België in de veiligheidsraad - inkijkexemplaar

Page 1

De redactie JAN WOUTERS (hoofdredacteur), voorzitter Vereniging voor de Verenigde Naties (VVN), gewoon hoogleraar Internationaal Recht en Recht der Internationale Organisaties, hoofd Instituut voor Internationaal Recht (K.U.Leuven)

FRANK MAES, ondervoorzitter VVN, hoofddocent Internationaal Recht (Universiteit Gent) NERI SYBESMA-KNOL, erevoorzitter VVN, emeritus hoogleraar Internationaal Recht (Vrije Universiteit Brussel) RIA HEREMANS, voormalig hoofd van het VN-Informatiecentrum voor België, Nederland, Luxemburg en de EU-instellingen SVEN BISCOP, senior research fellow Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen, professor Europese Veiligheid (Universiteit Gent) VERONIQUE JOOSTEN, assistente Internationaal Recht (Universiteit Antwerpen)

nr. 3

Wereldvisie Over de reeks

In 2007-2008 zetelt België voor de vijfde keer in de VN-Veiligheidsraad. Dat engagement past in een lange traditie. België was er namelijk al bij toen in juni 1945 de Verenigde Naties werden opgericht. Twee jaar later, in 1947-1948, zetelde België voor het eerst in de Veiligheidsraad. Daarna zou het land er nog drie keer deel van uitmaken: in 1955-1956, 1971-1972 en 1991-1992. Telkens streefde België ernaar – soms met wisselend succes – een bruggenbouwer te zijn tussen andere landen, een trouwe promotor van Europa, een hoeder van de internationale rechtsorde en van de belangen van de kleinere landen in het internationaal systeem. Vanuit een Belgisch perspectief geeft dit boek een overzicht van de ruim zestigjarige geschiedenis van de VN. Aan de hand van concrete voorbeelden wordt de werking van de Veiligheidsraad verduidelijkt: het gebruik van het vetorecht, het opleggen van sancties, de zorg voor vrede en veiligheid. De belangrijkste politieke thema’s en gebeurtenissen van de voorbije decennia passeren de revue: de Koude Oorlog, het Midden-Oostenconflict en de Palestijnse kwestie, de Suez-crisis, dekolonisatie, Apartheid, de genocide in Rwanda, de oorlogen in de Balkan, Afghanistan en Irak, mensenrechten, terrorisme, vredesmissies... Dit boek bevat ook een aantal interviews met prominente Belgen, afgenomen door VRT-journalist Tim Pauwels. Deze interviews verhelderen en illustreren de werking van de Veiligheidsraad vanuit de persoonlijke visies van rechter van het Joegoslaviëtribunaal Chris Van Den Wyngaert, zangeres en UNICEF goodwill-ambassadrice Axelle Red, UNAIDS-directeur Peter Piot en topdiplomaat Etienne Davignon. PETER VAN KEMSEKE is doctor in de geschiedenis van de internationale betrekkingen (K.U.Leuven) en diplomaat. Hij publiceerde onder meer Diplomatieke Cultuur (2001) en Towards an Era of Development. The Globalization of Socialism and Christian Democracy, 1945-1965 (2006).

België in de Veiligheidsraad

CEDRIC RYNGAERT (redactiesecretaris), wetenschappelijk medewerker, Instituut voor Internationaal Recht (K.U.Leuven)

Wereldvisie

Peter Van Kemseke

Wereldvisie

België in de Veiligheidsraad is de derde publicatie in een reeks toegankelijk geschreven boeken waarin de activiteiten van de Verenigde Naties in ruime zin kritisch in kaart worden gebracht. De thema’s die in deze reeks aan bod komen, zijn wereldomvattend en spreken iedereen aan die met de hedendaagse maatschappij begaan is: veiligheid, terrorismebestrijding, wapenbeheersing, vredesoperaties, mensenrechten, duurzame ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking, wereldhandel, vluchtelingen, milieu, zee, ruimte, internationaal recht, aids, drugsbestrijding, bevolkingsproblematiek, genderproblematiek, kinderen…

België in de Veiligheidsraad 1946-2006 Peter Van Kemseke

Bij al deze thema’s zal de rode draad duidelijk zijn, met name het belang van een geïnstitutionaliseerde samenwerking in een geglobaliseerde wereld. Om een zo breed en objectief mogelijk beeld te geven bij ieder van deze thema’s, worden bijdragen gebundeld van VN-specialisten en betrokkenen uit de academische wereld, de overheid en de niet-gouvernementele sector. In 2005 verscheen de eerste publicatie in deze reeks: J. Wouters en C. Ryngaert (red.), De Verenigde Naties: een wereld van verschil? In 2006 verscheen de tweede publicatie in deze reeks: J. Wouters en B. Pattyn (red.), Misdaden tegen de mensheid.


1. B ELG IË EN DE OPR IC HTI NG VAN DE VE RE NI GDE NATI E S

Roosevelts droom: de oprichting van de Verenigde Naties Op 28 juni 1945 steeg in San Francisco een militair vliegtuig op met bestemming Washington DC. Aan boord bevond zich een kluis met daarop de woorden ‘Finder! Do not open. Send to the Department of State, Washington’. Niets werd aan het toeval overgelaten. Voor de zekerheid was er zelfs een parachute bevestigd aan de kluis, en tijdens de vlucht hield Alger Hiss, een hooggeplaatste ambtenaar van het Department of State (het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken) de kluis nauwlettend in het oog. Daarin zat niet het nieuwste ‘geheime wapen’ van de VS: de atoombom die de VS drie weken later in de woestijn van Nieuw-Mexico voor het eerst zou testen. Integendeel. De kluis bevatte een document dat voor altijd een einde moest maken aan oorlog: het Handvest van de Verenigde Naties, dat op 26 juni door 50 landen in San Francisco ondertekend was, waaronder België. De ondertekening van het VN-Handvest sloot een lang onderhandelingsproces af, waar België pas in de eindfase actief bij betrokken raakte. De grote inspirator van dat proces was de Amerikaanse president Franklin Roosevelt, die wilde slagen waar president Woodrow Wilson gefaald had: een nieuwe, stabiele wereldorde creëren rond een sterke internationale organisatie waarin de Verenigde Staten een sleutelrol speelden. Dat was precies Wilsons ambitie geweest na de Eerste Wereldoorlog. Zes maanden lang had hij deelgenomen aan de Vredesconferentie van Versailles, nabij Parijs, vastberaden om er zijn ideeën over een naoorlogse wereldorde te realiseren. Centraal daarin stond de oprichting van een ‘Volkenbond’, de voorloper van de latere Verenigde Naties. De Volkenbond kwam er en Wilson werd ervoor beloond met de Nobelprijs voor de Vrede, maar de nieuwe organisatie kon de hoge verwachtingen – het voorkomen van een nieuwe oorlog – niet inlossen. Dat was ironisch genoeg gedeeltelijk te wijten aan het feit dat een van de machtigste landen van dat moment, de Verenigde Staten, aan de zijlijn bleven staan. Het Amerikaanse Congres vreesde dat de Volken-

13


BE LG I Ë A LS E R VA R E N LI D IN D E V EILIG HEID SRAAD , 1955-1956

In april 1961 bijvoorbeeld werd België nog hard aangepakt in de Algemene Vergadering. Tien dagen later kreeg België een nieuwe regering, met (opnieuw) Paul-Henri Spaak op Buitenlandse Zaken. Spaak begreep als geen ander het belang van goede multilaterale en bilaterale contacten voor een land als België. Hij intensifieerde het overleg met de Verenigde Staten en spaarde geen moeite om het Belgische beleid keer op keer uit te leggen en te bespreken met NAVO- en EEG-partners. In 1961 en 1962 bracht hij verschillende weken door in New York om daar de breuken in de VN te lijmen. ‘Ik moet vrede sluiten met de VN, ik heb de VN nodig’, zo herinnerde de Belgische diplomaat Van Ussel zich Spaaks voornaamste bekommernis in die jaren. Wat Spaak zich herinnerde als ‘zijn moeilijkste dagen’ moest echter nog komen. Halfweg 1964, toen de laatste VN-troepen Congo nog maar net hadden verlaten, braken op verschillende plaatsen onlusten uit. Bij een ervan, in Stanleystad (het huidige Kisangani), werd een duizendtal blanken, hoofdzakelijk Amerikanen en Belgen, gegijzeld. In november wezen de Verenigde Staten en België de Veiligheidsraad op de gevaarlijke situatie waarin hun onderdanen zich bevonden. Enkele dagen later startten Belgische paracommando’s een reddingsactie, waarbij 1.700 buitenlanders werden geëvacueerd. Een tachtigtal gegijzelden kwam om. Ondanks het feit dat die korte actie plaatsvond met de goedkeuring van de Congolese regering, vroegen 22 overwegend Afrikaanse landen dat de Veiligheidsraad deze ‘schending van het Handvest’ en ‘bedreiging voor de vrede’ zou veroordelen. Zeventien zittingen lang, waarin Spaak enkele malen een ‘bloeddorstige avonturier’ en een ‘racist’ genoemd werd, besprak de Raad deze kwestie. Toen Spaak het woord kreeg, slaagde hij erin met een magistrale redevoering de sfeer te doen omslaan. Bij zijn terugkeer in Brussel werd hij op de luchthaven door een grote menigte opgewacht en nadien in audiëntie ontvangen door de Koning. Vanaf dat moment zouden de Belgisch-Congolese relaties zich stabiliseren. Zodra België de zware koloniale last had afgeschud, konden de relaties met de internationale gemeenschap, en in het bijzonder met de VN, zich herstellen. Zoals de Amerikaanse hoogleraar Helmreich het nadien samenvatte: ‘Na de Congo-crisis was België kleiner in omvang dan het decennialang geweest was. Maar zijn diplomatiek blikveld was groter.’ Daarmee leek de tijd aangebroken voor een nieuw Belgisch VNbeleid.

‘Dat was allemaal volslagen zinloos’ Etienne Davignon over de woede die de kritiek van de VN op het Belgische Congobeleid opriep in ons land. Davignon was kabinetchef van de ministers Spaak en Harmel. Hij was van nabij betrokken bij het herstel van de relaties met de VN. Maar onze eerste vraag was hoe het conflict zo diep kon worden.

56


E E N VE R N I E U W D BE LG I SC H V N-B ELEID , 1971-1972

me, niet de talrijke schendingen van de mensenrechten, niet de bezetting van Namibië als dusdanig lagen aan de basis van die beslissing, wel het feit dat Zuid-Afrika op grote schaal wapens en militair materieel verwierf. Meer in het bijzonder sprak de Veiligheidsraad zijn bezorgdheid uit over het feit dat Zuid-Afrika op het punt stond nucleaire wapens te ontwikkelen. Het tot dan toe vrijwillige wapenembargo werd in 1977 dan ook snel verplicht gemaakt, door een resolutie die een expliciete verwijzing naar Hoofdstuk VII bevatte.

Het onvermijdelijke Midden-Oosten Interbellum in het Midden-Oosten Elk land dat lid is van de Veiligheidsraad wordt vroeg of laat geconfronteerd met het Midden-Oostenconflict. Voor België was dat voor het eerst het geval in 1948, daarna opnieuw in 1956. In beide gevallen maakte België deel uit van de Veiligheidsraad op een ogenblik dat de situatie in het Midden-Oosten escaleerde tot een oorlog. Het derde Belgische lidmaatschap van de Veiligheidsraad viel tussen twee oorlogen in het Midden-Oosten in: de Zesdaagse Oorlog van 1967 en de zogenaamde Yom Kippur-oorlog van 1973. De Zesdaagse Oorlog tussen Israël aan de ene kant en een coalitie van Egyptische, Jordaanse, Iraakse en Syrische troepen aan de andere kant eindigde in juni 1967 in het voordeel van Israël; Israël bezette de Gazastrook, het Sinaïschiereiland, de Westbank met inbegrip van Oost-Jeruzalem, en de Golan. Na de Zesdaagse Oorlog keurde de Veiligheidsraad unaniem de vaak geciteerde resolutie 242 goed. Die resolutie had de ambitie een blauwdruk te leveren om het Arabisch-Israëlische conflict voor eens en voor altijd op te lossen. Ze introduceerde het principe ‘land in ruil voor vrede’: Israël werd opgeroepen zich terug te trekken uit de gebieden die het had bezet; het verwerven van grondgebied door oorlog was immers onaanvaardbaar. Tegelijk riep de Raad op alle vijandelijkheden in de regio onmiddellijk stop te zetten en de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van alle landen in de regio – ook van Israël – te respecteren. Tot slot riep 242 alle partijen op een rechtvaardige oplossing te vinden voor het vluchtelingenprobleem, dat door de opeenvolgende oorlogen alleen maar erger was geworden. Zoals verschillende andere Midden-Oostenresoluties werd ook 242 niet nageleefd. Het conflict smeulde verder tot Egypte en Syrië in oktober 1973 de Golan en Sinaï binnenvielen. Dit gaf het startschot tot de ‘Yom Kippur’-oorlog. 68


D E VE I LI G H E I D SR A A D I N HET JAAR 2007

de Veiligheidsraad kon toespreken, toch blijven mensenrechten nog steeds een erg gevoelig thema in de Veiligheidsraad. De ‘humanitaire agenda’, nog een product van de vroege jaren negentig, werd daarentegen wel verder uitgewerkt. Dat blijkt uit een aantal thema’s die pas aan het eind van de jaren negentig, of zelfs recenter, op de agenda verschenen en er tegenwoordig integraal deel van uitmaken, zoals ‘kinderen in gewapende conflicten’ en ‘vrouwen, vrede en veiligheid’. Vooral kinderen hebben te lijden onder conflicten. De voorbije tien jaar stierven twee miljoen kinderen als gevolg van oorlog, een aanzienlijk aantal van hen door het gebruik van landmijnen. Meer dan 250.000 kindsoldaten staan wereldwijd in de vuurlinie. In juni 1998 aanvaardden voldoende leden van de Veiligheidsraad dat de Raad wel degelijk bevoegd was voor dit thema, maar het vergde toch nog zeven jaar van moeizame onderhandelingen alvorens de Raad ook echt concreet werd. Dat gebeurde in de zomer van 2005 met de goedkeuring van resolutie 1612. Die resolutie creëerde een werkgroep die de middelen heeft om objectieve informatie in te zamelen over schendingen van kinderrechten in concrete conflictsituaties en die de Veiligheidsraad kan vragen om op te treden tegen degenen die er verantwoordelijk voor zijn.

‘Ik ben niet graag negatief’ De kranten stonden er destijds vol van. Axelle Red had, als UNICEF goodwill-ambassadrice, in Congo kindsoldaten bezocht en haar terugvlucht werd door onlusten geschrapt. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel nam haar met haar gezin dan mee in het regeringsvliegtuig. De ontmoeting met de kindsoldaten zelf kreeg veel minder media-aandacht. Het bezochte project blijkt ook niet echt een succesverhaal. Ik was in Congo om vrienden te bezoeken, en ik heb dan contact opgenomen met UNICEF: ‘Kijk, ik ben hier, kan ik een project rond kindsoldaten bezoeken?’ Ik heb dus zelf het initiatief genomen omdat die problematiek me heel erg interesseert. Dat was uitzonderlijk want normaal is het UNICEF dat het initiatief neemt en alles regelt. Lokale mensen van UNICEF hebben me dan meegenomen naar een dorp. Daar woonden drie kindsoldaten die niet herenigd konden worden met hun familie. Ze hadden dus in dat dorp een huis gekregen. Die kinderen waren niet ontvoerd geweest, die waren gewoon overtuigd. ‘Wat wil je later worden? Piloot? Ah, je krijgt van ons een vliegtuig’. Zo overhalen ze die kinderen. En eenmaal gerekruteerd volgt dan de brainwashing. Als kleine jongetjes kregen ze bijvoorbeeld te horen dat ze alle

121


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.