DOOR Kyra Kuitert fotografie Carolien van den Handel
tulpia reizen
Ervaar...
het Limburgse heuvellandschap Limburg is onze meest ‘buitenlandse’ provincie. Langs de Maas in het noorden en midden glooit het landschap licht, in het zuiden ‘heuvelt’ het stevig. Op de hellingen liggen soms prachtige boomgaarden en er zijn zelfs wijngaarden! Een schitterend gebied om te voet te ontdekken, zo leert deze nieuwe aflevering van de serie ‘Wandelen met Kyra Kuitert’.
V
ele miljoenen jaren overspoelde de zogeheten Krijtzee grote delen van West-Europa. In die tijd, het valt nu moeilijk voor te stellen, vormde Zuid-Limburg de kust. Schelpen en kalkrijke zeedieren vormden op de bodem een dikke laag kalk. Later zou het land langzaam omhoog worden gedrukt. Rivieren en beken zochten zich daar een weg door en slepen dalen uit. In de langgerekte, smalle hellingbossen en op de rotsige dalwanden leven planten- en dierensoorten die nergens anders in Nederland worden aangetroffen, zoals orchideeën en bijzondere vlindersoorten. Het golvende landschap bedekt bodemschatten als steenkool en mergel. Dat had helaas minder fraaie gevolgen: de vestiging van steenkolenmijnen, met bijbehorende donkere steenbergen en fabriekscomplexen, en grote mergelafgravingen hebben hun sporen in het Limburgse land achtergelaten. Daarnaast heeft de winning van grind, bruinkool en zilverzand enorme gaten in het gebied achtergelaten. Ook de winning van kalksteenblokken ten behoeve van de huizenbouw had gevolgen voor het landschap. Eerst begon men dit gesteente aan de oppervlakte te winnen maar al vanaf de Middeleeuwen werden er ondergrondse,
62 Tulpia / jaargang 05 / nr 18
soms zeer complexe, gangenstelsels aan gelegd. Er zijn 170 ondergrondse labyrinten geteld, waarvan de grootste in de SintPietersberg, met een totale ganglengte van ongeveer 200 kilometer. Een aantal van deze onderaardse stelsels, zoals in het toeristische Valkenburg, worden geregeld opgesteld voor bezoekers. Ze zijn zeker een bezoek waard. Tijdens het Pleistoceen (het tijdperk dat 2,5 miljoen jaar geleden begon) zijn grote delen van Zuid-Limburg nog eens afgedekt met een laag fijnkorrelige leem, die door de wind vanuit noordelijker streken werd aangevoerd. Dit is de bekende vruchtbare lössgrond. Agrarisch gezien is Limburg onze meest evenwichtig gemengde provincie. Van alles is er ongeveer evenveel: tuinbouw, akkerbouw, intensieve veehouderij en melkvee. Het noorden van Limburg heeft eigen specialiteiten als asperges, champignons en aardbeien. Er zijn veel boeren die fruit te koop aanbieden. Ga er beslist eens langs, al was het maar om de spreekwoordelijke Limburgse gemoedelijkheid en gastvrijheid te ervaren! Op een mooie voorjaarsdag lopen wij in Zuid-Limburg een deel van het Pelgrimspad. De naam van dit pad verwijst speels naar de oude pelgrimsroute naar Santiago de
‘Het Pelgrimspad heeft een totale lengte van 465 kilometer’ Compostella in Spanje. Het volledig gemarkeerde Pelgrimspad heeft een totale lengte van 465 kilometer en loopt van Amsterdam, via ’s-Hertogenbosch naar de Belgische grens onder Maastricht. De route voert langs een aantal (kleinere) bedevaartsplaatsen en andere plaatsen van religieus belang in de provincies Brabant en Limburg. Wij beginnen de route bij het station van Voerendaal en lopen in zuidelijke richting. De route is goed te volgen met behulp van het wandelgidsje van het Pelgrimspad, dat we bij de bibliotheek hebben gehaald, en via de roodwitte markeringen onderweg. Onze 10-jarige medewandelaar vond het een leuk spelletje om te zien wie als eerste deze merktekens opmerkte. Nadat we onder de snelweg door zijn, wordt het rustig en lopen we langs een heuvelachtig open terrein. Vanaf het plaatsje Ubbachsberg wordt het landschap