technologie TECHNOLOGIE
Ertzberg tekent masterplan voor CO2-negatieve stadswijk in Leuven Wijk Tweewaters kan wereldwijd voorbeeld worden inzake duurzaamheid
LEUVEN. Anders gaan leven begint bij anders gaan wonen. In Leuven zet Ertzberg met het project Tweewaters de lijnen uit voor de toekomst. Een nieuwe stadswijk op 11 hectare met 1.200 nieuwe woongelegenheden voor 5.000 nieuwe bewoners. Zeventig procent publieke ruimte. Honderd procent autovrij. Honderd procent groene stroom en warmte. Tien procent sociale huurwoningen en tien procent bescheiden koopwoningen. Vijftig procent voedingsaanbod uit de nabije omgeving. Aandacht en maatregelen voor gezinsondersteunende dienstverlening. En we kunnen nog even doorgaan. Redenen genoeg voor een gesprek met Jo Vandebergh, CEO van Ertzberg en brein achter de holistische visie die Leuven de 21ste eeuw inleidt.
Je moet Leuven al behoorlijk goed kennen om ook thuis te zijn in de wijken bij de Vaartkom. Vrijwel geen winkels, eerder bekrompen bebouwing, oude industrie, … Kortom: een stukje Leuven waar alleen echte Leuvenaars komen. Het zou goed zijn daar nu eens te gaan wandelen en dat over tien jaar opnieuw te doen. Waar je nu in een vrij desolaat stadsdeel zou rondwaren, kun je over een decennium ‘hypen’ tussen futuristische gebouwen waarover grondig is nagedacht. Toparchitecten Stéphane Beel en Xaveer De Geyter tekenden mee voor het stedenbouwkundige aspect van het masterplan. Jo Vandebergh legde zijn visie over ‘wonen in de toekomst’ in het grootste centrumstedelijke project in ons land vandaag. Met hart en ziel.
Jo Vandebergh, CEO van Ertzberg.
I-mag mei 2009
“De ingenieurs die het snelst vooruitgang boeken, zijn niet die met het hoogste IQ, maar die met het beste evenwicht tussen IQ en EQ.” 10
Eén visie Jo Vandebergh: “Ertzberg heeft alle gronden voor het project aangekocht van diverse grondeigenaars. Wij zijn dus de enige ontwikkelaar voor de hele stadswijk. Dat levert mooie kansen op om er een samenhangend geheel van te maken. Eén ontwikkelaar, één visie. Iedereen identificeert het masterplan voor Tweewaters met architectenwerk en stedenbouwkundig is dat ook zo: Beel en De Geyter tekenden voor de juiste afwisseling van lage en hoge gebouwen, de inplanting ervan, enz. Maar de duurzaamheidsvisie heb ikzelf geschreven, geruggensteund door het multidisciplinaire team van Ertzberg. Ik noem dat ‘urban convenience’: tijd en zorgeloosheid aan iedereen aanbieden en dat vrijwaren voor de volgende generaties.” Het ambitieuze project springt op meer dan één manier in het oog, maar het duurzaamheidsaspect trekt toch het meest de
aandacht. Tweewaters wordt onder meer baanbrekend inzake energie, mobiliteit, afvalbeheer, water, consumptie, diensten en bebouwde oppervlakte. “Alle facetten die vervlochten zitten in onze maatschappij, komen aan bod in deze stadswijk. Ze hebben allemaal impact op het milieu en dus moet je daar ook over nadenken: hoe kunnen we de impact op het milieu – de ecologische voetafdruk van zo’n wijk – zo minimaal mogelijk houden? Door compacte gebouwen te ontwerpen, waardoor de vraag naar energie gereduceerd wordt. Maar bijvoorbeeld ook door afval maximaal te scheiden aan de bron en zo efficiënt mogelijk te verzamelen. We gaan decentraal energie opwekken met warmtekrachtkoppeling, die wordt gevoed met biobrandstof of biomassa. Dat bestuderen we nog. De restwarmte van de motor sturen we door een stadsverwarmingsnet dat wordt gebruikt voor warm tapwater en voor de verwarming van de woongelegenheden.” De energievoorziening van Tweewaters is volledig. De motor produceert zelfs dubbel zoveel elektriciteit als de wijk zelf nodig heeft. Het surplus aan elektriciteit wordt bij voorkeur aan de buurt geleverd. “De CO2 die de wijk normaal zou uitstoten voor de productie van elektriciteit en warmte neutraliseren we volledig. We produceren zelfs meer hernieuwbare energie dan wat er eigenlijk nodig is, waardoor je een CO2-negatieve wijk krijgt. Dat is vrij uitzonderlijk, maar eigenlijk wel waar we met onze maatschappij naartoe moeten. En niet alleen in de wijk Tweewaters.”
Water en materiaal Tweewaters verwijst naar de Dijle die dwars door de wijk loopt en er splitst in de Leibeek. En uiteraard wordt er ook over water nagedacht voor de nieuwe stadswijk. “Hoewel we dat hier in ons land nog te weinig aan den lijve ondervinden, moeten we ook met water heel rationeel omgaan. Met de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening tekenen we momenteel een concept uit om ter plekke water te zuiveren, te produceren en te hergebruiken. Zo kun je ook met water veel efficiënter omspringen. We gaan ook na of we het gebruik van het water van de Dijle en de Vaartkom kunnen optimaliseren.” “Inzake materiaalgebruik is het ‘cradleto-cradle-principe’ natuurlijk het ideale: materiaal wordt niet langer gebruikt van wieg tot graf, maar van wieg tot wieg. De volledige levenscyclusanalyse moet dus bepalend zijn voor de keuze van de materialen. Maar daar moet er nog wel een hele weg worden afgelegd. Ik vind dat er op dit ogenblik te weinig informatie beschikbaar is om een weloverwogen, duurzame materiaalkeuze te kunnen maken. Daar ligt nog heel wat studiewerk op de plank voor ingenieurs en universiteiten. Wij willen daarmee omgaan, maar we moeten ook de informatie hebben om dat materiaal te kunnen beoordelen. En er zijn natuurlijk evidente materialen: natuurlijke materialen of materialen die geproduceerd worden vanuit hergebruikt of gerecycleerd afval. Daar houden we zeker rekening
11
mee, maar ik vind dat toch een van de moeilijkere elementen in dit verhaal.”
Stad Leuven Leuven, ook de thuisstad van de Vlaamse Bouwmeester, staat bekend als een stad met een uitgesproken stedenbouwkundige visie en een stevige stedenbouwkundige administratie. Tweewaters kan er dus nooit gekomen zijn zonder de nodige afspraken met Leuven? “We hebben de afgelopen jaren heel intens samengewerkt met het stadsbestuur. Ertzberg heeft op vraag van de administratie de masterplannen tot op detailniveau onderbouwd en op die manier verantwoord dat onze visie de juiste is op de juiste plaats. Leuven is misschien geen gemakkelijke stad, maar het zijn correcte onderhandelaars. Als er een akkoord is, dan gaan ze er ook voor. En dan staat het beleid achter u. Dat is onmisbaar om een project met zulke ambities te realiseren.” Tweewaters rolt het klassieke stadsweefsel van straten, pleinen en huizen niet verder uit. En toch sluit het nauw aan bij het bestaande stadsweefsel, maar het legt wel heel eigen accenten. Vandebergh: “Je krijgt wel het gevoel dat er een breuklijn is. Als je van die straatjes en pleintjes afwijkt en je krijgt plotseling heel veel publieke ruimte met gebouwen die elkaar afwisselen van laag naar hoog, dan krijg je een ander stedenbouwkundig patroon. Misschien krijg je zelfs het gevoel dat je plots ergens anders zit. Beel en De Geyter behoren immers tot de straf-
I-mag mei 2009
TECHNOLOGIE
Ingenieurszoon en selfmade man
Ingenieurs die ‘eager to learn’ zijn.
Jo Vandebergh is de zoon van Frans Vandebergh, industrieel ingenieur elektronica en mechanica, die zelf altijd heeft lesgegeven aan industrieel ingenieurs aan de Leuvense hogeschool. Een link met de ingenieurswereld is er dus zeker, maar Vandebergh is na zijn middelbare studies onmiddellijk in het ondernemerschap gedoken. Hij begon in de autoindustrie en rolde via verschillende tussenstadia door naar de holding en stadsontwikkelaar Ertzberg, een bedrijf dat in 1938 werd gesticht, maar door Vandebergh werd overgenomen. Op zijn visitekaartje staat CEO, maar de ‘E’ staat voor enabling. En dat is niet de enige creatieve vondst van Vandebergh en zijn Ertzberg, maar daarvoor verwijzen we graag door naar de website van Ertzberg. www.ertzberg.be
Bij Ertzberg stadsontwikkeling werken acht ingenieurs, maar bij de 50 partners die rond Tweewaters samenwerken, zitten er ook heel wat ingenieurs. Jo Vandebergh wil ‘ingenieurs met extra vaardigheden’. “Mijn ingenieurs moeten kunnen verder denken dan de gangbare patronen. Ze moeten multidisciplinair denken, over hun vakdomein heen. Zelfs al hebben ze die kennis niet, toch kunnen ze met hun gezond verstand de raakvlakken zoeken. Als ik iemand aanwerf, wil ik weten of hij wel goed is in zijn vak. Dat is een olympisch minimum, maar ik wil vooral ook weten: is hij ‘eager to learn’? Als je hier in dit bedrijf met een of ander diploma aankomt, is het eerste dat je moet vaststellen, dat je eigenlijk niets weet. Dat is moeilijk voor je ego. Je hebt goed gestudeerd, maar als je hier aan tafel zit, is het ‘back to basics’: je weet niks. En ik wil ook weten of mijn kandidaat nog bereid is om veel inspanningen te doen om te gaan leren, ook over vakdomeinen die hij niet beheerst.” “De witte raven onder de ingenieurs kunnen hun kennis over technische aspecten combineren met goede emotionele vaardigheden. Dat zijn de moeilijkste profielen: mensen die het ook nog goed kunnen overbrengen en die een goed EQ hebben, niet alleen een hoog IQ. De ingenieurs die het snelst vooruitgang boeken, zijn niet die met het hoogste IQ, maar die met het beste evenwicht tussen IQ en EQ. Mijn ingenieurs moeten immers ook anderen kunnen managen. Ik wil weten of die man kan functioneren in een groep, samen met andere mensen in een team kan werken, andere mensen kan aansturen, enz. Voor mij is dat wezenlijk belangrijk.” LVE
LVE
ste architecten en stedenbouwkundigen van ons land. Ze zijn complementair en hun visie op architectuur en stedenbouw heeft hier interessante dingen gecreëerd. Op het stedenbouwkundig masterplan moet nog architectuur geënt worden, maar je voelt al wel de architectuur die ze er zullen opplakken.”
Geschiedenis Tweewaters wordt een zeer ambitieuze en innovatieve stadswijk. Het kan misschien zelfs uitgroeien tot een voorbeeldproject inzake duurzaamheid op wereldschaal. “Als dit project gerealiseerd wordt zoals we het vandaag voor ogen hebben, dan schrijven we een stuk geschiedenis. Zo simpel is dat. Ik ken de meeste ambitieuze projecten ter wereld, omdat ik daar ook wil van leren, omdat ik daar ook wat van mijn mosterd wil halen, maar ik heb weinig mosterd meegebracht. Alleen al op energetisch vlak zijn we de absolute top. Als ik kijk naar de hele ambitie van de wijk, dan zie ik geen vergelijkbaar project. Elk project heeft wel een component, maar er is tot nog toe geen tweede project met zo’n holistische aanpak, zoals wij die hier naar voren schuiven.”
I-mag juni 2009
“We gingen de confrontatie aan met het WWF, omdat we hoopten daar ook interessante elementen uit over te houden voor ons project. Ook WWF vindt het project Tweewaters extreem ambitieus. Alleen het gebruik van de juiste biobrandstof ligt gevoelig, omdat we een ethisch debat riskeren, als we een biobrandstof zouden gebruiken die in concurrentie komt met voedingsgewassen. Als we het daar over eens geraken, dan is de kans zeer groot dat het WWF de stadswijk zal erkennen als een voorbeeldproject en het dan ook wereldwijd zal inzetten als een demonstratieproject. Dat geeft toch al een indicatie over het ambitieniveau van heel dit verhaal.”
“Alle facetten die vervlochten zitten in onze maatschappij, komen aan bod in deze stadswijk. Ze hebben allemaal impact op het milieu en dus moet je daar ook over nadenken: hoe kunnen we de impact op het milieu – de ecologische voetafdruk van zo’n wijk – zo minimaal mogelijk houden?” 12
DNA Projectontwikkelaars hebben niet altijd de neiging om veel te investeren in openbare ruimte, ecologische projecten en duurzaamheid in het algemeen. Ertzberg doet dat nu zeer uitdrukkelijk. Vanwaar die ambitie? “Duurzaamheid is na kwaliteit vandaag zowat het meest misbruikte woord in onze woordenschat. Je kunt het op tal van manieren interpreteren. Maar in de zin van aandacht voor het milieu, voor een meer ecologische benadering, behoort het bij Ertzberg een beetje tot het DNA van het bedrijf. Wat onze mensen eten, hoe zij leven en werken, het wijst allemaal in de richting van ecologische duurzaamheid. Niet extreem, maar we zijn daar wel mee bezig en hechten daar zeer veel belang aan. Enkele jaren geleden hebben we beslist om ons meer op grootschalige projecten te richten. Een gebouw is een gebouw, maar bij een wijk kunnen we ons volledig laten gaan op het vlak van duurzaamheid. Daar heb je ook veel meer impact en kun je bijvoorbeeld over afval gaan nadenken. En misschien is het ook wel een stuk idealisme?”
weten hoe dat project in elkaar zit. Ze kregen uitleg van stadsgidsen en dat heeft heel veel teweeggebracht in positieve zin. Als men mij als meest verdienstelijke man van 2008 verkiest, dan is dat gewoon, omdat men het project genegen is. De mensen hebben gekozen voor een maatschappelijk relevant onderwerp. Daar hechten mensen belang aan.” Bij Ertzberg werken 18 mensen aan vastgoedontwikkeling. Van hen zijn er 8 ingenieur. Veel tijd en ruimte om aan andere projecten te werken zullen ze in de nabije toekomst niet meer hebben. “Ik moet eerlijk bekennen dat het zo hard werken is aan Tweewaters dat iedereen er in dit bedrijf zijn handen mee vol heeft. Onze andere projecten staan op een laag pitje. Soms rijzen er ook twijfels over de
“Beel en De Geyter behoren tot de strafste architecten en stedenbouwkundigen van ons land. Ze zijn complementair en hun visie op architectuur en stedenbouw heeft hier interessante dingen gecreëerd.”
Er zijn voorbeelden genoeg van gigantische projecten die de mist ingaan door een gebrek aan communicatie of door foute communicatie. Het meest fris in het geheugen ligt wellicht de Oosterweel verbinding. Voor het project Tweewaters draait de communicatie voor het grote publiek nu al op volle toeren. Een stijlrijk informatiemagazine is op grote schaal verspreid en Ertzberg en Tweewaters krijgen volop media-aandacht. De Zondagskrant verkoos Jo Vandebergh zelfs tot meest verdienstelijke man van 2008, terwijl hij het in de poll toch moest opnemen tegen bv’s, zoals tv-koks en olympischemedaillewinnaars. Vandebergh vindt dat de Leuvenaars recht hebben op degelijke informatie.
Draagvlak “Daar zijn drie redenen voor. Eén: het gaat hier over het grootste centrumstedelijke project vandaag. Communicatie is daar een wezenlijk onderdeel van. Een maatschappelijk draagvlak zoeken en vinden is essentieel voor de ontwikkeling van een project. We kregen honderden reacties: enthousiaste mensen, maar ook mensen met nieuwe ideeën. Die input is ook voor ons van wezenlijk belang. Ik hou van die dialoog met de bevolking en zo krijg je ook
een maatschappelijk draagvlak en zijn de mensen je project genegen. Wij hebben altijd zeer inhoudelijk gecommuniceerd en duidelijk gezegd waar we voor staan. We hebben de buurt uitgenodigd en wie een vraag heeft, mag bellen. En hij krijgt een antwoord. Mensen mogen mij zelfs rechtstreeks mailen.” “Een expo over Tweewaters in de Vaartkom trok elk weekend massa’s bezoekers. Dat steekt schril af tegen het normale ‘succes’ van architectuurtentoonstellingen. Hier wilden de mensen
13
haalbaarheid van Tweewaters. Ik ben formeel: wij zijn een perfectionistisch bedrijf en als wij iets vastpakken, dan lossen wij dat niet meer. Wij zijn het gewoon om in complexe situaties te moeten werken. We lossen Tweewaters niet meer tot het gerealiseerd is.” www.tweewaters.be
Tekst: Luc VANDER ELST Foto’s: ERTZBERG
I-mag juni 2009