oosten: van sixties en seventies

scholieren en hippies in Middelburg en Vlissingen, alternatieve tuinders in Boxtel, het internationale ‘Klaaskonsilie’ in Maastricht en uiteraard voor festivals. Zoals het eerste openlucht-beatfestival in Nederland, in openluchttheater de Kösterskoele in Markelo op 4 mei 1967 (Hemelvaartsdag), dezelfde dag waarop in Doetinchem een negen uur durende indoor-beatmarathon werd gehouden. In mei 1968 vond de befaamde eerste ‘Popmeeting’ plaats in de openlucht van Lochem, met als hoofdact de vaderlandse band Les Baroques. een draaiorgel en kralenshops. Bennie Jolink presenteerde de artiesten en was actief als action painter: eerst smeet hij emmers verf over bezoekers en vervolgens rolde hij deze personen over een doek heen en weer. In Hengelo verzamelden de alternatieve jongeren zich in Fashion in Hengelo, ook wel ‘het Paradiso van het Oosten’ genoemd. Landelijk kwam deze verzamelplek voor ‘dropouts, beatniks, hippies, muzikanten en dichters’ in 1971 in het nieuws door de opzienbarende, nooit bevredigend opgeloste moord op een zesentwintigjarige bezoeker met de bijnaam Jatti (Indonesisch voor teakhout).

De auteur schetst verbanden en trekt lijnen. Hij vraagt zich af in hoeverre er echt sprake was van iets nieuws en waar al die zogenaamde vernieuwing in uitmondde. Een speurtocht in het grensgebied van mythe en cliché.

WalburgPers, € 29,99

Gebonden, 296 pagina’s

ISBN 9789462498952