heineken en vallen daar onder het veiligheidsprotocol. Zulke grote bedrijven hebben dat erg strikt geregeld. BAM heeft een student van ons gerepatrieerd uit Sierra Leone. Bij de uitbraak van het Marburgvirus hadden we veel contact met ngo’s in Oeganda. Daarnaast leunen wij veel op het ministerie van Buitenlandse Zaken. En de crisisdienst van de verzekering heeft overal mensen zitten.” De TU Delft volgt de ontwikkeling van ebola al sinds februari vorig jaar. Sindsdien is er structureel niet veel veranderd, zegt Focke-Bakker. “Maar als er iets gebeurt, is dat voor ons geen probleem. Onze meldkamer is 24/7 bereikbaar. We hebben al met meerdere issues te maken gehad en de procedures werken heel goed.”

Crisisdienst Voor Afrika volgt zij het reisadvies van Buitenlandse Zaken stringent. Omdat de TU Delft al lang contact heeft met partners in Kenia en Tanzania, en dus goed op de hoogte is van de situatie daar, kunnen reizen naar die landen doorgaan. Studenten die naar Kameroen wilden, kregen daarentegen het verzoek elders stage te lopen. Het ebolavirus komt er weliswaar niet voor, maar deed het land vliegvelden sluiten. Dat maakt repatriëren lastig. In het oranje en deels rood gekleurde Congo, een no go bij Windesheim, zijn daarentegen wel TU-studenten. Dat ze vaak bij kleine ngo’s of grote bedrijven stage lopen, kan de doorslag geven. Focke-Bakker: “In

annelieke zandvliet

African Studies Centre No-go gebieden november 2014 Algiers

Chefchaouen El Hoceima

Tangier

Rabat

No go-gebieden

Tunis

Fez Oudja Meknes Safi Midelt Er Rachidia Essaouira Marrakesh Ouarzezate Agadir

TUNESIË

Casablanca

Tripoli

MAROKKO

ALGERIJE

Tiznit

zien is welk reisadvies het ministerie

EGYPTE

LIBIË

WESTELIJKE SAHARA

Een kaart waarop in een oogopslag te

Cairo

Siwa

Luxor

van Buitenlandse Zaken in november

Aswan Abu Simbel

gaf voor alle landen in Afrika, maar

KAAPVERDIË MAURETANIË

Nouakchott

Dakar

Niamey

Bamako

GUINEE-BISSAU

Ouagadougou BURKINA FASO BENIN TOGO

GUINEE

Conakry Freetown SIERRA LEONE

IVOORKUST

Monrovia

Abidjan

LIBERIA

Aksum Yeha Debre Damo

N’Djamena

Kano

Asmara

SOEDAN

TSJAAD

Abuja

Gambela

CENTRAAL-

ZUID-SOEDAN

AFRIKAANSE

PortoLomé Novo EQUATORIAAL GUINEA SAO TOMÉ EN PRINCIPE

Adigrat

van de wereld. Die publiceerde het

DJIBOUTI

Afrika-Studiecentrum in Leiden naar

Addis Abeba

NIGERIA

GHANA

Accra

ERITREA

Khartoum

SENEGAL

GAMBIA

ook – ter vergelijking – in de rest

NIGER

MALI

KAMEROEN

Bangui

REPUBLIEK

Juba

Yaoundé

OEGANDA

CONGO

Mogadishu

Kigali

REPUBLIEK

Kinshasa

KENIA

RWANDA DEMOCRATISCHE

Brazzaville

het Afrika-beleid van de Hogeschool

SOMALIË

Kampala GABON

aanleiding van de berichtgeving over

ETHIOPIË

Bukavu

Nairobi

Manda Lamu

BURUNDI

SEYCHELLEN

Bujumbura

CONGO

TANZANIA

woordvoerder Marieke van Winden

COMOREN ANGOLA

toe. “De beste manier om daarop te

MALAWI ZAMBIA

Lilongwe

Lusaka

reageren is met cijfers. En onze direc-

MOZAMBIQUE

Harare

Antananarivo

ZIMBABWE

MADAGASKAR NAMIBIË

Advies Ministerie van Buitenlandse Zaken op 24 november 2014

Windhoek

Niet reizen

MAURITIUS

BOTSWANA

Gaborone SWAZILAND

Alleen noodzakelijke reizen Let op, veiligheidsrisico’s

Maputo

kaarten.” Toch biedt de kaart geen deel van Afrika is rood (‘niet reizen’)

ZUID-AFRIKA

Kaapstad

teur Ton Dietz houdt als geograaf van geruststellende aanblik: een groot

LESOTHO

Geen bijzondere veiligheidsrisico’s

wordt heel Afrika meteen in een slecht daglicht geplaatst”, licht

Dar es Salaam

Luanda

van Amsterdam. “Als er iets gebeurt,

500 km Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken

of oranje (‘alleen noodzakelijke reizen’) gekleurd. De overige landen,

In november 2014 was er opschudding over een bericht dat de Hogeschool van Amsterdam haar studenten niet naar Afrika liet reizen vanwege ebola en toenemende onveiligheid. Door het Afrika-Studiecentrum en in sociale media werd daar fel op gereageerd: het stigmatiseert Afrika. Er werd gedaan alsof het alleen in Afrika onveilig zou zijn en heel Afrika werd over één kam geschoren. De HvA nuanceerde haar uitingen; veel hogescholen en universiteiten evalueerden hun eigen reisbeleid. De reisadviezen van het ministerie van Buitenlandse Zaken blijken daarbij leidend: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/reisadviezen Eind november was dit de situatie in de wereld: code rood gold voor delen van het Midden-Oosten, Afrika en Azië, naast delen van Oekraïne, de Kaukasus en Colombia, Paraguay en de Filipijnen. Binnen Afrika liep er een ‘rode gordel’ door de Sahara, verder de Centraal Afrikaanse Republiek en de Hoorn in. Ook Guinee, Liberia en Sierra Leone (door ebola getroffen) en delen van het Grote Merengebied waren rood. Van de 54 Afrikaanse landen waren er 24 geheel of deels rood. Maar tal van landen en gebieden zijn geel en de Seychellen en het grootste deel van Marokko zijn groen.

Deze informatie is samengesteld door Ton Dietz, Fenneken Veldkamp en Nel de Vink © ASC Leiden 2014 / DeVink Mapdesign

vooral in het zuiden van het continent, zijn geel (‘let op: veiligheids­ risico’s).  (AZ)

februari 2015 | transfer


22

achtergrond

nederlandse succesformule vindt navolging in frankrijk

Foto’s: Erik Jansen / EP-Nuffic

Holland Alumni network sluit perfect a

Het Holland Alumni network telt vijf jaar na de oprichting al vijftigduizend leden, die van Kenia tot Indonesië en van Mexico tot Rusland ingezet kunnen worden als ambassadeurs voor het Nederlandse hoger onderwijs. Maar de database van het netwerk blijkt ook een perfecte visvijver voor bedrijven als Heineken die voor hun buitenlandse vestigingen in Nederland geschoold personeel zoeken. De agenda van Nancy Onyango loopt over. Naast haar baan als communicatieadviseur is ze voorzitter van NAAK, de Nederlandse alumnivereniging in Kenia. Dat slokt praktisch al haar vrije tijd op. “Ik beheer een weblog en een Facebook-pagina voor de vereniging. We organiseren netwerkborrels op de ambassade, zamelen geld in voor scholen, we vieren Koningsdag. Eigenlijk doen we alles om de Nederlandse cultuur in Kenia te promoten”, vertelt ze via Skype. Op de achtergrond toetert het verkeer zich een weg door Nairobi. De vereniging heeft zo’n vijfhonderd actieve leden, die

februari 2015 | transfer

allemaal één ervaring delen: ze studeerden kortere of langere tijd in Nederland. De vereniging maakt Keniaanse studenten warm voor een studie in Nederland. “En we geven ze ook tips voor hun verblijf”, vertelt Onyango, die zelf aan de Universiteit van Amsterdam en Business School Netherlands studeerde. “We leggen bijvoorbeeld uit hoe je aan huisvesting komt of waar je je boodschappen doet.” Op de Facebook-pagina van NAAK worden evenementen aangekondigd, kun je oranje T-shirts kopen en wordt onder meer gewaarschuwd voor the horrors of Dutch drop.


23

aan bij aid and trade-beleid Zoals NAAK zijn er wereldwijd nog ruim dertig Nederlandse alumniverenigingen, met in totaal bijna vijftigduizend leden. Sommige bestaan al tientallen jaren, zoals Ikaned in Indonesië, andere staan nog in de kinderschoenen. Het briefen en uitzwaaien van studenten die naar Nederland vertrekken en het verwelkomen van de terugkeerders, zijn de belangrijkste activiteiten van de verenigingen. Sinds vijf jaar vallen al deze clubs van oud-studenten onder één paraplu: het Holland Alumni network (HAn). Dat werd opgericht door de Nuffic om meer uit de contacten met internationale alumni te halen. Op de HAn-website kunnen oud-Nederlandgangers met elkaar in contact komen en informatie krijgen over evenementen en carrièremogelijkheden. Ook zien zij er hoe ze iets kunnen betekenen voor een nieuwe generatie studenten.

Handelskansen “Breng internationale alumni in kaart, zodat we ze kunnen inzetten als ambassadeurs voor het Nederlandse onderwijs. Dat was aanvankelijk de opdracht van het ministerie van Onderwijs”, vertelt Suzanne Körmeling, coördinator van het Holland Alumni network bij EP-Nuffic. “Met die database zijn we een heel eind, we hebben van vijftigduizend alumni contactgegevens. Natuurlijk, kan het altijd completer. Heeft iemand een partner leren kennen in Nederland, bij dezelfde universiteit? Hoe ziet iemands carrière eruit, bij welk bedrijf werkt een alumnus? Dat soort informatie is welkom.” Gaandeweg bleek het Holland Alumni network ook interessant voor andere doeleinden. Buitenlandse Zaken ziet er potentie in om informatie over handelsen marktkansen in het buitenland te vergaren. Alumni kunnen Nederlandse bedrijven in contact brengen met lokale ondernemers en (overheids-)instanties. Voor Nederlandse bedrijven met vestigingen in het buitenland bleek de database een perfecte visvijver voor lokaal personeel met Nederlandse onderwijservaring. Elsien Rauws is programmabeheerder van de Netherlands Fellowship Programmes (NFP), waardoor studenten uit ontwikkelingslanden met een beurs in Nederland kunnen studeren. Ze was een paar maanden geleden in Ethiopië. “Heineken is daar nog niet zo lang actief, maar groeit wel snel. Het is hard op zoek naar lokaal personeel, dat bij voorkeur in Nederland geschoold is. Als proef helpen we om in Addis Abeba een alumnivereniging op te zetten waar

ook de ambassade en Nederlandse bedrijven een plek in het bestuur krijgen. Zo zet je alumni diplomatiek in. Ze verbinden de ambassade en Nederlandse bedrijven met lokale netwerken.” Het HAn sluit dus perfect aan bij het huidige aid and trade-beleid op gebied van ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel. Ethiopische studenten kunnen op kosten van de Nederlandse staat hier een opleiding volgen, als tegenprestatie helpen ze via een alumnivereniging het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse ambassade.

Carrièreportal Jaren geleden zaten medewerkers van Tilburg University in de avonduren Facebook en LinkedIn af te speuren op zoek naar alumni in het buitenland. De universiteit zag het belang in van het onderhouden van goede contacten met alumni om Tilburg ook buiten Nederland op de kaart te zetten. Die zoektocht had resultaat. “Inmiddels hebben we van 2.100 buitenlandse alumni een werkend e-mailadres, op een totaal

februari 2015 | transfer


24

van 3.100. En we hebben vier actieve verenigingen “Dat is belangrijk voor je carrière. Je medestudenten in het buitenland: twee in China, één in Colombia kunnen je helpen, net als degenen die je zijn voorgegaan.” en één in Turkije”, zegt alumni-medewerker Aniek Verhoeven. Omgekeerde cultuurschok Heeft Tilburg het Holland Alumni network dan wel En de alumni zelf, profiteren zij van het HAn? “Voor nodig? “We proberen de krachten te bundelen”, zegt de meeste afgestudeerden die terugkeren, biedt zo’n Verhoeven. “En we zien het zeker niet als concurrentie. Het HAn heeft bijvoorbeeld een geweldig vereniging in eerste instantie een netwerk”, zegt carrièreportal op de website voor alumni die in Körmeling. “Ze hebben te maken met een omgekeerde Nederland willen blijven werken.” cultuurschok. De contacten met leeftijdsgenoten Zo kijkt Suzanne Körmeling er ook naar. “We die niet in het buitenland hebben gestudeerd, zijn concurreren niet met de alumniverenigingen van de verwaterd. De alumnivereniging en het HAn kunnen instellingen zelf. Maar voor Tilburg, Maastricht en ze helpen een nieuw, internationaal netwerk op te Groningen voegen wij misschien niet zo veel toe, bouwen.” omdat zij zelf al veel doen.” Andersom kan het HAn Uit cijfers van de in 2011 verschenen Holland Alumni ook leren van de universiteiten en hogescholen, Barometer blijkt dat afgestudeerden vooral geïnteresseerd zijn in informatie over carrièreperspectieven in bijvoorbeeld over het actief houden van de buitenlandse alumniverenigingen. Nederland. Op de website van het De vier Tilburgse chapters in het HAn wordt de ‘Career in Holland’“Wie drie nieuwe alumni buitenland krijgen bijvoorbeeld knop veel aangeklikt. Daar wil aanmeldt, krijgt een vanuit Tilburg een duidelijke strucde Nuffic ook mee verder, zegt tuur aangeboden. Verhoeven: “Wij Holland-pakket met potten Körmeling. “In de samenwerking willen dat ze jaarlijks een uitzwaaipindakaas en pakken met het bedrijfsleven valt nog winst en een terugkombijeenkomst hagelslag opgestuurd” te behalen. We willen het alumni­ organiseren. En daarnaast jaarlijks netwerk beter ontsluiten voor een inhoudelijk evenement en een bedrijven. We kunnen bijvoorbeeld sociaal evenement.” profielen van alumni uitbreiden Zo’n duidelijke structuur helpt een club actief te met cv’s, die dan weer doorzocht kunnen worden blijven. “Want daar gaat het wel eens mis”, merkt de door bedrijven die personeel zoeken. Daar zit ook een HAn-projectleider. “Soms zoeken we contact met een verdienmodel in.” vereniging in het buitenland, maar blijkt er na een Al met al is het HAn een mes dat aan meerdere kanten paar mails weinig leven meer in te zitten. Het staat snijdt: Het Nederlandse onderwijs heeft actieve of valt met de energie die alumni er zelf in willen ambassadeurs in het buitenland, het bedrijfsleven een steken, maar een duidelijke structuur kan helpen. database met in Nederland geschoolde werknemers, Bijvoorbeeld verplicht tweejaarlijkse verkiezingen en afgestudeerden een kostbaar netwerk van internationale contacten. Dat succes blijft niet onopgemerkt. voor een nieuw bestuur, zodat de volgende generatie In november lanceerde Frankrijk een op het HAn geïnalumni het stokje met nieuwe energie overneemt. In spireerd France Alumni Network.” 2010–2011 hebben we de bestuurders van de verenigingen getraind, dat zouden we nog wel eens willen Om het vijfjarig bestaan te vieren, organiseert het doen. Je ziet dat de verenigingen die toen niet hebben HAn dit jaar verschillende evenementen. Van trainingen voor alumnimedewerkers van hogescholen en deelgenomen, nu ook minder actief zijn.” universiteiten tot regionale bijeenkomsten voor de En zo zijn er meer verbeterpunten. Körmeling: “We verenigingen in Azië en Afrika. Ook is er een grote willen graag een actiever alumninetwerk in Duitsland. Facebook-actie. Wie drie nieuwe alumni aanmeldt, Dat is onze grootste handelspartner. Ook zou het mooi krijgt een Holland-pakket opgestuurd. “Potten pindazijn als het netwerk interessanter wordt voor internationaal georiënteerde Nederlandse studenten.” Aniek kaas en pakken hagelslag”, verduidelijkt Körmeling. Verhoeven van de Tilburgse universiteit denkt dat je “Dat doen we wel vaker, en het wordt zeer gewaardeerd!” daarvoor studenten eerder, al voor ze naar Nederland komen, bewust moet maken van het belang van het bram logger opbouwen van een netwerk rond studiegenoten.

februari 2015 | transfer


25

sorry? pardon!

tip:

‘Probeer geen stempels te drukken, maar stel je oordeel uit.’

Studenten vertellen over leerzame uitglijders en misverstanden in het buitenland.

wie: Mick Lammers (21)

studie: Technische bedrijfskunde

(BA), Universiteit Twente

buitenlandervaring: stage bij

IT-bedrijf in Ludhiana, Noord-India

‘ Steeds vergelijkingen trekken vond ik niet eerlijk’

Foto Ludhiana: John Tickner

Mick Lammers wilde stage lopen in India om zichzelf eens uit te proberen. Hij ontdekte hoe onvoorstelbaar gastvrij Indiërs zijn, maar dat écht contact maken heel moeilijk is. Hij verbaasde zichzelf met zijn aanpassingsvermogen. Drie maanden woonde hij in Ludhiana, in het noorden van India, om er stage te lopen bij een IT-bedrijf. Het bleek een van de smerigste steden ter wereld, vol sloppenwijken, uitlaatgassen en industrie. Drie maanden lang waste hij zich met een emmertje en werd hij als enige westerling in de wijde omtrek met pijnlijk veel egards behandeld. Maar het lukte hem de dingen te nemen zoals ze waren. Mick Lammers: “Steeds maar vergelijkingen met Nederland trekken vond ik niet eerlijk. Daar is het leven in India té anders voor.” Niet dat hij nou zo’n ontdekkingsreiziger is; eerder was hij nog nooit buiten Europa geweest. Maar na verhalen van huisgenoten die ook in Ludhiana waren

geweest, wilde hij zichzelf wel eens uitproberen. Hij regelde een stage en las ter voorbereiding over de Indiase cultuur. Ter plaatse schrok hij niet alleen van de troep en de armoede, maar ook van hoe onderdanig mensen zich gedroegen. “Je voelt je ongemakkelijk hoor, als mensen ‘sir’ tegen je zeggen. Of als ze toekijken hoe jij zit te eten en geen hap willen nemen voordat jij je bord leeg hebt.” Soms kwamen verschillen pijnlijk aan het licht. Zoals die keer dat hij gedachteloos een paar mieren plattrapte en een collega volledig overstuur raakte. Wat hij daar in vredesnaam deed! Dat waren mieren, die kon hij toch niet zomaar doodmaken?! Mick Lammers: “Tsja. Ze liepen door het kantoor, over een schone vloer. Voor mij was het iets

smerigs, iets wat opgeruimd moest worden. Voor haar waren het levende schepsels die je écht geen haar mocht krenken.” Hij ontdekte ook hoe onvoorstelbaar gastvrij Indiërs zijn; keer op keer vroegen ze hem mee naar etentjes en feesten in hun familie. Toch kwam er nooit écht contact tot stand, voor zijn gevoel. “Dat is wel raar. Jongens van mijn leeftijd die giechelig doen over meisjes, als basisschooljongens. Of dat ze hélemaal uit hun dak gaan in een reuzenrad dat met vijf kilometer per uur rondjes draait. Dan denk je: moet ik nou meelachen? Daar komt het op neer: je loopt je voortdurend af te vragen hoe je moet reageren.”

ralph aarnout februari 2015 | transfer


26

best practice

Julia Diederen tijdens het vragenuurtje.

internationalisering motor voor onderwijsvernieuwing

‘E-learning kan face-to-faceonderwijs prima ­vervangen’ E-mail, Skype en Facebook hebben al voor een stroomversnelling in de internationalisering gezorgd. Het hoger onderwijs maakt zich nu op voor de volgende revolutie: het aanbieden van online opleidingen. Dat vraagt enorme investeringen, maar het levert innovaties op waarvan het reguliere onderwijs ook volop kan profiteert, ontdekten Wageningse docenten levensmiddelenchemie. Julia Diederen is begin januari nog druk bezig met het verwerken van de evaluaties. Maar ze weet al dat de studenten van de Nanyang Technological University (NTU) in Singapore die het vak levensmiddelenchemie hebben gevolgd, enthousiast zijn over de Wageningse aanpak. Op de examens die ze eind december hebben gemaakt, hebben ze bovendien heel goed gescoord. Zelfs beter dan Wageningse bachelorstudenten die hetzelfde vak volgen. Maar die vergelijking vindt de cursuscoördinator niet eerlijk. “Er mochten maar dertig studenten meedoen aan dit programma en de NTU heeft de besten geselecteerd.” De uitverkoren studenten zijn afgelopen augustus aan de major Food Science and Technology begonnen

februari 2015 | transfer

die Wageningen University samen met de technische universiteit in Singapore verzorgt. “Wij verzorgen vijf vakken en de NTU geeft er ook vijf”, vertelt Diederen. De NTU-studenten volgen het programma als extra vak. Het is voor hen aantrekkelijk om een tweede major te doen, omdat Wageningen er z’n naam aan verbindt. Singapore heeft meer dan vijf miljoen monden te voeden, bijna al het voedsel moet geïmporteerd worden. Aan die kwetsbare positie wil het land een einde maken door de bescheiden voedingsmiddelenindustrie uit te bouwen. De stadstaat heeft nauwelijks landbouw, maar wil net als Nederland toch een belangrijke voedselproducent worden door geïmporteerde


27

Foto’s: Sven Menschel

grondstoffen te bewerken tot levensmiddelen van hoge kwaliteit. Maar de specialistische kennis om dat voor elkaar te krijgen ontbreekt. En zo kwam Wageningen in beeld. Begin vorig jaar sloten de twee universiteiten een samenwerkingsovereenkomst, waarin werd vastgelegd dat Wageningen de komende tien jaar de helft van de major voor bachelorstudenten verzorgt. In Singapore, want het land wil de gezamenlijk opgeleide levensmiddelentechnologen uiteraard voor zichzelf houden.

Semestersysteem

Vijf ontwerptips: Hoe maak je een kennisclip? 1. Hou het kort

Een behapbare kennisclip duurt vijf tot tien minuten, maar beslist niet langer.

2. Hou het bij één onderwerp

Presenteer in een clip lesstof die betrekking heeft op één concept.

De docenten die het vak levensmiddelenchemie 3. Zorg voor een duidelijk begin en eind verzorgen mochten het spits afbijten. Het was meteen Maak een introductie waarin wordt uitgelegd wat er duidelijk dat ze niet naar Singapore konden vliegen aan de orde komt in de clip en vat aan het eind de voor de colleges. “NTU werkt met een semester­ aangeboden leerstof nog eens samen. systeem, waarbij studenten wekelijks een of twee colleges per vak krijgen”, vertelt Diederen. “Een 4. Clips staan op zichzelf … semester duurt veertien weken. Je kunt natuurlijk Zorg ervoor dat de clips onafhankelijk van elkaar te een Wageningse docent niet al die tijd in Singapore volgen zijn, zodat ze in een andere context opnieuw stationeren voor twee colleges per week. Dat is niet gebruikt kunnen worden. efficiënt.” Voor het practicum van twee weken dat bij het vak levensmiddelenchemie hoort, zijn Diederen en 5. …maar ze hebben wel een vaste volgorde een collega wel naar Singapore gereisd. “Een practicum Om niet in herhaling te vallen moet er wel een verzorgen op afstand, is geen optie.” heldere leerstofopbouw in de clips zitten. Voor de colleges was online aanbieden de enige mogelijkheid. Maar hoe doe je dat? “In Wageningen namen we al onze hoorcolleges al op, zodat studenten ze nog met twee internationale masters die volledig online eens terug konden kijken. We hebben heel even overwogen om die opnamen in Singapore te laten zien, worden aangeboden, was er al een studio gebouwd. maar dat plan hebben we snel verworpen”, vertelt Docenten van de opleiding voeding hadden bovendien Diederen. “De kwaliteit is gewoon onvoldoende. Je al wat ervaring opgedaan met het maken van leermateriaal voor afstandsonderwijs. kunt de docent niet altijd goed verstaan, en vragen die Hun belangrijkste tip was dat online colleges niet tijdens het college worden gesteld al helemaal niet. 45 minuten moet duren, maar beter opgesplitst Bovendien is de docent gericht op de studenten in de kunnen worden in blokjes van vijf of tien minuten. In zaal, kijkt hij niet in de camera en richt hij zich dus totaal namen de levensmiddelencheniet tot studenten die aan de andere mici ruim zestig van zulke ‘kenniskant van de wereld achter hun “Je kunt Wageningse clips’ op. De clips voor de vier andere computer zitten. Daarmee voldeden docenten niet veertien vakken die in Singapore worden de opnamen niet aan de didactische weken in Singapore gegeven, komen daar nog bij. eisen voor afstandsonderwijs.” stationeren voor twee Per week bekeken de studenten in Minicolleges colleges per week’’ Singapore vier of vijf kennisclips, ze De levensmiddelenchemici moesten bestudeerden de bijbehorende leerstof in het e-book dat op Blackboard dus een andere manier vinden om te vinden is en maakten verwerhun leerstof aan te bieden. Daarbij kingsopdrachten en sommen. Eén keer per week, op konden ze profiteren van de kennis van Julia Diederen, vrijdagmiddag, was er een live vragenuurtje per videdie na haar studie levensmiddelentechnologie promoveerde op onderzoek naar het ontwerpen van digitaal overbinding, waarbij studenten vanuit een collegezaal leermateriaal. Omdat Wageningen in september start in Singapore vragen konden afvuren op een docent die

februari 2015 | transfer


28

in Wageningen achter de camera zat. Het vragenuurtje was allereerst bedoeld om het contact met de studenten in Singapore te begrenzen, legt Diederen uit. “We wilden niet de hele week bezig zijn met het beantwoorden van vragen die per e-mail binnenkomen.” Daarnaast was het een middel om structuur te bieden. “De NTU-studenten zijn heel gemotiveerd. Maar het zijn tweedejaars, dus nog wat jong voor onbegeleide zelfstudie”, vindt Diederen. “Tijdens het vragenuurtje ontmoetten ze elkaar bovendien, werd het een klasje. We hoopten dat dit de samenwerking zou stimuleren.”

Drempelverlagend Studenten werden aangemoedigd hun vragen zoveel mogelijk via een blog op Blackboard in te dienen, om docenten de gelegenheid te geven de antwoorden vooraf uit te werken. Diederen: “Je staat tijdens dat vragenuurtje in een videoconference-zaaltje en dan kan je niet even een chemische formule op het bord tekenen, zoals je tijdens een college doet. Zo’n formule moet je klaar hebben staan op een Powerpoint-dia.” Het indienden van vragen via een blog werkt drempelverlagend, merkte Diederen. “Studenten in Singapore steken niet zo makkelijk hun vinger op tijdens een college. Dat doen studenten in Wageningen trouwens ook niet zo snel, hoor. Maar publiekelijk laten merken dat je iets niet snapt, is in Singapore misschien nog wel meer taboe. Via het blog konden ze hun vragen ook anoniem indienen en dat werkte goed.” Diederen kijkt tevreden terug op het contact op

afstand. “Het vragenuurtje werkt prima; het geeft structuur en is voor de studenten een incentive om de kennisclips te bekijken. En ik vond het prettig hun gezichten te zien.” E-learning kan face-toface-onderwijs prima vervangen, vindt ze, mits de studenten zeer gemotiveerd zijn en de techniek goed functioneert. En aan die twee voorwaarden is in Singapore ruimschoots voldaan.

Onderwijsinnovatie In Wageningen wordt het onderwijs vanaf het tweede leerjaar in het Engels aangeboden en de NTU-studenten worden geselecteerd op hun voorkennis. Ze moeten dezelfde chemische basisvakken hebben gedaan als hun collega’s in Wageningen. Diederen en haar collega’s hoefden hun leerstof dus inhoudelijk niet aan te passen voor de studenten in Singapore. Toch heeft het team enorm veel tijd gestoken in het ontwikkelen van de online cursus. “Per kennisclip ben je minimaal twee uur kwijt, dus alleen die clips hebben ons al 120 uur gekost”, rekent Diederen voor. Ook een vragenuurtje voor­ bereiden kost behoorlijk veel tijd. “Tijdens een regulier college kun je een uitzonderlijke vraag wel eens terzijde schuiven. Maar de vragen die studenten via het blog hebben ingediend, wilde ik wel allemaal beantwoorden.” Die investeringen lonen echter dubbel en dwars, omdat het reguliere onderwijs er ook beter van wordt. “Wij gebruiken die kennisclips nu al in Wageningen als vervanging van de hoorcolleges.” Een goede zaak, want hoorcolleges van drie kwartier zijn ook in het face-to-face-onderwijs niet altijd effectief, stelt Diederen. “Drie kwartier naar een docent luisteren is erg lang.” Dankzij de internationalisering krijgt innovatie van het Nederlandse onderwijs dus een impuls. Diederen: “Ik denk dat we met de kennisclips een succesvolle onderwijsvorm hebben gevonden. Je biedt de leerstof veel compacter aan, op een manier die het mogelijk maakt de uitleg nog eens te bekijken. Hierdoor kan een student de leerstof in zijn eigen tempo bestuderen en kun je tijd die je anders besteedt aan hoorcolleges, reserveren voor effectievere contactmomenten.”

daphne riksen en yvonne van de meent

februari 2015 | transfer


29

aanpakken Wat komt er kijken bij internationalisering in het hoger onderwijs? Betrokkenen vertellen over hun werk.

‘Afrikanen verwachten medicijnen tegen stress’

Foto’s: Guy Ackermans

Huisartsenpraktijk Van Duin – Van Dinther in Wageningen richt zich voor een deel speciaal op studenten, ook die uit het buitenland. Het kost Suzanne van Dinther soms behoorlijk wat moeite om uit te leggen wat ze voor hen kan betekenen. Maar de arts kan ook wel eens hard lachen om wat ze meemaakt. Waar kun je terecht met medische vragen en klachten? Dat was veel buitenlandse studenten in Wageningen tot zo’n vijf jaar geleden niet duidelijk. De stad kent maar liefst twaalf huis­ artsenpraktijken, die niet allemaal nieuwe patiënten inschrijven. In overleg met de universiteit zetten de dokters Van Duin en Van Dinther daarom een studentenpraktijk op. “We begonnen blanco, met z’n tweeën”, vertelt Suzanne van Dinther. “Inmiddels hebben we er een vaste waarnemend huisarts bij. En er is een speciale kracht voor de administratieve rompslomp.” Want van de 4.000 patiënten zijn er circa 1.200 uit het buitenland afkomstig, en de meesten schrijven zich uit na het afronden van een tweejarige master. Aanvankelijk hield Van Dinther tijdens de introductieweek een presentatie over de Nederlandse gezondheidszorg, die vaak afwijkt van wat buitenlandse studenten gewend zijn. “Wij geven niet meteen antibiotica en vragen niet zo snel

nader onderzoek aan.” Inmiddels staat er een filmpje met uitleg op de website van de praktijk. “Of het daardoor komt, weet ik niet”, zegt Van Dinther, “maar de verwachtingen van buitenlandse studenten die op het spreekuur komen sluiten steeds meer aan bij de praktijk.”

Niets ernstigs Toch kost het soms best veel energie en tijd om duidelijk te krijgen wat de student mankeert en wat de huisarts daaraan kan doen, merkt Van Dinther, die tijdens haar opleiding in Amsterdam niets leerde over de omgang met patiënten uit andere culturen. Inmiddels weet de huisarts dat studenten uit Afrika relatief vaak langskomen vanwege hoofdpijn, vermoeidheid en concentratie­problemen. “Als ik zeg dat spanning en stress de oorzaak zijn, begrijpt een Nederlandse student dat. Afrikanen verwachten dan medicijnen, zodat ze beter worden.” Ook valt Van Dinther op dat ze meer

vrouwelijke studenten uit het buitenland ziet met gynaecologische klachten. “Thuis zijn ze een jaarlijkse checkup gewend. Maar als de menstruatie een keer uitblijft, is dat hormonaal te verklaren en is er niets ernstigs aan de hand. Het blijft lastig om goed te communiceren over dit soort zaken, ook omdat het Engels vaak niet de eerste taal is van de studenten.” Er staan wel grappige voorvallen tegenover, vertelt Van Dinther. “Soms moet ik heel hard lachen. Zoals pas, toen een Chinese studente klachten had die leken te wijzen op een blaasontsteking en zij een blauwe vloeistof inleverde. We moesten drie keer kijken of het wel urine was. Wat bleek? De studente had Chinese kruiden gebruikt tegen de blaasontsteking. Die kleurden de urine blijkbaar blauw, maar werkten verder niet.”

annelieke zandvliet Het filmpje is te zien via bit.ly/1ubUFm9

februari 2015 | transfer


30

wisselcolumn Hoofdredacteuren van universiteits- en hogeschoolbladen schrijven op uitnodiging van Transfer een column.

‘Wat zou ik blij zijn geweest met een buddy’

Ik was begin twintig toen ik in de jaren tachtig voor een taalcursus naar het Franse Besançon reisde om mijn povere Frans wat op te krikken. Vanuit mijn studentenstad Nijmegen reisde ik per trein via Luik en Luxemburg naar de stad aan de rivier de Doubs. Gaande de rit werd mijn bravoure minder. Ik moest een aantal keren overstappen, verstond mijn medepassagiers niet, laat staan dat ik begreep wat er via de intercom werd verteld. Het schemerde toen ik aankwam in Besançon. Vooraf had een oom, die goed Frans sprak, via de telefoon (internet hadden we nog niet) een kamer in het plaatselijke guesthouse geregeld. Ik vond de juiste bus en vroeg de chauffeur (eerst in het Engels, daarna in het Duits) of hij mij kon waarschuwen als ik op de plaats van bestemming was. Hij keek me glazig aan. Pas toen ik de papieren van het guesthouse onder zijn neus hield, ging er een lampje bij hem branden.

februari 2015 | transfer

riki janssen

In de uitgestorven hal van het flatgebouw zat een mevrouw achter de balie. Ze sprak alleen Frans. En nee, zoveel begreep ik, er was geen kamer voor mij gereserveerd. Toen ik anderhalf uur later vol heimwee naar Nederland belde (in de telefooncel in de hal, die ik vulde met Franse francs) had ik een kamer van 2 bij 3 meter bemachtigd in het souterrain. Het liefst had ik meteen rechtsomkeert gemaakt. Hoe blij zou ik zijn geweest met een buddy die me had opgehaald van het station, die me had verteld welke bus ik de volgende ochtend naar de universiteit moest nemen, dat ik een bonnenboekje moest aanschaffen voor de mensa en waar dat kon, op welke feestdagen alle winkels dicht waren, dat de docenten in mijn derde week zouden staken, dat het kroegje naast de rivier zo leuk was.

Hoe moet het zijn voor studenten die echt van ver komen, huis en haard voor enkele jaren verlaten? Het is daarom toe te juichen dat de Universiteit Maastricht, waar de helft van de studentenpopulatie uit buitenlanders bestaat, dit academisch jaar met een buddy-project is gestart. Ouderejaars nemen nieuwkomers van buiten Europa onder hun hoede. Ze drinken samen koffie of bier, mailen, koken af en toe samen en sommigen noemen zich inmiddels vrienden. Het is goed als die buddy’s uit Nederland komen. Wie kent beter de mores van ons land? Wie kan beter helpen met de Nederlandse taal? Wie is een betere gids bij het inburgeren? Gelukkig had ik na een week vrienden om me heen in Besançon: uit Zweden, Japan, de VS en Zwitserland. Maar niemand uit Frankrijk. Veel Frans heb ik helaas niet geleerd. Riki Janssen is hoofdredacteur van Observant, universiteitsblad van de Universiteit Maastricht


31

onbekend terrein Bekende Nederlanders blikken terug op hun studieverblijf in het buitenland.

Iedereen die priester wil worden, zou internationale ervaring moeten opdoen, vindt Roderick Vonhögen. Dat behoedt voor bekrompen denken. Zelf studeerde hij in België, omdat hij in Nederland geen opleiding naar zijn zin vond. Door zijn studie in Rome werd hij ‘mediapriester’. Het voelt als een soort hand van God, zegt Roderick Vonhögen lachend, dat hij via een krantenreportage de internationale opleiding filosofie in Louvain-la-Neuve op het spoor kwam. “Ik wilde priester worden en had in Nederland weinig keuze. Je kon een opleiding volgen aan een seminarie óf aan een universiteit studeren zonder kerkelijk kader. Beide vond ik niet prettig.” In Louvain-la-Neuve woonde hij in een leefgemeenschap met andere studenten die priester wilden worden, maar studeerde hij toch aan een universiteit. “Stel dat ik me had vergist in mijn keuze voor het priesterschap, dan had ik toch een universitair diploma.” Dat alles er in het Frans ging, vond Vonhögen in het begin heel eng. “Met school-Frans kom je niet ver bij

zware filosofische kost. De colleges gingen me te snel om aantekeningen te maken.” Maar halverwege het tweede jaar begon hij in het Frans te dromen en zelfs in die taal tegen zijn moeder te praten. “Toen was de schakelaar helemaal om.” Na zijn afstuderen als filosoof begon hij aan een theologische opleiding bij de Jezuïeten in Brussel. Maar die viel hem zo zwaar, dat hij besloot terug te keren naar Nederland, zodat hij hier ook meer geworteld kon raken. Aan de Katholieke Theologische Universiteit in Utrecht trof hij een ander studie­ klimaat. “In België zat ik soms tot diep in de nacht werk van de filosoof Hegel te lezen om een examen te halen. Maar hier kwam ik slapend door mijn studie; je moest vooral overal een mening over hebben.”

Foto: Guido Benschop / HH

‘ In België moest ik tot diep in de nacht blokken voor examens’ Eenmaal priester deed Vonhögen nog een heel andere ervaring op tijdens een promotietraject aan de Gregoriaanse Universiteit in Rome. “Een paar colleges waren briljant, maar de meeste docenten waren stoffige figuren die hun eigen boek voorlazen en daar bij tentamens vragen over stelden.” Het vak sociale communicatie dat hij bij toeval ontdekte, bleek meer zijn ding dan promoveren. “Samen met een Oegandees nonnetje gewapend met een camera naar het Sint Pietersplein voor interviews – het was een combinatie van praktijk en wetenschap.” De wereld is groter dan de polder, ontdekte hij, onder andere dankzij zijn studiegenoten uit Franstalig Afrika. “Doordat je over de grens hebt gekeken, maak je je minder druk om de probleempjes in Nederland. Mijn bisschop moedigt dat aan, want hij ziet ook dat we mensen nodig hebben die breed kunnen denken.”

annelieke zandvliet

februari 2015 | transfer



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.