VOORBIJ DE ‘WAAN VAN DE DAG’ VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST VAN TRANSPORT
Inhoudsopgave
Inleiding ___________________________________________________ 3
Samenvatting onderzoeksrapport Panteia _________________________ 4 Voorbij de ‘waan van de dag’ _________________________________ 4 Transport in de afgelopen 50 jaar ______________________________ 6 Uitdagingen in 2013 ________________________________________ 8 Ontwikkelingen ___________________________________________ 10 Tot 2025: in teken van hervorming en informatisering _____________ 12 Na 2025: energietransitie __________________________________ 14
Samenvatting onderzoeksrapport Anker Solutions __________________ 16 De toekomst van de Nederlandse transportsector ________________ 16
De ambities van TVM verzekeringen _____________________________ 22
Colofon: Juni 2013. Deze eenmalige uitgave kwam tot stand in samenwerking met Panteia, BKB, Anker solutions en TVM verzekeringen. Redactie: Jolanda Metselaar-Vos (TVM), Annetta de Vries-Tabak (TVM) en Bianca Pander (BKB) Deze samenvatting en de volledige onderzoeksrapporten zijn beschikbaar via www.tvm50jaar.nl
2
Inleiding
D
e afgelopen dagen heb ik me met meer dan gemiddelde interesse verdiept in de toekomst van de Nederlandse transportsector en de rol die TVM verzekeringen daar in zou kunnen en moeten spelen. Niet voor niets natuurlijk, het 50-jarig jubileum van TVM vraagt om een terugblik, een klein beetje nostalgie en trots waar we staan. Maar een jubileum vraagt vooral om een blik vooruit.
Belangrijkste nieuws: de Nederlandse bevolking erkent dat de transportsector een belangrijke bijdrage levert aan de Nederlandse economie. Daarvan zijn ze, blijkt uit onze peiling die we ook onder de transportsector zelf deden, zelfs meer overtuigd dan de sector zelf. Ook de bijdrage die de sector levert aan werkgelegenheid wordt zeer gewaardeerd. Maar Anker Solutions constateert meer. De Nederlandse bevolking is onder de indruk van het werk van u en ons allen. Maar ze verwacht ook wat van ons. Ook hier drie punten: 1. Het Nederlandse publiek verwacht dat de transportsector zich nog meer bezighoudt met duurzaamheid en innovatie op dat vlak. Nieuwe ambities worden hier zeer gewaardeerd. 2. Alles wat de transportsector aan veiligheid doet is goed. Men is tevreden over de toegenomen veiligheid van het verkeer, maar verwacht daarvoor blijvende aandacht en progressie. 3. Ook het Nederlandse publiek wil graag meer zien op het gebied van innovatie. Het blijvend vooroplopen in effectiviteit en kwaliteit en investeren in kennis wordt zeer gewaardeerd. Opdat de transportsector een sector blijft waar Nederland trots op kan zijn.
Bij die terug- en vooruitblik werden we overigens goed geholpen. In dit magazine treft u een samenvatting van het rapport van Panteia, een onderzoeksinstituut dat onder andere de toekomst van het transport in kaart brengt. Speciaal voor ons keken ze terug op 50 jaar vervoer in Nederland en de ontwikkelingen die we de komende 50 jaar gaan zien. Drie punten uit het rapport van Panteia wil ik met u delen. Panteia geeft namelijk haarscherp aan waarin de transportsector de komende jaren moet investeren. Niet dat het grote verrassingen zijn, maar toch, het is goed om te realiseren op welke terreinen u en TVM de komende tijd extra moeten letten. Dat zijn: 1. Technologische ontwikkeling en verandering, met name in de ICT. Twintig jaar geleden zagen we niet aankomen hoe mobiele telefonie en mobiel internet de sector zouden veranderen, de komende jaren komen nieuwe revoluties op ons af. 2. Duurzaamheid. De komende jaren wordt dit in toenemende mate belangrijk. Door striktere regelgeving en nieuwe energievormen zullen we gezamenlijk moeten zoeken naar vervoersvormen die schoon, efficiënt en effectief zijn. 3. Door technologische (3D printen bijvoorbeeld) en duurzame (CO2-reductie) kwesties verandert de sector ook in structurele zin ingrijpend. Verschillen tussen stedelijk, regionaal en internationaal vervoer worden groter. Daar zullen u en ik zich ook op moeten voorbereiden.
Het zijn allemaal prachtige resultaten, die u veel uitgebreider in deze uitgave kunt lezen. Persoonlijk ben ik er ook trots op dat Nederlanders uiterst positief oordelen over TVM, als coöperatieve verzekeraar. In een tijd waarin de financiële wereld onder druk staat vindt het Nederlandse publiek het prettig dat we een coöperatie zijn, zonder winstoogmerk met oog voor ontwikkelingen in de samenleving en bij de leden. Het past uitstekend bij de ontwikkeling die we samen met u de komende jaren willen doormaken als betrokken mobiliteitsverzekeraar met coöperatieve grondslag. Waarbij onze TVM foundation projecten van leden in de samenleving steunt. We hard zullen werken aan onze rol als aanjager en facilitator voor kennis en vernieuwing. En waarbij we van verkeersveiligheid ons paradepaardje blijven maken.
Tegelijkertijd liet TVM het bureau Anker Solutions door middel van focusgroepen en een kwantitatieve peiling onderzoek doen naar de mening van de Nederlandse bevolking over de transportsector en TVM. Mooiste nieuws, om dat alvast te verklappen, is dat de transportsector en TVM er goed voor staan. Ook al moeten we daar wel iets voor blijven doen!
Veel leesplezier en inspiratie gewenst! Arjan Bos Bestuursvoorzitter
3
Voorbij de ‘waan van de dag’ De transportsector heeft doorgaans een korte horizon en speelt voortdurend in op de behoeften van opdrachtgevers en eisen vanuit beleid en regelgeving. Zelden gunt de sector zich de tijd om de dagelijkse gang van zaken naast zich neer te leggen en eens rustig vooruit te kijken.
R
eden voor TVM verzekeringen om ter gelegenheid van haar 50-jarig jubileum ondernemers eens uit de dagelijkse praktijk te halen en ze te confronteren met een toekomstbeeld van de transport- en logistieke sector. Vandaar dat TVM aan Panteia opdracht heeft verleend om een toekomstbeeld te schetsen voor haar klantgroepen: wegvervoer, binnenvaart en autoleasemaatschappijen, waarbij het accent van het onderzoek op wegvervoer ligt. Bij een toekomstbeeld doemen al snel futuristische beelden op waarmee bedrijven actief in de sector zich zelden kunnen vereenzelvigen. Deze studie richt zich op de ondernemer, waarbij de focus ligt op de praktijk. Onderscheid is gemaakt tussen een toekomstbeeld voor de middenlange termijn tot 2025 en één voor de periode daarna. Daarvoor zijn keuzes gemaakt die arbitrair zijn. Het gaat echter niet om het exacte eindpunt, maar om de richting. Om die richting te bepalen is niet alleen vooruit gekeken, er wordt ook geleerd van ervaringen uit het verleden.
Voor dit onderzoek zijn, in lijn met de coöperatieve achtergrond van TVM, gesprekken en discussies gevoerd met ondernemers en vertegenwoordigers van brancheorganisaties en ministerie. Tevens is gebruik gemaakt van de aanwezige sector expertise van Panteia en zijn externe bronnen geraadpleegd met betrekking tot trends en ontwikkelingen.
Samenvatting onderzoeksrapport Panteia
4
Niet alleen vooruit kijken, maar ook leren van ervaringen uit het verleden.
5
Lessen uit het verleden
Transport in de afgelopen 50 jaar De afgelopen vijftig jaar ging de ontwikkeling van de transportsector hand in hand met de ontwikkeling van de conjunctuur. De manier waarop we transporteren is, afgezien van de introductie van de container en het gebruik van internet en digitalisering, niet schokkend veranderd. Wel is sprake van een duidelijke schaalvergroting en globalisering.
H
et gemiddeld aantal medewerkers per wegtransportonderneming is van vier in 1960 naar elf in 2013 opgelopen. Een vergelijkbare ontwikkeling is te zien in de binnenvaart. In 1975 was het gemiddeld motorschip een schip met bijna 600 ton laadvermogen. In 2013 lag het gemiddeld laadvermogen op ongeveer 1.200 ton. Ook is liberalisering van grote invloed geweest op de ontwikkeling van het transport. Wegvervoer is in toenemende mate het transport gaan bepalen, zeker op de nationale markt. Als gevolg van technische vooruitgang en een betere informatievoorziening verloopt de afwikkeling van een keten ook veel sneller. In de jaren tachtig is het grensoverschrijdend vervoer door Nederlandse wegtransporteurs explosief gegroeid. Nederlandse bedrijven profiteerden van de handelsgeest, de globalisering en het feit dat Duitse en Franse vervoerders zich vooral focusten op hun binnenlandse markt. Vanaf de jaren negentig is het grensoverschrijdend vervoer weer afgenomen. Door de liberalisering van de transportmarkten en de val van de Berlijnse Muur zijn in toenemende mate Oost-Europese vervoerders het grensoverschrijdend vervoer in Europa gaan uitvoeren. Ondanks de globalisering kende de Rotterdamse haven tussen 1975 en 2000 nauwelijks een volumegroei. Het containervervoer is daarop een positieve uitzondering. De container is in de afgelopen 50 jaar het vervoer gaan bepalen en heeft intermodaal vervoer mogelijk gemaakt. De Rotterdamse haven is tussen 2000 en 2010 wel aanzienlijk gegroeid. Er heeft
Samenvatting onderzoeksrapport Panteia
een verschuiving van bulk naar stukgoed plaatsgevonden. Maar ook de natte massagoederen en dan met name de minerale olieproducten zijn sterk gegroeid. Als reactie op het ingezette beleid is transport veel veiliger en duurzamer geworden. Het wegvervoer en de zakelijke markt zijn al sinds begin jaren negentig bezig met het vergroenen van de uitstoot door de komst van de euronormering. De binnenvaart is pas een decennium later begonnen door de introductie van de CCR-norm (emissienorm binnenvaart motoren). Het blijkt dat er grote inspanningen nodig zijn om het verkeer veiliger te maken. Het Europese beleidsdoel om het aantal verkeersdoden te halveren tussen 2001 en 2010 is bijvoorbeeld niet gehaald. In plaats van een halvering is ‘slechts’ een reductie van 40% gerealiseerd. Het huidige beleid in Nederland is holistischer geworden dan in de jaren negentig. Zo wordt steeds meer de koppeling gelegd met de economische ontwikkeling. Waar vroeger het accent sterker lag op de ontwikkeling van een fysiek netwerk en infrastructuur is vandaag de dag de organisatie van logistiek in combinatie met een goede ICT-infrastructuur belangrijker geworden. Dat voorspellen moeilijk is, blijkt ook uit het transportverleden. De snelle groei van de container is lange tijd onderschat en de introductie van internet en de bijbehorende toepassingen voor transport zijn niet gesignaleerd.
6
Als gevolg van technische vooruitgang en een betere informatievoorziening verloopt de afwikkeling van een keten ook veel sneller.
Uitdagingen in 2013 Mondiale uitdagingen Op mondiaal niveau zijn er drie belangrijke uitdagingen waar iedereen vroeg of laat mee te maken krijgt. Deze uitdagingen zijn onderling met elkaar verweven. Het betreft de gevolgen van de klimaatverandering, de huidige economische crisis en het energievraagstuk. Actie is vereist om de nadelige gevolgen van deze problemen tegen te gaan. Een duidelijk geformuleerd beleid dat goed gehandhaafd wordt, zal de basis moeten zijn. Vanuit technologische innovatie zal een structurele oplossing voor de problemen gezocht moeten worden. De transport en logistieke sector moet hierop inspelen, aangezien zij relatief veel CO2-uitstoten en een belangrijk deel van de energie verbruiken.
Richting van beleid
Het beleid van de Europese Commissie (EC) is een steeds zwaardere stempel gaan drukken op de beleidslijnen van de individuele lidstaten. Samenvatting onderzoeksrapport Panteia
Het beleid van de Europese Commissie (EC) is een steeds zwaardere stempel gaan drukken op de beleidslijnen van de individuele lidstaten. In het Europees beleid wordt duidelijk prioriteit gegeven aan het inspelen op de mondiale milieuvraagstukken van CO2-reductie en energietransitie. Andere elementen die terugkomen zijn de ontwikkeling van een TEN-T netwerk (Trans-Europees Transport Netwerk) dat compleet, intelligent en veilig is. Verder gaat er aandacht naar het realiseren van een ‘level playing field’ in Europa. Op dat laatste punt ontbreekt het de EC nog aan voldoende mandaat. Lidstaten en werkgevers en werknemersorganisaties spelen hierin ook een belangrijke rol via sociale en fiscale afspraken. Verder probeert men in te spelen op krimp en vergrijzing van de Europese arbeidsmarkt.
8
De Europese Unie heeft de ambitie uitgesproken om in 2050 een CO2-reductie van 80 tot 95% ten opzichte van 1990 te bereiken. De Europese Commissie heeft in het ‘witboek transport’ haar doelstellingen geformuleerd en streeft naar een reductie van de CO2-uitstoot in het wegvervoer van 60% in dezelfde periode. Ook zal een nieuw netwerk voor veiliger verkeer met minder verstoppingen dat zich sneller en vlotter kan verplaatsen, moeten zorgen. Tegen 2050 moet een ruime meerderheid van de Europeanen en bedrijven zich op maximaal 30 minuten van zo’n toevoernetwerk bevinden. Ten aanzien van de veiligheid wil men een reductie van het aantal verkeersdoden tot nagenoeg nul in 2050. In 2020 moet een halvering gerealiseerd zijn. Tevens moeten de diverse modaliteiten beter op elkaar aansluiten. Binnenvaart en spoor moeten samen met de inlandterminals en de Europese havens veel meer een integraal netwerk gaan vormen. Vanuit Brussel is jarenlang beleid gevoerd om het duurzame vervoer over het water en via het spoor te promoten en het wegvervoer aan banden te leggen. Inmiddels is het zogenaamde modal-shift beleid ingeruild voor het synchromodaal beleid. Dit is het optimaal en duurzaam inzetten van de verschillende transportmodaliteiten binnen een netwerk. Desondanks moet tegen 2030 minimaal 30% van het goederenvervoer over afstanden van meer dan 300 km per spoor of over het water plaatsvinden en tegen 2050 meer dan 50%. Dit kan dankzij efficiënte en groene goederencorridors. Om die doelstelling te bereiken moet een aangepaste infrastructuur worden uitgebouwd.
Uitdagingen ondernemers Het ingeslagen pad naar één Europese interne markt is een verandering die de transportsector continu bezig-
Versnippering van de markt, overcapaciteit en ongelijkheid in omstandigheden zorgen voor stevige concurrentie.
houdt. Versnippering van de markt, overcapaciteit en ongelijkheid in omstandigheden zorgen voor stevige concurrentie. Bedrijven proberen via een strategie van ‘operational excellence’ en een hoge mate van service zich te onderscheiden van de concurrent. Dit geeft een continue prijsdruk, waardoor marges laag zijn en er slechts beperkte ruimte is voor investeringen. Door de crisis teren transportbedrijven in op het eigen vermogen, dat ooit is opgebouwd door investeringen in grond en gebouwen. Het uitblijven van economisch herstel duurt echter te lang. In de binnenvaart wordt deze uitdaging vergroot, doordat jarenlang te veel is geïnvesteerd in nieuwbouw van grote schepen waardoor de overcapaciteit buiten proportioneel groot is. Tegelijkertijd is er vanuit opdrachtgevers en overheden een toenemende druk op transportbedrijven om de CO2-uitstoot te beperken. Naast het daadwerkelijk terugdringen van de CO2-uitstoot, is het objectief onderbouwen van zo’n afname een belangrijk vraagstuk dat ondernemers bezighoudt. Het ontbreekt aan een gedragen standaard voor CO2-calculatie. Voorlopig maakt iedereen zijn eigen subjectieve calculaties, waardoor selectie van een ondernemer lang niet altijd op de juiste gronden plaatsvindt. Het voorkomen van transport is één van de eerste mogelijkheden om de CO2-uitstoot te beperken. Dit verhoogt de druk op efficiëntieverbeteringen. Andere effectieve alternatieven zijn de toepassing van alternatieve brandstoffen of het gebruik van aerodynamische toepassingen. De binnenvaart presteert op het gebied van CO2-uitstoot beter dan het wegvervoer, als gevolg van de grote hoeveelheden per transporteenheid. Op het gebied van fijnstof en NOx-uitstoot loopt de binnenvaart echter ver achter op het wegvervoer. De lange levensduur van schepen en motoren en de beperkte omvang van de markt belemmert de adoptie van nieuwe technologie, waardoor men moet waken niet verder achterop te raken.
Sinds de crisis is sprake van frequentere en sterkere schommelingen in het volume. Transportbedrijven moeten hierop kunnen inspelen en daarom wordt flexibiliteit gevraagd van mens en materieel. Dat is niet eenvoudig aangezien een belangrijk deel van de kosten loonkosten betreffen en die doorgaans in contracten zijn vastgelegd. De binnenvaart staat voor een aantal andere uitdagingen. Die uitdagingen hebben betrekking op de organisatie van transport. Efficiënter omgaan met de fragmentatie van lading en schepen, onverwachte wachttijden bij terminals in de zeehavens en het ontbreken van een integrale informatie-uitwisseling tussen ketenpartijen zijn hiervan voorbeelden. De Nederlandse autoleasemarkt schaft jaarlijks voor circa 4 miljard euro aan personen- en bestelauto’s aan ten behoeve van ondernemers en organisaties. Leasing is een belangrijke vorm van financiering voor het bedrijfsleven. Steeds meer bedrijven onderkennen dat. Van elektrisch rijden wordt veel verwacht. De belangrijkste bottleneck is vooralsnog de energie-infrastructuur. Door het andere schade-, gebruiks-, kosten- en onderhoudsprofiel ten opzichte van benzine- en dieselauto’s vormt het managen van elektrische auto’s een uitdaging voor leasemaatschappijen. De auto van de zaak is nog steeds een belangrijke arbeidsvoorwaarde, maar als statussymbool minder belangrijk dan 10 jaar geleden. Hoewel het aandeel nog gering is zal het belang van de multimodale mobilist toenemen. De leasemarkt zit midden in deze ontwikkelingen en ontwikkelt nieuwe concepten. De nieuwe leasevormen zoals kort, flexibel en betalen naar gebruik worden momenteel uitgeprobeerd. Ook nieuwe leaseklanten komen in aanmerking, zoals de zzp-er en de flexwerker. Uitdaging is dan wel de garantstelling.
9
Technologie en transparantie als drijvende krachten
Ontwikkelingen In essentie gaan twee ontwikkelingen een belangrijke rol spelen in de toekomst: de technologische ontwikkelingen en de behoefte aan transparantie.
O
p het gebied van de informatie- en communicatietechnologie is een ware revolutie gaande. Niet alleen volgen belangrijke ontwikkelingen zich steeds sneller op, innovaties voltrekken zich ook met een exponentiĂŤle snelheid. Dit betekent dat dergelijke ontwikkelingen voor veel mensen pas laat zichtbaar worden. Daarin schuilt het risico voor ondernemers. Het niet tijdig anticiperen op deze technologische ontwikkelingen kan betekenen dat het vertrouwde business model achterhaald raakt. Voorbeelden van technische ontwikkelingen op de korte termijn zijn 3D-printing en augmented reality. Op de langere termijn worden ontwikkelingen zoals ombemand rijden of zelf denkende pakketjes een resultaat
Samenvatting onderzoeksrapport Panteia
van technologische vooruitgang. Technologie gaat echter ook een wezenlijke rol spelen in de vergroening van onze energievoorziening. De technische mogelijkheden om zonne-energie en windenergie te benutten bestaan al, de efficiĂŤntie van deze technieken gaat op de lange termijn sterk verbeteren. In de maatschappij ontstaat een toenemende behoefte aan transparantie. De consument neemt noodgedwongen het heft steeds meer in eigen hand. Zo schakelt men over op eigen energieproductie of worden alternatieven voor de geldstroom bedacht. Instituten die niet willen veranderen worden langzaam onder druk gezet door een collectief van individuen.
10
Voorbeelden van technische ontwikkelingen op de korte termijn zijn 3D-printing en augmented reality.
11
Transport in de komende 50 jaar
Tot 2025: in teken van hervo In de periode tot 2025 zal de uitdaging van de economische crisis naar verwachting overwonnen worden, alhoewel dit langer zal duren dan menigeen voorspelde. De effecten van klimaatverandering en het energievraagstuk zullen in deze periode onvoldoende onder controle worden gekregen, al wordt wel door technische ontwikkeling de basis gelegd voor een structurele oplossing na 2025.
A
ls de tijdlijn uit het verleden wordt doorgetrokken, dan is de huidige economische crisis voorlopig nog niet ten einde. Naar verwachting zullen de transportvolumes tot 2020 zeer traag herstellen. Dit negatieve sentiment resulteert in een kritische reflectie op de eigen bedrijfsvoering. In het wegvervoer hebben bedrijven redelijk kunnen anticiperen op deze omstandigheden. De komende periode wordt verder gesneden in de kosten en worden minder renderende activiteiten stopgezet. Het is zeer waarschijnlijk dat door traag herstel van de economie het aantal wegvervoerbedrijven de komende jaren significant gaat afnemen als gevolg van bedrijfsbeëindiging, overnames en faillissementen. In de binnenvaart zal die hervorming minder geleidelijk gaan. Hier is de noodzaak tot hervormen groot als gevolg van de ruime overcapaciteit in het segment droge lading motorvrachtschepen van 110 meter en meer. Momenteel wordt onderzocht of en op welke wijze in deze markt ingegrepen kan worden. De marktvolumes voor enkelwandige schepen zullen stapsgewijs in 2016 en 2019 afnemen vanwege ADR-regelgeving (voorschriften tot vervoer van gevaarlijke stoffen). Er liggen wel mogelijkheden voor investeringen in kleine schepen tot 86 meter. Veel belangrijke ontwikkelingen zetten zich in de komende periode door. Zo is sprake van een verdergaande schaalvergroting en ook zal de ontwikkeling naar een vrij verkeer van personen en goederen in
Samenvatting onderzoeksrapport Panteia
Europa voortzetten. Bescherming van binnenlandse transportmarkten zal er echter voor zorgen dat dit pas tegen 2020 daadwerkelijk geëffectueerd zal zijn. De verschillen tussen stedelijke distributie, regionaal en internationaal vervoer zullen steeds zichtbaarder worden. Waar tot nu toe materieel nog een vergelijkbaar uiterlijk had en redelijk uitwisselbaar was, zal als gevolg van nieuwe vormgeving door aerodynamische toepassingen, alternatieve brandstofsystemen en andere aandrijftechnieken dit onderscheid groter worden.
Stedelijke distributie is een groeimarkt. Door verstedelijking is sprake van een autonome groei van distributievervoer in stedelijk gebied. Daar komt bovenop dat als gevolg van online verkopen de rechtstreekse aflevering bij de consument toeneemt. Dit zal een verschuiving geven van de business-tobusiness naar de business-to-consumer markt. Maar er is niet alleen sprake van groei, distributievervoer gaat ook veranderen. Als gevolg van die veranderingen en groei zal het onderwerp van stedelijke distributie terug op de beleidsagenda komen.
Nieuwe logistieke concepten en veranderende transportstromen Een ware vernieuwing die in de komende jaren zichtbaarder zal worden is 3D-printing. Hierdoor wordt ‘productie op locatie’ in toenemende mate mogelijk. De
12
vorming en informatisering
verwachting is dat binnen nu en vijf jaar deze vorm van printen de standaard voor huishoudens gaat worden. Dit gaat een verschuiving geven in de vervoersstromen. In plaats van eindproducten zal er meer behoefte komen aan grondstoffen die het 3D-printen mogelijk maken. Voor het thuis 3D-printen moet alleen de grondstof worden aangekocht. De aanschaf van die grondstoffen kan gewoon mee met de dagelijkse internetbestellingen. Het commercieel 3D-printen betreft complexere goederen veelal met afwijkende vormen of grote afmetingen. Hierdoor is de omvang van de aanvoer van grondstoffen ook veel omvangrijker. Daarnaast zal de afvoer van het eindproduct meer maatwerk vergen. Deze stromen zijn minder interessant voor pakketdiensten en kan daarmee een nichemarkt voor transportbedrijven zijn. De logistieke afhandeling in het warehouse ofwel fulfillment van online bestelde producten is een groeimarkt voor distributiebedrijven. Op dit moment zijn transportbedrijven en webshops nog zoekende naar het best passende logistieke systeem voor deze nieuwe wijze van consumentenbesteding. Een aantal traditionele transportbedrijven zullen succesvol transformeren naar gespecialiseerde e-fulfillment dienstverleners. Waar dienstverleners wel de stap kunnen maken om naast de traditionele warehousing ook e-fulfillment te kunnen aanbieden, is het onwaarschijnlijk dat de traditionele goederenstromen en de webstromen van grote verladers ook zullen integreren. Als gevolg van de verschillen in zendinggrootte en aantal drops zijn gescheiden logistieke concepten nodig. Momenteel geniet thuisbezorgen de voorkeur bij veel consumenten. De verwachting is dat afhalen in belang gaat toenemen. Een steeds verdere toename van thuisbezorging gaat bewoners frustreren vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid in de wijk. Maar ook de slechte beloning van koeriers die de distributie verzorgen zal om aanpassing vragen. Tevens is afhalen vanuit het oogpunt van logistiek ook eenvoudiger.
Versnelling door ICT Nederlandse bedrijven blijven wel een rol spelen in de internationale markt, maar veel meer als regisseur van het transport dan als uitvoerder ervan. Vernieuwing en verbetering van de technologische toepassingen zullen een verdere versnelling van de logistieke afwikkeling
mogelijk maken. De logistieke sector zal tevens meer gebruik kunnen maken van hardware zoals tablets en smartphones. Dit geeft transportondernemers de mogelijkheid om met andere ICT-dienstverleners samen te werken dan de huidige sectorleveranciers. Sterke bedrijven zullen sterker worden. Ook het belang van beveiliging van informatie zal toenemen. Met dit toenemend belang van technologie en informatie neemt ook de behoefte aan cyber veiligheid toe.
Goed bedrijfsimago en leiderschapsstijl verzekeren invulling arbeid Om als transport- en logistieke sector interessant te blijven, zal anders tegen de arbeidsrelatie aangekeken moeten worden. Dit komt niet alleen tot uiting via het bedrijfsimago, maar vraagt juist ook veel van de leiderschapstijl van de ondernemer. Lang niet iedere ondernemer ziet de urgentie tot verandering.
Flexibiliteit, partnerships en netwerken Het belang van samenwerken en het hebben van de juiste partners wordt in de sector ook steeds belangrijker. Het denken in netwerken zal tevens verder versterkt worden, doordat deze tendens maatschappelijk steeds meer geaccepteerd wordt.
Verschuiving naar MKB-bedrijven en rijgedrag bestuurder Cijfers over de omvang van het leasepark lijken aan te geven dat het dal in 2010 al bereikt is en vanaf dat moment de weg omhoog weer is gevonden. Wellicht heeft deze snelle ombuiging te maken met de snelheid waarmee deze sector inspeelt op nieuwe ontwikkelingen. Immers, het leasepark wordt in vijf jaar in zijn geheel vervangen. Mede hierdoor en versterkt door belastingmaatregelen veranderen de auto’s binnen het leasepark in snel tempo van ‘groot’ naar ‘groen’. In de leasemarkt gaat in toenemende mate een verschuiving optreden van groot zakelijke opdrachtgevers naar MKB-bedrijven. Het rijgedrag van de bestuurder, bleef tot voor kort uit het zicht van de leasemaatschappij. De maatschappij had immers uitsluitend contact met de boekhouding van het bedrijf dat het leasecontract sloot. In de komende jaren zal dit veranderen doordat het leasebedrijf, in nauwe samenwerking met de contractant, de leaserijder steeds meer zal gaan begeleiden in het veilig en zuinig rijden.
13
Transport in de komende 50 jaar
Na 2025: energietransitie De verwachting is dat na 2020 de belangrijkste correcties in de economie als reactie op de economische crisis hebben plaatsgevonden. Vanaf die periode is er weer meer ruimte voor groei. De economische crisis ligt dan definitief achter de rug.
V
an cruciaal belang zijn de ontwikkelingen in de energiemarkt. Verwacht wordt dat als de noodzaak tot schone en ‘onbeperkte’ energie maar groot genoeg wordt, er door technische innovaties zich een oplossing zal aandienen. Daarbij is het wel noodzakelijk dat overheden en bedrijfsleven op mondiaal niveau de handen ineen slaan om tot deze innovatie te komen en ook gezamenlijk hierop inzetten en verder uitrollen. Bij een grote beschikbaarheid aan elektriciteit, op basis van zonne-energie, zullen er aanzienlijke verschuivingen optreden in de productielocaties van goederen en voedsel. Ook de kostprijs van producten zal dalen. Hierdoor ontstaat een geheel nieuwe werkelijkheid met betrekking tot de herkomst en bestemming van goederenstromen. De verwachting is dat zonne-energie ergens in de periode tussen 2030 en 2040 bepalend wordt in de energievoorziening. Daarmee zouden de uitdagingen op het gebied van energie en klimaat onder controle kunnen worden gekregen.
Globalisering blijft dominant ten opzichte van ‘local for local’ Daar waar de omstandigheden het best zijn zal naar alle waarschijnlijkheid productie plaatsvinden. Daarmee is ‘local for local’ minder aan de orde.
Samenvatting onderzoeksrapport Panteia
Verschuiving in kostenaandelen Momenteel dekken arbeid en brandstof ruim driekwart van de kosten van transport. In de binnenvaart is dit circa tweederde. Door het goedkoper worden van arbeid en brandstof en het groter aandeel van ICT in de totale kosten gaan de kostenaandelen sterk verschuiven. Transport zal goedkoper worden.
Wegvervoer blijft dominante modaliteit Vanuit de politiek wordt er op aangestuurd dat vervoer over lange afstanden (meer dan 300 kilometer) zoveel mogelijk via het spoor en de binnenvaart worden afgewenteld. Op basis van de huidige infrastructuur en technologie lijkt dit niet haalbaar. De flexibiliteit van het wegvervoer zal ook na 2025 een belangrijke rol blijven spelen in transport; ook op lange afstanden. Het is voorstelbaar dat op bepaalde trajecten het ‘onbemand rijden’ zijn intrede doet. Volledig onbemand rijden zoals dat nu in de havens gebeurt, is niet waarschijnlijk op de openbare weg. Wel is het denkbaar dat de rol van vrachtwagenchauffeur zal veranderen in die van een gezagvoerder, vergelijkbaar met een piloot in een vliegtuig. Dit betekent dus alleen ingrijpen wanneer het noodzakelijk is. Bovendien is het dan mogelijk dat één vrachtwagenchauffeur meerdere vrachtwagens begeleidt. Tevens kan het laden en lossen van vrachtwagens geautomatiseerd
14
verlopen. Ook in de binnenvaart is het voorstelbaar dat de factor arbeid afneemt. Een schip kan computer gestuurd varen met een veel kleinere bemanning aan boord. Bij terminals verloopt het laden en lossen van schepen volledig automatisch. Dat een reiziger met behulp van ICT zijn reis uitstippelt, is allang niets nieuws meer. Echter, als een pakketje wordt voorzien van smart ICT dan zou in de toekomst dit pakketje voor zichzelf ook het meest gunstige vervoerstraject kunnen bepalen. De periode na 2025 zal voor de transport- en logistieke sector sterk bepaald worden door de technologische ontwikkelingen.
Onderscheid tussen leasemarkt en huurmarkt zal verdwijnen De eerste signalen zijn al zichtbaar; de nieuwste generatie van rijbewijsbezitters heeft weliswaar ook een grote behoefte aan een comfortabele en liefst individuele verplaatsing maar hoeft het voertuig niet persé zelf in het bezit te hebben. Sterker nog, het eigen autobezit wordt na 2025 door jongeren als achterhaald gezien. Wellicht is het flexibel inspelen op het veranderende imago van het eigen autobezit de grootste verandering die zich binnen het personenvervoer gaat voltrekken. De leasemarkt zal op deze verandering kunnen inspelen door ook op de private markt leasecontracten te gaan aanbieden. Daarmee zal het onderscheid tussen de leasemarkt en huurmarkt van personenauto’s steeds verder verdwijnen.
Het pad er naar toe….. Kan men vandaag de dag al anticiperen op onzekere toekomstbeelden? Zoals eerder gesteld gaat het niet om het exacte eindbeeld maar om de richting van de ontwikkelingen. Vooruit kijken en onbevangen overdenken wat zou kunnen gebeuren, geeft altijd weer nieuwe inzichten. Daarnaast biedt het handvatten voor het zoeken van de juiste klanten, partners en medewerkers. Met andere woorden in wie of wat moet een ondernemer vandaag investeren om het morgen te kunnen toepassen. Operational Excellence blijft cruciaal in transport. Maar ook het genereren van de juiste informatie op het juiste moment. De afwikkeling van goederen in de keten zal namelijk steeds sneller verlopen. En het belang van het slim combineren van vraag en aanbod is daarin cruciaal. Bedrijfsleven en overheid moeten samen optrekken om sneller en effectiever innovaties op te pakken. Uit angst verkeerde keuzes te maken, worden beslissingen nu te vaak onnodig ver naar achteren geschoven. Een eerste keuze die de toekomst dichterbij brengt is een keuze voor groene energie! Het creëren van importheffingen op zonnepanelen om zo de Europese zonnepanelen industrie te beschermen is dan een slecht voorbeeld van hoe de overheid invulling kan geven aan haar randvoorwaarden scheppende rol.
15
De toekomst van de nede
Anker Solutions deed voor TVM onderzoek naar de mening van de Nederlandse bevolking over de Nederlandse transportsector. Het onderzoek werd gedaan in een viertal focusgroepen onder gemiddelde Nederlanders en daarna getest in een kwantitatief onderzoek. De resultaten zijn uiterst relevant voor het debat over de toekomst van de Nederlandse transportsector. Hierbij een samenvatting van de resultaten.
Samenvatting onderzoeksrapport Anker Solutions
16
rlandse transportsector
D
e steun voor de Nederlandse transportsector kan flink worden vergroot als de sector meer nadruk legt op: 1) haar prestaties en ambities op het gebied van duurzaamheid, in het bijzonder het verminderen van de CO2-uitstoot; 2) haar prestaties en ambities ten aanzien van het verbeteren van de verkeers-veiligheid; en 3) het feit dat Nederland qua vervoerd gewicht de derde positie van Europa inneemt.
1. Hoofdtaak voor de Nederlandse transportsector: werken aan duurzaamheid De prestaties van de Nederlandse transportsector vallen zeer in de smaak bij het publiek. De honger is echter nog niet gestild. Men acht het een hoofdtaak van de sector om hier aan te blijven werken. Naast de reeds gerealiseerde prestaties zal het brede publiek met instemming kennisnemen van nieuwe ambities van de transportsector op dit terrein.
3. De positie van Nederland: blijf werken aan effectiviteit en kwaliteit Nederland neemt qua vervoerd gewicht de derde plaats in binnen Europa. Dit feit vervult Nederlanders met trots en genereert veel respect voor de Nederlandse transportsector. Wel heeft men een sterk gevoel dat de Nederlandse transportsector onder druk staat als gevolg van goedkope concurrentie uit Polen en andere landen uit Midden- en Oost-Europa. Men vindt dat Nederland zich in dit krachtenveld (verder) moet zien te onderscheiden via vakmanschap (‘effectief’, ‘betrouwbaar’, ‘competent’, ‘vertrouwenwekkend’) en het leveren van ‘hoge kwaliteit’. Innovatiekracht speelt bij dit alles een belangrijke rol. Bij elk van deze drie speerpunten wordt de Nederlandse transportsector aangespoord om meer creativiteit aan de dag te leggen dan thans het geval is.
2. Blijf werken aan verkeersveiligheid Dit zijn de belangrijkste conclusies van vier focusgroepen met laagopgeleide vrouwen, hoogopgeleide vrouwen, laagopgeleide mannen en hoogopgeleide mannen uit Amersfoort en omgeving. Doel van deze sessies was het testen van de toekomstscenario’s zoals ontwikkeld door Panteia, in combinatie met bredere boodschapontwikkeling voor TVM.
De prestaties ten aanzien van het verbeteren van de verkeersveiligheid, worden eveneens in dank aanvaard. Nieuwe ambities op dit terrein mogen op zeer veel steun rekenen en dragen bij aan de reputatie van de transportsector. Zeker als de reeds geleverde prestaties daarbij worden ingezet als ‘bewijs’ voor het vermogen om de toekomstambities straks ook echt in daden om te kunnen zetten (‘bewezen vermogen’).
17
Andere belangrijke conclusies: 1.
Negatieve stemming
Men is negatief gestemd over de richting die Nederland op gaat. Een ruime meerderheid van de deelnemers verwacht dat toekomstige generaties slechter af zullen zijn dan zijzelf. De belangrijkste punten van zorg zijn de werkloosheid, de gezondheidszorg en criminaliteit.
2.
Panteia-toekomstperspectief tot 2025 resoneert sterker dan perspectief voor de verdere toekomst
Als belangrijkste pluspunten van het ‘korte-termijnperspectief’ tot 2015 ziet men meer duurzaamheid in de sector, meer verkeersveiligheid, efficiënter en daardoor goedkoper vervoer, het liefst geënt op meer samenwerking tussen de Nederlandse transportbedrijven. Belangrijkste minpunt van dit toekomstperspectief is de teruglopende omvang van de transportsector. In het bijzonder het interen op het eigen vermogen sinds de financiële crisis in 2008 en het afnemende belang van de Nederlandse chauffeur ten gunste van collega’s uit Midden- en Oost-Europa.
Samenvatting onderzoeksrapport Anker Solutions
3.
Duurzaamheid en verkeersveiligheid ook drivers voor steun toekomstperspectief na 2025
Dit langere tijdsperspectief – met onbemand rijden en zelfdenkende pakketjes – is voor de meeste mensen nog te ver weg om zich daar een serieuze voorstelling bij te kunnen maken.
4.
Sterkste boodschap: wij willen er zijn voor onze leden
De sterkst resonerende boodschap in een speciale boodschaptest legt sterk de nadruk op TVM als coöperatieve verzekeraar. Het gaat hier om een ijzersterke boodschap met een ongekend hoge aansprekendheid van 4.21, zeer ruim boven de kritische score van 3.50, het punt waar positieve tractie ontstaat. De belangrijkste aantrekkingskracht is wat een coöperatieve structuur mogelijk maakt: er zijn voor de leden. De coöperatieve gedachte kan verder worden verbonden met aspecten als ‘rekening houden met milieu en oog houden voor mensen – binnen en buiten ons bedrijf’. >
18
19
5.
Doelentest: meer zichtbare steun voor werk; weinig steun voor verder weg gelegen doelen
Naast grote steun voor het verminderen van CO2-uitstoot van vrachtwagens en het bevorderen van de verkeers-veiligheid (beide gemiddeld rapportcijfer 8.5) is er ook veel enthousiasme voor het onafhankelijk houden van de Nederlandse transportsector (rapportcijfer 8.3). Men is eveneens positief over het voorop blijven lopen van de sector via kwaliteit en innovatie (rapportcijfer 8.3) en zorgen voor meer werkgelegenheid (rapportcijfer 8.1). Men is daarentegen terughoudend met steun voor verder weg gelegen doelen zoals ‘zorgen dat vrachtwagens onbemand over onze snelwegen kunnen rijden’ (laag rapportcijfer 5.4).
6.
Advies aan de minister-president
Aan het eind van de focusgroepen geven de deelnemers de volgende adviezen aan de ministerpresident: Advies 1. Kies voor duurzaamheid. Advies 2. Wees niet het braafste jongetje van Europa. Advies 3. Hou de werkgelegenheid overeind. Advies 4. Kies voor innovatie en vernieuwing.
De sterkste boodschap:
‘TVM is niet voor niets een coöperatie. Wij willen er zijn voor onze leden. Onze leden denken actief mee bij de besluiten over de koers van het bedrijf. Een goede coöperatie zijn, betekent dat we naast het realiseren van financiële doelstellingen ook rekening houden met het milieu en oog houden voor mensen – binnen en buiten ons bedrijf.’
Samenvatting onderzoeksrapport Anker Solutions
20
21
De ambities van TVM verzekeringen Uit het rapport van Panteia weten we hoe de toekomst van het transport er uit ziet. Het Anker Solutions rapport laat zien dat Nederland de transportsector en TVM op waarde weet te schatten. Maar wat gaat TVM de komende 50 jaar eigenlijk zelf doen? De ambities van TVM verzekeringen.
TVM wil haar rol als coöperatieve transportverzekeraar versterken TVM is een coöperatie. Daarom wil TVM investeren in haar leden. TVM staat met haar leden midden in de samenleving. Als coöperatie zonder winstoogmerk wil TVM ook de kennis en kunde van haarzelf en van haar leden ten goede laten komen aan de samenleving. Het is een van de redenen dat TVM de TVM foundation heeft opgericht. Een stichting die maatschappelijke initiatieven van leden en personeel van TVM steunt. Of het nu gaat om veiligheidsprojecten in de buurt, acties gericht op duurzaamheid en andere betrokkenheid, TVM geeft met haar stichting een steuntje in de rug. De komende jaren zal TVM haar coöperatieve structuur verder versterken. Opdat de TVM leden ook echt bij het reilen en zeilen van TVM en haar (maatschappelijke) doelen betrokken zijn.
TVM wil haar leden steunen bij innovaties en duurzaamheid De transportsector is constant in beweging. Verdergaande globalisering, technologische ontwikkelingen en regelgeving over duurzaamheid en andere kwesties zorgen ervoor dat TVM en haar leden steeds opnieuw bijgeschoold en geïnformeerd moeten en willen worden. TVM, als betrokken coöperatieve mobiliteitsverzekeraar wil haar leden blijven informeren over alle ontwikkelingen in de transportbranche. De komende jaren zal TVM daarom gaan werken aan een kennis- en innovatieplatform voor de transportsector. In dit platform, kenniscentrum of instituut (de vorm ligt nog niet vast) worden ontwikkelingen als beschreven in het Panteia rapport snel gezien en vertaald in concrete handelingsperspectieven voor de TVM leden en de transportsector. Zo draagt TVM een steentje bij om de transportsector in Nederland in kwalitatief en innovatief opzicht ‘State of the Art’ te houden.
TVM wil verkeersveiligheid als prioriteit houden De ‘Ridders van de Weg’ is als onderdeel van TVM veiligheidsplan, al jarenlang een initiatief van TVM om trots op te zijn. De verkeersveiligheid blijft topprioriteit voor TVM in de komende jaren. Uit het Anker Solutions rapport blijkt dat het Nederlandse publiek onze niet aflatende bemoeienis met het thema hogelijk waardeert. Daarnaast zal TVM ook op andere terreinen verkeers- en transportveiligheid als topprioriteit blijven zien. Door middel van technologische innovatie, maar ook daar haar uitstekende contacten met politiek Den Haag en Brussel moet het thema hoog op de transportagenda blijven staan.
De ambities van TVM verzekeringen
22
23
TVM verzekeringen | Van Limburg Stirumstraat 250 | postbus 130 | 7900 AC HOOGEVEEN tel.: +31 (0)528 29 29 99 | info@tvm.nl | www.tvm.nl