nr. 9
Komen aan bod: Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Wereldbank, Internationaal Muntfonds (IMF), Organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO), Universele Postunie (UPU), Internationale Telecommunicatie Unie (ITU), Internationale Organisatie voor Burgerluchtvaart (ICAO), Organisatie voor Voedsel en Landbouw (FAO), Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD), Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO), Internationale Maritieme Organisatie (IMO), Wereld Meteorologische Organisatie (WMO), Industriële Ontwikkelingsorganisatie (UNIDO), en Wereld Toerisme Organisatie (UNWTO). Dit overzicht wordt aangevuld met het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) en de Wereldhandelsorganisatie (WTO), organisaties die weliswaar formeel geen Gespecialiseerde Organisaties van de VN zijn, maar niettemin een grote rol spelen in het beheer van globale publieke goederen. CEDRIC RYNGAERT is docent internationaal recht aan de K.U.Leuven en hoofddocent internationaal recht aan de Universiteit Utrecht. Hij is ondervoorzitter van de Vereniging voor de Verenigde Naties (VVN).
Dit project werd uitgevoerd met de financiële steun van de Vlaamse Regering. De Vlaamse overheid kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van deze uitgave.
MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE OVERHEID
9 789033 486104
De Gespecialiseerde Organisaties van de Verenigde Naties
Onder de paraplu van de Verenigde Naties zijn een groot aantal autonome ‘Gespecialiseerde’ Organisaties actief die een grote impact hebben op ons dagelijks leven op diverse terreinen zoals gezondheid, telecommunicatie, industrialisering en onderwijs. Dit boek wenst de structuren en bevoegdheden van deze organisaties, en de politieke ontwikkelingen die deze organisaties hebben doorgemaakt, op overzichtelijke wijze in kaart te brengen. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de rol die Vlaanderen en België spelen in deze organisaties, alsook naar de stem van Vlamingen die bij deze organisaties werken.
Cedric Ryngaert (red.)
WERELDVISIE
De Gespecialiseerde Organisaties van de Verenigde Naties Cedric Ryngaert (red.)
DE GESPECIALISEERDE ORGANISATIES VAN DE VERENIGDE NATIES: INLEIDENDE OPMERKINGEN
Neri Sybesma-Knol, erevoorzitter VVN en emeritus hoogleraar internationaal recht Vrije Universiteit Brussel
De Preambule van het Handvest De Preambule, de inleiding van het Handvest van de Verenigde Naties noemt als eerste doelstelling van de Organisatie: – komende geslachten te behoeden voor “de gesel van de oorlog die tweemaal in ons leven onnoemelijk leed over de mensheid heeft gebracht”. Maar daarnaast worden er nog andere ideeën in verwoord die volgens de auteurs cruciaal zijn om tot een vreedzame internationale samenleving te komen: – het bevestigen van vertrouwen in de fundamentele rechten van de mens, in de waardigheid en de waarde van de menselijke persoon; – het handhaven van respect voor het internationaal recht en het nakomen van de verplichtingen die daaruit voortvloeien; – het bevorderen van sociale vooruitgang en van hogere levensstandaarden overal in de wereld. Deze ideeën vormen de grondslag voor het systeem van de Gespecialiseerde Organisaties van de Verenigde Naties. Maar voor de oorsprong ervan moeten we al verder teruggaan, naar de Volkenbond.
Lessen uit het experiment van de Volkenbond De Volkenbond, voorloper van de Verenigde Naties en opgericht na de Eerste Wereldoorlog, heeft de dreigingen van de jaren dertig en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog weliswaar niet kunnen voorkomen. Maar toch heeft hij meer bijgedragen tot 9
INTERNATIONALE ARBEIDSORGANISATIE
geven is op dit niveau. Het biedt de kans om mondiaal op een gestructureerde manier overleg te plegen tussen staten en de betrokken sociale partners. Dit heeft een positieve invloed op de uitkomsten van dit overleg, doordat zij geworteld zijn in een breed gedragen consensus. De fundamentele uitdaging voor de ILO is dan ook om dit potentieel tijdens de huidige periode van politiek-economische mondialisering opnieuw te bevestigen en in de praktijk om te zetten.15 Technische fiche ILO Naam: Internationale Arbeidsorganisatie (International Labour Organization, ILO) Oprichting: 1919, als deel van de Vrede van Versailles Doelstelling: “Sociale rechtvaardigheid (is) essentieel (...) voor een universele en duurzame vrede” (Constitutie van de ILO, Preambule) Hoofdzetel: Genève, Zwitserland Aantal lidstaten: 183 Bestuursstructuren: drie organen: – Internationale Arbeidsconferentie (International Labour Conference) – Raad van Bestuur (Governing Body) – Internationaal Arbeidsbureau (ILO Office) Personeel: circa 1700 vaste werknemers Budget: 320 miljoen US$ (zonder vrijwillige of speciale bijdragen) Belgische bijdrage (2010-2011): 4 288 411 CHF (cf. 5 069 044,89 US$)
35
KAREN VAN LAETHEM
Structuur Bij zijn oprichting in 1945 kreeg het IMF een innovatieve bestuursstructuur, uniek in de geschiedenis van de internationale samenwerking. Het IMF kent vier belangrijke bestuursorganen: de Board of Governors, de Executive Board, en twee ministeriële comités, het International Monetary and Financial Committee (IMFC) en het Development Committee.4
Stylized view of IMF Governance
Board of Governors
Representation
Advises informally Advises Delegates power to
Representation
IMFC
G-7 G-20 G-24
Informally provides guidance to
Advises informally
Executive Board
Formally selects, oversees, reviews decisions of
Representation Appoint or elect
Chairs Conducts Surveillance
Advises informally
Managing Director
Informs, advises, reports to
Country authorities Appoints/ dismisses, manages
Staff
Surveillance discussions, policy advice, technical assistance
Het belangrijkste beslissingsorgaan binnen het IMF is de Board of Governors. Elke lidstaat benoemt één Governor (doorgaans de Minister van Financiën of de Voorzitter van de Centrale Bank) en één vervanger, de Alternate Governor. De Board of Governors 58
KATRIEN MEUWISSEN
Naast een theoretisch overzicht van de WTO geeft dit hoofdstuk verschillende inzichten weer gebaseerd op een telefonisch interview met een expert ter zake.
Doelstellingen De Preambule van de Overeenkomst tot oprichting van de WTO (Stat. WTO) beschrijft de doelstellingen van de organisatie, met name: de algemene levensstandaard verhogen, inkomen en vraag standvastig doen stijgen, en de handel en productie van goederen en diensten uitbreiden. De promotie van vrijhandel door wederkerige overeenkomsten is slechts een middel om deze doelen te bereiken. Bovendien specificeert de Preambule dat deze doelstellingen bewerkstelligd moeten worden in overeenstemming met duurzame ontwikkeling, bescherming en bewaring van het milieu en overeenkomstig de respectieve noden en gevoeligheden op de verschillende niveaus van economische ontwikkeling. Verder wordt ook expliciet gesteld dat getracht moet worden ontwikkelingslanden een deel van de groei toe te bedelen, overeenkomstig de noden van hun economische ontwikkeling. Terwijl de Overeenkomst tot Oprichting van de WTO het institutionele kader van de organisatie schept, bevatten de annexen van het Stat. WTO de eigenlijke regels die de internationale handel reguleren. De annexen bevatten reguleringen met betrekking tot de handel in goederen (waarvan de GATT de belangrijkste zijn), de handel in diensten en de handel met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten. Handelsovereenkomsten in het kader van de WTO worden gesloten overeenkomstig twee algemene principes: enerzijds het principe van vrije markttoegang en anderzijds het principe van non-discriminatie.
Structuur Artikel IV Stat. WTO regelt de structuur van de WTO en bepaalt haar organen, met name: de MinisteriÍle Conferentie, de Algemene Raad en het Secretariaat onder leiding van een Directeur-generaal. Het hoofdorgaan van de WTO is de MinisteriÍle Conferentie, die ten minste om de twee jaar bijeenkomt en bestaat uit vertegenwoordigers van alle leden, in principe de ministers van buitenlandse handel. De Algemene Raad is belast met het dagelijkse werk, en komt een twaalftal keer per jaar samen. Ook de Algemene Raad bestaat uit vertegenwoordigers van alle leden, in principe ambassadeurs en hoofden van delegaties te Genève. De Algemene Raad treedt bovendien op als Orgaan voor Geschillenbeslechting (Dispute Settlement Body), of als Orgaan voor de Toetsing 168