WORKSHOP: ‘Spelend en talentgericht tewerk gaan’ Donderdag 28 februari 2019 Doel van de workshop
> > >
Inspireren om op laagdrempelige manier spel te steken in het begeleidersuurtje Ruimte creëren voor het uitwisselen van ervaringen Concrete tips en spelletjes meegeven
Focus van de workshop
>
Thema -> kleuren en vormen o Focus 1: Kleuren en vormen in spel en in de ruimte o Focus 2: Kleuren en vormen op papier
Wat is ‘spelend leren’? Spelend leren is een methodiek die het ‘leren’ boeiend, leuk én efficiënt kan maken. Onderzoek en ervaring toont aan dat je kinderen kunt boeien en hun intrinsieke motivatie stimuleren door spel als leermiddel in te zetten.
Zelf aan de slag? Je kan er voor kiezen al deze spelletjes en activiteiten zelf te maken. Alle spelletjes en activiteiten die jullie vandaag hebben gezien en uitgeprobeerd kunnen jullie ook steeds uitlenen in onze spelotheek.
1. Kleuren en vormen in spel en in de ruimte. 1.1 Twister met verschillende vormen en kleuren. Je legt het grote witte doek open waarop allemaal verschillende vormen in verschillende kleuren zijn geschilderd. Bijhorend zijn er ook 3 grote dobbelstenen. De ene met de verschillende kleuren, de andere met de verschillende vormen en ook nog één die aangeeft welk lichaamsdeel je moet verplaatsen. De bedoeling van het spel
> > >
>
2 tot 4 kinderen nemen het op tegen elkaar in dit spel. Door middel van de dobbelstenen wordt beslist waar ze moeten gaan plaatsnemen met welk lichaamsdeel. Er zijn 3 dobbelstenen; o Één voor de kleur. o Één voor de vorm. o Één voor het lichaamsdeel. Eventueel 1 kind die de gooier gedurende het hele spel is.
1
Waarom dit spel?
> >
Motoriek verbeteren door constante verplaatsing van het lichaam. Leren van de verschillende vormen en kleuren leren kennen.
Tips vanuit de vrijwilligers
> >
Verschillende vormen liggen ver van elkaar voor kleutertjes. Eventueel een zijde weglaten (onderaan of op zij), wel zeker alle kleuren behouden. Eventueel 1 ‘dobbelaar’ aanduiden die telkens de dobbel kan gooien. Gooien wanneer je aan het spelen bent is niet echt makkelijk.
2
1.2 Wat is het? Beide spelers hebben een spelbord voor zich met de verschillende vormen op en in de verschillende kleuren. De bedoeling van het spel
> > >
Beide spelers kiezen 1 van hun kaartjes De tegenspeler moet raden wel kaartje de ander heeft gekozen. Aan de hand van specifieke, gesloten vragen.
Voorbeeldvragen
> > > >
Is het figuurtje rood? Is het figuurtje rond? Heeft het figuurtje 4 hoeken? Heeft het figuurtje de kleur/vorm van de zon?
Waarom dit spel
> > > >
Ontwikkel taal en woordenschat met een variant op het spel 'Wie is het?' Inlevingsvermogen Zoeken achter vormen en kleuren Specifieke taal gesproken om het juiste kaartje te vinden
Toevoeging Moest je het wat moeilijker willen maken kan je altijd de regel meegeven dat ze geen kleuren mogen benoemen of geen specifieke vorm. Dan moeten ze de kleur/vorm zoeken door associaties met voorwerpen te maken.
3
Tips vanuit vrijwilligers
>
>
Op voorhand de woordenschat overlopen. o Lijnen, hoeken, lange kanten, gelijke kanten, .. o Voorbeeld vragen maken voor kleuters. Is het lang/smal? Heeft het de kleur van de zon? Eventueel verboden om kleuren en vormen te benoemen.
1.3 Associatiespel - Zinnen maken met dobbelstenen. De bedoeling van het spel
> >
>
Zinnen creëren aan de hand van de 3 dobbelstenen. 3 dobbelstenen; o Dobbelsteen 1 -> Cijfers o Dobbelsteen 2 -> Kleuren o Dobbelsteen 3 -> Vormen Alle verschillende gekleurde vormen liggen uitgespreid op tafel of zitten in een grabbelzak, de kinderen gaan op zoek naar de juiste combinatie.
Bv. 5 blauwe vierkanten. De kinderen moeten op zoek gaan naar 5 blauwe vierkanten in de grabbelzak.
Waarom dit spel
> >
Leren associaties te maken. Deze visueel maken door de juiste combinatie te maken.
Tips vanuit vrijwilligers
>
Vooral voor de jongste kindjes, voor oudere kinderen is er meer uitdaging nodig. Een trapezium is dan weer geen vanzelfsprekende figuur voor kleuters om te gaan benoemen.
4
1.4 Bewegingsspel Voorbereiding Knip een aantal vormen uit die je wilt gaan gebruiken tijdens dit spel. Elke vorm wordt 5 keer uitgeknipt.
> > > >
5 x een rode cirkel 5 x een groene vierkant 5 x een gele rechthoek 5 x een blauwe driehoek
Deze vormen verdeel ik over het speelveld, het ziet er dan zo uit:
De vormen plak ik vast met schildertape, je kunt er ook voor kiezen om ze eerst te lamineren (zo kunnen de vlakken meerdere keren gebruikt worden). Door dit spel bewegen de kleuters veel en zijn ze onbewust bezig met het herkennen en benoemen van de vormen en kleuren. Wat kun je allemaal met het speelveld doen
> > > > >
Spring van de ene kant van het speelveld naar de andere kant, je mag alleen steeds op een bepaalde kleur of vorm staan. Zeg een bepaalde kleur, de kinderen moeten snel op deze kleur gaan staan. Zeg een bepaalde vorm, de kinderen moeten snel op deze vorm gaan staan. Laat een kleuter een bepaalde vorm of kleur benoemen, andere kleuters moeten op de vorm of kleur gaan staan. Benoem geen kleur of vorm maar geef een raadsel, bijvoorbeeld: ‘de kleur waarop je moet gaan staan is hetzelfde als de zon.’ De kleuters moeten dan op een gele kleur gaan staan.
Waarom dit spel
> >
Het aanleren van de basisvormen: vierkant, cirkel rechthoek en driehoek Vormen kunnen benoemen en herkennen. 5
Tips vanuit de vrijwilligers
> > >
Eventueel de verschillende vormen nog verschillende kleuren geven of nog andere vormen insteken Bv; huis, boom, .. Misschien een competitie-element aan toevoegen. Bv; ‘ga om het eerst op 3X5 gaan staan’ waarbij de kindjes dan zo snel mogelijk op 15 moeten gaan staan. Of ‘Ga om het eerst op het Franse woord voor ‘boom’ staan.’ Waarbij ze dan zo snel mogelijk op ‘arbre’ moeten staan. Vooral een spel dat voor meerdere kinderen is.
1.5 Rekenspel – 4 op een rij Het is de bedoeling dat kinderen op een speelse manier eenvoudige rekenbewerkingen aangeleerd krijgen. De bedoeling van het spel
> > >
Beide spelers krijgen de dopjes van één bepaalde kleur om met te spelen. Vooraleer je een dopje mag gebruiken moet je eerst de bewerking oplossen die op de keerzijde staat. Wanneer de speler een fout antwoord heeft gezegd. Moet hij zijn dopje terug leggen en mag hij geen dopje in het raam steken.
Waarom dit spel
> >
Er wordt geoefend op de eerste rekenbewerkingen die kinderen aangeleerd krijgen. Inzichtvermogen door het zoeken van 4 op een rij.
6
Tips vanuit de vrijwilligers
>
Toffe manier om rekenen te oefenen. Misschien uitbreiding mogelijk Bv; met maaltafels, voor de oudere kinderen.
2. Kleuren en vormen op papier 2.1 Stempels maken De bedoeling van de activiteit
>
>
Er wordt geĂŤxperimenteerd met de verschillende materialen die er op tafel liggen. Gebruik je fantasie en creĂŤer samen met je kindje een leuke stempel. Stempelen is leuk om te doen en vooral leuk voor de allerkleinsten. Ze kunnen nog niet zo goed tekenen. Stempelen is dan een stuk gemakkelijker.
7
8
2.2 Rekenen met stempels Wat is de bedoeling van deze activiteit
> >
Oefenen met de kinderen op het oplossen van sommen, tafels, breuken. Het is de bedoeling om het visueel aantrekkelijker te maken voor de kinderen en het op een spelende manier te kunnen aanbrengen.
Zo kan je stempelen met dobbelstenen en aan de hand van de ogen op de dobbelstenen er rekensommen van maken, of eventueel andere bewerkingen. Wijs elke vorm een cijfer toe, en maak rekensommen met grappige vormen. Tellen, cijfer, letter, vorm-herkenning
9
2.3 Vertel het met een stempel Wat is de bedoeling van deze activiteit
> >
Neem een leesboekje bij de hand, visualiseer het verhaal door het te stempelen met je vingers. Waarom; o Taalvaardigheden o Lezen o Begrijpend lezen o Navertellen, logisch denken: uitbeelden
Ook kan je wiskundige oefeningen doen aan de hand van vingerverven. Bv. Laat ze een rups maken met het vooropgestelde aantal bolletjes
10
11
12
2.4 Knippen, plakken, lezen en tellen. Pak een tijdschriftje bij de hand, zoek gericht bepaalde vormen – al dan niet in specifieke kleuren – knip ze uit, categoriseer ze. Je kan ze nadien ook op een blad kleven, er nieuwe vormen van maken (of gekke mannetjes, diertjes, …). Reken en taalvaardigheden aanspreken:
>
Vormen herkennen en benoemen
>
Kleuren herkennen en benoemen
>
Categoriseren en tellen
>
vertellen wat je ziet, doet, maakt, …
>
Fijne motoriek (knippen, scheuren, plakken…)
13