EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
Op weg naar het Nieuw-Zeeland visum
Een enkeltje Auckland please Op weg naar het Nieuw-Zeeland visum Marisa Garau ISBN 978 94 61850 591 paperback ISBN 978 94 61851 031 ebook 1e druk september 2013 Vormgeving: Moirena Schoonbergen Redactie: Eric Jan van Dorp
VanDorp Uitgevers/Uitgeverij Grenzenloos Postbus 42 3956 ZR LEERSUM info@vandorp.net www.vandorp.net Kijk voor meer emigratieboeken op www.emigratieboek.nl CopyrightŠ2013 VanDorp Uitgevers (deze uitgave) CopyrightŠ2013 Marisa Garau Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd in welke vorm dan ook zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever.
Marisa Garau
Een enkeltje Auckland please OP WEG NAAR HET NIEUW-ZEELAND VISUM
UITGEVERIJ GRENZENLOOS
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
4
INHOUDSOPGAVE De brief aller brieven
9
Het einde van de wereld
13
Kangoeroe Country
17
De Checkpoint Charley test
21
Een nieuw leven
25
Oom agent
29
Het Kiwi-dilemma
35
Een deur in mijn hart
39
Van loonstrookjes tot longfoto’s
45
Do you speak English?
51
Stennis over een stapel stenen
57
Eenheden, codes en heel veel euro’s
65
Het land van de lange witte wolk
71
Eén grote pocket
79
Verdriet in Wellington
83
Een never-ending hospitality hour
89
Franse kolonisten en Maori-gebruiken
95
This country needs people like you
101
Op zoek naar verse bloemen
107
De gemiddelde Mohammed
113
Emigreren kun je zelf
117
In de puntenpool
121
Schrijven of schrapen
125
Verzamelwoede
129
De vervulling van onze andere levenshelft
135
5
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
Wat gaan jullie daar dan doen?
139
Terug naar de schooldokter
145
Gaan of niet gaan
149
Niks geheimzinnigs aan The Secret
157
What the beep is going on here?
161
Schiettuig en stuffed animals
165
De laatste hindernis
171
Amore piccante
175
Een koelbloedig besluit
181
Poezengedoe
185
Twee schele ettertjes
189
De lab-man
205
Onverstoorbare Stoffel
199
Op naar Aotearoa
205
6
7
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
8
DE BRIEF ALLER BRIEVEN
De lijn piept en jammert terwijl we gefixeerd naar het platte Mac-scherm staren. Het ouderwets vertrouwde geluid van inbellen hebben we sinds het historische begin van internet niet meer gehoord. Laura T., de eigenaresse van Bed and Breakfast Is Pibiris, rommelt wat met snoeren en dribbelt om ons heen. Dan drukken we op het internet-symbool. Zou ie het doen? Internet opent, de mailbox wordt aangeklikt, Arjan typt zijn wachtwoord in. Dat wat thuis in enkele seconden gebeurt, lijkt hier minuten te duren. GoogleMail denkt diep na. En aarzelt. Maar dan opeens opent het de mailbox. Yes! Het is dinsdag 19 juni 2007, het jaar waarin iPhone zijn opwachting maakt en elke vage volksstam in elke uithoek van de wereld volledig online is, maar toch springen wij allemaal op door dit technologische wonder. Koortsachtig doorzoeken we de lijst met berichten op die ene magische naam: Amelia. En daar, verscholen tussen alle nieuwsbrieven en verkoopmailtjes, bevindt zich inderdaad een mailtje van onze Britse verlosser. Het is kort en volkomen nietszeggend: Dear Arjan, please find attached a letter regarding your application. The original has been sent to you in the post. If you have any questions please do not hesitate to ask. Kind regards, Amelia. 9
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
Het downloaden van de brief lijkt de tijd stil te zetten. Met z’n drieën houden we onze adem in, de computer pruttelt, piekert en peinst. Dan opeens opent zich – alsof we nederige getuigen zijn van een waar wereldwonder – de brief aller brieven... die ons vervolgens in volkomen emotieloos taalgebruik meldt dat het permanent residency visum voor Nieuw-Zeeland in principe toegekend is. Maar niet voordat we nog enkele stappen in het proces doorlopen. Wat, hoe, waarom? Wat betekent dit? Nog meer stappen? Haastig lezen we door. De namen en geboortedata van onze naaste familieleden moeten doorgegeven worden. Ook wordt ons verzocht onze paspoorten op te sturen naar de immigratiedienst in Londen. Is dit alles? Verward scrollen we de tekst door. Hebben we nu het visum of niet? We lezen het begin van de brief nogmaals door. Ja, in principe krijgen we het visum als we twee eenvoudige dingen regelen: familiegegevens en paspoorten. Oké, dat is duidelijk. Laura klapt verrukt in haar handen en feliciteert ons. Dan omhelzen Arjan en ik elkaar beduusd. En hier staan we dan, in die enorme, stille kamer waar de witte Mac roerloos toekijkt. Hier in Codrongianos, dat slaperige Sardijnse dorp waar mijn vader veertig jaar geleden afscheid nam van zijn ontroostbare ouders, broers en zussen om fortuin te maken in Nederland, een land waar hij niets vanaf wist. Hier, waar hij met zijn beste vrienden en
10
leeftijdsgenoten in de laadruimte van een open vrachtwagen klom die hobbelend het stoffige bergpad afreed, op weg naar een nieuw leven. Hier, pal achter mijn ‘nonno’s’ zonovergoten wijngaard die zijn zoon met blote handen bij elkaar verdiende in de diepduistere Limburgse mijnen. Laura loopt naar de keuken om het goede nieuws te vieren met geurige espresso’s. Een beetje daas zetten we ons aan de ontbijttafel, duizend gedachten tollen door ons hoofd. Maxipus, de langharige kater, kijkt ons met zijn groene ogen meewarig aan. Eindelijk is datgene bereikt waar we een jaar lang alles voor gedaan hebben en dat ons leven voorgoed zal veranderen: een sticker in onze paspoorten. Dus dit is het dan. Laura probeert de stilte vol te kletsen met een opbeurend verhaal over een vriendin uit Londen die voor emigratie naar Nieuw-Zeeland geweigerd werd. Dit dankzij vijf broers en zussen, waarin de Kiwi-overheid zich in het kader van het recht op familiehereniging liever niet wenste te verslikken. We schrikken op: mijn enige zus en Arjans twee broers... zou dat al teveel zijn? En dan: al die gegevens hadden we toch allang doorgegeven? Die informatie zat toch reeds in de Expression of Interest? Waarom zijn die familierelaties nu opeens zo belangrijk? Onzekerheid slaat – zoals zo vaak dit jaar – opnieuw toe. Maar nu, na twaalf lange maanden, hebben we het visum. En dat pakt niemand ons af!
11
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
12
HET EINDE VAN DE WERELD
We wonen al enige jaren in Amsterdam als het idee opkomt om een paar jaar van ons leven in een ander land door te brengen. Arjan en ik hebben elkaar in Rotterdam ontmoet, wanneer we aan de Academie voor Beeldende Kunsten studeren. Ik heb op dat moment twee jaar lerarenopleiding achter de rug, doe toelating voor het gloednieuwe experiment Reclame Copywriting en kom in de parallelklas Reclame Art-direction terecht: de richting waarvoor Arjan na het basisjaar gekozen heeft. Twee maanden later, in oktober 1990, krijgen we verkering. Het laatste jaar van de opleiding behelst een stage en het eindexamen. Onze stage willen we bewust niet in Rotterdam lopen, maar in Amsterdam, daar waar alle relevante reclamebureaus zitten. In de zomer van 1992 gaan we dan ook op zoek naar een huis in Amsterdam. Binnen twee weken – ondanks meewarig hoongelach van een Amsterdamse kennis: hier vind je echt niet zomaar een huis! – zitten we in een onderhuurappartementje bij het Prinseneiland en kunnen we eindelijk aan een leven samen beginnen. Na de stages en het examen hoppen we van bureau naar bureau en vestigen we ons via een nieuwbouwflat in een sfeervolle etagewoning, op struikelafstand van het Vondelpark. Ik begin een eigen communicatieadviesbureau met mijn beste vriend, Arjan maakt razendsnel carrière en wint een serie nationale en internationale reclameprijzen. 13
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
En nu, na een paar jaar, beseffen we dat dit leven het toch niet helemaal is. Aan kinderen hebben we geen behoefte, een groter huis interesseert ons niet en er staat reeds een 4x4 voor de deur. Vrienden in ons kleine reclamewereldje trouwen, starten gezinnen, kopen een huis in een te dure randgemeente en schaffen een au-pair aan. Wij staan erbij en kijken ernaar. Is dit het dan? Is dit dan het hoogst haalbare wat het leven te bieden heeft? Je een maagzweer werken voor je kinderen, de hypotheek, die vaalrode PC Hooftpantalon, de wijnkelder en verre maar vluchtige vakanties? Diep in ons hart willen wij op avontuur, de wereld bereizen, groots en meeslepend leven! Onze boekenkast, de grote eettafel ĂŠn de brede vensterbanken vullen zich met boeken over ontdekkingsreizigers die de wereldzeeĂŤn bevaren. Avonturiers die scheurbuik, storm en honger overleven, vastlopen en vlot trekken, voor dood verklaard worden maar elders weer springlevend opduiken, muiterijen neerslaan en aanvallen van woeste inboorlingen weerstaan. Immens moedige mannen die onbekende, mistige kusten
verkennen,
geheimzinnige
landen
betreden
en
onvoorspelbare stammen ontmoeten. Wat een beangstigend maar schitterend leven moet dat geweest zijn, daar aan het einde van de wereld! Een ander land dus. Niet om, zoals het vroeger was, definitief te emigreren en op melodramatische wijze afscheid te nemen van je huilende familieleden die langzaam kleiner worden op 14
de winderige kade. Maar gewoon, om een tijdje ergens anders te wonen. Om een jaartje boodschappen te doen in een andere supermarkt dan de Albert Heijn. Om vanuit de auto eens wat anders te zien dan vlakke weilanden of de file op de A4. In de vakanties reizen we naar verre en minder verre kusten, waar we ons telkens weer proberen voor te stellen hoe het zou zijn als we daar zouden wonen. Wanneer Arjan in 2001 een eigen reclamebureau opricht, weet hij dat het vak voor hem weinig uitdaging meer biedt. Een eigen bureau is dan ook geen gloednieuwe levensvervulling, maar slechts een manier om – bij verkoop – een zorgeloos leven te kunnen leiden. Een leven vrij van opdrachten, klanten, deadlines, stress en slapeloosheid. Een leven dat hem de mogelijkheid zal bieden om dat talent te ontwikkelen waarvan hij weet dat dit reeds jarenlang in hem besloten ligt: autonoom design maken, uit niets dan nieuwsgierigheid ontstaan en geheel naar eigen inzicht uitgevoerd. Die vijf intensieve jaren waarin zijn reclamebureau snel en succesvol wordt opgebouwd, drijven ons vaak naar het wijde strand van Wijk aan Zee. Daar filosoferen we over ons leven ‘na de reclame’. Wat zouden we willen doen, waar zouden we willen wonen? Al vrij snel zijn we eruit dat het Canada moet worden. Vancouver om precies te zijn. Een stad met zo’n beetje het beste leefklimaat ter wereld en een overweldigende 15
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
voorraad natuur binnen handbereik. Ondanks het feit dat we beiden in de stad zijn opgegroeid, voeden de tropenjaren in Amsterdam ons verlangen naar natuur, naar bergen, rivieren en stranden. Naar ruimte en naar rust. Vancouver it will be.
16
KANGOEROE COUNTRY
Begin 2005 krijgen onze plannen een nieuwe impuls, wanneer Arjan zijn compagnons laat weten dat hij nog hooguit een jaar in het bureau werkzaam wil zijn. De geplande verkoop laat op zich wachten, en hij voelt dat hij zijn leven niet meer wil laten domineren door de enorme werkdruk. Het bureau is van een driemanszaak uitgegroeid tot een organisatie met twintig medewerkers, die grote nationale adverteerders bedient, een kerngezonde bedrijfsvoering heeft en kan bogen op talloze creatieve prijzen. Allebei voelen wij haarscherp aan: nog even en we kunnen de knoop doorhakken. Gaan? En zo ja, waarnaartoe dan? Langzamerhand krijgen we steeds duidelijker voor ogen wat we precies zoeken in ons nieuwe leven. Zo is de keuze voor een Engelssprekend en politiek stabiel land evident: we willen snel en makkelijk aan de slag kunnen. Huis zoeken, laptops neerzetten, internet aansluiten. Up and go en plug and play. Bovendien zullen we beter kunnen integreren in een land waarvan we de taal al spreken. Vancouver blijft de beste optie, totdat we eens wat nauwkeuriger kijken naar de gemiddelde jaartemperatuur. Dat valt nogal tegen! Van de twaalf maanden per jaar zucht ons geweldige Vancouver er bijna tien onder de strenge Canadese winter. Wat betekent: sneeuw, vorst, kou en veel, heel veel donkere dagen. We zien ons al ploegend door de sneeuw, als dik ingepakte Teletubbies klungelend met scheppen en een 17
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
auto die natuurlijk never nooit wil starten. Is dit onze droom? Je kunt er wel waanzinnig wintersporten, probeert Arjan nog. Maar ook daar komen we van terug. Ik, die met een haast buitenaards gebrek aan winter-fun-genen en eenzaam aan de top van de wereld-hoogtevrees-index met trillende knieën van de peuterpiste afgepraat moet worden. En Arjan dan, die droomt van eindeloos blauwe surfgolven, een leven lang teenslipperen en luieren in een hangmat. Klinkt op de een of andere manier niet echt Vancouverish... Dat voorjaar – al strandwandelend onder de rook van Hoogovens – besluiten we het over een andere boeg te gooien. Als we eigenlijk een milder klimaat zoeken, waarom dan niet eens in Australië kijken? Eerlijk gezegd ben ik degene die deze optie altijd zenuwlachend weggewuifd heeft vanwege de vliegduur. Ondanks de vele vluchten die ik voor mijn werk als freelance journalist heb gemaakt en ondanks onze verre vakanties, blijft vliegen een noodzakelijk kwaad. Vierentwintig uur vliegen lijkt me niet echt een fijn idee. Toch gaan we eens kijken op het web en we worden al snel enthousiast over Australië en de schoonheid van het land. Als blijkt dat de vlucht naar Singapore maar dertien uur duurt (kijk nou, liefst een uur korter dan LA!) en de vlucht naar Sydney slechts zeven uur, ben ik overstag. Ja, dat moeten we toch maar eens met eigen ogen gaan bekijken. Op 5 september 2005 is het zover. Die dag stappen we ’s avonds vermoeid maar nieuwsgierig de 18
terminal van Sydney Airport in, om een maand lang in New South Wales rond te kunnen kijken. De volgende dag al weten we: dit is het. Na een week zijn we er he-le-maal uit. En twee weken later willen we niet meer terug naar Amsterdam. Het heerlijke weer, de uiterst vriendelijke mensen, de relaxte levensstijl zonder opgeklopt status-geneuzel, het verrukkelijke eten en de eindeloze stranden hebben ons volledig veroverd. Eenmaal terug, cirkelend boven Schiphol, voel ik de heimwee scherp in mijn hart steken. Heimwee naar dat fantastische land. Het land van de kangoeroe.
19
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
20
DE CHECKPOINT CHARLEY TEST
Vertrekken staat vanaf dat moment vast. Arjan en ik gaan actief op zoek naar informatie over het emigratieproces richting Oceanië. Al snel stuiten we op een advertentie van een agentschap uit Londen, dat alle geheimen over een nieuw leven in Australië uit de doeken zal doen. We melden ons aan en rijden op een zonnige zondagochtend naar het Amsterdamse Holiday Inn. Het is meteen duidelijk dat we niet de enigen zijn met emigratieplannen. Na het voldoen van vijfentwintig euro per persoon vult het goedkoop ingerichte zaaltje zich rap met reislustige tweeverdieners, leraren, ambtenaren, ICT-ers en een verdwaalde fietsenmaker. We worden geroutineerd welkom geheten door een Britse echtpaar op leeftijd en een volkomen uit de toon vallende Julio Iglesias-lookalike op – hoe kan het ook anders? – bordeelsluipers. Vervolgens krijgen we een rap aan elkaar gepraatte powerpointpresentatie opgedist over bewonersaantallen van de grote steden, het Australische puntensysteem, de lijst met gewilde beroepen en allerlei beperkingen. Later mogen er algemene vragen gesteld worden, maar het is niet de bedoeling om op individuele gevallen in te gaan. Nee, op fietsenmakers zitten ze in Australië niet te wachten. En nee, zonder emigratie-agent zal het beslist niet lukken het land in te komen. Braaf nemen we na afloop het informatiemapje mee, vriendelijk bedankend voor het aangeboden individuele gesprek van 150 euro om 21
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
onze kansen op emigreren door zonnebank-Julio te laten inschatten. Eenmaal thuis vullen we de puntenlijst online en gratis in. De gecontroleerde toelating van immigranten in Australië, Nieuw-Zeeland, Amerika en Canada is gebaseerd op een eenvoudig puntensysteem. Het gaat om het verdienen van zoveel mogelijk punten. Hoe meer je als immigrant te bieden hebt, hoe meer punten je scoort en hoe eerder je in aanmerking komt voor een visum. Je kunt punten verdienen voor je diploma’s, je beroep, je werk-ervaring en je leeftijd. Hoe jonger je bent, hoe meer punten je krijgt. Oeps, daar hebben we nooit over nagedacht. Het feit dat we 37 en 35 zijn, hakt er aardig in en kost ons helaas behoorlijk wat punten. Maar onze HBO-diploma’s maken weer veel goed, en ook onze creatieve beroepen van art-director en copywriter vormen geen probleem. De uitslag: ja, we komen in aanmerking voor een visum! Hoera! Niet lang erna lees ik in HP/De Tijd een uitgebreid artikel over de nieuwste emigratietrend, waarin melding wordt gemaakt van het feit dat Nederland al sinds enige jaren ten prooi valt aan een emigratie-overschot: meer mensen verlaten het land dan erin komen. Naast de obligate interviewtjes met reeds geëmigreerde yuppen mag een professioneel emigratiebureau uit het midden van het land een papieren promotiepraatje ophangen. Ik klik de computer aan en bezoek hun site, waar ik direct doorgelinked word naar de reeds bekende puntentest. Ik 22
besluit telefonisch een afspraak te maken. Dat had ik gedacht! Aan de telefoon wordt me door een ongeduldige medewerkster duidelijk gemaakt dat we eerst de puntentest moeten doen. Bij een positief resultaat komen we eventueel, heel misschien, in aanmerking voor... een afspraak. Toe maar! Mijn uitleg dat we de puntentest reeds gedaan hebben, maakt geen indruk. Regels zijn regels. Hun puntentest invullen, en anders niets. Ik vul de onlinepuntentest op hun site in en wacht op een uitnodiging voor een persoonlijk gesprek. Tevergeefs. Na een week ga ik opnieuw bellen. Nee, onze test is niet binnengekomen. Opnieuw maken en mailen dus. Ik leg geduldig uit dat we de test reeds met positief resultaat hebben doorlopen, maar het mag niet baten. Het bureau voert een duidelijk deurbeleid. Als deze dame een voorbode is van het emigratieproces, kunnen we onze borst natmaken. Dit gewapende blok beton blijkt moeilijker te nemen dan de Muur en is killer dan de Koude Oorlog. Ik wens Charley en haar Checkpoint stilletjes een lang en vervelend bestaan in een andere dimensie toe en zoek een agent dichterbij huis. En ja hoor, die is er: the Migration Bureau, gevestigd aan de goede kant van het Vondelpark en slechts op tien minuten loopafstand van ons huis. Ik vul het formulier in op de site en ontvang kort erna een uitnodiging om een afspraak te maken.
23
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
24
EEN NIEUW LEVEN
Dat jaar gaat het met mij niet zo lekker. Al bijna tien jaar run ik samen mijn beste vriend een reclamebureau. Totdat ik per toeval de oude werkagenda’s doorblader. Het treft me hard dat ik met een bijna wanhopig afgrijzen terugkijk op de voltooide reclameopdrachten. Een verpletterende constatering. Waar ben ik al die jaren eigenlijk mee bezig geweest? In de zomer bespreken we het idee dat ik een dag minder wil gaan werken. Ik ervaar mijn werk steeds meer als een verstikkende sleur en probeer lucht te happen. Ik vergeet steeds vaker data en afspraken en voel me niet meer betrokken bij wat ik doe. Het is net alsof ik het meerendeel van de tijd halfslapend doorbreng en slechts op routine functioneer. Langzaam begint het tot me door te dringen dat er een verband moet zijn tussen mijn mentale onvrede en de lichamelijke klachten die ik in de loop der jaren heb ontwikkeld: een te snel werkende schildklier, twee behandelingen met radioactief jodium, een te langzaam werkende schildklier, drie oogoperaties, dagelijks medicijngebruik voor de rest van mijn leven, spierverkrampingen, stemmingswisselingen, depressie en slapeloosheid. Of in vaktermen: chronische stress. Maar dat weet ik dan nog niet. Ik heb nooit echt over deze kwalen nagedacht want daar neem ik de tijd niet voor. De opdrachten vragen altijd voorrang, de deadlines moeten koste 25
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
wat het kost gehaald worden. Die zomer gaat loom voorbij en het najaar brengt verse opdrachten. De eindeloze stroom van briefing naar conceptontwikkeling en van schets naar drukwerk sleurt ons zoals gewoonlijk met zich mee. Een dag minder werken laat ik maar zitten, dat komt nu even niet uit. Ondanks de emigratieplannen van mij en Arjan, die me in geheime dagdromen toelachen als een onbereikbare zoete toekomst, wil het nog niet tot me doordringen dat ik ooit de knoop zal moeten doorhakken. Als mijn fantasie voorzichtig richting het idee kappen-met-reclame kruipt, breekt het angstzweet me al uit. Hoe dan? En wat dan? Op een zaterdag begin november 2005 loop ik per toeval tegen een boekje aan waarin de schrijver geheel uit eigen ervaring beschrijft hoe hij een puinhoop van zijn werk en relaties had gemaakt, en wat hij heeft gedaan om zichzelf uit die beerput te trekken. Klonck! De schellen vallen me van de ogen, dit gaat helemaal over mij! Oké, ik ben niet zo’n onuitstaanbare rotzak die mensen voortdurend de grond intrapt, maar ik zie opeens in dat ik precies dezelfde laffe houding heb aangenomen als deze François de Waal. Wat is nu eigenlijk het hele probleem? Ik vind mijn werk niet meer leuk, punt. Jammer, maar helaas. Ik kan mezelf na tien jaar onmogelijk verwijten dat ik het niet geprobeerd heb. Maar in plaats van dat gevoel onder ogen te komen en in te grijpen, ga ik slechts lijdzaam gebukt onder
26
deze vreselijke zonde die het daglicht niet kan verdragen. En omdat ik het lef niet heb om eerlijk te zijn – tegenover mezelf, mijn compagnon en de rest van de wereld – negeer ik mijn onvrede en stoom ik dapper maar dom door. Tot dat weekend in november, wanneer ik ademloos het boek verslind. Het boek dat mijn leven beschrijft... en radicaal zal veranderen. Nooit daarvoor heb ik ook maar een seconde overwogen om echt te stoppen met mijn carrière als reclame copywriter, totdat ik opeens besluit dat het genoeg is geweest. Genoeg met de stress, genoeg met het toneelstuk dat ik elke dag opnieuw opvoer, genoeg met het eindeloze pappen en nathouden. Deze doodlopende situatie vereist hard maar heilzaam ingrijpen en dat gebeurt dan ook. Ik gooi een loodzware last van me af, richt me op en adem diep in. Ik leef! Een enorme kracht maakt zich van me meester, stuwt me voort en verschaft me een helderheid die ik nooit eerder ervaren heb. Weg is het slaperige gevoel, opeens ben ik klaarwakker! Ik voel me als een schitterende stille tocht in m’n eentje: dit nooit meer! Na een korte periode waarin de lopende opdrachten worden afgerond, vindt mijn compagnon een nieuwe compagnon en neem ik afscheid. Niet alleen van een lang en veeleisend reclameleven, maar ook van chronische oneerlijkheid, het wegstoppen van ontevredenheid, het negeren van diepgewortelde dromen. Met genoeg spaargeld
27
EEN ENKELTJE AUCKLAND PLEASE
op de bank ben ik klaar voor een nieuw leven, en vreemd genoeg hoef ik er geen twintigduizend kilometer voor te reizen. Mijn nieuwe leven zit gewoon in me!
28