Delta 06

Page 1

NR.06 17 november 2014

onafhankelijk universiteitsblad

Karen Lancel

Online aanraken Deltagoot

Grootste ter wereld Remembrance

Commemorating TU's WWII history

Leiden-Delft-Erasmus LDE

Zuid-hollandse samenwerking english pages see page 28


2

Delta

TU Delft

8 Delta nr. 6

17 november

2014

“De samenwerking tussen Leiden, Delft en Erasmus staat in de kinderschoenen. Er is nog weinig in beeld te brengen. Daarom hebben we ervoor gekozen om samenwerking uit te beelden. Als je met roeien een beetje snelheid wilt maken, moet je veel kracht zetten en netjes in de maat roeien. Het bestuur van Proteus Eretes werkte graag mee. De logo's heb ik in Photoshop ingemonteerd.” (Fotograaf Sam Rentmeester)

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

colofon

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Heather Montague, Folkert van der Meulen Bosma, Damini Purkayastha, Molly Quell, Erik van Rein, Boudewijn de Roode, Jimmy Tigges Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Edauw & Johannissen Oplage 8.000 Jaargang 47 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

cover

interview

Leiden, delft en rotterdam

Karen lancel

De strategische alliantie LeidenDelft-Erasmus (LDE) moet onderzoek en onderwijs verbeteren en de concurrentiekracht vergroten. Een rondgang langs concrete projecten leert dat tijdgebrek hun grootste vijand is.

Kunstenares Karen Lancel doet binnen de TU-vakgroep systeemkunde onderzoek naar hoe we online hetzelfde gevoel van vertrouwen en samenzijn met een ander kunnen hebben als wanneer we elkaar fysiek ontmoeten.


Delta

3

TU Delft

18

28 reportage

english pages

Deltagoot

WWII memorial

Bij TU-buurman Deltares legt bouwer Ballast de laatste hand aan de Deltagoot. Met een maximale golfhoogte van 4,5 meter en een lengte van 300 meter, is dit de grootste golfgoot ter wereld.

A plaque has been dedicated to Frans van Hasselt, a TU Delft student who made an impassioned speech protesting the suspension of Jewish professors from the university.

Delta 07 verschijnt op maandag 1 december

VERDER Column Kort nieuws nieuwsinterview nieuws master sport lifestyle achtergrond leuk bedacht desgevraagd cartoon Survival Guide

04 05 06 07 15 16 17 22 25 27 29 30


columndaphartmannpulse

Delta Goed nieuws! Tussen 3mE en IO zal een nieuw gebouw verrijzen met allemaal collegezalen. Uiteraard zal men de gebruikers van die collegezalen raadplegen omtrent hun specifieke wensen. En dan denk ik niet in de eerste plaats aan de studenten, maar aan de docenten die daar dagelijks hun kennis overdragen op die studenten. Docenten zullen vanaf het begin nauw bij het ontwerpproces betrokken worden, dacht ik in mijn naïviteit. Zeker toen ik werd uitgenodigd voor een bijeenkomst om over de plannen te discussiëren. Dat was vast en zeker naar aanleiding van mijn vorige column. Op die bijeenkomst werden de plannen gepresenteerd. Het ging vooral over het aantal zalen (tien), de capaciteit van die zalen (60-140 personen), dat het gebouw uitstraling moet hebben (transparant, licht en duurzaam), en dat het activerend onderwijs moet faciliteren. Er was zelfs een mindmap gemaakt. Geen idee wat dat is, maar het klinkt indrukwekkend. De zalen moeten worden ingericht ‘volgens de beste inzichten van dit moment’. Wiens inzichten dat precies betreft is niet helemaal duidelijk, maar men heeft in elk geval geen docenten geraadpleegd ‘want die hebben toch allemaal een andere mening’. Die beste inzichten van dit moment bleken vooral te bestaan uit ‘voldoende stopcontacten’ en ‘overal een krachtig wifisignaal’. Zodat studenten tijdens college hun smartphone kunnen opladen en hun Facebookpagina kunnen bijwerken? Hoeveel uur heeft de directeur onderwijs in zijn leven eigenlijk gedoceerd? Als ik zijn cv bekijk, schat ik om en nabij de nul. Als je maar kunt managen, dan is de inhoud verder irrelevant. Dat gebouw is op papier al helemaal klaar. Het gaat Pulse heten, want learning centre vond men te saai. En waar staat Pulse dan voor? Ik sprak het bange vermoeden uit dat men eerst een ‘spannende’ naam had bedacht – Pulse – en pas daarna is gaan puzzelen van welke woorden dit het acroniem vormt. Dat bleek inderdaad het geval. Dus dan hebben we de P van eh…, eh…, en de U van eh…, eh…. Als u het wel ziet, mag u het zeggen hoor. In elk geval zal de L wel van Learning zijn, en misschien is de S van Studying en dan de E van Education? Bijna goed. Pulse staat voor Practise Unite Learn Share Explore. Geweldig, dat onthoudt dus helemaal niemand. Learning centre dekt keurig de lading en is eenvoudig te onthouden. Maar ja, te saai he? En het was nog veel erger dan ik had gevreesd. Men had namelijk een marketingbureau opdracht gegeven om dat allemaal uit te werken! Wáááááát??? Alsof het een reclamecampagne voor Heineken of het Rijksmuseum betrof, werd een extern bureau ingehuurd voor de marketing van een gebouw met collegezalen. Wat een waanzin. Dus we vragen niet aan docenten aan welke eisen een collegezaal moet voldoen, maar we vragen wel een marketingbureau om het gebouw ‘te positioneren’ in de uiterst competitieve markt van universitaire collegezaalgebouwen. Liefst met bijbehorende mindmap. Kan degene die verantwoordelijk is voor deze beschamende geldverspilling alsjeblieft uit zijn functie ontheven worden? Wat een Pretentieuze Usurpatoire Lamentabile Scandaleuze Effronterie.

Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

TU Delft Oras ging afgelopen week de faculteiten langs om studenten hun mening te vragen over de vaste computers op de campus. Er was ook een online enquête. Er zijn volgens de studentenraadsfractie steeds minder desktops voor studenten beschikbaar. Oras-voorzitter Jeroen Delfos stapt met zijn advies naar het college van bestuur.

1 Moeten alle vaste computers voor studenten verdwijnen?

nee

2 Een laptop is niet zo krachtig als een vaste computer.

nee

3 Studenten moeten tevreden zijn met wat de TU hen biedt.

nee

4 Kan het college

5 Op welke stelling wil je terugkomen? “Op vraag 3. De TU wil vooruitstrevend zijn in de faciliteiten die ze biedt. Met het weghalen van vaste computers zien we het tegenovergestelde. Kapotte computers worden niet meer vervangen. De universiteit gaat ervan uit dat studenten laptops hebben. Dat is zo, maar daarop zit niet alle noodzakelijke software. Ook printen gaat vaak beter vanaf een desktop. Een oplossing zou kunnen zijn dat er weer meer vaste plekken komen. Bij Industrieel Ontwerpen zijn al computerzalen bijgebouwd. Probleem is alleen dat daarin veel colleges worden gegeven, ook van andere faculteiten. De TU zou ook virtuele software beschikbaar kunnen stellen, vanaf haar server. Als we de enquêtes hebben geïnventariseerd, hopen we te weten wat de studenten willen.”

(Foto: Oras)

4

van bestuur om het signaal van de studenten heen?

nee

4962 De open dagen voor bacheloropleidingen trokken half oktober 4900 scholieren. De TU is blij met de belangstelling, maar met zulke aantallen puilen zalen uit en zijn rijen lang. De afdeling communication, die de dagen organiseert, zoekt daarom naar oplossingen. En dat zonder al te grote veranderingen, want de open dagen zijn sinds dit jaar al anders ingericht. In het voorjaar zijn er oriënterende dagen, in het najaar verdiepende. Directeur communication Mark Lammerts denkt eraan om simpelweg extra dagen in te lassen. Een maximum aantal scholieren wil hij niet instellen. Om de voorlichting zo goed mogelijk te laten zijn, moet iedereen kunnen komen, vindt hij. Het aantal begeleidende ouders kan wat hem betreft wel naar beneden. “Eén ouder meenemen is goed en genoeg.”

Tweet Bas Flipsen: “Afgelopen weken hebben ze bij Industrieel Ontwerpen aan de liften gewerkt. Je zou denken dat die verbeterd zijn, maar de nieuwe interface en de knopjes zijn er niet mooier op geworden en de motoren draaien langzamer. De liften zijn volledig van slag. We staan lang te wachten. Vroeger voelde je de versnelling. Nu voel je niets meer, zo traag is het geworden. Vroeger zat je in dezelfde tijd op de derde, nu op de eerste. Ik heb het idee dat degene die het eerste op het knopje drukt als eerste bediend wordt. Alle slimheid is er uit gehaald. Wiens idee dit is, weet ik niet. Mensen maken er wel grapjes over. Waarom zouden ze die motor langzamer laten draaien? Om het energieverbruik te verlagen en het onderhoud van de motor te verminderen? Of willen ze meer mensen op de trap? Die knop ook: die piept als je hem indrukt. Als je blind bent is dat wel fijn, sound feedback. We hebben een mooie experience design afdeling die naar soorten feedback kijkt. Voelen, kijken, luisteren, ruiken. Een geurtje zou heel fijn zijn… Dat je ruikt dat je naar de derde verdieping gaat, een stoffige afdeling haha.”


Kort Meer en uitgebreider nieuws op www.delta.tudelft.nl

Ceremonie Tijdens een groots opgezette integriteitsceremonie in de Rotterdamse Laurenskerk legden eerstejaars studenten klinische technologie onlangs hun bachelorsverklaring af. De opleiding van de universiteiten van Leiden, Delft en Erasmus loopt dit jaar voor het eerst. delta.tudelft.nl/29052

De zelflerende looprobot Leo was een van de bezienswaardigheden op de TU Delft Research Exhibition DIG-it. Op het evenement, afgelopen dinsdag in de TU Delft Library, presenteerden Delftse wetenschappers meer dan tachtig recente onderzoeksprojecten, variërend van kunstmatige fotosynthese, 3D-scannen en reproductie van schilderijen, tot een herontwerp van het toilet. (Foto: Tomas van Dijk) delta.tudelft.nl/29061

De week van... Het was een drukke week voor prof.dr.ir. Leo Kouwenhoven (TNW). De Nederlandse regering heeft zijn vakgebied, de quantumtechnologie, de status gegeven van Nationaal Icoon. Dit maakte minister Henk Kamp op 6 november bekend tijdens de Innovatie Conferentie in de Ridderzaal, in aanwezigheid van koning Willem-Alexander. Hij verwacht dat het vakgebied een grote maatschappelijke en economische impact zal hebben en wil het daarom extra ondersteunen. Dezelfde avond mocht Kouwenhoven uitleg geven bij tv-programma De Wereld Draait

Door. Volgens de hoogleraar is de technologie nu zover dat het “eigenlijk niet zozeer de vraag is of we [een quantumcomputer] kunnen bouwen, maar vooral wanneer.” De drie andere technologische iconen zijn de teelt van aardappelen op basis van zaad in plaats van pootaardappelen (een uitvinding van het bedrijf Solynta), de gekweekte stamcellen van het Hubrecht Instituut waarmee medicijnen getest kunnen worden buiten het lichaam, en de oplosbare naald, bioneedle, van veearts Gijsbert van de Wijdeven, die in zijn geheel oplost in het lichaam. (Foto: Marc Blommaert)

Intocht in de Laurenkerk. (Foto: Alain Gil Gonzalez)

Hoogleraar reactorfysica en TNWdecaan prof.dr.ir. Tim van der Hagen is voor een periode van vier jaar benoemd tot lid van de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI). Deze raad adviseert de regering en het parlement over het beleid voor wetenschap, technologie en innovatie. Nieuw in het takenpakket van de AWTI is advisering over innovatie in de energiesector, een taak die het heeft overgenomen van de onlangs opgeheven Energieraad. Van der Hagen is verantwoordelijk voor de portefeuille Energie. (Foto: Marcel Krijger )

Maritiem gala

Tijdens het Maritime Awards gala op 6 november in Zaandam betrad de TU twee maal het erepodium. Ir. Emiel Mobron kreeg de ontwerpprijs voor zijn afstudeerwerk aan het zeilende vrachtschip Ecoliner. De mede door de afdeling maritieme techniek ontworpen reddingboot NH1816 werd uitgeroepen tot het beste schip. delta.tudelft.nl/29066

Neutronenbron De modernisering van de Delftse onderzoeksreactor wordt uitgevoerd door een consortium van Zuid-Koreaanse bedrijven. Onlangs vond in Seoul de ceremoniële ondertekening plaats van de aanbesteding. De Koreanen gaan een koude neutronenbron plaatsen. delta.tudelft.nl/29050

Negatief advies Het college van bestuur wil de reorganisatie bij de afdeling design engineering (IO) doorzetten, ondanks een negatief advies van de ondernemingsraad. Deze vindt de profielen van nieuw aan te trekken hoogleraren te ruim omschreven en de nieuwe koers te open. De or betwijfelt of mensen wel objectief en eerlijk op functies zijn te plaatsen. delta.tudelft.nl/29045


6

Delta

Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek

TU Delft

nieuwsinterview Goudlokje in quantumland Quantumfysicus Seth Lloyd (MIT) was vorige week op bezoek bij zijn collega's van het Kavliinstituut en vertelde daar over het Goudlokjeeffect. Wie is Goudlokje eigenlijk? "Dat is een meisje uit een sprookje dat in een bos een verlaten huis van drie beren binnenwandelt. In het huis is alles in drievoud. De ene stoel is te groot, de andere te klein en een derde precies goed. De ene kom pap is te warm, de andere te koud en de derde precies goed. En het ene bed is te hard, een ander te hard en eentje is precies goed. Goudlokje kiest precies het juiste niveau van temperatuur, zachtheid en grootte. Het sprookje eindigt ermee dat de drie beren thuiskomen en het meisje aantreffen dat hun pap gegeten heeft en in een van hun bedden slaapt. Er zijn verschillende variaties in de afloop. Sommige verhalen lopen beter af dan andere."

En wat heeft dat met quantummechanica te maken? "Dat kwam door een artikel in de New

York Times van zeven jaar geleden. Dat stelde dat bacteriën quantumberekeningen uitvoeren. We moesten er eerst erg om lachen, maar het gaat om de overdracht van energie bij fotosynthese: het omzetten van licht in chemische energie. Licht wordt omgezet in een energiegolf die we een exciton noemen. Die golf reist door een ingewikkeld molecuul (het fotocomplex) naar het reactiecentrum waar de energie van meerdere fotonen wordt opgeteld en omgezet in een chemische verbinding. Dat fotosynthetische proces blijkt in bacteriën en met verbazende efficiëntie te verlopen. Het artikel liet zien dat die efficiëntie het gevolg was van goed getunede quantummechanica."

Seth Lloyd: “Sommigen zeggen dat God een ontwerpster is met een verbazende beheersing van de quantummechanica.”

Hoe gaat dat dan?

Ruis als smeermiddel?

"Als je het fotocomplex ziet onder een elektronenmicroscoop is het een rommeltje. Je kunt je moeilijk voorstellen dat een energiegolf, een exciton, zich daar doorheen kan bewegen. En toch gebeurt dat. Met horten en stoten. Als de golf ergens blijft steken, komt er toch weer beweging in de zaak doordat het hele molecuul staat te schudden door de warmtebeweging. Maar als het fotocomplex teveel staat te schudden, dan komt de energiegolf er ook niet meer doorheen."

"Het gaat om precies het juiste niveau van het schudden waardoor het transport zo efficiënt verloopt. Het proces verloopt alleen optimaal bij een bepaalde temperatuur. Net als Goudlokje alles precies op het juiste niveau uitzoekt. Vandaar de naam."

De evolutie heeft zich dus quantummechnisch ontwikkeld? "Dat ligt aan je interpretatie. Sommigen zeggen dat God een ontwerpster is met een verbazende beheersing van

de quantummechanica. Anderen zullen concluderen dat ziljoenen bacteriën niet voor niks zijn gestorven."

Seth Lloyd maakt zijn verhaal over energietransport en ruis graag duidelijk met een dans (zie Youtube). youtu.be/_f4PuSQu6Ik

Graduate School heeft doel nog niet bereikt Promovendi aan de TU melden vaker dan vóór de komst van de Graduate School dat ze achterlopen op schema. Toch geven ze het promotieklimaat een hoger cijfer dan drie jaar geleden, blijkt uit onderzoek. In totaal 667 promovendi deden mee aan een tevredenheidsonderzoek als vervolg op een nulmeting uit 2011, pal voor de lancering van de Graduate School aan de TU. Toen gaf 32 procent aan achter te lopen op schema. Dit jaar zegt 43 procent achter te lopen. De meest genoemde redenen hiervoor zijn: te moeilijk (41 procent) of te druk (21 procent) onderzoek en begeleidingskwesties (17 procent). Opmerkelijk: de Graduate School was in 2011 juist opgezet om de promotiesnelheid en -kwaliteit te

verhogen. Coördinator Stella van der Meulen denkt dat er sprake is van een bewustwordingseffect. “Mensen realiseren zich nu in het begin van hun promotieonderzoek dat ze het in vier jaar moeten afronden. Vóór de komst van de Graduate School was die notie niet zo groot. De meesten gingen uit van vijf jaar of langer.” Van der Meulen vermoedt dat promovendi juist meer op schema lopen dan voorheen. “Ik denk dat de promotieduur aan het afnemen is, alleen kunnen we dat nog niet met harde cijfers staven.” Vanaf 2016 is te zien hoe lang de promotieduur is van de eerste groep promovendi binnen de Graduate School. Van de promovendi denkt trouwens 73 procent de promotie te kunnen afronden binnen de tijd die er voor staat. In 2011 was dat 69 procent. Op elke faculteit is tussen de dertig en veertig procent van de promovendi niet tevreden over het aantal experts in hun omgeving dat kan helpen met problemen. Bijna een op de drie geeft aan niet genoeg hulp te krijgen bij het vergaren van data. Dat

is meer dan in 2011. De begeleiding zelf wordt nu op alle vlakken als beter ervaren dan in 2011. Opvallend is daarbij wel dat nog niet alle promovendi weten wie hun promotor is, terwijl het de bedoeling is dat alle promovendi tot aan hun go/no go-moment een beoogd promotor hebben die daarna meestal de promotor wordt. Een op de tien promovendi (maar dat verschilt nogal per faculteit) heeft geen dagelijks begeleider of weet niet dat hij er een heeft. Over de hulp van de promotor of dagelijks begeleider bij het opbouwen van een professioneel netwerk is 31 procent niet zo tevreden. Van der Meulen wil promovendi tijdens een promotiedebat op 28 november bij Lijm & Cultuur vragen wat ze dan verwachten. (CvU) Lees het volledige stuk op delta.tudelft.nl/29067


Delta

7

TU Delft

campusnieuws Duwo richt internationaal platform op Duwo heeft samen met een Duitse studentenhuisvester een internationaal platform opgericht. Studenten zouden daardoor in de toekomst gemakkelijker een kamer moeten kunnen vinden in het buitenland. Bij het platform Network Cum Laude (NCL) kunnen zich niet alleen studentenhuisvesters als oprichters Duwo en het Duitse International Campus AG aansluiten. Ook universiteiten en dienstverleners zijn welkom. Er hebben zich al Spaanse, Italiaanse en Engelse geïnteresseerden gemeld. De samenwerking moet het vinden van een geschikte kamer in het buitenland in de toekomst vergemakkelijken. Concrete afspraken over hoe dat vorm moet krijgen, moeten nog gemaakt worden. De hoop is dat er door het contact tussen studentenhuisvesters en andere belanghebbenden nieuwe ideeën voor woonoplossingen ontstaan. Daarnaast gaan de aangesloten partijen kennis uitwisselen. Duwo-directeur Jan Benschop hoopt

dat hij zo bijvoorbeeld meer inzicht krijgt in de toekomstige groei van internationale studentenuitwisseling. “Zo kunnen we voorsorteren op de toekomstige situatie.” Ook denkt hij met het platform gemakkelijker te kunnen onderzoeken of het nodig is het kameraanbod te diversifiëren en op welke schaal. “De ene student wil een gemeubileerde kamer, de ander gaat liever naar de kringloop.” NCL heeft geen winstoogmerk. Volgens Benschop is het netwerk wel interessant voor bedrijven die studenten willen bereiken. “We kunnen studenten in contact brengen met toekomstige werkgevers. Ook kunnen we productaanbiedingen plaatsen in een aantrekkelijke doelgroep”, zegt hij in het persbericht.

‘De ene student wil een gemeubileerde kamer, de ander gaat liever naar de kringloop’ Desgevraagd licht hij die uitspraken toe. “Wij hebben contact met tienduizenden studenten in Europa. Als die daarvoor toestemming geven, kunnen wij ervoor zorgen dat bedrijven uit binnen- en buitenland hen gericht

Vorige week startten in TU-Noord voorbereidingen voor onder meer de bouw van een International Student House. (Afbeelding: Duwo)

kunnen benaderen.” Dat kan het vinden van een baan versnellen, denkt Benschop. Er zijn daarnaast allerlei dienstverleners van wie veel studenten graag het bestaan willen weten, denkt Benschop. “Een buitenlandse student in Delft wil meestal graag weten waar je goedkoop kunt sporten, of naar de film kan. Veel Chinese studenten spreken niet zo goed Engels. Een bijspijkercursus kan dan helpen. Er is consulting of tutoring op allerlei terreinen denkbaar.”

Het netwerk brengt internationale bedrijven en studenten niet met elkaar in contact om er geld aan te verdienen, benadrukt Benschop. Hij wil inspelen op wat studenten nodig zouden kunnen hebben, om hen vooruit te helpen, of dat nu direct met huisvesting te maken heeft of niet. “Waarom zouden wij ons niet op andere terreinen kunnen richten? Ik zie onze taak niet zo eng.” (SB) delta.tudelft.nl/29056

Hoeneveld wint drie zetels Na drie jaar als zelfstandige lijst te hebben meegedraaid in de ondernemingsraad, heeft Dick Hoeneveld nu drie zetels winst behaald bij de or-verkiezingen. Hoenevelds nieuwe lijst Connected komt nu met vier zetels in de ondernemingsraad (or). Dat is ten koste gegaan van de fractie Democratisch Beleid, die twee van haar acht zetels moet inleveren. De grootste fractie wordt Abva/Kabo FNV, met negen zetels. Dat is een zetel meer dan bij de vorige verkiezingen. De fractie CMHF/AC-HOP behoudt haar vier zetels. De winst voor Connected is volgens Hoeneveld vooral te verklaren door het netwerk van de kandidaten. “Mensen hebben het ons gewoon gegund, omdat we een nieuw geluid laten horen en drie jonge kandidaten in de fractie hebben. Bovendien hebben we

ons gericht op de internationale staf en de belangenorganisaties van de TU, daar zijn we echt uniek in.” Hoeneveld wil zich vooral inzetten voor betere kansen ter ontwikkeling van medewerkers, met een werkplek die het beste bij ze past. Daarnaast noemt hij de hoge werkdruk die volgens hem een groeiend probleem is. “Uiteraard is het nodig dat er geld wordt uitgegeven aan nieuwbouw en onderhoud of

‘Uitgaven aan gebouwen moeten wel in balans blijven met investeringen in mensen’ renovatie van onze bestaande gebouwen, maar dat moet wel in balans blijven met de investeringen in personeel, onderzoek en onderwijs. Hier gaan we snel een punt van maken.”

De opkomst bij de or-verkiezingen was lager dan drie jaar geleden: bijna 35,9 procent (van de 5340 kiesgerechtigden) tegenover 43,1 procent in 2011. Desalniettemin noemt de huidige (en stoppende) or-voorzitter Dineke Heersma dat ‘niet slecht’. “Bij andere universiteiten was de opkomst zeventien en twintig procent.” Bij 3mE, Bouwkunde en de universiteitsdienst waren er tevens verkiezingen voor de lokale ondernemingsraden, de onderdeelcommissies (odc’s). Bij de overige faculteiten waren geen verkiezingen, omdat zich daar te weinig kandidaten hadden gemeld. Bij Bouwkunde en de universiteitsdienst was de opkomst meer dan vijftig procent. (CvU) Kijk op delta.tudelft.nl/29051 voor een lijst van medewerkers die in de ondernemingsraad komen.


LDE-centres: sprint of marathon? De ‘strategische alliantie Leiden-Delft-Erasmus’ die de drie Zuid-Hollandse universiteiten in 2012 aangingen, moest onderzoek en onderwijs verbeteren en de concurrentiekracht vergroten. IdeeĂŤn voor concrete projecten moesten van onderop ontstaan, wat in 2013 uitmondde in de oprichting van acht gezamenlijke centra. Een rondgang langs deze acht leert dat tijdgebrek hun grootste vijand is.


De universiteitsbladen Delta en Erasmus Magazine (Rotterdam) maken de komende maanden een driedelige serie over LDE. Deze keer over de samenwerking tussen de wetenschappers.

N

eem een maatschappelijk vraagstuk, zoek daarbij onderzoekers die daar vanuit verschillende expertisegebieden tegenaan kijken, zet hen bij elkaar en voilà: de onderzoeksprojecten schieten als paddenstoelen uit de grond. Mét in hun kielzog nationale en Europese subsidies. Dat is in simpele bewoordingen het idee achter de acht onderzoekscentra die de universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam in 2013 oprichtten. Dat zijn ‘Education and Learning’, ‘Metropolis and Mainport’, ‘Global Heritage and Development’, ‘European Research Centre for Economic and Financial Governance’, ‘Governance’, ‘Sustainability’, ‘Safety and Security’ en ‘Frugal Innovations’. Achter deze centra gaan honderden onderzoekers schuil, ondersteund door ‘trekkers’ met een minimale ambtelijke staf en een paar ton euro aan seed money vanuit de drie universiteiten. Hoe vergaat het hen en welke lessen hebben zij tot nu toe geleerd?

Enthousiasme en inspiratie Onderzoekers binnen de meeste centra hebben inmiddels ervaren hoe inspirerend het is om met collega’s uit andere vakgebieden naar hetzelfde onderwerp te kijken.

Neem Global Heritage. Het kostte meer dan vijftig gesprekken met onderzoekers van allerlei pluimage, maar nu is duidelijk hoe veelomvattend het centrum is. Historici, economen, bouwkundigen, civiel ingenieurs en vele anderen hebben zich verdeeld over vijf onderzoeksthema’s. De betrokkenen blijken elkaar aan te vullen, wat enthousiasmerend werkt.

Daadkracht Of kijk naar Education and Learning. Dat centre heeft mensen bijeen gebracht die elkaar nauwelijks kenden. De focus van kabinet en universiteiten op studiesucces en online onderwijs geeft onderzoek naar universitair onderwijs de wind in de rug, maar het onderling contact blijkt weldadig. Een ander voorbeeld is het ‘European Research Centre for Economic and Financial Governance’. Daarbinnen is iedereen ervan doordrongen dat structurele oplossingen voor de economische en financiële crisis niet kunnen komen van individuele onderzoeksgebieden. Integrale oplossingen zijn de formule. De centra hebben hun eigen strategie en tempo. Zoals een trekker zegt: de één trekt vele sprintjes, de ander loopt de marathon. Vrijwel allemaal kunnen de centra gro-

tere en kleinere successen op hun naam schrijven. De meeste hebben sinds kort een website, er zijn netwerken gebouwd, subthema’s geformuleerd, ondersteunende medewerkers aangesteld, workshops en bijeenkomsten gehouden, congressen georganiseerd, onderwijsprogramma´s opgesteld en onderzoeksvoorstellen ingediend. Binnen ‘Safety and Security’ zijn bijvoorbeeld twee NWO-voorstellen gehonoreerd, over cyber security en flood security. En op 6 november was er in Rotterdam een conferentie over cyber crime. Ook binnen Metropolis and Mainport wordt gewerkt aan voorstellen richting NWO en de Europese Unie. Er zijn subthema’s gekozen als bereikbaarheid en synergie tussen haven en stad. Per thema komen er inhoudelijke ‘roadmaps’, die voor de komende jaren de richting aangeven. Met de sponsoring van een posterprijs en het geven van workshops werkt het centre aan naamsbekendheid. Het Centre for Sustainability heeft na een moeilijke start richting gevonden binnen een breed gebied als duurzaamheid. Het centre zet in op een relatief nieuw gebied, het beheersen van materialenstromen. Lees verder op pagina 10


Al voordat de alliantie Leiden-Delft-Erasmus bestond, werkten de drie samen. Medical Delta is het bekendste voorbeeld. Daarnaast is er de Casimir Research School en zijn er gemeenschappelijke opleidingen. Ook bestaan er vele ad hoc-onderzoeksprojecten.

De acht centra bevinden zich in verschillende stadia van oprichting. Aan het ene uiterste staat onder meer Frugal Innovations, dat concrete resultaten heeft geboekt (zie pagina 11). Aan het andere uiterste staat Governance, waarvan de toekomst onzeker is.

Metropolis and Mainport

Metropolis and Mainport Wapenfeit: Er lopen al onderzoeksprojecten met NWO- en EU-financiering. Uitdaging: Het centre bestaansrecht geven op een speelveld met meerdere andere centra. Nog geen website

Global Heritage and Development

Global Heritage and Development Wapenfeit: Er zijn meer dan tien subsidieaanvragen ingediend. Uitdaging: Steeds duidelijk krijgen waar onderzoekers gezamenlijk optrekken en waar alleen of in andere verbanden. www.centre-for-global-heritage-and-development.nl

European Research Centre for Economic and Financial Governance

European Research Centre for Economic and Financial Governance Wapenfeit: Workshops voor Europese beleidsmedewerkers en Europarlementariërs hebben de naamsbekendheid vergroot. Uitdaging: Het Europese netwerk opbouwen krijgt voorrang boven geld binnen halen. Uiteindelijk moet het daar wel van komen. www.euro-cefg.eu

Sustainability

Sustainability Wapenfeit: Een subsidieaanvraag bij Kic Raw Materials van het European Institute of Technology is de deur uit. Uitdaging: Onderlinge concurrentie door overlappende onderzoeksgebieden voorkomen. www.centre-for-sustainability.nl

Education and Learning

Education and Learning Wapenfeit: Drie modules voor professionele training kunnen in januari starten. Uitdaging: Wetenschappers die zich extra inzetten moeten waardering krijgen van collega’s en leidinggevenden. www.centre-for-education-and-learning.nl

Safety and Security

Safety and Security Wapenfeit: Twee NWO-subsidies zijn binnen. Uitdaging: het formuleren van andere thema’s dan cyber. www.centre-for-safety-and-security.nl

Het mocht op 4 november meteen een side event organiseren naast de bijeenkomst van het prestigieuze UNEP International Resource Panel in Rotterdam.

ze de alliantie erbij noemen, met de volledige namen van de universiteiten erbij. Een huisstijl is er niet, al hebben de websites wel één uitstraling. Eentje die bewust in niets lijkt op die van de drie instellingen.

Cultuurverschillen Hoe inspirerend de samenwerking ook is, gemakkelijk is ze niet altijd. Onderzoekers spreken soms letterlijk elkaars taal niet. Daar komt bij dat de definitie van succes nogal eens verschilt. Waar de één zo snel mogelijk wil publiceren in een vooraanstaand internationaal vakblad, ziet de ander een nationaal blad als geschikter podium. Waar voor de één samenwerken met bedrijven natuurlijk is, is het voor de ander nieuw terrein. Er is geen handleiding ‘omgaan met Leidenaren’ nodig, grapt één van de geïnterviewden. Maar onderzoekers moeten de verschillen respecteren en elkaar successen gunnen. Alleen dan kunnen ze samen verder. Wat daarbij helpt, zo is de ervaring, is dat onderzoekers echt uit andere gebieden komen. Overlap leidt niet zelden tot onenigheid over wie wat mag doen. De marketingafdelingen van de universiteiten waken intussen over de imago’s van hun instellingen. Dat heeft erin geresulteerd dat de naam LDE (voor Leiden, Delft, Erasmus) niet meer mag worden gebruikt. Hoewel niet iedereen die regel even strikt naleeft, is het zo voor de centra omslachtig zichzelf te verkopen. Steeds moeten

Obstakels Zo zijn er meer organisatorische obstakels. Tegen sommige – andere ondersteunende systemen, verschillen in regels en procedures – loopt ieder centre op. Ook de verschillen in academische jaarindeling zijn een probleem. Dat maakt dat veel onderzoekers ervoor terugdeinzen om bijvoorbeeld samen een minor op te zetten. De minor responsible innovation, de eerste in LDE-verband, heeft dat probleem opgelost door Rotterdamse studenten één kwartaal te laten volgen waar Leidse en Delftse studenten het volledige programma van twee kwartalen doen. Niet ideaal. Er zijn ook obstakels waar niet iedereen tegenaan zal lopen. Governance wil een gezamenlijke master. Dat moet een tweejarige multidisciplinaire topopleiding worden met de beste onderzoekers van de drie instellingen, ingangseisen aan studenten, een eigen locatie en stages in het buitenland. Alleen, momenteel mogen Leiden en Rotterdam wettelijk geen tweejarige master aanbieden. Er wordt gezocht naar een oplossing, in de tussentijd bestaat het centre feitelijk niet. Gezamenlijk onderzoek is er al

langer, zo redeneren de onderzoekers, daar hebben ze (voorlopig) geen centre voor nodig. Werk genoeg.

Tijdgebrek Een gebrek aan tijd heeft bijna iedereen. Zelfs als het aanvankelijke enthousiasme groot is en de ideeën voor onderzoek en onderwijs talrijk, dan nog is het lastig tijd te vinden. Natuurlijk past het onderzoek voor het centre binnen het werk dat een wetenschapper al doet, maar in de praktijk komen er taken bij terwijl de aanstelling gelijk blijft. De trekkers waken ervoor dat mensen niet omvallen. Ze houden administratieve rompslomp als websites bouwen, bijeenkomsten organiseren en toekomstvisies schrijven weg bij de inhoudelijke mensen. Want die laatste moeten hun werk zo soepel mogelijk kunnen doen en zo weinig mogelijk gedoe aan hun hoofd hebben. Want anders, het is al gebeurd, haken ze af. En dan komt de toekomst van een centre, die zwaar leunt op de ideeën van onderzoekers, snel op losse schroeven te staan. (SB)

Dit was deel 1 van een serie over LDE. De volgende aflevering gaat over de samenwerking in het onderwijs en verschijnt in januari 2015 in Delta en Erasmus Magazine.


Tekst: Saskia Bonger en Erik van Rein Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

TU Delft

11

LDE Centre for Frugal Innovation in Africa

Via kleinschaligheid naar het grote geld Het Centre for Frugal Innovation in Africa loopt goed en wordt vooral gedragen op de enthousiaste handen van een kleine groep onderzoekers. Vinden Zambianen het koken van bonen op traditioneel houtskool echt nodig of voldoen duurzame en goedkopere houtpellets ook? En lukt het om arme Afrikanen op termijn aan een goed huis te helpen als ze bereid zijn een deel van hun loon in een spaarfonds te stoppen? Iva Peša struint in Zambia initiatieven af voor het Centre for Frugal Innovation in Africa (CFIA). De postdoc is de eerste onderzoeker die fulltime verbonden is aan het centrum. Peša kijkt op dit moment welke duurzame ontwikkelingen goed zijn voor Afrikaanse samenlevingen. “Die nieuwe producten moeten niet alleen goedkoop zijn, maar ook worden geaccepteerd door de bevolking.” Dat is het doel van Frugal Innovation, een fonkelnieuwe wetenschapstak. Frugal is een synoniem voor spaarzaam en de wetenschapssector moet ervoor zorgen dat bedrijven slimme apparaten

en diensten kunnen ontwikkelen die geld opleveren en inwoners van ontwikkelingslanden ook écht vooruit helpen op bijvoorbeeld het gebied van armoedebestrijding of gezondheid. Peter Knorringa, hoogleraar private sector & development aan het Institute for Social Sciences van de EUR, is een van de oprichters van het CFIA. Als ‘trekker’ ziet hij toe op de ontwikkeling van de onderzoeksgroep. Knorringa was samen met hoogleraar management van technische innovaties Cees van Beers uit Delft en André Leliveld, senior researcher aan het African Studies Centre in Leiden, al langer bezig met frugal innovations. “Toen wij hoorden over de strategische alliantie viel het kwartje en zijn we om tafel gegaan. Achteraf gezien vraag ik me af waarom we dit niet eerder hebben gedaan.”

Tolerante houding Aan enthousiasme geen gebrek bij de CFIA-onderzoekers, het is de meest voorname reden waarom de samenwerking goed verloopt. Dat er ‘een klik’ en ‘chemie’ is tussen de ongeveer vijftien betrokken onderzoekers bij het relatief kleinschalige CFIA wordt vaak aangehaald als belangrijk instrument voor de goede samenwerking. In-

Nieuwe duurzame producten voor de Afrikaanse samenleving moeten niet alleen goedkoop zijn, maar ook worden geaccepteerd door de bevolking.

terdisciplinair onderzoek vereist namelijk een tolerante houding ten opzichte van andere wetenschapsdisciplines. “Je kunt geen grote ego’s gebruiken”, zegt Caspar van Woensel, universitair docent burgerlijk recht en intellectueel eigendomsrecht aan de Universiteit Leiden. “Je moet openstaan voor aanvullingen op jouw vakgebied.” Ideeën worden een paar keer per jaar uitgewisseld tijdens brainstormsessies. Voor Van Woensel was dat de eerste keer wel wennen. “Je praat met andere termen en spreekt de ‘taal’ van het andere vakgebied niet. Ik legde uit hoe intellectuele eigendomsrechten een positieve bijdrage kunnen leveren aan de frugal innovations en had niet verwacht dat dit zo nieuw was voor de medici en ingenieurs aan tafel.”

Groot geld

Ook analfabeten kunnen de door het Frugal Innovation in Africa centre ontwikkelde voorhoofdthermometer ‘aflezen’.

De geestdrift van de onderzoekers leidde al tot een aantal concrete resultaten. Zo werd er een frugal voorhoofdthermometer ontwikkeld door medisch antropologen van het LUMC en industrieel ontwerpers uit Delft, die ervoor zorgt dat ook analfabeten kunnen zien wanneer iemand koorts heeft. Ook kon er een EUR-student naar Ghana om de verkoopmogelijkheden voor een in Delft ontworpen frugal weerstation te verkennen. Dit soort kleine deelprojecten

‘Achteraf gezien vraag ik me af waarom we dit niet eerder hebben gedaan’

loopt goed, maar uiteindelijk kan het centre alleen voortbestaan met het binnenharken van subsidies. Tot eind 2015 kan het CFIA nog steunen op seed money van de stuurgroep, daarna moet het centrum zichzelf bedruipen. Inmiddels liggen er al twee concrete onderzoeksvoorstellen te wachten op honorering, waarvan één bij de grote Nederlandse wetenschapsfinancier NWO. Bij die aanvraag bleek dat het nog moeilijk is om ook formeel als centre te handelen. NWO verwacht namelijk één hoofdaanvrager. Dat betekent dat de subsidie wordt toegekend aan één universiteit, terwijl het onderzoek daadwerkelijk steunt op drie universiteiten. “Het zou wel aardig zijn als je de samenwerking formeel goed gestalte kunt geven door onderzoeksvoorstellen ook via het centre in te dienen”, zegt hoogleraar Van Beers. Niet alleen Nederland moet nog wennen aan de nieuwe samenwerking, ook op Europees gebied is er nog werk aan de winkel wat betreft naamsbekendheid van het centrum en de nieuwe wetenschapstak Frugal Innovation in het algemeen. Lukt dat niet, dan is de kans op het grote geld uit het prestigieuze financieringsproject Horizon 2020 klein. De eerste aanvraagronde is geweest, maar die heeft het centre bewust laten schieten. André Leliveld: “Dat kwam simpelweg te vroeg. Je vergroot je kans op succes in Europa door succes aan te tonen, daarom kiezen wij eerst voor aanvragen in Nederland. Vanuit daar bouwen we verder.” (EvR)


‘ik wil online aanraken introduceren’ Kunstenaars en ingenieurs kunnen veel van elkaar leren bij het ontwerpen van technologie. Dat is althans de overtuiging binnen de vakgroep systeemkunde van prof. Frances Brazier (TBM). Vandaar dat kunstenares Karen Lancel er onderzoek doet naar hoe we online hetzelfde gevoel van vertrouwen en samenzijn met een ander kunnen hebben als wanneer we elkaar fysiek ontmoeten.


Tekst: Saskia Bonger Foto’s: Hans Stakelbeek

Delta

“Kunstenaars ontwerpen ervaringen.” Dat zei Frances Brazier in 2011 in een interview met Delta. De kennis die die ervaringen opleveren, is cruciaal voor ontwerpers van participatiesystemen, stelde de hoogleraar systeemkunde. Ervaringen ontwerpen is precies wat kunstenares Karen Lancel doet binnen haar promotietraject bij de vakgroep van Brazier. Door middel van performance art-projecten met namen als E.E.G. Kiss, Saving Face, StalkShow en Tele_Trust zoekt zij de verbinding tussen het kijken naar een beeldscherm en het daadwerkelijk aanraken van de ander.

Hoe bent u als kunstenaar en niet-ingenieur geïnteresseerd geraakt in ict en online omgangsvormen? “Dat ben ik al vanaf het begin van de jaren negentig. Ik doe mijn werk als kunstenaar samen met mijn man Hermen Maat. We kennen elkaar al heel lang. Onafhankelijk van elkaar bleken we met dezelfde dingen bezig te zijn. Kunst loopt vaak vooruit. Als kunstenaars hebben we het soms gemakkelijker dan technici. Wij hebben de mogelijkheid om werkende prototypes te maken, die we kunnen gebruiken met publiek. We hoeven geen traject door van onderzoek, patentaanvragen en productie. We kunnen intuïtiever werken.”

Wat maken jullie? “Wij ontwerpen sociale laboratoria. Ons werk gaat over hoe we communiceren en dat doen we steeds meer via machines, met computers, tablets, smartphones. Hoe leven we met die machines? En hoe ervaar ik jou en mezelf als ik jou via een beeldscherm ontmoet? Er is geen wederkerigheid, geen vorm van het spiegelen van elkaars gedrag, zoals dat gebeurt in de fysieke wereld. Dat spiegelen van het gedrag van de ander is nodig om elkaar te begrijpen en te vertrouwen. Hoe vertrouw je je eigen waarneming van de ander via een beeldscherm? En, hoe kun je daarvoor ontwerpen? Dat zoeken wij uit met onze projecten. We werken met publiek en willen een gevoelige, kritische reflectie geven op wat wij onderzoeken.”

Wat is het doel van dat onderzoek? “We willen vormen van online aanraken en nabijheid introduceren, die een gevoel geven van vertrouwen en samenzijn. We willen een gevoelige sociale ruimte maken via het beeldscherm.”

Een beeldscherm schept afstand. Hoe maak je daarmee een gevoelige sociale ruimte? “Media breiden onze lichamen uit in tijd en ruimte, maar voorkomen de aanraking. In de sociale wetenschappen en filosofie wordt beschreven hoe face-to-face connectie, lichaamstaal en aanraking basiselementen vormen om te kunnen synchroniseren en vertrouwen; en dus essentieel zijn voor ons sociale ecosysteem. Een beeldscherm schept afstand, én wereldwijd nabijheid. Het gaat erom hoe we via beeldschermen de gezamenlijke, ‘augmented’ sociale ruimte ervaren, in een proces van wederkerigheid. Een sociale ruimte wordt gevoeliger

‘Hoe ervaar ik jou en mezelf als ik jou via een beeldscherm ontmoet?’

13

TU Delft

als je hem kunt aftasten, visueel en door aanraking. Ik maak onder andere gebruik van de begrippen optische visualisatie en haptische visualisatie van Laura U. Marks. Het eerste betekent: op afstand zien, controleren en fixeren. Het tweede betekent: een blik die aftast en synchroniseert. De gevoeligheid zoek ik in die aftastende blik, in combinatie met door ons ontworpen rituelen voor aanraking en sensortechnologie. Als ict te veel de controlekant op gaat, die van surveillance, dan is er geen haptische blik. We weten niet wie er aan de andere kant van het scherm, of de camera, zit. De surveillance society is geen gevoelige omgeving. Voor vertrouwen is wederkerigheid nodig en een balans tussen de optische en de haptische blik.”

Jullie werken veel in China. Waarom juist daar? “We waren eerder dit jaar artists in residence bij het Tsinghua Art and Science Media Laboratory aan de Tsinghua University Beijing. In China zijn ze heel geïnteresseerd in ons werk. Het speelse en het toegewijde van onze projecten spreekt de mensen aan. Ook omdat het kunst is met een pragmatisch onderdeel. Het gaat over hoe je samen leeft. Dat is in China een groot thema. De Chinese samenleving was en is voornamelijk collectief georganiseerd, maar wordt steeds individualistischer. Mensen zoeken manieren om daarmee om te gaan. We werken sowieso veel internationaal. Het gaat nu heel snel. Vijftien jaar geleden was het nog gek wat we deden. Nu ontstaat er steeds meer fascinatie voor de interactie tussen lichaam, waarneming van de sociale ruimte en technologie. Dat is interessant en spannend, mede omdat mensen in andere culturen anders omgaan met naar elkaar kijken en elkaar aanraken. Wij brengen de kennis daarover bij elkaar.”

Tijdens jullie meest recente project, E.E.G. Kiss, konden mensen met EEG-headsets op met elkaar zoenen. Hun zoen werd via de data van hun hersenactiviteit omgezet in twee grafieken. Wat betekenen die grafieken? “Neurologisch onderzoek naar sociaal-wederkerige ervaringen is een nieuw domein. In E.E.G. Kiss komen de eerdere cases samen die we hebben uitgevoerd. Ik heb inmiddels een schatkamer aan data. Hoe breng ik die naar een wetenschappelijk inzicht? Kloppen de aannames die ik heb gedaan? Ik ben bezig betekenis toe te kennen. Kan ik de data omzetten in een haptische ervaring en hoe werkt dat dan? Gaan we bijvoorbeeld de kus imiteren met een prothese of via een hersenimplantaat? Of zetten we het om in geluid? De Digital Synesthesia Group van de Universiteit van Wenen heeft ons gevraagd de kus-data om te zetten in een partituur.” Lees verder op pagina 14


14

Delta

TU Delft

‘Waarschijnlijk gaat er iemand heel veel geld aan verdienen - iemand anders dan ik’ Als het werkt, zal iedereen het willen gebruiken. Goede business. “Ideeën van kunstenaars worden vaak verder doorontwikkeld door anderen. Het uploaden van een kus is interessant voor de industrie. Waarschijnlijk gaat er iemand heel veel geld aan verdienen, iemand anders dan ik. Ik hoop dat ik achter de verdere uitwerking kan staan als het zover is.”

Hoe reageren mensen als hun kus als een grafiek op een beeldscherm verschijnt? “Dat is soms heel ontroerend. Eén vrouw zei tegen mij: ‘die data zijn een portret van de intieme verbintenis met mijn man’. De grafieken laten een combinatie zien van hersenactiviteit en tijd. Mijn man en ik hebben ook zelf gekust en het publiek vervolgens gevraagd iets te zeggen over wat ze zagen. Bij de analyse van die antwoorden hopen we erachter te komen wat belangrijk is voor mensen. De grafieken zien er trouwens steeds heel anders uit, ze zijn uniek. En ze zeggen niets over of je relatie goed is.”

Hoe is het om als niet-ingenieur rond te lopen op de TU? “Mijn promotor Frances Brazier en co-promotor Caroline Nevejan zeggen dat de wetenschap kunstenaars nodig heeft. Ik als kunstenaar heb ook anderen nodig. Ik werk altijd al samen met mensen van buiten de kunst. Interactieve kunstwerken vereisen veel kennis van technologie. Die heb ik, maar ik programmeer niet zelf. Daarvoor werk ik vaak met technici. De overlap is groot. Ook ik denk in modellen. Bovendien zijn we allemaal bezig met het ontwikkelen van innovatieve technologieën en zijn we toekomstgericht. Overigens werk ik één dag in de week aan mijn promotie en

Wat is voor u de toegevoegde waarde van promoveren op onderzoek waaraan u ook puur als kunstenaar had kunnen werken? “De promotie framet mijn onderzoek en brengt begrip en focus. Ik leer werken via een wetenschappelijke methode en leer academische taal te gebruiken. Ik kan op de TU intuïtie en ervaring toevoegen, als onderdeel van een ontwerpmethode. Op het gebied van het ontwikkelen op ervaring en het ontwerpen voor ervaring loopt mijn kennis vooruit.”

In jullie projecten zit ict de mens dicht op de huid. Moeten we dat wel willen? Moeten we niet juist minder ict gebruiken in plaats van meer?

CV Karen Lancel is één dag in de week promovenda aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management. Daarnaast ontwerpt zij in Studio LancelMaat samen met haar man Hermen Maat performances en installaties, die functioneren als een ‘artistiek sociaal lab’ waarin het publiek deelneemt als ‘co-researcher’. Dat deden ze onder meer in Seoul, New York, Melbourne, London, Istanbul, Parijs, Amsterdam en Shanghai. Lancel deed een bacheloropleiding beeldende kunst aan de Rietveld Academie. Daarna deed zij een master theater en dans aan theaterschool Dasarts.

ben ik niet in dienst van de TU. Daarnaast maak ik kunst en geef ik les.”

Tussen 2005 en 2008 was ze hoofd van de interactieve media-afdeling van het Frank Mohr Institute in Groningen. Daarna werkte ze drie jaar binnen de onderzoeksgroep Artistic Research, Theory and Interpretation aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Haar meest recente project E.E.G. Kiss is ontstaan in samenwerking met het Participatory Systems Initiative TU Delft, de TsingHua University Beijing, TNO, de Baltan Laboratories & Holst Centre Eindhoven en wordt ondersteund door de Mondriaanstichting.

“E-health is in opkomst, bijvoorbeeld in de ouderenzorg. Sensoren op het lichaam, die informatie over dat lichaam bijhouden in de cloud, komen er steeds meer. Is er iets mis, dan weet je dat heel snel. Ouderen zijn vaak eenzaam, net als kinderen die langdurig in het ziekenhuis verblijven. Wat als je hen een digitale aanraakervaring kunt bieden? Heel veel mensen vinden dat een fijn idee. Pas daarna komen vragen als: wat doet dat allemaal met de privacy? Wij redeneren als volgt: die privacy intrusion is al gebeurd, de ontwikkeling van ict is niet te stoppen. Wij kunnen eraan bijdragen dat het iets moois wordt. Je kunt je niet aan deze nieuwe communicatievormen onttrekken. Welke positie je ook inneemt, je moet ermee dealen. Ik sta kritisch tegenover privacy invading ict. Juist daarom wil ik andere voorstellen doen, voor hoe het óók kan.” <<


De master Rianne Blom Werk aan de wegenbouw

Onderwerp: ‘Embracing change: the road to improvement? A study into if and how a combination of Lean and Agile could help coping with complexity and uncertainty in the front-end development of an infrastructure project’

Eindcijfer:

9

Een belletje van AnteaGroup. De TUstudent die haar afstudeeronderzoek heeft gedaan bij het ingenieursbureau, vertrekt naar Rijkswaterstaat voor een traineeship, en daar heeft de teammanager WegInfra - zelf TUalumnus civiele techniek - de balen van. Of nee, hij is blij voor haar natuurlijk, maar dat onderzoek mag wel onder de aandacht. Zo’n pluim – daar doet iedere afstudeerder het toch voor? Kijk, er kan namelijk nogal het één en ander veranderd worden in het projectmanagement in de civiele infrastructuur, constateerde Rianne Blom (23). ‘Lean en agile’, moet het – en in een toch redelijk conservatieve wereld als de civiele, waar de leidinggevenden volgens Blom vooral op technisch niveau denken, betekent dat een lange weg te gaan. “Inderdaad een hot topic, vooral in de bouwwereld”, lacht de ingenieur. Toch blijkt het in sommige takken van het ingenieursvak nog het ei van Columbus. “In infrastructurele projecten zitten vaak kostenoverschrijdingen en vertragingen”, vertelt Blom. “Denk maar aan de aanleg van de Noord-Zuidlijn, de HSL en de Betuwelijn.” Dat is een gegeven, lijkt het, en niemand die het tot nu toe heeft opgelost. “Dus ik ben eens gaan kijken wat daar nou precies de oorzaak van is. Die projecten worden steeds groter en complexer, en daardoor onzekerder. Dat vraagt flexibiliteit. Het huidige projectmanagement ligt vast in gevestigde richtlijnen, gericht op het bereiken van vooraf vastgestelde doelen. Maar de complexiteit en onzekerheid van veel tegenwoordige projecten maakt dit vooraf plannen minder geschikt. Projecten moeten dus minder gefocust zijn op het bereiken van vooraf gestelde doelen, en meer op de werkelijke

prestaties van het project.” Lean (gericht op de productie) en agile (op het gebied van software), dus. ‘Met betrokkenheid en afstemming, vereenvoudiging en geen gedoe en samenwerking beperkt door rolverdeling’, schrijft Blom in haar scriptie. Blom: “Met behulp van visueel management bijvoorbeeld, door de voortgang van een project in beeld te brengen. Door elke dag met het projectteam bij elkaar te komen om door te spreken wie waarmee bezig is en hoe dat verloopt. Klinkt allemaal heel vanzelfsprekend, maar in de civieltechnische wereld bestaat nog altijd het idee dat één keer per week even samenkomen voldoende is.” Haar advies over de toepasbaarheid van lean en agile om te kunnen omgaan met complexiteit en onzekerheid in projectontwikkeling, is in principe bedoeld voor alle civieltechnische ingenieursbureaus. Antea diende als gewillig proefkonijn. “Ze waren wel toe aan modernisering. De dagelijkse communicatie tussen de projectteams is er niet gelukt, daar zaten de teams nog niet op te wachten. Maar het visueel management en problemen snel rapporteren aan de leidinggevende (lean) kunnen ze meteen in de praktijk brengen. Werknemers proberen problemen nu vaak eerst zelf op te lossen, en vertellen na een week of twee eens dat het niet lukt. Dat kan heel gemakkelijk anders. Grote kans dat Antea dat daadwerkelijk gaat toepassen.” Dat smaakt de ingenieur naar meer: “Het lijkt me uiteindelijk heel leuk om advies te geven op het gebied van management.” Maar eerst dat traineeship. “Ik ga er een afdeling lerend maken, wat betekent dat ze zich bezighouden met steeds beter worden.” Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. (JB)

(Foto: Sam Rentmeester)

Van het jaar nul naar 2014: het projectmanagement in de civiele infrastructuur mag weleens een sprong door de tijd maken, vindt civiel ingenieur Rianne Blom. Voor haar afstuderen nam ze ingenieurs aan de hand voor een lesje modernisering.


IN THE SPORTLIGHT

sportzaken

Thys Meekma Specs

1.98 meter Gewicht

85 kilo

Vastzuigende modder

Geboortejaar 1990

Een klein dipje, trotse rugbyploeg na verlies en een heroïsch gevecht tegen de elementen.

studie: bouwkunde, master bouwtechnologie

Sport: korfbal (bij Paal Centraal)

andere sporten:

Loszittend shirt, ten behoeve van de bewegingsvrijheid. Clubshirt (thuistenue) met clublogo.

vroeger gevoetbald

Waarom korfbal? “Het is een teamsport en een balsport, dat spreekt mij beide aan. Toen ik een jaar of tien was heeft mijn zus mij een keer meegenomen naar een training. Sindsdien ben ik verliefd op die sport.” Welk niveau? “Eerste team, in de derde klasse.” Sterke punten? “Rebounden, door mijn lengte. Ik ben redelijk allround, zowel verdediger als aanvaller. Dat moet ook eigenlijk bij korfbal.” Zwakke punten? “Ik kan slecht tegen mijn verlies en kan soms balen als ik iets fout doe.” Blessuregevoelig, lichamelijke zwakheden? “De afgelopen drie jaar tweemaal mijn enkel geblesseerd, maar gelukkig beide keren volledig hersteld.” Hoogtepunten/prijzen? “Twee keer kampioen met het eerste, op het veld en in de zaal. Plus de promoties die daarbij hoorden naar de derde klasse.” Waarom zou iemand moeten gaan korfballen? “Korfbal is een mix van kracht, explosiviteit, behendigheid, en zowel tactisch als technisch. Dat maakt het interessant.”

Lichte bal met een goede grip. “Met een gladde bal kun je het wel vergeten in het veld.” Sokken behorend bij het club-thuistenue.

Waarom lid van Paal Centraal? “Het is de enige studentenkorfbalvereniging in Delft. De combinatie tussen serieus korfballen en gezelligheid trok mij aan.”

Ergens een hekel aan? “Ik kan heel slecht tegen onsportief gedrag.” Bijzonderheden? “Ik ben ervan overtuigd dat korfbal veel gemoedelijker is dan voetbal. Ik kan er slecht tegen als mensen mijn sport in een kwaad daglicht stellen. Een opstootje, vijf jaar geleden, werd breed uitgemeten in de pers, terwijl dat verder nooit voorkomt.”

Schoenen met een ander soort noppen dan bij voetbalschoenen en groter in aantal, voor een betere grip en om goed te kunnen draaien. “Korfbal is heel explosief. Je draait ontzettend veel met je voeten. Als je geen goede schoenen hebt ben je er binnen een half jaar doorheen.”

(Foto: Sam Rentmeester)

Ambities? “Doorgroeien met het team, maar ook met de hele club. Dat is overigens lastig vanwege de hoge doorstroming bij een studentenclub.”

Het bestuur van hockeyvereniging DSHC had nog maar net een persbericht de deur uitgedaan om ons alvast te attenderen op het komende kampioenschap van het hoogste damesteam, of de soepel lopende ploeg begon, na zes prachtige overwinningen, te haperen. Eerst pikte Dordrecht twee punten af (1-1), een week later versloeg een andere directe concurrent, Etten-Leur, de Delftse corpsploeg met 1-0. DSHC bleef weliswaar lijstaanvoerder, maar de marges met de achtervolgers waren flink geslonken. “We hebben een klein dipje”, verklaarde Evy Otto luchtig het plotselinge puntenverlies. Ze erkende dat haar ploeg de eerste helft tegen Etten-Leur ‘wat slapjes’ speelde, “maar de tweede helft ging het beter”. Volgens de aanvalster had haar team de scheidsrechter niet mee. “We kregen drie gele kaarten en hij keurde een doelpunt van ons ten onrechte af.” Overigens hield zij het volste vertrouwen in de titelkansen. Voor de thuiswedstrijd van gisteren tegen Forescate, een vierde ploeg die op de loer ligt, werd afgelopen week niettemin toch maar een extra training ingelast. Of de rugbyers van SRC Thor een extra training inlassen is vooralsnog onbekend. De TU-club promoveerde enkele jaren geleden naar de derde klasse zuidwest en begint daarin steeds hogere ogen te gooien. Na acht wedstrijden staan de studenten tweede, op 6 punten achterstand van koploper RC Eemland 2; een puntenverschil dat in rugbyland niet zo heel veel voorstelt. Komende zondag (23/11) kan een slag geslagen worden, als beide teams tegenover elkaar staan. De ooit zo oppermachtige dames van Thor spelen de laatste jaren een bescheiden rol in de landelijke ereklasse. Na vijf van de zes wedstrijden in de poulefase verkeren de ladies op de voorlaatste plaats die leidt naar een plek in de degradatiepoule. Vorige week zondag werd met 52-8 verloren van The Bassets. ‘Toch mogen we trots zijn op ons spel, dat nog steeds elke wedstrijd enorm groeit!‘ liet de ploeg op Facebook monter weten. Net als rugbyers wentelen ook veldrijders zich graag in de modder. Die mogelijkheid doet zich voor op zaterdag 13 december, wanneer studentenwielerclub WTOS een cross organiseert in het kader van de Zuid-Hollandse veldritcompetitie. ‘Veldrijden staat synoniem aan het heroïsche gevecht van mens en fiets tegen de elementen’, laat de organisatie weten. Men belooft: ‘vastzuigende modder, steile hellingen, los zand, bomen die niet meegeven en zelfs sneeuw en ijs. Vanaf 12.00 tot 15.00 uur zullen deze elementen rijkelijk aanwezig zijn in het bos achter Ikea Delft’ (wtos.nl/regiocross). Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl


Wat: Storytelling Night: Speaker of Djinns Waar: Sport & Cultuur Wanneer: donderdag 20 november, 20.30 uur Toegang: Gratis Partyprognose:

7

17

party Spotters

Herfstmaaltijd In rap tempo komen Sint en Piet, de Kerstman en het einde van het jaar eraan. Maar voordat we ons op die chaos werpen, is er de herfst. De bladeren vallen en de dagen worden korter. Tijd om weg te kruipen achter een goede film of een goed boek, warm en knus, terwijl buiten de storm verder raast. Tijd voor een maaltijd die bij die setting past. Boeuf bourguignon voor vijf man Nodig: stevige braadpan voor in de oven, oven, snijplank, mes

Avonturennacht Het klinkt als warme chocomel met rum bij een haardvuur. Storytelling Night, bij Sport & Cultuur, weet in elk geval de spanning en mystiek te pakken. In ‘Speaker of Djinns’ zet ‘Storyteller of the Year’ Sahand Sahebdivani, je op het puntje van je stoel. Gratis en voor niks. Storytelling is hot. Een beetje bedrijf giet zijn presentaties in verhaalvorm, met de luisteraar als hoofdpersoon en gelikte beelden in plaats van powerpoints om de boel te visualiseren. Ideaal om je publiek te verleiden en te binden. Mensen willen – overprikkeld door alle hightech communicatie die vraagt om aandacht voor tig dingen tegelijk - weer verhalen horen. Tja, dan kun je er natuurlijk donder op zeggen dat er een culturele tegenbeweging ontstaat: slow storytelling. Met aandacht voor de tijdloze verhalen, die de luisteraar meeslepen, en hen ze zelfs laten beleven. Meester van dit genre is Sahand Sahebdivani (34), alumnus van de universiteit van Amsterdam, baas van het Mezrab-storytellingcentrum in Amsterdam en internationaal befaamd om zijn verhalen. The Dutch storytelling society riep hem dit jaar zelfs uit tot vertelambassadeur van het jaar. Dat betekent dat de verteller het afgelopen jaar de taak had storytelling onder de aandacht te brengen van een groot publiek. Niet gek voor zijn eigen bekendheid, ook. “Kijk, als je nooit in een gare autobus met een band een half continent bent doorgereden om in kleine zaaltjes en kroegen te spelen, dan weet je niet echt wat muzikant zijn is. Eigenlijk vind ik dat hetzelfde moet gelden voor vertellers. Lange dagen in de auto, junk food eten, voor minder dan de benzinekosten spelen. Daar groei je van, als persoon en artiest. En natuurlijk helpt het om mensen bekend te maken met de edele kunst van het vertellen, jezelf als kunstenaar in de markt te zetten en je netwerk uit te breiden”, blogt hij. In ‘Speaker of Djinns’ mengt Sahebdivani klassieke Perzische verhalen met avonturen uit zijn eigen familie. Een illuster stel, met opiumsmokkelaars, mystici, generaals en berooide adellijken. Zelf werd hij geboren in Teheran, maar vluchtte op driejarige leeftijd met zijn ouders naar Amsterdam. Nu kon hij dokter worden, hoopten zijn ouders, maar met zo’n afkomst was zijn lot al lang bezegeld: Sahebdivani werd verhalenverteller. Waar de grens ligt tussen waarheid en legende, is een beetje gissen. De geschiedenis van zijn familie is bizar genoeg om het meeste te geloven. Overigens is er weinig ‘slow’ aan zijn storytelling. Sahebdivani wordt bijgestaan door een bonte mix van musici uit Nederland, Sicilië, Slovenië en Hongarije. Ze spelen een mix van Oriëntaalse, Oosterse, Europese én zigeunermuziek. Reist hij van wereldstad naar wereldstad, nu is hij gewoon te zien bij Sport & Cultuur. Gratis en voor niks. Dat moet je eigenlijk gewoon gezien hebben. Al is het maar om je pijnlijk te beseffen dat het hoog tijd is voor je eigen, grote, verhaalwaardige avontuur. (JB) sc.tudelft.nl mezrab.nl vertellervanhetjaar.wordpress.com

Ingrediënten: 3 uien, 3 tenen knoflook, 200 gram gerookt spek, 750 gram runderlappen of ander stoofvlees, klontje boter, 1 eetlepel bloem, halve liter rode wijn, halve liter runderbouillon (kan met blokje), tijm, rozemarijn, laurier, 300 gram champignons Het recept is vrij simpel. Verwarm de oven voor op 160 graden. Snij het spek in kleine reepjes, snipper de ui en snij de knoflook fijn. Snij het vlees in stukken van 3 bij 3 centimeter of ongeveer vijftig gram en bestrooi licht met de bloem. Alle stukken moeten een beetje bloem op zich hebben. Zet de pan op het vuur en bak eerst het vlees in een klontje boter tot goudbruin. Voeg vervolgens het spek, de ui en als laatste de knoflook toe. Bak tot de ui glazig is en het spek een beetje bruin, en blus af met eerst de wijn en dan de bouillon. Voeg de tijm, rozemarijn en laurier toe. Andere kruiden kunnen naar eigen smaak. Doe vervolgens twee uur in de oven, voeg dan de champignons toe en vervolgens nog een uur in de oven. Breng op smaak met peper zout en serveer met brood en groente naar keuze.

Met geslepen messen, Job Hogewoning


Woest water Bij TU-buurman Deltares legt bouwer Ballast de laatste hand aan de Deltagoot. Met een maximale golfhoogte van 4,5 meter en een lengte van bijna 300 meter, is het de grootste golfgoot ter wereld. Afgelopen maand mocht een groep wetenschapsjournalisten alvast een kijkje nemen.


Tekst: Jos Wassink Foto’s: Hans Stakelbeek Illustratie: Stephan Timmers

Delta

19

TU Delft

De goot in cijfers Afmetingen Lengte - 290 meter Breedte - 5 meter Diepte - 9,5 meter

Golfgenerator Slag - 7 meter Snelheid max. - 2 meter per seconde Vermogen hydrauliek - 1,9 megawatt Maximale druk - 300 bar Dooft terugkaatsende golven uit

Golfkarakteristieken Max. Regelmatige golfhoogte - 3,3 meter Maximale golfhoogte (top-dal) - 4,5 meter Golfperiode - 1 tot 20 seconden

Bijzonderheden • Drie pompen 350 liter/sec. voor simulatie getij en opzettend water (max 2,4 meter per uur). • Sleep/meetwagen (1 m/s en max 1 ton sleepkracht) • Twee kranen op goot met ieder 12,5 ton hefkracht

Lees verder op pagina 20


N

ee, er staat nog geen water in. Dat is jammer voor degenen die gehoopt hadden op een tsunami-achtige demonstratie. Naderhand blijkt de lege bak juist een voordeel, omdat je zo een veel beter beeld krijgt van de grootte van de faciliteit en de techniek erachter. Bezoekers onderin de goot maken selfies vanaf een plek die straks 9,5 meter onder water staat. Hoe cool is dat?

Golfmachine "Zoek maar een stel laarzen uit, en vergeet niet een jasje en een helm mee te nemen." Inhoudelijk projectleider ir. Rob de Jong neemt tien bezoekers mee naar de goot en ziet er op toe dat ze volgens voorschrift van Ballast zijn uitgerust. Even later klost de stoet in ruime laarzen met oranje hesjes en gele helmen door de gang van een van de Deltares kantoren aan de Rotterdamseweg - de vestiging van het onafhankelijk kennisinstituut over water, ondergrond en infrastructuur. Eenmaal buiten volgt de groep ir. De Jong naar een witte tent aan het linker uiteinde van de betonnen Deltagoot. Tot voorzichtigheid gemaand dalen ze behoedzaam de stalen trap af, tot net boven de naar olie en verf geurende machine die straks de golven moet gaan opwekken.

Aan de ene kant van de loopbrug staan drukflessen met dikke slangen aangesloten op vier liggende cilinders. Aan de andere kant van de zwarte cilinders komen glimmende zuigerstangen tevoorschijn die ieder op een hoek van een hoog blauw staand schot zijn bevestigd. Vanaf de brug heb je zicht op een netwerk van slangen, buizen en ventielen die de cilinders straks zullen aansturen. De vier cilinders moeten precies met elkaar in de pas lopen om het golfschot recht te houden. En dat is geen sinecure, want aan de andere kant van het schot staat straks zo'n zeven meter water. Met een maximale snelheid van twee meter per seconde en over een lengte van maximaal zeven meter zet het schot die watermassa in beweging. De statische tegenkracht wordt daarbij geleverd door stikstof onder druk; de dynamische druk komt van een 1,9 megawatt hydraulische installatie. "We besparen energie door de druk geleidelijk op te bouwen", vertelt De Jong, "en die dan met ventielen over te brengen op de cilinders. Daarbij komt aan deze kant zoveel lucht in beweging dat de machinekamer niet afgesloten wordt, maar afgedekt met een soort carport zodat de lucht kan ontsnappen. Om de klappen op te vangen is

dit deel van de goot voorzien van een 1,8 meter dikke betonbodem waardoor de beweging van de bak tot minder dan een millimeter beperkt blijft." Een ander punt van aandacht is de afdichting: hoe houd je het hier droog met zoveel woest water aan de andere kant van het schot? De precieze oplossing is een bedrijfsgeheim van de Amerikaanse firma MTS, maar het heeft iets te maken met opgeblazen kussens van teflon die langs de stalen wanden glijden. De hoeken onderin zijn daarbij altijd het moeilijkst - die geven ook in de huidige goot in de Noordoostpolder de meeste lekkage - zodat die in de nieuwe Deltagoot meer zijn afgerond.

Langer en dieper Ook in deze tijden van enorme rekenkracht en geavanceerde rekenmodellen blijven praktijktests nodig, al was het maar om de rekenmodellen te valideren. Dat is ĂŠĂŠn functie van de goot. Deltares-ecoloog drs. Minder de Vries noemt er nog een paar voor het testen op ware grootte: het

testen van extreme condities, het gedrag van klei-, veen- en zandmengsels (dat is niet te berekenen), het gedrag van natuurlijke materialen zoals gras, wilgenbos, oesterbanken. Dat kun je niet op kleinere schaal testen. Dus toen de Deltagoot bij Marknesse uit 1980 vervangen moest worden, besloot Deltares de nieuwe goot dichterbij de andere laboratoria onder te brengen en ook te vergroten. Hoofd afdeling waterbouwkundige constructies dr.ir. Marcel van Gent rekent voor dat de nieuwe Deltagoot 85 procent van de golven op de Nederlandse kust op ware grootte kan opwekken (bij de bestaande goot was dat zestig procent). Dat gaat dan over een 'significante golfhoogte' (top-dal) van 2,2 meter en een maximale golfhoogte van 4,5 meter. Nog hogere golven zijn toenemend zeldzaam en lopen tot monsterhoogte van negen meter. Die vijftien procent buitenbeentjes moeten dus op schaal 1:2 getest worden. Dat is gebruikelijk - waterbouwkundigen weten hoe ze onder meer massa, kracht en


Delta

21

TU Delft

Het testen van extreme condities kun je niet op kleinere schaal testen

druk van het experiment moeten omrekenen naar werkelijke waarden - maar vooral bij natuurlijke materialen ongewenst. De grootte en ook de lengte van de goot zijn opgeschaald met het oog op testen van zachte zeeweringen. Het populaire 'bouwen met de natuur' vereist tests van natuurlijke materialen zoals wilgenbossen en oesterbanken en gaat ook gepaard met flauw oplopende hellingen, wat zich vertaalt in een grotere lengte van de goot.

Groot en duur De keuze om de goot naast de deur aan te leggen in de slappe Delftse bodem betekende wel dat er negenhonderd heipalen nodig waren voor de fundering, waaronder ook trekpalen, om te voorkomen dat de bak op zou drijven. Verder is er 22 duizend kubieke meter beton gestort met 1.850 ton wapening. Totale bouwkosten: zo'n 25 miljoen euro. Van Gent benadrukt de samenhang van de onderzoeksfaciliteiten op het Deltares terrein. De goot is geschikt voor onderzoek aan

tweedimensionale doorsnedes. De bassins in de naastliggende hal zijn geschikt voor 3D-onderzoek, zei het op kleinere schaal. In het Delta-bassin (50 bij 50 meter, 1 meter diep) klotsen golven heen en weer door een schaalmodel van de haven van Costa Rica. Men wil weten hoe het aangewonnen land het best beschermd kan worden en heeft daarvoor behalve de haven ook de zeebodem gemodelleerd. In het naastgelegen Pacific bassin bouwt men een model van de nieuwe zeesluis van IJmuiden. Metingen hier met zout en zoet water moeten duidelijk maken welke krachten er werken op de sluisdeuren en op de te schutten zeeschepen. Ook die zijn op schaal 1:30 vervaardigd.

Opdrachtgevers Deltares zal de resultaten van de proeven die hier tussen november en januari plaatsvinden via Rijkswaterstaat aanleveren aan de aannemerscombinaties die op dit project van 850 miljoen tenderen. De overheid is met veertig procent nog steeds de grootste opdracht-

gever van het kennisinstituut. Daarnaast komen opdrachten van provinciale en gemeentelijke overheden, waterschappen en ingenieursbureaus. Dertig procent van de omzet verkrijgt Deltares van buitenlandse opdrachtgevers. Als voorbeeld van het type experiment dat in de nieuwe goot gaat lopen noemt ecoloog De Vries het experiment dat hij eerder heeft uitgevoerd in de Deltagoot bij Marknesse. Daarbij werden graspollen uit een dijk gestoken en in de golfgoot aangebracht om de golfbestendigheid te beproeven. Met acht weken de tijd om te bouwen en af te breken en ĂŠĂŠn tot twee weken metingen zijn dit grote en dure proeven (kosten tussen 1 en 1,5 miljoen euro). Maar, zegt De Vries opgewekt, het kan ook een boel geld schelen als blijkt dat de dijk niet versterkt hoeft te worden, of bestand is tegen overslag (water dat over de dijk stroomt).

Op het droge De groep loopt met projectleider ir. De Jong over een betonnen baan naar de andere kant van de

goot. De baan is sterk genoeg om vrachtwagens met zand en stenen te dragen. Want die zijn nodig om de experimenten in te richten. Onder de baan ligt in een bassin 9,2 duizend kubieke meter drinkwater opgeslagen dat voor proeven in de naastgelegen goot gepompt wordt. Aangekomen bij een steigertrap bij het proefnemingsgebouw zegt De Jong: "Een of twee mensen mogen wel naar de bodem afdalen." Even later staat iedereen beneden. Dit ondiepe gedeelte is waar de metingen plaats zullen vinden. Het gedeelte hierachter dat eindigt op een wand met gestapelde rotsblokken is bedoeld om golven uit te laten lopen. De bezoekers maken foto's van zichzelf en elkaar. Leuk voor later. Want half november staat de goot onder water voor tests, zodat de grootste goot ter wereld volgend jaar april feestelijk geopend kan gaan worden. Bekijk een test bij de oude Deltagoot in Marknesse: youtu.be/t_p32yrLfcw


22

Delta

TU Delft

‘3D-printen gaat niet alles overnemen. Het wordt op dit moment erg gehypet’ Hebben de kinderen een stukje Lego nodig? Dan print je er even een. Volgens 3D-print-evangelisten, zoals Peter Troxler (zie kader) kan dat over een tijdje. Ze voorzien een nieuwe industriële revolutie. Volgens hoogleraar biomedical enigineering Paul Breedveld is het een grote hype. IO'ers Jouke Verlinden en Zjenja Doubrovski denken dat we schoenen gaan printen. Op 24 en 25 november geven de onderzoekers lezingen tijdens de week van het 3D printen in de TU Library. Prof.dr.ir. Paul Breedveld (afdeling biomedical engineering bij 3mE), ontwikkelt flexibele chirurgische instrumenten voor sleutelgatoperaties. Hij vertelt wat de 3D-printtechnologie betekent.

assen in naven kunt printen met voldoende nauwkeurige passingen.”

“Vierduizend jaar geleden bedacht de mens de draaibank. We zijn gewend geraakt om daar ronde objecten mee te maken. Buizen zijn rond, en assen, tandwielen en cilinders ook. 3D-printers zijn veel minder geschikt voor deze vormen. Ze maken bewegingen langs drie assen en volgen daarmee het cartesisch systeem. Je kunt daarmee slechts bij benadering ronde vormen printen. Op microschaal maak je blokjes."

“Dat cartesische systeem is slechts het eerste probleem. Op het moment dat bepaalde printvloeistoffen stollen, ontstaan er vervormingen. Vaak trekken dunwandige structuren krom tijdens het droogproces. Veel kunststoffen worden bovendien na een tijdje bros en dunne kanalen groeien tijdens het printproces soms dicht. Hoewel het een veelbelovende techniek is, zijn er met 3D-printers veel dingen die je niet kunt maken. De huidige 3D-printtechnologie is al redelijk geoptimaliseerd. Wij werken in Delft met machines die top of the bill zijn en toch lopen we in de fijn-fabricage tegen allerlei grenzen aan.”

Medische instrumenten "Toch gebruiken we steeds vaker 3D-printers bij het fabriceren van medische instrumenten, bijvoorbeeld om handgrepen op maat te maken. Daar kan het zeer geschikt voor zijn. Een aantal jaren geleden hebben we ook geprobeerd om er een heel instrument mee te maken omdat het een zeer complexe 3D-vorm had. Een model op grote schaal werkte uitstekend, maar op de werkelijke schaal ontstonden er problemen, onder meer doordat je op microschaal geen

Krom

Hype “3D-printtechniek is een nieuwe maaktechnologie die zeker een plekje krijgt. Ik ben enthousiast en kritisch tegelijk. Misschien kun je stellen dat er al een revolutie heeft plaatsgevonden; de techniek wordt gebruikt bij het maken van prothesen, zoals kunstheupen en


23

Tekst: Tomas van Dijk

-knieën. En je kunt er modellen mee maken op grote schaal en kunstwerken. Daar is het fantastisch voor. Maar 3D-printen gaat niet alles overnemen. Het wordt op dit moment heel erg gehypet. Computergestuurd frezen was een tijdje geleden ook in. Die technologie heeft nu een plek gekregen te midden van alle andere fabricagetechnologieën.”

Lego “Of we straks thuis een legostukje kunnen printen? Daar ben ik niet zeker van. Lego wordt gemaakt met ontzettend hoge nauwkeurigheden. Ik heb wel eens een cardankoppeling van Lego vergeleken met een koppeling van metaal die wij in een instrument gebruikten. Die van Lego was nauwkeuriger. Je moet niet verwachten dat je thuis een printer krijgt die dat kan evenaren voor dezelfde kostprijs. Ik geloof niet in een wereldwijde revolutie van de 3D printer. Maar wel in een veelbelovende nieuwe maaktechnologie die andere dingen mogelijk zal maken dan waaraan we nu gewend zijn.” Industrieel ontwerpers dr.ir. Jouke Verlinden en ir. Zjenja Doubrovski onderzoeken welke nieuwe mogelijkheden 3D-printtechnologie en digitaal ontwerpen bieden aan ontwerpers. Verlinden: “De verwachtingen van 3D-printen zijn heel hoog. De meest gestelde vraag is; wanneer krijgt iedereen een 3D-printer in huis? Maar dat is niet de goede vraag. Je moet je afvragen waar behoefte aan is. In de ruimte ben je met een 3D-printer echt geholpen als je bepaalde onderdelen nodig hebt. En in Lapland of Ghana is het handig om moertjes of boutjes te kunnen printen. Maar in Nederland springen we gewoon op de fiets en rijden we naar de Gamma.”

Op maat Doubrovski: “De techniek is ook handig om producten mee op maat te maken. Neem nu schoenen. Er zijn natuurlijk al maten, maar dat kan veel nauwkeuriger. Ik stel me zo voor dat als je in de toekomst in een schoenwinkel komt, een scanner je voeten opneemt en dat je schoenen vervolgens worden geprint met nylonachtige kunststof.”

Hype curve Doubrovski: “Wordt 3D-printen gehypet? Absoluut. En dat is helemaal niet erg. Dat gebeurt met elke belangrijke techniek. Volgens de beroemde hypecurve van adviesbureau Gartner zit 3D-printen voor consumenten nu op de piek van de hype. 3Dprinten in het bedrijfsleven is net voorbij de top.” Verlinden: “Vooral large scale printing is een hype; het idee dat grote voorwerpen zoals huizen en auto’s geprint zullen worden met 3D-printers op robotarmen. De bestaande bouwtechnieken leveren veel robuustere constructies op. Vooral kunstenaars experimenteren large scale printing. Het gaat hen deels om de schoonheid van de beweging.”

fab labs Verlinden: “Maar er zit zeker muziek in 3D printen. Wereldwijd heb je talloze Fab Labs; plekken waar men met open source software werkt aan het verbeteren van 3D-printtechnologie en waar nieuwe materialen worden ontwikkeld. Wood fill is hier een voorbeeld van. Het is een mix van hout en kunststof; heel interessant spul. Door de temperatuur van de spuitmondjes te variëren kun je het materiaal verschillende kleuren geven.”

Multifunctioneel Doubrovski: “Je kunt met 3D printers plaatselijk structuren an-

‘Het is belangrijk dat studenten met deze technologie in aanraking komen. Ze moeten ervaren dat er van alles mis kan gaan’ ders maken, bijvoorbeeld door het aanbrengen van kleine openingen en uitstulpingen of het mixen van materialen. Een en hetzelfde onderdeel gedraagt zich daardoor op verschillende plekken anders. Daar waar je van oudsher verschillende onderdelen en productieprocessen nodig zou hebben om iets te maken –bijvoorbeeld een autostoel – kun je met 3D-printtechnologie af met een enkel proces en onderdeel. Wij kijken wat deze technologie betekent voor ontwerpers. Onze ontwerpprogramma’s zijn ontworpen voor het spuitgieten. Er is geen enkel computerprogramma dat om kan gaan met een onderdeel dat verschillende eigenschappen heeft; dat zich afhankelijk van zijn structuur of materiaalmix zowel stijf als elastisch kan gedragen.”

misgaan Verlinden: “Het is belangrijk dat studenten met deze technologie in aanraking komen. Ze moeten ervaren dat er van alles mis kan gaan. Tal van instellingen zijn van belang bij het printen; de dichtheid van het materiaal, de temperatuur, de printsnelheid en de hoek waaronder wordt geprint. Bij stereolithografie maken we voorwerpen door epoxy laagje voor laagje uit te harden met een ultraviolet laser. Twee op de drie keer gaat het mis. Er breekt iets af, of het voorwerp wordt niet helemaal geprint. Je print niet zomaar even iets uit.” 3D-Printweek, 24 t/m 28 november 2014 in de TU Delft Library met lezingen en workshops op verschillende niveaus. Ook zullen er demonstraties gegeven worden met meerdere printers. Een tentoonstelling van 3D objecten laat zien wat er allemaal op 3D-printgebied op de TU Delft gebeurt.

Peter Troxler 3D- printers worden net zo gewoon als koffiezetapparaten. Het is de toekomstvisie van 3D-printgoeroe Peter Troxler van de Hogeschool van Rotterdam. Hij geeft op 24 november de openingslezing tijdens de week van het 3D-printen. Hij voorziet de komende decennia revolutionaire veranderingen. “Ingenieurs en ontwerpers krijgen te maken met een nieuwe werkomgeving en met nieuwe eisen die aan hun werk worden gesteld”, aldus Troxler. “3D-printen zorgt voor nieuwe vrijheid op het gebied van technologie en ontwerpen. Open design, ofwel ontwerp op basis van open source, roept het beeld op van de ontwerper als iemand die een gedeeld ontwerpproces coördineert. Maar door kleinschalige productie kunnen snelheid en efficiëntie zwaar onder druk komen te staan. Verder vindt er een democratisering van de productiemiddelen plaats: zoals blogs een bedreiging vormen voor journalisten en Instagram voor professionele fotografen, zo kunnen handige ontwerptools en 3D-printers het beroep van de ontwerper in de verdrukking brengen.”


24

KLAAR VOOR EEN DAGJE DEFENSIE?

TECH TALENT EVENT 2 DECEMBER 2014 | VLIEGBASIS EINDHOVEN

ONTDEK JE MOGELIJKHEDEN ALS TECHNISCHE HBO / WO’ER MELD JE AAN OP WERKENBIJDEFENSIE.NL/TECHTALENT

TECHNICUS

BIJ DEFENSIE

141112 DEFENSIE_EventEindhoven_208x280.indd 1

12-11-14 11:29


Delta

leuk bedacht

Wereldwijd gebruiken tal van onderzoeksgroepen het Delftse numerieke golfmodel Swash (simulating waves till shore) om uit te rekenen hoe golven tegen de kust aan beuken of tot wat voor geklotst ze gaan leiden in havens. Het programma is de opvolger van Swan (simulating waves nearshore) dat deels ontwikkeld is met geld van de Amerikaanse marine. Om kustlandingsoperaties beter te plannen waren de Amerikanen op zoek naar een geschikt golfvoorspellingsmodel voor ondiepe kustwateren, zo vertelden prof.dr. Jurjen Battjes en dr. Leo Holthuijsen van de sectie vloeistofmechanica (CiTG) aan Delta in 2002. Swash werkt goed, maar een supercomputer heeft er nog een behoorlijk kluif aan om een berekening uit te voeren met het programma. Die van Sara (Stichting Academisch Rekencentrum Amsterdam) is er gauw dagen mee zoet.

De missing link Dat moet veel sneller kunnen, bedacht de Braziliaanse student João Dobrochinski, die dit najaar de Delftse master ports & waterways

Delta bericht regelmatig over innovatieve ideeën. Maar wat is daar een paar jaar later van terechtgekomen? Hoe staat het bijvoorbeeld met het numerieke golfmodel Swash?

afrondde. In opdracht van ingenieursbureau RoyalHaskoningDHV nam hij Swash onder de loep. Hij ontdekte dat het model voor berekeningen in havens op enkele punten versimpeld kan worden omdat het er relatief diep is. “Met mijn aanpassing kunnen berekeningen in havens vijftien maal sneller uitgevoerd worden”, zegt Dobrochinski, die een 9,5 kreeg voor zijn afstudeerwerk. De Braziliaan ontdekte nog iets; een missing link. Golfslag en golfhoogte zeggen niet meteen iets over de krachten die een schip te verduren krijgt. De deining van een schip in een haven is van groot belang; als je die kent, dan kun je de krachten op de trossen berekenen, met een computerprogramma dat Harbert heet. En zo kun je uiteindelijk bepalen of een schip veilig kan aanmeren. Dobrochinski ontwikkelde een programma waarmee de link wordt gelegd tussen Swash en Harbert.

Druk Volgende week keert Dobrochinski terug naar Brazilië, samen met zijn vriendin Carolina Piccoli, die dezelfde master volgde en een 8,5 kreeg. Piccoli

deed onderzoek naar simulaties van scheepvaart bij haveningangen. Ze ontdekte dat een computerprogramma, dat ontwikkeld is voor de logistiek in fabrieken en pakhuizen, ook handig is om het verkeer bij havens te stroomlijnen en efficiëntere havens te ontwerpen. Tot zijn vertrek heeft Dobrochinski het druk. Behalve de TU en RoyalhaskoningDHV wil ook Deltares dat hij komt vertellen over zijn onderzoek. En mogelijk gaat de jonge ingenieur nog bij Shell langs om te vertellen wat zijn bevindingen kunnen betekenen voor het aanmeren van olietankers. (TvD)

Te makkelijk Huiswerk, ik zag er echt het nut niet van in. Ik deed het ook niet. Leren was iets wat mensen deden die graag een hoger cijfer wilden dan een 6. Om je toetsen te halen, volstond het om gewoon de avond ervoor je boek even open te slaan. Ik was gewaarschuwd: hier valt nog mee weg te komen op de middelbare school, maar op de universiteit loop je geheid tegen de lamp. Ik ben tegen de lantaarnpaal gelopen, en dat was nodig ook. College was een soort slaap-uurtje, als ik al ging. Huiswerk? Boeien. Vervolgens staan de eerste tentamens voor de deur; toch maar eens een boek open slaan, de eindexamens lukten ook in een maandje. Met de eerste pagina verdween alle hoop al als sneeuw voor de zon. Lezen ging met het tempo van een tweejarige die de Max Havelaar probeert te trotseren. Elke tentamenweek begon ik weer een week eerder en elke tentamenweek was het nog lang niet genoeg. Naast de standaard vakken stapelden de hertentamens zich op en belandde ik hopeloos in een soort vicieuze cirkel. Hoe kon íémand hier aan voldoen? Wisten ze wel wat ze van een arm studentje verwachtten? Waar was de docent die laatste week voor de tentamens om mij uit te leggen waar het over gaat? Waarom is er niet meer tijd? Het kwartje viel, uiteindelijk. Er bleek een soort geheime truc te zijn waardoor alles op zijn plaats valt. Het heet een vak volgen, en het is wat het grootste gedeelte van de studenten wél naar hun P had geleid. Het is niet moeilijk, het is compleet voor je uitgekiend! Je gaat een paar uurtjes per week naar colleges, je leest even die pagina’s door, maakt die tien sommetjes en that is it. Zodra dan die tentamens voor de deur staan wandel je even een samenvatting door en ga je een paar dagen met oefenopgaven aan de slag. Je moet wel echt een pedante en blinde idioot zijn om te denken dat je het zelf beter weet dan een instituut dat al tientallen jaren figuren als jijzelf probeert de maatschappij in te duwen. Ahum.

columnboudewijnderoode

Het idee

25

TU Delft


26

Advertenties

Een perfect proefschrift. Grote & kleine oplage Paperback & harde omslag Opmaak, druk & afwerking Kleur & zwart/wit Service & dichtbij

www.druktanheck.nl • 015-2142981 • info@druktanheck.nl

te Te huur

ingezonden Brief 20 duizend Met verbazing las ik dat het college van bestuur de 20 duizendste student die zich voor dit studiejaar heeft ingeschreven, in het zonnetje heeft gezet. Je zou juist het enthousiasme van de éérste student die zich inschrijft moeten belonen. Maar nee, we honoreren degene die pas op de valreep voor de TU Delft kiest. Elders

uitgeloot, afgewezen, of gewoon een trage beslisser? Evenzogoed, welkom op de TU Delft en geniet van de taart! Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

variation huur sudoku te huur

Kantoor- , praktijk- en atelierruimte te huur in centrum delft voor startende en jonge bedrijven Molslaan 121 2611 RK Delft 015 21 32 568 post@skb-delft.nl www.s-k-b.nl

015 -Bedrijven 213 25 68 Stichting Kleinschalige

015 - 213 25 68

s-k-b.nl s-k-b.nl

The solution of this calculodoku will be published in next Delta.

© 2014 www.sudoku-variations.com

Voor advertenties bel met:

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80

In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this CalculoDoku, there are twelve further items to solve. There are six items, highlighted in pink, dark blue and yellow, wherein the numbers in boxes A and B must be added together to obtain the number in box C:

E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

There also are six items, highlighted in light blue, green and gold, wherein the number in box E must be subtracted from the number in box D to equal box F:

Delta Magazine Lees ‘m online

www.delta.tudelft.nl

Solution Delta Sudoku 5


desgevraagd

Stelling

Het was een zware tegenslag toen op 31 oktober het experimentele ruimtevaartuig SpaceShip Two van Virgin Galactic tijdens een proefvlucht verongelukte. Kort nadat het onder het moederschip vandaan kwam en de stuwraket had ontstoken, brak het toestel in stukken. Een testpiloot kwam om het leven, de ander raakte zwaar gewond. “Ik zag het op internet, zoals dat gaat tegenwoordig”, zegt prof.dr.ir. Pieter Visser, hoogleraar astrodynamica en ruimtemissies bij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. “Eerst denk je: wat een ramp en een tegenslag ook voor de ontwikkelaars. Later bedacht ik me dat het pionieren in de ruimtevaart eigenlijk lang goed is gegaan.” In de beginjaren van de luchtvaart vielen de pioniers bij bosjes uit de lucht, na de Tweede Wereldoorlog kwamen veel testpiloten om bij de ontwikkeling van supersone luchtvaart en daarna van de ruimtevaart. Lees ‘The Right Stuff’ over die wilde beginjaren of herinner je de brand in de capsule van de Apollo 1 of de crashes van de spaceshuttles Challenger en Columbia. Ontwikkelingen in de lucht- en ruimtevaart hebben veel levens geëist en eigenlijk is de ontwikkeling van het spaceship tot nu toe opvallend veilig verlopen. Visser denkt desgevraagd niet dat dit ongeluk het einde betekent van de toeristische ruimtevaart. “Kijk hoeveel mensen zich melden als je enkeltjes Mars aanbiedt. Er zijn zat vrijwilligers

voor dat soort avonturen te vinden, dus ook voor een sprong in de ruimte.” Een van hen is student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek Nout (‘AstroNout’) van Zon. Hij volgt de ontwik-

‘Kijk hoeveel mensen zich melden als je enkeltjes Mars aanbiedt’ kelingen op de voet. In 2012 won hij tijdens een studentencompetitie een ticket naar de ruimte. Hij zal een van de eerste passagiers zijn aan boord van ruimteschip Lynx van het bedrijf XCOR Space Expeditions, dat mede is opgezet door oud L&R-decaan Ben Droste. “Of ik geschrokken ben? Ja natuurlijk. Het is vreselijk wat er gebeurd is. Een van de piloten, Michael Alsbury, is omgekomen en de andere is gewond geraakt.

27

TU Delft

Die mannen zetten hun leven op het spel om de ruimte toegankelijk te maken voor het grote publiek.” Een nobel streven vindt Van Zon dat. “Uiteindelijk is het de bedoeling dat ook mensen die niet rijk zijn via de ruimte kunnen reizen. Ik denk dat dat de wereld positief zal beïnvloeden. Als mensen de aarde van buitenaf zien, worden ze zich meer bewust van hun verantwoordelijkheid om er duurzaam mee om te gaan. Dat hoor je astronauten altijd zeggen. En daar geloof ik wel in.” Over zijn eigen vlucht maakt Van Zon zich geen zorgen. “Beide bedrijven hebben veiligheid op nummer één staan. Ik weet zeker dat als XCOR Space Expeditions zegt dat ze klaar is voor ruimtereizen met toeristen, dat het dan veilig is. Ze laten de datum van hun eerste vlucht niet afhangen van eventuele contracten.” Oorspronkelijk stond Van Zons vlucht gepland voor 2014. Dat is verschoven naar 2016. “Mogelijk wordt het nog wat later. Dat maakt me niet zoveel uit. Ik ben al lang blij dat ik deze ruimtereis gewonnen heb.” (JW/TvD)

‘Een langetermijnplanning dient slechts om de schijn van controle op ons leven te wekken’ Bart Bolsterlee Biomechanisch ingenieur

“Het is een menselijke eigenschap om controle te willen hebben over wat er gebeurt in ons leven en veel mensen plannen daarom ver vooruit. Desalniettemin is de invloed van onverwachte en onvoorspelbare gebeurtenissen doorgaans zo groot dat het eigenlijk niet mogelijk is om met een bruikbare nauwkeurigheid langetermijnvoorspellingen te doen. Had jij tien jaar geleden kunnen voorspellen waar je nu staat in het leven? Ik in ieder geval niet en ik ben daar ook blij mee. Toch maken veel mensen gedetailleerde plannen voor de lange termijn en ik ben van mening dat dit slechts dient om de illusie van controle te wekken. Als we accepteren dat we in een wereld leven waar onzekere factoren een grote rol hebben op ons dagelijks bestaan en we daarmee kunnen omgaan, is een langetermijnplanning onnodig. Lang vooruit plannen kan zelfs negatieve gevolgen hebben, omdat het de ogen kan sluiten voor goede kansen die zich gaandeweg voordoen.” (TvD)

Strip: Auke Herrema

Delta


28

Delta

Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek

TU Delft

A plaque and a play

- remembering TU’s World War II days

English pages

Time has come to say goodbye to the Bike and Lab Of series on page 32. We hope you've enjoyed reading those two series as much as we've enjoyed writing them, but the time has come to replace them with something else. See the new articles starting in 2015.

The plaque to commemorate Frans van Hasselt’s speech. (Translation: On November 23, 1940, hundreds of of students gathered in this building, formerly belonging to the Technical University of Delft, to protest against the suspension of Jewish students by the Nazis. After a speech by Frans van Hasselt, they spontaneously decided to go on strike. It was the first large strike in Holland against the German occupation which lasted from 1940-1945.)

On September 2, 2014 Nini Jonker and Raya Faludi, the duo for the memorial, learnt at Oostplantsoen, Delft, responsible when they read ‘Loyaliteit in Vera small gathering of drukking’ (‘Loyalty in Tribulation’). A book by historian Onno Sinke, it repeople watched as a creates life in TU Delft during World plaque was unveiled. The War II. plaque commemorates Who was Frans van a day 74 years ago: Hasselt? 1940, all Jewish personnel were November 23, 1940. The Insuspended from Dutch universities. day Frans van Hasselt, a Among them was a professor named Jitta, who was very popular student at TU Delft, gave Joseph with the students. On November 23, the speech that inspired hundreds of students gathered in building to pay tribute to Jitta, the first student strike in the but he wasn’t even allowed to give a the Netherlands against last lecture. That’s when charismatic 27-year-old Frans van Hasselt, presithe Nazis. dent of the study association of Civil The Faculty of Civil Engineering at the time, today the building has been refurbished as houses. However, the staircase and foyer remain largely untouched, owing to their historical importance. A fact that

Engineering, stood on the staircase and spoke out against the suspension. While he didn’t encourage students to go on strike, his words were a call to action for students present there. Over the next two days they spread the word and, on

Though there's a hall named after him, not many students know his role in the resistance

November 25, the first student strike took place. “He made his speech right here, at this staircase. To us it felt like such a shame that there was nothing to mark its significance,” said Jonker. As residents of the building, she and Faludi decided to do something about it. They approached Sinke and the monuments committee, eventually deciding on a commemorative plaque. Delft-based masons Schols en Hart donated the inscribed tablet that was laid into the wall. While the unveiling was attended by the Mayor of Delft, due to miscommunications no one from the university could be present. However, this was not first commemorative event held in Van Hasselt’s name. “When the book launched in 2012, a Frans van Hasselt lecture was held, but, nothing since. A similar protest took place in Leiden at the time and every year someone is ele cted to hold the Cleveringa chair (the name of the professor who protested) and there are a series of lectures in the Netherlands and abroad to ensure that people continue to learn from the past,” said Sinke. Though there is a hall named after Van Hasselt, not many students know his role in the resistance, or


Delta the fact that he was arrested in 1941 and sent to a concentration camp in 1942. Hasselt died at the age of 29.

Loyalty and Tribulation The idea for the book came about when former students who had been around during the war realised that current students had no idea about the university’s history. The university and the club of former members of the Delftsch Studenten Corps, a student association in Delft, approached Sinke in 2010. He then began his research, spending hours in university archives, with diaries, photographs and records and interviewing as many people as possible. “The tricky part was trying to grasp the emotion. People usually stick to the facts when they talk to you and I really wanted to understand what it meant to be a student then.”

Unfortunately for international students, the book is only available in Dutch and Sinke says there are no plans for a translation at the moment. However, Bauke Steenhuisen, an Assistant Professor at the Faculty of TBM is working on a play based on Sinke’s book. Scheduled for May 2015, the play will also be in Dutch. “But, we are planning to have some kind of subtitles or programme with translated dialogues,” said Steenhuisen.

TU Delft & WWII - The play The play, ‘Getekend’, will be a joint production between different faculties and a theatre troupe. A professional playwright has been commissioned to write a script. “Our play is not just about Frans van Hasselt, but looks at other issues as well, the conflicts of the time, the morality of being an engineer and the choices one makes as

TU Delft an engineer for instance.” explained Steenhuisen. The play will also deal with the Loyalty Agreement that students of Dutch universities had to sign with the Nazis. “This damaged the

This was not necessarily a proud moment historically relationship between students and professors at the time. This was not necessarily a proud moment historically and there are areas people were uncomfortable with being brought up again.” However, the idea is not to make the play a history lesson. “We will recreate student life at the time. There will even be romance and ball dancing,

29 and some lancing as well,” said Steenhuisen. Their decision to keep the play in Dutch stems from a desire to be inclusive to the elder generation. “There are a lot of people outside the university, an older generation, to whom this story would have resonance. We didn’t want to alienate them. But, we are looking into how we can ensure that the international students are not left out either,” he said. Meanwhile, the organisers are looking for help. Floris van der Gronden, the chairman of production of the play, has asked anyone interested in acting to write to them at: audities@getekenddelft.nl.

Droning on can be fun In October, Belgian student Alec Momont graduated with a perfect score from the Faculty of Design Engineering. And no wonder, given that his thesis project can potentially increase the chance of survival after a cardiac arrest from 8% to 80%. “I’m only the 5th person in 45 years to get a score of 10 at IDE,” he says.

Momont’s project involved creating a prototype of an unmanned, autonomous drone that can deliver a defibrillator wherever it’s needed. Made together with the Living Tomorrow innovation platform, the drone can provide feedback to emergency services and give the people on site in-

‘I wanted to use drone technology in a positive way’ structions on how to treat the patient. At 4 kgs, with an additional capacity to carry 4 kgs, the drone can fly at 100 km/h and uses the caller’s GPS signal to track them down. “I have always been fascinated with

flight, from foldable planes at the age of 6, RC places at 12 to acquiring a gliding license at 18. I felt that flight is a very special thing and that it can be used in ways previously unimaginable, especially with the emergence of autopilots such as the Lisa/S developed at the TU Delft. I wanted to use drone technology in a positive way, and not just for pizza deliveries,” he said. This led to a design for a new type of drone, one that could accommodate a medical toolbox. He started with the defibrillator given the fact that 800,000 people suffer from a cardiac arrest in the EU each year but only 8% survive. The time taken by response units (around 10 minutes) is usually the cause for fatalities. With the drone, the defibrillator reaches patients within a 12 km2 zone within a minute. “It is one of the most urgent medical

devices available that can be operated by laypeople,” he said, adding that future applications could also include other medical devices. He has discussed the possibility of real world application of the project with Ambulance services Amsterdam & UZ Gent and says they have all been very positive. It wasn’t smooth sailing during the project though. For one, Momont had to have multiple knee surgeries during his graduation work. Working with drones was also tricky as the slightest mistake in the prototyping phase could lead to a crash and therefore set one back by a couple of weeks. “Which is something that happened to me,” he said. (DP)


30

Delta

Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek

TU Delft

delft survival guide Surviving the hunt In October, TU Delta and DutchNews.nl offered to conduct a scavenger hunt of sorts. We asked readers to tell us about ingredients and food items they have a tough time locating in the Netherlands and we offered to hunt them down. From vanilla essence to soft corn tortillas, the shortlist was fairly global. Here’s a look at some of the items we managed to track down, and where. Vanilla Essence and Baking Soda We found both on a small shelf of baking goods at Dille & Kamille. Their Vanilla Essence is extracted from special pods in Madagascar. A 60ml bottle costs €4.95. Their Baking Soda is a product of UK-based company Doves Farm and 200 grams costs €2.95. “These ingredients are really popular, so we usually try and ensure that they are always available in the shop,” said Maria Van Der Velde, who works at the Delft outlet of Dille & Kamille.

Evaporated Milk and Double Cream At Thomas Greens, a British expat shop in The Hague, you can find a whole range of Carnation milk products. Including, as requested, Evaporated Milk. A 410g tin of Light Evaporated Milk costs €2.90 and regular Evaporated Milk costs €2.65. Elmlea Double Cream costs €3. And, you can order them online. “These things are always in stock. Our teas and baking products are really popular as we have brands you can’t otherwise find here,” says Amanda Verbaan, owner of the shop. While they also have clotted cream for

Dille & Kamille stocks a number of baking items.

sale, you can find Clotted Cream, bottled by The Devon Cream Company, at the dairy section in most Jumbo supermarkets.

Various colas Jumbo has a foreign beers section that sometimes orders Root Beer. Keep an eye out for those. Meanwhile, we tracked down A&W Cream Soda at 3D Delft, the Minimarkt at Voorstraat. “A lot of our customers are American, so I thought it would be nice for them to have some drinks from their home. We also have Cherry Pepsi, Vanilla Coke and two or three kinds of Mountain Dew,” says Aman Noori, the owner.

corn tortillas This may seem unlikely, but Xenox sells a range of Mexican food products,

including Corn Tortillas. A packet of 8 Corn Tortillas costs €0.99. They also have a range of products from Belgium-based food makers Poco Loco that specialise in Mexican snack foods. Albert Heijn also has Corn Tortillas on sale, made by a company called Casa Fiesta. A packet of 8 tortillas costs €2.29. If they’re not available at your local AH, you can even order them. We also found Old El Paso Corn Tortillas at Kelly’s Expat Shop, a packet of 8 for €3.95.

Cream of Tartar We found this at some of the expat shops, but Dutch company Fun Cakes also sells 100g boxes of Cream of Tartar (€5.90) and Tartaric Acid (€4.30). Their website has a nifty map option that lets you find the retailers closest

‘A lot of our customers are American, so I thought it would be nice for them to have some drinks from their home’

to you. Alternatively, you can order these online at kookpunt.nl. This website is a trove of otherwise-evasive cooking ingredients!

Sauteed Shrimp Paste Ppoph.Luondo.nl is a speciality website with a whole range of Fillipino goods and food items. We came across the website while following the request of a Delta writer for Dagupan Sauteed Shrimp Paste. You can order it online for €2.75 for 230g. They also have Tuyo, dried fish, 10 pieces for €3.

Extras Besides their range of products from US and the UK, Kelly’s Expat Shop in The Hague now has things from Mexico, Australia, Canada, Italy and Ireland among others. We found Kraft Vegemite in their online shop, €4.50 for 220g. They also sell Atora Suet, 250 g for €2.25. Tim Tams (chocolate, caramel, white, double) around €4.25 for 200g.


Delta

31

TU Delft

SCIENCE Contempt safety rules widespread

Carbon networks

Dr. Marieke Kluin finds that two thirds of the chemical companies handling dangerous substances are negligent of safety regulations or unwilling to comply with them. Kluin herself was not overly surprised by this outcome of her survey. "From studies in the US and Denmark we know the outcome there is comparable", she said. Her real interest is how the processes of law enforcement have an influence on regulatory compliance and how compliance of chemical companies with safety regulations may be improved. Kluin studied criminology at the Erasmus University before joining TU Delft’s section of safety and security science at the Faculty Technology, Policy and Management. During her PhD research she joined safety inspectors on 19 different inspections of 15 companies in the Rotterdam Rijnmond region between November 2009 and December 2012. In the same period two major events occurred within the chemical industry in the region: Chemie-Pack at Moerdijk burned down (January 5 2011) and storage company Odfjell was closed after public outrage and under pressure of inspection agencies following the revelation of hundreds of previously

SHORT

The fire at Chemie-Pack (January 5, 2011) underlined the importance of inspections. (Photo:ANP/Koen van Weel)

unreported incidents at the plant. Both cases stress the need for better compliance with safety regulations. As do the figures. For the fifteen corporations under study, the inspectors had registered 2,215 violations from 1999 to 2011. Most of them were environmental violations (1,916) and 299 were related to occupational health and risk. Kluin creates four categories for those fifteen companies: social responsible (4), unfortunate (1), careless (6) and malicious (4). Careless corporations can be seen as ignorant or irresponsible while the malicious corporations can be viewed as purposive and calculating. In the Netherlands, the inspections are a joint effort of three agencies: Environmental Authority (Bevoegd Gezag Wabo), Occupational Safety and Health Agency (Inspectie SZW) and Safety Region (Veiligheidsregio). Combined inspections may

seem heavy-handed, but Kluin says it works well in practice since the inspectors often split up and work in parallel - each on their own field of expertise. Kluin expects that new European regulations called Seveso III may improve companies' compliance by introducing more openness. Seveso III requires the results of inspections to be published on an open-access website. The Dutch initiative Risico Kaart, an inventory of risks as a geographical information system, may be considered as a step in that direction. Such a databases exposes industrial activities to media, citizens and environmental groups. Public awareness may put extra pressure on the industry to clean up their act than formal inspections do, said Kluin. (JW) delta.tudelft.nl/29059

Big data on tap Patterns in data on drinking water consumption can be used to save energy and to detect leakages, said Dr. Martijn Bakker in his PhD thesis. Human behaviour is pretty predictable finds Dr. Martijn Bakker who did his PhD research in the Department of Water Management at the Faculty of Civil Engineering and Geo Sciences. His analysis of datasets covering six years of water demand in six different areas in the Netherlands (varying between 2,400 to 950,000 inhabitants) showed that water demand can be forecasted, pretty precisely, 24 hours (at 15 minute intervals) in advance.

Easily produced carbon nano networks may make fuel cells less expensive, said PhD student Emanuela Negro in the Faculty of Applied Sciences (AS). Fuel cells that convert hydrogen (or other gases) and oxygen directly into electricity are the paragon of efficient clean technology. Their efficiency mounts to 60% (90% if the heat is used as well) and the only waste is pure water. Yet, the electrodes for the electrochemical reactions are still in development since they need to combine a number of properties that are hard to combine. A new material called carbon nano networks (CNNs) seems to offer promising properties. "We compared it to the performance of carbon nanotubes containing platinum nanoparticles and we compared how well it works with non-platinum catalysts", said Emanuela Negro - a chemical engineer from Turin with a degree from KTH in Stockholm as well. The real advantage of carbon nano networks may be their easy manufacture. Dr. Ger Koper and Dr. Krishna Kowlgi in Professor Jan van Esch's group for advanced soft matter (at AS) developed a technology in which metal nanoparticles in a soap-like coating are finely dispersed in an emulsion of water and oil. When placed in an oven (at about 700 degrees Celsius in

The mean error was between 1.5 - 5.1%. Adding weather information improved the forecasts slightly, because at warm evenings there is additional demand from people spraying their lawns. In a sense, the analysis of historic data sets is just a warm up. The revolution will really get going once smart water meters are widely deployed. In the meantime, water companies may benefit from monitoring social media, said Bakker, since people will complain more easily on Facebook or Twitter about drinking water failures than contact their water provider. delta.tudelft.nl/28987

an inert atmosphere) carbon rod-like nanostructures start forming at the nanoparticles. Negro found that nano networks can be directly grown on carbon paper - a very common and cheap base material for electrodes in fuel cells. Under the electron microscope it looks like the smooth long carbon fibers from the carbon paper have suddenly grown spines. On this high surface area, catalysts (such as platinum) where gas conversion takes place can be deposited. Even though carbon nano networks do not improve the performance of fuel cells, they may make them less expensive and more durable. delta.tudelft.nl/29055


Contents International

28

A plaque and a play

29

Droning on can be fun

The bike of

Text: Heather Montague Photo: Hans Stakelbeek

30

Surviving the hunt

Iman Mohammed

W

ith its snow white color and pink saddles bags, Iman Mohammed’s citybike is sure to stand out in the crowd. Aside from the colors, Mohammed says that her bike is unique because it has both gears and pedal brakes. She was attracted to its super feminine look and ease of riding. Originally from Ghana, Mohammed moved to the Netherlands around three years ago. She explains that cycling in her home country is quite different from here. “For one thing, there are no bike paths and the roads are bumpy and uneven, hence one can expect quite a rough ride,” she says. She adds that there are not so many females who cycle there. “It seems to be frowned upon for a lady to ride a bike and it is seen as unladylike,” she says. In addition she notes that for some reason cycling also seems to be tied to status, saying “The rich and middle class would probably never be caught dead on a bike!” In contrast, Mohammed feels that cycling in the Netherlands is a wonderful, empowering experience. “I feel independent when I am on my bike,” she says. “I shop, go to work and use my bike for sports and recreation purposes as well. Without my bike, I believe my life in the Netherlands would have been much more difficult.” The bike also gives Mohammed a sense of security. “Whenever I am riding home after a late night out,” she says, “it feels safe knowing that I can ride away on my bike without worrying about being attacked - highly unlikely, I know, in Delft but it’s still comforting to know that I can quickly cycle home.” Mohammed, who also has a deep fear of dogs, said that cycling helps her overcome her fear. “I know, it’s strange,” she explains, “but somehow every time I see a dog and I am walking, I freeze and have to take a different route.” However on her bike she easily rides by them. “I suppose the idea of moving with fast speed on the bike and having in hand a heavy, strong metallic transport mode boosts my confidence and reduces my fear.”

See www.delta.tudelft.nl for the translation ofpage 12: ‘I want to introduce online touching’

Name: Iman “Immy” Mohammed (Ghana, PhD candidate in Multi-Actor Systems Department) Price: 350 Euros Brand: Cumberland Striking Feature: Bright white color


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.