8 minute read
Gratis snelheid op de fiets #Transition
Waar kan ik gratis snelheid pakken? Machiel Ittmann is daar met fietsen altijd naar op zoek. Zijn theorie: als je vier seconden wint op een kilometer fietsen, dan heb je op de hele afstand al twaalf minuten te pakken. De meervoudig (multisport)kampioen zocht op Facebook positietips voor zijn tijdritfietsen. Op zoek naar de marginal gains met een 3D-fietsanalyse en aerometing.
Advertisement
Tekst: Gert Hardeman Beeld: Tim Buitenhuis
Een Sportfreak. Machiel Ittmann was vroeger pro-triatleet, maar als vijftiger en agegrouper is hij nog altijd op zoek naar de marginal gains. Oud-clubgenoot en triathlontrainer Gert Hardeman bracht hem in contact met FootConnection in Culemborg. “Daar heb ik heel veel geleerd van de 3D-fietsanalyse en de aerometing”, vertelt Ittmann. “Zo bleek dat ik te hoog zat, te scheef en te diep. Sinds de analyse fiets ik harder met meer ontspanning. Ik trap nu met minder frontale weerstand meer wattages.” Kortom, gratis snelheid.
Al in 1997 experimenteerde Ittmann tijden de hele van Almere met de prismabril uit de bergsport. Een bril waarmee je zonder opkijken of omhoog komen het veld voor je in de gaten kunt houden. “Voortdurend uit je ligstuur komen of zelfs je hoofd te hoog optillen, zorgt bij 180 kilometer fietsen natuurlijk voor onnodig veel luchtweerstand”, beredeneert Ittmann. “Zo voelde ik ook al enige tijd dat ik op mijn tijdritfietsen beter kon zitten en krachtiger kon trappen. Mijn positie voelde onrustig en niet optimaal. Na allerlei doe-het-zelfaanpassingen wilde ik de mening van een expert weten. En kan ik op mijn beide fietsen hetzelfde zitten?”
Meten is weten
David Evers van FootConnection nodigde Ittmann uit voor een fietsanalyse met zijn nieuwe 3D-meetsysteem, de Bioracer Motion, en voor een aerometing in een virtuele windtunnel. “Door corona lagen de fietsanalyses tijdelijk stil. Gelukkig zijn we sinds 1 september open op onze gloednieuwe locatie voor fiets- en hardloopanalyses”, vertelt Evers. “Ik hou wel van sporters met problemen en atleten die harder willen fietsen. Hoe kun je stabieler, symmetrischer en aerodynamischer op de fiets zitten met meer rendement van elke trap? Daar zijn geen wetten voor. Het vraagt om een goede analyse van de individuele lichaamseigenschappen, de beperkingen in de keten en een dynamisch overzicht van de fietsbeweging van alle kanten.”
Terwijl de atleet op zijn eigen fiets beweegt moet je alle hoeken kunnen zien, stelt Evers. “Met dit systeem kan ik tijdens het fietsen beide kanten van het lichaam tegelijkertijd analyseren. We verzamelen zo data over alle relevante fietshoeken van de atleet. Het mooie van de 3D-analyse en onze aerometingen is dat we direct aanpassingen kunnen checken: werkt een hoger zadel, een lager stuur, een aanpassing onder of in de schoen? Voor de triathlon- en wielersport zou het goed zijn als deze metingen op vier of vijf locaties in het land beschikbaar zijn. Als bikefitters beschikken we dan over nog meer data om betrouwbare uitspraken te kunnen doen.”
Vaste markers
Bij binnenkomst hijst Ittmann zich in zijn trisuit. Ondertussen maakt Evers snel een analyse van de staat van de fiets. De pedalen zijn aardig op en de schoenplaatjes bijna versleten. Dat scheelt tijd. Naast Evers zijn er twee experts van Bioracer aanwezig voor de finetuning van de apparatuur. Quinty Ton, fysiotherapeut en zelf profwielrenster, doet eerst een uitgebreide intake en lichamelijke testjes. “Blessures en pijntjes, nu en in het verleden, zijn belangrijk”, geeft ze aan.
Met tien vaste markers op onder meer het bracket, stuur en frame wordt de Felt-fiets van Ittmann neergezet en vastgelegd in het systeem. “Zo hebben we altijd dezelfde vaste waardes en kunnen we de symmetrie van de fietser beoordelen”, legt Evers uit. Met het verschil in beenlengte van Ittmann doet Evers in eerste instantie nog niets. “Wellicht zien we dat straks terug bij de meting. Het kan effect hebben op de bekken en het bovenlijf, maar dat hoeft niet.”
Vervolgens worden er 22 markers op het lichaam gezet. Evers: “Daarmee meten we onder meer de hoeken van de knieën, heupen, ellebogen en schouders. Deze hoeken zijn van alle kanten zichtbaar, dat is de kracht van 3D.” De mannen van Bioracer vullen aan: “De positie van de lichaamsmarkers bij een tijdritfiets is anders dan bij een wegfiets, omdat de schouders in het ligstuur meer naar binnen komen te staan en de atleet vaak voor het bracket zit. Een éénop-één vertaling van wegfiets naar tijdritfiets is dus niet mogelijk.”
Fietsschoenen
Evers bestudeert de voetenstand en de fietsschoenen. “Je kunt voor weg- en tijdritfiets niet dezelfde schoenen gebruiken, omdat de fietshouding vaak fundamenteel anders is. Na de analyse stel ik de schoenplaatjes op een tijdritfiets vaak iets meer naar achteren af, omdat de triatleet meer naar voren zit ten opzichte van het bracket. Het mooie is dat we dat nu kunnen aanpassen én meten. Hoeveel naar achteren hangt onder meer af van de efficiency van de trapbeweging en de bewegingen van de enkel en de voet. Ook moet je altijd naar de fietsschoen zelf kijken: heb je een vlakke schoen of eentje met een hogere drop tussen de hak en de voorvoet? Soms heeft een atleet pijn in de voorvoet en dat kan door een te smalle fietsschoen komen, dat geeft extra druk.”
Draaiend lichaam
Terwijl alles in eerste instantie bij het oude is gelaten, begint Ittmann te trappen op eensteady pace. Op het scherm is de totale beweging vanuit alle posities en met alle relevante lichaamshoeken te zien. Wat opvalt is de onrust bij de rechter enkel en de naar buiten gedraaide knie die hoger uitkomt. Verder maken de heupen veel onnodige bewegingen en draait het bovenlijf van links naar rechts.
Er wordt een manueel therapeut bij gehaald en die constateert in de hele keten van bekken naar nek ‘blokkades’ van de beweging. De atleet gaat dat compenseren door bijvoorbeeld te roteren. Ittmann wordt ‘losgemaakt’ en mag weer op de fiets stappen. Dat ziet er rustiger uit. Evers: “Naast aanpassingen aan de fiets en schoenen kijken we ook altijd naar de bewegingsketen van de sporter. Kunnen we daar met een behandeling en advies ook iets voor hem of haar betekenen? We streven vooral naar stabiliteit en symmetrie, dan heb je het meeste rendement op de pedalen. Daarnaast letten we op comfort én aero.”
Effect meetbaar
De schoenplaatjes worden vernieuwd en Evers verandert de positie, zodat de kracht naar beneden gaat via de bal van de voet en niet te veel via de zijkant. Op aanraden van de mannen van Bioracer wordt het zadel 3 millimeter naar beneden gezet, want de kniehoek zit tegen de max. Ook krijgt Machiel een verhoging van 4 millimeter in de rechterschoen om het beenlengteverschil te compenseren. “Soms zie je dat atleten met een beenlengteverschil hun fiets scheef trekken en soms lost het lichaam dit zelf op”, legt Evers uit.
“Niets is standaard bij fietsanalyses. Elk lichaam is anders en kiest voor andere oplossingen ter compensatie. Het mooie is dat we nu naar de hele beweegketen kijken en direct van elke aanpassing kunnen zien wat het lokale effect is. Maar ook wat er verder in het lichaam gebeurt, met de knieën, heupen en schouders. Die data wil ik verzamelen voor wetenschappelijk onderzoek. Dan kun je onderbouwde aanpassingen doen, waarvan je de effecten weet.”
Virtuele windtunnel
Ittmann is ook benieuwd of een kortere cranklengte goed is voor hem. De experts denken van wel en adviseren er eentje van 165 millimeter. “Dan moet je het zadel wel 4 tot 5 millimeter hoger zetten”, vertelt een van de mannen van Bioracer. “Daarmee wordt de heuphoek minder scherp en dat voorkomt afknellen en ontlast dat gebied. Ook kun je energie besparen zonder kracht in te leveren en kun je makkelijker een hogere trapfrequentie aanhouden.”
Bij binnenkomst was Ittmann vooral geïnteresseerd of hij wel diep genoeg zat. Evers moest daar al om glimlachen: “Diep zitten is niet altijd aerodynamischer en comfortabeler. Wat doe je met je hoofd en schouders? Hoe vaak kom je bij die 180 kilometer overeind?” Na de 3D-fietsanalyse volgt de aerometing in een virtuele windtunnel. De apparatuur meet de weerstand in het frontale vlak en laat direct zien wat de winst is in wattages. Ittmann wordt voor een camera gezet met achter hem een groen vlak, dat op het beeldscherm is onderverdeeld in vlakken. Evers over Ittmann: “Hij stopt zijn hoofd goed weg, maar hij rijdt met hoge, opgetrokken schouders en dat geeft veel weerstand. Met aanpassingen gaan we nu kijken hoe dicht we hem bij de meest optimale houding kunnen krijgen. Een houding waarin hij nog steeds ontspannen fietst.”
Drie aanpassingen hebben veel effect op de stabiliteit. Evers plaatst de steunen van het ligstuur dichter naar het lichaam, zet de pads 2 centimeter hoger met een stuk foam en iets wijder uit elkaar. Dat levert al 15 tot 20 watt op. “Deze positie druist in eerste instantie tegen mijn gevoel in, maar ik lig meer ontspannen, zonder aan aerodynamica te verliezen”, vertelt Ittmann enthousiast. De nameting met het 3D-systeem laat zien dat hij in die nieuwe houding ook stabieler fietst met de heupen, knieën en enkels. “Een aerowinst van 10 watt scheelt me op 180 kilometer minuten en ik begin meer ontspannen aan het hardlopen.”
Geometrie fiets
Na bijna drie uur is de Felt van Ittmann klaar. Evers gaat nog speciale carbonzooltjes maken voor nog meer constante druk op de pedalen. Enkele weken later is de Zipp-fiets van Ittmann aan de beurt. Dan blijkt dat exact dezelfde fietshouding onmogelijk is door een andere geometrie van de fiets. Op de Zipp zit de atleet korter en meer gedrongen. Twee verschillende zooltjes kunnen het traprendement verhogen en een langere stuurpen is onmogelijk. “De Zipp blijft bij wedstrijden in de schuur”, concludeert Ittmann. Het is volgens Evers voor atleten belangrijk om te variëren tussen tijdritfiets, wegfiets en mtb. Maar dat hoef je de zwemmende, fietsende, hardlopende, langlaufende en rolskiënde Ittmann niet te vertellen. “Ik ben al wat strammer geworden de afgelopen jaren, dus eenzijdig trainen is uit den boze.”
Lees meer trainingsartikelen op https://transition.nl/thema/training