Ria van de Knaap uczy języka holenderskiego jako języka obcego od roku 1989. Uczy wszystkich umiejętności na wszystkich poziomach. Zaczęła uczyć w Rotterdamie w kilku szkołach średnich w ciągu dnia i na kursach wieczorowych, a następnie w ROC Albeda College (edukacja zawodowa). W tej książce udało jej się połączyć zamiłowanie do muzyki i książek. Wcześniej wydała płytę kompaktową z piosenkami specjalnie dla osób uczących się holdenderskiego jako języka obcego (NT2).
RIA VAN DER KNAAP
Ria van de Knaap is al sinds 1989 werkzaam als docente Nederlands als tweede taal. Zij heeft op alle niveaus lesgegeven. Eerst bij de Rotterdamse Dag-en Avondscholen en later bij het ROC Albeda College in Rotterdam en omstreken. Haar passies, taal en muziek, heeft zij in dit boek kunnen verenigen. Zij heeft al eerder speciaal voor het NT2 onderwijs een cd met liedjes gemaakt.
NEDERLANDS Niderlandzki dla Polaków
Polen
NEDERLANDS voor Polen - Niderlandzki dla Polaków
Nederlands voor Polen is een NT2-methode voor Poolssprekenden die geen of weinig voorkennis van het Nederlands hebben. Het leidt op tot en met niveau A1. Nederlands voor Polen is geschikt voor zelfstudie maar ook te gebruiken in groepen en is tevens een aansprekende cursus voor kinderen vanaf twaalf jaar. Aan de hand van liedjes wordt de luistervaardigheid getraind. Ook zijn er diverse andere luisteroefeningen. Alle liedjes en geluidsbestanden kunnen gratis worden gedownload. Deze cursus bevat geen lastige grammaticale uitleg. De taalregels worden door middel van eenvoudige oefeningen getoond en stap voor stap aangeboden. Nederlands voor Polen is een ideale cursus om snel de eerste beginselen van het Nederlands onder de knie te krijgen. Nederlands voor Polen jest kursem na poziomie NT2, nakierowanym na Polaków, którzy słabo lub wcale nie potrafią mówić po holendersku. Po ukończeniu kursu będzie Pan/i rozumieć holenderski i mówić w tym języku na poziomie podstawowym A1 (ERK). Nederlands voor Polen nadaje się do samodzielnej nauki, jednak można go również wykorzystać do pracy w grupach. Kurs ten jest również jak najbardziej odpowiedni dla dzieci powyżej 12 roku życia. Oprócz wykorzystania piosenek do ćwiczenia umiejętności słuchania, jest tutaj również wiele innych ćwiczeń. Wszystkie piosenki i pliki audio można pobrać za darmo.
Basiscursus Nederlands Kijk voor meer NT2 en inburgering lesmateriaal op
www.vandorp.net
tot en met niveau A1 9789461850560
VANDORP EDUCATIEF
voor
Ria van der Knaap
NEDERLANDS Niderlandzki dla Polak贸w
voor Polen
Beginnerscursus tot niveau A1
VANDORP EDUCATIEF
Audio
U kunt de audio bij dit boek gratis downloaden via www.vandorp.net/audio Pliki audio, które są załączone do tej książki, można pobrać nieodpłatnie ze strony www.vandorp.net/audio Dit is een uitgave van: Uitgeverij VanDorp Educatief / VanDorp Uitgevers Postbus 42 3956 CP Leersum tel 0031- (0)343-469972 e-mail: info@vandorp.net website: www.vandorp.net
Tekeningen: Ineke Heestermans Zang en teksten: Pieter Grimbergen en Ria van der Knaap Muziek: Ria van der Knaap Muzikale bewerking en begeleiding: Andries Stam Foto omslag: P. Huybers Redactie: Ite Op den Orth Deze cursus is gebaseerd op de cursus ABC Doe je mee? van dezelfde auteur. ISBN 9789461850560 NUR 114 © 2013 Ria van der Knaap © 2013 Uitgeverij VanDorp Educatief Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden opgeslagen of vermenigvuldigd op welke wijze dan ook, zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.
INHOUDSOPGAVE (SPIS TREŚCI) VOORWOORD 4
PRZEDMOWA 6 INTRODUCTIELES Hoe gaat het? LES 1 Kam in de zak
11
LES 2
Ik zie een kar
19
LES 3
Is dit een doos of een bos?
27
LES 4
ABC ga je mee?
38
LES 5
Heb je een kat?
47
LES 6
Hoe laat is het?
58
LES 7
Wil je koffie?
63
LES 8
O ik ben zo ziek!
77
LES 9
Waar ga je heen?
85
LES 10
Wat kost de prei?
95
LES 11
Er zit een muis in mijn huis
107
LES 12
Wie heeft mijn bril gezien?
115
LES 13
Ik wil graag een afspraak maken
125
LES 14
Waar is mijn regenjack?
137
LES 15
Dokter ik heb zo’n pijn
149
LES 16
Ik geef een feest
161
Antwoorden (odpowiedzieć) Woordenlijst (słowniczek)
9
171 184
3
VOORWOORD
Doel Nederlands voor Polen leidt op tot en met niveau A1. Deze methode is geschikt voor zelfstudie, maar kan ook goed in groepen worden gebruikt. In elke les staat het trainen van luistervaardigheid door middel van liedjes en teksten centraal. De verwerking van elke luisteroefening vindt plaats door middel van een korte en heldere schriftelijke opdracht. Zowel de liedteksten als de luisterteksten sluiten inhoudelijk aan bij de dagelijkse belevingswereld. De melodieĂŤn van de liedjes liggen makkelijk in het gehoor en nodigen uit tot meezingen en zullen het memoriseren van de teksten vereenvoudigen. Alle teksten zijn in heldere taal geschreven en bevatten geen lastige beeldspraak. Doelgroepen Nederlands voor Polen is een Nt2-methode voor gealfabetiseerde anderstaligen die nog geen of onvoldoende voorkennis van het Nederlands hebben. Dit kunnen oudkomers zijn die het Nederlands nog onvoldoende beheersen en die zich de taal stap voor stap eigen willen maken. De methode sluit aan bij de eisen waaraan de aspirant inburgeraars moeten voldoen die in het buitenland het inburgeringsexamen moeten afleggen. Voor deze toets moet men luister- en spreekvaardigheid beheersen op niveau A1min* De methode is stap voor stap opgebouwd en daarom ook zeer geschikt voor gebruik met kinderen vanaf twaalf jaar. Werkvormen en tracknummers Nederlands voor Polen biedt verschillende werkvormen: luisteren, lezen, schrijven en nazeggen en meezingen. Naast elke oefening staat een icoon dat aangeeft of er moet worden geschreven of moet worden geluisterd. Achter elke luisteropdracht staat het tracknummer genoteerd dat verwijst naar het nummer van het audiobestand. De audiobestanden kunnen gratis worden gedownload vanaf www.vandorp.net/pools Opbouw Nederlands voor Polen bestaat uit zeventien lessen. De introductieles schenkt aandacht aan het kennismaken en in de volgende lessen staat steeds de liedtekst centraal. Bij het boek horen audiobestanden met daarop alle liedjes, luisterteksten en uitspraakoefeningen. De uitspraak is helder en spraaksnelheid van de teksten en de liedjes, loopt geleidelijk aan op. De bestanden zijn te downloaden op www.vandorp.net/audio In de liedjes en de teksten worden stap voor stap taalaspecten aangeboden die door cursisten moeilijk worden gevonden, zoals het gebruik van het woordje er, de vragende vorm, het gebruik van niet en geen, de dialoogvorm. Daarnaast is er idioom verwerkt in de teksten dat passend is bij het niveau.
4
In elke les wordt speciale aandacht besteed aan de verbuiging van frequent voorkomende werkwoorden in de tegenwoordige tijd door middel van een heldere schematische presentatie van het werkwoord en een of meerdere verwerkingsoefeningen. Vanaf les 12 wordt de voltooid tegenwoordige tijd ge誰ntroduceerd. Grammatica Nederlands voor Polen bevat geen grammaticale uitleg. Taalregels worden impliciet aangeboden door middel van een helder model waarmee alle oefeningen zelfstandig kunnen worden gemaakt. De taalvaardigheid wordt geactiveerd door het maken van de schriftelijke oefeningen. Om aansluiting met ander lesmateriaal te vereenvoudigen zijn begrippen als letter, woord, zin, werkwoord, enkelvoud, meervoud, telwoord, voorzetsel en trappen van vergelijking gebruikt.
Audio
U kunt de audio bij dit boek gratis downloaden via www.vandorp.net/audio
* Omschrijving A1-min niveau: - Kan met behulp van losse woorden zaken van direct persoonlijk belang communiceren. - Gebruikt losse woorden, enkele standaarduitdrukkingen en elementaire beleefdheidsfrasen, maar is vanwege uitspraak moeilijk te verstaan. - Begrijpt eenvoudige direct tot hem / haar gerichte en met zorg gesproken vragen naar of mededelingen over personalia en een beperkt aantal concrete alledaagse begrippen. - Kan vragen over dergelijk zaken soms ook met een of meer losse woorden beantwoorden. - Conversatie is echter niet mogelijk.
(Bron: Verantwoording Toets Gesproken Nederlands, projectnr. 10206.01 CINOP, Den Bosch, 2005)
5
PRZEDMOWA Cel Nederlands voor Polen prowadzi do poziomu A1(ERK). Kurs ten jest odpowiedni dla osób uczących się samodzielnie, jak również można go wykorzystać do nauki grupowej. Umiejętności słuchania ćwiczy się na każdej lekcji poprzez piosenki i teksty piosenek. Przetwarzanie każdego ćwiczenia na słuchanie odbywa się poprzez krótkie i jasno napisane ćwiczenia. Zarówno teksty piosenek, jak i teksty do słuchania powiązane są z codziennym życiem i doświadczeniami. Melodie piosenek są łatwe do słuchania i zapraszają słuchacza do śpiewania razem z nimi, oraz pomogą szybciej zapamiętać tekst. Wszystkie teksty są napisane zrozumiałym językiem i nie zawierają trudnych metafor. Grupy docelowe Nederlands voor Polen jest kursem na poziome NT2, przeznaczonym dla osób piśmiennych, które nie posiadają wystarczającej wiedzy języka holdenderskiego. Mogą to być wcześniejsi emigranci, którzy mają braki językowe, i którzy powinni się uczyć krok po kroku. Kurs ten odpowiada wymogom integracji międzyludzkiej i konieczności zdawania egzaminu językowego za granicą. Aby zdać niniejszy egzamin konieczne jest zdobycie umiejętności słuchania i mówienia na poziomie A1 * Ponieważ kurs ten został skonstruowany krok po kroku, jest jak najbardziej odpowiedni do korzystania w nauce dzieci w wieku lat dwunastu i starszych. Metody i numery utworów Nederlands voor Polen wykorzystuje kilku metod nauki: oprócz słuchania, czytania i pisania, znajdują się tutaj również ćwiczenia powtarzania i śpiewania razem z puszczanymi piosenkami. Ikonka obok każdego ćwiczenia wskazuje rodzaj ćwiczenia. Na końcu każdego zdania dotyczącego słuchania znajduje się numer ścieżki, który odpowiada numerowi pliku audio. Pliki audio można pobrać nieodpłatnie ze strony www.vandorp.net/audio Kurs internetowy Nederlands voor Polen składa się z siedemnastu lekcji. Lekcja wprowadzająca skupia się na spotykaniu ludzi i witaniu się. Następne lekcje są zawsze zbudowane na bazie tekstów piosenek. Książka, która towarzyszy plikom audio zawiera wszystkie piosenki, teksty do słuchania i ćwiczenia wymowy. Wymowa jest wyraźna i w miarę nauki teksty i piosenki stają się coraz trudniejsze. Piosenki i teksty piosenek stopniowo oferują aspekty trudne dla studentów, np. użycie słowa er (tam), formy pytającej, użycie niet (nie) i geen (nie) i formy dialogowej. Wykorzystane słownictwo jest odpowiednie dla danego poziomu. Na wszystkich lekcjach specjalną uwagę przywiązuje się do czasu teraźniejszego czasowników regularnych, poprzez jasną schematyczną prezentację czasowników i jedno lub więcej ćwiczeń. Czas perfect jest wprowadzany na lekcji 12. Gramatyka 6
Nederlands voor Polen nie zawiera wyjaśnień gramatycznych. Zasady językowe są oferowane w sposób niezauważalny poprzez jasny model, w którym wszystkie ćwiczenia można robić niezależnie. Biegłość jest aktywowana poprzez wykonywanie ćwiczeń pisemnych. Aby ułatwić interakcję z innymi kursami lub materiałami, używa się określeń takich jak litera, słowo, fraza, czasownik, pojedynczy, mnogi, numeryczny, przyimek i porównanie.
Audio Pliki audio, które są załączone do tej książki, można pobrać nieodpłatnie ze strony www.vandorp.net/audio
*A1: Przełom – podstawowa znajomość języka, znajomość zwrotów dnia codziennego i umiejętność budowania bardzo prostych zdań.
Słuchanie Potrafię rozpoznać znajome słowa i bardzo proste zwroty dotyczące mojej osoby, mojej rodziny i bezpośredniego otoczenia, kiedy ludzie mówią wolno i wyraźnie.
Czytanie Potrafię zrozumieć znajome nazwy, słowa i bardzo proste zdania, np.: na ogłoszeniach i plakatach lub w katalogach.. Interakcja słowna Potrafię komunikować się w prosty sposób pod warunkiem, że mój mówca jest gotowy na powtarzanie lub przedstawianie tematu w innym ujęciu, wolniej oraz pomoc w formułowaniu moich wypowiedzi. W razie potrzeby potrafię zadać i odpowiedzieć na proste pytania lub znajomy temat.
Mówienie Potrafię używać prostych zwrotów i zdań, aby opisać gdzie mieszkam i ludzi, których znam.
Pisanie Potrafię napisać krótką, prostą kartę, np. wysyłając pozdrowienia z wakacji. Potrafię wypełnić formularz danymi osobowymi, narodowość i adres na formularzu rejestracyjnym w hotelu
7
8
INTRODUCTIE LES
Hoe gaat het?
TEKST - Słuchaj i czytaj. (track 1)
0.1 1.
Ria: Hoi Pieter. Pieter: Hoi Ria.
2.
Ria: Hallo. Pieter: Hallo, ik ben Pieter. Wie ben jij? Ria: Ik ben Ria.
3.
Pieter: Ria: Pieter: Ria: Pieter:
Dag, hoe gaat het? Goed, en met jou? Ook goed. Doei! Doei!
4.
Pieter: Ria: Pieter: Ria:
Hé, hoe is het met je? Nou, dat gaat wel. Tot ziens. Tot kijk.
5.
Man: Vrouw: Man: Vrouw:
Dag, mijn naam is de Wit. Dag, ik ben mevrouw Kamphuis. Hoe maakt u het? Goed. Dank u.
6.
Vrouw: Man: Vrouw: Man:
Goedemorgen meneer Grimberg. Goedemorgen. Hoe is het met u? Nog niet zo best.
0.2
WERKWOORDEN - Słuchaj i czytaj. (track 2)
Wie Hoe Wat Hoe Hoe Hoe
ben jij? Ik ben Pieter. heet jij? Ik heet Pieter. is uw naam? Mijn naam is Grimberg. is het? Het is goed. gaat het? Het gaat goed. maakt u het? Goed, dank u.
INTRODUCTIE LES
Hoe gaat het?
9
0.3 Podkreśl prawidłową formę czasownika. Przyjrzyj się przykładowi.
Wie is / ben jij?
1.
Ik is / ben Ellen.
2.
Hoe is / heet jij?
3.
Ik heet / is Ellen.
4.
Wat ben / is uw naam?
5.
Mijn naam is / ben Grimberg.
0.4
Jaka jest odpowiedź? Wybierz a lub b.
1. Hoe heet je? a. Het gaat wel. b. Pieter 2. Wat is je naam? a. Heel goed. b. Ellen 3.
Hoe gaat het?
4. Wie ben jij?
a. Pieter b. Niet zo goed. a. Ria b. Nog niet zo best.
5. Hoe is het met je? a. Dank u. b. Niet zo goed.
10
6. Hoe maakt u het?
a. Meneer Grimberg b. Goed. Dank u.
7. Wat is uw naam?
a. Heel goed. b. Mevrouw Van der Knaap
INTRODUCTIE LES
Hoe gaat het?
LES 1
Kam in de zak
1.1 TEKST - Słuchaj i czytaj. (track 3)
De man is bij de put. Hij is bij de put. Hij draagt een pet. Hij draagt een jas. De man heeft een tas. Hij heeft een tas op zijn rug.
Pieter: De bus staat bij het hek. Ria: Waar is het hek? Pieter: Het hek is in het bos.
1.2 Słuchaj i powtarzaj słowa. (track 4)
LES 1
1.
de man - de pet - de jas
2.
de put - het hek - de tas
3.
het bos - de rug - de bus
Kam in de zak
11
Werkwoorden staan ik sta sta ik? jij staat sta jij? u staat staat u? hij staat - de bus staat staat hij? - staat de bus? zij staat staat zij?
dragen
ik draag draag ik? jij draagt draag jij? u draagt draagt u? hij draagt - de man draagt draagt hij? - draagt de man? zij draagt draagt zij?
hebben ik heb heb ik? jij hebt heb jij? u hebt / u heeft hebt/ heeft u? hij heeft heeft hij? zij heeft - de vrouw heeft heeft zij? - heeft de vrouw?
zijn ik ben ben ik? jij bent ben jij? u bent bent u? hij is - de man is is hij? - is de man? zij is is zij?
12
LES 1
Kam in de zak
1.3
Podkreśl prawidłową formę czasownika. Przyjrzyj się przykładowi.
Ik staat / sta bij het hek. 1.
Staat / sta jij bij het hek?
2.
Jij draag / draagt een jas.
3.
Karel draag / draagt een tas.
4.
Heb / Hebt jij een pet?
5.
Wilma hebt / heeft een rok.
6.
U ben / bent een man.
7.
De man bent / is in de bus.
1.4
LIED - Słuchaj i czytaj. (track 5)
Kam in de zak. Zak in de jas. Jas van de man. Man met de pet. Man met de pet. Pen in de tas. Tas op de rug. Rug van de man. Man bij de put. Man bij de put. Rok van de zus. Zus in de bus. Bus bij het hek. Hek in het bos. Hek in het bos.
LES 1
Kam in de zak
13
Mug op de lip. Lip van de vis. Vis in de kom. Kom in de zon. Kom in de zon.
1.5
Uzupełnij. Przyjrzyj się przykładowi.
De kam is in de zak. Waar is de kam? In de ...zak... .
1.
De man is bij de put.
Waar is de man?
Bij de ................. .
2.
De pen is in de tas.
Waar is de pen?
In de ................ .
3.
De bus is bij het hek.
Waar is de bus?
Bij het ................ .
14
4.
De vis is in de kom.
Waar is de vis?
In de ................ .
LES 1
Kam in de zak
1.6
Ułóż słowa w prawidłowym porządku. Przyjrzyj się przykładowi.
zon / vis / pen / jas / mug / kom / man / zak / put / hek / bos / kam / pet / rok
a e o u i ..kam... ..pet.... .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. .............. ..............
1.7 Ułóż poprawne zdanie. Zacznij od podkreślonych słów. Przyjrzyj się przykładowi.
de put. – De man – is – bij De man is bij de put.
1.
heeft – een tas. – De man
...................................................................................................... 2.
het hek. – bij – staat – De bus
...................................................................................................... 3. op zijn rug. – een tas – Hij – heeft ......................................................................................................
4.
is – Het hek – in het bos.
...................................................................................................... 5.
in de kom. – is – De vis
......................................................................................................
LES 1
Kam in de zak
15
1.8 Wybierz odpowiedni czasownik. Przyjrzyj się przykładowi.
ben / bent / heeft / staat / draagt
1.
De bus .....staat..... bij het hek.
2.
De man ....................................... een tas.
3.
Zij ............................................... een zus.
4.
Jij ................................................ een vrouw.
5.
Ik ................................................ Wilma.
1.9 Posłuchaj raz jeszcze piosenki. (track 5) Uzupełnij. Sprawdź swoje odpowiedzi z tekstem w punkcie 1.4
Kam in de .......................... Zak in de ........................... Jas van de .......................... Man met de ....................... Man met ...................... pet
Pen in de ........................... Tas op de .......................... Rug van de ........................ Man bij de ......................... Man bij ........................ put
16
LES 1
Kam in de zak
Rok van de ........................ Zus in de ........................... Bus bij het ......................... Hek in het .......................... Hek in ......................... bos
Mug op de ......................... Lip van de .......................... Vis in de ............................ Kom in de .......................... Kom in ........................ zon
LES 1
Kam in de zak
17