2 minute read
Kringlooplandbouw: wat is het en hoe werkt het?
Kringlooplandbouw is een nieuwe manier van boeren waarin niets wordt verspild en alle reststromen worden hergebruikt. Dat leidt tot minder impact op klimaat en milieu. Iedereen in Nederland lijkt voorstander van kringlooplandbouw. Maar al die voorstanders verschillen van mening over hoe dit in de praktijk zou moeten werken en wat daar voor nodig is. We zetten de feiten op een rij.
Wat is kringlooplandbouw?
Kringlooplandbouw (ook wel circulaire landbouw) is een containerbegrip voor allerlei vormen van landbouw. Het draait allemaal om het idee van een gesloten kringloop van grondstoffen, nutriënten en energie. Dat betekent dat alles dat door het landbouwsysteem wordt gebruikt, vanuit datzelfde systeem weer wordt aangevuld. Dat kan gelden voor voedingsstoffen in veevoer zoals stikstof, maar bijvoorbeeld ook voor energie en water. In theorie is alles dan in balans: bijna niets gaat verloren en vrijwel alles wordt hergebruikt.
Een gesloten kringloop: een voorbeeld
In de bodem zitten voedingstoffen
Een plant gebruikt de voedingstoffen uit de bodem om te groeien
Een varken eet die plant en zet dat om in vlees en mest
De mest wordt gebruikt als voedingstof voor de bodem
In Nederland werken veel boeren met precisiebemesting. Door onder de juiste weersomstandigheden precies genoeg mest te injec- teren, zorgen ze zo voor minimale emissies naar grond, lucht en oppervlaktewater. Dit circulaire systeem is verder uit te breiden met bijvoorbeeld een mestvergister. Die haalt duurzame energie uit de mest in de vorm van biogas. Zo wordt ook meteen de uitstoot van het broeikasgas methaan wordt aangepakt.
Hoe werkt kringlooplandbouw in de praktijk?
In de praktijk betekent kringlooplandbouw dat iedereen zo circulair mogelijk denkt en handelt. Kortom: bij iedereen moet tussen de oren komen dat afval niet meer bestaat. Dat we alle onvermijdbare reststromen weer hergebruiken als grondstof of hulpstof.
Ton van Korven, specialist bij ZLTO: “Dat betekent bijvoorbeeld dat we mest niet meer zien als een reststroom, die we moeten afvoeren, maar puur als een grondstof voor akkerbouw en/of voor de opwekking van energie in de vorm van groen gas. Dat vraagt omdenken van boeren, maar ook van de overheid die nieuwe regels moet maken. En als burger betekent dit bijvoorbeeld dat je je dan aansluit bij zo’n lokale energiecorporatie van boeren.”
Alles gebruiken: boeren passen dat principe al toe Van alle economische sectoren in de Nederlandse samenleving is de landbouw een voorloper in het circulaire denken. “Neem de varkenshouderij als voorbeeld. Varkens eten voor een deel onze reststromen op uit de voedingsindustrie. Bovendien gebruiken we alles van dat dier. Varkensboeren leveren niet alleen voed- selproducten, maar bijvoorbeeld ook de grondstoffen voor leer, insuline en lippenstift.”
De kringloop liefst zo lokaal mogelijk
In de discussie over kringlooplandbouw gaat het vaak ook over het principe dat de kringloop zo lokaal mogelijk is en zo ver als nodig. Dus bijvoorbeeld dat de mest die veehouders produceren door akkerbouwers in de directe omgeving wordt gebruikt. Maar ook dat het voedsel dat boeren produceren door consumenten uit de buurt wordt gekocht. Zo is er zo weinig mogelijk verspilling, zo min mogelijk transport en wordt alles dus optimaal hergebruikt.”
Hoe nu verder met kringlooplandbouw? Integrale aanpak nodig
Om kringlooplandbouw in de praktijk te brengen, is volgens Van Korven vooral nodig dat er een integrale aanpak komt. “Iedereen moet beter gaan samenwerken en zijn steentje bijdragen om de grondstoffen te hergebruiken en meer regionaal samen te werken. Dus van de veevoerfabrikanten en kunstmestproducenten tot de overheid en supermarkten. “Sommige dingen kunnen we al snel oppakken. Neem het beter inzetten van mest. Als we dat gaan doen, worden we veel minder afhankelijk van kunstmest. Maar dan moeten de regels in de Europese Unie daar wel op worden aangepast. Nu zit er na-