3 minute read
We gaan op vakantie en nemen mee...
Zowat iedereen die wel eens op vakantie gaat en kinderen achterin heeft, kent dit spelletje wel. De eerste zegt koffer, de tweede moet dat herhalen en iets nieuws toevoegen, bijvoorbeeld tandenborstel. De derde begint met koffer, dan tanden borstel en dan …. Zo gaat ie goed, zo gaat ie beter, alweer een kilometer.
Als ik met zoonlief naar zuid Frankrijk reed, deelden we de etappe in met ‘nog 65 keer naar Breda en terug’. Dat maakte het allemaal wat beter te behappen, die 1300 kilometer.
Maar ook zonder kinderen kun je dit spelletje spelen. Kun je het wel wat moeilijker maken natuurlijk. Bijvoorbeeld: We nemen mee: Alle politici die zich popi jopie gedragen en zich steeds bij hun voornaam laten noemen.
De volgende herhaalt dat en vult aan met: En voor hen geen pleepapier. Geen idee met hoeveel u bent, maar stel dat u met twee stellen in de auto zit, vier personen dus. Nummer drie is aan de beurt.
Een cursus ‘hoe hou ik het kort en pro beer ik niet om te slijmen bij mensen van wie ik toch niet weet of ze op me (gaan) stemmen’. Kan een leu ke rit worden en voor je het weet, ben je Parijs voorbij. Iedere deelne mer die een fout maakt, iets vergeet, moet bij de volgende stop de koffie betalen. Enfin, dat gaat natuurlijk alleen maar op als je geen pech krijgt aan de auto, zoals mij ooit overkwam.
Ik had een oude Opel Kadett. De terugweg vanuit Mimizan verliep voorspoedig tot we (ik had een vriendin ja) net onder Parijs waren. Rode lampjes en de auto op de vluchtstrook gezet. De Franse ANWB
Daar werd de schade bekeken en de con clusie liet niks te raden over: Il est mort monsieur. Kaaikapot dus, opgeblazen motor. Of ze niet ergens een ruilmotortje hadden liggen en dat bleek het geval. Maar het was weekend, dus vier dagen later was ie pas klaar. Hotel en reparatie kostten me al mijn resterende eurocheques, toen nog een geldig betaalmiddel en de mazzel dat je daarmee in Frankrijk meer kon uitgeven dan de 300 gulden die je er in Nederland voor kon krijgen. De tank zat nog maar half vol en ik moest iemand zien te vinden die me geld zou willen lenen. Nou, dan moet je dus niet binnendoor gaan rijden, want daar kom je geen Nederlanders tegen. Dus toch maar de tolweg op en bij het eerste het beste benzinestation gestopt. Er kwam een Nederlander met zijn gezin achter ons staan. Ik stelde mezelf voor en vroeg of hij me 100 gulden zou willen/kunnen lenen. Daar leek ie niet erg happig op, ook al liet ik hem mijn
MIDDEN in BRABANT
Voor je ligt de Zomerkrant, week 30 (2023). Dé zomerbewaarspecial boordevol (uitgaans)tips & tricks, verhalen, leuke weetjes, puzzels, etc., om optimaal van jouw zomer te kunnen (gaan) genieten; zowel thuis als elders. In week 30 verschijnt er nóg een nieuwe editie van de Zomerkrant, dus hoeft u zich niet te vervelen!
Deze Zomerkrant is een uitgave van Uitgeverij Em. de Jong en wordt gratis huis-aan-huis, bij afhaalpunten en op toeristische plekken verspreid.
Uitgeverij Em. de Jong
Postbus 8, 5110 AA Baarle-Nassau
Visweg 8, 5111 HJ Baarle-Nassau
Tel: 013-507 5534
I: www.uitgeverijemdejong.nl
E: uitgeverij@emdejong.nl
Bezorgklachten paspoort, de rekeningen van de reparatie en nog van alles zien. Maar hij was niet overtuigd. Ik hoorde hem echter een West Brabants dialect praten en vroeg waar hij vandaan kwam. Uit Hooge Zwaluw, zei hij. Ah joh, da’s toevallig, ik kom uit de May. Wat, zei hij, bende gij er ene van Van Rooij dan?
Oplage: ruim 300.000 exemplaren!
Ga naar www.uitgeverijemdejong.nl/bezorging of bel 013-507 5592 om uw bezorgklacht door te geven.
© Niets in deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever door derden gepubliceerd worden.
Ik kon niet ontkennen. Hij pakte zijn portemonnee en gaf me 100 gulden. “Als ik het van jou niet krijg, weet ik wel waar ik het kan halen”, zei hij. Bleek ie les te hebben gehad van mijn vader. Zelden heb ik me zo rijk gevoeld als toen. Ik wou gaan tanken, maar moest dat wrak wel alweer aanduwen, want zo starten deed ie al niet meer.
Moraal van dit verhaal: Ken uw dialect, het kan levensreddend zijn.
Eenmaal thuis naar de Chinees. In Frankrijk had ik mijn vriendin met enige regelmaat gepest met: Oh, mooi peper- en zoutstel. Alsof ik dat wou pikken. Je doet ’t niet hoor, zei ze steeds. Bij die Chinees zei ik dat nog eens.
We kregen onze bestelling en toen we eenmaal buiten waren, kwam er een Chinees achter ons aan gerend. Meneel, meneel …. Vriendinlief zette het meteen op een rennen; die dacht dat ik dat peper- en zoutstel echt had gepikt. Bleek dat we de kroepoek waren vergeten. Dat was wel de leukste vakantieherinnering.
Dus de volgende keer: Wat nemen we mee ván vakantie? Een peper- en zoutstel. evr