Delta TU Delft

Page 1

TUDELTA.10

DELTA. 10 29-03-2012 weekblad van de technische universiteit Delft

Deze week week Deze in Delta Delta in

Quantumdots sharing a wave

Wetenschap is geen mening

SCIENCE: 04

NIEUWS: 03

01

REPORTAGE: 10 LOOPBAAN: 12

INTERNATIONAL: 07

Fraude in de wetenschap

Uniting the university’s women

Drijvende stad als droom

Zelftoetsen zijn eenvoudig te hacken Een door de TU gebruikt computerprogramma waarbij studenten zelf toetsen kunnen oefenen, is gemakkelijk te ‘hacken’. Scores van veertig procent bij deze toetsen geven toegang tot tentamens. Connie van Uffelen Studenten die voor vakken bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) gebruikmaken van het programma COZ - computer ondersteunde zelfstudie – kunnen de antwoorden van oefentoetsen vrij gemakkelijk achterhalen. Tweedejaars student informatica Jasper Abbink lukte het in een half uurtje, nadat hij van een huisgenoot had gehoord dat in de software de tijd op de computer te veranderen was. Studenten kunnen de oefentoetsen tot een bepaalde dag op hun computer invullen. Daarna worden de juiste antwoorden vrijgegeven. Door vlak voor de deadline de computertijd vooruit te zetten, zijn die antwoorden echter eerder te zien. “Je kunt dan snel de

‘Ik ben geen politieagent. We rekenen ze bikkelhard af’ antwoorden opschrijven, de tijd weer terugzetten en de toets invullen”, zegt Abbink. Hij haalde zo naar eigen zeggen een honderd procent score voor een vak dat hij niet volgt. “Een bekende route”, zegt docent Hans Welleman over deze truc. Zijn eerste reactie is dat het systeem niet gehackt is. Dat is volgens hem pas aan de orde als de student de antwoorden heeft kunnen aanbieden aan de server (‘synchroniseren’). Welleman zoekt nog uit wat er is gebeurd. Volgens de docent ‘ziet het systeem het’ als studenten rommelen met de klok en daarna scores doorgeven aan de server. “De student kan het één

keer proberen, daarna gaat het systeem op zwart.” Volgens Abbink heeft hij de antwoorden ‘gesynchroniseerd’ en meldde het systeem dat ze succesvol waren opgeslagen. Zijn account is inmiddels wel geblokkeerd. COZ wordt bij CiTG zowel voor zelftoetsen (huiswerk) gebruikt als voor tentamenonderdelen in een tentamenzaal. Bij het maken van het huiswerk is het volgens Welleman ‘geen ramp’ als studenten deze truc uithalen. Ze mogen bij hem na een score van veertig procent meedoen aan tentamens, maar hebben zonder hun huiswerk te doen volgens Welleman ‘geen schijn van kans’. In tentamenzalen is het probleem volgens Welleman niet aan de orde. “Het systeem is op meer niveaus streng beveiligd. Iedere computer is aangemeld op een aparte lijst die één-opéén te identificeren is. We surveilleren ook.” Volgens Abbink konden studenten voorheen een bonuspunt krijgen als ze goed genoeg waren bij de zelftoetsen. “Dat is afgeschaft omdat mensen de goede oplossingen op internet zetten”, zegt de student. Welleman geeft geen bonuspunten. “Collega’s zijn er wel mee bezig. Ik ben daar faliekant tegen als je niet kunt garanderen dat een student de toets zelf heeft gedaan of dat er geen lek is. Volgens mij is het strijdig met het examenreglement.” Overigens zijn de antwoorden ook te zien na tweemaal foutief invullen, maar dat geeft volgens Welleman niet. “Dan halen ze een 1. Die studenten moeten dat helemaal zelf weten. Ik ben geen politieagent. We rekenen ze bikkelhard af.” Het probleem illustreert volgens Welleman dat het onderwijs is ‘verworden tot een hordenloop van studiepunten’. “Dus is het halen van deadlines en het voldoen aan verplichtingen steeds belangrijker dan de tijd nemen om in de boeken te duiken. Om dit tij te keren is een mentaliteitsverandering nodig.”

Met een trotse glimlach doopte Martin Bakker, voorzitter van de lustrumcommissie van D.S.R. Proteus-Eretes, afgelopen dinsdag de nieuwe lichte skiff van de vereniging. Niet met champagne, maar ook zeker niet met kraanwater. Traditiegetrouw worden de boten gedoopt met een doopbeker gevuld met Schiewater. De boot is vernoemd naar het thema van het dertiende lustrum van Proteus, ‘Integraal’. Zie ook: www.proteus-eretes.nl. (Foto: Hans Stakelbeek)

Studenten onderzoeken relatie met Delftenaren Hoe is het gesteld met de relatie tussen studenten en anderen inwoners van Delft en wat kan er eventueel worden verbeterd? Een enquête moet antwoord geven op deze en andere vragen. Het onderzoek is een initiatief van het Delftsch Overleg (DO), waarin vrijwel alle studentenorganisaties elkaar informeel treffen. De studenten bedachten het onderwerp van hun jaarlijkse enquête al aan het begin van het collegejaar. Dat was dus voordat de voorzitter van bewonersorganisatie Wippolder Zuid studenten typeerde als ‘lallende types die er een rommel van maken’ en voordat Leefbaar Delft een meldpunt studentenoverlast opende. Volgens Wieger Vos, die namens de verenigingsraad Vera in het DO zit, komt het onderzoek nu wel – onverwacht – op een goed moment. “Het is

belangrijk om meer informatie te hebben. Want verkondigen Leefbaar Delft en bewonersorganisatie Wippolder Zuid een algehele mening of zijn het alleen maar een paar mensen die hard schreeuwen?” Het is volgens Vos voor zowel studentenorganisaties als voor de TU en de gemeente fijn om een beeld te krijgen van de relatie. Met vragen als ‘Heb je

‘Contact hebben met elkaar is toch de eerste stap naar het begrijpen van elkaar’ het gevoel dat de inwoners van Delft studenten begrijpen?’ en ‘Heeft u het idee dat u studenten begrijpt?’ wil het DO daar grip op krijgen. De studenten willen weten of ‘gewone’ Delftenaren en studenten wel eens contact met elkaar hebben gehad, hoe ze dat ervaren hebben en of ze behoefte hebben aan gezamenlijke activiteiten. De niet-studenten en de studenten

wordt gevraagd te reageren op een aantal stellingen als ‘Ik zou de hulp van studenten in het dagelijks leven regelmatig kunnen gebruiken’ en ‘Het is goed als inwoners meer te weten komen over het studentenleven’. Volgens Vos is het belangrijk om de gevoelens van Delftenaren goed in beeld te krijgen alvorens met aanbevelingen te komen. “Studentenorganisaties doen al het één en ander om het contact te onderhouden. Met de enquête wil het DO onderzoeken of er animo is voor het verder versterken van de band. Het is in ieders belang dat de relatie goed is. Contact hebben met elkaar is toch de eerste stap naar het begrijpen van elkaar.” De enquête is vrijdag 23 maart van start gegaan en zal een maand lopen. Tijdens de Delft Amazing Technologyweek, die start op 18 mei, presenteert het Delftsch Overleg zijn resultaten en aanbevelingen. (SB)

www.tinyurl.com/student-delft


DELTA. 10 29-03-2012

nieuws/column

02

Landschap www.delta.tudelft.nl @tudelta delta@tudelft.nl www.facebook.com/ tudelta

delta online Onderwijskeurmeester Onderwijskeurmeester NVAO heeft veel aan te merken op de universitaire rechtenopleidingen, maar keurde ze wel goed. Politiek Den Haag reageert verdeeld. ‘Wat voegt de NVAO nog toe?’ www.delta.tudelft.nl/24895

Boete Het lijkt staatssecretaris Zijlstra sterk dat studenten afzien van een masteropleiding omdat ze bang zijn voor een langstudeerboete. Als ze die keuze bewust maken, is dat goed voor de Nederlandse economie, vindt hij. www.delta.tudelft.nl/24893

Omstreden De benoeming van de nieuwe KNAWpresident Hans Clevers blijkt omstreden, meldt NRC Handelsblad. Hij zou niet genoeg gevoel voor de geesteswetenschappen hebben. www.delta.tudelft.nl/24892

Valse data Ten minste twaalf artikelen en drie proefschriften waarbij ex-hoogleraar Diederik Stapel betrokken was, zijn gebaseerd op valse data. Dat blijkt uit de eerste resultaten die de commissieLevelt in opdracht van de Universiteit van Tilburg publiceerde. www.delta.tudelft.nl/24891

Protest Honderdduizend studenten hebben zich afgelopen week uitgesproken tegen de bezuinigingen op het hoger onderwijs, zegt de Landelijke Studentenvakbond. Vrijdag 23 maart protesteerden zo’n tweeduizend studenten op de Dam in Amsterdam. www.delta.tudelft.nl/24887

China Er kleven risico’s aan samenwerking met China, maar er liggen ook allerlei kansen. China daagt ons uit en Nederland zou de handschoen moeten oppakken, vindt de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid. www.delta.tudelft.nl/24886

Strop VUmc Het medisch centrum van de Vrije Universiteit in Amsterdam betaalt een derde van de kosten van het omstreden tv-programma ‘24 uur tussen leven en dood’, dat is 188 duizend euro. Het VUmc is dat overeengekomen met RTL en producent Eyeworks. www.delta.tudelft.nl/24885

Bureaucratie De prestatieafspraken die staatssecretaris Zijlstra gaat maken met hogescholen en universiteiten zorgen niet voor meer bureaucratie, zei hij 22 maart in de Tweede Kamer. www.delta.tudelft.nl/24884

Stad en landschap zijn geen tegenpolen meer, maar delen van dezelfde stedelijke samenleving. Dat is in één zin het onderwerp van de presentatie donderdagmiddag van het boek ‘Levend Landschap, Manifest voor stad en land’ door Hans Teerds en Johan van der Zwart. De presentatie bij Bouwkunde wordt opgeluisterd door een debat tussen publicist Bas Haring, landschapsarchitect Dirk Sijmons en filosoof Hans Achterhuis. De klassieke tegenstelling tussen stad en platteland is vervaagd nu stedelingen het landschap gebruiken voor recreatie en de stad zich in

Foppe de Haan spreekt structuurloze ‘nevelsteden’ uitbreidt in de groene omgeving. De auteurs spreken met de Duitse landschapsarchitect Peter Latz en kijken goed naar zeven projecten bij Barcelona, Berlijn, Londen en Ruhrgebied. Ze eindigen met tien stellingen waarin Latz een grote toekomst voorspelt voor de beschadigde plekken in het landschap. ‘Daar liggen de kansen voor het publieke’. Presentatie ‘Levend Landschap, Manifest voor stad en land’ en debat tussen Bas Haring, Dirk Sijmons en Hans Achterhuis, donderdag 29 maart van 12.00 tot 13.45 uur, Berlagezaal 1, faculteit Bouwkunde.

‘Ontwapenend, nuchter, relativerend en met een vleugje Friese humor’ aldus het persbericht, ontvouwt Foppe de Haan donderdag 29 maart op het cultuurcentrum zijn visie over talentontwikkeling, samenwerken, teambuilding, presteren en motivatie. In zijn lezing gaat de voetbalcoach onder meer in op vragen als: wat verwachten spelers van een coach en wat zijn de basiskwaliteiten van een coach? Ongetwijfeld zal de oude oefenmeester in zijn voorbeelden putten uit zijn tijd als coach van Jong Oranje, waarmee hij tweemaal Europees kampioen

werd, en zijn opvallend lange tijd als coach van SC Heerenveen. Met de Friese club promoveerde hij in 1993 naar de eredivisie en haalde hij zeven jaar later zelfs de Champions League. Daarnaast is De Haan onder meer bondscoach geweest van de atollengroep Tuvalu.

Lezing Foppe de Haan, donderdag 29 maart in de grote zaal van het cultuurcentrum. Aanvang 19.30 uur, toegang is gratis. Gezien De Haans populariteit wordt aangeraden op tijd aanwezig te zijn om een plaats te kunnen bemachtigen.

‘Je zag een generatiekloofje’ Chemicus en kunsthistoricus prof.dr. Joris Dik (37) trad onlangs toe tot de Jonge Academie van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW). De plechtigheid vond vrijdag 16 maart plaats in het statige grachtenpand van de KNAW in Amsterdam.

per verantwoordelijk bent voor wat je poneert in de maatschappelijke context. De manier waarop en het belang daarvan wordt bij NWO anders beleefd. Ik zit er nog maar net bij, maar ik heb de indruk dat de Jonge Academie een platform is om dingen te bewerkstelligen.”

Jos Wassink

Joris Dik: “Een leuke club om bij te horen.” ( Foto: Mauritshuis)

Gefeliciteerd met de toetreding. Hoe was het? “Echt een feestje. Een spetterende installatie op het Trippenhuis van tien nieuwe leden. Elk jaar komen er tien bij en nemen er ook tien afscheid. De KNAW heeft z’n best gedaan om er echt een show van te maken.”

Academie gehad zoals Kofi Makinwa, Catholijn Jonker en Nynke Dekker. Het is een leuke club om bij te horen.”

Een dynamische jonge club dus? “Dat is wel het idee erachter. De gemiddelde leeftijd van de KNAWleden gaat richting 65. Een aantal jaar geleden hebben ze, in navolging van wat er in Duitsland is gebeurd, besloten tot de instelling van een jongerenclub. Als je wordt voorgedragen moet je minder dan tien jaar geleden gepromoveerd zijn. We hadden al eerder een aantal mensen uit Delft in de Jonge

Hebt u nog aansprekende persoonlijkheden ontdekt tussen de mensen die tegelijk met u zijn geïnstalleerd? “Ik ben zelf interdisciplinair met onderzoek op het raakvlak van kunst en de bèta-wereld. En zo zijn er meerderen. Zo zit er een econometrist tussen die zich bezighoudt met de ontwikkeling van de moraal en een boekhistoricus die de boeken niet leest, maar de materialen onderzoekt. Ik vind dat altijd heel verfrissend. Overigens zitten er ook twee gedegen fysici van Amolf bij. ” Wat zijn de voordelen van het lidmaat-

schap, behalve het goede gezelschap? “De Jonge Akademie wordt al in een vroeg stadium bij besluitvormingsprocessen betrokken. Leden kunnen gevraagd of ongevraagd advies geven over dingen die ons als jonge wetenschappers bezighouden.” Kunt u daar een voorbeeld van geven? “We hadden bij de installatie een presentatie over wetenschapscommunicatie en het belang daarvan. Hoe belangrijk het is om voor een groot publiek uit te kunnen leggen waar we in de wetenschap mee bezig zijn. Je zag daar een generatiekloofje tussen de ervaren bestuurders die bij NWO hoog in de boom zitten en wat wij als jonge wetenschappers van belang vinden. Namelijk dat je als wetenschap-

Hoe lang duurt de aanstelling? “Vier jaar, en het neemt een halve dag per week in beslag. Dat is best veel eigenlijk. Maar als je met een club leuke mensen samen zit en ziet dat er af en toe mogelijkheden zijn om een hefboom over te zetten, dan geeft mij dat wel de energie om er dingen mee te doen.” U bent vooral bekend vanwege de ontdekking van meesterwerken. Zit er nog iets in de pijplijn? “Nee, we hebben nu even al het kruit verschoten. Mensen zeggen wel dat ik nieuwe meesters ontdek, maar waar het om gaat is het ontwikkelen van technologie die dat mogelijk maakt. Enerzijds gaat het om toepassingen, anderzijds ook over verdere ontwikkeling van die technologie. We gebruiken nu röntgenfluorescentie. De volgende stap is om dat met röntgendiffractie te doen. Daarmee kun je beter stoffen identificeren en dieper in de verflaag kijken. Ik denk dat we daar over een aantal jaren mee kunnen gaan werken. We hebben er net geld voor gekregen van NWO.”

smeets

Coole wetenschap Vorige week zei Ger Bruens in Delta dat Industrieel Ontwerpen meer aandacht moet besteden aan coolness. Op de foto bij het artikel zag Bruens er aandoenlijk niet-cool uit, wat zijn pleidooi alleen maar sympathieker maakte. Als voorbeeld van een cool ontwerp noemde hij een rode sportwagen. Hoewel het heel makkelijk is om hier lacherig over te doen (een rode sportwagen!), geloof ik dat Bruens gelijk heeft dat Delft te weinig nadruk legt op coolheid. En niet alleen bij Industrieel Ontwerpen, maar bij alle studies. Sterker nog, ik denk dat bèta’s in het algemeen te weinig bezig zijn met de coolheid van hun vak. Bij geneeskunde en rechten worden studenten overladen met heldenverhalen over hun voorgangers en zij studeren af met het idee dat hun beroepsgroep duidelijk de allercoolste is van allemaal. Bèta’s doen zoiets niet, misschien doordat ze al beginnen met een achterstand. Op de middelbare school is er een zeer duidelijke ordening in wat wel en niet cool is. De exacte vakken bungelen onderaan de lijst, nog net boven ‘blij reageren als je moeder de klas binnenkomt om je brooddoos te brengen’. Terwijl er ook in de exacte vakken genoeg coole ideeën en wetenschappers zijn. Maar daar hebben we het bijna nooit over. Bijna iedereen vindt fractals bijvoorbeeld behoorlijk cool, waarom doen we daar niet meer mee bij wiskunde? Ik zag ze tijdens mijn studie alleen in een keuzevak, en daarbij zat ik vooral de dimensie van verschillende fractals te berekenen. Het was leuk geweest om ook een half uurtje naar mooie plaatjes en filmpjes te kijken. Om net als bij geneeskunde en rechten een soort beroepstrots te kweken.

Of waarom vertellen we niet meer over wetenschappers die zonder enige twijfel supercool zijn? Neem nou Richard Feynman, over hem zijn tientallen prachtige verhalen te vertellen. Eén van mijn favorieten gaat over zijn advies bij het bouwen van een kerncentrale. Op een gegeven moment krijgt Feynman bouwtekeningen te zien en heeft hij geen idee hoe hij die moet lezen. Hij kan niet eens bedenken wat een bepaald symbool betekent dat overal op die tekeningen staat. Hij durft niet te vragen wat het is, bang dat iedereen ziet dat hij hun tijd verspilt. Feynman verzint een list: hij wijst een willekeurig symbool aan en vraagt aan een medewerker “Wat als dat ventiel verstopt raakt?”. Hij hoopt dat ze hem zullen verbeteren dat dit geen ventiel is en dan terloops uitleggen wat het wel is. Maar de man kijkt hem geschrokken aan “Als dat ventiel niet werkt...dan…”. Hij beweegt zijn vinger in paniek langs de bouwtekening en concludeert: “U hebt gelijk.” Feynman heeft per ongeluk een cruciaal probleem aangewezen en iedereen denkt dat hij een genie is. Zo’n verhaal vind ik nou veel cooler dan een rode sportwagen. Het helpt je niet om natuurkunde beter te begrijpen, maar het zorgt er wel voor dat je bij zo’n vak en zulke wetenschappers wilt horen. We moeten als bèta’s elkaar veel meer van dit soort trots makende verhalen vertellen. Ionica Smeets is TU-alumnus (wiskunde), wetenschapsjournalist en onderzoeker bij Publiek Begrip van Wetenschap in Leiden.


DELTA. 10 29-03-2012

nieuws

Cool

Iedereen kent ze wel: saaie deurdrangers. De TU-studenten Telmen Dzjind en Manuel Oostveen maakten ‘het bijdehandje’ en wonnen daarmee vijftienhonderd euro. ‘Een mooi strak en innovatief ontwerp’ vond de jury van deTableware design competition, een ontwerpwedstrijd van de gemeente Delft, de Stichting Bluedot en de TU. Zij vroegen studenten een cool gebruiksvoorwerp te ontwerpen en reikten ook twee derde prijzen van 250 euro uit: aan Vid Stiglic voor een stoffer en blik en aan Manuel Torres voor een paraplubak. (Foto: Stichting Bluedot)

03 Heertje

Echo Award

‘Mag ik je identiteit eens even zien?’ is het thema van het Veritas-forum waar stand-up comedian Raoul Heertje in discussie zal gaan met oud-rector magnificus Jacob Fokkema en docenten Dap Hartmann en Cees Dekker. Onderwerp is identiteit en authenticiteit en het jezelf zijn in de omgang met anderen.

De Delftse student mechanical engineering and chemistry Yuvraj Birdja is genomineerd voor de Echo Bèta Techniek Award van de Echo Foundation. Die reikt de Echo Awards voor allochtoon toptalent uit op 4 april in Haarlem. Er zijn in totaal vijf categorieën. De winnaars krijgen een zomercursus aan de University of California Los Angeles. Birdja is van Surinaamse komaf. Hij wil de award winnen omdat hij meer wil zien van de wereld, zijn kennis wil verbreden en een bijdrage wil leveren aan de samenleving.

Veritas-forum, woensdag 4 april vanaf 20.00 uur in de aula. Toegang is gratis. www.veritasforum.nl/delft

Fraudemaatregelen zijn een stap in de goede richting Fraude in de wetenschap zoveel mogelijk voorkomen én beter traceren. Vorige week kondigde de vereniging van universiteiten VSNU acties aan om dit te bewerkstelligen. Veel TU-medewerkers zien het als een eerste stap. Connie van Uffelen/Jos Wassink Opgeschrikt door de affaire Stapel heeft de VSNU het initiatief genomen om universele regels te formuleren die frauduleuze praktijken op universiteiten moeten bemoeilijken, en die de opsporing ervan vereenvoudigen. Alle veertien rectores magnifici zetten hun handtekening eronder. De vier regels bepalen dat onderzoekers expliciet beloven de zogeheten ‘code wetenschapsbeoefening’ na te komen. In de opleiding zal duidelijker dan voorheen naar voren komen wat integere wetenschapsbeoefening

‘Gedragscode is hartstikke goed, maar alleen daarmee ben je er niet’ inhoudt. De bestaande ‘code wetenschapsbeoefening’, waar onderzoekers zich aan verbinden, wordt aangescherpt met onder meer de regel dat onderzoekers ook verantwoordelijkheid nemen voor goed gedrag ‘in hun omgeving’. De derde regel gaat over de definitie van fraude en plagiaat als schendingen van wetenschappelijke integriteit waartegen de universiteiten zullen optreden. Tot slot worden de bestaande regels op verschillende universiteiten gelijk getrokken. Onderdeel van die harmonisatie zijn verplichte openbaarmaking, de instelling van een vertrouwenspersoon en de regeling van een beroepsmogelijkheid. De VNSU heeft aangekondigd begin mei met een uitwerking van de afspraken te komen.

‘Onnodig’

‘Dit is niet nodig’, is de eerste reactie van hoogleraar materiaalkunde Barend Thijsse (3mE). “Je moet niet een overdreven maatregel in het leven roepen op basis van één – zij het behoorlijk grote – schending van de ethische code. Hoewel er daarna ook andere zijn geweest.” Thijsse heeft niet het gevoel dat binnen de natuurwetenschappen dergelijke schendingen vaak voorkomen. “Iedereen die dit doet, weet dondersgoed dat het illegaal is. Maar je kunt je afvragen: wat is nu eigenlijk ille-

gaal? Ik heb een student gehad die bij een opdracht naar beste weten en na bestudering van vele bronnen ervoor had gekozen het antwoord zonder bronvermelding over te nemen. Aanvankelijk dacht ik dat het puur plagiaat was om er zo snel mogelijk vanaf te zijn. Toen mijn briesende woede enigszins was gekoeld, bedacht ik dat hij het antwoord maar op mijn kamer moest komen uitleggen. Hij bleek het vraagstuk goed te hebben begrepen, alleen had hij zich bediend van een praktijk die niet goed is, maar die niet zo verkeerd was als ik aanvankelijk had gedacht.” In de huidige Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening staan als principes: zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid. “Controleerbaarheid. Wie gaat het controleren? En hoe? Je kunt alles verstoppen. Als de mens in de wetenschapper niet deugt, helpt dit niet. Het ís niet te voorkomen.”

‘Vertrouwenspersoon’

“Het aantal wetenschappers dat fraudeert, is heel klein”, denkt postdoc dr. Jan Lipfert van het Kavli-instituut voor bionanoscience, “maar de schade die ze toebrengen is enorm. Zowel aan de reputatie van de wetenschap door alle media-aandacht, als aan de betrouwbaarheid van wetenschappelijke gegevens.” Lipfert pleitte vorige maand (Delta 06) voor meer aandacht binnen de TU voor wetenschapsfraude. Hij is blij met de instemmende reactie die rector Karel Luyben hem stuurde. De maatregelen zoals de VSNU die nu voorstelt ziet Lipfert als een stap in de goede richting, maar hij vindt ze nog weinig concreet. Desgevraagd zegt hij dat goede antifraude regels “het moeilijker moeten maken om fraude te plegen, en makkelijker om het vermoeden ervan te melden.” Het eerste is gebaat bij meer openheid, en het laatste bij de instelling van een goed toegankelijke vertrouwenspersoon, zoals Lipfert in Delta bepleitte. Aan de universiteit van Tilburg bekleedde de rector zelf die functie. Zijn drempel bleek voor Stapels studenten te hoog.

‘Geen kwade wil’

Filosofe prof.dr. Sabine Roeser (TBM) lijkt het gezien de recente commotie juist ’heel verstandig’ om de regels aan te scherpen. Ze merkt dat TUstudenten moeite hebben met netjes citeren. “Mijn hypothese is dat dit komt doordat het bèta-studenten zijn. Het heeft met schrijfvaardigheid te maken. Het is geen kwade wil, maar ze weten echt niet dat het zo niet kan. Misschien hebben ze het ooit wel geleerd, maar is het blijkbaar niet bijzonder effectief.” Volgens Roeser is er tevens meer aandacht nodig voor de ethiek van het

De persoon op de foto heeft niets te maken met de inhoud van dit artikel. (Foto: Hans Stakelbeek)

wetenschap bedrijven, in combinatie met wetenschapsfilosofie. “Eigenlijk zijn we daar aan de TU heel ver mee, maar wetenschapsfilosofie wordt niet bij alle opleidingen gegeven. Het gaat bij dit vak om de grondslagen achter de methoden en technieken, om de filosofische rechtvaardiging. Wat is kenmerkend voor de wetenschap? Wat

‘Als de mens in de wetenschapper niet deugt, helpt dit niet’ zijn de valkuilen?” De meeste studenten krijgen bij de TU wel een college ethiek. “Maar dat gaat over de ethiek van het ontwerpen, dat wil zeggen: moreel verantwoordelijk technologieën ontwerpen. We streven ernaar om dit nog vaker samen met wetenschapsfilosofie als standaardpakket te bieden.”

Graduate school

“Wat er in elk land gebeurt, is dat mensen zich er niet erg druk over maken totdat er iets groots gebeurt,” constateert filosoof dr. David Koepsell (TBM). “In de VS zijn er ook een aantal prominente gevallen van wetenschapsfraude geweest. Ik geef nu tien jaar onderwijs in onderzoeksintegriteit, begonnen in de VS. Ik weet dat elke universiteit gedragscodes en regels heeft, maar er is geen nationale standaard. Het opzetten van gedrags-

codes is een manier om dit soort problemen aan te pakken, maar het heeft niet mijn voorkeur. Als docent geef ik er de voorkeur aan om onderzoekers te bereiken als ze nog jong zijn en bezig het vak te leren. Dat is het geschikte moment om ze te leren waarom het doen van goed onderzoek ook betekent dat je goed moet zijn. In Delft is er nu een verplicht vak voor promovendi over onderzoeksintegriteit dat ik coördineer. We onderwijzen dat in het kader van de graduate school aan alle nieuwe promovendi. Ik denk dat zoiets een noodzakelijk onderdeel vormt van het voorkomen van fraude en dat het beter werkt dat het ondertekenen van een gelofte.”

Integer bezig

Het afleggen van een belofte vindt remote-sensing-expert prof.dr.ir. Ramon Hanssen (CiTG) een maatregel voor de bühne. “Er is natuurlijk geen handhaving. Op zich is het goed, maar the proof of the pudding is in the eating. Ik wil er niet negatief over doen, een gedragscode is hartstikke goed, maar alleen daarmee ben je er niet.” De code komt immers in beeld als je iets verkeerd doet. “Het gaat juist om het grijze gebied”, zegt Hanssen. “Wanneer mag iemand bijvoorbeeld promoveren? Daar is geen checklist voor. Je probeert het met meerdere mensen te beslissen. Dat is een grijs gebied waarin verschillende krachten een rol spelen. Dat is niet in regels vast te leggen. Een vlucht in de regels is geen oplossing, maar niets

doen is het andere uiterste.” Hanssen is ervan overtuigd dat er binnen de TU voldoende aandacht is om naleving van de code in de praktijk te bevorderen en te handhaven. “Een promotieperiode duurt vier jaar en dan loop je altijd wel tegen dingen aan zoals co-auteurschap of omgang met data: wat laat je wel of niet zien.

Er is tevens meer aandacht nodig voor de ethiek van het wetenschap bedrijven We moeten niet de alarmklok aan de TU luiden. Aanscherpen en expliciet maken is voldoende. Het gaat erom of je integer bezig bent. Vertrouwen is een belangrijk steekwoord.” Secretaris Anka Mulder laat desgevraagd weten dat de TU Library instructies heeft ontwikkeld over correct citeren op drie niveaus: van bachelor tot master. Ook is daarin een toets opgenomen over plagiaat. Het materiaal staat op Blackboard en sluit aan op het interfacultaire onderwijs dat TBM over dit onderwerp verzorgt.


DELTA. 10 29-03-2012

science

opinion please

04

Quantumdots sharing a wave Surprising behaviour of electrons in quantum dots may raise the maximum efficiency of solar cells to 44 percent by producing two electrons for one photon. Jos Wassink

Small hills reduce aircraft noise At Schiphol Airport a test done with small hills situated close to a runway shows a ten decibel reduction of noise pollution. Noise pollution and Schiphol, it seems like a never-ending story. In 2003 the Polderbaan was opened, and this runway led to many of the residents of nearby Hoofddorp complaining about aircraft noise. The noise from airplanes taxiing and taking off is especially a nuisance. Schiphol and TNO have now presented a fascinating solution: several 2-meter high hills stretching for 2.5 kilometres. Research shows that this reduces the perception of aircraft noise by 50 percent. “I think it’s a new, very simple and therefore excellent initiative. A lot of engineers devise very complicated solutions. The beauty of the hills is that it’s an ordinary approach to a difficult problem,” says professor of transport policy, Bert van Wee. The low frequency sounds caused by airplanes is particularly a nuisance, emphasizes retired scientist, Rinus Boone, who was previously part of the Lab of Acoustical Imaging and Sound Control: “The small but steep hills block the low frequency sound, which scatters on the various hills. The scattering causes the sound to move in different directions - upwards or backwards towards the runway, for example. This is not the case with horizontal surfaces, such as asphalt or a grass field. Because of the small hills, some of the noise will not reach Hoofddorp. It’s a smart solution.” Because the small hills have pointed tops, the sound is scattered. “Without pointed tops, the sound waves could still be directed at Hoofddorp,” Van Wee explains. “That’s why road traffic noise-reducing barriers have pointed tips as well.” Although the small hills may reduce noise pollution, it is not only acoustic measurements that influence the experience of noise. Maarten Kroesen, a former PhD student of Van Wee, wrote a dissertation on sound pollution. He discovered that mistrust intensifies the impact of noise. Van Wee gives an example: “Two people hear the same noise. One of them does not trust that everything is being done to limit the noise and the other person does. The first person will complain more about it and consider the noise more annoying. If Schiphol shows that they care about limiting aircraft noise, they might (re)gain trust from people who are currently complaining.” The small hills are not the first design to limit the taxiing and taking off sound. Because so many complaints have been lodged regarding the Polderbaan, Schiphol created a competition some years ago, asking for innovative proposals to limit the noise. A floatable noise-reducing barrier won, but it was never actually used by the airport because of safety reasons. At the end of April, the number of small hills at Schiphol will increase at the runways close to Aalsmeer and Badhoevedorp. Although the small hills seem to be a success, they do not reduce all aircraft noise, Boone stresses. “The sound of planes flying over will still be heard of course,” he says. “Unfortunately, the small hills can’t reduce that, so will only influence the taking off and taxiing noise. Consequently, the noise pollution will not end because of this measurement. Most of the aircraft noise will still be heard.” (RV)

Researchers in the Chemical Engineering (Applied Sciences) department are quite familiar with quantum nanodots, or q-dots. These tiny lumps of semiconductor material may be tuned to absorb specific wavelengths of light, just be adapting the size (or the material). The silicon q-dots in the most recent study for example measured 3.5 nanometers across and were tuned to infrared radiation (wavelength 800 nm). But in an STW-funded study, published in ‘Nature Photonics’, the q-dots surprised the researchers by spreading excess energy to neighbouring q-dots, where it may create an extra electronhole pair. When an incoming photon has more energy than the 1.5 eV it takes to create an electron-hole pair, the extra energy usually gets transferred to crystal vibrations and hence heat. When an incoming photon has twice or more the energy it takes to

High-energy photons create multiple electron-hole pairs in quantumdots. (Illustration: Wieteke de Boer)

liberate an electron (the ‘bandgap’), it can theoretically create two electrons for one photon. This seldom happens however because the excess energy usually quickly decays into heat immediately. Enter the closely packed array of silicon q-dots that Professor Tom Gregorkiewicz’s team from the University of Amsterdam has made by allowing vaporised silicon to condensate on a substrate, like nanoscaled drops of dew. At a distance of 1 nanometer apart, the dots are pac-

ked so close that an electron that is hit by a photon “spreads like a tiny cloud and excites an electron in one of the neighbouring dots,” Professor Laurens Siebbeles (Applied Science) explains. The advantage of this quantum mechanical energy transfer is that a high-energy photon creates two electron-hole pairs in two q-dots, thus reducing the chance of energy loss through recombination electrons and positive charges. “Allowing for some energy loss, photons with 2.5 to 3 times the bandgap create two electron-hole pairs,” Prof. Siebbeles explains, adding that this only applies for the high-energy part of the spectrum. Overall, the theoretical efficiency for such charge multiplication solar cells is 44 percent, instead of the current maximum of 33 percent for a conventional solar cell. There is a snag, however. The created electron-hole pairs need to be separated and drawn from the q-dot to create an external current (which is what solar cells are all about). Prof. Siebbeles is hopeful his group may achieve this one-day by depositing q-dots as thin layers of highly efficient ‘solar’ paint.

Nature Photonics, 18 March 2012, DOI 10.1038/NPHOTON.2012.36

Healing by numbers Many diabetes patients suffer from wounds that won’t heal. Dr Fred Vermolen (EEMCS faculty) develops mathematical models that help gain insights into the underlying biology. “This is an impressive and interesting wound,” says Fred Vermolen suddenly, while looking for a picture on his computer to accompany this article. “It’s as if this person was stabbed. I visited that patient. The wound smelled quite nasty, too.” Vermolen understands that this isn’t the kind of picture suited for print, although it does perfectly depict what his research is about: festering wounds. The researcher, who collaborates with medics from the Reinier de Graaf hospital in Delft, and others, hopes that the mathematical models

Wound healing is an extremely complicated process he develops, which describe the festering states, will eventually help develop treatments. For years Vermolen has been modelling wound healing, working with partial differential equations that describe the contraction of fibroblasts (a kind of skin cell) and the regeneration of blood vessels in a wound, to name just a few aspects. These models were complicated in their own right and were, moreover, combined to form one supermodel. It all became too complex, Vermolen now believes. “Wound healing is an extremely complicated process. There

Fred Vermolen models how white blood cells (like this one in the middle) clean up infested wounds. (Photo: Flickr)

are many parameters, like the speed with which different kinds of cells move, grow and die,” he explains. “You’re never really sure if you get all the parameters right, and so you don’t know the value of the outcome.” Vermolen decided to go back to basics. His latest approach, which he describes in an article published last month in Advanced Biomaterials (‘In vitro wound healing: experimentally based phenomenological modelling’), models the behaviour of individual cells, instead of the little pieces of skin tissue. His models describe how cells interact mechanically with each other. Vermolen shows a run of one of his models on his computer. It’s an animation of a white blood cell that travels through a blood vessel to a

wound with a bacterium inside. Once it has arrived, it quickly wriggles itself through the wall of the vessel to attack the bacterium. This is what happens in healthy people. In a second run, the mathematician shows what happens in people suffering from diabetes. Because their blood vessels are a lot stiffer, the white blood cells can hardly get through the wall. “I’m currently improving these models together with students,” Vermolen says, adding that his work is not confined to wounds in diabetes patients. He is also looking for a candidate for PhD research aimed at modelling the formation of scars after burns. (TvD)


DELTA. 10 29-03-2012

science

05

short news science Palm Oil

Motor racing

Silent wall

School at sea

Strong fields

The Malaysian parliament witnessed the installation of the Oil Palm Biomass Centre (OPBC) on 22 March. This public-private partnership aims to stimulate palm oil production by means of technology development on several fronts. The TU plays a major role in the OPBC as the representative of the BE-Basic research programme, which covers a wide range of topics: sustainable plantation and harvest, logistics & biorefining, biochemical conversion, nutrient recycling, soil and water quality and energy and CO2 integration.

The Novabike student racing team will compete at the Supermono Open Championship in Assen on Monday 9 April. The driver is the former Grand Prix competitor Hugo van den Berg. The racing engine was designed, calculated and built by the TU’s student team. Team manager Yoeri Torel stresses the use of second generation bio-ethanol as fuel, made from waste by means of fermentation. This results in half the CO2 exhaust compared to the competitors.

The innovative Danish acoustic wall, Distortion II, will be presented at the first Materia Xpert Series in Amsterdam on 5 April. Creative director Els Zijlstra, from Materia, is proud to present the silent wall, because “materials are getting ever smoother and harder, which encourages architects to look for materials that filter and absorb sound.” TU Delft’s Reinier Jansen (IDE) will demonstrate sound properties of products.

To better understand the influence of clouds on climate, remote sensing expert, Professor Herman Russchenberg (EEMCS faculty), has called in the help of Dutch schoolchildren who are undertaking a sixmonth sailing trip to the Caribbean within the framework of the educational programme, ‘School at Sea’, which was started last year. During their trip, the students are measuring factors like wind, water temperature and air humidity, and also estimate the cloud cover. “The first data are now pouring in, and seem very useful,” says Russchenberg.

Researchers at Los Alamos National Laboratory (US) have produced magnetic fields in excess of 100 tesla, which is roughly the equivalent to 2 million times the Earth’s magnetic field. There are higher magnetic fields produced elsewhere, but the magnets that create such fields blew themselves to bits in the process. Instead, the system at Los Alamos is designed to work non-destructively. With this technology, the researchers aim to study new forms of magnetic ordering in magnetic materials.

www.novabike.nl

www.materia-ic.nl

Spot the differences

Yeast: great genetic features. (Photo: Mark Bisschops)

After years of intense effort, an international team led by TU Delft scientists has sequenced the full genome of a yeast strain. But why?

have followed suit – cheaply and quickly –over the past few years, thanks to quickly evolving DNA sequencing technologies. What’s so special then about strain CEN.PK113-7D, the strain sequenced by TU Delft researchers? Well, since 1996, not many strains have been

Tomas van Dijk

There are very subtle differences that have an impact on their metabolism sequenced as thoroughly as this one. “We weren’t tightfisted when it came to sequencing S. cerevisiae CEN. PK113-7D,” says TU Delft biotechnologist, Jean-Marc Daran, one of

the lead scientists who spent several years on this project. Together with Dutch colleagues, including from DSM, and scientists from Germany, America and Sweden, Daran published the sequence this week in the journal ‘Microbial Cell Factories’. Although all yeast strains highly resemble one another genetically - much more so than for instance different strains of E.coli bacteria do - there are very subtle differences that have an impact on their metabolism, such as single-nucleotide variations. By comparing their newly sequenced CEN.PK113-7D strain, a strain which is widely used as a model for industrial biotechnology, with the 1996 reference strain, Daran and his colleagues believe they can now better search for these little, yet important, genetic variations. In this search they collaborate with the Delft Bioinformatics Lab (EEMCS faculty). “This kind of collaboration will become more and more important,” Daran confirms. The team’s sequencing work is already proving beneficial: with the complete genome at hand, the researchers discovered that their yeast was capable of producing vitamin H, whereas the microorganism normally has to be fed with this expensive vitamin in order to grow. “This is a genetic feature,” Daran says, “that might be economically highly relevant in large-scale industrial fermentations.”

proposition

Beer, wine, medicines, chemical building blocks… the list of products made with the help of yeast seems endless. No wonder that yeast was the first non-bacterial species of which the genome was fully sequenced in 1996 as part of the genome project. Since the 1996 reference strain (Saccharomyces cerevisiae S288C) was sequenced, dozens of other strains

the graduate

Raising objections is way easier than countering them. ‘Role of microstructural geometry in the deformation and failure of polycrystalline materials’, PhD-thesis by Zahid Shabir (Faculty of Civil Engineering and Geosciences). (Illustration: Auke Herrema)

Providing for pregnant pigs

Simone Hoogendoorn: “After spending just five minutes in the pen, you have to take a shower.” (Photo: Jos Wassink)

For most people the welfare of animals in intensive farming is not an everyday concern. For Simone Hoogendoorn (25) however the needs of farrowing sows - pregnant pigs - became her graduation project. “I had the idea that I could really improve their situation a bit. Improvement goes by steps, but every small step is also one.” Situated at the faculty of Industrial Design Engineering, Simone Hoogendoorn developed the ‘Froop’ for her MSc Design for Interaction graduation project. The ‘Froop’ consists of all kinds of materials – straw, wood, chips, etc. – that farrowing sows use in their natural nest-building behavior. Nest building is an activity that all farrowing sows feel urged to do. However, in intensive farming, pigs do not have access to these materials; therefore, the farrowing sows are put in special farrowing pens around the time they are expected to give birth. The reason why farrowing sows are put in special farrowing pens is because without the nest, there is a serious danger that the sows will sit on the piglets and crush them. In order to prevent this, the farrowing pen allows the sow to move only one step forward and backwards. “It’s a bit… it’s hard to see it,” Hoogendoorn explains. “They can’t move and they can’t lie around the piglets. But it’s for the safety of the piglets, because otherwise the sow will lie on the piglets, and then they are dead.” Hoogendoorn got into this project after expressing her preference for agriculture to the chairman of her graduation committee, who put her in contact with Wageningen University. Prior to this project she had worked at several organic farms, but despite her working experience with agriculture, she faced a new challenge during this exercise. One of the most important differences between animals and humans is that animals do not talk, and thus cannot easily express their preferences and ideas. This fact required Hoogendoorn to conduct extensive research and testing in order to reach conclusions, spending at least 30-35 hours in the farrowing pens. “I liked to do the observations, but the smell was not very nice,” she says. “After spending just five minutes in the pen, you have to take a shower.” Nevertheless, solving this problem also contained the challenge that she was looking for in her project, requiring her to take a whole new perspective on the testing of her ideas. Hoogendoorn: “It was a really new thing for me to see how the sows reacted on the products and how I could interpret these things.” Starting off quite skeptical and surprised, the reactions on her project soon changed when the farmers, experts, and her fellow students saw the results with the pigs. “Everybody is quite positive,” she says. “I’m curious about how it develops in the future.” (DV)


DELTA. 10 29-03-2012

international students

06

Mekelparks’ preferential pathways People’s preferred pathways on the new Mekelpark proves the old adage that the ‘best-laid plans of mice and men often go awry’. LAURA STERNA Question: do you obey the rules when walking on the paths designed specially for you by designers, or do you prefer choosing your own way, which is shorter and thus quicker? A quick look around TU Delft’s newly landscaped Mekelpark campus clearly shows that many people prefer making up their own minds, and are thus perhaps smarter than the designers, for after all how can designers know in advance which way is quicker for me to get from Point A to Point B if they don’t use my same paths in their daily lives? A quick count reveals around ten preferential pathways on campus: in some spots it looks like the designers already saw the preferred paths coming, so obstacles, like bushes or stones, where put in the way of the people stream, although of course people still climb over the bushes or go around the stones in continuing to

choose their own pathways. “These kinds of paths occur everywhere,” says Anne Marie van der Weide, landscape architect at Mecanoo, the firm that designed the Mekelpark. “We always try to prevent them and most people consider them as ‘design mistakes’ or just ugly, but personally I like it when people make their own routes, as the space then gets a personal touch, provided it’s not in a high urban space where green is precious.” George Taran, a TU Delft alumnus

‘The TU even puts gravel on top of the path to prevent it from getting slippery’ (1999) and senior architect at Hassel studio, in Brisbane, Australia, concurs. ”As designers, we’re aware of shortest path of travel being the pedestrian’s preferred one. The hard part though is predicting where pedestrians come from and go to. Most times it’s fairly obvious, like a train station exit, but on a campus like TU Delft’s there can be surprises - too many different routes.” Taran adds that he’s also heard anecdotal stories about how in Japan

they don’t pave the landscaping of new developments for at least six months, until these preferred paths have been established, after which the circulation through the site is finalised based on the preferred paths. Cleary, people on the TU Delft campus have made their own solutions, creating preferential pathways aimed at saving time by saving meters of walking or biking. When designing pedestrian routes, ”shortest is best,” Taran adds. ”Anything else will be compromised, because unless there’s a significant obstacle, people will do a short cut.” Of the various Mekelpark pathways, people save short distances, like the 4-meter prefered pathway near the Library and Aula; medium distances, the 8-meter pathway near the EEMCS faculty; and relatively big distances, like the 18-meter, time-saving prefered pathway in front of the College van Bestuur building. For pedestrians, these prefered pathways save precious seconds, which can be the difference between being on-time or late for class. So do such pathways ever compel designers to go back and change the original layout later? “Yes, this happens a lot,” Van der Weide says. “For example, next to the Aerospace faculty building, between the building and the Rotterdamseweg, many people made their way through the green. The TU accepts this and even puts gravel on top of the path to prevent it from getting slippery.” When using services in daily life, we consumers are constantly asked to give our feedback, in customer surveys or by leaving reviews and rating sellers on Amazon or eBay. For landscape design, we apparently do the same, except our customer feedback is in the form of our footsteps, which collectively create our preferential pathways.

http://me

Anirudh (Andy) Shukla, from India, is a MSc student of Aerospace Engineering. (Photo: webcam)

“I remember it was in mid-1999 when we finally got a computer at home. It was exciting, even though I had some experience using one at a friend’s place and at school. It was a Pentium II 330Mhz, 32 MB ram, with a 4GB hard disk - top of the line at the time, if I may say so, although of course today I use a cell phone probably four times as fast with twice as much storage capacity, which is a fact that never ceases to amuse me. Being a teenager at that time, the main priority was computer gaming, an interest I hardly find time to practice now, but back then it was an all-consuming obsession. I spent countless hours playing racing games, like Need for Speed, flight simulators and the inescapable first-person shooters, like Max Payne, to mention but a few. In the middle of all this gaming frenzy, I did manage to notice that the computer came with a little box called a modem, which allowed me to connect to something called the internet. A place where one could find a range of subjects, some useful and some which just made one wonder why was it even there! Braving on to explore this new world, like most other internet newbies, the first and most important rite of passage was creating an email account with good old hotmail, thereby becoming virtually existent! As time passed, the internet evolved to its current proportions and so did my point of view on the existence of computers, shifting from mostly entertainment to more serious stuff like studies, assignments and even a bit of coding. Nowadays, internet has become my primary source for everything. Work-wise, a great website is cfdonline, where people interested in computational fluid dynamics can discuss and help each other through online forums and various other resources. Websites like formula1.com gives me all the news I need about my favorite sport, while I find most relevant news from back home at ndtv.com. Of course, for occasional entertainment, I enjoy websites such as miniclip for free online gaming, and of course dependable youtube for videos and music. In their current form, computers and the internet have become such highly indispensable tools in daily life that they should almost be considered as one of the basic necessities of life.” (SK) My favorites:

www.formula1.com www.cfdonline.com www.miniclip.com www.ndtv.com

“We always try to prevent these kinds of paths and most people consider them as ‘design mistakes’ or just ugly, but personally I like it when people make their own routes.”(Photo’s: Laura Sterna)

malone

The value of university rankings There’s been lots of excitement lately about the recent Times Higher Education ranking of global universities, in which TU Delft ranks #51 in the world in terms of reputation, #104 in the world overall, and #22 among engineering and technology universities. I was definitely excited to read these numbers – there’s something tantalizingly seductive about being told where you stand, regardless of what is measured. But what exactly is measured? The Times Higher Education ranking examines the reputation of universities, measured by sending surveys to ‘experienced, senior academics’ around the world and asking ‘action-based’ questions, such as ‘which university would you send your most talented graduates to for the best postgraduate supervision?’ Unsurprisingly, the usual suspects populate the top of each list: Harvard, Oxford, MIT. You get the idea. The problem with these sorts of rankings is that people - even people who are ‘experienced, senior academics’ – aren’t always very clever. People like things that other people like, and want things that are hard to get. Admission to the three universities I listed above fit these ideas perfectly. Who wouldn’t name Harvard early on when asked to name one of the world’s top universities? Sure, I’ve never been to Harvard, I never

cited any papers from Harvard while I was a student, and I can’t really tell you why Harvard is great, except that I know that it is. Everyone knows that, right? These rankings are even less helpful when students want to know where to learn, rather than get an impressive name on their CVs. Not all TU Delft faculties are equally strong, and despite its great rankings, the TU isn’t a good place to learn medicine. But I’d be hesitant to let an engineer from Harvard build my bridge – wait, no I wouldn’t, they’re from Harvard! (Never mind that Harvard doesn’t have an engineering faculty… it’s Harvard!) Not only do these rankings omit a faculty’s relative strengths – which is much more important than overall university strength – they also miss many other aspects. Leiden University is ranked #79 overall, many spots higher than TU Delft, and has better scores than TU Delft regarding citations from its papers. But TU Delft has a much higher score on international outlook and links to industry. Should a student choose Leiden because of its rank? Of course not. What’s more, these rankings say absolutely nothing about value. Almost all ‘top’ universities are in the US and UK, where uni-

versity is expensive. Harvard’s annual undergraduate tuition is $40,000, and graduate programs cost even more. The question is, then: how much is a fancy name worth? How many students are happy 20 years later? How many get good jobs? In the US, 14 law schools are currently being sued for implying that ‘90 to 92 percent’ of graduates become lawyers, when really this stat is for those who are simply employed, even if only at McDonalds. Meanwhile, students studying for seven years to become lawyers at Harvard will pay up to $315,000 for their education. I’d be mad too if I wound up working at McDonalds. I know I attended a great university, because it offered a unique program with passionate students, because I had professors who do amazing research, and because my colleagues go out into the world and start cool businesses and write remarkable PhD theses. I don’t need a magazine or number to tell me TU Delft is great. I already knew that. Devin Malone, a recent MSc graduate in industrial ecology, is from Anchorage, Alaska.


DELTA. 10 29-03-2012

international students

07

Uniting the university’s women

news in brief Easy answer Students at the faculty of Civil Engineering and Geosciences who use the programme COZ – computer-supported self-study - for their courses can easily access the answers to exam questions by bypassing the timer in the software program. Scores of 40 percent result in access to exams. Teacher Hans Welleman said that it is an issue of hacking, if it is possible to also offer the answers on the server (synchronization). A computer science student said that he was able to access it this way. Welleman will now investigate the matter.

Relations

Special guest Kate Bellingham, honored ambassador for the UK government’s ‘Science [So What? So Everything]’ campaign, discussed cultural reasons preventing women from entering Stem professions. (Photo: Hani Alers)

Leading national and international female scientists and engineers gathered in Delft last week to discuss key issues facing women in science during Dewis’ 2012 Lustrum Symposium. TINA AMIRTHA Dewis (Delft Women in Science), the networking organization for female scientists at TU Delft, hosted its fifth annual lustrum anniversary symposium last week at the university’s faculty of Architecture. The theme of this year’s symposium was “Women in IT”, which served as a starting point issue for a broader discussion of women pursuing Stem (science, technology, engineering, and mathematics) careers. Dewis sponsored the event with the goal of providing a networking opportunity for TU Delft’s female scientists, where they can listen to their peers share perspectives on women in IT and science generally, while also continuing to facilitate important, ongoing discussions of a current key issue: retaining women in scientific positions in academia. Three distinguished women in science and technology were invited to speak at the event, Dr Judith Redi, Dr Danica Kragic, and Kate Bellingham, who were joined at the podium by Professor Isabel Arends, the Dewis chairwoman and professor of chemistry at the faculty of Applied Science, who opened the event. TU Delft’s Redi, a newly appointed assistant professor of computer science, discussed her current projects, while also segueing into her future research aspirations, saying, “Here is what I want to do when I grow up here [at TU Delft]…,” before quickly correcting herself, “… as I am growing here.” As the co-Dewis ambassador in the Faculty of EEMCS, Redi isn’t only taking advantage of the university’s resources in order to nurture her early career but is also cultivating a close network of female scientists in her field. Redi’s speech was followed by that of Dr Danica Kragic, a professor of computer science at the Royal Institute of Technology (Swedish: Kungliga Tekniska högskolan, abbreviated KTH), in Stockholm, Sweden, who seemed to personify Redi’s future career aspirations, as she discussed

her trajectory from a PhD student to scientific leader who is regularly invited to speak to the media and professional organizations. Climbing the ranks through the hierarchy of academia has been, for her, a process of risk-taking, Kragic said: “I’ve never been afraid of daring to do things. I knew I could always buy a ticket to go home and live with my parents.” Nowadays, however, she is responsible for a group of 40 researchers and is the vice dean of KTH’s School of Computer Science and Communication. If Kragic is a model for female scientists to follow, the other invited guest speaker, Kate Bellingham, an honored ambassador for the UK government’s ‘Science [So What? So Everything]” campaign, is tolling the bell from the media mountain tops. Bellingham

‘I have never been afraid of daring to do things’ made her early career as a sound engineer working for the BBC and has since tirelessly endeavored to promote the studying of science and mathematics among all young women in the UK. Working with her male colleagues was intimidating in her early days, she recalled: “I was the shortest engineer there, but I went to work everyday with a professional attitude, just like them.” Indeed, playing by the men’s rules got her far, she confirmed, but her uniqueness as a woman in a tech field was what catapulted her career shift to being a television host for a science and technology magazine program on the BBC.

Pregnant

The Dewis symposium was also the occasion of another key event: revealing the winner of the Dewis Award 2011, which, in its third year running, is given annually in honor of one female PhD student whose doctoral dissertation was awarded with a cum laude distinction, among other criteria. Three women were nominated for the 2011 award: Doris van Halem, from the faculty of Civil Engineering and Geosciences; Linda Kester, from the faculty of Industrial Design Engineering; and Janneke Toussaint, from the faculty of Technology, Policy and Management. The three nominees were in attendance at the symposium, and as they and the audience waited for the name of the final winner to be announced by TU Delft’s Rector Magnificus, Karel Luyben, the rector explained how the

university’s Executive Board (cvb) has strived in recent years to make it more difficult to obtain cum laude distinctions for dissertations, citing new decisive criteria such as completing the degree within five years of starting it and demonstrating professional involvement in the non-university domain. Based on the votes of a jury comprised of various Dewis and Executive Board members, Luybens revealed the winner to be Linda Kester, whom, at eight months pregnant, was presented with an award of 500 euros and a pink Senz umbrella. Rector Luyben praised her dissertation’s ‘creativity and thoroughness.’ Van Halem and Toussaint meanwhile received 250 euros each as runners-up. Seeing the three women accept their honors was quite a sight, especially given the fact that two of the three female scholars were visibly pregnant, which foreshadowed a further discussion, as the Dewis Award finalists represented what many of the symposium’s attendees cited as a major roadblock women face on the road to obtaining tenured faculty positions in academia: a women’s need to balance her career and family. The symposium’s discussion then turned to another important point pertaining to women in science: the falling numbers of women relative to their male peers who transition from assistant and associate professorships. As of this year, 23 percent of all TU Delft assistant professors were female, while only eight percent of associate professors were women. This year was the first year in which the symposium encouraged real-time tweeting, via Twitter, the social networking platform. During presentations, the participants were encouraged to use either university-supplied iPads or their own devices to log onto their Twitter accounts and quote the speakers and pose questions relating to the concluding discussions, with representatives from TU Delft’s marketing and communication office on hand to help first-time users of Twitter. This year’s Dewis symposium was open to all TU Delft students and staff members. At present there are some 650 female scientists at TU Delft, including PhD candidates, post-doctoral fellows and professors, all of whom automatically become members of Dewis. #WomenInIT (twitter) dewis.tudelft.nl sciencesowhat.direct.gov.uk

What is the nature of the relations between students and other residents of Delft and what could be done to possibly improve them? A survey is expected to provide answers to these questions. The survey is an initiative of Delftsch Overleg (DO), to which nearly all student organization informally belong. The students decide on the subject of their annual survey at the start of each academic year. This decision was therefore taken before the head of the residents’ organization, Wippolder Zuid, publicly labeled students as “slurring types who mess things up” and prior to Leefbaar Delft, a local political party, setting up a website for receiving complaints about students. According to Wieger Vos, of the association council Vera, which is part of DO, the survey unexpectedly comes at a very good time. “It is important to get more information, in order to determine if Leefbaar Delft and Wippolder Zuid are expressing widely held opinions, or rather if it is only a few people who are shouting about it loudly?” tinyurl.com/student-delft

Delft INA On Wednesday, April 4th at 19:00, the International Networking Association for Delft Professionals (Delft INA) will be launched at Biercafé ‘t Proeflokaal, Gasthuislaan 36/38 in Delft. Entrance is free. Delft INA is a non-profit organization for the English-speaking, international community in Delft. INA seeks to facilitate interaction between expats from all backgrounds and provide resources for those who are looking for work, starting their own business or interested in interfacing with the expat community. INA provides its members with information and support through workshops, events and networking opportunities. delftina.org

Top ranked TU Delft achieved a position of 51-60 in the Times Higher Education World Reputation Rankings 2012, which is a slight drop from last year, when TU Delft was ranked as 49. However, TU Delft’s position remains unchanged from 2011 as the third highest ranked European, and highest-ranked Dutch, university of technology. The Times Higher Education World Reputation Rankings scores universities according to an Academic Reputation Survey.

Floriade 2012 The must-see Floriade horticultural expo will open on 5 April in Venlo. This spectacular horticultural show is only held once every ten years, attracting visitors from all around the world. TU Delft will also be participating in Floriade, presenting technological developments for the agricultural sector, which include the following (Photo: Floriade) projects: Capturing particulate in greenhouses; Robotic grasping of peppers; LED lighting for greenhouses; and operational management of water systems – storing water in greenhouse reservoirs.

Anti-fraud measures The association of Dutch universities VNSU announced a series of anti-fraud measures. The document was signed by all 14 national university rectors. Many TU employees regard the initiative as a welcome first step. VSNU announced that further details of the guidelines will released in May of this year. The rules so far include the explicit promise to abide by the code of scientific behavior and the responsibility for good scientific behavior in one’s surroundings. Also the repercussions against fraud will be standardized, including mandatory disclosure of the incident. Reactions from TU employees make it clear that the TU has established education in ethics across the various faculties and that special programmes have been set up to acquaint students with the correct procedures for handling citations and preventing plagiarism.

Generation gap Chemist and art-historian Professor Joris Dik joined the Junior Academy during a festive event on Friday 16 March. The Junior Academy is part of the Royal Dutch Academy of Sciences (KNAW) and represents an effort to rejuvenate this honorary but stuffy institution. Prof. Dik, famous from various attributions of masterpieces by Rembrandt and Van Gogh, is very much a multidisciplinary scientist, and he was pleasantly surprised to meet similar broad-minded colleagues within the Junior Academy. The membership last four years and requires about half a day per week in time. Prof. Dik says he is willing to invest the time, because he believes the Academy’s recommendations are sufficiently influential.


DELTA. 10 29-03-2012

lifestyle

08

‘Het swingt lekker’ Het Nederlands Studenten Kamer Orkest (Nesko) verwelkomt de zon met energieke opvoeringen door het hele land van ‘een zomerdag’ van de Russische componist Prokofjev. TU-studenten swingen mee op viool, contrabas en altviool. Martine Zeijlstra Vijfdejaars student technische bestuurskunde Arthur Verkerke (23) hoefde niet lang na te denken over zijn aanmelding bij het Nederlands Studenten Kamer Orkest. “Ik speel vanaf mijn achtste viool en vanaf mijn vijftiende altviool en het leek me geweldig om met allemaal verschillende studenten een concert in elkaar te zetten.” Voordat Verkerke in april samen met nog 44 andere studenten (onder wie drie andere TU’ers) door het hele land optreedt, moet er nog flink geoefend worden. Het eerste repetitieweekend is inmiddels achter de rug. “We zaten in Drenthe, in de middle of nowhere”, zegt Verkerke. “Ik moest met de trein en daarna nog met twee bussen om er te komen. En toen was ik er nog niet. Een huifkar met een tractor ervoor

bracht ons en al onze instrumenten naar de kampeerboerderij.” Het weekend was een groot feest, zegt de student. “We hebben elkaar goed leren kennen en dat is erg fijn als je vanuit het niets samen een stuk speelt.” Tijdens de feestjes ’s avonds spraken de TU’ers met studenten filosofie en conservatoriumstudenten. “Normaal heb je als TU student altijd je ingenieursbril op, nu borrelde ik met studenten die heel anders tegen het leven aankeken. Dat vond ik heel verrassend”, zegt Verkerke. “Maar gesprekken vielen nooit stil, want iedereen houdt van muziek.” Tijdens het weekend stond de muziek dan ook centraal, tijdens gesprekken, maar vooral tijdens het oefenen. De 45 studenten speelden van tien uur ’s

De Russische componist Prokofjev heeft ‘toffe, energieke’ muziekstukken gecomponeerd ochtends tot elf uur ’s avonds. “Het ging met sprongen vooruit”, vindt de TU-student. “Iedereen is erg goed en gewend om veel te spelen.” De studenten spelen zomerse muziek: ‘een zomerdag’ van Prokofjev, zijn eerste symfonie, het klarinetconcert van Mozart en een compositie van de net afgestudeerde conservatoriumstudent Morris Kliphuis. De eerste symfo-

sport nie van Prokofjev is erg lastig, vindt Vekerke. “Het is een transparant stuk, alle noten zijn belangrijk. Dat maakt het technisch moeilijk om te spelen, want alle noten moet je daardoor goed spelen. Maar als het goed gaat, klinkt het zo gaaf. Het stuk is niet zo lang, daarom stoppen we er heel veel repetitietijd in om het perfect te krijgen.” De compositie van Kliphuis past ook perfect bij het zomerse thema, vindt de TU-student. “Het swingt lekker. Ik kan goed horen dat hij geïnspireerd werd door Prokofjev.” De Russische componist Prokofjev heeft namelijk ook ‘toffe, energieke’ muziekstukken gecomponeerd, vindt Verkerke. “Prokofjev componeerde tijdens het communisme. Hij moest rekening houden met de partij tijdens het componeren, maar toch heeft hij zulke mooie muziek gemaakt. Er zit zoveel energie in en je weet er veel hoop uit te putten. Dat is er zo knap aan.” Vooral het laatste stuk van de symfonie spreekt de student erg aan. “Het slot van het concert is een groot avontuur op weg naar het einde. Het is heel flitsend en het meest energieke deel van het stuk. Ik ben altijd helemaal blij en opgetogen als ik klaar ben met spelen. En ik denk dat het publiek dat ook is als ze de zaal verlaten na de laatste noten. Het is de perfecte afsluiting.”

Nesko speelt van 10 t/m 15 april in zes studentensteden: Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Utrecht en Amsterdam. Op 11 april is er om 20.15 uur een concert in de Marekerk in Leiden.

Vier TU-studenten spelen bij het Nesko. (Foto: Nesko)

time out

Good old times Niets zo lekker als een avond los op een lekkere dj. Maar geef toe: bij een goeie gouwe ouwe gaat het dak er pas echt af. Terug naar vroegere tijden dus, dit weekend. Natuurlijk sta jij op Lowlands het hardst mee te blèren met de grote hits van nu. En natuurlijk weet je een goede dj op waarde te schatten tijdens een avond stevig stappen. Maar nergens word je toch zo blij van als een feest der herkenning? Een hit van Madonna uit de tijd dat je haar imiteerde op de basisschool. Een meezinger van Toto die weliswaar uit de tijd van je ouders is, maar vroeger op elk schoolfeest terugkwam. Met het festivalseizoen voor de deur kun je van alle grote bands van nu nog genoeg genieten. Dan is een avondje nostalgie, lekker dichtbij huis, komend weekend wel even héél erg goed getimed. De zevenkoppige coverband Sounds of Seven speelt zaterdag in café de V nummers van Ilse de Lange tot Lenny Kravitz en van Snow Patrol tot Toto. De band is de doorstart van de Delftse band Rip the Sack. Met een nieuwe sologitarist en toetsenist geven ze nu hun eigen sausje aan

Tijdens de masterclass aikido werd onder meer de ikkyo gedemonstreerd: een techniek waarmee een aanvaller verrast wordt met een ‘intredende lichaamsbeweging’ die zijn evenwicht verstoort. Uiteindelijk wordt de aanvaller op de grond gefixeerd om het conflict te beëindigen. (Foto: Hans Stakelbeek)

De aikidogroep van de TU vierde vorige week zijn vijfjarig bestaan met een masterclass voor beginners en gevorderden. Niemand minder dan Wilko Vriesman, met zijn zesde dan een grootheid in deze sport, kwam hiervoor naar het sportcentrum. “Aikido is een Japanse krijgskunst”, vertelt Martin Mühlenbrock, die de aikidogroep vijf jaar geleden opstartte. “Veel bewegingen zijn gebaseerd op het gebruik van het Japanse zwaard. De sport kent geen wedstrijden, je bent alleen in competitie met jezelf. Het gaat om je eigen ontwikkeling.” Onlangs haalde de allereerste leerling van Mühlenbrock de zwarte band. “Een bijzondere prestatie. Het toont aan dat de aikidogroep geavanceerd is tot het masterniveau. De zwarte band is de technische grondlaag waarop je verder kunt bouwen. Eigenlijk begint het dan pas echt.” Op de masterclass kwam een dertigtal geïnteresseerden af. “Het was een heel inspirerende les.” In het Franse bergdorpje Saint Sorlin d’Arves waren het de zon en de sneeuw die een honderdtal Nederlandse deelnemers inspireerden tot grootse prestaties op het Nederlands studentenkampioenschap skiën en snowboarden. Onder hen een delegatie van surfvereniging Plankenkoorts (uit Leiden en Delft) alsook van de Delftse snowboardvereniging Drop. Voorzitter Peter Ruhrup van Drop won het onderdeel big air (springen over een schans) en werd tweede op de boardercross. Opgeteld bij zijn resultaten op de slalom en de slopestyle was het genoeg om als eerste te eindigen in het overallklassement. Ruhrup erkende dat hij zijn winst mede te danken had aan het geblesseerd uitvallen van twee andere kanshebbers, onder wie zijn clubgenoot Koen Haest. “Koen werd eerste op het onderdeel slopestyle en was vrij zeker ook de winnaar geworden van de big air, als hij niet was afgevallen.” Ruhrup was blij met zijn prijs, gratis deelname aan een zomerse surfcamp in Frankrijk. Dolle vreugde ook bij Proteus-roeisters Sytske de Groot en Chantal Achterberg. Dat zij bij de definitieve selectie van de Olympische vrouwenacht zouden zitten wekt geen verbazing. Toch was de opluchting groot toen de bondscoaches, na een aantal zenuwslopende testweken, bekendmaakten dat zij bij de uitverkoren ploeg hoorden. Spannende weken ook voor zowel het hoogste heren- als damesteam van hockeyvereniging DSHC. Beide elftallen zijn in de race voor het kampioenschap. De heren klommen na een 3-2 zege op concurrent Zwart Wit naar de tweede plaats, de dames passeerden koploper Pelikaan, dat zelf 0-0 speelde, door zelf met 5-4 de baas te zijn over Evergreen. (JT) Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl

Stephan bekende en iets minder bekende covers. Ga je liever nog iets verder terug in de tijd? Kan ook! Diezelfde avond is er een 25+ Disco Party in Partycentrum Onder Ons aan de Kerkpolderweg. Het klínkt zelfs een beetje retro. Zoals vroeger op de camping, toen de disco al wel voor jou, maar niet voor je kleine broertje of zusje was. Nu wordt dus het gros van de eerste- en tweedejaars geweerd, want dit feestje is voor iedereen uit 1987 en eerder. Niet dat disco toen nog hot was, en je de jaren-tachtig hits echt mee kreeg, maar dat maakt het niet minder leuk er op te dansen. Bovendien: er is ook genoeg te horen uit de nineties en nu. De dresscode (wel leuk, niet verplicht) houdt het met ‘flower power’ wel bij vroegere tijden. Plateauzolen aan en gaan dus, al is het maar om bij Paaspop volgende week weer met beide benen op de grond in het nu te staan. (JH)

Sound of Seven, zaterdag 31 maart vanaf 21.30 in de V. Toegang gratis. 25+ Disco Party, zaterdag 31 maart van 21.00 tot minimaal 02.30 uur in Partycentrum Onder Ons, Kerkpolderweg 8. Toegang: 9 euro. www.djluuk.nl en info@djluuk. nl.


DELTA. 10 29-03-2012

lifestyle

09

Wild begin van de lente Never change a winning team, zeggen ze. Maar festival Aangeschoten Wild van studentenvereniging Sint Jansbrug, elk jaar georganiseerd door een nieuwe bezetting, wordt er alleen maar mooier op.

Digitale strandpret De zon schijnt en je studeert vlakbij de kust. Dan heb je deze apps natuurlijk op je telefoon staan.

Jorinde Hanse Niet dat de eerste editie in 2009 een tegenvaller was. Een festival met een insteek als dat van Aangeschoten Wild heeft bijna alleen maar kans van slagen. Studentenvereniging Jansbrug pakt het namelijk graag groots aan: het festival is niet ‘gewoon’ voor de eigen leden of de TU Delft, maar voor de hele stad – deels gesponsord door het cultuurcentrum van de TU. En dat met een fijne neus voor nieuw talent, dat de organisatie spot op de kleine festivals. Waren in voorgaande jaren al acts te zien als Eefje de Visser, Krach, Go Back To The Zoo, Rigby, Hit Me TV en Krause, tijdens de komende, vierde editie staan namen op het programma als TDTMCM, Milkbar, Gerhardt, DexX, AudioDayCare en Flux. Net als goedkope biertjes, cocktails en hapjes natuurlijk. Bovendien besteedt het festival ook aandacht aan theater. Cabaret, circusacts, live action painting en dans – het kan niet op. Zo

apps

Aangeschoten Wild belooft net als vorig jaar een visueel spektakel te worden. (Foto’s: Aangeschoten Wild)

brengen Majon van der Schot en Celine Werkhoven met hun voorstelling ‘Oh, bollocks!’ een parodie op nachtleven. Daarin verpakken ze de hedendaagse dans in een ‘humoristisch, maar haast pijnlijk fout jasje’. Ze zijn te zien naast stand-up comedian Martijn Koning

Een feestje voor de hele stad van Comedytrain en De Groeten. Het laatste, Groningse gezelschap brengt het muzikale programma ‘Zeikwijven & Kakmadammen’ vanuit een toiletwagen. Maar het kan altijd nog gekker: voor wie zelf onderdeel wil uitmaken van het programma is er de live-actionvisuele-poëzie van Jelmer van Lenteren. Samen met het publiek maakt hij gedichten van hun lievelingswoorden en flarden uit gesprekken, die hij vervolgens verbeeldt in een kunstwerk dat tijdens het festival onthuld wordt. Ook collectief VerdraaidGoed!, dat restafval een tweede leven geeft, maakt een live kunstwerk in samenwerking met het publiek. Van een oude postbuskast van PostNL, deze keer. Gelukkig is er ook nog plek voor wat plat vertier. Zo kun je in een duel dat de Jansbruggers nog moeten bedenken, een biertje winnen van

je tegenstander. Altijd een robbertje vechten waard, zou je zeggen. Alles vindt plaats op het terrein van Lijm&Cultuur, met een hoofdpodium in de grote zaal, een kleiner podium in de StuD-zaal en een cultuurpodium op het SnCultuur plein. ‘Het begin van een wilde lente’, hopen de Jansbruggers, van wie Myra Vreede, Marte Fekkes, Bob Smits, Marinus Meursing, Boris Jockin, Anne Leeuw, Stéphanie Folmer, Aline Engbers en Jochem Chaouat dit jaar de organisatie van het festival op zich nemen. Dat móet een groot publiek aanspreken, groter dan alleen TU-studenten, die tot vorig jaar vooral op het festival afkwamen. Daarop besloot de organisatie te flyeren in clubs en op terrassen, om ook de ‘gewone burger’ naar Lijm&Cultuur te trekken. Met zoveel zon, muziek en theater op het menu kat in het bakkie. Daardoor is het wél even zaak om te rennen voor je kaartjes. Maar daarbij heb je als TU-student dan toch net nog een streepje voor.

Aangeschoten Wild, vrijdag 30 maart van 15.00 tot 01.00 uur bij Lijm&Cultuur. Toegang: € 12,-. www.aangeschotenwild.com

Niet iedereen is geboren om op een surfboard te staan. Behoor je tot het overgrote deel van de mensheid dat vooral naar het strand gaat om met de billen in het zand naar de golven te kíjken, installeer dan gewoon even de app Strand. Hij geeft je de weersvoorspelling, locaties van strandpaviljoens, de bijbehorende menu’s en openingstijden en data van evenementen op het strand. De makers beloven ook nog een top 25 beste strandtenten, maar die is vooralsnog onvindbaar. Net als een aantal paviljoens trouwens, en dat is wel een beetje jammer. Aan de andere kant: elke strandtent in Callantsoog of IJmuiden is voor jou

Swell Tell Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs Gratis Platform iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar iPhibian Inc.

familiezaken

Naam: Jeanet van den Bos (47) Functie: Baliemedewerkster en secretarieel ondersteuner van diverse secties bij OTB Familierelatie: Zus van Helma van den Bos

misschien wel nieuw. De app geeft informatie over zestien Nederlandse badplaatsen, en tegen de tijd dat je daar alle tenten uit de app hebt geprobeerd, is hij hopelijk ge-update. Voor wie wel tot de elite behoort die over surfkunsten beschikt: de app Swell Tell mag je echt niet missen. Dé manier om af te spreken met je surf dudes, te delen waar de beste golven zijn, hoe hoog ze zijn, en foto’s te plaatsen. De app voegt zelf het getij en de windrichting toe. Gewoon lezen waar the place to be is om je board te water te laten, kan natuurlijk ook. Leuk: je leest de condities van Domburg tot Lake Tahoe. Alleen een beetje jammer dat veel surfers de app nog moeten vinden, want het aantal locaties is nu nog wel erg karig. Je zou er verder zin van krijgen. Maar hé, je bent TU-student, dus jij weet als geen ander: je bent nooit te oud om te leren. Surf’s up! (JH)

Strand Leuk Handig Bediening Prijs

***** ***** ***** € 0,79

Platform iPhone, Android, iPod Touch, Tablet en iPad Ontwikkelaar Bottle Rocket

Naam: Helma van den Bos (46) Functie: Projectassistent valorisation centre Familierelatie: Zus van Jeanet van den Bos ”Hemelsbreed zit er honderd meter tussen, een pleintje en een watertje. Toch kom ik mijn zus zelden tegen. Alleen als we afspreken en dat zouden we vaker moeten doen. Het is leuk om op de TU familie te hebben, maar waarom? Dat weet ik niet. We hebben het nooit over de TU. Nou ja, weinig. Er zijn genoeg andere dingen waarover we het willen hebben. De TU is een prima werkgever. Men roept vaak: ik kan elders meer verdienen. Dan denk ik: moet je doen, maar ik blijf. Ze komen vaak met hangende pootjes terug. Bij de TU is bijvoorbeeld het ouderschapsverlof goed. Ook bij omstandigheden is er vaak iets te regelen zoals thuiswerken, dat heb ik laatst ervaren toen mijn zoon met zijn been in het gips zat. Inmiddels werk ik 28 jaar bij de TU. Sinds 2010 bij het valorisation centre, maar ik heb veel andere dingen gedaan, zoals secretariaat OMA – nu HR Legal – secretariaat Arbodienst, de OOD. Ik heb bijna 22 jaar bij Bouwkunde gewerkt. Daar begon ik op 15 september 1983 als leerling werkneemster bij personeelszaken. Vier dagen werken, een dag school. En wat achteraf wel komisch is: in mijn sollicitatiebrief stond ‘ik móet solliciteren van het Arbeidsbureau’.”

“Ik ben hier via mijn zus in 1986 gekomen. Zij werkte bij Bouwkunde en zei: ik weet dat er een vacature voor secretaresse is bij OTB. Het was algemene secretariële ondersteuning. Veel uittikken van onderzoeken. Na een paar jaar ging ik naar Stedelijke Vernieuwing Woningmarkt. In 2004 werd het weer algemene secretariële ondersteuning. Sinds 2006 doe ik baliewerk en later kwam er secretarieel werk bij. Af en toe spreken Helma en ik af, maar je doet het vrijwel niet. We zijn hier op ons werk. Soms mailen we. Het is wel bijzonder dat we al zo lang samen op de TU werken. Een leuk idee. Zij zit bij een heel andere club en ik heb hier mijn taken. De TU komt bij ons wel ter sprake, bijvoorbeeld nu er sprake van is dat OTB naar Bouwkunde gaat, maar geen uren. Praktisch vind ik het nu niet om hier een familielid te hebben. Ja, in 1986, toen was het handig. En als er eens iets zou zijn. Ik kan de TU zeker aanraden. Er wordt veel rekening gehouden met medewerkers, bijvoorbeeld met werkinhoud en werktijden. En bij OTB kun je jezelf zijn. Mijn directe collega’s werken hier ook al lange tijd. Ze zijn als familie.”

Jeanet (links) en Helma van den Bos. (Foto: Hans Stakelbeek)

Familiezaken laat zien hoe het is om familie te hebben op de TU Delft. Heb jij ook bloedverwanten op de TU en vind je het leuk om samen in Delta te staan? Mail naar delta@tudelft.nl


DELTA. 10 29-03-2012

reportage

10

Knabbelen aan het gezag van de wetenschap Een ‘forse anti-academische wind’, een sfeer van ‘wetenschap is ook maar een mening’. Rector magnificus Karel Luyben schetste tijdens de laatste dies een somber beeld van het vertrouwen in de wetenschap. En hij is niet de enige. Veel wetenschappers hebben de afgelopen jaren hun zorgen uitgesproken. Tegelijkertijd geven opiniepeilingen een veel rooskleuriger beeld. Hoe kan dat? woord vanzelf. Dat is niet altijd zo.” Uit die verwachting spreekt vooral een groot vertrouwen in de wetenschap. Dat vertrouwen komt naar voren uit het Eurobarometeronderzoek naar publieksopvattingen over wetenschap en technologie uit 2010 en het Continu Onderzoek Burgerperspectieven 2010 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het SCP onderzocht het publieke vertrouwen in informatie over klimaatverandering en vaccinaties en concludeerde daaruit dat de cijfers minder wijzen in de richting van een ‘gezagscrisis’ dan op ‘kritische burgers, die met vertrouwen in de eigen intuïtie gebruikmaken van de sterk toegenomen mogelijkheden om zich te informeren’. ‘Belangrijke criteria zijn deskundigheid en onafhankelijkheid, c.q. afwezigheid van financieel of politiek eigenbelang.’ Bij vaccinaties zei 80 procent vertrouwen te hebben in artsen en apothekers, 68 procent in onderzoeksinstellingen, 47 procent in de overheid en 19 procent in informatie van andere burgers op internet.

SASKIA BONGER Ab Klink, minister van volksgezondheid tussen 2007 en 2010, staat in de zomer van 2009 voor een duivels dilemma. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft de Mexicaanse griep tot een pandemie verklaard. Gevoed door verschillende virologen doemt er een beeld op van een nieuwe Spaanse griep, die begin twintigste eeuw aan tientallen miljoenen mensen het leven kostte. Burgers willen krachtdadig beleid zien, de farmaceutische industrie is niet vies van een grote vaccinatiecampagne. Maar ergens moeten ook de ratio en de portemonnee een rol spelen. Al na een paar maanden blijkt de Mexicaanse griep een stuk milder te verlopen dan verwacht, zelfs milder dan een ‘gewone’ griep. Maar dan heeft Klink al honderden miljoenen euro’s uitgegeven aan 34 miljoen vaccins.

Wat is de rol van kennis, als alleen meningen er nog toe lijken te doen Het is koren op de molen van sceptici van allerlei pluimage. Op internet zijn talloze sites te vinden met complottheorieën, variërend van ‘het komt door de lobby van de farmaceutische industrie dat ons belastinggeld over de balk is gesmeten’ tot ‘de overheid probeert ons niet beter, maar juist ziek te maken’. Feit is dat Klink niet precies weet en niet precies kan weten wat wijsheid is als hij zijn order plaatst. Wetenschappers kunnen hem op dat moment geen uitsluitsel geven over het toekomstige verloop van de pandemie, sterker nog: ze verschillen erover van mening. Klink neemt daarom het zekere voor het onzekere, ongeacht de kosten. De Mexicaanse griep is één van de vele

Vertrouwen in wetenschap

De journalistiek zou burgers kunnen helpen met de duiding van die informatie, maar haar werkwijze van hoor en wederhoor helpt de burger van de regen in de drup, aldus de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid. (Illustratie: Auke Herrema)

voorbeelden uit de laatste jaren waarbij het verstandig omgaan met risico’s en openlijke wetenschappelijke discussie elkaar eerder in de weg zaten dan vooruit hielpen. Want leg het publiek maar eens uit dat de kans op ziekte en overlijden uiterst klein is, als er net een verder gezond mens aan is overleden. Dat wordt extra moeilijk als wetenschappers, zoals ze dat gewend zijn, nog met elkaar in debat zijn. Niet via wetenschappelijke bladen, maar via kranten en televisieprogramma’s,

terwijl daaraan parallel ook leken hun zegje mogen doen. Wie spreekt er de waarheid, wie is te vertrouwen? Zoals gezegd is de Mexicaanse griep niet het enige voorbeeld dat de relatie

‘Twijfel zaaien is een heel effectief wapen’ tussen burger en wetenschapper op scherp zette. Het debat over klimaat-

De Mexicaanse griep is één van de vele voorbeelden uit de laatste jaren waarbij het verstandig omgaan met risico’s en openlijke wetenschappelijke discussie elkaar eerder in de weg zaten dan vooruit hielpen. (Foto: ANP, Ed Oudenaarden)

verandering wordt vaak genoemd als reden voor het tanende vertrouwen in de wetenschap. Maar er zijn meer van die discussies: over het effect van straling van UMTS-masten en mobiele telefoons op de gezondheid, over de noodzaak van vaccinatie van meisjes tegen baarmoederhalskanker, over de gevaren van ondergrondse CO2opslag en over de milieueffecten en kosten van allerlei grotere en kleinere infrastructurele projecten. Op al die dossiers zijn wel wetenschappers te vinden, die zich beklagen over hun beperkte invloed en gezag. In de cursus ‘environmental problems: crossing boundaries between science, policy and society’ van de Open Universiteit komen verschillende van bovengenoemde voorbeelden aan bod. Dr.ir. Willemijn Tuinstra, universitair docent milieubeleid aan de Open Universiteit en adviseur bij het Planbureau voor de Leefomgeving, zette die cursus voor professionals in het milieuveld samen met anderen op. In de cursus staan vragen centraal als: wat is de rol van kennis in het milieubeleid, als alleen meningen er nog toe lijken te doen? En hoe bepaal je je rol als milieuprofessional in het maatschappelijke debat? Eerder schreef Tuinstra een proefschrift over de rol van de wetenschap in Europese milieubeleidsprocessen. Volgens haar verwachten burgers van de wetenschap dat die alle antwoorden kan of zelfs moet geven. “Als wetenschapper zeggen dat je het niet weet, kan dan niet, helemaal als het gaat om het communiceren van risico’s. Minister Klink kreeg het verwijt dat hij miljoenen virusremmers voor niets had gekocht. Toen hij ze bestelde, had hij echter geen volledige duidelijkheid. En dat zijn mensen niet gewend. Ze denken: als je het maar wetenschappelijk onderzoekt, dan komt het ant-

Uit het Eurobarometeronderzoek blijkt dat Nederlanders meer vertrouwen hebben in de wetenschap dan de gemiddelde Europeaan. Zo is 84 procent van de Nederlanders het eens met de stelling dat wetenschap en techniek meer mogelijkheden genereren voor toekomstige generaties. 89 Procent zegt interesse te hebben in nieuwe vindingen en ontwikkelingen. 65 Procent vindt dat wetenschap en techniek het leven gezonder en gemakkelijker heeft gemaakt en bijna iedereen (97 procent) denkt dat de wetenschap uiteindelijk een genezing zal vinden voor kanker en aids. Gunstig voor de wetenschap is verder dat driekwart vindt dat wetenschappelijk onderzoek moet worden betaald met publiek geld. Tachtig procent vindt bovendien dat eventueel extra geld naar de universiteiten zou moeten gaan. Toch zijn er ook minder positieve uitkomsten. Zo vindt zestig procent van de Nederlanders dat wetenschappers te afhankelijk zijn geworden van de industrie om ze nog te kunnen vertrouwen. Vijftig procent is huiverig voor inmenging van private financiers in wetenschappelijk onderzoek, omdat dat een gekleurd beeld zou geven. Vertrouwen en wantrouwen lijken elkaar dus niet uit te sluiten. Of, zoals het staat op de Informatiekaart Vertrouwen in de Wetenschap van de Adviesraad voor het Wetenschapsen Technologiebeleid uit 2010: ‘Het

‘Wetenschap is ook maar mensenwerk’ vertrouwen in wetenschappelijke vooruitgang en in uitspraken van wetenschappers is hoog’, maar ‘het vertrouwen in de wetenschap daalt op specifieke thema’s’. Willemijn Tuinstra bevestigt dat: “Door de onderwerpen die in het nieuws zijn, kan het beeld ontstaan dat er een vertrouwensbreuk is tussen wetenschap en maatschappij. Mijn indruk is dat het vertrouwen niet minder is dan voorheen. Er zit juist een halo rond de wetenschap. De verwach-


DELTA. 10 29-03-2012

reportage

11

Informatiekaart Vertrouwen in de Wetenschap Het publieke debat over vertrouwen in de wetenschap is gebaseerd op aannames In het debat over vertrouwen in de wetenschap wordt vaak een afnemend vertrouwen verondersteld. De discussie wordt nauwelijks onderbouwd met objectieve kwantitatieve langetermijn gegevens.

1

De wetenschap maakt de kwaliteit van leven zichtbaar beter

Stand van het vertrouwen

Het vertrouwen in wetenschappelijke vooruitgang en in uitspraken van wetenschappers is hoog De meeste mensen verwachten dat wetenschap het leven gezonder, makkelijker en comfortabeler maakt. Het vertrouwen in wetenschappelijke informatie is hoger dan in de meeste andere informatiebronnen. De huidige generatie jongeren heeft meer vertrouwen in wetenschap dan de huidige generatie ouderen. Hoogopgeleiden hebben meer vertrouwen in wetenschap dan laagopgeleiden.

Hoog vertrouwen

De levensstandaard verbetert voortdurend, mede dankzij de technologische vooruitgang. De wetenschap heeft een goede staat van dienst, ze biedt vaak een oplossing voor problemen. De wetenschap heeft een wow-factor: ‘wat kunnen ze toch veel tegenwoordig’.

De wetenschap heeft zelfreinigend vermogen Het wetenschappelijk proces is transparant en verloopt volgens heldere regels. De wetenschap ontmaskert claims die niet met een zuiver wetenschappelijk proces zijn onderbouwd.

Het vertrouwen in de wetenschap daalt op specifieke thema’s

2

Ondanks een lichte afname in de laatste jaren blijft het vertrouwen in de wetenschap in het algemeen hoog. Op specifieke thema’s, zoals klimaatverandering, is het vertrouwen (soms tijdelijk) aanmerkelijk lager. Het vertrouwen in uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek is lager wanneer dit commercieel gefinancierd is.

Mensen geven de wetenschap graag vertrouwen Vertrouwen geven is voor mensen een voorwaarde om prettig te kunnen functioneren. De cijfermatige onderbouwing van wetenschappelijke resultaten geeft een gevoel van zekerheid. De overtuiging dat kennis en vooruitgang goed zijn, zit ingebakken in onze cultuur.

Verklaringen

De maatschappij blijft investeren in de wetenschap Ondanks bezuinigingen blijven de totale investeringen in onderzoek op peil.

Mensen verantwoorden hun gedrag en mening steeds vaker met wetenschappelijk onderzoek Mensen wachten op wetenschappelijke oplossingen voor (maatschappelijke) problemen en doen zelf niets. Wetenschappelijke (economische) modellen domineren het publieke debat. De samenleving wordt steeds wetenschappelijker, alles wordt in wetenschappelijke termen gegoten.

Hoog vertrouwen

De controle op specifieke wetenschapsdisciplines neemt af De maatschappij controleert minder op specialistische wetenschap (zoals quantummechanica).

Het maatschappelijk vertrouwen daalt in het algemeen

Hoe staat het met het vertrouwen in de wetenschap, wat zijn de verklaringen hiervoor en de gevolgen hiervan?

Mensen zijn steeds kritischer en mondiger, ze geloven anderen niet zomaar. Het wantrouwen tussen de ‘elite’ en het ‘volk’ neemt toe, de wetenschap is onderdeel van de elite. Mensen wantrouwen wetenschappelijke onderzoeksresultaten die tegen hun eigen standpunt ingaan.

Wetenschap is voor mensen vaak lastig te begrijpen Discussie helpt de wetenschap vooruit, maar kan het grote publiek verwarren. Mensen zijn slecht op de hoogte van statistiek en methoden, zij kunnen resultaten moeilijk beoordelen. Wetenschappelijke vraagstukken worden steeds complexer en de resultaten zijn met mitsen en maren omgeven. Wetenschappelijke oplossingen (zoals gentechnologie) stuiten sommige mensen tegen de borst.

De communicatie door wetenschappers verwart mensen De wetenschap spreekt soms te vroeg over een doorbraak die ze later niet waar kan maken. Wetenschappers doen soms (op verzoek) uitspraken over ontwikkelingen buiten hun vakgebied. Wetenschappers gaan soms defensief met kritiek om en geven fouten pas laat toe. Wetenschappers maken de onzekerheden en veronderstellingen bij hun resultaten te weinig expliciet.

De publieke waarde van de wetenschap neemt af Beleid en uitvoering vertragen omdat er discussie is over de wetenschappelijke onderbouwing. De wetenschap wordt minder bruikbaar als objectieve standaard om meningsverschillen te beslechten. Mensen zijn minder snel bereid mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek, bijvoorbeeld als proefpersoon.

3

Gevolgen

De financiering van de wetenschap verandert

Dalend vertrouwen

De financiële publieke middelen voor wetenschappelijk onderzoek staan ter discussie. Binnen fondsen verschuift het budget naar onderzoek dat zekere en/of bruikbare resultaten oplevert.

De wetenschap reageert op het dalende vertrouwen De wetenschap verbetert de eigen methoden, deelt informatie en werkt samen in internationaal verband. De beoordelingscriteria voor wetenschap (zoals visitaties en peer reviews) staan ter discussie. Wetenschappers vergroten het vertrouwen van burgers door hen bij onderzoek te betrekken. De formele eisen aan integriteit zijn hoger, dit kan bureaucratisering tot gevolg hebben. Wetenschappers werken aan hun communicatie, bijvoorbeeld door hier in de opleiding aandacht aan te geven.

Dalend vertrouwen

Informatievoorziening over wetenschap ondermijnt het vertrouwen In de veelheid aan informatie is het moeilijker om de relevantie van wetenschappelijke informatie te duiden. Wetenschappelijke onzekerheden en excessen worden in de (digitale) media vaak breed geventileerd. ‘Hoor en wederhoor’ geven de indruk dat wetenschappers onderling verdeeld zijn, ook als er brede consensus is. Overheid, politiek en bedrijfsleven citeren, als het hen uitkomt, selectief uit wetenschappelijk onderzoek. De controlefunctie van de media neemt af door een afname van het aantal wetenschapsjournalisten.

De wetenschap wordt steeds minder onafhankelijk De wetenschappelijke onafhankelijkheid is in het geding door de grotere afhankelijkheid van private gelden. Wetenschappers ontplooien steeds meer nevenactiviteiten, maar zijn hier niet altijd transparant over. Het wetenschappelijk proces sluit vooringenomenheid, zoals door groepsdenken, niet volledig uit.

Deze Informatiekaart geeft inzicht in de verklaringen en de gevolgen van de huidige stand van het vertrouwen in de wetenschap in Nederland (medio 2010). De stand van het vertrouwen is onderbouwd met literatuuronderzoek. De genoemde verklaringen en gevolgen zijn hypothetisch van aard en tot stand gekomen via drie denksessies met externe deskundigen, Raadsleden en medewerkers van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT). Met dank voor hun denkwerk. Deze kaart vormt voor de AWT een mogelijk startpunt voor nader onderzoek en/of advies. in opdracht van:

gemaakt door:

© 2010

Informatiekaart Vertrouwen in de Wetenschap. (Beeld: Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid en De Argumentenfabriek)

tingen zijn misschien zelfs te hoog gespannen. Wetenschap is ook maar mensenwerk.” Als op een thema als klimaatverandering wantrouwen ontstaat, moeten wetenschappers volgens Tuinstra wel zorgen dat ze zelf in beeld blijven. “In het begin van het klimaatdebat redeneerden Nederlandse klimaatonderzoekers: wij zeggen niets in de media, want wij publiceren onze kennis daar waar we die altijd publiceerden en dan komt die kennis vanzelf wel naar boven in het debat. Dat is dus niet zo. Je ziet dan dat instituten als het KNMI en het Planbureau voor de Leefomgeving daar nu een andere strategie op voeren.”

Onzin

Kennis komt tegenwoordig heel anders beschikbaar dan vroeger, merkten Tuinstra en haar collega’s. “Nu kan iedereen een website beginnen en er verhalen op zetten. Die sites komen soms net zo belangrijk over als die van instituten als het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, red.). Kijk naar sites over zwangerschap. Daar staat soms allerlei onzin op en het publiek moet dat zelf maar filteren. Het idee dat wetenschap ook maar een mening is komt doordat er zoveel informatie is.” De journalistiek zou burgers kunnen helpen met de duiding van die informatie, maar haar werkwijze van hoor en wederhoor helpt de burger van de regen in de drup, aldus de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid. “Tegenover de mening van een wetenschapper wordt een andere mening geplaatst. Daarbij doet het er niet toe of die mening

rust op een breed gedeelde consensus onder wetenschappers.” En dat terwijl ‘kijkers, luisteraars, krantenlezers geneigd zijn op zoek te gaan naar bevestiging van hun eigen mening’. Een goede wetenschapsjournalist, dus eentje die zelf onderzoek doet, had er dan al snel achter kunnen komen dat er een luchtje zat aan de hernieuwde discussie over de nieuw aan te leggen

‘Over alles wat te maken heeft met goed nadenken en nuance, bestaat tegenwoordig rancune’ Blankenburgertunnel tussen de A15 en de A20 onder de Nieuwe Waterweg. TU Delft-alumnus ir. Remco de Boer, communicatiespecialist op het gebied van techniek en wetenschap, beschrijft in zijn column in het blad De Ingenieur van 23 maart 2012 wat hij noemt ‘de zaak-Bandringa’. Die speelt rondom ingenieur Bandringa, die begin maart met nieuw een ontwerp voor een geboorde Blankenburgertunnel op de proppen komt, vlak voordat de Tweede Kamer een besluit moet nemen over een afgezonken variant. Boren zou volgens Bandringa goedkoper zijn en het landschap minder aantasten. Rijkswaterstaat kan met gedetailleerd onderzoek laten zien dat dat niet het geval is, maar Bandringa krijgt wel aandacht van de media. Hij is immers een ingenieur. Alleen geen tunnelexpert, maar een gepensioneerd werktuigbouwkundig ingenieur, die vier maanden voordat hij zijn ontwerp maakte nog niets van tunnels wist.

Maar het kwaad is al geschied, de twijfel is gezaaid. Volgens De Boer is dat precies wat organisaties, die Bandringa hebben gesteund, wilden bereiken. “Twijfel zaaien is een heel effectief wapen.” Dit geval is in De Boers ogen heel slecht voor het vertrouwen in de ingenieur. ‘Publiek, politiek en pers zien nauwelijks meer verschil tussen feit en ongefundeerde suggestie’, schrijft hij. ‘Niemand weet nog wie deskundig is en wie niet. [..] Wie er uiteindelijk ook aan het langste eind trekt, de ingenieur als onafhankelijke deskundige is dat in ieder geval niet.’ Wat ingenieurs volgens hem nog minder helpt, is de moeite die ze vaak hebben om hun verhaal goed te vertellen. De Boer zit naar eigen zeggen bijna wekelijks bij inspraak- en informatiebijeenkomsten waarbij technologische kennis een rol speelt, zoals over de aanleg van windmolenparken of over wegverbredingen. “Het publiek neemt een sceptische houding aan, zit letterlijk met de armen over elkaar. Het lukt de ingenieur die uitleg moet geven vaak niet om een goed verhaal op te bouwen. Kennis alleen maakt niet meer dat je een autoriteit bent. Je moet kunnen communiceren. Lukt dat niet, dan neemt het wantrouwen snel toe.” Volgens De Boer is er een proces gaande van ‘democratisering van kennis’. “Wetenschappers vormen één van de laatste elitegroepen in de samenleving. Er wordt steeds meer van hun positie afgeknabbeld. Mensen zijn mondiger en hebben door internet toegang tot veel meer informatie.” Ingenieurs merken dat in zijn ogen als eersten. Hun werk raakt mensen

vaak direct en dus komen ze veel met gewone mensen in aanraking. “Ingenieurs roepen altijd dat ze een slecht imago hebben, maar dat is helemaal niet zo. Het woord imago is een verzamelbak geworden waarin ingenieurs hun eigen hun onvrede met deze nieuwe situatie stoppen. Ze moeten ermee om leren gaan en daar zitten ze nu middenin.”

Anti-intellectuele teneur

Filosoof prof.dr. Bas Haring, hoogleraar publiek begrip van de wetenschap aan de Universiteit Leiden, denkt dat iets anders gaande is dan democratisering. Hij signaleert een anti-intellectuele teneur in Nederland, gevoed door de PVV en het duidelijkst te zien

‘Publiek, politiek en pers zien nauwelijks meer verschil tussen feit en ongefundeerde suggestie’ in De Telegraaf. “Over alles wat te maken heeft met goed nadenken en nuance, bestaat tegenwoordig rancune. Daar kun je als wetenschapper niet zoveel aan doen.” Een lichtpunt is dat deze teneur volgens hem maar bij een beperkt deel van de bevolking waarneembaar is. Wat niet betekent dat de wetenschap geen taak heeft om zich anders op te stellen. “De wetenschap wordt steeds gespecialiseerder. Soms weten wetenschappers zelf niet eens meer dat wat zij doen voor mensen van belang is. Neem de celbiologie. Uiteindelijk is dat een afgeleide van de wens van

mensen om gezonder te zijn. Maar celbiologen worden getraind om heel specialistisch werk te doen. Zij moeten beter uitleggen waarom ze doen wat ze doen.” Als het erop aankomt, denkt Haring, zullen overigens zelfs de grootste anti-intellectuelen hun lot in handen van de wetenschap leggen. “Als het puntje bij paaltje komt en ze stappen in een vliegtuig, of ze zijn ziek, dan kiezen ze voor de wetenschap. Dan willen ze dat iemand met verstand van zaken het vliegtuig in elkaar heeft gezet of de behandeling uitstippelt.” Haring herinnert aan Ronald Reagan, in de jaren tachtig van de vorige eeuw president van de Verenigde Staten. “Altijd was hij tegen stamcelonderzoek. Maar toen hij zelf Alzheimer kreeg, pleitte zijn vrouw ervóór.”

Dit is het eerste deel van een korte serie over vertrouwen in de wetenschap.


DELTA. 10 29-03-2012

loopbaan

12


DELTA. 10 29-03-2012

loopbaan

13

Drijvende stad als droom Drijvende woningen bestaan al heel lang. Een drijvende stad echter nog niet. De grote droom van Rutger de Graaf is dan ook als eerste ter wereld een drijvende stad te bouwen die ook nog eens zelfvoorzienend is.

WIE IS RUTGER DE GRAAF? Naam: Dr.ir. Rutger de Graaf (32) Woonplaats: Delft Verliefd/verloofd/getrouwd: Verloofd Studie: Civiele techniek Afstudeeronderzoek: Innovaties in duurzaam stedelijk waterbeheer Afstudeerjaar: 2005 Loopbaan: De Graaf richt in 2007 met studenten het bedrijf Deltasync op, waarvan hij nu algemeen directeur is. Zijn promotieonderzoek rondt hij in 2009 cum laude af. Sinds 1 september 2011 is hij twee dagen per week lector adaptief bouwen aan de Hogeschool Rotterdam. (Foto’s: Sam Rentmeester)

Connie van Uffelen Soms belandt een carrière in een stroomversnelling voordat hij goed en wel is begonnen. Rutger de Graaf bijvoorbeeld is in 2006 net een jaartje bezig met zijn promotieonderzoek naar hoe steden water kunnen gebruiken om duurzamer en minder kwetsbaar te worden, als hij een aankondiging ziet voor de internationale deltacompetitie van Royal Haskoning. Het ingenieursbureau bestaat in 2006 125 jaar en vraagt studenten en promovendi om met innovatieve oplossingen te komen voor deltagebieden wereldwijd. De Graaf verzamelt een groep studenten om zich heen en maakt een ontwerp en een ontwikkelstrategie voor een drijvende stad in het IJmeer. “Drijvende appartementencomplexen die zich flexibel aanpassen aan de stijgende zeespiegel”, zegt hij in zijn kantoor bij YesDelft. “Heel futuristisch.” De Graafs team wint de eerste prijs: tienduizend euro. Hij denkt na deze klapper weer rustig verder te gaan met zijn scriptie, maar krijgt het drukker dan ooit. De pers vindt het heel interessant en

‘Je kunt het in een rustig havengebied maken en uiteindelijk naar de locatie toe slepen’ op allerlei congressen kan het team zijn verhaal komen houden. Het blijkt nog maar een begin te zijn. De vader van een van zijn teamleden vraagt of ze een presentatie willen maken, omdat hij op een zakenreis gaat spreken met het hoofd ruimtelijke ordening van Shanghai. Die vindt de presentatie ontzettend leuk en vraagt of het team een expositie wil inrichten in een leegstaande fabriekshal in Shanghai. Natuurlijk. Geen punt. In mei 2007 is het zo ver. Ook de burgemeester van Shanghai neemt een kijkje en het team wordt uiteindelijk zelfs gevraagd een presentatie te houden voor de commissie van de Wereld Expo Shanghai 2010. De Graaf en zijn team moeten er dan wel over twee weken zijn. Met de steun van een grote Nederlandse stad. Bij voorkeur met de handtekening van de burgemeester. De Graaf heeft het ‘geluk’ dat een van zijn casussen in zijn proefschrift de gemeente Rotterdam is en hij dus een aantal ambtenaren op het gebied van watermanagement kent. De promovendus weet het spel handig te spelen: hij zet wat druk op de ketel door te refereren aan het feit dat Rotterdam een zusterstad is van Shanghai. Het team krijgt uiteindelijk een brief mee, ondertekend door (toen nog) burgemeester Ivo Opstelten. “Fantastisch. We liepen al rond met het idee om een bedrijf op te richten, maar als je dan opeens voor die Wereld Expo commissie staat moet je snel zorgen dat je een professionele organisatie wordt.”

Professionaliseren

En zo zorgen hun avonturen in Shanghai voor een versnelde oprichting van Deltasync. YesDelft laat ze met hun businessplan in oktober van hetzelfde jaar toe, maar daarna volgt de eerste kink in de kabel. Hoewel het team al een projectlocatie in de Huangpu River op het oog heeft, stellen de Chinezen als voorwaarde dat de financiering uit Nederland moet komen. De Graaf en zijn team maken een businesscase en zoeken maanden naar Nederlandse investeerders. Tevergeefs. In januari 2008

besluiten ze dat dit het niet wordt. Rotterdam wil echter wel een drijvend gebouw in Nederland financieren en geeft Deltasync in het voorjaar van 2008 de opdracht om in het Rotterdamse havengebied te speuren naar de beste locatie. De eerste echte commerciële opdracht is binnen. De Graaf pakt een boekje over Deltasync uit de kast en toont het resultaat dat in de Rotterdamse Rijnhaven dobbert: een drijvend paviljoen voor congressen, lezingen en exposities. En dat niet alleen: nu is het ook de officiële etalage van het Nederlands Water Centrum. “Zowel voor ons als voor de gemeente is het paviljoen een eerste stap op weg naar het grootschalig drijvend bouwen”, zegt De Graaf vol trots. Die trots mag ook wel, want het gebouw is in één jaar tijd getekend en gebouwd. Voor Nederlandse begrippen heel snel. “Het mooie is dat het op een andere plek is gebouwd dan waar het nu ligt”, zegt De Graaf. “Dat is een groot voordeel van drijvend bouwen: je kunt het in een rustig havengebied maken en uiteindelijk naar de locatie toe slepen. En als het een tijdelijk gebouw is, kan het ook weer weg.” Deltasync maakt ook een toolbox voor een drijvend park rond het paviljoen: het Rijnhavenpark. “Die toolbox is een kleine selectie van allerlei dingen die je daar zou kunnen doen”, legt De Graaf vol enthousiasme uit. Wat te denken van een onderwaterrestaurant? Een drijvend podium? Een flexibele kantoorruimte voor het nieuwe werken? En, inderdaad: ook groen. Het gaat bij het Rijnhavenpark dus niet om een ontwerp, omdat het midden in de stad ligt. De Graaf wil meer de mogelijkheden laten zien dan met een blauwdruk komen. De toolbox gebruikt hij om met belanghebbenden in gesprek te gaan en samen een goed plan te ontwerpen. Het is duidelijk: drijvend bouwen en wonen, gaat niet meer over woonboten. Water is te benutten als volwaardige plek om te verstedelijken. “Als je nagaat dat een groot deel van de wereldbevolking zich steeds meer concentreert in laaggelegen kustgebieden dan heb je veel kans voor dit soort projecten.”

Azië

De Graaf bevindt zich na ruim vier jaar Deltasync op een belangrijk punt in zijn loopbaan: hij probeert de sprong naar het buitenland te maken. Er zijn al gesprekken geweest in Rio de Janeiro, New York en Stockholm. “We proberen nu in Azië voet aan de grond te krijgen. Wij denken dat het drijvend bouwen daar misschien nog wel meer kans heeft dan in Nederland, omdat de economische groei in Azië nog wat sneller gaat.” De Graaf is uitgenodigd om op internationale workshops zijn visie en de bijbehorende techniek te presenteren. “In december ben ik daarvoor in Taiwan geweest en deze maand ben ik in New Orleans. Hieruit blijkt dat er veel interesse is in onze innovatie.” Dit jaar staat vooral in het teken van zes buitenwoningen in de Harnaschpolder in Delft. Daarvoor doet Deltasync niet het ontwerp maar de bewonersbegeleiding. “We helpen de bewoners om de waterwoning te realiseren. We leveren de technische kennis over wat wel en niet kan. Ook in het proces met de vergunningverlening. Omdat het innovatief is, zijn veel dingen anders. Denk aan de nutsaansluitingen.” Adviseren is dus een van de drie activiteiten waar Deltasync zich op richt, naast het ontwerpen en het doen van onderzoek. “Omdat wij veel weten van drijvend bouwen benaderen mensen ons steeds

vaker voor advies over waterbestendig bouwen op het land. We hebben meegeschreven aan een nieuwe norm van het Nederlands Normalisatie Instituut om drijvende woningen aan het Bouwbesluit te toetsen.” De research komt bijna vanzelf om de hoek kijken, omdat dit een vrij nieuwe tak van sport is. Veel kennis moet nog worden ontwikkeld. “Er zijn natuurlijk al eeuwenlang drijvende woningen maar wat er nog niet is, is ontworpen drijvende steden. Daar is heel veel nieuwe kennis voor nodig. Vandaar dat we ook eenderde van onze tijd bezig zijn met onderzoek en nieuwe dingen bedenken.”

Waterbestendige steden

Een voorbeeld is een project voor de Europese Unie: FloodProBE. “We onderzoeken nieuwe concepten en technieken om steden waterbestendig te maken. Dat doen we samen met partijen als Dura Vermeer en Deltares, maar ook met internationale partners.” Al met al is het voor De Graaf snel gegaan. Hij werd zelfs genomineerd voor de titel Delfts icoon 2010 en is sinds september 2011 twee dagen per week lector adaptief bouwen aan de Hogeschool Rotterdam. “Dat is waterbestendig bouwen, maar ik zie het breder: hoe kun je op zo’n manier bouwen dat je steden kunt aanpassen aan ontwikkelingen die in de toekomst wellicht gaan optreden? Zoals sloop. Niet omdat stedelijke gebieden technisch aan hun einde zijn, maar omdat we op die plek iets anders willen.” Flexibele stedenbouw – adaptief bouwen – biedt daar volgens De

‘Wij denken dat het drijvend bouwen in Azië nog wel meer kans heeft dan in Nederland’ Graaf een oplossing voor. “Ik doe dit werk als lector omdat ik het onderzoek en de wetenschappelijke wereld goed ken, en omdat ik mijn eigen bedrijf heb: de praktijk. Mijn taak bij de Hogeschool is precies om die twee werelden met elkaar te verbinden.” Momenteel bestaat Deltasync in totaal uit vier medewerkers: civiel ingenieurs en architecten. Zij proberen de ontwerpaspecten met techniek te integreren tot een soort exportproduct: de Nederlandse drijvende waterstad. “We merken dat die Nederlandse identiteit in het buitenland goed werkt. Dat mensen toch het idee hebben: Nederlanders weten veel van water. Typisch een Nederlandse innovatie zo’n floating city.” En zo eindigt vooralsnog het verhaal van de civiel ingenieur die na een wedstrijd in zeer korte tijd een bedrijf had. Het zakendoen bevalt hem prima. “We zijn elke dag bezig nieuwe dingen te ontwikkelen en daar is overal ter wereld interesse voor: van Discovery Channel tot The New York Times. Als je nagaat dat er vele tientallen miljarden euro’s aan overstromingsschade per jaar zijn op de wereld, dan denk ik dat we maatschappelijk relevante innovatie te pakken hebben.” Niet dat met drijvende bouw alles is op te lossen. “Zeker niet, maar als je nagaat dat iedere dag weer ontzettend veel mensen in de stad gaan wonen - vaak langs een rivier of langs een kust - dan zou voor die mensen het drijvend bouwen echt een heel mooie oplossing kunnen zijn.”


DELTA. 10 29-03-2012

TUdelta.10 > Jaargang 44 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.

> Redactie Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connie van Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving) > Medewerkers Bennett Cohen, Willemijn Dicke, Patrick van der Duin, Chandra Elango, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, Ivo Knubben, Devin Malone, David McMullin, Olga Motsyk, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Maurits van der Ven, Vikrant Venkataraman, Robert Visscher, Daan Vos, Rutger Woolthuis, Martine Zeijlstra > Foto‘s Sam Rentmeester (sam@samfoto.nl) Hans Stakelbeek (info@stakelbeek.com)

mededelingen

14

Agenda Donderdag 29 maart Meet the CEO 12.30-13.30 uur – De CEO van Microsoft Nederland, Theo Rinsema, zal in de Joost van der Grintenzaal op de faculteit Industrieel Ontwerpen aan een interactief interview deelnemen. Het thema is ondernemerschap en innovatie. Zie www.ictoffice.tv voor meer informatie. Nuon Solar Team Interesseborrel 17.00-21.00 uur - Het Nuon Solar Team is op zoek naar teamleden voor het nieuwe team Nuna7. Daarom organiseren we een interesseborrel in de D: Dream Hall in het gebouw achter de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Een gezellige babbel met de huidige teamleden kan alle vragen die je hebt in verband met wat er mogelijk is en hoe het Nuon Solar Team in je drukke studie past oplossen. Voor meer vragen vooraf of voor het uiten van interesse zijn we te vinden op Facebook, www.nuonsolarteam.com of kun je mailen naar sollicitatie@ nuonsolarteam.com.

Meditatie 19.30-20.30 uur - Wil je graag ontspannen en energiek je weekend in? Met een combinatie van ontspanningsoefeningen en zenmeditatie op vrijdag kom je een heel eind. Locatie: Lange Geer 62, Delft. Tussentijds instromen is mogelijk. Prijs: € 125, studenten € 100 voor 11 bijeenkomsten (t/m 29 juni). Zie www.yogagezondheidscentrumdelft.nl of bel Trudie van Ginkel 015-2124521 of René Janssen 06-41558795.

Vrijdag 30 maart Wetenschapsagenda 15.00 uur – Afscheidsrede prof. dr. R. Boom, faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen. Aangeschoten Wild 15.00-1.15 uur – Aangeschoten Wild is een festival waar naast muzikale acts ook culturele acts aan bod komen. Een kaartje kost 12 euro. Locatie: Lijm & Cultuur, Rotterdamseweg 270 Delft. Onder andere Electric Alleycat, Milkbar en The Secret Love Parade zullen een optreden verzorgen. www.aangeschotenwild.com

Matthäus Passion 19.30 hrs – Choir Delft verzorgt het Matthäus Passion in de Maria van Jessekerk, Burgwal 20, Delft. Kaarten kosten 25 euro, studenten/CJP-houders/65+’ers betalen 20 euro. www.choirdelft.nl

Zondag 1 april International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical
service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.

Maandag 2 april Geomatics Open Guest Lecture 12.45-13.45 hrs - Professor Alex García-Alonso Montayo (The University of the Basque Country – Computer Graphics Group) will give a lecture on the topic ‘3DTV: technologies and challenges’. Registration via e.m.fendel@tudelft.nl.

Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Ecohydraulics in large shallow lakes. Implications for management. Promotie van ir. W.E. Penning. Promotoren: prof. dr.ir. A.E. Mynett en prof.dr. E. van Donk. • 12.30 uur - Low-Power Receive-Electronics for a Miniature 3D Ultrasound Probe. Promotie van ir. Z. Yu. Promotoren: prof.dr.ir. G.C.M. Meijer en prof.dr.ir. N. de Jong. • 15.00 uur - ElectroHydroDynamic Atomisation. Unipolar and bipolar characterisation and modelling. Promotie van ir. S. Verdoold. Promotor: prof.dr.ir. J.J. Heijnen.

Woensdag 4 april Studium Generale 20.00 uur – Veritas-forum: ‘Mag ik je identiteit eens even zien?’ Interactieve avond met standup comedian Raoul Heertje. Hij zal in discussie gaan met een panel van TU-gerelateerde personen en het publiek en proberen door hun circusacts heen te prikken. Locatie: Auditorium Aula TU Delft. Toegang gratis.

Techniek Ontmoetings Punt 20.30 uur - Aan de hand van dia’s bespreekt Ymkje Repko actuele ontwikkelingen op het gebied van bouwen en bouwkunst in Tibet. Locatie: Hippolytusbuurt 14, Delft. www.topdelft.nl

Donderdag 5 april Studium Generale 21.30 uur – Concert: ‘Barokke verstilling in goede week-nocturne’ door vocaal ensemble i buoni antichi. Ver van Parijs en Versailles, buiten grootsteedse chique en de pracht & praal van het hof van Lodewijk de 14e, componeerde Pierre Bouteiller (1655-1717) een prachtige Missa pro Defunctis. Dit vijfstemmige Requiem, onlangs aan de vergetelheid ontrukt door de Franse dirigent Hervé Niquet, staat centraal tijdens het traditionele nocturneconcert. Hippolytuskapel, Oude Delft 118. Toegang gratis.

Donderdag 26 april Symposium ‘Smart Materials’ Het Technologisch Gezelschap organiseert het symposium ‘Smart Materials: Smart Outside, Chemistry Inside’ in het West-

> Vormgeving & Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen Martin Kers (m.kers@tudelft.nl) > Redactieraad dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, mr.drs. S.J. Hessing, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren Sports & Culture

> Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail: delta@tudelft.nl www.delta.tudelft.nl > ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede > Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:delta@henjuitgevers.nl www.linkmagazine.nl > Abonnement

H&J Uitgevers_2x70_zw-w

14-05-2004

Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan.

> HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail hop@xs4all.nl > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.

Voor advertenties bel met:

Voor advertenties bel met:

H & J Uitgevers

H & Postbus J Uitgevers 101 101aan den IJssel 2900Postbus AC Capelle 2900 AC T (010) 451 55 10 Capelle aan den IJsel

F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl

T (010) 451 55 10 F (010) 451Hennie 53 80de Ruyter of Neem contact op met E delta@henjuitgevers.nl Mireille van Ginkel voor nadere informatie. Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie

14:02

cord Hotel te Delft. Een kaartje kost 7,50 euro voor studenten, 10 euro voor Aio’s, 35 euro voor medewerkers van de TU Delft en 55 euro voor overigen. Zie www.tgsymposium.nl voor meer informatie.

Pagina 1

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek “Agenda” in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft.nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.


DELTA. 10 29-03-2012 April 2012

mededelingen Kennisvee

*) These activities are in Dutch only

Events TU Delft Library 6, 8 9

and

and

Het kennisvee bestaat. Gaat in gestage stromen de toekomst tegemoet. Het doet zijn plicht, want ja, dat moet en als je gewoon je best maar doet dan word je aangenomen.

April Open during Easter period

On Good Friday and Easter Sunday and Monday the Library will be open.

12 26

April Social Media Café

19

April Twitter workshop *)

24

April Quick Library Introduction

25

April Meet the rector *)

26

April KNS-D workshop: Mindshift *)

En later zijn we groot en sterk en gaan we dagelijks naar ons werk om goed te doen voor alle mensen en te leven voor hun wensen.

www.library.tudelft.nl/agenda

Kennisvee wordt grootgebracht dan uitgemolken, afgeslacht.

Have a cup of coffee with TU Delft’s social media gurus. for staff & students

Boete hier en boete daar, en niemand die vindt het nog raar dat ons het geld wordt afgenomen.

Learn how to use Twitter in 90 minutes. for staff Learn how to find your way around our collection in this workshop. for staff & library members Debate with the rector about current affairs from the newspapers. for students Workshop about the manipulability of the brain. for students

Rinke Pel, student life sciences & technology aan de TU Delft

Aankondigingen

Activiteitenoverzicht-Agenda-73x100-Delta.indd 1

Studenten Afstudeerprijs Offshore Techniek De afdeling Offshore Techniek van Kivi Niria stelt een jaarlijkse prijs in van 2000 euro voor het beste afstudeerwerk in Offshore Techniek. Zie afdelingen.kiviniria.net/offshoretechniek voor meer informatie. De uiterste datum voor deelname is 31 maart. Groninger Studenten Cabaret Festival Het 26ste Groninger Studenten Cabaret Festival (GSCF) wordt in oktober een feit, maar zonder deelnemers uiteraard geen festival. Het GSCF is een festival voor en door studenten. Het biedt ambitieuze studenten uit heel Nederland met gevoel voor cabaret, een open podium waar men speelervaring op kan doen en naamsbekendheid kan creëren. Selecties vinden plaats op 12 mei in Amsterdam en 19 mei in Groningen. Deadline voor inschrijving is 7 mei. Zie www.gscf.nl voor meer informatie.

Algemeen Forenzen gezocht De TBM faculteit onderzoekt telewerken en het gebruik van reisinformatie door forenzen. Hiervoor zijn wij op zoek naar deelnemers. Reist u één of meerdere keren per week met de auto naar uw werk of studie? Dan nodigen wij u uit om tegen betaling deel te nemen aan een online reis-simulator

27-03-12 16:27

experiment. Het onderzoek zal maximaal 45 minuten (meestal 30 minuten) in beslag nemen. Door deelname aan het onderzoek ontvangt u een beloning van minimaal 10 euro en mogelijk meer (max. 25 euro). De uiteindelijke beloning hangt af van de keuzes die u maakt in het experiment. Als u wilt deelnemen aan dit onderzoek, stuur een e-mail met uw contactgegevens (naam, e-mailadres en hoe vaak u reist met auto) naar R.Lu@tudelft.nl (Zack Lu).

Academische Jaarprijs 2012 De Academische Jaarprijs wil wetenschappelijk onderzoekers, promovendi en studenten motiveren om de resultaten van hun onderzoek actief onder de aandacht te brengen van een breed publiek. De competitie staat open voor teams van de Nederlandse universiteiten, UMC’s, bij KNAW of NWO aangesloten onderzoeksinstituten, TNO, GTI’s en andere niet-commerciële onderzoeksinstituten. De hoofdprijs van 100.000 euro gaat naar het team dat aan het einde van de rit het meest creatieve communicatieplan presenteert. Net als vorig jaar dingen de finalistenteams daarnaast mee naar de Labyrint Publieksprijs, die wordt uitgereikt door het gelijknamige televisieprogramma van VPRO/NTR. De inschrijvingsperiode loopt tot 2 april. www.academischejaarprijs.nl Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenza-

ken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft. nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.30-12.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 015-2788004. E-mail: studentandcareersupport@tudelft.nl; careercentre@tudelft. nl; jn studiekeuze@tudelft.nl. Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl.

Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via internationaloffice@tudelft.nl of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Studium Generale (SG) is geopend van maandag t/m donderdag van 9.00-17.00 uur. SG is gevestigd in de TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. Je kunt vragen stellen via studiumgenerale@tudelft. nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.

Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.

Announcements General Generation ‘92 What is your vision for sustainable living in 20 years’ time? Competition ‘Generation ‘92’ offers the opportunity for young Europeans born in 1991, 1992 or 1993 to make a video showing their vision of a sustainable future. The winners will be invited to take part in an event on sustainable development in Copenhagen on 5 June. The best entries will also win a total of 6000 euro in cash prizes. Entries may be submitted between 1 March and 2 April. See www.eea.europa.eu for more information. Student and Career Support Information The psychologists and the central student and

careers counselors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at studentenpsychologen.tudelft.nl or by sending an email to studentenpsychologen@tudelft.nl. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.30-12.30 hrs. Open office hours of the student counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 hrs and the career counselors

are on Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. More information on www.studentandcareersupport.tudelft.nl or careercentre.tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit smartstudie.tudelft.nl.

International Office Information The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice@tudelft.nl or by phone: 015-2788012. International Student Chaplaincy Looking for a home away

from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www.iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer.

Studium Generale Studium Generale (SG) is open from Monday-Thursday, 9.00-17.00 hrs. SG is located at the TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. For questions send an e-mail to studiumgenerale@tudelft.nl or call 015-2783258 to make an appointment.

15

In memoriam

Prof. dr. E.W. Bijker overleden 1924 - 2012 Eco Wiebe Bijker, Ph.D., M.Sc., emeritus hoogleraar van de TU Delft, overleed op 27 februari 2012 op de leeftijd van 87 jaar. Bijker werd geboren in Utrecht op 29 juni 1924 en voltooide studies in civiele techniek aan de HTS Utrecht in 1944 en aan de TU Delft (met lof) in 1949. Na zijn studie in Delft trad hij in dienst bij het toenmalige Waterloopkundig Laboratorium. Hij werd daar achtereenvolgens afdelingshoofd, hoofd van het Laboratorium De Voorst en adjunctdirecteur. Wereldfaam verwierf hij met zijn bijdragen aan de kustwaterbouw. Hij deed belangrijk onderzoek naar de schaalregels voor kustmodellen en ontwikkelde zijn formule voor golfgedreven langstransport langs zandige kusten. Dit werk leidde uiteindelijk tot zijn promotie aan de TU Delft in 1967. Al in 1957 raakte Bijker betrokken bij het onderwijs als docent aan de toenmalige Internationale Cursus (nu Unesco-IHE). Hij vervulde deze taak gedurende veertig jaar en droeg zo in belangrijke mate bij aan het vestigen van de naam van Nederland als vooraanstaande speler in de (kust) waterbouw. Via zijn internationale studenten werd zijn benadering, die altijd was gebaseerd op een combi-

natie van theorie en praktijk, in de hele wereld geaccepteerd en uitgedragen. Zijn bemoeienis met het onderwijs werd sterk geïntensiveerd na zijn benoeming tot hoogleraar kustwaterbouwkunde aan de TU Delft. Ook hier ontpopte hij zich als een gedreven en inspirerend docent die gedurende meer dan twintig jaar sterk heeft bijgedragen aan de vorming van generaties Nederlandse kustwaterbouwers. Naast zijn werk aan de TU was Bijker nauw betrokken bij het werk van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen, de CUR en de Commissie Bodemdaling. Kort voor zijn pensionering organiseerde Bijker in 1990 de International Conference of Coastal Engineering in Delft. Bijker werd meerdere malen onderscheiden, onder andere met de International Coastal Engineering Award van de ASCE en de onderscheiding Knight in the Danebrog Order (Denemarken). Prof. ir. Kees d’Angremond, emeritus professor in hydraulic engineering en prof.dr.ir. Marcel Stive, hoogleraar waterbouwkunde aan de Civiele Techniek en Geowetenschappen.

De School of Medical Physics and Engineering Eindhoven (SMPE/e) van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) zoekt samen met opleidingsziekenhuizen kandidaten voor

klinisch informaticus in opleiding Gestationeerd in de opleidingsziekenhuizen volgen de kandidaten een tweejarig postacademisch opleidingstraject, aansluitend op een passende academische studie (natuurkunde, (medische) informatica, elektrotechniek, technische bedrijfskunde, biomedische technologie of gelijkwaardig). Kandidaten met enige jaren relevante ervaring (werk of promotieonderzoek) zijn eveneens van harte welkom. SMPE/e verzorgt de opleiding vanuit Eindhoven in de vorm van colleges, workshops, (internationale) conferenties en seminars. Daarnaast is er een intensieve begeleiding van de kandidaten door deskundigen uit de zorg en SMPE/e. Ook door de intensieve onderlinge contacten in de opleidingsgroep krijgen de kandidaten een ziekenhuisoverstijgend inzicht in het vakgebied. Opleidingsziekenhuizen: BovenIJ Ziekenhuis (Amsterdam); Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (Nijmegen); Catharina Ziekenhuis (Eindhoven); Erasmus Medisch Centrum (Rotterdam); Leids

Universitair Medisch Centrum; NKIAVL (Amsterdam). Functie-inhoud: De snel voortschrijdende digitalisering in de zorg vraagt om een nieuwe beroepsgroep in het ziekenhuis. Klinisch informatici denken procesmatig om de informatiestromen binnen een ziekenhuis te overzien en op basis van een grondige analyse ontwerpen zij een infrastructuur. Hierbij gebruiken zij commercieel beschikbare bouwstenen. Actuele kennis op het gebied van informatievoorziening en ICT is hiervoor vereist. Goede communicatie binnen de kliniek en daarbuiten bepaalt het succes van menig project. Op strategisch niveau maken klinisch informatici het informatiebeleid op medisch en niet-medisch terrein. Ook leren zij om leiding te geven aan projectgroepen. De klinisch informaticus bouwt een brug tussen het zorgproces, de bestuurlijke omgeving en de informaticaomgeving van het ziekenhuis. Zie de website van SMPE/e voor projectomschrijvingen.

LEES ‘M ONLINE! WWW.DELTA.TUDELFT.NL

Arbeidsvoorwaarden: Tijdelijke aanstelling voor twee jaar in het ziekenhuis (0.8 fte) en op de TU/e (0.2 fte). Bandbreedte van het totale salaris is € 2000,- tot € 3500,- per maand (afhankelijk van achtergrond en werkervaring). Aanvang opleiding: 1 september 2012. Sollicitaties: Sollicitaties met indicatie van ziekenhuis van voorkeur inclusief CV en korte omschrijving van relevante projecten (afstuderen, promotie, werk) graag vóór 1 mei 2012 sturen naar: smpee.qmi@tue.nl. Selectiegesprekken vinden plaats op 10, 11 en 24 mei 2012. Voor inlichtingen kunt u contact opnemen met: SMPE/e (T: 040 247 5897), ir. Guido Zonneveld (T: 035 688 7877) of dr. Michiel Sprenger (T: 06 4377 5746). Website www.smpee.tue.nl [QMI].


DELTA. 10 29-03-2012

lifestyle

16

fietsenmakers

Bumperkleven mag Meer asfalt om het fileprobleem tegen te gaan? Welnee, meer auto’s! Die ook nog eens zoveel mogelijk bumperkleven. Vier 3mE-studenten onderzochten hoe je dat zo veilig en efficiënt mogelijk maakt.

heimwee Gabriele Bulgarini (26, technische natuurkunde) uit Milaan is verzot op zijn espresso. En dan natuurlijk alleen gezet met de moka’s van het merk Bialetti, volgens hem het beste merk die de beste aroma geeft. De pruttelpotjes komen ook allemaal uit Milaan. Als de moka’s nieuw zijn, zet hij er eerst verschillende keren koffie mee om het apparaat de juiste smaak te laten afgeven. De drank zelf giet hij door de gootsteen. Ieder apparaat heeft ook zijn eigen karakter. Dit zijn subtiele verschillen, die volgens hem alleen worden geproefd door een echte liefhebber. (Foto: Hans Stakelbeek)

In de rubriek Heimwee portretteert fotograaf Hans Stakelbeek buitenlandse studenten met een object dat hen herinnert aan hun thuisland. Meedoen? Mail naar delta@tudelft.nl

maurits van der ven

Boterhamcultuur De alfa onder druk, dat is geen nieuws. Teruglopend aantal inschrijvingen, beperkt maatschappelijk nut, te duur. Talenstudies worden samengevoegd of verdwijnen helemaal uit de curricula. Binnenkort kan bijvoorbeeld Portugees niet meer aan de Nederlandse universiteit worden gestudeerd. Vorige week hield Maarten Asscher, voormalig directeur Kunsten op het ministerie van OCW, een vlammend betoog tegen de verarming van de alfafaculteiten op de Nederlandse universiteiten. Heel vervelend allemaal: taal is immers de basis van beschaving en dient te allen tijde te blijven bestudeerd, aldus Asscher. Een niet onbetwistbare waarheid die volgt uit elitaire waarden en normen. Daarnaast schijnt enkel en alleen universitair Portugees onze bedrijven van de juiste babbel te voorzien in booming Brazil. Asscher overdrijft de zaak. Het studieaanbod fluctueert al sinds er universiteiten bestaan. Krimpende studiegebieden kunnen bij economisch herstel altijd weer groeien. Belangrijker: hij vergeet dat het onze grote welvaart is die zijn geliefde wetenschap mogelijk maakt, én moreel rechtvaardigt. En daar zit `m de crux; het zijn namelijk de

ingenieurs die in deze dagen de rijkdom maken. Zij zijn de motoren van onze economie. In de toekomst zijn het helaas niet de werkloze historici en filosofen die ons op het (economisch) wereldtoneel zullen houden. Natuurlijk is er meer tussen hemel en aarde dan koopkrachtcijfers alleen. Op patat en cola wordt het ook niks, zo vatte een licht geïrriteerde Asscher het culturele doemscenario samen. De studie van taal en cultuur kan dan ook absoluut niet worden afgedaan met de inhoudsloze term ‘linkse hobby’. Waar het om gaat is dat ook cultureel geëngageerd Nederland de realiteit onder ogen moet zien. Dat het gros van onze poldergenoten nooit in de boekhandel komt en de reeds overleden Jan modaal zijn boterham nou eenmaal niet besmeert met klassieke oudheid. De realiteit dwingt ons op dit moment minder geld uit te geven. De prioriteit moet deze dagen dan ook liggen bij opleidingen waar de maatschappij naar vraagt. Techniek dus. Als we dat doen dan blijft Nederland waar we horen. Bij de welvarendste landen ter wereld. En dan kan Asscher over een paar jaar weer gewoon het Akkadische spijkerschrift bestuderen aan de Ivoren Universiteit.

Een beetje moderne auto is uitgerust met allerhande fijne snufjes, die het rijden niet alleen luxer maar vooral ook veiliger maken. Adaptive cruise control bijvoorbeeld, waarbij een radar in de auto de snelheid van zijn voorganger meet, en daar zijn eigen snelheid op aanpast. Hartstikke handig voor de luie automobilist, maar er kleeft één nadeeltje aan: “Je moet behoorlijk wat afstand houden. Als je voorganger plotseling remt, zit je er anders zo bovenop”, aldus 3mE-student Caspar Gevaerts (23). “Alleen, als je veel afstand houdt, schieten er dus ook auto’s tussen jou en je voorganger. Dan kun je je hele adaptive cruise control opnieuw instellen.” Samen met Albert Aalbers (21), Debbie Smans (25) en Koen van Witteveen (23) ontwikkelde hij voor zijn bachelor-eindproject daarom cooperative adaptive cruise control. Die gaat een stapje verder: hij geeft de positie, snelheid en versnelling van de auto voor je door aan jouw auto. “Daarmee is het uiteindelijk mogelijk om tot op twee centimeter afstand van je voorganger te rijden”, zegt Gevaerts, “en passen er dus meer auto’s op de weg.” Dat op zich is niet zo nieuw – in 1996 lukte iets dergelijks al met identieke auto’s die op tien centimeter van elkaar reden – maar de studenten onderzochten ook nog of niet alleen de auto voor je zijn gegevens kan koppelen aan de jouwe, maar ook de auto dáárvoor. “Mensen die al wat langer autorijden, kijken namelijk ook altijd een paar auto’s vooruit; ze anticiperen”, aldus Gevaerts. Het was geen grote verrassing dat ook dat mogelijk bleek. Er kleven alleen ook wat nadelen aan de techniek. Zo zou 70 tot 80 procent van de auto’s ermee uitgerust moeten zijn, anders heeft jouw auto geen andere auto’s om mee te ‘communiceren’. Maar niet iedereen koopt tussen nu en heel snel een dikke nieuwe auto waar het systeem standaard in zit, dus hoe bereik je dat? Gevaerts: “Je zou auto’s er vanaf nu standaard mee kunnen uitrusten. Als je het systeem dan over twintig jaar activeert, weet je zeker dat 70 procent van de auto’s erop werkt.” Daarnaast zouden auto’s met cooperative adaptive cruise control eigenlijk een eigen baan moeten hebben, anders krijg je een slinger auto’s op de middelste baan die het van baan verwisselen voor andere auto’s onmogelijk maakt. En last but not least: laat automobilisten er maar eens op vertrouwen, want zó dicht op je voorganger rijden, is natuurlijk doodeng. “Ook dat heeft tijd nodig”, denkt de student. “Het moet echt 100 procent fail proof zijn voordat mensen ermee durven rijden.” Vooralsnog duurt het dus nog minstens een generatie voordat de snelwegen nog voller zijn, maar het fileprobleem is opgelost. Dát het een oplossing is, is zeker. “Geen idee of er nu nog verder onderzoek naar komt”, zegt Gevaerts. “Dat moet onze begeleider maar op waarde schatten.” (JH)

In het systeem van Caspar Gevaerts en consorten kunnen auto’s met elkaar ‘communiceren’ en zo tot op twee centimeter van elkaar rijden. (Foto: Sam Rentmeester) Onderzoek: ‘Cooperative adaptive cruise control, the implementation of multi-vehicle acceleration data’ Eindcijfer: 7,5

kriep


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.