2 minute read

Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie

Next Article
Gemeente Losser

Gemeente Losser

Dit is het eerste artikel uit een reeks over de geschiedenis van de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie (KNZ).

Chemisch gezien is zout (natriumchloride) heel eenvoudig. Het bestaat uit één atoom natrium en één atoom chloor. Door zout op te lossen in water ontstaat pekel. Met behulp van elektriciteit kan pekel gescheiden worden in chloor, natronloog en waterstof. Dat zijn dan weer de grond- en hulpstoffen voor de meest uiteenlopende producten.

Advertisement

Dag in dag uit is men bij de KNZ bezig met het maken van nuttige, hoog- waardige producten en halffabrikaten. Daarbij is het uitgangspunt een grondstof die – chemies gezien – heel eenvoudig is: zout. In Twente is ruim tweehonderd miljoen jaar geleden het zout afgezet door de verdamping van zeewater. Aangezien dit deel van Nederland tot dan toe een binnenzee was, kon het zeewater eenvoudig verdampen. Bovendien bevond zich in onze omgeving op circa vierhonderdvijftig meter diepte een vijftig meter dikke zoutlaag: steenzout. Volgens de toenmalige berekeningen genoeg voor honderden jaren zoutwinning.

Nadat men in 1886 op landgoed Twickel een put ten behoeve van de drinkwatervoorziening had geboord, werd op honderden meters diepte een Artesische bron aangetroffen. Een bron die zout water spoot. Vervolgens werden onderzoeken gestart om vast te kunnen stellen of zoutwinning uit de Nederlandse bodem mogelijk was. Op basis van het resultaat van die onderzoeken wordt in 1903 een concreet plan gemaakt.

Enkele jaren later, we schijven het jaar 1909, volgen in Eibergen en Winterswijk proefboringen waarmee Zechstein-zout wordt aangetroffen. Twee jaar later wordt in Boekelo steenzout gevonden. Nadat de ‘Wet tot Ontginning van Steenzout te Buurse’ tot stand is gekomen, wordt een consessie verleend. Niet alleen de staat neemt deel aan de onderneming, maar ook in Nederland bestaande zoutzieders kunnen deelnemen.

In 1919 wordt in Boekelo op 325 meter diepte zout aangeboord. Deze gebeurtenis wordt ook wel gezien als het begin van de zoutwinning. Jaren later, het is dan 1931, wordt een zoutchemisch bedrijf geopend waar zoutzuur, chloorbleekloog, chloor, caustic soda en natronloog vervaardigd wordt. Twee jaar daarna wordt In Hengelo begonnen met het boren naar zout.

De hoofdvestiging van de KNZ wordt in 1923 verplaatst van Boekelo naar Hengelo. In de fabriek in Hengelo vindt de verdamping plaats van pekel die in Boekelo is opgepompt. Nadat in 1938 het Twentekanaal gereed is gekomen, wordt het transport van zout een stuk gemakkelijker.

In 1957 wordt in Veendam een zoutlaag in de bodem ontdekt. Het gevolg daarvan is onder meer dat de KNZ zich in Delfzijl gaat vestigen. In datzelfde jaar wordt een begin gemaakt met de sloop van de fabriek in Boekelo.

De eerste van een reeks fusies volgt in 1962, waarbij de KNZ met Ketjen gaat fuseren tot Koninklijke Zout Ketjen. Uiteindelijk zou daaruit AkzoNobel ontstaan.

Het zoutverwerkingsbedrijf in Hengelo is de modernste zoutverpakkingsfabriek ter wereld. Dankzij verregaande automatisering en een uniek organisatieconcept wordt een constante, hoge productkwaliteit gegarandeerd en kan flexibel ingespeeld worden op de eisen van de markt.

Wilt u meer weten over de geschiedenis van Hengelo, breng dan een bezoek aan Museum Hengelo in de Beekstraat 51, of neem contact met het museum op; tel. 074 - 2594216 of e-mail info@museumhengelo.nl .

This article is from: