TU Delta

Page 1

Delta nr. 13

18 maart 2013

TU-studentes bedenken kledingformule voor mannen die winkelen haten

slim gekleed

tekstverhaal

reportage

interview

Golven berekenen

Spinvis Cultural Het nieuwe werken professor

english pages inside see page 28


8 Delta nr. 13

18 maart

2013

Soms moet je als fotograaf even zoeken met wie je precies een afspraak hebt op een drukke plek, in dit geval is het duidelijk: De dames van House Of Einstein vallen meteen op als ze samen door de hal van de aula lopen. Maar ze kijken ook terug: Iedereen die langsloopt wordt onmiddellijk van top tot teen gescand. Voorlopig lopen er voldoende potentiele klanten voor hen rond in Delft. V.l.n.r.: Sanne Andrée Wiltens, Jantien Herfst en Mei Ling Tan. (Fotograaf Sam Rentmeester)

REAGEER!

12

www.delta.tudelft.nl

colofon

Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur) - @franknu, Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, Saskia Bonger - @sbonger, Tomas van Dijk - @tomasvd, Carlijn Remmelzwaal - @c_remmelzwaal, Connie van Uffelen - @connievanu, Jos Wassink - @joswashere Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Willemijn Dicke, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Lynn Morrison, Olga Motsyk, Damini Purkayastha, Dhariyash Rathod, Molly Quell, Jimmy Tigges, Robert Visscher Foto’s Sam Rentmeester, Hans Stakelbeek

Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteits-bibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@ tudelft.nl Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl Druk Deltahage, Den Haag Oplage 8.000 Jaargang 45 ISSN 2213-8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op: www.delta.tudelft.nl/colofon

reportage

interview

KLEDING VOOR MANNEN

SPINVIS JAMT

Maken kleren de man? Ja, zeggen de Delftse studentes die House of Einstein oprichtten. Ze kleden echte mannen die niet van winkelen houden. “Soms weet je tijdens de intake al: dat wordt die trui en die broek.”

Muzikant Spinvis is de vierde cultural professor aan de TU. Zijn masterclass wordt een jam van wetenschap. “Bètawetenschap is veel creatiever dan je denkt.”


16

28

Delta 14 verschijnt op donderdag 28 maart.

VERDER reportage

english pages

GOLVEN BEREKENEN

patent portfolio

Delftse wiskundigen passen wiskunde toe op golven om de scheepssimulator van het maritiem onderzoeksinstituut Marin in Wageningen zo echt mogelijk te maken. De prijs van zulk realisme is een hoop rekenwerk.

Self Healing Concrete and a Force Balanced Robot. Just some of the innovations in TU Delft’s Patent Portfolio, an online catalogue of some of the most cutting-edge work done by TU employees.

Column 04 KORT NIEUWS 05 SPORT 06 KRIEP 07 DESGEVRAAGD 07 beste afstudeerder 21 PARTYSPOTTERS 15 JOB DE KOK 15 ESSAY 20 BACHELOR 23 Column 25 APPS 25 SCIENCE 29 SURVIVAL GUIDE 30 TALKING POINT 31


Delta Niets lijkt me verschrikkelijker dan een verplicht vak te moeten doceren. Gelukkig heb ik nog nooit college hoeven geven aan studenten die daar niet zelf voor gekozen hebben. Met uitzondering van het college Mawin (Maatschappelijke Aspecten der Wiskunde, Informatica en Natuurwetenschappen) dat ik in 2002 aan de Vrije Universiteit gaf. Mawin was verplicht voor bètastudenten, en dat was goed te merken. Ondanks mijn PhD in de astronomie, mijn vier jaar als visiting scientist bij Harvard, en mijn twee jaar als wissenschafliche mitarbeiter in Bonn, genoot ik weinig meer dan het aanzien van de leraar maatschappijleer op de middelbare school. Toen ik een ontevreden student vroeg wat er aan scheelde, zei hij: Kijk, ik kan de Schrödingervergelijking in bolcoördinaten oplossen, maar ik weet werkelijk niet wat ik hier eigenlijk doe! Ik vertelde hem dat zelfs superslimme bèta’s tegenwoordig enig benul dienen te hebben van de maatschappij waarin ze hun ontzaglijk belangrijke werk doen. Je moet kunnen uitleggen waarom de belastingbetaler mag opdraaien voor een telescoop met een oppervlakte van een vierkante kilometer, of een deeltjesversneller met een omtrek van 27 kilometer. Wat heeft Jean avec le capuchon aan die hightech speeltjes? Honderd jaar geleden was er een Duitse chemicus die, nadat hem de Nobelprijs was toegekend, steevast in zijn subsidieaanvragen schreef ‘Ich brauche eine Million D-Mark!’ Dat werkte toen niet, en dat werkt tegenwoordig al helemaal niet. Dus enige maatschappelijke verantwoording over het besteden van miljoenen, zo niet miljarden euro’s belastinggeld is een vereiste. Zoiets valt onder de noemer ‘maatschappelijke aspecten’ – de M en de A van Mawin. Gelukkig geef ik op de TU uitsluitend college aan studenten die daar geheel vrijwillig voor hebben gekozen. Dat impliceert dat ik veeleisend mag zijn, en dat ben ik dan ook. Immers, als mijn voorwaarden je niet bevallen, dan staat het je geheel vrij mijn vakken niet te volgen. Desondanks stijgt de populariteit van mijn colleges gestaag. Dat is verheugend, want het betekent dat studenten graag een veeleisend vak volgen, misschien wel in de hoop daar gelijkgestemde medestudenten te ontmoeten. Leg de lat flink hoog en je brengt het beste boven in ambitieuze studenten. Voor mij is dat ook fijn, omdat ik mijn energie het liefst besteed aan the best and the brightest. Ieder willekeurige populatie studenten beschrijft vanzelfsprekend een Gaussische verdeling rondom een bepaald gemiddelde. Van de circa 18 duizend Delftse studenten wil ik het liefst diegenen begeleiden die meer dan drie sigma rechts van dat gemiddelde liggen. Statistisch gezien is die fractie slechts 0.00135, oftewel 24 studenten. Dat is wellicht iets te restrictief, dus vooruit, ik laat ook een aantal 2.5σ < x < 3σ studenten toe. Maar het moet niet veel gekker worden. Natuurlijk, ook zesjes-studenten hebben recht op een diploma. Ik hoop alleen dat die zesjes-studenten hun onderwijs zullen betrekken van zesjes-docenten. Quid pro quo.

Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

TU Delft

1 Het event is alleen voor studenten van de TU Delft.

nee

Masterstudent systems engineering, policy analysis and management Minke van der Kleij organiseert samen met een team van andere TU-studenten de tweede editie van de ‘All Energy Day’. Op 22 maart komen overheid, bedrijfsleven, wetenschap en studenten samen om elkaar te inspireren en informeren over de ontwikkelingen en de exploitatie van de energievoorziening van de toekomst. 4 De doelstelling van zestien

2 Eigenlijk wil Nederland helemaal niet af van olie en steenkool.

nee

3 Dagvoorzitter Jort Kelder weet niks van energie.

nee

procent duurzame energie voor 2020 gaan we halen.

ja

5 Op welke vraag wil je terugkomen? “Op vraag 4. Als we op een dag zoals de ‘All Energy Day’ met overheid, politiek, wetenschap en bedrijfsleven nadenken over nieuwe, innovatieve ideeën hoe we dat percentage wel kunnen halen, is die doelstelling zeker haalbaar. Het doel van de dag is verrijking, maar ook het aanzetten tot stappen nemen. Wij als nieuwe, jonge en frisse generatie gaan oppikken wat er in eerdere generaties al gedaan is en daar zo efficiënt mogelijk mee omgaan en verbeteren.” (CR)

Foto: Carlijn Remmelzwaal

columnDAPHARTMANNQUIDPROQUO

4

5 Vijf leuke prijzen waren er te winnen als je je oude campuskaart bij je servicepunt inleverde: een iPad of een van de vier waardebonnen van vijftig euro. Tot hun grote verbazing lazen medewerkers van de Student IT Desk aan de Drebbelweg dat er een trekking was geweest, terwijl de inleverdoos voor hun pand nog in de hal stond. Foutje. Aan medewerkers die de dozen ophaalden was niet doorgegeven dat ook hier een doos stond. Er is een extra trekking verricht voor een vijfde waardebon.

Tweets


Kort Geen bestuurswerk

De Landelijke Kamer van Verenigingen is bang dat studenten geen bestuurswerk meer durven doen als ze ook na hun eerste jaar nog met een bindend studieadvies van de opleiding gestuurd kunnen worden. Onderwijsminister Bussemaker wil hogescholen en universiteiten laten experimenteren met een bindend studieadvies in het tweede en derde studiejaar. delta.tudelft.nl/26414

Tonnen teveel Fotograaf Henny Boogert reisde Kenya, de Filipijnen, Italië, Nederland, Bolivia, India, Moldavië, Rusland, Hong Kong en Cuba af om studenten vast te leggen in hun kamers. Tot 22 april is zijn werk te zien in de bibliotheek. Op de linkerfoto Pankaj Yadav uit India, student MBA marketing aan de Patil universiteit in Mumbai. Op de rechterfoto Newman Lau Man King (student verpleegkunde) en Angel Lau Yat Yeung, student kunsten aan de Hong Kong Suen Chi Hall universiteit. Meer foto’s op images.connect.org. Foto’s: Henny Boogert

Wie je moet kennen Anka Mulder volgt per 1 april 2013 Paul Rullmann op als derde collegelid. Haar benoeming komt niet als een verrassing: ze is al negen jaar directeur onderwijs en studentenzaken en sinds 1 juli 2011 secretaris van de universiteit. Daarnaast is zij president van het internationale opencourseware Consortium en was zij voorzitter van de taskforce herijking. Voordat ze bij de TU Delft kwam, was Mulder onder meer docent internationale betrekkingen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Later gaf ze trainingen Europees recht en beleid aan volwassenen.

Iets meer dan twee jaar geleden kreeg de TU haar eerste vrouwelijke decaan. Op 15 april 2013 gaat alweer de derde aan de slag. Hester Bijl wordt dan decaan van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Bijl werd in 2006 benoemd tot Antoni van Leeuwenhoekhoogleraar, een aanstelling voor jong talent. Ze bekleedde sindsdien de leerstoel aerodynamica. Een jaar eerder had zij een vidi-subsidie gekregen van NWO voor haar onderzoek naar rekenmodellen om de krachten op windturbinebladen nauwkeuriger te voorspellen.

Duwind-directeur prof. Gijs van Kuik heeft een mijlpaal bereikt. Zijn centrum voor windenergie heeft de status gekregen van TU-onderzoeksinstituut. Dat betekent dat hij jaarlijks een eigen ‘faciliterend budget’ van 200 duizend euro te besteden heeft. Het geld is niet bedoeld voor extra onderzoek, maar het stelt Duwind 2.0, zoals het instituut zich nu noemt, in staat het netwerk te versterken met andere onderzoeksinstituten en de industrie en om zich nadrukkelijker ook buiten academische kringen te manifesteren bij overheid en publiek.

De ‘regeling afstudeersteun studenten’, kortweg RAS, heeft in 2012 enkele tonnen te veel gekost. De belangrijkste reden voor de toegekomen kosten is de pilot met buitenlandse studenten, onder wie ook degene die niet uit Europese landen komen. Die laatste groep betaalt een hoger collegegeldtarief en moet binnen twee jaar klaar zijn met de masteropleiding. delta.tudelft.nl/26401

Reorganisaties

Reorganisaties maken werknemers gespannen, gestrest en onzeker. Niet vreemd dus dat de workshop reorganisaties voor medewerkers van de universiteitsdienst veel meer belangstelling trekt dan verwacht. www.delta.tudelft.nl/26389

Rustig wonen

Op initiatief van de Delftse studenten roeivereniging Laga krijgt Delft een topsporthuis. Daar kunnen studenten die op hoog niveau sporten in alle rust wonen, tussen gelijkgestemden. Het voormalige pand van zorginstelling Ipse, aan de Oude IJsbaan, krijgt 35 kamers verdeeld in vier groepen. Studentenhuisvester Duwo beheert het. delta.tudelft.nl/26391

Bewust belonen

Gratificaties aan de TU zijn de afgelopen twee jaar vaker uitgedeeld aan ondersteunend personeel dan aan wetenschappers. Dat blijkt uit een evaluatie van het ‘bewust belonen’ aan de universiteit. Vooral bij de directies finance, ict, onderwijs & studentenzaken en marketing & communicatie ontvangen de hogere salarisschalen procentueel vaker gratificaties. delta.tudelft.nl/26375


IN THE SPORTLIGHT Tess van der Kolk

sportzaken

Specs

1.68 mtr Gewicht

74 kilo

Geboortejaar 1991

studie: Industrieel Ontwerpen, bachelor

sport:

Floorball bij Blue Falcons. Een soort indoorijshockey met kunststof stick en plastic gaatjesbal.

Wedstrijdshirt met het clublogo: een floorball met een poot van een valk erdoorheen. Ontwerper onbekend.

Beuken met de schouder is toegestaan, ongeacht de sekse van de tegenstander.

Alweer vijf jaar wordt er niet-verenigingsgebonden gehockeyd bij SHC Scoop. De club viert dat met een open paastoernooi. Roeivereniging Proteus trachtte het wat duffe imago van de Winterwedstrijden op te krikken. Met succes, maar er waren ook minpuntjes.

andere sporten: Hardlopen en in de zomer zeilen en wandelen.

Sterke punten: “Goed spelinzicht. Ik weet waar ik heen moet lopen.” Zwakke punten: “Ik word pissig als iemand mij passeert. Daar kan ik niet tegen.” Blessuregevoeligheid, lichamelijke zwakheden: “Afgezien van de gebruikelijke blauwe plekken niet noemenswaardig.” Hoogtepunten/ prijzen: “In mijn vroegere hockeyleven in Zwolle heb ik in de subtop gespeeld.” Flinke blauwe plek. Het balletje is heel licht, maar kan hard aankomen. ‘Dat is gevoelig, maar bescherming is niet nodig. Het is geen sexy sport voor vrouwen met mooie benen.’

Waarom zou je gaan floorballen? “Het is een toegankelijke sport, makkelijk om te leren. Zelf doe ik het pas anderhalf jaar. Je pakt het snel op en kunt er behoorlijk in groeien. Het is een gemengde sport, je kunt je snel optrekken aan de mannen die een hoger niveau hebben.” Waarom bij Blue Falcons? “Omdat dat een kleine en dus gezellige vereniging is. Na het sporten blijven we meestal nog lang in het Sportcafé hangen.” Ambities? “In een hoog team blijven floorballen. Nog verder groeien. Altijd blijven sporten.”

Stick van kunststof.

Handbalschoenen, met draaipunt onder de zool, handig bij het vele geschuif op de vloer.

Foto: Sam Rentmeester

Ergens een hekel aan? “Als mensen geen inzet tonen.”

Licht, plastic balletje, met 26 gaatjes. Weegt 23 gram. ‘Heeft iets aerodynamisch, ik weet niet precies wat.’

Duf imago opgepoetst

Het roeiseizoen is met de traditionele Heineken Vierkamp (vorige week) en de Head of the Amstel (gisteren) serieus op gang gebracht. Daaraan voorafgaand vonden eind februari al even traditioneel de Winterwedstrijden van Proteus plaats op het Schiekanaal. Omdat het evenement de afgelopen jaren een wat duf imago had gekregen, zo schrijft de organisatie, was de noodzaak voor vernieuwing hoog. De wedstrijdindelingen werden veranderd en de finish werd verschoven tot voor het clubgebouw. Dat leverde 25 procent meer inschrijvingen op, onder wie ook enkele toppers. Logistieke misrekeningen leidden echter tot lange wachttijden bij het starten en/of afmeren. Verbeterpuntje voor volgend jaar dus, zoals de organisatie zelf kritisch constateerde. Dat het guur was en zelfs een beetje sneeuwde? Tja, daar zijn het Winterwedstrijden voor. Op het terrein van tegenhanger Laga vindt komende zondag tijdens de oud-ledendag een feestelijk moment plaats. Hoofd Sport en Cultuur Raymond Browne zal dan een nieuwe vier-zonder dopen. Aansluitend is er een sparsessie om de titels Oude Vier (in voorbereiding op de Varsity op 7 april) en Jonge Acht. Een ander aankomend evenement is het paastoernooi dat SHC Scoop op 1 april organiseert op het sportcentrum, als onderdeel van de eerste lustrumviering. Tot vijf jaar geleden konden hockeyers die in studentenverband wilden spelen, maar geen lid waren van Virgiel of het Corps nergens terecht. En dus richtte een aantal enthousiastelingen een open hockeyvereniging op. “We zijn van heel klein gegroeid naar vijf competitieteams plus een beginnersteam en een vrijdagavondteam”, vertelt voorzitter Nienke de Korte. “We hebben nu 149 leden, maar dat aantal groeit nog steeds. Blijkbaar slaat het aan.” Sportief gezien worden er ook stapjes gemaakt. Heren 1 speelt weliswaar een bescheiden rol in de laagste (vierde) standaardklasse, maar de hoogste damesploeg staat op promotie naar de derde klasse. “In de zaal zijn ze dit jaar al gepromoveerd naar de tweede klasse, dus dat gaat goed.” Toch heeft haar club geen ambities om tophockey te bedrijven. “Bij ons gaat het vooral om de gezelligheid en dat je kunt spelen.” Hockeyliefhebbers die ook eens aan de club willen ruiken, kunnen zich met een team van minimaal acht personen aanmelden voor het paastoernooi via www.shcscoop.nl. (JT) Tips? jimmy.tigges@hetnet.nl


Delta

7

TU Delft

Desgevraagd De onfortuinlijke Bush was ’s nachts in zijn slaapkamer, toen plots onder zijn huis de aarde opende en hem verzwolg. Het is geen toeval dat een sinkhole in Florida ontstaat, waar naar schatting jaarlijks duizend van dit soort gaten vallen. Maar zelden zijn ze zo groot en vinden ze plaats in de bebouwde kom. Een sinkhole, in het Nederlands ook wel doline genoemd, is een komvormige put die plotseling ontstaat. “Dat komt door de grondgesteldheid. In Florida zit kalksteen onder de grond met een kleine deklaag van zanderig materiaal. Kalksteen lost op als het met water in aanraking komt. Als het grondwater omhoog komt of regenwater door de zanderige deklaag sijpelt ontstaan ondergrondse holtes. Zodra een grote holte in contact komt met de deklaag, zakt het losse materiaal er snel in weg en wordt een sinkhole gecreëerd”, zegt dr.ir. Leon van Paassen (Civiele Techniek en Geowetenschappen) desgevraagd. Ook in Nederland zijn er gebieden waar dolines ontstaan. “In Limburg en in de buurt van Winterswijk zit ook kalksteen onder de grond. Daarnaast is er een kans op plotselinge verzakkingen bij verlaten mijnen. Vaak werden die na het sluiten opgevuld of doelmatig ingestort om verzakkingen in de toekomst te voorkomen.” Toch blijkt dat een sinkhole dan nog steeds op kan treden. “Een voorbeeld

daarvan is de instorting van een deel van winkelcentrum ’t Loon in Heerlen in 2011. Het winkelcentrum was gebouwd boven een oude mijngang”, zegt Van Paassen. Zout in de grond kan ook dolines veroorzaken. In het verleden zijn sinkholes ontstaan bij zoutafgravingen in Twente,

sinkholes door met satellieten naar verzakkingen te kijken. Hanssen en Van Paassen verwachten niet dat sinkholes in Nederland zo’n omvang krijgen als in Florida. “In Nederland komt kalksteen in de ondergrond minder vaak voor en daar is ook veel minder bebouwing op dan in Florida. Het risico op schade is daardoor beperkt”, zegt Van Paassen. Toch is het raadzaam om de risicogebieden te monitoren, vinden de wetenschappers. “Lang werd gedacht dat sinkholes niet te voorspellen waren”, zegt Hanssen. “Maar dat klopt niet. Neem het winkelcentrum in Heerlen. Uit data van de afgelopen twintig jaar blijkt dat de grond daar al verzakte met een gemiddelde van 8 millimeter per jaar. Na 2010 versnelde de daling zelfs. De aanwijzingen waren er dus wel degelijk.”

Het winkelcentrum in Heerlen dat in 2011 deels instortte, was gebouwd boven een oude mijngang vooral waar vroeger ongecontroleerd zout is gewonnen. Ook bij Harlingen en Veendam wordt zout gewonnen, volgens prof.dr.ir. Ramon Hanssen (Civiele Techniek en Geowetenschappen). “Daar komt het zou heel langzaam omhoog, net zoals olijfolie wanneer je het met water mengt. Toch hoeft men niet ongerust te zijn, omdat de beweging zeer langzaam gaat en ondiepe holtes nog niet aan de orde zijn”, zegt Hanssen. Hij onderzoekt

Hanssen pleit er voor om gebieden die vatbaar zijn voor sinkholes met satellieten in de gaten te houden. “Wij kunnen deformaties van millimeters detecteren. Zodra we zien dat de grond zakt of versneld daalt, is dat een belangrijke indicatie. Dan kunnen we onder de grond kijken of er holtes zijn en zo nodig ingrijpen.” (RV)

Betaal jij later mee aan de studieschuld van je (toekomstige) partner?

13%

Ja! Dat heb ik over voor mijn partner.

31%

Nee! Dat is zijn/haar eigen verantwoordelijkheid.

56%

Geen idee. Dat zie ik later wel. Kijk voor de nieuwe poll op de Facebookpagina van Delta. www.facebook.com/tudelta

Strip: Auke Herrema

In de Amerikaanse staat Florida slokte een negen meter groot gat Jeff Bush op. Ook in Nederland ontstaan dit soort sinkholes. Al is de kans dat er hier iemand door verdwijnt klein.


8

Delta

TU Delft

Slim gekleed Nooit meer in je vrije tijd zweten in een te klein pashokje. Oud TU-studenten Jantien Herfst en Mei Ling Tan bedachten een kledingformule voor mannen die geen tijd of zin hebben om te winkelen, maar er wel goed uit willen zien. Makkelijk en snel kleding kopen, het is de droom van elke man. “We verplaatsen een stuk winkel in zijn maat naar hem thuis”, legt Mei Ling Tan, oud-TBM-student, uit. Een online intakegesprek moet een beeld geven van zijn levensstijl. Wat voor werk doet hij? Wat voor kleding draagt hij daarbij? Wat doet hij in het weekend? Op basis van dat gesprek selecteren Tan en Jantien Herfst (ook TBM-alumnus) kleding in hun eigen warenhuis. “Dat gaat per setje”, vertelt Tan. “Altijd een broek, shirt, trui, colbertje, onderbroeken en sokken.” Tan en Herfst selecteren twee of drie van deze sets en sturen ze naar de klant. Wat hij mooi vindt, houdt hij. De rest stuurt hij terug. Wat hij koopt, betaalt hij.

Intake per skype House of Einstein is gevestigd in een groot pand in Leiden waar Albert Einstein woonde toen hij in Leiden studeerde. Herfst en Tan, zelf heel ‘stylish’ gekleed, zitten omringd door stagiaires aan een grote tafel achter hun laptops. De nieuwe collectie is net binnen. “We doen inkopen in februari en augustus”, vertelt Herfst. “Dan zijn we alleen maar on the road om bij alle kledingmerken samples te bekijken en te bestellen.” Op het ochtendprogramma staan twee intakegesprekken. Herfst zit klaar om met Job Nijs te skypen. Nijs is ZZP’er en werkt bij YesDelft. Hij houdt niet van kleren kopen. “Ik gedraag me als een klein kind bij het shoppen”, vertelt hij. “Als ik een winkel binnen kom, wil ik meteen weer naar huis.” Nijs wil een lentekoffer bestellen. De intakegesprekken gebeuren altijd in een aparte kamer omdat de vragen heel persoonlijk

zijn. Herfst opent een Excelsheet met alle gegevens en maten van Nijs. Nijs is net op wintersport geweest en zit thuis met een bruin hoofd achter zijn computer. De setting is informeel. Herfst en Nijs kennen elkaar van YesDelft en begroeten elkaar enthousiast. Herfst bevraagt Nijs over zijn shopgedrag en maten. Nijs winkelt twee keer per jaar en gaat dan meteen op de klassieke lijnen en Dockers broeken af. “Ik ben niet zo spannend”, lacht hij. Hij is afgelopen maanden twintig kilo afgevallen. “Ik paste mijn oude kleren niet meer en heb toen mijn hele nieuwe garderobe bij House of Einstein aangeschaft.” Hij vertelt enthousiast dat de dames hem anders hebben leren kijken naar kleren. “Vroeger zag ik er vrij klassiek uit, nu probeer ik nieuwe dingen. Ik ben een andere man.” Nijs houdt van witte, slimfit overhemden van een stevige stof. Verder bevallen de hippere modellen jeans hem wel. Herfst vraagt door tot onderbroek (strak of los?), sokken en riem. Dan volgen persoonlijke vragen. Welke sporten doe je? Heb je een gezin? Reis je veel? Is je carrière belangrijk voor je? Ten slotte nemen ze de order door. Nijs wil graag drie outfits.

Hele outfits Ondertussen begint Tan het intake gesprek met Diedrick Nierstrasz. Hij is 33 jaar, oud-student offshore engineering en werkt momenteel als afdelingshoofd van de productieafdeling bij Ampelmann. Nierstrasz winkelt één keer per maand. Toch is hij klant bij House of Einstein. “Hier koop ik kleren die ik zelf nooit zou kiezen.” Ook Nierstrasz beantwoordt alle vragen. Hij gaat meestal in spijkerbroek en trui naar

‘Bij de TU gelden andere maatstaven maar ik vind het belangrijk om er verzorgd uit te zien’

De metamorfose van Diedrick Nierstrasz. Hoe trots hij ook is op zijn TU Delft trui, Tan en Herfst wisselen die toch in voor een ‘casual look’.


Tekst: Carlijn Remmelzwaal Foto’s: Sam Rentmeester

Delta

TU Delft

9



Tekst: Carlijn Remmelzwaal Foto: Sam Rentmeester

Delta

TU Delft Job Nijs gaat niet graag uit de kleren. Nijs zag er vroeger klassiek uit. Dankzij House of Einstein probeert hij nieuwe dingen.

‘Ik gedraag me als een klein kind bij het shoppen’

CV Het gevoel voor mode van Herfst en Tan komt niet uit de lucht vallen. Herfst deed modeacademie in Londen voordat ze naar Delft kwam om systems engineering, policy analysis and management (TBM) te studeren. Tan, die dezelfde studie deed, werkte als freelance stylist voor onder andere FHM, Veronica Magazine en Elite models. Onlangs trad ook Sanne Andrée Wiltens als personal shopper in dienst. Mannen en mode Diepgaand onderzoek van House of Einstein heeft uitgewezen dat: • Meer dan tachtig procent van de klanten het belangrijk vindt dat anderen vinden dat hij er goed uitziet • Slechts twee procent een voorloper op het gebied van mode wil zijn • De meeste mannen maar 2 keer per jaar winkelen • Slechts vijftien procent online winkelt • De man gemiddeld tien tot vijftien kledingstukken per jaar koopt • Meer dan de helft zich laat adviseren door zijn vriendin • Tien procent nog steeds het liefste met zijn moeder winkelt...

zijn werk. Zijn maten zijn niet veranderd en staan nog netjes in de datasheet. Nierstrasz wil geen saaie overhemden en voor de zomer wil hij T-shirts met print. Nu ze een goed beeld hebben van de behoeften van Nierstrasz en Nijs, lopen Herfst en Tan naar hun warenhuis met kleding achter in het kantoor. Er liggen merken als Tommy Hilfiger, Nudie jeans en Gant, allemaal netjes opgestapeld per kledingstuk en maat. Herfst en Tan selecteren de outfits zorgvuldig tot op onderbroek en sokken. Ook houden ze rekening met eerdere aankopen van de mannen. “Soms weet je tijdens de intake al: dat wordt die trui en die broek” vertelt Herfst. Nu de nieuwe collectie binnen is, moeten de dames even wennen aan wat ze hebben en hoe ze dat kunnen combineren. In het warenhuis wordt druk overlegd of Nierstrasz al een rode trui heeft en of Nijs een grim tim spijkerbroek aan kan. Vervolgens verpakt een stagiaire de outfits netjes in bruin papier met strik en stuurt de koffers naar de mannen. Herfst en Tan adviseren hun klanten om hele outfits te kopen. “Als ze alleen een spijkerbroek willen, kunnen ze beter zelf naar de winkel gaan.” Nijs haalt thuis een mooi, hip pak uit de koffer. Moet hij er goed uit zien op zijn werk? Hij lacht hard. “Bij de TU gelden andere maatstaven” grapt hij, “maar ik vind het belangrijk om er verzorgd uit te zien.” Zijn vriendin vindt het niet jammer dat ze niet meer met hem kan shoppen. “Ze is dolblij met House of Einstein.” Nierstrasz wordt verrast met een blauw-wit geruit overhemd, een rode kasjmier trui en een lichte spijkerbroek met riem. Op zijn werk is hij de enige die met kleding bezig is. “Mijn collega’s lachen me uit dat ik House of Einstein bestel”, vertelt hij, “maar stiekem zijn ze jaloers”.

Waar Tan en Herfst bij Nierstrasz echt niet mee moeten aankomen zijn skinny jeans. “Ik weet niet of die nog in de mode zijn maar daar maak je me echt niet blij mee.” Nijs en Nierstrasz zijn heel tevreden over hun nieuwe outfits. “Het overhemd is wel echt wat anders dan wat ik normaal heb”, zegt Niestrasz, “maar daarom koop ik juist bij House of Einstein.” Klanten van House of Einstein moeten niet op hun centen zitten. De kleding is van bekende merken en van goede kwaliteit. “Onze doelgroep is mannen tussen de 35 en 45 jaar in de bloei van hun carrière, met voldoende te besteden”, zegt Tan. Mannen die geen zin hebben om in de weekenden aan kleding te denken. “Ze gaan liever met de kinderen sporten of met vrienden de kroeg in.”

Mode en IT De dames hebben al nieuwe plannen. Naast een modebedrijf wordt House of Einstein ook een IT-bedrijf. Daar komt het Delftse hart in Tan en Herfst naar boven. “Het verkrijgen en verwerken van data is momenteel het moeilijkste in de e-commerce branche”, legt Tan uit. Daarom ontwikkelen ze een systeem waarbij ze direct de maten van hun klanten kunnen zien per merk, maar ook wat hun verkoopgeschiedenis is. “Op basis daarvan willen we voorspellingen maken van wat klanten in de toekomst mooi vinden.” Volgens Tan zijn ook modehuizen en kledingmerken daarin geïnteresseerd. “Wij kunnen binnenkort tot het niveau van hobby’s laten zien wie hun doelgroep is.” www.houseofeinstein www.facebook.com/houseofeinstein Twitter @HouseofEinstein.


Muzikant Spinvis is vanaf half maart de vierde cultural professor aan de TU. Hij wil met zijn studenten een jam van wetenschap maken. “Het proces van het maken is, los van het resultaat, een gelukzalig moment.”

‘Mijn professorschap is de oplossing van een oude vraag’


Tekst: Saskia Bonger Foto: Hans Stakelbeek

Delta

13

TU Delft

Een podium vol instrumenten en vijf muzikanten die ze allemaal

over twee groepen van twaalf, die weer zijn on-

lijken te kunnen bespelen. Spinvis’ tournee ‘Tot ziens, Justine Keller’,

derverdeeld in vier groepen van drie. Iedere groep

langs theaterzalen in het hele land begint donderdag 7 februari met

krijgt van mij een vraag. Die vragen komt voort uit

een première in Theater de Veste. De muzikaliteit spat die avond van

een sprookje dat ga schrijven op basis van de in-

de vier mannen en de ene vrouw op het podium af.

zendingen van de deelnemers aan de masterclass.

Middelpunt is Erik de Jong, alias Spinvis, die net zo gemakkelijk een

Ik heb hen gevraagd een kort hoorspel te maken

accordeon bespeelt als een gitaar. Hij wil er zich niet op laten voor-

over de toekomst van hun vakgebied.”

staan, en het zal ook wel niet veel voorstellen, toch snap je waarom gesneden pak zit als gegoten.

Wat voor vragen kunnen uit dat sprookje voortkomen?

Hij beweegt zich wat houterig. Hier staat geen ras-entertainer op de

“De eerste vraag zou kunnen zijn: hoe ziet het hor-

planken. De Jongs optreden heeft iets ongemakkelijks. Niet omdat

loge van God eruit? Ik probeer te ontwijken dat er

het niet goed is, juist omdat het zo puur en open is, zo zonder pose.

een van te voren bedachte opdracht ontstaat. Je

Wie echt luistert naar de muziek, kan zich er gemakkelijk op laten

kunt het vergelijken met jammen in een band. Dat

wegvoeren. Al gaat het volume een paar keer flink omhoog. Op het

is een kwestie van heel goed naar elkaar luisteren,

balkon begint een jongen van een jaar of twintig zelfs even te head-

heel goed anticiperen op wat de ander doet, daar

bangen.

zelf iets aan toevoegen. Zo ontstaat er muziek die

Het publiek bestaat deze avond grotendeels uit dertigers en veer-

niemand heeft gecomponeerd, maar die wel echt

tigers. Veel studenten zijn er niet. Toch mogen 24 van hen vanaf 15

is. De masterclass wordt een jam van wetenschap,

maart meedoen aan de masterclass die De Jong geeft aan de TU

dat is het idee. De groepjes maken hun opdrach-

Delft. Voor het thema daarvan, ‘Uit het niets’, heeft hij zich laten in-

ten en met wat daaruit voortkomt, schrijf ik verder

spireren door het verhaal van de Franse postbode Ferdinand Cheval.

aan het verhaal. In de volgende stappen groeien

Onder zijn handen ontstond in zeventig jaar tijd een bouwwerk dat

de groepen. We begonnen met acht groepen van

nu bekend staat als het Palais Idéal: een collage van stenen die

drie. Daarna worden het er vier van zes studenten,

Cheval iedere dag langs de kant van de weg vond.

daarna twee van twaalf en uiteindelijk komt ie-

Twee dagen vóór de première vertelt De Jong in zijn huis in Nieuwe-

dereen samen. Waardoor ze steeds kunnen voort-

gein over zijn plannen.

borduren op het DNA dat ze zelf hebben gemaakt.

hij in 2012 is uitgeroepen tot best geklede man. Zijn donkere, strak

We eindigen met één vraag, die door de groep van

Zelf bent u nooit verder gekomen dan de middelbare school. Wat kunt u de studenten leren?

24 vormgegeven moet worden.”

“Ik weet niet of ik ze iets kan leren, maar we kunnen wel onderzoek doen naar de methode waarmee iets nieuws tot stand komt. Weten-

Kunnen studenten wel iets met een vraag als over het horloge van God?

schap en kunst zijn volkomen andere werelden, maar wat overeen-

“Bètawetenschap is veel creatiever dan je denkt.

komt is dat zowel de kunstenaar als de wetenschapper iets maakt

Tijdens een rondleiding in Delft gingen we kijken

uit niets. Ze bedenken werelden die er nog niet zijn. De één doet dat

bij de zonnewagen. Die wordt zo rationeel mo-

omdat hij iets moois wil maken, de ander omdat hij de werkelijkheid

gelijk gebouwd. Hij mag geen grammetje te veel

wil ontleden. Ik ben gaan denken: wat is de methode die ik volg als ik

wegen. Maar intussen is het ook een mooi ding.

een liedje schrijf? Ik heb dan geen plan.”

Mensen zijn zich er niet van bewust, maar toch ze hebben kennelijk keuzes gemaakt die met esthe-

U gaat gewoon op een stoel zitten en begint?

tiek te maken hebben.”

“Ja. Zonder idee waar het over moet gaan of wat voor soort liedje het moet worden. Ik begin gewoon met de eerste stap. Daaruit komen

Wat voor beeld heeft u van de TU?

de vervolgstappen. Als het liedje klaar is, heb ik een serie van hon-

“Ik vind de doelmatigheid groot en de tijdspanne

derden keuzes gemaakt: ga ik links, rechts of rechtdoor. Om de één

indrukwekkend. Ik sprak een jongen die bezig is

of andere reden heb je een innerlijk kompas dat je daar naartoe leidt.

met een programma om het elektriciteitsnet aan

Dat is een geheimzinnige en ondoorgrondelijke manier van werken.

te passen op het grootschalige gebruik van elek-

Toen ik de vraag kreeg of ik cultural professor wilde worden, dacht

trische auto’s. Hij maakt de toekomst vijftig jaar

ik: is het mogelijk om mijn methode - die dus geen methode is - toe te

vooruit en denkt na over dingen die hij zelf mis-

passen op echte bètawetenschappers? Een aantal jaren geleden heb

schien niet eens gaat gebruiken.”

ik met Benthe Hamel een hoorspel gemaakt over Ferdinand Cheval. Daar moest ik aan denken. Dat verhaal is een mooie analogie voor

Wat fascineert u aan die postbode Cheval?

wat ik ga proberen met de studenten.”

“Zijn werk bestrijkt een heel leven. Hij ging verwoed door, dwangmatig. Dat soort mensen zijn

U gaat een toevallig bouwwerk laten ontstaan?

altijd een stukje van hoe je zelf bent, maar dan

“Ik heb een methode bedacht voor 24 studenten. Die zijn verdeeld

zonder rem. Je leert over jezelf. Dat het >>


14

Delta

TU Delft

proces van het maken, los van het resultaat, een gelukzalig moment is.

ambitie. Hij koos ervoor in het Nederlands te gaan zin-

Of je er nou succes mee hebt, of niet. Dat weten veel wetenschappers na-

gen. “Het was eng, zingen over wat ik echt voelde, maar ik

tuurlijk, maar dat wil ik de studenten bijbrengen.”

heb het gedaan. Toen hoorde ik in die opnames iets wat ik echt tof vond: de combinatie van mijn stem en die woor-

Wie zijn uw leermeesters?

den. Er zat een Hollandse romantiek in waar ik altijd van

“Mijn vader was wis-, natuur- en scheikundeleraar. Echt een bèta. Mijn

gedroomd had. Dat heb ik opgestuurd naar Excelsior, nog

broer ook, die is nu iets hoogs bij Microsoft. Zij zaten altijd aan tafel te

steeds mijn platenmaatschappij, toen was het heel snel

praten over wiskunde, over stellingen, over bewijzen, over logica. Over

goed.”

taal, want ook wiskunde is taal. Ik ben opgegroeid in een gezin waarin het altijd ging over rationeel taalgebruik. Ik ben anders van inslag, maar heb daar veel van meegekregen. Ik vind het heel bijzonder dat ik cultural professor word aan de TU. Het is de oplossing van een heel oude vraag.”

Hollandse romantiek, dat klinkt niet echt stoer. Wat vonden de mensen met wie u altijd speelde daarvan? “Die waren al weg. Dat is de tragiek van het bandjesleven.

De Jong komt uit een Utrechts gezin waar volgens het gedachtegoed van

Voor de meeste mensen is spelen in een bandje iets wat

de jaren zestig niet veel discipline heerste. “Het was heel liefdevol en ik

je doet in je jeugd. Daarna begint het echte leven. Dat is

heb een goede jeugd gehad, maar mijn ouders hebben er niet op geha-

mij bespaard gebleven. Een jaar nadat mijn eerste cd uit

merd dat ik een opleiding moest afmaken. Zij dachten: het zal wel goed

was, kon ik er al van leven. Het was echt fantastisch toen

komen. Een heel andere cultuur dan nu, die bestaat niet meer.”

ik mijn baantje bij de PTT kon opzeggen. Heerlijk. Aan

De Jong kon zijn eigen gang gaan. School maakte hij niet af. Jarenlang

de andere kant: die periode uit mijn leven is nog steeds

speelde hij in punkbandjes, jarenlang blowde hij. Werken deed hij in de

mijn kapitaal. Daar schrijf ik over, over de levens van al

fabriek en bij de PTT als postsorteerder. Het grote succes kwam pas na

die mensen. Op de werkvloer heb je een soort gedwongen

zijn veertigste.

vriendschap met elkaar. Je moet het samen doen. Als je

Het gebrek aan discipline thuis had voor- en nadelen. “Het nadeel was

daar goed je ogen en oren open zet, dan kom je ontzet-

dat ik nooit iets afmaakte, altijd van het ene in het andere avontuur ver-

tend veel levensverhalen tegen. De laatste tijd denk ik

zeilde. Het voordeel is dat ik mijn dromen niet ben vergeten. Anders was

vaak: het leven dat je hebt, is helemaal niet op basis van

ik waarschijnlijk ergens in een carrière terecht gekomen.”

eigen keuzes zo gelopen. Er zijn zoveel omstandigheden

De Jong denkt dat hij met een opleiding wel veel tijd had kunnen be-

in je leven die niet jouw keuze waren. Dat begint al bij de

sparen. Van zijn zeventiende tot zijn veertigste werkte hij in de fabriek.

vader en moeder bij wie je geboren wordt. Je hebt maar

“Dat was prima, want ik hoefde alleen maar fysiek aanwezig te zijn. Mijn

heel weinig speling eigenlijk.”

hoofd was vrij.” met jou?

Uw laatste cd liet zes jaar op zich wachten. Hoe zit dat met de volgende?

“Het had ook te maken met kinderen krijgen. Opeens had ik geen zeeën

“Ik heb al veel liedjes liggen, maar ik moet een beetje uit-

van tijd meer. Om de één of andere reden lukte het in die paar uurtjes

kijken dat ik niet alleen maar leuke dingen doe in de pe-

wel om iets af te krijgen, omdat het nou eenmaal moest.” Dat voedde zijn

riferie van wat ik wil. Dat professorschap vind ik te gek en

Toch voelde hij de druk langzaam toenemen: Erik, wordt het nu nog wat

ik ga er iets moois van maken. Dat is vaak met dingen die mensen aan je vragen: alles is leuk en ik doe het allemaal

CV Spinvis is de artiestennaam van Erik de Jong (52). In 2002 maakte hij zijn debuut. De muziek op die plaat had hij zelf gecomponeerd, op zijn zolderkamer. Nog steeds maakt hij alle muziek voor zijn opnames zelf. De band komt pas in beeld als er optredens aankomen. In 2004 won De Jong een Zilveren Harp. In datzelfde jaar componeerde hij de muziek voor de film Medea van Theo van Gogh, later volgden andere films. In 2005 lag er een nieuw album: Dagen van Gras, Dagen van stro. In 2011

graag. Maar ik heb niet het eeuwige leven.” volgde zijn derde album: Tot ziens, Justine Keller. In de tussentijd deed Spinvis vele projecten en won hij de Popprijs (2007) en de Johnny van Doornprijs (2010). Spinvis schrijft momenteel onder meer muziek voor Rob de Nijs. Volgend jaar wil hij zijn artistieke geluk beproeven in Frankrijk. Zijn liedjes worden vertaald en hij heeft Franse les. De Jong is getrouwd en heeft twee zoons. De oudste doet de kunstacademie, de jongste wil informatica gaan studeren in Delft.

Moeten studenten uw muziek kennen? “Nee hoor, mijn ego hoeft niet gestreeld. Daar ben ik klaar mee. Ik vind het juist fijn als we blanco beginnen. Ik weet niet wat het eindproduct gaat worden, maar ik weet wel hoe ik daar wil komen. We moeten een taal vinden waardoor we allemaal in staat zijn iets toe te voegen aan wat we aan het bouwen zijn. De toren van Babel.” << Spinvis hield 15 maart zijn intreerede als cultural professor. Op 25 april laat hij de science fiction-film Sunshine zien. De vertoning en de bespreking van die film zijn openbaar. Op 7 juni houdt Spinvis zijn uittreerede. Dan presenteren hij en zijn studenten hun eindresultaat.


Wat: All Energy Day Waar: De Broodfabriek, Rijswijk Wanneer: 22 maart, 11.00 - 19.00 Prijs: €10 voor studenten, €60 voor ondernemers en €85 voor bedrijven PARTYPROGNOSE:

8

party spotters

Zelf doen Een Delftenaar, in andere studentensteden graag nog wel eens Duft of fietsenmaker genoemd, is meestal te snugger voor zijn eigen bestwil, heeft een eigen soort humor, maar is boven alles stront- en stronteigenwijs. Het is misschien wel die laatste eigenschap die mij bij koken altijd bezighoudt. Als ik de supermarkt inloop en overal potjes zie, vraag ik mezelf maar één ding echt af: ‘Kan ik dit ook zelf maken?’. Veel van mijn gerechten zijn de uitkomst van zelf kloten in de keuken en uiteindelijk op iets geks maar moois uitkomen. Voor nu houden we het simpel: mayonaise Mayonaise Materiaal: kom of schaal, garde of handmixer, geduld Ingrediënten: 2 eierdooiers; mosterd (gladde mosterd, niet grof); azijn (wit of rood maakt niet uit); olie (niet een te sterk smakende zoals olijf, eerder zonnebloem); scheutje water; zout en peper

Energy boost All Energy Day: een landelijk congres over energie voor politiek, wetenschap en bedrijfsleven, georganiseerd door TU-studenten. Dan kletsen we dat tientje entree er misschien wel af; al te feestelijk klinkt het nog steeds niet. Maar waar Jort Kelder is, schenken ze champagne. Natuurlijk is het hartstikke interessant, zo’n All Energy Day. Het richt zich in de ochtend volledig op studenten, en heus, wij zijn echt niet alleen maar hongerig naar hapjes; kennis lusten we ook graag. Dus het lijkt ons wel wat, workshops volgen van bedrijven als TenneT, McKinsey, Quintel en Accenture. Zo houdt Eneco een trading game, dat inzicht geeft in hoe duurzame, politieke en milieuontwikkelingen de energiemarkt en energieproductie beïnvloeden. Er valt van alles te leren over duurzame energietechnologieën. Niet voor niets willen de negen studenten van duurzaam studentenuitzendbureau GreenBlue en de TU Delft Energy Club, die de dag voor de tweede keer organiseren, ‘met de kracht van de nieuwe generatie een energiebewuste samenleving realiseren’. Inspirerend. Net als het middagprogramma met sprekers Jan Terlouw en Cool Endeavour-oprichter Aart van Veller (‘Duurzaam ondernemen is de grootste kans van de 21ste eeuw. Ik wil laten zien dat een duurzaam leven niet ten koste hoeft te gaan van kwaliteit. Vaak is het juist een slimmere, leukere en innovatievere manier van ondernemen en leven.’). Er is een innovatieve showroom (compleet met dikke auto – Jort komt), een debat met onder anderen oud-TU’ers Mira Huussen, Benham Taebi en Stephan Brandligt en een ondernemerspitch. Maar, wij zoeken een feestje. Vinden we dat hier? De borrel begint pas om 18.00 uur, en het pakkengehalte is waarschijnlijk hoog. Maar ach, het is natuurlijk altijd een feestje om je geest te verrijken. Trekken we er speciaal onze bretels voor aan. Zouden ze er dan ook kaviaar bij serveren? (JB) www.allenergyday.nl

Mayonaise maken is een kwestie van geduld. Het zal misschien een keer fout gaan, in welk geval je een redelijk onappetijtelijke eierensoep krijgt. Maar de keer dat het lukt, is het meer dan waard. Doe de eierdooiers in de kom met een eetlepel mosterd en een eetlepel azijn. Sla het mengsel glad met de garde of handmixer. Laat nu rustig de olie in een dun stroompje in de kom lopen terwijl (!) je aan het kloppen bent. Je hebt hier misschien een extra paar handen voor nodig… blijf kloppen en op een gegeven moment ‘pakt’ de mayonaise. Er is een maximum aan olie die de mayonaise kan hebben. Ik kan nu een getal zeggen, maar elk ei is anders, dus elke reactie op de olie is anders. Als richtlijn kun je aannemen dat je per twee eidooiers er ongeveer 300 tot 400 ml olie bij kan doen. Mocht de mayonaise bijna splitsen door teveel olie, geen paniek, klein scheutje water erbij en klaar. Zodra de basismayonaise klaar is, kun je er van alle bij doen. Zelf doe ik nog wel eens wasabi en citroen. Veel plezier en blijf proberen!

Met geslepen messen, De Kokende Student


16


Delta

Tekst: Jos Wassink Foto’s: Sam Rentmeester

17

TU Delft

de wiskunde van water Geklots van water is notoir moeilijk te berekenen. Delftse wiskundigen hebben dat de afgelopen jaren toch gedaan voor de scheepssimulator van het maritiem onderzoeksinstituut Marin in Wageningen.

E

en ochtendzonnetje glinstert in het water van de baai. Door de dunne nevel tekenen zich in de verte de contouren van een stad af. Dichterbij dobberen rode en groene boeien waartussen het schip zich in de richting van de haven begeeft. Op het dek staan gekleurde containers onder een vaalgele hefkraan met roestvlekken. Langzaam kantelt de horizon een beetje naar rechts. Dat komt door de lange golven die vanaf de open zee aan stuurboord binnen komen. Alles onder controle, schipper. Maar dat kan met één muisklik voorbij zijn. Dan kan het opeens donker zijn, dicht met mist, of er trekken windstrepen over een dreigende deining die het schip uit koers duwt. Zo gaat dat in een scheepssimulator, waar zeelieden in een gebouw ver van zee leren hoe ze moeten ankeren, een onbekende haven aanlopen of een nieuw type schip beheersen.

Realisme is daarbij geen luxe, maar noodzaak. Het is geen toeval dat het uitzicht op de schermen doet denken aan een computergame. “Voor onze klanten is de game-industrie de referentie”, zegt dr.ir. Auke Ditzel. Hij is projectleider bij de maritieme software- en simulatiegroep bij onderzoeksinstituut Marin in Wageningen. Hij heeft likkebaardend naar de monstergolven in de film ‘The Perfect Storm’ gekeken. Maar naderhand begreep hij dat de monstergolven niet geheel natuurgetrouw waren, en dat enkele minuten film maanden rekentijd hadden gevergd. Dat kan dus niet bij een simulator. Daar moet alles real-time: minimaal iedere tiende seconde een nieuw beeld.

Rekenkracht Maar hoe realistisch is die zonovergoten baai nu eigenlijk? De golven zien er net echt uit met die prachtige schitteringen en windvlek-

ken. Maar dat zijn ze niet. “Het zijn gewoon sinussen”, zegt dr. Anneke SichererRoetman, senior sofware engineer bij Marin. Achter haar computer kan ze beter laten zien wat eraan scheelt. Ze toont een filmpje waarin een schip op volle kracht vooruit ploegt door het water. “Er gebeurt niets in dat water”, wijst Sicherer. “Je ziet geen boeggolf. En het kielzog wordt gewoon op het water getekend als witte wolkjes.” Een ander voorbeeld: forse golven passeren betonnen kolommen in de haven. Passeren is het juiste woord: de golven trekken zich van de kolommen niets aan. Het is alsof de pier niet bestaat. Dat zijn de beperkingen van wat men hier ‘deterministische golven’ noemt: golven in de vorm van een sinusfunctie waardoor de golfhoogte op ieder punt en elk tijdstip direct te berekenen valt, maar waarbij interactie met de omgeving ontbreekt. Het alternatief is een ‘interactief model’


18

Delta

TU Delft

Foto: Shutterstock

waarbij de waterhoogte op duizenden tot miljoenen punten in het rooster telkens opnieuw berekend wordt op basis van vloeistofvergelijkingen. Maar dat vergt zoveel rekenkracht dat zoiets tot voor kort onhaalbaar leek. “Het draait allemaal om het terugbrengen van rekentijd”, weet prof.dr.ir. Kees Vuik (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica). De eerste stap daarvoor werd gezet door de Twentse promovendus ir. Gert Klopman. “Die is van een ingewikkeld wiskundig model naar een vereenvoudigd model gekomen met bijna dezelfde functionaliteit”, aldus Vuik. Die vereenvoudigde vergelijkingen staan bekend als het ‘variationeel Boussinesq-model’. Dat maakt echte interactie tussen schip en golven mogelijk: bewegingen van het schip veroorzaken golven en omgekeerd bewegen de golven ook het schip. Maar de prijs voor zulk realisme is een hoop rekenwerk. Daardoor bleef aanvankelijk de roostergrootte beperkt tot honderd bij tweehonderd punten met onderlinge afstand van vijf meter.

Hapklare brokken Dat was de situatie toen ruim drie jaar geleden ir. Elwin van ‘t Wout als Delftse afstu-

deerder bij Marin aan de slag ging. “Elwin heeft toen de eerste stappen gemaakt om de berekeningen parallel uit te laten voeren”, legt zijn hoogleraar Kees Vuik uit. Nu is het verdelen van rekentaken over parallelle processors niet nieuw, maar het gebruik van grafische kaarten voor het rekenwerk wel. Het achterliggende idee is dat grafische kaarten honderden tot duizend simpele processors bevatten die razendsnel kunnen rekenen, maar die verder vrij beperkt zijn. Dus moest Van ‘t Wout de rekentaak opsplitsen in hapklare brokken voor de grafische processors. Aan het eind van zijn afstudeerperiode was dat gelukt, maar het resulteerde nog niet in een snellere berekening. Het snellere rekenwerk door de grafische processors werd nog teniet gedaan door het extra rekenwerk voor het opsplitsen van de rekentaak. Entree ir. Martijn de Jong, tegenwoordig promovendus op het gebied van intelligente stroomnetten, maar destijds de tweede EWIafstudeerder bij Marin. De Jong wist de numerieke oplossing van het stelsel vergelijkingen drastisch te versnellen en daarnaast de data optimaal aan te bieden aan de grafische processors, zodat de rekentijd met een factor 25 werd verkort. Anneke Sicherer (Marin) had het model van

Brekend golfpatroon bij strekdam.

Klopman geïmplementeerd in de computertaal C++ voor een stelsel van duizend bij duizend punten met elk een waarde voor de momentane golfhoogte en de verticale snelheid van de waterkolom. Daar ging Martijn de Jong mee aan de slag.

Schaakbord De numerieke vergelijkingen worden iteratief opgelost: de uitkomst van de vergelijkingen worden als input gebruikt voor de volgende slag waarbij na een aantal herhalingen (iteraties) het resultaat de uitkomst nadert. Daarbij is het zaak om het aantal iteraties zo klein mogelijk te houden. De Jong bereikte dat door de volgorde van de datapunten niet opeenvolgend van links naar rechts en van onder naar boven te nemen, maar om-enom zoals bij een rood-zwart schaakbord. Eerst alle rode vlakjes, en dan terug om alle zwartje vlakjes ook mee te nemen. De Repeated Red-Black methode zit verfijnder in elkaar dan dat, maar het voorgaande geeft een idee. Belangrijker is de enorme versnelling in convergentie die de andere vlakindeling tot gevolg heeft. Had het oorspronkelijke stelsel duizend iteraties nodig om tot een oplossing te komen, met de RRB-aanpak zijn acht slagen voldoende. Daarnaast heeft De Jong ook de implementatie van de berekening op de grafische kaart versneld. Daarvoor was het nodig om de C++ code om te zetten in de speciale programmeertaal voor grafische processors: Cuda (Compute Unified Device Architecture). De grafische kaart GeForce GTX 580 heeft zestien streaming multiprocessors, met elk 32 rekenkernen, in totaal dus 512 parallelle processors. De Jong heeft de data zodanig in een schaakbordpatroon over de processors verdeeld dat hij optimaal het beperkte maar snelle gedeelde geheugen gebruikt dat binnen een streaming multiprocessor beschikbaar is. Een vergelijkende rekentest tussen een CPU


19 op 2,5 GHZ kloksnelheid en de grafische kaart GTX 580 laat zien dat het snelheidswinst groter wordt naarmate het rekenwerk zwaarder is. ‘Voor de grootste testproblemen vinden we een versnelling met een factor 25’, schrijft De Jong in zijn afstudeeronderzoek. De rekentijd voor 1,5 miljoen punten bedraagt slechts 10 milliseconden. Dus, concludeert De Jong, zijn velden met vier miljoen punten real-time te berekenen (want ook met 30 milliseconden rekentijd zijn 25 beelden per seconde haalbaar).

Natuurgetrouw Terug bij Marin. Anneke Sicherer laat een filmpje zien van een schip dat over de IJssel vaart waarbij de golven interactief berekend zijn. Van bovenaf zie je boeggolven ontstaan die breken op strekdammen loodrecht op de oever. Achter het schip welt een hekgolf op die zich mengt met de vanaf de oever teruggekaatste golven. Het resultaat is verrassend natuurgetrouw. “Mensen zien gauw wanneer de bewegingen abnormaal zijn”, zegt Sicherer. Toch zullen ze abnormale golven bij de simulator nog even voor lief moeten nemen, want daar zijn de golven nog niet interactief. “Zo gaat het vaak”, relativeert Sicherer. “Je werkt één probleem weg, en je loopt tegen het volgende op.” Die volgende uitdaging bij Marin is ‘het scheepsmodel’. Dat is het hart van de simula-

‘ We zijn de eersten die met interactieve golven werken, maar dat blijft vast niet zo’ tor. Het bevat alle informatie over de omgeving, inclusief de zeekaart en de omringende schepen. En het berekent de beweging van het schip als uitkomst van het motorvermogen, de roerstand en de invloed van wind en golven. Nou ja, dat laatste zo’n beetje. En daar zit ‘m de kneep. “Het huidige model reageert op de golven door een truc”, vertelt Sicherer. “Nu willen we het model echt laten reageren op golven, en daarvoor is een betere methode nodig voor de interactie tussen schip en golven. Want dat is qua rekenwerk nu de bottleneck”, vat ze samen. Een oplossing heeft ze ook al: “Het wordt tijd voor een nieuwe afstudeerder.” Iets anders dat Marin graag uitgezocht zou hebben is het probleem van de kleine golven. Denk aan een landingsvaartuig dat een nauwe sleuf invaart en dan afremt. Op de eerste simulaties is te zien dat er dan een verrassend hoge golf van achter in het vaartuig dreigt te lopen. Marin hanteert tot nu toe een

Kees Vuik (l) en Martijn de Jong rekenen aan water.

vaste maaswijdte van vijf meter, maar wil voor dit soort toepassingen weten of het ook mogelijk is om met verschillende maaswijdtes te werken, en hoe dat in elkaar te passen. In zijn artikel laat De Jong al weten dat groottevariatie en kromming van de mazen geen probleem zouden mogen opleveren. Of en wanneer de golven in de Marin-simulator interactief worden, hangt van de prioriteit af die Marin er aan geeft, zegt Auke Ditzel. “We zijn nu de eersten die met interactieve golven werken, maar dat blijft vast niet zo.” De markt in scheepssimulatoren schijnt nogal competitief te zijn. “Ik krijg pijn in m’n buik als ik daar aan denk”, bekent Sicherer. Martijn de Jong, Auke van der Ploeg, Auke Ditzel, Kees Vuik: ‘Real-time computation of interactive waves using the GPU’, 15th Numerical Towing Tank Symposium (NuTTS), Cortona, Italy, 2012.


20

Delta

TU Delft

‘Doel van het nieuwe werken moet nooit zijn: vierkante meters besparen’ (Etty van der Leij, manager frontoffices van facilitair management en vastgoed)


21

Eind 2010 loste rector Karel Luyben het startschot voor het nieuwe werken aan de TU. Afdelingen konden zich melden voor een proef. Hoe staat het daar nu mee? En: werkt het? Dit artikel is niet geschreven op mijn ‘eigen’ werkplek met vaste computer bij Delta. Nee, het is ontstaan van achter mijn privélaptop op diverse plaatsen op en buiten de campus en op soms andere werktijden dan mijn gebruikelijke. Wie schrijft over het nieuwe werken kan het immers maar beter meteen zelf doen. De voormalige bibliotheek van de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) is één van de ‘openbare’ plekken die zijn omgebouwd tot ruimte met vaste computers, lange werktafels en een rij hoge oranje banken - coupés - voor overleg. Deze openbare ruimte - genaamd ‘studielandschap’ - is eigenlijk bedoeld voor studenten: de lockers naast de deur zijn alleen met hun pasjes te openen. Dat betekent gedoe als ik op zoek moet naar een toilet of koffie en mijn spullen niet alleen achter wil laten. Ik ga op in de massa studenten en begin aan dit verhaal. De werkgroep die met dit onderwerp binnen de TU aan de slag ging, spreekt inmiddels liever van sociale innovatie. Het nieuwe werken is een besmette term, zegt ‘regisseur’ Jordi Kerkum naast zijn laptop bij de koffiehoek in de hal van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). “Mensen denken dan aan verplicht thuiswerken of in grote kantoortuinen zitten. Maar we roepen niet: jij moet nieuw werken. We vragen: hoe doe je het en hoe kunnen we je helpen?” Dat kan – zo legt Kerkum uit - via bytes, bricks en behaviour. Ofwel: ict-ondersteuning, aanpassing van gebouwen en je manier van (samen) werken. De ambitie van de universiteit bij sociale innovatie is een combinatie van slimmer en flexibel organiseren, open innovatie, een levende en aantrekkelijke campus en vooruitstrevende onderzoeks- en onderwijsfaciliteiten.

Werkplektevredenheid Even terug in de tijd: de TU Library nam in 2010 het initiatief met een pilot. Deelnemers probeerden verschillende typen werkplekken uit en maakten persona: typeringen van groepen bibliotheekmedewerkers. Die ondersteunen, onderzoeken, coördineren of helpen klanten aan de balie. Hen werd gevraagd welke werkplekken daarvoor nodig waren, zoals stilteruimtes of overlegruimtes. Inmiddels ligt er een voorstel voor de inrichting van kantoren en zijn er ook persona voor wetenschappers en studenten gemaakt. De bibliotheek hield enquêtes over werkplektevredenheid. Deelnemers bleken tevreden te zijn, maar vonden het gebouw met zijn vele gangen met dichte deuren niet bijdragen aan saamhorigheid. Mobiel werken scoorde ook niet hoog: iedereen had immers een eigen bureau. Die waren echter maar de helft van de tijd bezet. Daar komt bij dat wetenschappers in praktijk vaak al doen aan flexibel werken: ze doen onderzoek, geven onderwijs of zijn naar een conferentie. Ze zitten niet vast aan kantoortijden. Ik verhuis naar Bouwkunde. Sinds de brand is dit dé flexplekfaculteit. Ik kan natuurlijk aan een van de openbare tafels naast

de oranje tribune van de oostserre gaan zitten, maar in die hal is het vrij druk. Bovendien ruikt het er naar lijm. Ik vind onderdak bij een vriendelijke promovenda die in haar eentje op een kamer voor acht personen zit. De voorzieningen zijn goed: verstelbare stoelen, een los toetsenbord en een laptophouder waarmee mijn beeldscherm meer op ooghoogte staat. Het is wel even wennen zo, van beide kanten. Dit is eigenlijk een afdelingsflexplek. De promovenda vertelt er in het begin strenge regels waren voor het flexwerken: geen plantjes neerzetten, niet persoonlijk inrichten, een schoon bureau achterlaten en slechts één plank in een gezamenlijke kast voor wat spullen. Daar was ook controle op. Inmiddels is het wat minder streng. Wat blijkt? Mensen hebben volgens haar nu min of meer een vaste flexplek. Vindt ze het een vooruitgang? Nee, we deden het eigenlijk altijd al zo. Dat wetenschappers ‘nieuw werken’ is te merken: de campus kent veel gangen met donkere, uitgestorven kamers. Die werkplekken zouden in theorie door anderen kunnen worden gebruikt, maar de verouderde gebouwen zijn daar nu nog niet op ingericht. “Stel dat Civiele Techniek en Geowetenschappen wordt gerenoveerd, dan zullen we geen traditionele cellenkantoren bouwen”, zegt Etty van der Leij, manager frontoffices van de dienst facilitair management en vastgoed (FMVG), “We zullen ruimtes creëren die geschikt zijn voor studeren, werken en ontmoeten: the living campus.” Ook de kantine staat vaak leeg, vervolgt Van der Leij. “Zonde van de vierkante meters. Wat als je er een ontmoetingsplek van maakt? Een veelgehoorde aanname is dat het nieuwe werken je tot dertig procent ruimte kan schelen. Dat is in theorie misschien waar, maar voor het ontmoeten van elkaar heb je toch ruimte nodig. Doel van het nieuwe werken moet nooit zijn: vierkante meters besparen. Een blije werknemer is beter voor je organisatie en levert uiteindelijk misschien ook meer geld op door een hogere arbeidsproductiviteit.”

Arbo-aanpassingen In de bibliotheek is al veel te merken van het nieuwe werken. Op de vierde verdieping is een vergaderzaaltje van marketing en communicatie veranderd in een multifunctionele ruimte met whiteboards als muren, traditionele werkplekken en een hoekje waar je samen kunt zitten. Het zaaltje is alleen niet vrij toegankelijk. “Het zou mooi zijn als deze ruimte in een poule van flexplekken komt”, zegt Van der Leij. Van kantoren bij de afdeling marketing is een ‘open’ ruimte gemaakt met flexplekken voor de eigen afdeling. Van der Leij zou graag meer openbare plekken zien. “Je moet het gevoel krijgen dat je ergens mag zitten. Bij de vijfde etage van Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) hangen bordjes: ‘Alleen bestemd voor medewerkers van de vijfde etage’. Wat mij betreft is elke plek een flexplek. We moeten af van het onderscheid student-medewerker.”

‘In het begin waren er strenge regels voor het flexwerken: geen plantjes neerzetten, niet persoonlijk inrichten, een schoon bureau achterlaten’


22

Delta

‘Je zult als team afspraken moeten maken, bijvoorbeeld dat je elkaar op gezette tijden op kantoor ziet’ Ik ga op zoek naar ‘openbare’ plekken. Ze zijn volgens manager frontoffices Etty van der Leij te vinden bij het restaurant en de tweede etage van EWI, de hal bij de Library en Industrieel Ontwerpen (IO), en op de begane grond van het fellowship naast Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (L&R). Het restaurant van EWI is ’s ochtends om acht uur heerlijk leeg. Er staan comfortabele zitbanken en veel tafels met niet-verstelbare stoelen. Dat laatste is na verloop van tijd te merken aan mijn schouders. Tijd voor arbo-aanpassingen? Volgens Jordi Kerkum van de werkgroep ‘nieuw werken’ loopt arbo-wetgeving ‘tien jaar achter’ en is die gebaseerd op een hele dag, een werkweek lang in een bepaalde houding zitten. “Als je gaat flexen, wissel je regelmatig van plek en manier van zitten. Als werkgever wil je je mensen zo informeren dat ze zelf kunnen opletten hoe ze zitten.” Op een verdieping hoger bij EWI is het beter toeven: verstelbare stoelen, vaste computers, meer stopcontacten en aparte hoekjes. Voordeel van het nieuwe werken is vrijheid: je kunt tot op zekere hoogte zitten waar je wilt. Nadeel is - hoewel studenten niet anders doen - het gezeul met je laptop. Dat ondervond ook André Groenhof, afdelingssecretaris van radiation science & technology bij het Reactorinstituut Delft. Hij werkt vaak thuis en overlegt veel in andere gebouwen. ‘Vroeger’ fietste hij tussen twee overleggen nog wel eens terug maar zijn kamer op het Reactorinstituut. Handiger is het als je even ergens kunt neerstrijken en mobiel kunt werken. Groenhof begon een experiment: werken met alleen een iPad. In het begin voelde hij zich wel een beetje patserig, maar inmiddels doet hij er alles mee. Voor het vele schrijfwerk heeft hij het programma Pages, de Apple-variant van Word. Met het programma Goodreader kan hij andermans documenten bewerken. “Dit maakt dat ik nooit meer bij de printer sta.” Met de app Notability kan hij ongelimiteerd aantekeningen maken via zijn stylus (pen voor touchscreens). Numbers, een spreadsheetprogramma zoals Excel, is goed compatibel tenzij Groenhof heel complexe sheets maakt. Daarvoor kan hij Microsoft Excel downloaden met Citrix via receiver.tudelft.nl. Daar is ook andere software te vinden zoals Sharepoint voor het delen en tegelijkertijd samenwerken in documenten. Het is zelfs mogelijk je eigen desktop op te vragen. Groenhof vindt dat hij nu een stuk effectiever werkt. “Mails, agenda’s, stukken lezen, overleggen: ik doe het allemaal via de iPad. Ik heb alles bij de hand. Bij overleggen kan ik meteen verslagen maken en actie ondernemen. Als mijn vaste computer er al niet stond, zou ik me afvragen of ik er eentje zou willen.” De dienst ICT heeft er de afgelopen twee jaar voor gezorgd dat ieder apparaat overal op de campus draadloos bij data kan, of het nu via Windows, Apple of Linux werkt. Via Lync - een zakelijke variant van MSN Messenger - is zelfs geen telefoon meer nodig voor wie flexibel werkt. Lync is gekoppeld aan Outlook en je collega’s zien automatisch of je beschikbaar bent of niet. Met

TU Delft

Lync is eenvoudig te bellen, ook met een groep en beeld. De fellowship. Waar vind ik de flexplekken? De portier heeft geen idee. Even verderop in de stilteruimte, zo lijkt het. Hier is het lekker rustig werken aan lage werktafels met stroomvoorziening. Deze plek is beter dan de wat drukkere hal bij IO. Daar zijn geen verstelbare stoelen rond te hoge tafels, behalve op het entresol bij de kantine. Zo langzamerhand begin ik dit wel een solistisch bestaan te vinden, zo zonder collega’s.

Vertrouwen De grootste omschakeling vind ik de manier van (samen) werken. Je zult als team afspraken moeten maken, bijvoorbeeld dat je elkaar op gezette tijden op kantoor ziet. De dienst human resources biedt een workshop ‘gedragen afspraken’ aan, voor het maken van afspraken waar elk teamlid achter kan staan. “Deze nieuwe manier van werken betekent niet: vrijheid, blijheid”, zegt projectleider human resources Arsha Timmermans. Bij het werken op andere plekken en tijden zijn eigen verantwoordelijkheid en zelfsturing belangrijk. Leidinggevenden zullen vanuit vertrouwen moeten werken. Voor hen is er de cursus coachend leiderschap: zij zullen moeten sturen op resultaat en niet op aanwezigheid. Het programmateam sociale innovatie merkt dat medewerkers vaak beren op de weg zien. “Ja maar, ik kan straks niemand meer vinden”, noemt Liesbeth Mantel als voorbeeld. “Daar hebben we Lync voor. Ja maar, straks loop ik de hele dag te zoeken naar een werkplek. Computerplekken voor studenten zijn al te vinden via was.tudelft.nl. Ja maar, een eigen werkplek maakt me gelukkig. Als je het nooit probeert, weet je niet hoe het is. Ik ben blij met mijn vrijheid.” De TU heeft zelfs een workshop ‘beren op de weg’, waarin knelpunten worden benoemd en oplossingen worden bedacht. “Wij forceren niks en zeggen: als mensen niet elders willen werken, hoeft dat niet”, zegt Arsha Timmermans. Een valkuil van flexibel werken is dat mensen veel meer gaan werken en dat de balans tussen privé en werk verdwijnt. “Bij de workshop ‘In balans blijven’ leren mensen stresssignalen herkennen en aanpakken en bij ‘Getting things done’ leer je je agenda en mail beheren.” Het nieuwe werken zal dus niet voor iedereen of voor iedere functie aan de TU geschikt zijn. Flexplekken zijn nog niet overal te vinden, dan wel ergonomisch even prettig ingericht. Na twee jaar zijn de eerste stappen gezet, maar er is nog een lange weg te gaan. Connie van Uffelen is redacteur van Delta


De bachelor

23

jos van Zuylen

Vinger uit de dijk

Foto: Sam Rentmeester

Denk je veilig te wonen in de polder, omringd door degelijke Hollandse dijken, blijken ze hopeloos te verzakken. Dan volstaat het legendarische vingertje van Jantje niet meer; dit kan alleen civielstudent Jos van Zuylen nog redden – die er zijn bachelor-eindproject aan wijdde. Bij het woord ‘kadeverbetering’ denk je al snel aan promenadeachtige boulevards langs de Rotterdamse havens. Maar de kades waaraan Jos van Zuylen (23) werkte, kunnen niet landelijker zijn. Voor zijn bachelor-eindproject bij Civiele Techniek en Geowetenschappen richtte hij zich op de veendijken aan de polders in Rijnland. “Veel van die dijken voldoen namelijk niet qua hoogte en stabiliteit”, weet hij. “Nu worden ze steeds opgehoogd met speciale ophogingsklei, maar dat is binnen tien jaar weer verzakt.” Wat de student dus zocht, was een manier van ophogen die sterker en duurzamer is. En het liefst goedkoper, want de huidige methode is duur. “Die vraagt 45 kuub ophogingsklei per strekkende meter dijk, tot een maximale hoogte van 2,70 meter. Je bent die dijk dus eigenlijk aan het verdubbelen, en dat duurt ook nog eens vier jaar.” Bottom line: tegen de tijd dat de dijk goed en wel is opgekalefaterd, is hij alweer bijna toe aan renovatie. Dat moet anders, dacht Van Zuylen. Hij ging op zoek naar een lichter ophogingsmateriaal. “Alleen, materialen als asfaltgruis - die worden gebruikt voor de opvulling van funderingen - waren niet geschikt, want die vervuilen het water. Een natuurlijk product als rivierbagger volstond ook niet, want dat moet vanwege milieueisen eerst tijdelijk worden opgeslagen in een depot en dat maakt het ook duur. Er restte dus maar één oplossing: de huidige ophogingsklei optimaliseren.” Daarmee zou hij een kwart minder ophogingsmateriaal nodig hebben, en minder gewicht op de

dijk betekent minder zettingen, dus een langer bestaan. Er was één nadeel: de huidige rekenmethodes voldeden niet. “Die zijn gebaseerd op verschillende eigenschappen van de klei; de slechtste kwaliteit voldoet nog altijd. Als die opeens structureel hoger is, moet je de rekenmethode dus bijstellen. Je bespaart dan weliswaar in materiaal en kosten, maar je moet die kwaliteit wel altijd waarborgen. En dat kost weer geld.” En dat is precies de reden dat het hoogheemraadschap zijn onderzoek niet wil gebruiken. “Zoals het nu gebeurt, gebeurt het al jaren. Een extra controlestap in het proces wilden ze niet. Een tegenvaller, want ik had echt gedacht het te kunnen slijten.” Wat ook een nadeel zou kunnen zijn aan zijn manier van kleigebruik, is de hoeveelheid informatie over het materiaal. “Hoe meer je daarover weet, hoe meer je daarop ontwerpt. In de huidige praktijk bestaat die informatie niet, en wordt een lage sterkte aangenomen. Het voordeel daarvan is dat je altijd sterkere klei aanbrengt en dus een extra (onbekende) veiligheid hebt.” Het bedrijf waar hij zijn onderzoek deed, wilde Van Zuylen wél nog een half jaar in dienst nemen om mee te ontwerpen aan circa twee kilometer kadeverbeteringen in de polder ten noorden van Alphen aan de Rijn. Die worden dit jaar waarschijnlijk doorgevoerd. “Wel door middel van de huidige methode, met de minimale sterkte van ophogingsklei”, lacht Van Zuylen. “Het blijft een conservatieve wereld.” (JB)

Onderzoek: ‘Kadeverbreding Rijnland’ Eindcijfer:

8


24

Advertenties

How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Per employee we’re Europe’s second largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.

www.asml.com/careers /ASML

@ASMLcompany


Delta

media

Jullie

how stuff works Ontwikkelaar HowStuffWorks.com Platform Android, iPhone, iPod Touch, tablet en iPad

Prijs: gratis jjjjj leuk jjjjj handig jjjjj bediening

Apps

Xbox kapot? Hangt je iPod? Altijd al eens aan een Harley willen sleutelen? Natuurlijk: there’s an app for that. Wat nou, weggooimaatschappij? Een beetje techneut repareert zijn spullen. En ben je toch niet zo technisch als je opleiding doet voorkomen, dan is er altijd nog iFixit. Een app met duizenden stap-voor-stap handleidingen voor allerhande reparaties; geen TU’er bij wie dat op zijn telefoon mag ontbreken. Overzichtelijker kan niet: uit een lijst met categorieën kies je eerst het type apparaat waar het om gaat. Een muziekinstrument? Computer? Speelgoed? Voertuig? Bedenk het, en het staat ertussen. Vervolgens kies je binnen submenu’s het apparaat of onderdeel dat kapot is. De app presenteert je de benodigde gereedschappen, en toont met behulp van foto’s en beschrijvingen hoe je de reparatie uitvoert. Een kind kan de was doen. O ja, die wasmachine… Had je daar niet ook nog een onderdeel voor nodig? Ook hier schiet iFixit te hulp, want in de bijbehorende webshop kun je onderdelen gewoon bestellen. Eh, die moeten alleen wel even uit Amerika komen, dus je mag je voor gemiddeld tien dollar verzendkosten ook nog instellen op een maand levertijd. Dat kan bij de doe-het-zelver om de hoek waarschijnlijk een stuk sneller. Maar wat een pareltje. Als je de wereld niet kunt verbeteren, kun je hem nu in elk geval repareren. Zoals webmagazine Engadget al treffend meldde: ‘The robots of the future will see this and murder us all. Thanks iFixit. Thanks a lot.’ (JB)

ifixit Ontwikkelaar iFixit platform iPhone, iPod Touch en iPad

Prijs: gratis leuk jjjjj handig jjjjj bediening jjjjj

Vorig jaar maakte ik de overstap van wetenschap naar ondersteuning. Dit is een column in de serie ‘Zoek de verschillen tussen WP en OBP.’ Ik kreeg weleens vragen, verwijten of complimenten over de gevolgde methode of de relevantie van mijn onderzoek. Hoon en lof betroffen mij, en niemand anders. Altijd was ik geheel verantwoordelijk voor het resultaat. Dat was terecht, want ik had alle vrijheidsgraden om het onderzoek op zo’n manier uit te voeren dat ik de resultaten kon en wilde verdedigen. Als ondersteuner is dat anders. Ik doe mijn best om ‘het primaire proces’ (dat zijn dus de wetenschappers en de dingen die zij zouden moeten doen) van dienst te zijn, maar soms gaat het mis of treedt er onbegrijpelijk lange vertraging op. Een enkele keer ligt dat helemaal aan mij. Vaker ligt de oorzaak van de fout buiten mijn invloedssfeer: er moeten wettelijk vereiste procedures gevolgd worden; het Pensioenfonds of de IND moet er nog iets van vinden; een verzekeringsmaatschappij moet nog met een sommetje komen. De redenen voor het falen zijn divers, maar de gevolgen zijn eender: het contract, de pensioenaanvraag, de benodigde papieren voor de verblijfsvergunning lopen ernstige en soms fatale vertraging op. De opdrachtgever raakt – begrijpelijk - hevig geïrriteerd. En dan komt het: ‘Jullie hebben de processen niet op orde.’ ‘Jullie’ is in dit geval: niet-wetenschappers, administratievelingen, ondersteuners. Natuurlijk heb ik in mijn vorige leven als wetenschapper ook met collega’s onderzoeksprojecten uitgevoerd. Ook hier kregen we vragen die ons gezamenlijk betroffen. Maar ‘jullie’ was dan altijd direct herleidbaar tot de twee of drie of tien mensen die aan het onderzoek hadden gewerkt. Niet eerder was ik ‘jullie’ in deze abstracte betekenis en ik reken het tot mijn missie om dat generieke ‘jullie’ uit te bannen. Wees gewaarschuwd, jullie van het primaire proces. Dit was de laatste column van Willemijn Dicke voor Delta.

columnwillemijn dicke

Repareer de wereld

Het naadje van de kous Hoe komt het dat een gum gumt? Wat zijn de vijf tekenen van fysieke aantrekkingskracht? Hoe stop je een dodelijke asteroïde? ‘How stuff works’ vertelt je het naadje van de kous. Met de toenemende populariteit van populairwetenschappelijke bladen en programma’s, is het niet zo gek dat de website HowStuffWorks. com miljoenen bezoekers trekt. Dus wat doe je dan? Dan hang je er een appje aan! Dat biedt toegang tot meer dan 30 duizend artikelen, video’s en podcasts. En quizzen, voor wie zich verveelt, plus de optie om met de podcasters zelf te chatten. De onderwerpen zijn zo breed als je het kunt bedenken; van wetenschap (wat als er een zwart gat ontstond vlakbij ons zonnestelsel?) tot grappige weetjes (de bemanning van een krabvissersboot kunnen wel 15 duizend dollar in een maand verdienen) en van huisdieren (wat voer je je bejaarde hond?) tot auto’s (beschadigt ethanol je auto?). Voor de nerd in ons allemaal, vinden de bouwers. Al vraagt het weinig uncoolness om gewoon leuke weetjes tot je te willen nemen. De meeste uitleg is tamelijk oppervlakkig, en dat zal voor de wetenschappelijk onderlegden onder ons soms een teleurstelling zijn. How Stuff Works is dan ook vooral vermakelijk bedoeld. Want zeg nou eerlijk: wist jij dat als je met de auto naar de zon zou kunnen rijden, je dat 176 jaar zou kosten bij een gemiddelde snelheid van 96,5 kilometer per uur, zonder te stoppen? Ja ja, dat valt natuurlijk te betwisten. Kom maar op dan, want natuurlijk kun je alles met één druk op de knop delen via Facebook. (JB)

25

TU Delft


26

Advertenties

Durf jij de uitdaging aan? Solliciteer vóór 31 maart 2013

Hét traineeprogramma voor bedrijfsleven én onderwijs!

Wat bieden we? • • • • • • •

Een uitdagend tweejarig traineeprogramma in onderwijs en bedrijfsleven Direct een baan in het voortgezet onderwijs Een intensieve opleiding tot docent Een hoogwaardig leiderschapsprogramma aangeboden door topbedrijven Training gericht op talentontwikkeling en brede oriëntatie Een uitstekende start voor een carrière in onderwijs en/of bedrijfsleven Goede arbeidsvoorwaarden

Naar wie zijn we op zoek?

Excellente bijna/recent afgestudeerde academici, die de uitdaging van onderwijs en bedrijfsleven willen aangaan en de competenties van leraar en leider willen ontwikkelen.

www.eerstdeklas.nl

Per direct te huur aan het Arthur van Schendelplein in Delft-Zuid

Ruime 4-kamer appartementen

circa 100 m2

Medewerker ICT-Beheer

- Ca. 10 min. fietsen van TU Delft - Huismeester aanwezig - Groot balkon

(gem. 8 uur p/week)

Huurprijs: E 695,per maand excl. service- en stookkosten. Voor informatie: Afdeling Verhuur (010 436 92 18) of inschrijven via onze website www.vormvastgoed.nl

Voor advertenties bel met:

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

Pas begonnen aan je studie en op zoek naar een leuke bijbaan? (in de buurt van de TU) Kijk dan op: www.trimension.nl


Delta

27

TU Delft 2012

mededelingen/announcements Verkiezingen SR en FSR De verkiezingen van de leden van de Studentenraad (SR) en de Facultaire Studentenraden (FSR) zullen dit jaar via het internet plaatsvinden op woensdag 22 mei 2013 vanaf 9:00 uur doorlopend tot en met donderdag 23 mei 2013 om 17:00 uur.

de Studentenraad op facultair niveau (FSR). De kandidaatstelling geschiedt als volgt. Om deel te kunnen nemen aan de verkiezingen dient een kandidatenlijst met een of meer kandidaten ingeleverd te worden bij de secretaris van de Verkiezingscommissie.

ELECTIONS SR and FSR This year the electing of members of the Student Council (SR) and Student Councils at faculty level (FSR) will be done on the Internet and is planned to take place between Wednesday 22th May 2013 from 9.00 a.m. and Thursday 23th May 2013 until 5.00 p.m.

Inzage kiesregisters Het kiesregister kunt u dit jaar vanaf 27 maart 2013 tot en met 3 april 2013 elektronisch raadplegen. Hiervoor dient u in te loggen op https://stem. tudelft.nl met gebruikmaking van uw NetID (dezelfde als bij blackboard). Deze verkiezingensite zal operationeel zijn vanaf 27 maart a.s.

Deze kandidatenlijst dient ondersteund te worden door ten minste 10 kiesgerechtigden voor de SR en ten minste 5 kiesgerechtigden voor de FSR. Tevens dient iedere kandidaat een bewilligingsverklaring in te vullen, waarop hij/zij zich formeel kandidaat stelt voor de betreffende kandidatenlijst.

Consulting the electoral registers This year the electoral registers can be referred to electronically from 27th March 2013 until 3th April 2013. In order to access the site, log on to https:// stem.tudelft.nl using your NetID (as you do for Blackboard). This election site will become operational on 27th March.

Op bovengenoemde verkiezingensite kunt u, indien nodig, informatie vinden over het activeren van uw NetID of het resetten van uw wachtwoord.

De kandidaatstellingsformulieren kan men vanaf 27 maart 2013 afhalen bij de betreffende centrale c.q. facultaire verkiezingscommissies (zie onderstaand overzicht). De deadline voor het indienen van de kandidatenlijsten is woensdag 10 april 2013 om 17:00 uur. Om de controle en verwerking van de kandidatenlijsten soepel te laten verlopen verzoekt de Verkiezingscommissie de kandidatenlijsten eerder in te leveren. De kandidatenlijsten (+bewilligingsverklaringen van de kandidaten) voor de SR moeten persoonlijk worden ingeleverd bij de Centrale Verkiezingscommissie, 5e etage Faculteit Civiele Techniek, kamer 5.10, Stevinweg 1, 2628 CN Delft. De kandidatenlijsten (+bewilligingsverklaringen van de kandidaten) voor de FSR moeten persoonlijk worden ingeleverd bij de betreffende facultaire verkiezingscommissie (zie onderstaand overzicht). Aan degenen die de lijsten indienen wordt een gedagtekend bewijs van ontvangst verstrekt.

You can, if necessary, obtain further information on how to activate your NetID or on how to reset your password from the above-mentioned site.

Mocht u problemen ondervinden bij het volgen van de vermelde procedures omdat uw e-mailadres niet correct is opgenomen in het systeem, dan kunt u contact opnemen met het Servicepunt van uw faculteit. Wijzigingen in uw studie- of adresgegevens kunt u doorgeven in Studielink. Het kiesregister ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Studentenraad op instellingsniveau (SR) en de leden van de Studentenraden op facultair niveau (FSR) kan ook op papier ingezien worden en ligt vanaf 27 maart 2013 tot en met 3 april 2013 ter inzage bij de Centrale Verkiezingscommissie, 5e etage Faculteit Civiele Techniek, Stevinweg 1, kamer 5.10. Belanghebbenden kunnen binnen een week na de bekendmaking (tot en met uiterlijk 3 april 2013; 17:00 uur) bezwaar aantekenen bij het College van Bestuur, Stevinweg 1, 2628 CN te Delft. Indienen kandidatenlijsten De verkiezingscommissie maakt bekend dat vanaf 27 maart 2013 tot en met 10 april 2013 tot 17:00 uur de mogelijkheid bestaat voor het indienen van een kandidatenlijst voor de Studentenraad op instellingsniveau (SR) en de Studentenraden op facultair niveau (FSR). LET OP: Iedere kiesgerechtigde student kan zich kandidaat stellen voor de Studentenraad op instellingsniveau (SR) en

Ophalen en indienen kandidatenlijsten SR: • K amer 5.10, 5e etage Faculteit Civiele Techniek, Stevinweg 1 Ophalen en indienen kandidatenlijsten FSR: • BK: Julianalaan 134, BG. West 530 • CiTG: Kamer 3.71, Stevinweg 1 • EWI: Mekelweg 4, kamer LB 02-010 • L&R: Kamer 7.03 hoogbouw • IO: Kamer C-4-010 • 3Me: Mekelweg 2, kamer 34E-0-310 • TBM: Kamer: A.2.280 • TNW: kamer A.216, 2e verdieping Avleugel, TN gebouw, Lorentzweg 1

If you have problems following the stipulated procedures because your e-mail address has not been properly entered into the system then you can contact the Servicepunt of your Faculty. Changes in your course registration or address details you can pass on in Studielink. This year the electoral registers for the election of Student Council (SR) members at institute level and for the election of members of the Student Council at faculty level (FSR) will be printed out and may be consulted between 27th March 2013 and 3rd April 2013 in the Central Election Committee’s office on the 5th floor of the Faculty Civil Engineering, Stevinweg 1, room 5.10. Interested parties may lodge objections with the Board of Governors: Stevinweg 1, 2628 CN Delft, up until one week after the names have been made known (i.e. until 5.00 p.m. on 3rd April 2013 at the very latest). Submission of candidate lists The election committee hereby makes it known that candidate lists may be submitted to the Student Council (SR) at institution level and to the Student Council (FSR) at faculty level from 27th March 2013 until 5.00 p.m. on 10th April 2013. Attention: Every student who is entitled to vote can nominate himself for the Student Council (SR) and Student Councils at

faculty level (FSR). The nomination will take place as follows. To take part in the elections you have to hand in a candidate list to the secretary of the election committee. The candidate list must be supported by at least 10 persons who are eligible to vote for the Student Council (SR) and by at least 5 persons who are entitled to vote for the Student Councils at faculty level (FSR). Every candidate has to fill in a written declaration, in which he accepts his nomination on the candidate list. The candidate proposition forms may be obtained from the relevant central or facultative election committee (see overview below) as of 27th March 2013. The deadline for the submission of the candidate list is 5.00 p.m. on Wednesday 10th April 2013. To ensure that the checking and processing of the candidate lists goes smoothly the Election Committee requests that the lists of candidates be handed in preferably before the final date. The candidate lists (together with the candidates’ declarations of consent) for the SR must be personally handed in to the Central Election Committee’s office on the 5th floor of the Faculty Civil Engineering, Stevinweg 1, room 5.10. The candidate lists (together with the candidates’ declarations of consent) for the FSR must be personally handed in to the relevant facultative election committee (see the overview below). Dated proof of receipt will be issued to those who submit the lists. The collecting and submitting of the SR candidate lists: Room 5.10, 5th floor of the Faculty Civil Engineering, Stevinweg 1 The collecting and submitting of the FSR candidate lists: BK: Julianalaan 134, BG. West 530 CiTG: Room 3.71, Stevinweg 1 EWI: Mekelweg 4, room LB 02-010 L&R: Room 7.03 main building IO: Room C-4-010 3Me: Mekelweg 2, room 34E-0-310 TBM: Room: A.2.280 TNW: room A.216, 2nd floor A-vleugel, TN building, Lorentzweg 1


28

international pages

Whether you are sinking or swimming in the sea of Dutch words all around you here, the International Pages offer our foreign readers a life raft in the form of engaging, entertaining articles written in the university’s lingua franca – English!

Delta

Text: Damini Purkayastha Photo: Sam Rentmeester

TU Delft

Michel Boerrigter of Calender 42: “A strong patent portfolio can be of high importance.”

TU’s patent portfolio Welcome to the future. We have here a Bypass Dome that can solve underwater oil spills, Self Healing Concrete, a Force Balanced Robot and, among other innovations, a calendar that schedules your week for you. These are just some of the innovations in TU Delft’s Patent Portfolio, an online catalogue of some of the most cutting-edge work done by TU employees. The Patent Portfolio started in 2006, as a way of showcasing inventions that were awaiting patents but had not managed to garner enough industry attention. “We take inventions that have potential and write about them in a manner that is interesting even to nontechnical people. There’s a teaser on the website, and interested parties can download a more detailed PDF,” explains Annegreeth Lameijer, Intellectual Property Manager, Valorisation Centre, TU Delft. The aim is to get funding parties, big businesses and entrepreneurs excited about inventions with business potential. The website also showcases some of the university’s successful patents as well as those innovations presently under patent review. The valorisation process is time-consuming and Lameijer explains that

having a specialised office is very important. “Managing patents requires specialised knowledge. The postal office will probably tell you that we give them the most incoming mail, that’s the amount of paperwork involved,” she laughs. Despite the time and postage, patents are beneficial for the university. Protection of intellectual property stimulates research and protects the work of those employed by TU. “Although the process of applying for a patent is time consuming, slow and bureaucratic, it is an interesting process to go through as an engineer and an entrepreneur,” says Michel Boerrigter, who completed his MSc in Industrial and Design Engineering from TU Delft. Boerrigter and his business partner, Jasper Hartong, have a pending patent application that is part of TU’s portfolio. Their company, Calendar 42, provides an internet application based on their innovation. “We take procedural steps from static planning towards a fully dynamic and real time system,” explains Boerrigter. Their app combines personal date management with complicated systems such as HR planning, logistics and even public transport.

Curiously, Boerrigter is a believer in open source and open knowledge and adds that given the rate of innovation in the internet domain, applying for or owning a patent doesn’t necessarily give you an edge. “However, as we see at the moment in patent wars between the tech giants (Google, Facebook, Samsung, Apple, etc.) a strong patent portfolio can be of high importance.” The portfolio isn’t limited to software. The office has submitted a patent for a robot which can counterbalance itself against vibrations, called the Delta Robot. Other patents include a new algae biofuel, a balloon that stops bleeding during surgery and a new process for separating zirconium and hafnium. They are even working on a patent for a new saxophone mouth piece which is manufactured using 3D printing. Lameijer has a word of caution for eager inventors: “Patents are not always guarantors of success in the business world. Only once in a while is there an innovation that is also financially viable”.

‘Although the process of applying for a patent is time consuming, slow and bureaucratic, it is an interesting process to go through as an engineer and an entrepreneur’


Text: Tomas van Dijk Photo: Hans Stakelbeek

Delta

29

TU Delft

science What really matters

Earthquake in space

Nobel laureate Wolfgang Ketterle from MIT visited his colleagues of the Kavli Institute earlier this month to talk about the quest for new forms of matter. Ketterle explores new forms of matter in ultra cold gases. He was rewarded the Nobel prize in physics 2001 (together with Eric Cornell and Carl Wieman) for the observation in 1995 of a Bose-Einstein condensate of sodium atoms. A Bose-Einstein condensate (BEC) is a very peculiar state of matter obtained near zero Kelvin, at which point quantum effects become apparent on a macroscopic scale. “At that temperature”, Ketterle said in 2001, “the atoms form a giant meta wave; they dance together as if they were one giant atom.” Are you still working on BoseEinstein condensates? “We still use techniques we invented twenty years ago to make Bose-Einstein condensates to get to low temperatures. But most of my research now is directed towards unravelling the mysteries of quantum magnetism. One has to move on.” For that research you also need extremely low temperatures. You even succeeded in reaching negative temperatures. How is that possible? “Ah yes. That needs explanation. Those negative temperatures were actually hotter than positive temperatures. It confuses people. Negative temperatures are related to an inverted form of matter where high energy states are more numerous than low energy states. You could say that negative temperature is like a pyramid turned upside down. It is an equilibrium and the physics of this matter are quite interesting.” A pyramid turned upside down? “Yes. In a gas particles can move

shorts The massive earthquake that hit Japan on 11 March 2011 was registered by the GOCE gravity satellite at 270 km’s above the Earth’s surface. This was announced by ESA. TU-researcher Dr. Eelco Doornbos was involved in the data analysis. It shows large variations up to 15 % in the air density (infra sound waves) about half an hour after the quake hit. bit.ly/16rE58c

Thousand euro wind turbine Wolfgang Ketterle: “We also want to make Majorana fermions.” (Photo: MIT) slowly and particles can move quickly. They follow the Boltzmann distribution, which is an exponential distribution. Normally there are more slowly moving particles and there is a tail of particles that move faster and faster. But it is possible, in special systems, that this distribution is inverted. That is something really strange. The sign has changed and that means negative temperature.”

plicate some discoveries done here in Delft with cold dilute gas. Can you give an example? “Well, this place is famous for the first topological observation of Majorana fermions. There are quite a number of proposals for how Majorana fermions could be realized with ultra cold atoms. It may be little bit of a stretch, but we want our challenges.”

What can you and the people from the Kavli Institute learn from each another? “Our scientific goals are the same; to understand and develop novel materials. But our methods couldn’t be more different. In conventional nano science you work with real materials, materials with the density of this table (he knocks on the table). In the field of ultra-cold atoms we work with atomic gasses which are a billion times more dilute. Yet because they are so cold they behave like matter with a much higher density. In the end however, the kind of materials we realize - conductors, superfluid’s, quantum magnets - may follow the same equations. So we follow each others work and there is cross fertilization.”

There has been some speculation about Prof. Leo Kouwenhoven of TU Delft one day winning the Nobel prize for his discovery of the Majorana fermions. What do you think of that? “Discoveries are like trees growing in the scientific landscape. When BEC had been discovered it was as if something was coming out of the earth. People were running around it and saying look it becomes a tree, it becomes a tree. But I said ‘no you have to wait, you have to let it grow and develop’. Soon though more than a hundred labs from all over the world were taking BEC in all different directions. And that made it big. With Majorana fermions it is the same thing; you should allow a small plant to grow into a big tree.” (TvD)

You said that you would like to re-

Photo: Tomas van Dijk

“A thousand euros for a complete wind turbine system, that’s what I’m aiming for”, says Dr. Sam Ani who obtained a PhD in electrical engineering by successfully developing a low-cost generator for developing countries. “This technology can be built locally, it can create employment and it solves the problem of the lack of electricity in rural areas”, says Ani. “The benefits are just too much to ignore.” delta.tudelft.nl/26410

Cracks in the wall

Environmental engineer Dr. Giorgia Giardina improved the method for estimating what damages to brick houses can be expected as a result of tunneling activities. Construction companies are required to perform damage predictions on the existing buildings above the track. But the method in use, called LTSM for Limiting Tensile Strain Method, can be made more realistic with Giardina’s extensions. delta.tudelft.nl/26379


30

Delta

TU Delft

Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek

delft survival guide Surviving the libraries Not only are 21st century libraries straddling the frontier between the e-book revolution and the romance of print, they are also morphing into art galleries, studios, experimental spaces and, cool places to hang out. And, some of the world’s most cutting edge libraries are a stone’s throw from you. Bibliotheek Den Haag The Bibliotheek Den Haag is among the best reasons to get out of Delft. This five-storey library, set in the City Hall, is ideal for a day of browsing and research. Hop on to Tram 1 and hop off at the Spui. There’s free wifi here, a stocked café, and an entire lounging floor, complete with sofas, study tables and even recliners. This floor even has sound proof rooms for musicians with finicky neighbours, a stage for live performances and a recording studio. “We also host a number of events in English such as talks by writers, lectures on current affairs, writing workshops, courses in art and have an English Reading Circle among other things,” explains Reinier Horjus. The Bibliotheek has a large collection of books in English and section of books to help you learn Dutch. The library also has an extensive collection of e-books for the digitally converted. “We want people to see the Bibliotheek as a living room for the neighbourhood. We want to promote education, culture, information and meeting among citizens,” he adds. Annual membership fee: €21 (€5 for those with South Holland membership pass) www.bibliotheekdenhaag.nl

epicentre of some very interesting innovations. Besides the heritage collection and initiatives such as the Unidentified Heritage Object, they also make an effort to introduce students to art through exhibitions. The library hosted its first student broadcasting session this February. The session was conceptualised and executed by a TU student. “In many ways, art stimulates technology and the library can be a great space to encourage students to think out of the box,” says Marion Vredeling, Library Program Manager. The library hosts the popular Meet the Rector project and also pioneered the Human Library concept, a discussion with two human books. “We want students to see the library as their space. If they have an idea that we feel will appeal to a larger audience and help

Library, TU Delft In 2012, the library was voted among the 7 coolest libraries in the world by CNN. But it’s not just incredible architecture and thousands of books that make the library cool; it is also the

This floor even has sound proof rooms for musicians with finicky neighbours

Students browse through the stacks at the TU Delft Library.

students grow, we can provide rooms, computers, projectors, whatever they may need. Eventually, we would like students to think of the library as ‘the place to be’ on campus,” adds Vredeling. www.library.tudelft.nl DOK In 2008, the Shifted Librarian called Delft’s DOK ‘a library of the future’. The DOK calls itself a Library Concept Centre and, according to its website, ‘is on a mission to become the world’s most library’. Before the new library space opened in 2007, designers consulted with consumers to determine what people want from such a public space. The result was this sun-lit library with movable bookshelves, play areas and not only a central seating area, but

nooks and corners where you can settle down with your laptop or book and feel at home. There are music chairs, giant screens, Playstations, Wiis, and even some funky iPod sofas that keep the teenage clientele coming back. Besides an art gallery on the premises which promotes new artists, the library also hosts exhibitions in its foyer. They have an art-to-borrow membership, which allows people to change their office/ home decor from time to time. Though the English language books and CDs collection is considerably smaller than in the Hague, you’ll still find enough classics or popular fiction to keep you busy between exams. Did we mention, there’s free wifi? Annual membership fee: €34 www.dok.info


Delta

Talking point

Supporting alternative energy The Luminescent Solar Concentrator by Koen Hooning and Kite Power by Joost Kirkenier and Rolf van der Vlugt were awarded the Delft Energy Initiative Fund prize this year. The Delft Energy Initiative Fund supports TU Delft students and staff who want to turn their innovative energy technology ideas into reality. Winners can use the funds for building working prototypes and commercial products. Ideas such as intelligent thermostat, a multipurpose brick, an energy-saving belt conveyor and a wind turbine in a sea container competed for funding this year. Juries included energy professors and a representative from YesDelft. The winners were selected on the basis of energy relevance, visibility after completion and market opportunities. A Luminescent Solar Concentrator concentrates radiation for the generation of solar power.

Hooning, who is pursuing an MSc in Applied Physics, explains that the idea has existed for some time, but he and his research group have recently discovered new materials that can increase the efficiency of a LSC device enough for market introduction. “The challenge is to turn the new materials, which we can currently only produce as powders, into transparent waveguides”, he says. His group will use the prize money for materials and equipment required for the project. Kirkenier and van der Vlugt ar-

Steal like an artist

wind turbines. Since the wind at these altitudes is stronger and more persistent, this system will produce more energy and will have a more constant energy output than a comparable wind turbine. Kirkenier works on the project as part of his internship for his master’s in Mechanical Engineering while van der Vlugt has worked at the Kite Power research group for three years after completing his master thesis in the same group. Van der Vlugt’s experience with kites isn’t limited to the research

‘Our society doesn’t have an energy problem; it is however not accessible in a cheap and reliable way’ gue that “Our society doesn’t have an energy problem, the energy exists; it is however not accessible from renewable sources in a cheap and reliable way.” Their project, Kite Power, will harvest the abundant amount of energy that is available in high altitude wind, beyond the reach of conventional

group. He is a professional kite surfer and currently holds the Dutch speed sailing record. The two winning projects will receive funding of 10,000 euros to build their prototype and they can participate in YesDelft LaunchLab Program. (DR)

lbeek

nostalgia

Photo: Hans Stake

31

TU Delft

Lakshmi Sabbapathy, 25, hasn’t been in Delft for very long. She moved here in August 2012 to pursue a master’s degree in Aerospace Engineering. But her friends, back in Madurai, India, already miss her a lot. Her best friend gave her a mug with photos of all of their friends on it, “to remind me that my friends are always there for me,” she says.

Some time ago I watched a video called ‘Tidying Up Art’. A Swiss artist disassembled famous artworks into shapes and elements, then re-arranged the pieces by color into tidy ‘piles’ on the canvas. The idea had all of the makings of a potentially viral art trend; amusing to a wide audience, visually pleasing, and easy enough to be replicated by anyone. It could have been a great idea. But the artist himself killed it in its infancy. He patented it. “Art is theft,” Picasso used to say. And not only art, all great ideas are born in the flow of information. They are the cross-links of other information networks. In fact, Steve Jobs quoted Picasso when he famously admitted how Apple gets their best ideas. “It comes down to trying to expose yourself to the best things that humans have done, and bringing those things into your work. Picasso had a saying, “good artists copy; great artists steal”. And we [at Apple] have always been shameless about stealing great ideas.” Of course, this quote is juxtaposed ironically against the recent Apple vs. Samsung legal battle (in which Apple accused Samsung of patent infringement, and which Apple ended up losing). This is, however, the traditional corporate view on sharing ideas and knowledge. Everybody wants to gain it from others, while nobody wants to give it away. The logic is, if I hoard more knowledge than my competitors, I will have an advantage over them and hence make more money. There used to be a time when an inventor could patent a bread-storage box and then live off of the profits of his invention for the rest of his life. That is no longer the case. With the free flow of information through the internet, combined with complicated and varying patent laws around the world, similar (but not exact) bread-storage boxes would likely start appearing globally. While the inventor would be busy with patent lawsuits, someone would invent a better bread-storage box, and everyone would move on to the new technology. The high disposability of modern technology means that it’s much more difficult for inventors to make money off of patents. David K. Levine, co-author of Against Intellectual Property, explains “Most patents are not acquired by innovators hoping to protect their innovations from competitors, but by large corporations for defense purposes, to prevent other people from suing them over patent violations.” Levine and his colleague Michele Boldrin believe that the time is ripe for patents to disappear altogether, and for industries to take on new models of money-making which do not hinder the diffusion of innovation. There are, after all, plenty of industries that hardly use patents at all, such as clothing, food, and furniture industries. These industries not only survive creative ‘theft’, they thrive on it and often bring in higher gross sales than most traditional patent-infused industries. And if companies are hell-bent on making profit in the modern economy, they should pour their resources into adjusting to it, rather than trying to revert it to the old model. Olga Motsyk Do you agree or disagree with the points raised in this week’s Talking Point? Let us hear your opinion: start or join the discussion in the website’s Comments section at www.delta.tudelft.nl


Contents International

28

TU’s patent portfolio

29

What really matters

The bike of

Angela Greco Name: Angela Greco (Italy, Building Engineering) Price: It was her husband’s Brand: A gray mountain bike, Nishikie Striking feature: It’s a symbol of hope

Text: Damini Purkayastha Photo: Hans Stakelbeek

30

Surviving the libraries

For Civil Engineering student Angela Greco, talking about her bike is a bittersweet experience. Her current bike actually belongs to her husband. She only started using it a couple of months ago after her own bike (the love of her life) was stolen. “My old bike was really perfect. It was a Gazelle – blue, with a little coloured bell and my name written on the back,” she recalls. Greco bought her bike in Rotterdam a year ago and never needed to take it for any kind of servicing. “I left my bicycle everywhere - in the snow, the rain, the sun – and nothing ever happened to it.” Until it was stolen, that is. Her new set of wheels is a mountain bike with “strange gears”. Her husband is currently living in Belgium while completing an internship and she’s

See www.delta.tudelft.nl for the translation of page 8: ‘Sharp dressed men’

using his bike while he’s away. “He is trying to convince me that this bike is wonderful and is the best one for the snow, with really big wheels...But it’s so big that I cannot park it in normal bike places,” she says. Even as she gets used to the mountain bike, she can’t help keeping her fingers crossed for a chance encounter with her old one. “Like a woman who has lost her love, I observe every bike I see and I feel really bad each time I see a bike which looks like mine, but is not.” As irony would have it, her new bike is also a symbol of hope for her. It was stolen from her husband once, and he found it a month later thanks to a quirk of fate. Perhaps Greco’s new bike leads her to the old one.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.