menselijke activiteiten, zoals varen, vissen en zwemmen. In de afgelopen decennia is onze perceptie echter drastisch veranderd. Samen vormen de oceanen een gigantische oceanische ruimte die haar geheimen niet zomaar prijsgeeft. We staan dan ook nog maar aan het begin van alle mogelijke ontdekkingen. Het geheugen van de oceaan laat ons toe klimaatvoorspellingen te doen en ook op spectaculaire vernieuwingen te wachten. In dit boek maken we twaalf wandelingen in de oceanische ruimte. De wandelingen vormen een drieluik. De eerste vijf gaan over het natuurlijk systeem. Dan volgt, vanuit een Europees perspectief, de kentering: de Portugezen en Spanjaarden gaan de wereld “aan de overkant van de zee” verkennen. Zo gauw ze nieuwe werelden vinden, claimen ze die voor zichzelf. De andere wandelingen gaan over de gevolgen van al die ontdekkingen: walvisjacht, slavernij, diepzeemijnbouw en de visserijproblematiek. Dit boek bekijkt de rol die de oceaan heeft gespeeld in de geschiedenis en zijn impact op ons dagelijks leven. Het is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in wat zich op en onder het wateroppervlak afspeelt.
JAN H. STEL is emeritus hoogleraar Oceanische Ruimte en Menselijke Activiteit aan het International Centre for Integrated assessment and Sustainable development (ICIS) van de Universiteit Maastricht in Nederland. Als wetenschapsmanager organiseerde hij oceanografische expedities en ontwikkelde hij het Nederlands Antarctisch onderzoeksprogramma en de Partners-in-Sciencemethodiek voor kennisoverdracht naar ontwikkelingslanden. Zo organiseerde hij tweemaal de Snellius-II-expeditie (de grootste Nederlandse mariene expeditie sinds WO II), de eerste Nederlandse Antarctica-expeditie, de IndischeOceaan-expeditie en het bezoek van de Nederlandse kroonprins Willem-Alexander en prinses Máxima aan de Zuidpool.
Vlaams Instituut voor de Zee
9
789033 488030
DE OCEAAN ANDERS BEKEKEN
vlakken zoals zee-energie, onderwaterlandbouw en zeedieren als “onderzoeker”, staan ons nog
Jan H. Stel
Al eeuwenlang beschouwen we de zee als een oppervlakte die we gebruiken voor een reeks
Jan H. Stel
DE OCEAAN ANDERS BEKEKEN
nog. Wel doen enige instituten, zoals het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek, NIOZ, hiertoe een poging via de website ZeeInZicht. De Vlaamse initiatieven zijn echter veel doelgerichter en effectiever.
1.4
De wandelingen
O P S TA P
Als wij vissen zouden zijn, dan zou ons beeld van de wereld waarin we leven geheel anders zijn dan nu het geval is. Dan zweefden er majestueuze kwallen langs ons zolderraampje als we ’s morgens wakker werden, in plaats van een sporadische vogel. Leven op het land – op de bodem van de atmosferische oceaan – kan dan niet. We zouden snel sterven. Het feit dat wij landbewoners zijn, kleurt onze perceptie ten aanzien van de zee en onze planeet, die we aarde hebben genoemd. De foto die de astronaut Bill Anders op 24 december 1968 maakte, veranderde ons wereldbeeld in één keer. Tijdens de Apollo-8-missie maakte hij met zijn collega’s drie rondjes om de maan. De ‘Earthrise’-foto stond niet op het programma van Houston, maar werd wel gemaakt. Het leidde tot wereldbeelden als dat van Ruimteschip Aarde, Systeem Aarde en Moeder Aarde. Ook leidde het tot het ontstaan van de milieubeweging in de VS. Maar even belangrijk is dat de oceanische ruimte zichtbaar werd als hèt kenmerk van de aarde.
20
We gaan nu op stap. Het avontuur tegemoet. We gaan twaalf wandelingen in de oceanische ruimte maken. Het zijn wandelingen in de tijd en in de ruimte. We gaan terug naar het ontstaan van de planeet waarop we, samen met zoveel andere organismen, wonen, werken en recreëren. Was het een lotsbestemming of domweg toeval dat de aarde bewoonbaar is? Wat zijn de voorwaarden voor het leven en hoe ziet het eruit? We gaan terug in de tijd om de geschiedenis van de Aarde, die gewelddadiger is dan vaak wordt gedacht, te leren kennen. Zijn we werkelijk meerdere keren aan uitsterven ontsnapt? Regeert Gaia – de Aarde als één levend organisme – of de meedogenloze Medea? Waarom bestaat de Golfstroom en waarom lekt de Agulhasstroom bij Zuid-Afrika? We verkennen de oceanische ruimte, met zijn onderwater watervallen en stroomversnellingen. Met Beebe’s dieptebol duiken we de diepzee in: die bizarre en volstrekt onbekende wereld van de eeuwige duisternis. Dan laten we ons uitnodigen door de sympathieke Spaanse onderzoeker Enrique Alvarez voor een tochtje voor de Spaanse kust. Daar wachten we dan even op een glider, die na een reis van 221 dagen en 7389 kilometer, uit de diepte zal opduiken. Studenten van de Rutgers
doorgedrongen. Ook schatten biogeochemici de biomassa van dit microbiologisch leven, in een publicatie uit 2008 in Nature, op 60 tot 300 miljoen ton koolstof. De meerderheid hiervan zijn Archaea. Bacteriën komen vooral in de bovenste tien centimeter van de diepzeebodem voor. Daaronder nemen de Archaea het over. Terwijl astronomen het heelal afspeuren naar buitenaards leven, hebben biologen een gigantische levende wereld in de diepzeebodem ontdekt.
Oceaanboringen: DSDP, ODP en IODP
De Joides Resolution is een belangrijk internationaal instrument voor het onderzoeken van de diepzeebodem. © IODP.
In 1982 kwamen de toenmalige directeur van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO, toen nog het ZWO), Bob van Lieshout, en de toenmalige directeur van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), Dirk van der Mei, samen voor overleg. Als beleidsmedewerker was ik eveneens aanwezig bij deze vergadering. Van Lieshout zei tegen Van der Mei: “Er is hier blijkbaar één of ander onnozele man die beweert dat wij lid kunnen worden van het Deep Sea Drilling Program”. Die man was ik. Ondanks de soms wat moeilijke verhoudingen tussen de Akademie en ZWO werd Bob van Lieshout snel gewonnen voor het idee. Immers, het DSDP en de latere
HET SYSTEEM AARDE
FIGUUR 14
65
HOOFDSTUK 5
POOLGEBIEDEN EN DE ROL VAN ZEE-IJS
In een notendop De ijskappen van de poolgebieden zijn de ‘koeltorens’ van onze planeet. Dit deel van de oceanische ruimte hebben we de Noordelijke IJszee en de Zuidelijke Oceaan genoemd. Delen ervan vormen de ‘longen’ van de diepzee. Hier dalen enorme hoeveelheden water af in het duister van de diepzee. Op hun tocht nemen ze warmte en kooldioxide mee. In de stormachtige Zuidelijke Oceaan groeien de algen uitbundig in het turbulente water. Hier vindt dan ook bijna de helft van de zuurstofproductie op aarde plaats. Het jaarlijkse ritme van het ontstaan en weer verdwijnen van de zeeijsgebieden reflecteert de afwisseling van de seizoenen. De omvang van het zee-ijs is door het ‘albedo-eff ‘albedo-effect’ heel belangrijk voor het klimaat. De interactie tussen de oceanische ruimte en het continent illustreert de verbondenheid ertussen. In het noordpoolgebied voeren gletsjers en rivieren voedingsstoffen, fosfaten en nitraten aan. Deze vormen de bron van voedsel voor het fytoplankton, dat de basis van de voedselketen is. Menselijke activiteiten doen nu continentale ijskappen smelten. Maar het smeltwater bedreigt die menselijke activiteiten juist weer door nooit eerder geziene zeespiegelstijgingen.
5.1
Inleiding
De oceanische ruimte in de poolgebieden, de ‘koeltorens’ van onze planeet, heeft een grote invloed op het klimaat. Deze gebieden hebben daarmee ook een grote invloed op de menselijke ontwikkeling en activiteiten. Die hebben ze eigenlijk 93
FIGUUR 26
Kroonprins Willem-Alexander, oud minister Plasterk en de auteur in Antarctica.
P O O L G E B I E D E N E N D E R O L VA N Z E E - I J S
© Jan Stel.
110
Het Nederlandse laboratorium op Rothera, dat het Gerritzlaboratorium is genoemd, is een rechtstreeks gevolg van het koninklijke bezoek. De namen van de containers zijn afkomstig van vier van de vijf schepen waarmee de onfortuinlijke Dirck Gerritz, onder leiding van de VOC-admiraal en ontdekkingsreiziger Jacques Mahu op 27 juni 1598 uit Rotterdam naar Azië vertrok. Het was een zeer ongelukkige expeditie. De meeste van de ongeveer 500 deelnemers, waaronder Mahu, overleefden het niet. Gerritz verspeelde uiteindelijk zijn schip, de Blijde Boodschap, aan de Spanjaarden. Van de vier andere schepen keerde de Geloof naar Nederland terug, ging de Hoop verloren, bereikte de Liefde uiteindelijk Japan en verdween het vlaggenschip de Trouwe blijkbaar in de Stille Oceaan.
5.8
Internationale pooljaren
Onderzoek in de poolgebieden is een kostbare zaak en gaat vaak de mogelijkheden van één land te boven. Internationale samenwerking is hierop sinds het einde van de negentiende eeuw af, het antwoord. Ook was het onderzoek van het begin af bipolair.
Viswijzer De viswijzer is een handige en gezamenlijke publicatie van het Wereldnatuurfonds en de Nederlandse Stichting de Noordzee. Beide zijn onafhankelijk van de visindustrie. Op basis van een aantal criteria wordt er geadviseerd welke vis niet of juist wel te eten is. De criteria hebben te maken met de duurzaamheid. Is er sprake van overbevissing of niet? Wordt de vis op een natuurvriendelijke manier gekweekt? Op deze manier is het eten van goede vis geen probleem meer.
MEEST GEGETEN SOORTEN IN VLAANDEREN Mosselen
kweek Noordzee
Kabeljauw
Noorse (MSC)
IJslandse kweek
Noordzee
Zalm
wilde (MSC) Alaska, Atlantische of Noorse zalm (BIO)
Schotse kweek
wilde Schotse zalm, Chileense kweek
Grijze garnaal
Noorse garnaal, westkust VS (MSC)
Noordzee
skipjack tonijn, albacore of witte tonijn (MSC)
Atlantische geelvintonijn
Gamba’s of tijger-garnalen Koolvis of pollak Makreel Tong
kweek Alaska koolvis (MSC), IJslandse koolvis, koolvis Noordzee
Alaska koolvis (geen MSC)
makreel (MSC)
horsmakreel
tong (MSC)
Baltische zee
Victoriabaars (zoet water) Pladijs/schol Forel (zoet water) Roodbaars
blauwvintonijn, tropische geelvintonijn
Alaska pollak (geen MSC)
Noordzee Victoriameer Noordzee (vermijd schol in de winter wanneer de vis kuitschiet)
schol (MSC) forel (BIO)
kweek Europa
kweek Chili IJsland, Noordzee
De Goede Viswijzer (2011) voor de meest gegeten vissoorten in Vlaanderen. Groen: beste keus; oranje: met mate gebruiken; rood: vermijden. MSC: vis met Marine Stewardship Council-label voor duurzame visserij. BIO: vis met label voor biologische kweek. © VLIZ De papieren viswijzer is zo groot als een bankkaart. Hij kan gratis gedownload worden van het internet of op Facebook opgezocht worden.
FIGUUR 40
V I S S E R I J : D E V I S W O R D T D U U R B E TA A L D
Tonijn
189
zeespiegel. Dit alles betekent dat Rijkswaterstaat zandsuppleties uitvoert, waarbij gemiddeld per jaar twaalf miljoen kubieke meter zand op het strand of er vlak voor wordt gedeponeerd. Vandaar verwaait het en vormt het duinen of wordt het door de zeestromingen verplaatst. De natuur heeft er ongeveer vier jaar voor nodig om alles weer ‘op te ruimen’. Dan begint men, vijf jaar later, aan de volgende suppletie. Zandsuppletie werkt als onderhoudsmethode en is natuurvriendelijk, maar je moet blijven suppleren, dus de vraag blijft of het niet handiger en duurzamer kan?
De aanleg van de ‘Zandmotor’, een innovatieve manier van kustbescherming, voor de Nederlandse kust bij Ter Heijde. Het opspuiten van het zand uit zee ging dag en nacht door. © Rijswaterstaat/Jurriaan Brobbel (links) en Joop van Houdt (rechts).
Met de ‘Zandmotor’ pakt men het probleem voor de kust van Zuid-Holland daarom heel anders aan. In 2011 werd er in één keer 21,5 miljoen kubieke meter zand voor de kust tussen Ter Heijde, dat al vier keer door de zee werd verwoest, en Kijkduin gestort. Zo werd er een haakvormig schiereiland van 128 hectare of 256 voetbalvelden, gemaakt. Het schiereiland steekt één kilometer ver in zee en is aan het strand twee kilometer breed. Het zand werd door sleephopperzuigers tien kilometer uit de kust gewonnen. Het is de bedoeling dat wind, golven en zeestromingen het zand in de komende twintig jaar langs en dwars op de kwetsbare kust tussen Hoek van Holland en Scheveningen verspreidt. Daar vormt het dan nieuw strand en duinen, die het erachter liggende land beschermen tegen de zeespiegelstijging. Bovendien komt er zo extra ruimte voor natuur, recreatie en waterwinning. De ‘Zandmotor’ is een mooi voorbeeld van ‘Bouwen met de Natuur’. Door in één keer een grote hoeveelheid zand te storten zal, als dit proefproject werkt zoals men verwacht, de komende twintig jaar geen verstoring van het kwetsbare ecosysteem op en in de zeebodem meer nodig zijn voor de bescherming van de menselijke activiteiten op het land.
LEVEN MET DE ZEE IN DE 21STE EEUW
FIGUUR 64
319