Delta TU Delft

Page 1

TUDELTA.29

DELTA. 29 13-10-2011

Deze week week Deze in Delta Delta in

weekblad van de technische universiteit Delft

Detecting single photons

Kaminski: hoogleraar bij maritieme techniek

SCIENCE:04

HERFSTVAKANTIE

01

INTERVIEW: 10 INTERNATIONAL: 07

Delta 30 verschijnt op donderdag 3 november

REPORTAGE: 12

New bikes made from old parts

Op zoek naar excellentie

‘Biodiversiteit wetenschap staat onder druk’ De biodiversiteit van de wetenschap staat onder druk door het innovatiebeleid. Die zorg uitte KNAW-president Robbert Dijkgraaf vrijdag tijdens het alumnisymposium van de TU. Connie van Uffelen Dijkgraaf voorziet grote problemen nu het kabinet negen topsectoren in het leven heeft geroepen waarbinnen kennisinstellingen, overheid en bedrijfsleven afspraken moeten maken over research & development. Investeringen daarin kunnen bedrijven voortaan aftrekken van de belasting. “De FES-middelen (het Fonds Economische Structuurversterking , gefinancierd uit de aardgasbaten, red.) zijn grotendeels gestopt en vervangen door belastingbeleid waarvan we niet weten hoe het gaat uitwerken.” Netto gaat er een bedrag tussen de vijfhonderd miljoen tot een miljard euro uit het systeem, waarschuwde Dijkgraaf. “Voordat u het weet moet het hele NWO-budget gebruikt worden om het topsectorenbeleid te financieren. Als dat ooit zou gebeuren zou dat een drama zijn voor het Nederlandse wetenschapsbeleid, want ik denk dat er meer is dan alleen maar topsectoren. We hebben ook een soort biodiversiteit in de wetenschap.” De KNAW-president schetste het probleem via het beeld van twee auto’s voor de deur. “Een soort glimmende auto van de wetenschap waarin niet veel benzine zit en een andere, rammelende auto van de innovatie. Laten we nou niet een soort kannibalisme gaan plegen en onderdelen uit de wetenschap slopen om de innovatieauto op te knappen. Dat dreigt op dit moment wel.” Frank Heemskerk, oud-staatssecretaris van Economische Zaken, deelde

die zorg. “Het blijft uiteindelijk een bezuiniging van vijfhonderd miljoen euro op research and development.” Bovendien zei Heemskerk, nu lid van de raad van bestuur van Royal Haskoning, twijfels te hebben over innovatiecontracten met clusters van bedrijven. “Doe je dat nou echt met je concurrenten in een consortium?” Zelfs de trekker van de topsector Chemie- voormalig CDA Eerste-Kamerlid Rein Willems - was bezorgd. “Onze zorg is ook dat gelden van NWO misbruikt, nee gebruikt gaan worden voor te veel publiek-private samenwerking en dat dat funderend onderzoek niet overeind zal blijven.” Toch denkt hij dat de vijfhonderd miljoen euro aan belastingaftrek wel buitenlandse bedrijven zal trekken. Willems was het niet eens met de stelling dat de negen topsectoren een keurslijf zijn voor wetenschappers. “Wij proberen ervoor te vechten dat fundamenteel nieuwsgierigheidsonderzoek op niveau blijft, maar wel meer gericht op de sectoren waar we nu voor kiezen. Dat betekent dat we niet meer alles gaan doen.” Hij prikkelde Dijkgraaf met de vraag of de KNAW bijvoorbeeld zijn instituten gaat sluiten als ze geen topsectoren zijn. “Op een gegeven moment hebben we de wal en het schip”, antwoordde Dijkgraaf. “Als de KNAW zou aankondigen dat we het NIOD gaan sluiten om in topsector x, y of z te investeren, zal de samenleving roepen dat dit een verantwoordelijkheid is die bij ons is neergelegd.” Dijkgraaf zei te verwachten dat de plannen van de topteams waarschijnlijk genoeg kwaliteit hebben om daadwerkelijk gesteund te worden, maar waarschuwde nogmaals voor sloop om dat te faciliteren. “De negatieve energie die dat oproept, zal de uitvoering van de plannen in de weg gaan staan.”

Even een kratje rechtzetten. Met hun veertien meter hoge brug van veertienduizend kratten die studenten van gezelschap Practische Studie (de studievereniging van Civiele Techniek) begin deze week op de Markt in Delft bouwden zijn ze officieel recordhouder bierkrattenbrugbouwen. (Foto: Tomas van Dijk)

Bekijk ook het filmpje ‘Bierkratten’ van Campus TV op delta.tudelft.nl/lightbox/gallery/31

Chinese homo’s op hun hoede Homo’s zijn meer dan gemiddeld vertegenwoordigd onder internationale expats en studenten in Nederland. Ze hopen hier vrijer te kunnen zijn, maar dat valt vaak tegen. Dat staat in een brief van de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit (DWH) en het Roze Blok Delft (RBD) aan het college van burgemeester en wethouders (b&w) van Delft. Die brief is een reactie op de gemeentelijke nota ‘Homo-emancipatie 2012-2014’. De twee clubs grijpen de kans aan om aandacht te vragen ‘de groeiende groep expats, internationale studenten en andere internationals die in onze regio wonen, werken en studeren’. “Uit ervaring weten wij dat werken en studeren in Nederland voor veel homoseksuelen wereldwijd als kans wordt ervaren om een vrij(er) leven te leiden. In dit licht gezien zijn homoseksuelen meer dan gemiddeld

vertegenwoordigd binnen de groep expats/internationals.” Probleem is dat homo’s zich binnen die groepen internationale studenten en werknemers vaak toch niet vrij voelen om openlijk homo te zijn. “Voor hen is het hier nog lastiger om uit de kast te komen, vanwege de sociale controle”, schrijven DWH en RBD. Beide roepen het college van b&w op ‘specifiek aandacht te besteden aan

‘Het diversiteitsbeleid van de TU op het gebied van homo-emancipatie staat nog in de kinderschoenen’ deze groepen’ en ‘in overleg te treden met de belangrijkste werkgevers en onderwijs- en onderzoeksinstellingen’. Dirk-Jan Dekker, voorzitter van DWH, vindt dat internationale werknemers en studenten moeten worden gewezen op de ‘eerstelijns opvang’ voor homoseksuelen. Op de TU zou het international office dat kunnen doen, denkt hij.

Er zijn tien tot twintig internationale studenten en werknemers die af en toe als vrijwilliger bij DWH achter de bar staan. Twee mensen met een buitenlandse nationaliteit zitten in het bestuur. Jaarlijks komen er enkele tientallen op bezoek. “Ik durf er wel vanuit te gaan dat dat het topje van de ijsberg is”, zegt Dekker. Chinese studenten worden in de brief aan het college van b&w met name genoemd als voorbeeld. “Zij willen zoveel mogelijk anoniem blijven. Hun familiebanden zijn zo sterk en de sociale verwachtingen zo hoog; ze zijn bang dat een bekende erachter komt dat ze homo zijn en dat doorbrieft aan familie in China.” Dekker, alumnus van de TU, wil dit probleem ook aankaarten bij de universiteit. “Het diversiteitsbeleid van de TU op het gebied van homo-emancipatie staat nog in de kinderschoenen.” De TU zou in zijn ogen met bepaalde groepen in gesprek kunnen gaan, bijvoorbeeld tijdens een ‘discussieavond met de Chinese studentenvereniging over homoseksualiteit’. (SB)


DELTA. 29 13-10-2011

nieuws/column

02

Zorg en techniek www.delta.tudelft.nl @tudelta delta@tudelft.nl www.facebook.com/ tudelta

delta online Lesuren De Tweede Kamer wil dat studenten minimaal twaalf uur per week les krijgen. Staatssecretaris Zijlstra moet daarover afspraken maken met hogescholen en universiteiten. www.delta.tudelft.nl/23891

Bijverdiengrens Voor studenten met een eigen bedrijf worden de regels van de bijverdiengrens aangepast. In hun jaar van afstuderen mogen ze winst maken zoveel ze willen, zonder dat ze hun basisbeurs en ov-kaart moeten terugbetalen. www.delta.tudelft.nl/23880

Oplossingen voor het tekort aan ‘handen aan het bed’. Het verbeteren van de kwaliteit van leven van ouderen, chronisch zieken en hun omgeving. In het project Zorg & Techniek werken wetenschappers, ondernemers, gemeente en zorginstellingen daar gezamenlijk aan door het inrichten van zogeheten proeftuinen. Dat zijn plekken binnen woon-, zorg- en welzijnsinstellingen waar samen gewerkt wordt aan innovaties. De aftrap voor dit project is donderdag 13 oktober van 10.00 uur tot 13.00 uur bij YesDelft aan de Molengraaffsingel 12 tijdens de eerste regionale

Een beetje ingenieur kan van alles wat spectaculairs bouwen. Ook van bierkratjes. Jor Smulders van gezelschap Practische Studie, de studievereniging van Civiele Techniek, legt uit hoe hij en zijn vrienden deze week ‘s werelds grootste bierkrattenbrug bouwden op de Markt. Tomas van Dijk

Promovendus Arnoud Greidanus is bekroond tot alumnus van het jaar van de TU Delft. Hij kreeg de prijs op vrijdag 7 oktober tijdens het alumnisymposium van de TU Delft. www.delta.tudelft.nl/23885

Kun je wat cijfers geven? “De brug bestaat uit veertienduizend kratten. Die waren al leeggedronken hoor. We kregen ze van de fabriek. De overspanning is vijftien meter en de brug is veertien meter hoog. We hebben er met 25 man in totaal 1400 uur aan gewerkt. Dat is dan nog los van het jaar dat we kwijt waren aan de voorbereidingen en het rekenwerk.”

Universiteiten en hogescholen moeten beter uitleggen waarom ze zo vaak in het Engels lesgeven. Er zou een maatschappelijk debat moeten komen over Engels in het hoger onderwijs, vindt de Onderwijsraad. www.delta.tudelft.nl/23892

www.delft.nl/inwoners/zorg_en_gezondheid/zorg_en_techniek.

Hoeveel de negentien weggehaalde bewegwijzeringsborden tot nu toe hebben gekost wil de TU niet kwijt, maar het verwijderen van één omver gereden bord aan de Kluyverweg en het plaatsen van een nieuwe ‘wegwijzer type 2’ kost 60.500 euro netto, exclusief BTW, inclusief montage. Dat blijkt uit een voorstel van producent Innovative Sign Group aan de TU. Het voorstel is opgebouwd uit de onderdelen: demontage afvoeren van ligger (2500 euro), verwijderen mast en buisfundering (vierduizend euro), productie nieuwe mast (32 duizend euro), coördinatie(vijfduizend euro),

plaatsen (tienduizend euro), vracht, kraan en verkeersbegeleiding (zevenduizend euro). De borden werden afgelopen zomer weggehaald, ‘puur om nog eens naar de constructie te kijken’ omdat het ‘zo had gewaaid’.

‘Hier is stevig aan gerekend’

Arnoud Greidanus

Hoezo Engelstalig

Wegwijzers netwerkbijeenkomst Zorg & Techniek. De bijeenkomst wordt georganiseerd door de Regionale Commissie Gezondheidszorg Delft Westland Oostland, TU Delft en YesDelft en is te volgen op twitter via #zorgentechniek.

We moesten net van de brug vandaan hollen. Wat was er aan de hand? “We haalden de ondersteuning van de brug weg door de steigers te laten zakken. Maar er was iets bekneld geraakt.

kunnen een of twee millimeter ten opzichte van elkaar bewegen. Voordat we de ondersteuning weghaalden, zat er midden in de overspanning een gleuf van vijf of zes centimeter. En één kratje zat niet helemaal goed. Dat was even spannend. We kunnen de funderingen aan de zijkanten een beetje omhoog krikken om ervoor te zorgen dat de kratten allemaal goed op elkaar in haken.”

Jor Smulder:"Donderdagochtend moet de brug weg zijn, want dan staat hier een markt." (Foto: Tomas van Dijk)

Daarom werd er even wat gezaagd. We waren bang dat er iets zou kunnen wegschieten. Maar dat is niet gebeurd.” Het vorige record was van Eindhovenaren met hun brug van 12,6 meter overspanning. Komen jullie nu in het Guinness Book of World Records? “Nee, want er staan al grote legobruggen in het boek en een piramide van honderdduizend kratten. Guinness

World Records wil niet te veel constructies die veel op elkaar lijken.” Een piramide van honderdduizend kratten! Dat is wel een slagje groter dan jullie brug. “Ja, maar een piramide is veel makkelijker te bouwen dan een brug. Hier is stevig aan gerekend. Met een model hebben we een drukboog geconstrueerd. Je moet ook bedenken dat er speling zit tussen alle kratten. Ze

Jullie moeten hem ook weer afbreken. Hoop je niet stiekem dat hij instort? “Nee, dan hebben we nog meer werk. Met hoogwerkers kunnen we hem vrij snel stap voor stap afbouwen, precies zoals we hem hebben opgebouwd. Donderdagochtend moet hij weg zijn, want dan staat hier een markt.” Er staat dertigduizend euro statiegeld op de brug, dus ik neem aan dat jullie hem tot die tijd goed in de gaten houden. “We hebben vrijwilligers die hem ‘s nachts bewaken. We werken zoveel mogelijk met vrijwilligers om geld over te houden. We zamelen namelijk ook geld in voor Stichting de Brug. Deze stichting helpt inwoners van Cambodja de lokale infrastructuur, waaronder vele bruggen, te verbeteren.”

Brein-app Drie teams zijn in de race voor de Academische Jaarprijs. Naast de juryprijs van honderdduizend euro, kunnen ze een reportage in wetenschapsprogramma Labyrint winnen. Wie wil, kan meestemmen. Stemmen kan tot 26 oktober 18.00 uur. www.delta.tudelft.nl/23889

Zelftest Verkoop ik mijn onderzoek goed genoeg? Over die vraag hoeven wetenschappers zich niet langer het hoofd te breken: de Relevantiewijzer van het Rathenau Instituut geeft het antwoord. www.delta.tudelft.nl/23887

‘Minder studenten’ Als staatssecretaris Zijlstra de basisbeurs in de masterfase afschaft en het ov-reisrecht beperkt, zegt twintig procent van de studenten niet meer aan een masteropleiding te beginnen. www.delta.tudelft.nl/23886

Times-ranking Bijna alle Nederlandse universiteiten staan dit jaar in de wereldwijde top 200 van het Britse tijdschrift Times Higher Education, waarvan vier in de top 100. Harvard University is na acht jaar van de troon gestoten. www.delta.tudelft.nl/23879

van der duin

Experiment In vrijwel alle beleidsstukken die de laatste jaren zijn geschreven over wetenschapsbeleid en innovatiebeleid komen de termen ‘focus’ en ‘massa’ voor. De volgorde van deze termen is niet onbelangrijk. Universiteiten dienen te kiezen voor een beperkt aantal onderwerpen waarin men heel slim moet worden en dat lukt alleen als die onderwerpen met veel geld en mankracht ondersteund worden. Ook in het bedrijfsleven hoort men vaak deze overtuiging. Een strategie waarbij men streeft om alle producten voor iedere klantbehoefte tegen de laagste kosten en met de beste kwaliteit op de markt te brengen is gedoemd te falen. Succesvol zakendoen is blijkbaar niet een meerkamp maar een specialisatie op een individueel nummer. Het moet gezegd worden dat de logica van de focus-massastrategie zeer overtuigend is. Net zoals de kaasschaafmethode bij bezuinigingen als irrationeel wordt gekwalificeerd, zo is het streven naar generaliseren (veel weten over alles) in de wetenschap blijkbaar een naïeve bezigheid. De focus-massastrategie klinkt ambitieus en is een prachtig wapen voor universiteitsbestuurders om te snijden in het personeelsbestand. Daarbij wordt alles wat klein is (en dus onvoldoende massa heeft), zoals kleine vakken en kleine vakgroepen, weggesneden en kunnen de vrijgekomen resources worden aangewend om meer massa te realiseren op de overgebleven en dus gefocuste wetenschapsgebieden. Het mes snijdt zo aan twee kanten. Zeker gezien de verwachting dat vergaande specialisatie meer onderzoeksgeld in het laatje zal brengen en natuurlijk beter gevaloriseerd kan worden. Maar de focus-massastrategie is vooralsnog alleen succesvol op papier. Het wegbezuinigen van vakgroepen en het opheffen van vakken en opleidingen blijkt in de werkelijkheid moeilijker dan vooraf tijdens een strategische heises-

sie bedacht. Organisatorische structuren zijn taai, zeer taai. Daarnaast was er deze week nog slecht nieuws voor de aanhangers van de focus-massastrategie. Uit de internationale ranglijst van universiteiten, opgesteld door het Britse magazine Times Higher Education, bleek dat maar liefst twaalf Nederlandse universiteiten in de top-200 staan. De enige Nederlandse universiteit buiten de top-200 is Tilburg, maar ik kan me voorstellen dat men daar tegenwoordig kritisch is op ieder onderzoek dat gepubliceerd wordt. Maar interessant is dat die algemene Nederlandse universiteiten, want dat zijn ze nog steeds, het mondiaal gezien uitstekend doen. Een breed palet aan opleidingen die gedoceerd worden door wetenschappers met uiteenlopende interesses zijn dus een succesformule gebleken. Desondanks heb ik besloten om de focus-massastrategie op mezelf toe te passen. Wie mij ooit in levenden lijve heeft gezien weet dat het met de massa wel goed zit. Wat betreft de focus valt er nog veel te verbeteren. En daarom ben ik een enigszins onsympathiek experiment aangegaan. Naast het unsubscriben van alle nieuwsbrieven ben ik druk bezig alle huidige klussen af te ronden en wijs ik collega’s met nieuw werk resoluut de deur. Doel is om binnen afzienbare tijd op een ochtend mijn kamer binnen te lopen en daar een maagdelijk leeg bureau aan te treffen. Klaar om focus aan te brengen en, wie weet, met extra massa. Of het voor mijn universiteit goed zal uitpakken is afwachten, maar vooralsnog ben ik een gelukkig man. Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.


DELTA. 29 13-10-2011

nieuws

Vernufteling TU-promovendus Ben Bronsema (75) is met zijn onderzoek ‘Earth, Wind and Fire – Airconditioning zonder ventilatoren’ genomineerd voor de Vernufteling Award en samen met Andy van den Dobbelsteen van het onderzoeksprogramma Green Building Innovation voor de prestigieuze Huibregtsenprijs. De Huibregtsenprijs is bestemd voor het beste Nederlandse onderzoek dat 'opvallend wetenschappelijk vernieuwend is en dat uitzicht biedt op een waardevol maatschappelijk effect'. De Vernufteling is de jaarlijkse prijs voor het mooiste project van een Nederlands

03

Sportonderzoek ingenieursbureau. Vanaf 15 oktober kan ‘het publiek’ stemmen voor de publieksprijs. Met zijn project wil Bronsema architecten een handvat bieden waarmee ze energieneutrale gebouwen kunnen ontwerpen; zónder ingewikkelde technische installaties, maar mét gebruik van zon, wind en warmteopslag in de grond.

www.delta.tudelft.nl/ 20834 en 20637 www.devernufteling.eu

De TU Delft gaat meedoen aan het nieuwe Europese samenwerkingsverband ProFit. Aan de Beukenlaan in Delft komt een zogenaamd fieldlab waar onderzoek gedaan zal worden op het gebied van sport, technologie en gezondheid. Bij het project zijn vier gemeenten, vier universiteiten en één hogeschool betrokken. Het lab moet volgens een gemeentepersbericht een ‘eigentijdse, aantrekkelijke sport- en ontmoetingslocatie’ worden, die vrij toegankelijk is. In Delft komt er specifieke aandacht voor ouderen. De fieldlabs gaan onderling nauw samenwerken. Zo

Enquête over fusie kan kennis en ervaring worden uitgewisseld en kan op internationale schaal onderzoek worden uitgevoerd. Verder komen er wedstrijden voor ontwerpstudenten om producten te ontwikkelen in samenwerking met bedrijven. In totaal is met het project bijna zes miljoen euro aan investeringen gemoeid, voor een groot deel bestemd voor infrastructuur, apparatuur en systemen om te testen, te meten en te monitoren.

Moet de TU Delft samengaan met de universiteiten van Leiden en Rotterdam? De colleges van bestuur van deze drie universiteiten vinden dat een serieuze optie. Maar wat vinden medewerkers en studenten van deze ontwikkeling? Delta wil dit graag weten en heeft daarom een korte enquête samengesteld. De enquête is nog tot en met zondag 16 oktober in te vullen door op de link in uw email te klikken. De resultaten staan binnenkort in Delta.

Discussie over compenseren De ‘werkgroep didactiek’ van de TU Delft twijfelt openlijk aan de betrouwbaarheid van tentamens en andere toetsen. Een reden om meer te variëren in manieren van toetsen en onvoldoendes te compenseren. De studentenraad is kritisch. SASKIA BONGER Dat de TU het zogeheten compensatoir toetsen wil invoeren, is niet nieuw. Het idee is onderdeel van een pakket studieversnellende maatregelen uit de adviesnotitie ‘Naar een bachelordiploma in vier jaar!’, die de commissieBrakels vorig studiejaar schreef. Het op 5 oktober verschenen rapport ‘Koersen op studiesucces’ van de werkgroep didactiek is een uitwerking van de ideeën van de commissie-Brakels. De reden die de werkgroep beschrijft voor de invoering van ‘het mogen compenseren van een onvoldoende voor het ene studieonderdeel met een voldoende voor een ander onderdeel’ is nog niet eerder opgevoerd: “Het komt voort uit het idee dat de scheidslijn tussen voldoende en onvoldoende een inherente onnauwkeurigheid met zich meebrengt en dat tentamens van

onvoldoende kwaliteit zijn.” De werkgroep vervolgt: “Studenten kunnen van deze onnauwkeurigheden onnodig de dupe worden. De vraag is ook of studenten alle onderdelen van de stof even goed moeten beheersen.” Compensatoir toetsen zou de studievoortgang vergroten. De werkgroep adviseert daarbij dat er alleen binnen modules wordt gecompenseerd en dat er aanvullende voorwaarden gesteld

De sr pleit ervoor dat compenseren pas kan vanaf het cijfer 5.0 kunnen worden. Zoals dat een onvoldoende dan bijvoorbeeld minstens een 4.0 moet zijn en dat het eindcijfer van de module minimaal een zes moet zijn. In een schriftelijke reactie zegt de studentenraad dat een 4.0 wel heel ver af zit van een voldoende. Te ver, in de ogen van de studenten. Zij vrezen dat ‘de kwaliteit van de Delftse ingenieur in het geding komt’. De sr pleit er daarom voor dat compenseren pas kan vanaf het cijfer 5.0. Daarbij merken de studenten op dat ‘de onvoldoende kwaliteit van tentamens [wordt] aangegrepen om compensatie te rechtvaardigen’. Als die zo slecht is, dan vindt de sr dat het tentamen zelf moet worden herzien. Volgens dr.ir. Hans Tonino, voorzitter

van de werkgroep didactiek en directeur onderwijs bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, is onnauwkeurigheid nooit helemaal te voorkomen. Al was het maar omdat een toets altijd een momentopname is. Volgens zijn werkgroep moet de manier van toetsen veel meer gaan samenhangen met de leerdoelen dan nu het geval is. “Je moet op meerdere niveaus toetsen of studenten de stof beheersen”, zegt Tonino. Soms kan dat met een ouderwets tentamen, maar de werkgroep wil ook dat opleidingen vaker tussentijds toetsen en bijhouden wat studenten weten aan de hand van bijvoorbeeld huiswerk of projecten. Allemaal om studenten bij de les te houden. De werkgroep heeft de term blokonderwijs vervangen door ‘modulair onderwijs’. De groep stelt voor dat modules thematisch worden samengesteld en dat je er maximaal twee of drie tegelijk kunt volgen. Studenten moeten vakken binnen een module in één jaar halen. Lukt dat niet, dan moet de hele module over. De studentenraad vreest dat dit alleen maar tot meer vertraging gaat leiden. Waarom zou je een vak dat je hebt gehaald moeten overdoen? Volgens Tonino is dit onderdeel van een cultuurverandering die op de universiteit moet plaatsvinden. “Het moet normaal worden dat je iets afmaakt waar je aan begint.”

Zijn er nog vragen? Aan de uitnodiging voor de Town Hall Meetings lag het niet: ‘Tijdens deze bijeenkomst willen wij u informeren over het proces om te komen tot een breed gedragen toekomstvisie die zal leiden tot de Strategische Roadmap TU Delft 2020’. En: ‘Ook nodigen we u uitdrukkelijk uit uw mening te laten horen over onderwerpen die u van belang acht voor onze langetermijnstrategie, zoals selectie van studenten of verdergaande samenwerking met Leiden en Rotterdam.’ ‘Mening laten horen’. ‘Breed gedragen toekomstvisie’. Dat klinkt goed. Het college van bestuur wil de hele organisatie bij het proces betrekken. Anderhalf uur wordt er per bijeenkomst voor uitgetrokken. Elke faculteit komt aan bod. Zo ook de universiteitsdienst. Inmiddels heeft het college een tour gemaakt langs vijf faculteiten en kan gezegd worden dat er sprake is van een regelrecht fiasco. Bij Technische Natuurwetenschappen leidde decaan Tim van der Hagen de bijeenkomst in met termen als ‘gezamenlijk nadenken’. Collegevoorzitter Dirk Jan van

den Berg drukte het de aanwezigen nog eens op het hart: “Niet allemaal goed luisteren omdat ‘ik het weet’, nee: andersom.” Wat volgde? Drie kwartier lang schetste Van den Berg een beeld van de TU en haar buitenwacht. Vervolgens: een verhaal over hoe daar op in te spelen met onder meer getalenteerde studenten, een breed portfolio met strategische allianties en gekwalificeerde onderzoekers en docenten. En dan, aan het eind van een lang verhaal: “Wie heeft er nog vragen?” En inderdaad: dan komen er vragen. Vragen over het wegsturen van niet functionerende studenten, vragen over hoe de universiteit ondernemender kan zijn, vragen over de negen topsectoren van het kabinet-Rutte, vragen over overheadkosten van de TU, vragen over fuseren en het behoud van de naam Delft. Maar ‘meningen’? Nauwelijks. Een ‘breed gedragen toekomstvisie’? Dat al helemaal niet. Nee: vragen. Vragen – af en toe kritisch - naar de mening van het college of naar simpelweg meer informatie. Met deze opzet is

ook bijna niet anders te verwachten. Beter werkte het ‘strategiespel’ dat met onder andere studenten is gespeeld. Aan de hand van kaartjes met stellingen werden ze bijna vanzelf gedwongen na te denken over wat zij in 2020 nodig hebben en welke reputatie de TU dan zou moeten hebben. Meningen volgden volop: studenten willen liever niet heen en weer reizen tussen Leiden, Delft en Rotterdam. Selectie aan de poort is een optie. Fusie is een eng woord. Keuzevrijheid en een breed aanbod zijn belangrijk. Belangrijkste conclusie van de studenten: de studentencultuur is helemaal vergeten in de discussienota over de TU in 2020. Natuurlijk is zo’n spel niet met honderd man tegelijk te spelen, maar tot nu toe werd door alle vragen niet eens toegekomen aan stellingen of discussie. Er zijn nog drie faculteiten en een universiteitsdienst te gaan. Connie van Uffelen

Hevige storm

Een opmerkelijke zandlaag in de duinen bij Heemskerk stelde wetenschappers voor een raadsel. Hoe kwam dat zand met al die schelpjes zo hoog in de duinen terecht? Door een storm die de Nederlandse kust in 1775 teisterde, blijkt uit zogenaamd optisch gestimuleerde luminescentie-onderzoek van wetenschappers van het Reactorinstituut Delft. De techniek maakt gebruik van een miniem lichtsignaaltje dat zandkorrels kunnen uitzenden als ze worden beschenen met licht van een bepaalde golflengte. Storm bij Scheveningen, 15 november 1775. (Illustratie: H. Kobell/Haagse Beeldbank) De mysterieuze zandlaag bij Heemskerk. (Foto: Alastair Cunningham)

OTB tot juni 2012 zelfstandig Het duurt nog even voordat onderzoeksinstituut OTB onder de vleugels van de faculteit Bouwkunde valt. Het omzetten van aanstellingen blijkt meer tijd te kosten dan gedacht. Veel werknemers horen nu nog bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management. “Het omzetten van hun aanstellingen naar Bouwkunde moet juridisch goed geregeld worden”, zegt Peter Boelhouwer, wetenschappelijk directeur van OTB. Hij had gedacht dat zijn onderzoeksinstituut voor de gebouwde omgeving wel vóór eind 2011 opgenomen zou zijn door Bouwkunde. “Het schiet allemaal niet op. De taskforce herijking heeft aangegeven te weinig capaciteit te hebben om ons bij te staan bij een snelle overgang.” Vandaar dat

de status van OTB als onafhankelijk instituut officieel is verlengd met vijf jaar. “We kunnen waarschijnlijk in juni 2012 over.” Dat overgaan gebeurt voorlopig alleen figuurlijk. Bouwkunde heeft laten weten OTB ook fysiek te willen opnemen binnen de faculteit. “Maar zover zijn we nog niet. Ons personeel heeft problemen met flexibel werken. We hebben tachtig a negentig fte in dienst en dertig tot veertig gasten. Bijna iedereen werkt op kantoor en wil dat blijven doen. We hebben behoorlijk wat ruimte nodig.” Dat zal Bouwkunde niet verhinderen om met een voorstel voor verhuizing te komen. “Qua samenwerking zou dat natuurlijk goed zijn”, zegt Boelhouwer. En misschien, denkt hij, komt er door de numerus fixus bij Bouwkunde in de toekomst de nodige atelierruimte vrij die omgebouwd zou kunnen worden voor OTB. Voorlopig zitten de OTB’ers goed, vindt Boelhouwer. “Ons huidige pand past ons perfect.” (SB)


DELTA. 29 13-10-2011

science

opinion please

04

Hollow dike protects against super storms

Combining safety with leisure, business and scenery. (Artist's impression: DP6 architectuurstudio Delft)

A new dike needs to be built along the coast of Katwijk, offering new opportunities to combine safety with leisure, business and sightseeing. Tomas van Dijk

Carbon wiring Researchers at Rice University (US) have made the first-ever electrical cables from carbon nanotubes, the magazine Technology Review heralds. Making lightweight, efficient carbon nanotube wiring as conductive as copper has been a goal of nanotechnologists since the 1980s, according to Technology Review. Individual carbon nanotubes are mechanically strong and an order of magnitude more conductive than copper. The researchers made small cables that are flexible enough to be knotted together into long lengths of wire, carrying about 100,000 amps of current per square centimetre of material, which about the same amount as copper wires, but weigh one-sixth as much. These nanotube cables could provide lightweight wiring for more-fuel-efficient vehicles and planes, as well as making connections in lowpower computer chips. Nanotechnologist Dr Ruud van Ommen, of the faculty of Applied Sciences, wonders how easy it will be to upscale the production. “The researchers made a small, 10 centimetre-long cable, which is an impressive step. However, the effort it took them will certainly not be trivial. What’s more, they say that they can knot the wires together, which to me that seems a lot less practical than soldering metals.” Dr Gary Steele, of the molecular electronics devices group (faculty of Applied Sciences), wouldn’t be surprised if the technology is upscaled quickly. “We’ve seen the same happening with graphene,” he explains. “That went surprisingly fast.” Steele experiments a lot with carbon nanotubes, on the molecular level, to discover new quantum mechanical properties. “I think it’s very impressive that these researchers were able to select nanotubes with the exact same properties and arranged those molecules of only 1 nanometre in diameter into something as thick as a tenth of a millimetre,” he says. Yet, if the technology can be upscaled, there might be another problem. Van Ommen remarks that carbon nanotubes might be carcinogenic. “This could be problematic, especially if you process them in products that are not recycled carefully, like consumer electronics,” he says, adding that the aviation industry would be a better candidate for carbon nanotubes. “The recycling of airplanes is much better regulated.” Aerospace materials expert, Professor Sybrand van der Zwaag (faculty of Aerospace Engineering), sees opportunities for aircraft builders as well: “Big airplanes use lots of electrical cables, needing hundreds of kilos of cables just to connect all the TV screens in the seats. If carbon nanotubes become cheaper, it could be interesting to use them to reduce weight. “They could also put the nanotube wires in the fuselage of the Boeing Dreamliner to reduce weight. That airplane is made of composite material and thus doesn’t conduct electricity. As a protection measure against lightning strikes, Boeing put 800 kilos of copper wires in the fuselage to function as a lightning rod.” (TvD)

Many residents of Katwijk, a small coastal town between Den Haag and Leiden, are now solely protected from floodwaters by a meagre row of small dunes. There is however a dike that protects the hinterland, but it runs right through the middle of Katwijk. A new dike therefore needs to be built to protect all residents from super storms. The government’s initial plan was to allow nature to do part of the work. By dumping huge quantities of sand a little ways off the coast, the dunes would regain strength naturally as the sand washes ashore. But big dunes would ruin the nice view of the sea

from Katwijk’s boulevard, so the local municipality came with another idea: a dike hidden within a smaller dune. The cost of realizing this plan, which demands less sand nourishment, is estimated to be approximately 32 million euros. Researchers from the think tank ‘multikering’ (a word play signifying multifunctional dike) however elaborated on this idea and now believe they can do better, while at the same time saving the government and municipality more than half of initial total cost estimate. Researchers from TU Delft, TNO, Rotterdam’s municipal engineering department, CUR building and infrastructure, and other agencies, suggest using 15 to 20 meter deep concrete diaphragm (water-blocking) walls, which are frequently used for tunnel constructions and quay walls. Seen from above their creation looks like a standard dike, but in fact it is hollow and accommodates car parks on the landside and cafes and restaurants on the seaside.

“With sand nourishment you can do a lot and it’s cheap,” says PhD student Wim Kanning (faculty of Civil Engineering & Geosciences), who is involved in the project. “Yet in places like Katwijk where hard structures are so close to the sea and the row of dunes so thin, you must continually add sand to counter erosion, which makes it very expensive.” Kanning and his colleagues, Jarit de Gijt (CEG faculty) and Ton Siemerink (CUR), believe diaphragm walls are extremely useful in such circumstances. “Unfortunately, water boards and Rijkswaterstaat are very conservative,” says De Gijt. “They want to be able to inspect dikes by strolling over them,” Siemerink adds. “And the problem with diaphragms is that you can’t see them from the outside.” The three researchers, who also assert that the condition of the concrete diaphragms can easily be monitored with sensors, will present their concept on 1 November, during the ‘battle of concepts’ in Katwijk.

Detecting single photons With his single photon detector, Dr Sander Dorenbos believes he can make communication more energy efficient and safer. “Recently thousands of usernames and passwords for Hotmail, Google and Yahoo accounts have been illegally posted to the internet. That should never have to happen again, thanks to the nano spiral photon detector.” Sander Dorenbos knows how to promote his findings, or so the poster about his detector, posted next to his office door, illustrates. Last week at the faculty of Applied Sciences, the

‘These photons contain very little energy, making them even more difficult to detect’ young researcher defended his PhD thesis about a sensor that can detect a single photon. Nowadays we communicate with each other by sending huge amounts of photons through fibres. The internet would be much more energy efficient however if we were to use only one photon for each bit of information,

Sander Dorenbos: “If hit by a photon this detector registers a little voltage peak.” (Photo: Tomas van Dijk)

according to Dorenbos. Besides, it’s also impossible for hackers to read out the information encrypted in a single photon without disturbing the flow of information. In order for this quantumcryptography to work, very sensitive sensors are required. Single photon detectors already exist, but these detect photons in the visible light spectrum. What is new about the work of Dorenbos and his colleague Val Zwiller (who was one of Dorenbos’ PhD promoters) is that they ameliorated a sensor - first developed by Russian researchers – which detects single photons in the infrared and near infrared spectra,

the spectra used for communication. “These photons contain very little energy, making them even more difficult to detect,” Dorenbos explains. “The sensor consists of a spiral made of niobium titanium nitride, which is superconducting at 4 Kelvin and carries current. If it is hit by a photon, it is no longer superconducting and we register a little peak in the voltage.” Since the photons have little energy, many of them pass by unnoticed. Dorenbos placed a small mirror behind the spiral to bounce them back, giving them a second chance to hit the spiral. (TvD)


DELTA. 29 13-10-2011

science

05

short news science Speed lock Voluntary introduction of a speed limiter for cars in the Netherlands would reduce the number of traffic fatalities by 200, estimates PhD student Jan-Willem van der Pas. He will defend his thesis, ‘Clearing the Road for ISA implementation’, today. The system, called Intelligent Speed Adaptation (ISA), makes it impossible to drive faster than the locally designated maximum speed (except for emergencies, in which case a special button releases the speed lock for 90 seconds). However, imposing the system for hard-nosed speedsters, as is happening in a

Frances Brazier test being conducted on behalf of Dutch Executive Office, will give ISA a bad name, says Van der Pas. “No one will voluntarily build-in a system that criminals are obliged to use.” Criminalizing the ISA system will hinder its broad acceptance, Van der Pas fears. Personally, he would opt for lower insurance rates or taxes on cars to persuade drivers to accept the system. “But this government rather punishes than rewards people.”

Thursday, 13 October, Aula 12:30, PhD supervisor Prof. Warren Walker.

Imposing regulations on citizens is no longer fashionable, nor doable, Professor Frances Brazier will state during her inaugural speech on Friday, 14 October (Aula, 15:00, Shaping participation). The new professor of Engineering Systems Foundations at the faculty of Technology, Policy & Management postulates that citizens will want to participate more in social debates, and, to do so, they will organize themselves. Society will have to adapt its technological systems to this increased citizen participation. The problem is that the underlying societal structures, especially the ICT

Hospitals have grown too big

Lewin lecture structures, are not yet sufficiently equipped for this new reality. The electronic patient file is an example of the kind of participatory systems that Prof. Brazier has specialized in. The future energy market could be another, when consumers become able to buy their energy at any given moment from the market’s most attractive offers. Prof. Brazier (Toronto, 1957) joined TU Delft in 2009, following a professorship at VU Amsterdam. www.participatorysystems.nl

MIT emeritus professor, Walter Lewin, is back in Delft, where he received his PhD in nuclear physics in 1965. At MIT, Prof. Lewin built quite a reputation through his often theatrical physics lectures, which have gone on to become popular Youtube videos showing the professor swinging across the lecture hall or beating a student with cat fur. Still, there’s nothing better than the real thing. Prof. Lewin will deliver his ‘Rainbows and Blue Skies’ lecture in Hall A of the Aerospace faculty building on Tuesday, 26 October at 14:00.

halfway

500 observations, and from this data they calculated the cost function: how the cost of a hospital depends on the product (in this case: treating the patient) and the input prices, such as hospital staff, facility costs and materials used. Their analysis shows a formidable increase (+35 percent) in the productivity of the nursing staff. In other words: one-third more patients were

One-third more patients were treated

Nursing staff now more productive thanks to technology. (Photo: ANP)

Over the last decade, hospitals in the Netherlands have become an impressive 19 percent more productive. Of this gain, 5 percent was lost due to inefficiencies of scale. Jos Wassink Economists from the faculty of Technology, Policy & Management presented their findings on the productivity and efficiency in Dutch hospitals between 2003 and 2009 at a congress held at the Ministry of Health last Thursday. The researchers from the centre for innovations and public sector efficiency studies (Ipse studies) essentially

told the audience that Dutch hospitals had grown beyond their optimal growth levels: increasing production capacity by 1 percent boosts the costs by 1.23 percent. “Growth of scale thus hinders the development of productivity,” the report states. And yet, although the wave of hospital fusions may have dissipated, fusions do still occur. So how did the Ministry of Health react to the report’s findings? There hasn’t been an official reaction, yet, but according to econometrician, Bart van Hulst (MSc), the ministry employees who were present were not convinced that mega-hospitals work less efficiently. No ban on fusions so far. The researchers gathered data from around 90 Dutch hospitals over a seven-year period, which amounted to

treated. The explanation for this is the shorter duration of hospital stays, thanks to new treatment methods and insights. The researchers do note however that there is an increased use of medication and that a patient leaving hospital often needs additional care to recover, be it at home or in a nursing home, both of which are less expensive than a hospital bed. Researcher Dr Jos Blank suggests that large hospitals may improve their productivity by focussing on a limited number of specialisations. A future Ipse study on innovations and productivity increase may shed light on this issue.

Jos Blank, Adrie Dumaij, Bart van Hulst: ‘Ziekenhuismiddelen in verband: Een empirisch onderzoek naar productiviteit en doelmatigheid in de Nederlandse ziekenhuizen 2003-2009’.

cover Menno Huijs, PhD student at TPM, is not too fond of standard covers. Instead, he wanted to make something that really stood out. His PhD supervisor, Professor Bert van Wee, was liberal and pragmatic enough not to object. So, Huijs asked his sister Carlijn Huijs, part-time photographer and digital artist, to design the cover. “It’s a quite literal depiction of the title,” says Huijs. “The windmills stand for ‘Dutch’, the KLM Boeings for ‘Schiphol’ fly in a typical Dutch sky with clouds.” Some clouds are shaped like a castle, which illustrates the main idea of the thesis. “We’ve build this myth that Schiphol airport can continue to grow without increasing the environmental burden or deteriorating the quality of

life. That’s clearly not true, but all parties are stuck in this repeating dialogue of growth versus environment.” Huijs thinks scientists should take a stand in the societal debate. And so will he at his defense: against Professor Gerlach Cerfontaine from Maastricht University, but previously (1998-2009) director of Schiphol Airport. (JW)

Menno Huijs, ‘Building Castles in the (Dutch) Air’, PhD supervisor Prof. Bert van Wee (TPM), 13 October 2010.

Alex van Deyzen: "When a KNRM rescue boat hits a wave too hard, the operator must buy a crate of beer for his shipmates." (Photo: Tomas van Dijk)

Ruling the waves Name: Alex van Deyzen (31) Nationality: Dutch Promotor: Professor Rene Huijsmans (Faculty Mechanical, Maritime and Materials Engineering; Ship Hydromechanics and Structures group) Subject: Smart control of fast ships Thesis defence: One year to go “When there is an emergency at sea, the Royal Netherlands Sea Rescue Institution (KNRM) sends out fast ships. These small boats come to the rescue at high speeds - they can sail as fast as 35 knots. However, when the sea is rough and the waves high, these boats cannot navigate very quickly. The boats encounter waves from the front, called head waves, which lift the boat up and make it fall again behind the wave. Large acceleration occurs and causes great inconvenience for the crew, who can even be injured from the blows. The operator therefore usually temporarily reduces the forward speed of the boat when there are rough head waves, which he does according to estimates based on experience or personal feelings about how rough the sea is. When he expects a wave to be high, and to cause an unacceptably large vertical acceleration peak, the operator temporarily reduces the speed. This is called thrust control. Sometimes they estimate correctly, sometimes they don’t. It could happen that a wave is higher or less high than expected, with the result being that the wave hits the boat hard or forces the operator to reduce speed, when in fact it was unnecessary to do so. I’m therefore working on a thrust control system for fast ships - not only for ships like KNRM’s search and rescue vessels but also pilot boats, interceptors and patrol vessels. The control system anticipates the magnitude of vertical acceleration peaks in real-time and reduces the forward speed of the vessels if necessary. This must result in an increase of operability. In future the system should use a state of the art wave measuring system, based on radar, lidar or laser. However, such a system does not yet exist, but hopefully radar specialists will create one in the near future. If so, it could be implemented in the thrust control system I am working on. My system uses predictions of the ship’s response for the coming 2 to 6 seconds. Subsequently, the predictive control system calculates what the impact will be on the boat and whether it is necessary to reduce speed. It seems that a boat could sail 5 knots faster with my system. During the coming year I will conduct tests in our 142 metre-long towing tank. It will be very exciting to see if my thrust control system also works in model scale. I know that when a KNRM rescue boat hits a wave too hard, the operator must buy a crate of beer for his shipmates. Hopefully, thanks to the system I’m currently developing, that will soon no longer be necessary.” (RV)


DELTA. 29 13-10-2011

international students

06

‘People just show up and start designing’

Biomodd Delft: old computers’ waste heat help warm tropical plants. (Photo: Bennett Cohen)

An inaugural Biomodd project is underway at TU Delft, merging nature, technology and participatory design. BENNETT COHEN Around the world, many cultures assume that nature and technology are at odds with one another. However, according to members of the Biomodd project, based on the interactive design of systems made from old computer parts and biological components, such as plants and aquaria, nature and technology should be synergistic components of integrated and beautiful systems. TPM faculty students and professors may have noticed that since 3 October, the center of their building has been transformed into a living (literally) art project. Scrap parts from obsolete

computers and monitors are being pieced together with tropical plants and algae right before a passerby’s eyes. Anyone who asks what this project is all about will be warmly invited to join in the collaborative design process as was this reporter. Biomodd already has other technobiological symbiotic installations around the world, including in the US, The Philippines, and New Zealand. “Usually we get volunteers, including many specialists in either art or engineering, that just show up and start designing the project with us,” says Al Francis Librero, a Biomodd veteran from their Philippines project. “Despite people’s backgrounds, they usually end up doing a little bit of everything.” Head artist Angelo Vermeulen, who has presented at the renowned TED conference, preferred that I interview others involved with the project. “The project is participatory, so it’s better if the angle is through others rather

than me,” he explained. “Focusing on one artist sends the wrong message about what Biomodd is all about.” The current project is still being designed, but some already visible components include using ‘waste’ heat from computers to aid in the production of algae culture (the kind used as a biodiesel feedstock) and to create a suitable climate growing tropical plants. Anyone with old computer components is welcome to drop them off, and then see them become part of an interactive art installation. Or, they can stick around and help design the project. How did the sixth iteration of the Biomodd initiative end up coming to TU Delft? Professor Frances Brazier, of the Systems Engineering section, invited Biomodd to TU Delft to coincide with her inaugural speech on shaping participation, a new design paradigm. Brazier’s research includes topics such as the inter-organizational collaboration for new product development and agent-based modeling applied to forecasting the deployment of distributed energy generation, among other topics. For Brazier, who has taught at TU Delft for two years, collaborative system design and innovation lie at the heart of her research, as well as the Biomodd ethos. While the traditional design paradigm is linear, Brazier’s System Engineering section at TPM believes the future of design will be complex and collaborative. Biomodd is the first example of this concept introduced at TU Delft. One can imagine how the Biomodd process is relevant to how a future power grid, based on many different actors generating their own energy through solar panels, would be ‘designed’ from the bottom up, rather than top down.

The official presentation of Biomodd Delft will be at TPM on Friday, 14 October at 13:00. This will be followed the same day by Professor Brazier’s inaugural speech at TU Delft’s Aula at 15:00. At the reception afterwards, the art installation Tele_Trust by Karen Lanceel and Hermen Maat will be performed. The program is in English.

India’s grand festival of light Back by popular demand, ISA Delft is hosting its third annual Diwali festival. A lovely arrangement of lights, a sparkling display of fireworks, new colourful clothes and delicious sweets are just some of the many beautiful aspects of the grand Indian festival Diwali. Diwali is celebrated in India once a year to mark the triumph of good over evil. Diwali is short for Deepavali, which means ‘a row of lights’, and falls on one new moon night between midOctober and mid- November. This festival marks the return of Lord Rama, one of the many deities in Hinduism after his 14 year-long exile and victory over the demon king Ravana, although the story behind this festival and the way it’s celebrated varies slightly from region to region in India. Diwali, however, being the festival of lights, the spiritual significance is the awareness of the inner light and this

essence – to rejoice in the inner light remains the same everywhere. The lights that illuminate Indian homes emphasise the commitment to do good deeds, thus bringing us closer to divinity. Every year, the Indian Students Association - Delft (ISA Delft) celebrates Diwali at the TU‘s Culture Centre. Various Indian arts, like skit, dancing and singing, will be displayed for an international audience. The Indian Music Band will also perform on stage for the first time. All one must do to get an authentic taste of this grand Indian festival is to arrive at the Culture Centre on 28 October, between 19:00-24:00. Following the colourful and captivating opening events, visitors can then freestyle to splendid Indian music. Indian food can also be purchased at the venue. (CE)

Entrance to ISA Delft’s ‘Diwali Festival’ is free. For the exact program schedule, visit ISA Delft’s facebook event page: Indian Students Association, Delft

(Photo: Diwali Festival)

what's cooking

(Photo: Bennett Cohen)

Saag Paneer (mozzarella) As a vegetarian Yoga enthusiast, I’m always turning to India for inspiration, both in and outside the kitchen. One of my absolute favorite foods is Saag Paneer, which I’d eaten at many Indian restaurants before I thought, ‘Hey, I bet I can make this at home.’ Turns out it’s relatively easy to prepare. Saag refers to the green part of this dish. Usually spinach is used, although mustard leaf is another traditional option. I usually work a bit of kale into the recipe as well, because my fiancé insists it’s good for me. Paneer is a fresh cheese, meaning it’s made from fresh milk and eaten the same day, unlike many Dutch cheeses that may age for years. You can make paneer by adding lemon juice to hot milk, which separates the curds from the whey. Then, your wrap the curds in a cheesecloth to remove excess liquid, and chill under a heavy weight for 2-3 hours. Since this is very time-consuming, and pre-made paneer is not readily available in Dutch markets, I usually substitute fresh mozzarella for Paneer. This works very well, but you have to add the mozzarella just before serving, otherwise it will melt and get stringy. You want nice solid chunks of cheese for this dish, not melted cheese. Saag Paneer has been described as Indian comfort food. It certainly comforts me, and I consider it a very balanced dish, full of healthy greens (it’s amazing how much fresh spinach goes into just one serving), exotic herbs, spices and flavors (like cumin, garam masala, chili, lemon, garlic and ginger), and the cheese is very filling and protein-rich. The dish is best with naan bread, rice or both. (BC) www.delta.tudelft.nl/23893


DELTA. 29 13-10-2011

international students

07

‘More bikes than people in Holland’

news in brief Innovation policy The biodiversity of science is under pressure from the Dutch government’s innovation policy, said Robbert Dijkgraaf, president of the Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences during an alumni symposium at TU Delft. He foresees major problems now that the government has identified nine top sectors in which knowledge institutes, government and private companies must partner in research & development. Companies that invest in these joint projects will receive major tax breaks from the government, which, Dijkgraaf warns, will lead to between 500 million and 1 billion euros being removed from the overall scientific research system.

International students thrill at buying their first Dutch bikes, while for the Dutch, bikes are from cradle to grave. Two enterprising young Dutch students are now striving to take bike production to a whole new level of innovation and sustainable production.

Gay policy Homosexuals account for a higher than average percentage of international expats and students in the Netherlands. They hope to live freer lives in the Netherlands, but this is often not the case, according to a letter sent by the Delft Homosexuality Workgroup (DWH) and Roze Blok Delft (RBD) to members of Delft’s city council. Dirk-Jan Dekker, DWH’s chairman, believes that homosexual international employees and students should be afforded ‘primary care’. At TU Delft, the International Office could fulfil this function, he argues: “TU Delft’s diversity policy regarding homosexual emancipation is still in its infancy.”

DEVIN MALONE Lodewijk Bosman, an MSc student in industrial ecology and integrated product design, and Hidde van der Straaten, an international business student at Hogeschool Amsterdam, are into the final rounds of two competitions to win start-up money for their company, called The Upcycle, which will refurbish old bikes into new ones. They plan on using socially responsible production methods, and by reusing old parts, to significantly reduce each bike’s environmental impact. The Dutch authorities regularly remove old bikes from places like train stations, and if these bikes go unclaimed, they’re usually destroyed. In Amsterdam, 30,000 bikes are destroyed each year alone. Bosman and Van der Straaten aim to tap into this stream of useful trash and ‘upcycle’ the parts into new bicycles. Upcycling is to take waste materials or seemingly useless products and transform them into new materials or products of higher quality or environmental value, which positively impacts the environment by creating production methods that

Meanwhile, other old bike parts will be transformed into furniture or jewelry eliminate the need for energy and materials to process waste and extract raw materials. The concept began in an industrial ecology course on urban infrastructure, where students were challenged to think about ways of reusing waste streams in cities. “In my head it linked to those huge storage areas of abandoned bikes, just standing there doing nothing,” Bosman recounts. “After some research, I discovered that most of these bikes are shredded and recycled for scrap. And then I thought: ‘can’t we do something better than this?’ Right now most bikes come from places like China, and the attention given to the environment is minimal. In Holland there are more bikes than people, so there’s something wrong with that.” Bosman teamed up with his friend Van der Straaten and wrote a business plan in the Sustainable Business Game course, during which the pair also conducted market research, studied environmental impacts and further refined their product and branding concept. In this course, the idea is to have an entire family of products emerge, so not only will The Upcycle make bicycles but also other goods like furniture, jewelry and lighting from old bicycle parts. The Upcycle project focuses on the bike parts that can most easily be

OTB stays independent The OTB Research Institute will remain independent until June 2012 and then become part of the faculty of Architecture. The conversion of appointments has apparently taken more time than originally anticipated. Many OTB employees are now already part of the faculty of Technology, Policy and Management. The faculty of Architecture has indicated that in future it plans to house OTB within its faculty building.

Compensating failures

Lodewijk Bosman: “Can’t we do something better than this?” (Photo: Hans Stakelbeek/FMAX)

reused, like the frame, fork and handlebars. Additionally, mud guards made from old tires, and secondhand lights, will be developed. Other parts, like the tires, will be from new material, as the goal is to arrive at a final product that is the quality equivalent of new bicycles. Meanwhile, other old bike parts will be transformed into furniture or jewelry. And at the end of an Upcycle product’s lifespan, it can be resold to The Upcycle company for reuse, further reducing the overall environmental impact.

Triple P

Reusing old bicycle parts lowers a variety of environmental impacts, particularly that of metal production and ore extraction. Metal, the primary material in any bicycle, is the largest source of environmental impact; consequently, by reusing unused bicycles’ aluminum parts, the carbon footprint of manufacture is reduced by between 61 and 147 kilograms – or more than a train trip from Amsterdam to Rome. For parts that must be purchased new, Bosman and van der Straaten will assess the life-cycle impacts of each part and then chose products with the lowest impacts, like eco-paint, leather, cork, wood and materials that travel shorter distances. The Upcycle project however is about more than just about reducing environmental impact, as Bosman and Van der Straaten take a ‘triple P’ approach towards their business concept: ‘The Planet’ benefits from reusing old bicycles; ‘The People’ benefit from their partnering with the social workplace Stunt Delft, providing creative, satisfying work for people who are otherwise unemployable; and ‘The Profit’ benefits come from trading bicycle

parts – anyone can buy/sell old bicycle parts through the company – and the added value of reusing old parts. The result: a unique, new bicycle brand that has green credentials and is socially responsible. “A million bicycles are sold in the Netherlands each year, and there are currently 1.1 bicycles for every person in the country,” Bosman says. This implies that there’s lots of potential for a unique product like the Upcycle. To get started, Bosman and Van der Straaten are competing for start-up capital from two different organizations. The project is one of two finalists in ‘Zuid-Holland Award’ student category, with the winner receiving €10,000 for starting a business, and the Upcycle project is also in the final round (one of the Top 40 projects) of the ‘For Tomorrow’s World’ contest, which awards €10,000 to the top five entrants. The ‘Tomorrow’s World’ contest allows the public to select its favorite project by voting on the organization’s website.

The so-called ‘compensation tests’ that TU Delft plans to implement are under discussion. TU Delft’s didactic workgroup openly questions the reliability of these tests and other examinations and consequently finds this sufficient grounds for compensating failing students. A failing grade must be 4.0 or lower and the final grade in modules 6.0 minimum. The Student Council fears that the “quality of the TU Delft engineer will be compromised” and argues that compensation should only occur for grades of 5.0. According to Dr Hans Tonino, chairman of the didactic workgroup and director of education at the faculty of EEMCS, students must be tested in more ways than just through exams in order to conclude if they know their subject.

Beer crate bridge Young engineers of the TU Delft student association, ‘Practische Studie’, built the world’s largest bridge made of beer crates this week on the Markt in Delft. The bridge consisted of 14,000 beer crates and was 14-meters high. The bridge was worth 30,000 euros in deposit money and was thus guarded at night by the students. With their project, the students raised money for a foundation that builds bridges (not made of beer crates) in Cambodia.

Looking for excellence In the context of the university’s new guidelines, titled ‘Roadmap 2020’, TU Delft’s Executive Board is striving to achieve scientific excellence. But how does one measure that? Delta asked people from various faculties to define what they see as excellence, and what valid indicators there are for such assessments. The answers varied among the faculties for science, engineering, design and management. But on one point all the respondents agree: only peers can judge the scientific quality of another person’s work.

Swimming for beginners

(Photo: Hans Stakelbeek/FMAX)

Go to voordewereldvanmorgen.nl/project/upcycle to view the upcycle project on the ‘For Tomorrow’s World’ website. To vote for the project, click the ‘stem!’ button. Voting is open until November 7.

Global warming, rising sea levels, vulnerable dikes….For those international students who don’t know how, learning to swim in a country well below sea level is probably a good idea - or at least a lot cheaper than buying a boat. Students interested in learning how to swim can now to take a beginners course offered by the Sportfondsenbad. The groups of wannabe swimmers are kept small, and therefore each student receives close personal attention from the instructors. The course, which costs 20 euros, is on October 18 and 25, from 21:45-22:45,


DELTA. 29 13-10-2011

lifestyle

08

Met de duim omhoog naar Parijs Student bouwkunde Geertjan van der Meulen won afgelopen weekend met twee teamgenoten de liftwedstrijd van studentenvereniging Aegee. Na zeven liften en dik zeven uur tijd reden de drie Parijs binnen. “Langs de snelweg staan is een domme tactiek.” SASKIA BONGER Stortregen en onweer. Niet de ideale weersomstandigheden voor een liftwedstrijd tussen Delft en Parijs. Toch beginnen zeven teams van de studentenreisvereniging Aegee vrijdagochtend 7 oktober in dat noodweer aan hun reis. Eerstejaars student bouwkunde Geertjan van der Meulen en zijn twee teamgenoten posteren zich in de regen bij de stoplichten voor de oprit naar de

A13 vlakbij Ikea. “Ik dacht: dit wordt een ramp. We moeten vast uren in de regen staan”, vertelt hij een paar dagen later. De studenten vragen auto’s die voor het rode licht moeten stoppen om een lift. De eerste halte is gelukkig geen ambitieus doel. De drie willen naar het tankstation tussen Delft en Rotterdam. Daar hopen ze mensen te treffen die voorbij Rotterdam richting het zuiden moeten. Eenmaal bij dat tankstation aangekomen, blijkt dat nog niet mee te vallen. ’s Morgens vroeg wordt de snelweg, en daarmee ook het tankstation, bevolkt door mensen die zich naar hun werk in Rotterdam haasten. “Je wilt liever zo gauw mogelijk voorbij Rotterdam”, vertelt Van der Meulen. “Zodra je bij Breda bent, zijn er veel mensen die de grens over moeten.” Uiteindelijk lukt het de drie – twee mannen en een vrouw - om een eerste lift te vinden. Daarna gaat het soepeltjes verder. Op de facebookpagina van de liftwedstrijd verschijnen om de zoveel tijd updates van dit team, dat zichzelf Kaasschaaf heeft genoemd.

"Een man kan beter een vrouw bij zich hebben, dat wekt vertrouwen.” (Foto: Geertjan van der Meulen)

Om half twaalf melden ze een lift te hebben naar Gent, een half uur later hebben ze al een ritje dat ze naar de grens met Frankrijk zal brengen. Van der Meulen vertelt over de mensen die hen een lift gaven. Er was iemand met een handel in kinderwagens. En een man die een kledingzaak wilde beginnen en de studenten vroeg mee te denken over een naam. Een derde had een nieuwe baan en moest daarvoor zijn Engels oefenen. Gelukkig maar, want van de drie studenten spreekt alleen Van der Meulen een beetje Frans. Veel regels zijn er niet bij het liften, maar tips des te meer. Zoals dat een vrouw alleen er beter niet aan kan beginnen. Maar ook dat een man beter een vrouw bij zich kan hebben. “Dat wekt vertrouwen”, weet Van der Meulen. En met een bordje langs de snelweg staan, is ook niet echt handig. “Dat is een domme tactiek. Iedereen rijdt met 120 kilometer per uur aan je voorbij. Mensen die twijfelen of ze zullen stoppen, zijn al te ver doorgereden als ze bedenken dat dat best kan. Je kunt mensen het beste benaderen op een tankstation.” Terug naar vrijdag 7 oktober. Het is 15.15 uur als team Kaasschaaf een foto maakt van het stadion langs de snelweg die Parijs in voert. Het bewijs dat ze in Parijs zijn, is geleverd. Met aftrek van bonusminuten blijken ze daarmee de winnaars te zijn. Die aftrek van minuten hebben ze verdiend met ludieke foto’s: de studenten op hun kop in het busje van de kinderwagenhandelaar, Van der Meulen achter het stuur van een van de auto’s, de studenten die een tank volgooien met benzine. Die avond vieren de studenten hun overwinning en de rest van het weekend bekijken ze Parijs als toerist en als architectuurkenners-in-de-dop. De weg terug naar Delft op zondag is geen wedstrijd meer. Was het dat wel, dan hadden de drie misschien wel weer gewonnen. Net buiten Parijs vinden ze iemand die helemaal naar Schiedam moet. En dan is Delft niet ver meer. www.aegee-delft.nl

time out

Fun & drama Een stevig drama met een party toe. En dat gewoon om de hoek, komend weekend, met de voorstelling ‘Oresteia’ bij Lijm&Cultuur en dj’s Shermanology en Apenstreken bij sport & cultuur. Heerlijk als je je even helemaal kunt laten gaan. Even ongegeneerd kunt janken, gieren van de lach of gewoon ongestoord kunt genieten. Voor de voorstelling ‘Oresteia’ van de Griekse componist Xenakis (1922-2010), een eeuwenoud verhaal over wraak, ging het vermaarde Asko/Schönbergensemble een coproductie aan met amateurtalent uit de regio, onder leiding van het Westlandse theatergezelschap Dario Fo. Voor het ensemble weinig nieuws; dat legt zich met regelmaat toe op ongewone samenwerkingen met disciplines als film, dans, multimedia en opera. Voor de kinderen en jong talent uit het koor des te specialer, want na steden als New York, Parijs en Krakau bezoekt het ensemble Delft eenmalig. Een kans om te grijpen, al is het maar vanwege het visuele spektakel tegen de foyer van Lijm&Cultuur als decor. De muziek

sport

Ruim veertig onderlinge wedstrijdjes waren zondag nodig om de winnaar te bepalen van de match races om de Slag van Delft. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

Iemand die acht keer op rij Nederlands kampioen wordt, dat moet een unieke prestatie zijn. TU-student Tim van Leeuwen lukte het als lid van het Double V latin formation A-team uit Hoorn. In Almere beoordeelde de voltallige jury de dansgroep zaterdag unaniem wederom als beste van het land in de categorie latin dance. Dat was voor de elfde keer op rij, waarvan Van Leeuwen alleen de eerste drie titels miste. Volgens trainer Mathijs Mennes is de NK een ‘tussenstop’ op weg naar het WK in Litouwen, op 3 december. Doelstelling is een plaats in de top-5. Landskampioen worden, dat was ook lange tijd de gewoonte van de rugbysters van Thor. De laatste jaren is daar een beetje de klad ingekomen. De laatste titel dateert alweer van 2007. Lange tijd beschikte het team over een groot aantal internationals aan wie nieuwe, onervaren speelsters zich konden optrekken. Die situatie is veranderd. Toch wil de club een nieuwe basis leggen voor toekomstige successen, liet woordvoerster Fanny Ruter voor aanvang van de nieuwe competitie in de Delftse Post weten. “Je streeft natuurlijk altijd het hoogst haalbare na, maar we mikken komend seizoen toch op een plek in de playoffs zodat de dames zich kunnen ontwikkelen om zo de komende jaren weer voor het kampioenschap te kunnen gaan.” Die weg lijkt lang. Het seizoen begon anderhalve week geleden althans met een thuisnederlaag tegen RC Groningen (20-33). Afgelopen zondag bleek RC Tilburg op eigen Brabantse veld veel te sterk voor Thor dat met 50-7 werd aangeveegd. De vraag is of dat erg is, voor een ploeg in opbouw die in mei overigens nog halve finalist was bij de NK sevens. Voorzitter Rikst Dijkstra van de organisatiecommissie keek tevreden terug op de jaarlijkse match races die haar vereniging Broach onder de angstaanjagende noemer Slag om Delft zondag organiseerde op de tussen Hooikade en Zuidwal ingeklemde Kolk. “We hadden tenten op de wal neergezet zodat er toch nog veel nieuwsgierigen naar de wedstrijden zijn komen kijken ondanks de regen”, aldus Dijkstra. Match races bestaan uit korte wedstrijdjes van vijf minuten plus vijf minuten vooraf om de beste startplaats te creëren. Van de negen boten bleek team Feitsma het sterkst. In de finale troefde het drietal team Van der Vegt af, waartoe Broach-lid David van den Berg behoorde. (JT) Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl

Stephan wordt gezongen in oud-Grieks, maar geen zorgen: de gesproken tekst is gewoon Nederlands. Dan is de Friday Night XXL Party bij Sport&Cultuur heel andere koek. Dj’s Shermanology en Apenstreken (winnaars van de TU Delft DJ-contest 2011) draaien tot in de kleine uurtjes in het Sportcafé. Eigenlijk is het feest gewoon een uitvergrote versie van de Friday Nights in het sportcentrum, bedoeld om studenten uit alle culturen bij elkaar te brengen. Is dat doorgaans met aandacht voor specifieke tradities als met verfpoeder gooien tijdens Holi of pepernoten bakken tijdens Sinterklaas; komende vrijdag vindt iedereen elkaar in vette elektro- en technobeats. Een taal die iederéén spreekt, en dat is voor een keertje wel zo makkelijk. (JH)

Oresteia door Dario Fo en het Asko/Schönberg-ensemble, op donderdag 13 oktober om 20.00 uur bij Lijm&Cultuur. Toegang: € 25,-. Reserveren: (0174)244455 of info@dariofo.nl Friday Night XXL Party, op vrijdag 21 oktober van 21.00 tot 1.00 uur in het sportcafé van de unit Sport & Cultuur.


DELTA. 29 13-10-2011

lifestyle

09

Een kunstzinnige peepshow

apps

Kunst kijken terwijl het buiten al lang donker is, met een wijntje in je hand en een vette dj op de achtergrond. Het blijft een mooi concept, de Museumnacht Delft. Maar het kan nog mooier: want deze keer mag je ongegeneerd bij huizen naar binnen gluren.

Racetelefoon Als je nog naar een goede reden zocht om je BlackBerry of prehistorische telefoon in te ruilen voor iPhone of Android: download dan nu BerryMover en investeer in een smartphonerobot.

Jorinde Hanse Mooi hoe sommige dingen gewoon op je pad komen. Industrieel ontwerper Puck Siemerink, in juni afgestudeerd aan de TU, wandelde nietsvermoedend door de stad toen ze een affiche zag hangen. Museumnacht Delft, een initiatief van Galerie de Kunstkopeigenaar René Jacobs, zocht voor zijn tweede editie creatievelingen die een kunstroute wilden ontwerpen. “O leuk, dacht ik, ik heb toch niet zoveel te doen”, lacht Siemerink. Nou ja, behalve haar werk als freelance industrieel ontwerper dan, maar daar paste een project als dit wel heel mooi tussen. En: ze won. Haar route ‘Kunst Gluren’ loopt door de Breestraat, Koornmarkt, Hippolytusbuurt en de Oude Delft, langs een paar van de mooiste en meest statige huizen die in Delft te vinden zijn. én waar vaak prachtige kunst aan de muren hangt of op sokkels staat. Zonde om verstopt te houden voor de rest van Delft, dacht Siemerink, zeker tijdens een evenement als Museumnacht. Dus wandelde ze de laatste weken langs talloze huizen om schaamteloos naar binnen te gluren op zoek naar kunst. “Vervolgens heb ik gewoon aangebeld om te vragen of mensen mee wilden doen aan mijn project”, vertelt ze. “Mensen reageerden ontzettend enthousiast, lieten me soms zelfs ook nog andere kunstwerken in hun huis zien, op bovenverdiepingen bijvoorbeeld. Alleen één man vond het maar niks; hij was bang dat het legitiem naar binnen gluren in zijn huis inbrekers zou kunnen lokken. Onzin natuurlijk, ik had zijn kunstwerk toch ook al gespot

Legitiem kunst gluren bij mensen thuis; de tweede Museumnacht Delft heeft ongekend leuke kanten. (Foto: Museumnacht Delft)

zonder dat het Museumnacht was?” Siemerink heeft een ludieke draai gegeven aan dat gluren: “Ik bedek de ramen van de deelnemende huizen, en laat alleen een gaatje open waardoor het publiek precies op het kunstwerk kijkt.” Dat kunnen behalve schilderijen en sculpturen, ook bijzondere vazen of kitscherige kroonluchters zijn. En het begrip kunst neemt ze ruim. “Zo staat er aan de Oude Delft een studentenhuis waar schilderijen aan de muur hangen die één van de studenten zelf heeft gemaakt. Dat is toch hartstikke leuk om aan de rest van de inwoners van Delft te laten zien?” Dat is ook precies de reden dat haar kunstroute won, denkt ze. “Ik betrek de hele stad bij mijn project. Ik moet mensen mobiliseren om hun kunst te tonen, en laat de overige mensen ernaar kijken.” Overigens hangt ze bij een uitzendbureau op haar route zelf nog wat moois op, “gewoon omdat het zo’n mooie etalage is”. Die etalages spelen een grotere rol tijdens de Museumnacht, bij het onderdeel ‘Tussenruimte’. Daarin toveren kunstenaars leegstaande winkelruimtes om tot tijdelijke ‘pop-up galeries’. Persoonlijke favoriet van Siemerink tijdens de Museumnacht is de ope-

ning. “Die is echt waanzinnig, met videokunst die het Rotterdamse collectief Sober projecteert op reusachtige houten beelden op het Heilige Geestkerkhof.” En natuurlijk is er nog veel meer te doen, alle musea en galeries in het centrum openen immers hun deuren. Het Legermuseum geeft weer een waanzinnige vuurshow, deze keer onder het thema ‘Twilight Zone’. Ook de horeca doet mee. In club Ciccionina kun je experimenteren met de klankinstallaties van Arne van den Berg, gemaakt van elastiekjes, pingpongballetjes en elektromotoren. Ook bespelen robots er instrumenten. En jij? Eet ondertussen lekker een cakeje, want daar heeft Curious Jane, aanwezig in het café van de club, dan weer een kunst van gemaakt.

Huispoes, konijn en wilde muizen: move over. Hét huisdiertje dat te schattig is om te laten liggen, heet Romo – en het is een robot op rupsbandjes. Hij luistert naar niemand anders dan je iPhone of Android, die de motortjes via de headsetaansluiting aandrijft. En als je hem begin volgend jaar voor 78 dollar koopt, krijg je er nog drie apps bij ook. Daarmee kun je Romo laten karten, als spionagecamera laten rondrijden en aansturen via wifi. O, er is wel een kleine maar: hij moet nog gerealiseerd worden. Dat kan alleen als de makers 32 duizend dollar bij elkaar sprokkelen – maar hoe moeilijk kan dat zijn voor het huisdier van de toekomst?

Puck Siemerink zoekt nog deelnemers voor haar kunstroute, óók studenten. Heb jij iets moois in huis dat je voor één avond met de rest van Delft wilt delen? Mail naar info@museumnachtdelft.nl

Museumnacht Delft, op vrijdag 28 oktober van 20.00 tot 1.00 uur. Passe-partout: € 8,- in de voorverkoop, € 10,- op de avond zelf. www.museumnachtdelft.nl

Wel een beetje jammer als je nog een BlackBerry hebt. Of juist niet, want nooit was het makkelijker je gegevens over te zetten op een iPhone dan nu, dankzij de app BerryMover. Kost even wat, maar dan behoud je ook alles: sms’jes, e-mails, agenda-items, adres-

Een kind (de enige bij wie de BlackBerry nog een beetje populair is trouwens) kan de was doen sen… Het enige wat je hoeft te doen is een back-up maken van je BlackBerry, en iTunes en BerryMover installeren op je iPhone. Een kind (de enige bij wie de BlackBerry nog een beetje populair is trouwens) kan de was doen. En zo niet, dan is er altijd nog de bijgeleverde instructievideo. (JH)

BerryMover Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs € 7,99 Platform iPhone

buitenlandstage

Dagdromen over El Naranjal Denkend aan El Naranjal krijgt Marloes van Loenhout een dromerige blik in haar ogen en laat ze pauzes vallen. Haar verblijf daar is vooral een zeer dierbare herinnering.

Denken aan El Naranjal is voor Van Loenhout vooral denken aan een verblijf in een haar dierbaar geworden, voor westerlingen vrijwel onvoorstelbaar dorp op een unieke plaats. “In the middle of nowhere; het staat niet eens op Google Maps. Je moet erheen over een rivier met een boot.” Een totaal andere wereld, waar ze zich heer-

Het rolt er uiteindelijk allemaal wel uit, de informatie over de ‘zakelijke’ kant van Van Loenhouts stage. Dat de 27-jarige studente civiele techniek van februari tot en met april in het oost-Nicaraguaanse dorpje was. Dat het een gat is met ongeveer vijftien huisjes met tachtig inwoners. Dat ze er voor Stichting Samen Scholen met een groep van tien Nederlandse vrijwilligers en evenveel Nicaraguanen een school bouwde. Dat de school bedoeld is voor El Naranjal en wat omliggende dorpen. “Vijf lokalen.” Nog iets erbij? “Een keuken. En een opslaghok. Oja en slaapplekken voor docenten.” Steeds dwalen haar ogen af en vallen er pauzes. Alsof ze aan andere dingen denkt. Zo gaat het ook bij het vissen naar haar rol. “Ik

Marloes van Loenhout: “El Naranjal ligt erg afgelegen. Hout is eigenlijk het enige bouwmateriaal.” (Foto: Privébezit)

'Het hele dorp stond aan de kade en rende naar de boot om onze spullen naar boven te brengen'

hielp bij de bouw en deed de administratie van de vrijwilligers. Onder meer zorgen voor een pasje met een foto, dat is daar heel bijzonder. En het indelen van de vrijwilligers bij de vijf vakmensen.” Horten en stoten. Later komt naar boven dat ze ook, als inhoudelijk onderdeel van haar stage, de bouw documenteerde zodat Samen Scholen bij een volgend project in een ver binnenland fouten en tijdverlies kan voorkomen en vermijden.

lijk voelde. “Het was een stage, maar voelde vooral als vrijwilligerswerk.” Het leverde studiepunten, een beurs en inzicht in praktische bouwprocessen op. Kruimelwerk bij wat het haar persoonlijk bracht. “Het is bijzonder om met mensen die je niet kent en van wie je de taal niet goed spreekt, te werken aan een project.” En dan dat dorp. “Huisjes aan de oever, die toen tien meter hoog was. Daarachter de bosrand. Voor de school

was een bouwterrein gemaakt en in de hoek was het tentenkamp waar we verbleven.” Er was een douchetentje met een emmer. “Maar veel leuker was om na het werk in de rivier te plonsen, want als je in zo’n mooie omgeving bent…” Van Loenhout was meteen bij aankomst ‘thuis’. “We kwamen over de rivier. Het hele dorp stond aan de kade en rende naar de boot om onze spullen naar boven te brengen. Als het woord welkom ooit van toepassing was…” Als een rijker mens kwam ze terug. Kennisgemaakt met een andere cultuur. Een primitiever leven met mensen die weinig hebben om naar uit te kijken, minder naar de klok leven, tevredener zijn, maar niet minder relaxt, omdat ze kwetsbaarder zijn voor misoogst en diefstal. “Ze hebben het niet makkelijk en de regering is ze een beetje vergeten, maar ik weet nu van hun bestaan. Ik kan over ze vertellen en mijn foto’s laten zien.” Er was maar een minpuntje: “Sommige vrijwilligers deden het alleen voor het voedselpakket dat ze na vijf dagen werken kregen. Een paar sjoemelden. Dan dacht ik: we bouwen de school voor júllie kinderen.” (EH)


DELTA. 29 13-10-2011

interview

10


DELTA. 29 13-10-2011

interview

11

’Scheepsrampen gebeuren elke dag’ Na tien jaar heeft de afdeling ship hydromechanics and structures van maritieme techniek weer een hoogleraar: de ooit uit Polen gevluchte Mirek Kaminski, afkomstig van het Wageningse onderzoeksinstituut Marin. De Nederlandse scheepvaarten offshore-industrie legde het geld bij om zijn aanstelling te bekostigen. “De kennis van onze studenten op het gebied van de constructie van schepen en offshore installaties is langzaam achteruit gegaan. De industrie wil die trend keren.” Sovjet-Unie in 1991 uit elkaar zou zijn gevallen, dan had ik hem voor gek verklaard. Had ik dat in 1983 geweten, dan zou ik die zomer nooit Polen zijn ontvlucht. Ik dacht dat de dictatuur eeuwig zou duren.”

JOOST PANHUYSEN Als uw allerbelangrijkste onderzoeksproject bij Marin noemt u sloshing. Wat is sloshing? Kaminski neemt een paar slokken van zijn glas water, tot het ongeveer halfvol is. Dan beweegt hij het glas ritmisch heen en weer. “Stel je een tank voor met vloeistof. Zie je hoe die vloeistof tegen de wanden slaat? Dat is sloshing.” Is dat schadelijk voor een schip? “De wanden van een scheepstank zijn normaal gesproken niet ontworpen om die belasting te kunnen weerstaan. Schepen varen immers doorgaans met opslagtanks die voor bijna honderd procent gevuld zijn of met anti-sloshing schotten. De kans op sloshing is dan nihil. Maar Shell laat nu op een Zuid-Koreaanse scheepswerf de Prelude bouwen. De grootste drijvende offshore installatie ter wereld; een schip waar de aula van de TU Delft dertig keer in past. Met deze op zo’n tweehonderd kilometer van het Australische vasteland te verankeren Floating Liquefied Natural Gas (FLNG)-installatie gaat Shell een aantal gasvelden exploiteren. Het gas kan vloeibaar gemaakt worden door het te laten afkoelen tot een temperatuur van min 162 graden. LNG-zeetankers kunnen straks LNG aan de Prelude onttrekken. De opslagtanks van de Prelude zullen dus lang niet altijd helemaal vol zijn. Stel dat op een moment waarop een opslagtank halfvol is, onverwacht een tropische storm opsteekt. Dan is het de vraag of er een reële kans op sloshing bestaat. En zo ja: hoe groot is dan de kans dat de wand wordt beschadigd?” Tot welke ongelukken kan dat leiden? “Als die wand breekt, stroomt het vloeibare gas naar buiten. De FLNG-installatie bestaat voor een belangrijk deel uit staal. LNG met een temperatuur van min 162 graden kan stalen constructies breken: staal heeft bij die lage temperatuur nagenoeg geen sterkte. Maar in het ontwerp is met dat gevaar rekening gehouden: een containment system moet er voor zorgen dat de opslagtanks van binnen zijn geïsoleerd. Shell wilde de risico’s goed kwantificeren. In de Deltagoot van Deltares - 240 meter lang, 5 meter breed, 7 meter diep - konden we door simulaties onderzoeken hoe groot de kans op de beschadiging van de wand zou zijn bij zo’n worst case scenario. We hebben met een golfgenerator spectaculaire ‘klappen’ uitgedeeld, waarbij het water huizenhoog werd opgestuwd. Zelfs bij een druk van 50 Bar bleek het containment systeem van de Prelude niet te bezwijken. Shell hoefde niet naar een andere, duurdere oplossing te zoeken.” Wat voor onderzoek gaat u in Delft doen? “Vermoeiing – fatigue – is een belangrijk onderzoeksthema. Simpel gezegd: materiaalmoeheid. Een materiaal dat langdurig wisselend wordt belast, bijvoorbeeld door golfbewegingen in de zee, gaat onvermijdelijk scheurtjes vertonen. Scheurtjes die door de ‘cyclische belasting’ groter worden. Uiteindelijk leidt dat tot een fracture, een breuk.” Vermoeiing draagt bij aan de slijtage van schepen? “Ja. Het is een cumulatief effect, net als corrosie. Naarmate de tijd verstrijkt, wordt het effect zichtbaarder. Feitelijk heb je het in de scheepsbouw bij vermoeiing altijd over gelast materiaal. Lassen zorgt voor microscheurtjes en voor spanningen die de verbinding van materialen minder sterk maken. Vermoeiing kwam pas echt in the picture na de introductie van lassen in de scheepsbouw. Die techniek was een groot succes: dankzij laswerk konden de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog in een hoog tempo de Liberty-vrachtschepen fabriceren.”

U hield er dus rekening mee dat u uw familie na uw vlucht misschien heel lang niet meer zou zien? “Ja. En ik gaf een baan aan de universiteit op die me prima beviel. Maar ik wilde op dat moment nog liever bordenwasser zijn in een West-Europees land dan maritiem ingenieur in een totalitair systeem. Zo gedeprimeerd was ik.” Had u van tevoren met mensen over uw vlucht gepraat? “Je leeft in een totalitair systeem, dus je vertrouwt vrijwel niemand. Ik heb het alleen aan mijn ouders en aan mijn zus en broer verteld.” Probeerden ze u om te praten? “Mijn moeder wel. Mijn vader zag al aan mijn blik dat ik mijn besluit had genomen. Ik luisterde niet meer naar adviezen. Maar… mijn moeder had gelijk.” Hij lacht. “Nu begrijp ik haar meer dan toen.”

WIE IS MIREK KAMINSKI? Zijn ouders zagen hem het liefst chirurg worden. Ze kochten een piano, zodat hij door veelvuldig spelen de lange, slanke vingers zou krijgen die bij dat beroep passen. Maar toen Mirek Kaminski (Szczecin, 1956) die piano zorgvuldig uit elkaar gehaald had, was het duidelijk dat hij net als zijn vader ingenieur zou worden. Door bezuinigingen bij maritieme techniek ruilde Kaminski in 1990 de TU Delft in voor het maritiem ingenieursbureau Nevesbu, waar hij als structural engineer onder meer onderzeeboten en luchtverdedigings- en commandofregatten ontwierp. Toen hij in 1999 kritiek leverde op de rapporten van Marin kreeg hij prompt de uitnodiging om voor dit onderzoeksinstituut te komen werken. Met als eerste opdracht: een half jaar lang een cruiseschip bestuderen dat naar de Westcoast, Alaska en Hawaï voer. Als hoogleraar wil Kaminski onder meer aantonen dat je door ingenieus ontwerpen de productiekosten van schepen kan drukken zonder de gebruikskosten omhoog te jagen. (Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)

Zijn er in de scheepsbouw alternatieven voor lassen denkbaar? “Er bestaan experimenten met gelijmde constructies, zoals je die bij auto’s en vliegtuigen ziet. En je kunt ook denken aan alternatieve bouwmaterialen als plastic en glas… maar dan krijg je weer met andere bezwijkingsmechanismen te maken. Lassen blijft voorlopig de norm.” Gaat het er om vermoeiing zoveel mogelijk te voorkomen of om het nauwkeuriger te voorspellen en te monitoren? “Allebei. Een voorbeeld van het beperken van vermoeiing: als je een schip hoger maakt, heeft het een hogere weerstand tegen buiging. Dan betekent lagere spanningen in de constructie. En die lagere spanning leidt tot een langere levensduur van het schip. We hebben simpele methodes nodig waarmee een ingenieur bij het maken van een conceptontwerp snel kan zien welk effect ontwerpkeuzes hebben op de levensduur. Vreemd genoeg bestaat zo’n methode nu alleen nog maar voor het ontwerp van marineschepen.” U laat uw eerstejaars sommen maken om de levensduur van een schip te bepalen. Waarom is het belangrijk om die levensduur te kennen? “Omdat je anders voor onaangename verrassingen kunt komen te staan. Stel, een inspecteur komt aan boord van een schip en constateert een aantal scheuren in de scheepsromp die zo ernstig zijn dat het schip pas verder mag varen als ze zijn gerepareerd. Zoiets kost handenvol geld. Het ergste is als een bemanning niet in de gaten heeft dat een schip ‘op’ is. Vermoeiing is een belangrijke oorzaak bij het vergaan van schepen.

En er vergaan elke dag een paar schepen, zonder dat het iemand veel lijkt te kunnen schelen. Het is doorgaans geen nieuws, want als een schip midden op de oceaan is vergaan, valt er niets te filmen. Bovendien zijn schip en vracht meestal goed verzekerd.” De sectie ship hydromechanics and structures moest het tien jaar zonder hoogleraar stellen. Uiteindelijk heeft de Nederlandse scheepvaarten offshore-industrie geld bij elkaar gelegd om uw aanstelling te bekostigen. Waarom? “Na het vertrek van mijn voorganger is diens functie wegbezuinigd. De industrie had daar moeite mee, maar kon het niet voorkomen. Inmiddels merkt de sector dat in Delft afgestudeerde maritieme ingenieurs bepaalde constructieopdrachten niet altijd tot een goed einde brengen. De kennis van onze studenten op het gebied van de constructie van schepen en offshore installaties is langzaam achteruit gegaan. De industrie wil die trend keren.” U bent in de zomer van 1983 met uw vrouw Polen ontvlucht. Waarom op dat moment? “Ik had met een aantal collega’s aan de technische universiteit van Szczecin geprobeerd het systeem te veranderen, zonder succes. Toen op 13 december 1981 een militaire junta aantrad, en generaal Jaruzelski de noodtoestand afkondigde, concludeerde ik: in dit land is geen toekomst meer voor mij. Ik wilde niet aan het totalitaire systeem meewerken, en in het Polen van die tijd had je dan nog maar één optie: vertrekken. Als iemand me toen had verteld dat in 1989 Polen een onafhankelijk land zou zijn, en dat de

Hoe verliep de vlucht uit Polen? “Dat was niet iets wat je zomaar deed. De risico’s waren groot. Mijn vrouw en ik hadden een aanvraag ingediend om deel te nemen aan een buitenlandse zeilreis. Eindbestemming: Parijs. We waren al getrouwd, en hadden een driejarig zoontje, Marcin. Tot onze verbazing kregen we toestemming! Ik denk dat je je kansen moet pakken in het leven, maar tegelijkertijd speelt toeval een grote rol. Mijn broer en zijn vrouw wilden ook via die zeilvakantie Polen ontvluchten, maar mijn schoonzus kreeg geen paspoort. Mijn broer reisde in zijn eentje mee en keerde na afloop van de reis terug naar Polen. Onze andere medereizigers wisten niets van onze plannen.” Hoe zijn u en uw vrouw in Nederland terecht gekomen? “Na een beginreis waarbij we vooral Oost-Duitsland ontweken, begon de zeilboot ter hoogte van IJmuiden enige defecten te vertonen. Op 13 juli lag onze boot in Amsterdam. Mijn vrouw en ik wilden asiel aanvragen, maar wisten niet goed hoe dat moest. Bij de VVV, in dat witte huisje voor het Centraal Station, heb ik keurig een nummertje getrokken en gewacht tot ik aan de beurt was. “Ik wil graag asiel aanvragen, waar moet je dat doen?” Het jonge meisje achter de balie pleegde wat telefoontjes, overlegde met collega’s en kwam toen terug met een papiertje… met daarop het adres van de Poolse ambassade!” Kaminski schiet in de lach. “Ik nam het haar niet kwalijk, ik zag dat ze me wilde helpen. En het is allemaal goed afgelopen.” Uw promotieonderzoek heeft u aan de TU Delft kunnen doen. “Ik ontdekte dat de TU Delft de enige Nederlandse universiteit was met een afdeling maritieme techniek en ik belde ze op. Ik had het geluk dat prof. Hans Nibbering mijn Poolse hoogleraar op een congres had ontmoet. Ik kon bij Nibbering promoveren; toen een kandidaat-aio afhaakte, bood hij me zelfs die baan aan. Daar was ik erg blij mee. Bovendien lukte het mijn vrouw en mij om onze zoon, die we bij mijn ouders hadden moeten achterlaten, binnen een half jaar naar Nederland te halen. Mijn intreerede heb ik nu, een kleine dertig jaar later, aan hem opgedragen.”


DELTA. 29 13-10-2011

reportage

12

Op zoek naar excellentie Met het oog op een nieuw instellingsplan, de Roadmap 2020, streeft het college van bestuur naar wetenschappelijke excellentie. Maar hoe meet je die? Jos Wassink

Perverse prikkels Alle meetbare criteria voor wetenschappelijke kwaliteit kunnen makkelijk verworden tot perverse prikkels, stelt hoogleraar nanofysica prof.dr.ir Leo Kouwenhoven (Technische Natuurwetenschappen): “Als het college van bestuur (cvb) stuurt op proefschriften, dan krijgt het proefschriften.” Ook al kunnen die soms heruitgaven zijn van afstudeerverslagen op een kleiner formaat. Kouwenhoven vindt de promotiepremies van 90 duizend euro per proefschrift “een mogelijk mechanisme voor frauduleuze wetenschap”. Hij legt uit hoe het werkt: als je een commissie vindt die het verslag als proefschrift wil goedkeuren dan kun je zo gemakkelijk proefschriften genereren. En ja, natuurlijk gebeurt dat, zegt Kouwenhoven. Ook dichtbij. Eenzelfde corrumperende werking heeft beoordeling op het aantal publicaties. Als wetenschappers beoordeeld worden op het aantal publicaties leidt dat tot ‘papier produceren’. Men gaat onderzoek opdelen en verdunnen om het aantal publicaties omhoog

te jagen. Het aantal citaties zou een beter criterium zijn, maar ook dat kan een ernstig vertekend beeld opleveren. Als iemand bijvoorbeeld een opvallend fout stuk heeft geschreven leidt dat naderhand tot veel verwijzingen. “Wilders wordt ook vaak geciteerd”, licht Kouwenhoven toe. Kouwenhoven gelooft niet in meetbare criteria voor wetenschappelijke

‘Excellente mensen laten zich niet voorschrijven wat te doen’ excellentie. Toch, en dat is de paradox, weet iedereen in het betreffende wetenschapsgebied wie er toe doen, wie de rising stars zijn van een vakgebied. Kouwenhoven vertelt dat aan Amerikaanse universiteiten onderzoekers geëvalueerd worden door aan een tiental collega’s buiten de universiteit te vragen hoe ze de kandidaat inschalen tussen andere onder-

zoekers. Die lijstjes vertonen vaak opvallende gelijkenis, constateert de nanofysicus. Mensen weten dat door een opvallend artikel, door voordrachten op congressen, door gesprekken met anderen. Eigenlijk kunnen alleen de peers elkaar onderling beoordelen, en dan heerst er vaak een behoorlijke consensus. Daarom zijn volgens Kouwenhoven wetenschappelijke prijzen zoals de NWO Veni-, Vidi- en Vicibeurzen en de grants van de European Research Council (ERC) wel goede indicaties van wetenschappelijke kwaliteit omdat ze door andere wetenschappers worden toegekend. De beste manier om aan de TU excellent onderzoek te versterken ligt volgens Kouwenhoven in de combinatie van geld en vertrouwen. Geen onderzoek zonder geld, maar de geldschieter moet niet maandelijks een rapportje vragen, of precies willen definiëren wat het onderzoek moet opleveren. “Excellente mensen laten zich niet voorschrijven wat te doen”, consta-

Fysici van TNW publiceren regelmatig in grote bladen. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

teert hij droogjes. En dat is ook het probleem met het innovatiebeleid dat zich richt op topsectoren. “Daar bereik je geen iPad of een echt innovatieve doorbraak mee.” Zelf werkt Kouwenhoven met zijn vakgroep quantum transport in de

komende jaren aan een kantelpunt in het vakgebied: een landmark waardoor onderzoekers anders over een onderwerp nadenken dan ervoor. Als dat lukt, dan heb je volgens Kouwenhoven iets excellents neergezet.

Savenije nog op andere verdiensten van een open access online journal. Het beoordelingsproces is voor iedereen te zien en staat ook voor iedereen open. En omdat de publicaties kosteloos volledig gelezen kunnen worden is er een grotere verspreiding van kennis, vooral naar landen waar men zich geen dure abonnementen kan veroorloven. Savenije raadt iedereen aan om een eigen online peer-reviewed blad te beginnen op zijn of haar deelgebied. Het is naar zijn idee de beste en meest

zaken of economische zaken, landbouw en innovatie ziet hij als wetenschappelijke erkenning. Immers: “Zonder goed wetenschappelijk verhaal krijg je daar geen geld los.” Een kanttekening maakt hij bij geld vanuit het bedrijfsleven: “Het moet geen consultancy worden.” Dat betekent dat onderzoek gericht behoort te zijn op kennisverwerving die verder gaat dan het oplossen van een onmiddellijk probleem, en dat het vraagstuk niet met de bestaande kennis op te lossen is. Ook prijzen zijn wat Savenije betreft een valide criterium, omdat ze een afspiegeling zijn van wat de wetenschappelijke collega’s van je werk vinden. Ook als de prijs niet-wetenschappelijk is (denk aan een lintje) is dat nog wel een blijk van excellentie, aldus Savenije. Van afstudeerders als kwaliteitscriterium is Savenije minder overtuigd. Hij heeft er zelf minder dan hij zou willen, maar hij heeft wel veel promovendi onder zijn hoede. “Zijn promovendi niet een betere maatstaf voor wetenschappelijke excellentie?” vraagt hij zich af. Promovendi zijn immers direct gekoppeld aan onderzoek binnen een vakgroep.

Begin je eigen tijdschrift Voor beoefenaars van technische wetenschappen is het lastiger om in de grote wetenschapsbladen te publiceren dan hun meer fundamenteel gerichte collega’s. Toch zijn publicaties en citaties ook voor hen van belang om aan te tonen dat ze meetellen in de wereld van de wetenschap. Om aan dat dilemma te ontsnappen heeft hydroloog prof.dr.ir. Huub Savenije (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen) in 1995 een eigen open access journal opgericht: het online tijdschrift ‘Hydrology and Earth System Sciences’ (Hess). Trots vertelt Savenije dat de ‘impactfactor’ vanaf 2000 gestegen is van 0,7 naar 2,46. De impactfactor is een maat die het relatieve aanzien van een wetenschappelijk blad aangeeft. Ze worden jaarlijks berekend en gepubliceerd door Thomson Scientific – voorheen bekend als ‘Institution for Scientific Information’ of ISI. Topbladen als ‘Science’ of ‘Nature’ hebben een impactfactor van 30, ‘Physical Review Letters’ haalt 7 en meer gespecialiseerde tijdschriften komen rond de 2,5 uit. Binnen het veld van hydrologische vaktijdschriften staat Hess nu genoteerd als een van de meest gezaghebbende bladen. Naast de mogelijkheid van peer-reviewed publicaties wijst

Technische onderzoekers richten eigen journals op.

Ook de hoeveelheid binnengehaald geld is een valide maatstaf open manier om de wetenschappelijke dialoog te stimuleren. Publicaties en citaties zijn in de ogen van Savenije niet de enige kenmerken van wetenschappelijke excellentie. Ook de hoeveelheid binnengehaald geld is een valide maatstaf. Immers, als je onderzoeksgeld binnenhaalt van NWO of ERC betekent dat erkenning van je werk en ideeën door de wetenschappelijke collega’s die over de toekenning beslissen. Ook geld van andere ministeries als buitenlandse

Kwaliteitskenmerken Kouwenhoven (TNW)

Savenije (CITG)

Van der Hoeven (BK)

Herder (TBM)

publicaties

nee, leidt tot papier produceren

ja, liefst open acces

ja, inclusief boeken en tentoonstellingen

mede, bezig met open acces journals opzetten

geld

is middel, geen doel

ja, blijk van waardering

is blijk van maatschappelijke relevantie

NWO en EU gelden is maat voor wetenschappelijke kwaliteit

studenten/ afstudeerders

promotieprikkel leidt tot wetenschappelijke verdunning

promovendi vooral, goed voor onderzoek

telt zeker mee (in 2011 numerus fixus)

gaat vooral om maatschappelijk nu van afstudeerders

prijzen

goede indicator van mening buitenwereld

ja, blijk van erkenning

ja, want waardering van collega’s

duidelijke kwaliteitsindicator

erkenning ‘peers’

ja, liefst in wereldwijde ranking

ja

toppunt als er over je geschreven wordt

belangrijk criterium

doel 2020

wetenschappelijk kantelpunt bereikt hebben

kwaliteit van promovendi, onderwijs en publicaties

architectuur meer wetenschappelijk en bijdragen leveren aan oplossing maatschappelijke problemen

Europees centrum van system engineering worden


DELTA. 29 13-10-2011

reportage

13

Blik op de toekomst De herijking is een typische snoeivoor-bloei exercitie. Er moet op jaarbasis 45 miljoen euro gekort worden. Vijftien miljoen om de kosten terug te brengen en dertig miljoen voor versterking van kansrijk onderzoek. Wat zijn volgens rector prof.dr.ir. Karel Luyben de criteria? Luyben gaat uit van maatschappelijke relevantie op de lange termijn. “Wat zijn de vragen waar we over twintig tot veertig jaar mee bezig zijn? Dat is een belangrijke termijn, want dan zitten onze studenten op posities waar ze een verschil kunnen maken.” Luyben noemt de energieproblematiek, de gezondheidszorg en de milieuproblemen. Stuk voor stuk vraagstukken met technische, sociale en maatschappelijke aspecten die de eerstkomende tijd niet zullen verdwijnen. Niet geheel toevallig vallen de grote vraagstukken op lange termijn goeddeels samen met de domeinen van de Delft Research Initiatives. Voor

Luyben vormen ze een richtsnoer bij het inrichten van de universiteit van de toekomst. Hij legt uit hoe: “Je begint met vast te stellen wat je nodig hebt om de problemen van straks aan te pakken. Daaruit leid je het onderzoek af, en uit het onderzoek volgen de vereisten voor je masteropleiding. Daaruit volgt welke bacheloropleidin-

‘Ik vind alle contracten korter dan drie tot zes maanden bedenkelijk’ gen je nodig hebt en aan welke eisen instromende scholieren moeten voldoen.” Luyben is een uitgesproken voorstander van selectie aan de poort. Liefst voor iedere opleiding. Het moment om onderzoek om te buigen in de richting van de relevante thema’s is volgens Luyben de aanstelling van een opvolger. Als voorbeeld

noemt hij het akoestiekonderzoek bij Technische Natuurwetenschappen, dat tot nu toe vooral gericht was op olieexploratie. Na het vertrek van prof. dr.ir. Guus Berkhout zal het accent verschuiven naar echoscopie en medische toepassingen van dezelfde formules en modellen. Daarmee is de vraag naar welk onderzoek het veld zal moeten ruimen nog niet beantwoord. Natuurlijk ga je niet snijden in een goed lopende afdeling, vindt Luyben. Ook staat vast dat er geen hele faculteit zal worden opgeheven. Maar decanen zullen er niet onderuit komen om afdelingen op te heffen. Wat zijn daarvoor dan de gronden? Luyben gaat zelf geen oordeel vellen over de wetenschappelijke kwaliteit. “De wetenschap beoordeelt zichzelf in de vorm van rankings en peer-reviews”, stelt hij. Wat hij wel zorgelijk vindt, is als de vaste kosten (vast personeel, huur en energiekosten) groter zijn dan de eer-

Prof.ir. Karel Luyben: “Wat zijn de problemen over 20 tot 40 jaar?”

ste geldstroom. Want zodra tweede en derde geldstroom verminderen, komt zo’n afdeling in de knel. “Dan moeten ze allerlei klussen aannemen voor de inkomsten. Is dat onderzoek? Ik vind

van niet. Ik vind alle contracten korter dan drie tot zes maanden bedenkelijk. Ook vertrouwelijke opdrachten horen eerder thuis bij TNO of een consultancy bureau dan aan de TU Delft.”

Hoge waardering, lage scores Bij de ontwerpfaculteit Bouwkunde bestaat er een grote kloof tussen de lovende woorden die er over de faculteit gesproken worden en de nagenoeg volledige onzichtbaarheid in gangbare wetenschappelijke indicatoren als goede scores voor publicaties en citaties bij het ISI (Institution for Scientific Information). Oud-rector prof.dr.ir. Jacob Fokkema was destijds de eerste die de faculteit er op aansprak. Onderzoeksdirecteur dr.ir. Franklin van der

Naast de wetenschappelijke kwaliteit moet ook de maatschappelijke relevantie meetellen Hoeven ging ermee aan de slag in het kader van een onderzoeksproject van het Rathenau Instituut: ‘Evaluating Research in Context’ (Eric). Van der Hoeven vond dat de goede reputatie van Bouwkunde onder meer gestoeld is op boeken die hoogleraren publiceren en op tentoonstellingen. En hoewel dat voor architecten en stedenbouwkundigen waardevolle media zijn, komen ze niet voor in de lijstjes van het ISI zodat dergelijke activiteiten niet meetellen voor de wetenschappelijke scores. Er is aan twee kanten gewerkt om de

Er moet progressie zijn

De faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) heeft net een visitatie achter de rug, vertelt onderzoeksdirecteur prof.dr.ir. Paulien Herder. Er heerst tevredenheid, want een van de vijf facultaire onderzoeksprogramma’s scoorde op alle vier onderdelen een 5, de hoogste score. Op de vraag wat in dit vakgebied wetenschappelijke excellentie betekent, zegt Herder dat er sprake moet zijn van kennisaccumulatie. Als voorbeeld noemt ze het gebied van sociotechnisch systeemontwerp. Bij een elektriciteitsnetwerk werden vroeger de elektrische infrastructuur en de markt als het ware gescheiden ontworpen. Binnen de faculteit werken ingenieurs en economen samen, omdat ontwerpbeslissingen in de markt gevolgen hebben voor het ontwerp van het technische systeem en omgekeerd. Die geïntegreerde aanpak leidt tot nieuwe theorieontwikkeling. Vragen van de volgende generatie, zoals Herder ze noemt. Publicaties en citaties noemt Herder de obvious beoordelingscriteria die

Bouwkundigen communiceren met boeken en tentoonstellingen.

kloof tussen reputatie en scores te dichten. Enerzijds pleit het Eric-project ervoor om bij de beoordeling van ontwerp- en engineeringfaculteiten behalve de wetenschappelijke kwaliteit ook de maatschappelijke relevantie mee te laten tellen. Daarnaast is Van der Hoeven begonnen om een

aantal wetenschappelijke tijdschriften op het gebied van architectuur en architectuurgeschiedenis op te laten nemen in de citatiedatabase Scopus – www.scopus.com; een tegenhanger van ISI met een nadrukkelijker accent op kunsten en humaniora. Ook boeken die er vanuit Bouwkunde gepubliceerd

overigens alleen in een bepaalde context gebruikt kunnen worden. Zo zit er vaak ‘zachte informatie’ achter de ogenschijnlijk harde ISI-data. Zoals dat het een tijd duurt voordat je in een nieuw vakgebied citaties op kunt bouwen. Wie goed zichtbaar wil blijven in een wereld die beoordeeld wordt met ISIscores doet er goed aan om deel te nemen aan initiatieven om open acces

fondsen afkomstig zijn van NWO of EU, vindt Herder. Als die je onderzoek ondersteunen betekent het dat je aan de wetenschappelijke top staat. Het aantal studenten of afstudeerders vindt Herder minder belangrijk dan hoe de alumni in de maatschappij terechtkomen. Op de vraag of toegekende prijzen een maatstaf vormen voor kwaliteit antwoordt Herder volmondig ja. Simpel: de beoordeling van iemands werk is aan zijn wetenschappelijke ‘peers’. Als zij vinden dat je de beste bent, dan is dat ook zo. Een duidelijker indicator kun je je niet wensen. Voor 2020 heeft Herder als ambitie dat TBM in Delft het Europese zwaartepunt moet zijn van het vakgebied engineering systems. Daarvoor moet de positie van sociotechnisch onderzoek verder uitgebouwd worden. Herder: “Als tegen die tijd professoren massaal hier hun sabbatical willen doorbrengen, dan hebben we het goed gedaan.”

‘Als zij vinden dat je de beste bent, dan is dat zo’ peer-reviewed journals te beginnen. TBM doet dat onder andere samen met andere faculteiten op het gebied van engineering systems in het samenwerkingsverband Cesun (Council of Engineering Systems Universities). Het MIT, als medeoprichter, maakt daar deel van uit, net als een grote peer group van Amerikaanse, Europese, en Aziatische universiteiten. Geld is een kwaliteitscriterium als de

worden zouden in Scopus opgenomen moeten worden, net als het open access tijdschrift dat Van der Hoeven wil gaan beginnen. Deelname aan Scopus heeft volgens de onderzoeksdirecteur twee voordelen: het aantal geregistreerde artikelen neemt toe en de namen van medewerkers duiken

vaker op in de resultaten van zoekacties binnen Scopus. Dat wat betreft het belang van publicaties en citaties als kenmerken voor wetenschappelijke excellentie. Ook geld van stakeholders (bouwbedrijven, beleggers, gemeenten, provincies en gemeenten) is volgens Van der Hoeven een teken van maatschappelijke relevantie van het onderzoek, en zou volgens de uitkomst van het Eric-onderzoek dus moeten meetellen in de kwaliteitsbeoordeling van een faculteit. Erkenning door collega’s is ook in de architectuur en stedenbouw een goede maatstaf, vindt Van der Hoeven. Hoewel er wel iets vreemds mee aan de hand is. Voor architecten is het hoogste blijk van waardering als een prestigieus blad een artikel of beter, een editie aan je wijdt. Dat er over je geschreven wordt is dus belangrijker dan wat je zelf schrijft, want dat laatste gebeurt eigenlijk nauwelijks. Tot slot: waar mogen we Bouwkunde in 2020 op afrekenen? Op een verwetenschappelijking van de architectuur, vindt Van der Hoeven, en op wezenlijke bijdragen op het gebied van energie-efficiënte, klimaatverandering en stedelijke ontwikkeling.

Ook TBM’ers zetten hun eigen publicatiepodia op.


H&J Uitgevers_2x70_zw-w

DELTA. 29 13-10-2011

TUdelta.29 > Jaargang 43 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

> Redactie Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connie van Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving) > Medewerkers Bennett Cohen, Willemijn Dicke, Patrick van der Duin, Chandra Elango, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, Devin Malone, David McMullin, Olga Motsyk, Merel Segers, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Vikrant Venkataraman, Robert Visscher, Rutger Woolthuis

mededelingen

Wetenschapsagenda • 10.00 uur - All that glitters is gold: Nucleic acid detection using tethered gold. Promotie van ir. S. Brinkers. Promotor: prof.dr. I.T. Young. • 12.30 uur – Intreerede prof. dr. F.M.T. Brazier, faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Zondag 16 oktober International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical
service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.

> Mededelingen Martin Kers (m.kers@tudelft.nl)

Rock ‘n Delft 20.00-22.00 hrs - Every Sunday evening: Rock ‘n Roll class! Discover new moves during the first hour, then practice what you learned. Everyone can come; with or without dancing skills, alone or with a partner, it is really for everybody! Free entrance. www.rockndelft.nl

> Redactieraad

Maandag 17 oktober

> Foto‘s Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(info@fmax.nl) > Vormgeving & Lay-Out Liesbeth van Dam

dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren

> Redactie-adressen

Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl

> ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede > Oplage 12.000 > Advertenties

H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl

> Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP

Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl

> Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.

14

Agenda Vrijdag 14 oktober

Wetenschapsagenda • 10.00 uur – Physical and numerical experiments to study IP effects at the meter to 100 m scale for environmental, engineering and hydrocarbon applications. Promotie van M. Kavian, Master. Promotor: prof.dr. W.A. Mulder. • 12.30 uur – Mobility-based Time References for Wireless Sensor Networks. Promotie van F. Sebastiano, ingegneria. Promotoren: prof.dr. K.A.A. Makinwa en prof.dr.ir. L.J. Breems. • 15.00 uur - Active aerodynamic load control on wind turbines - Aeroservoelastic modeling and wind tunnel experiments. Promotie van A.K. Barlas. Promotoren: prof.dr.ir. G.A.M. van Kuik en prof.dr. G.J.W. van Bussel.

14-05-2004

Voor advertenties bel met:

Voor advertenties bel met:

welded connections made of Very High Strength Cast and Rolled Steels. Promotie van ir. R.J.M. Pijpers. Promotor: prof.ir. F.S.K. Bijlaard. • 12.30 uur – Deze promotie vindt plaats in het Auditorium. The tradition of making polder cities. Promotie van drs. F.L. Hooimeijer. Promotor: prof.dr.ir. V.J. Meyer. • 15.00 uur – Deze promotie vindt plaats in de Senaatszaal. Noncommutative and Vector-valued Rosenthal Inequalities. Promotie van S. Dirksen, MSc. Promotoren: prof.dr. J.M.A.M. van Neerven en prof.dr. B. de Pagter. • 15.00 uur – Deze promotie vindt plaats in het Auditorium. Aansprakelijkheid bij leidingschades. Promotie van mr. F.J. van Velsen. Promotor: prof.mr.dr. M.A.B. Chao-Duivis.

Woensdag 19 oktober Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Typically the Best? Perceived Typicality and Aesthetic Appraisal of Product Appearances. Promotie van drs. J. Blijlevens. Promotor: prof.dr. J.P.L. Schoormans. • 12.30 uur - System reliability assessment of marine pipelines. Promotie van Z.B. Mustaffa, MSc. Promotor: prof. drs.ir. J.K. Vrijling. • 15.00 uur – Afscheidsrede prof.dr. W.E. Walker, faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Donderdag 20 oktober

Dinsdag 18 oktober

Wetenschapsagenda • 10.00 uur - DotFETS: MOSFETs strained by a Single SiGe dot in a Low-Temperature ELA Technology. Promotie van C. Biasotto, MEng. Promotor: prof.dr. L.K. Nanver. • 12.30 uur - UWB Antenna Arrays Development for NearField Imaging. Promotie van ir. Y.C. Yang. Promotor: prof. dsc.dr. A. Yarovoy. • 15.00 uur - Solid-state nanopores for scanning single molecules and mimicking biology. Promotie van drs. S.W. Kowalczyk. Promotor: prof.dr. C. Dekker.

Wetenschapsagenda • 12.30 uur - Deze promotie vindt plaats in de Senaatszaal. Fatigue strength of

Kivi Niria Students 12.30 uur – Lunch lecture ‘Artificial Intelligence’. We will focus on the way an agent is

able to perceive its environment and to communicate with its environment in a multimodal way. As an example we show how humanoid robots are able to perceive facial expressions, how to extract emotions from facial expressions and from speech. Finally, we discuss automatic speech recognition and dialogue modeling. The speaker is Prof. Drs. Dr. Leo Rothkrantz. There will be a free lunch & free entrance. Registration is mandatory via www. kns-delft.nl. VSV ‘Leonardo da Vinci’ 20.00 uur - Helaas is er sinds het faillissement van Fokker geen enkel bedrijf meer geweest die het aandurfde om zelf een geheel vliegtuig te ontwerpen en bouwen op Nederlandse bodem. Tot nu! Fokker Next Generation hoopt een vliegende doorstart te maken met een verbeterd ontwerp van de Fokker 100. Maarten van Eeghen van Fokker Next Generation zal een lezing geven over het nieuwe vliegtuig en hun plannen voor de toekomst. Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, collegezaal A. WijWonen 20.30 uur - De Algemene Leden Vergadering van WijWonen zal plaatsvinden in Delftstede, Phoenixstraat 66. Voor de agenda, zie www.wijwonendelft.nl.

Woensdag 26 oktober Symposium on Electronics for Space 8.30-18.15 hrs - The MicroElectronic Systems and Technology Association (MEST) and Netherlands Space Society (NVR) organize a symposium on Electronics for Space with speakers from ESA, TNO, Surrey Space Centre, LioniX, TU Delft and SRON. Location: Senaatszaal, Aula TU Delft, Mekelweg 5. For more information and registration visit www. symp2011.mest-delft.nl.

Donderdag 27 oktober Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Converted waves in shallow marine environments: modelling and field experiments. Promotie van drs. N. El Allouche. Promotoren: prof.dr.ir. C.P.A. Wape-

Kun je blind ook professor worden? Met aangepaste lesprogramma’s en hulpmiddelen kan blind en slechtziend talent de eerste stappen zetten naar een toekomstige carrière.

Blijf niet rondlopen met uw vragen over kanker

Geef op

4004040

Bel de KWF Kanker Infolijn: 0800-022 66 22 (gratis)

www.steunbartimeus.nl

of doneer online

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC naar en prof.dr. D.G. Simons. H & J Uitgevers Capelle aan den IJssel

Vrijdag 28 oktober

Postbus 101 T (010) 451 55 10 2900 AC F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl Capelle aan den IJsel

Wetenschapsagenda • 15.00 uur - The use of aromatic selenides as oxidation catalysts. Promotie van drs. T (010) Neem451 contact55 op met 10Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie. J.C. van der Toorn. PromotoF (010) 451 53 80 ren: prof.dr. R.A. Sheldon en E delta@henjuitgevers.nl prof.dr. I.W.C.E. Arends.

Announcements

DSMV Krashna Musika 20.30 uur - Het Krashna Neem contact op met Hennie de Ruyter of Kamerkoor brengt Italiaanse werken ten gehore tijdens het met Mireille van Ginkel voor nadere informatie concert ‘Tempo per Cantare’ in dentenpsychologen.tudelft.nl Students de Lutherse Kerk, Noordeinde or by sending an email to stu4. Reguliere kaarten bedragen dentenpsychologen@tudelft. International Student 10 euro, voor studenten en TU nl. You can also come by at the Chaplaincy medewerkers 8 euro, 2 euro open office hour every Tuesday Looking for a home away from extra korting in de voorverkoop at 11.30-12.30 hrs. Open office home, trying to make new via www.kamerkoor.krashna.nl. hours of the student counfriends, interested in interculselors are on Tuesdays from tural and interfaith activities, Dinsdag 1 november 11.30-12.30 hrs and the career needing some inner peace, counselors are on Tuesdays and searching for more than acaCongres 110 jaar Woningwet Thursdays from 11.30-12.30 demic challenges? Check the Het Onderzoeksinstituut OTB hrs. More information on www. website of the International van de TU Delft houdt dit constudentandcareersupport. Student Chaplaincy, www. gres in het Sieraad te Amstertudelft.nl or http://careeriscnetherlands.nl, to learn dam. Tijdens dit concert wordt centre.tudelft.nl. For a list about their wide range offer. stilgestaan bij het ontstaan, de of workshops and trainings ontwikkeling en de toekomst offered by Student & Career Student and Career Support van de Woningwet. Support please visit http:// The psychologists and the smartstudie.tudelft.nl. central student and careers Maandag 7 november counselors are located at International Office Jaffalaan 9A (building 30A). TEDxDelft The International Office, JafThere is some English career 9.30-19.15 uur – The first falaan 9a/visitor’s entrance at information and a vacancy edition of TEDxDelft will take wall in the information centre. Mekelweg, office opening times place at the Aula CongrescenMonday to Friday 9.00–17.00 Office hours: Monday-Friday trum, TU Delft. See www.tedxhrs. Appointments and enquifrom 9.00-17.00 hrs. You delft.nl for more information ries can be made by email: can direct your inquiries or and tickets. internationaloffice@tudelft.nl make an appointment at the or by phone: 015-2788012. Front Office or by phone: 0152788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at http://stu-

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.

Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.

Aankondigingen Students Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur.

Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft. nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.30-12.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 0152788004. E-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl; careercentre@tudelft.nl; studiekeuzevragen@tudelft.nl.

Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl. Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Het bureau Studium Generale, Jaffalaan 5, is van maandag t/m donderdag geopend van 9.00–17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via studiumgenerale@tudelft.nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.


DELTA. 29 13-10-2011

Project1:Opmaak 1 mededelingen/opinie

12-10-11 10:28 Pagina 1

15

brieven

Construction Planning - The Delft Approach -

Eye Care Foundation werkt aan het voorkomen en bestrijden van oogaandoeningen in ontwikkelingslanden

giro

5 25 25

0800-8003

Eye Care Foundation works at preventing and fighting

eye diseases in developing countries www.eyecarefoundation.nl

Open Access Weeks at TU Delft

LEARN. SHARE. ADVANCE.

Project1:Opmaak 1 27-09-11 14:55 Pagina 1

24 – 28 October

Walk-in advice & hands-on help

From 10.00 to 18.00 TU Delft Library

Come to the library for advice about Open Access publishing, copyright or increasing of exposure of your research output. We can also directly upload your materials in our repositories or datacentre. library.tudelft.nl/open2011

1 November

OpenCourseWare Seminar 2011

From 14.00 h Snijderszaal, Faculty of EEMCS

Hear about the experiences of lecturers who have already shared their course materials via OpenCourseWare! Learn what TU Delft OpenCourseWare has in store for the future. Be the first to hear what’s new! Register now! Speakers include Rector Magnificus Karel Luyben and OpenCourseWare director drs Anka Mulder. Register now, or watch it live via: ocw.tudelft.nl/open2011

Open Access publishing of your research and educational materials can bring you more exposure in the scientific community

In Delta 28 Devin Malone mentions ‘the pressing need to renovate the Civil Engineering building’. I wonder, has Devin visited other buildings on campus? Take Chemical Engineering for example, constructed soon after WWII. The colorful layers of paint cannot mask its age, and it has the layout of a maze. If that was all, it would be ok. But it is not. The building is leaking everywhere, especially in the basements where project rooms are located. Do not be surprised if you are welcomed by a little lake after some rainfall. Besides that, it also turns the rooms into nice fungi breeding halls; undoubtedly a healthy atmosphere to work in. While water is coming in, heat flows out. The majority of the windows are single layered. And do not be surprised to see a hot radiator, control valve stuck at open, directly below an open window. Another surprise: The heating system has two options: on and off. Result: The lecture halls often have the atmosphere of a small gym after 500 people had a two hour spinning exercise while entering the hallways feels like undertaking a polar expedition. Luckily, University Management knows this... construction plans were made around 1975. A good and 35 years of deferred maintenance later (we’ll get a new building – why bother making large repairs?) not a brick has been put in place. In the past years I’ve seen plans for a new building at two locations; TNW-south and TNW-middle. Both were quite detailed; South was too expensive. Then, while on the verge of knocking part of applied physics down to make way, suddenly middle was abandoned, and South is reconsidered. Adding all planning costs and energy waste over the years, we could have had a gold plated high tech facility. The suggested option of burning down the building might speed things up. If it happens, for sure the majority of the Dutch population will freak out like they did with the Chemie-pack fire. (Typically, this is the same people that burn tires to celebrate spring). Knowing the buildings history and contents, this time they might have a point however. But let’s refer from such drastic approaches. Maybe we should have some faith in management; soon construction of a modern building, reflecting TU Delfts ambitions regarding energy, safety and reputation, will start, right? Well, I doubt it, and regarding history, have all the right to do so. Cees Haringa, MSc student Chemical Engineering


DELTA. 29 13-10-2011

lifestyle

16

fietsenmakers

Schoon schip Het klinkt als een futuristisch sprookje: een schip dat tegen de stroom in vaart, zonder een druppel brandstof te verbruiken. Maar als we de theorie moeten geloven, vaar je met behulp van impellers, wat tandwielen en een lier zó van Rotterdam naar Düsseldorf.

de Huisjongste

Huize Sweet 15 aan de Jacoba van Beierenlaan 15 is klaar voor het EK Voetbal 2012. Zelfs op de wc hoef je niets van de wedstrijden te missen. Zittend op de pot kun je via een spiegel die aan de deur zit geplakt kijken naar het toestel dat boven je hoofd op een plank staat. Overigens worden niet alle kleine boodschappen hier op het toilet gedaan; het wil nog wel eens voorkomen dat de bewoners aan de grachtkant hun laatste plasje voor het slapen gaan hangend uit het raam in de gracht doen. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)

de Pot op

jessica van den doel

Feuten ‘Als je een koekje zou zijn, welk koekje zou je dan zijn?’ Het lijkt alleen een goede hospiteervraag. Maar de kennis en vaardigheden die je opdoet tijdens je studententijd zijn echt een goede basis voor de rest van je leven. In een kennismakingsgesprek met een nieuwe manager in de TULibrary kwam de vraag zowaar voorbij. Ik heb nu geleerd dat ik een kletskop en een chocoprince onder mijn collega’s heb… Ik was door het gesprek meteen geïnspireerd om mee te werken aan de nieuwe traineeselectie. Heerlijk om weer eens in de rol van zure ondervrager te kruipen, dat had ik niet meer gedaan sinds mijn studententijd. Helaas bleek het een geromantiseerd beeld van sollicitaties op de TU. Als trainee maak je aantekeningen tijdens het gesprek en stel je vragen over zaken die nog niet aan bod zijn gekomen als aanvulling op de hoofdvrager. Maar deze ronde geen ‘Stanford prison experiment'-achtige taferelen. Mijn eigen sollicitatie is door de zenuwen by the way helemaal geblokt uit mijn herinnering. Sollicitatiegesprekken voeren is een vak apart. Bij de minste of geringste blijk van een niet helemaal ideaal ant-

David Markey (20), één van de vier maritieme bacherlor-eindstudenten die werkten aan dit onderzoek, is er zelf nog steeds verbaasd over. “Natuurlijk hielden we er rekening mee dat de resultaten van ons simulatiemodel konden tegenvallen. Maar dat het zo positief uitpakte, maakte de talloze uren die we in het project hebben gestopt meer dan waard.” In hun model gebruikten de studenten de energie van de stroming in de sleeptank van Maritieme Techniek om een schip tegen diezelfde stroming in te laten varen. “Dit gebeurt door middel van impellers (schroeven die energie uit stroming halen), een mechanische overbrenging en een lier die een kabel binnenhaalt. Deze kabel is aan de vaste wal verbonden, het schip trekt zichzelf dus eigenlijk tegen de stroom in.” Zodra het schip een voorwaartse snelheid heeft bereikt, vaart het verder op de energie alleen. “Ja, dat is natuurlijk een raar concept”, zegt Markey, die juist daarom voor het onderzoek viel. “Maar het is superstoer om iets vernieuwends te doen.” Toch liepen ook hij en medestudenten Sara Consuegra (21), Harm IJsseldijk (21) en Karel Roozen (23) tegen het welbekende probleem aan: zo’n experiment kost heel veel tijd. Je bent tenslotte het wiel een beetje opnieuw aan het uitvinden. “We waren continu dingen aan het regelen, er was altijd wel weer iets wat anders moest. De schroeven voor ons modelschip bijvoorbeeld; moesten we die zelf maken met de 3D-printer, gewoon kopen, of waren ze misschien te vinden op de TU? Het laatste bleek het geval, maar dan moesten we weer iets bouwen om ze te kunnen laten werken. Op papier kan het allemaal nog zo mooi klinken, in de praktijk pakt het vaak anders uit.” En dat allemaal voor de minipaper van twee pagina’s, waar het bachelor-eindproject uiteindelijk in moet resulteren. “Nachten hebben we daaraan gewerkt”, lacht Markey. Ondertussen is Markey begonnen aan zijn master hydromechanica. “Maar ik hoop dat iemand ons project oppakt. Een nieuwe groep bachelor-eindstudenten bijvoorbeeld, of een afstudeerder. We hebben een hoop bereikt: tijdens één van de experimenten haalde het schip zelfs een snelheid die een kwart van de stroomsnelheid bedroeg. Maar we hebben ook een paar duidelijke aanbevelingen gedaan. Wat doen ondiep water en turbulente stroming met ons model? En in hoeverre is het daadwerkelijk toepasbaar in de binnenvaart?” Een aardig begin als we Düsseldorf ooit op deze manier willen bereiken. (JH)

woord dacht ik meteen: nee dat kan echt niet! Wat zullen medewerkers denken over het niveau van trainees als jij hier straks werkt?! Mijn perfectionisme was iets waar ik zelf aan heb moeten werken afgelopen jaar… misschien moet ik daar nog eens naar kijken. Gelukkig hadden we wel van tevoren een training gevolgd in het gebruik van de Star-methode (Situatie, Taak, Actie en Resultaat) en zijn we gewezen op de typische valkuilen van een sollicitatiegesprek. Dus al met al denk ik dat het zeker gelukt is goede mensen te selecteren. Wat ik ook heel leuk vond: deze keer waren er voor het eerst een flink aantal aanmeldingen vanuit de TU Delft. Ik vroeg me af of het kwam door de slechte arbeidsmarkt voor bijvoorbeeld architecten of dat het traineeship echt zulke positieve bekendheid begint te krijgen binnen de TU. Ach, ik kies gewoon voor het laatste. David Markey: “Het is natuurlijk een raar concept, maar wel heel leuk om iets vernieuwends te doen.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX) Onderzoek: ‘Duurzaam tegen de stroom in varen’ Eindcijfer: 7,5

kriep


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.