Cardiotocografie - inkijkexemplaar

Page 1

200 180 160 140

staat bekend onder de naam cardiotocografie en wordt wereldwijd gebruikt als methode van foetale bewaking. Dit boek is gegroeid uit de interuniversitaire opleiding cardiotocografie voor gynaecologen in opleiding. Het behandelt 100 de 75

basisprincipes van de cardiotocografie, het gebruik voor en tijdens de bevalling, 50 25

0 de aanvullende technieken die kunnen aangewend worden en de praktische en

medicolegale valkuilen bij het gebruik van cardiotocografie. De opzet van het boek is systematisch en op de praktijk gericht, met talrijke voorbeelden die de lezer moeten toelaten een systematische manier voor de interpretatie van het cardiotocogram te verwerven. Het boek richt zich niet enkel tot de gynaecoloog in opleiding maar tot iedereen die betrokken is bij foetale bewaking met name de vroedvrouwen op verlosafdelingen, alle vroedvrouwen in opleiding, elke arts of verpleegkundige die tijdens de uitoefening van zijn beroep in contact komt met zwangeren.

Yves Jacquemyn, Myriam Hanssens, Paul Defoort, Monika Laubach en Wilfried Gyselaers

X

Cardiotocografie en aanvullende technieken

Het registreren van de foetale hartactie en de activiteit van de baarmoeder

120 100 80

X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X

Cardiotocografie en aanvullende technieken Yves Jacquemyn, Myriam Hanssens, Paul Defoort, Monika Laubach en Wilfried Gyselaers

zijn respectievelijk verbonden aan de Universiteit Antwerpen, KU Leuven, Universiteit Gent, Vrije Universiteit Brussel en Universiteit Hasselt, en hebben zich toegelegd op de perinatale geneeskunde. -US1

-US1 mat.HR

FMP

_TOCOext

FMP 10%,(10%)

mat. sp02 98% mat. HR 85/min

142 9

789033 476273

FMP 18%,(14%)

_TOCOext

143

mat. sp02 99% mat. HR 75/min

mat. sp02 99%

144

mat. sp02 99% mat. HR 84/min

mat. sp02 99%

mat. sp02 98% mat. HR 82/min

mat. sp02 98% mat. HR 72/min


Gecombineerd of biventriculair hartminuutvolume 70 A

60 50 40 % 30 20 10 0

Hersenen

Hart

Longen

Lichaam

Placenta

ArteriĂŤle zuurstofsaturatie

Fysiologie: overeenkomsten en verschillen met de volwassene

100 90 80 70 60 % 50 40 30 20 10 0

B

Hersenen

Hart

Longen

Lichaam

Placenta

Zuurstofspanning 100 90 80 70 m m 60 50 H 40 g 30 20 10 0

C

Hersenen

Hart

Longen Foetus

Lichaam

Placenta

Adult

Figuur 2.1.A toont de distributie over de verschillende organen van de Combined Cardiac Output (CCO = de som van linker- plus rechterventrikel). Het hart en de hersenen van de foetus ontvangen een groter aandeel van de CCO dan deze van de adult. De fractie CCO voor de adulte longen of voor de placenta is vergelijkbaar. Figuren 2.1.B en 2.1.C tonen dat de arteriĂŤle zuurstofsaturatie en -spanning in de foetale circulatie lager zijn dan bij de adult.

Figuur 2.1 Vergelijking tussen de foetale en adulte circulatie. 14


3.1.2 3.1.2.1

Klinische beelden geassocieerd aan zuurstofgebrek Asfyxie

Letterlijk betekent ‘asphyxia’: zonder tekenen van leven, maar niet dood! Volgens de NML (National Medical Library) in de Verenigde Staten betekent ‘asphyxia’ dat er onvoldoende gasuitwisseling en een gebrek aan zuurstof is in de cellen van het organisme waardoor de pols verdwijnt. De ICD-10 (WHO, International Classification of Diseases) definieert en classificeert ‘birth asfyxia’ op basis van een gestoorde ademhaling: er is sprake van een ‘severe birth asphyxia’ of ‘witte asfyxie’ wanneer: de pols minder is dan 100/min bij de geboorte en verder afneemt of constant blijft; de ademhaling afwezig is of er enkel sprake is van ‘gasping’; er een witte verkleuring is van het kind; de tonus afwezig is. Deze toestand komt overeen met een apgarscore tussen 0 en 3 na één minuut zonder rekening te houden met de reflexen. Er is sprake van ‘mild or moderate birth asphyxia’ of ‘blauwe asfyxie’ wanneer: het hartritme 100/min of meer bedraagt; de ademhaling wel aanwezig is, maar nog niet normaal is na één minuut; er ietwat tonus is, maar niet normaal; er ietwat reactie is op stimuli. Deze toestand komt overeen met een apgarscore tussen 4 en 7 na één minuut zonder rekening te houden met de kleur.

Aeroob

Anaeroob

Glucose

Glucose

EmdenMeyerhof

Krebs 36 ATP

2ATP + Lactaat pK 3.74 + Ketonen + Glycogeen afbraak

+ H2CO3 pK 6.3

Figuur 3.3 Omschakelen van een aeroob naar een anaeroob metabolisme. 27

Pathofysiologie: definitie en apparatuur

Het Webster’s Medisch Woordenboek geeft een definitie voor ‘asfyxie’ die gebaseerd is op biochemische kenmerken. Er is lokaal en systemisch een tekort aan zuurstof met een teveel van carbondioxide in de weefsels, gewoonlijk als gevolg van een onderbroken ademhaling. Volgens deze definitie komt ‘asfyxie’ overeen met een pH < 7.00 en een BE tussen -12 en -16.


Monitoringvan het foetale hartritme Glycogeen

Glucose

Glucose-6-fosfaat

I,3 difosfoglyceride zuur

+8~P

Anaerobe fase

Fructose-I,6-disfosfaat

3-fosfoglycealdehyde NADH + H+

NAD+

NADH + H+

NAD+

Pyruvaatzuur

Melkzuur

Acetyl-Co A

Oxaalazijnzuur +30~P

Aerobe fase

Het intrapartum cardiotocogram

-6~p co2

Citroenzuur co2

Îą-ketoglutaarzuur

CO2 + H2O

Glucose Glucose

Pyruvaatzuur +8~p

Bron:

Melkzuur

co2 38

hoge energie fosfaatverbindingen

2

hoge energie fosfaatverbindingen

-6~p

Hon, EH, Khazin AF: Biochemical studies of the fetus. I. The fetal pH monitoring system. Obstet Gynecol 33:220, 1968.

Figuur 5.1 Het metabole proces van glucosekatabolisme toont dat bij afwezigheid van zuurstof (anaerobe fase) het eindproduct melkzuur is. Dat melkzuur zal leiden tot metabole acidose wanneer het niet gemetaboliseerd is tot CO2 via aerobe metabole processen.

5.2

Risicofactoren voor perpartum asfyxie

Een risicofactor voor een verminderde foetale oxygenatie tijdens de bevalling is placentaire pathologie, die meer aanwezig is in geval van diabetes mellitus of hypertensieve complicaties, evenals in geval van een postterme zwangerschap. In acute situaties zoals solutio placentae kan dit natuurlijk ook optreden. 56


Medicolegale aspecten

men de polsslag van de moeder palperen om te vergelijken met de registratie, maar beter is het (zoals veel CTG-toestellen toelaten) bij twijfel aan de hand van de transcutane saturatiemeter een simultane registratie van de moeder op te schrijven. Wanneer men een tracĂŠ ziet waarbij bij een contractie telkens een acceleratie optreedt in plaats van een deceleratie, moet men er zeker op bedacht zijn dat dit een maternaal tracĂŠ kan zijn (figuur 7.2). In tegenstelling tot het foetale patroon kenmerkt het maternale patroon zich door een zekere monotonie. Meerdere gevallen werden beschreven waarbij een dode, zelfs gemacereerde foetus werd geboren met een normaal CTG tot aan de geboorte!

200 180 160 140 120 100 80 60 100 80 60 40 20 0 2 vertikale kolommen = 1 minuut

Figuur 7.1 Maternale hartslag. 200 180 160 140 120 100 80 60 100 80 60 40 20 0 2 vertikale kolommen = 1 minuut

Figuur 7.2 Simultane registratie van van de polsslag van de moeder en de hartslag van de foetus. 94


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.